GEMEENTEBLAD
GEMEENTEBLAD
Officiële uitgave van de gemeente Maastricht
Nr. 425574
5 oktober
0000
Xxxxxxxxxxxxxxxxxx Sint Servaaskermis Maastricht 2023
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maastricht, gelet op artikel 160 lid 1 sub e van de Gemeentewet,
besluit vast te stellen de navolgende “Verhuurvoorwaarden Sint Servaaskermis Maastricht 2023 ” waaronder de standplaatsen op de Sint Servaaskermis in Maastricht worden toegewezen.
Hiermee vervallen de Verhuurvoorwaarden Servaaskermis Maastricht vastgesteld op 1 november 2014.
I. ALGEMENE BEPALINGEN BETREFFENDE DE KERMISSEN Artikel 1 Begripsomschrijving
Kermis:
het evenement Sint Servaaskermis dat door de gemeente Maastricht wordt georganiseerd, waarbij door middel van een samenstel van attracties de bezoekers van dat evenement geamuseerd worden. Attractie: bewegende of stilstaande attractie of zaak bestemd tot vermaak, genot of vertier op kermissen waaronder in ieder geval wordt verstaan klein vermaak, kinderzaak, groot vermaak (inclusief kijkwerk), publieks- trekkers, behendigheidsspel, oefeningsspel, gokzaak. Voor deze attractie wordt een rit- entree- of speelprijs betaald. Onder attractie wordt tevens verstaan een verkoopzaak of consumptie zaak.
Standplaats: de voor de duur van de kermis door burgemeester en wethouders aan een exploitant verhuurde ruimte voor het exploiteren van een attractie.
Exploitant:
het bedrijf dat een attractie exploiteert. Huursom:
het bedrag dat de exploitant aan de gemeente moet betalen voor het huren van een standplaats op de Sint Servaaskermis.
Partijen:
de gemeente Maastricht en de exploitant; Promotiebijdrage:
de bijdrage voor reclamekosten die de gemeente Maastricht maakt ten behoeve van de Sint Servaas- kermis.
Servicekosten:
kosten per woonunit voor het gebruik van het salonwagenterrein inclusief het verbruik van elektriciteit en water op dit terrein.
NKB:
de Nederlandse Kermisbond. BOVAK:
de Nationale Bond van Kermisbedrijfhouders.
Artikel 2 Locatie, data en openingstijden Sint Servaaskermis
1. De Sint Servaaskermis wordt gehouden op het Vrijthof vanaf de vrijdag, voorafgaande aan 13 mei tot en met de zondag daarop volgend. Als 13 mei op een vrijdag valt, begint de kermis op die vrijdag.
De openingstijden van de Sint Servaaskermis zijn op de eerste vrijdag van 16.00 tot 01.00 uur, op werkdagen van 13.00 tot 24.00 uur, op de zaterdagen van 13.00 uur tot 01.00 uur en op de zondagen van 13.00 tot 24.00 uur.
2. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd andere data als kermisdagen aan te wijzen.
3. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een andere locatie als kermislocatie aan te wijzen.
4. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de duur van de kermis, indien de omstandigheden daartoe aanleiding geven, te verlengen, te verkorten of de kermis geheel te laten vervallen.
Artikel 3 Rit-, entree- en speelprijzen
1. Burgemeester en wethouders stellen, indien van toepassing, de maximale rit-, entree- en speel- prijzen vast.
2. Tijdens de familiedag, vallende op de woensdag van de Sint Servaaskermis dient de exploitant van de attractie, een korting van € 1,00 te gegeven op de rit-, entree- en speelprijs als bedoeld in het eerste lid. Deze verplichting geldt niet voor de verkoopzaken/consumptiezaken en gokzaken
3. De rit- en entreeprijzen worden vermeld op de door de gemeente beschikbaar gestelde kaarten. Deze kaarten dienen de gehele kermis goed zichtbaar voor het publiek op de kassa aanwezig te zijn. Deze kaarten mogen niet door anderen dan de gemeente gewijzigd of verwijderd worden.
4. Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen van het gestelde in het eerste lid afwijken.
II. BEPALINGEN BETREFFENDE DE WIJZE VAN VERHUUR
Artikel 4 Advertentie
4.1 Inzake het gunnen van standplaatsen voor de Sint Servaaskermis wordt door burgemeester en wethouders een selectieprocedure uitgeschreven, die wordt aangekondigd door middel van het plaatsen van een advertentie in de periodieke uitgaven van de kermisvakbonden NKB en BOVAK.
4.2 In het ten behoeve van de in artikel 4.1 genoemde selectieprocedure opgestelde selectiedocument worden alle voorschriften en criteria vermeld die van toepassing zijn op het gunnen van stand- plaatsen.
III. FINANCIËLE BEPALINGEN
Artikel 5 Betaling
1. Betaling van de bij de gunning van de standplaats verschuldigde bedragen - de geboden huursom, promotiebijdrage, stroomverbruik, waterverbruik en eventuele servicekosten - geschiedt door middel van een aan de exploitant verstuurde factuur. De verschuldigde bedragen dienen uiterlijk de vrijdag vóór het laatste kermisweekend voldaan te zijn.
2. Indien de verschuldigde bedragen niet tijdig zijn voldaan, is de exploitant in gebreke door het enkele verloop van deze termijn zonder dat daarvoor een ingebrekestelling nodig is en kan hij het recht op de hem toegewezen plaats verliezen.
3. De in het vorige lid bedoelde nalatige exploitant die het recht op de hem toegewezen standplaats is verloren blijft verplicht tot betaling van de huursom.
4. Burgemeester en wethouders behouden zich het recht voor de opengevallen plaats aan een ander toe te wijzen.
Artikel 6 Restitutie huursom
Wanneer als gevolg van overmacht de kermis niet doorgaat of wordt gestaakt dan wel als gevolg van overmacht aan de zijde van de exploitant de gegunde standplaats niet ingenomen kan worden, wordt de reeds (gedeeltelijk) betaalde huursom gerestitueerd, eventueel naar rato van het aantal dagen waarop de standplaats niet kan worden gebruikt onder inhouding van de door de gemeente gemaakte kosten.
IV. VERPLICHTINGEN VAN DE GEMEENTE
Artikel 7 Voorzieningen op de terreinen
1. Op het kermisterrein alsmede op het salonwagenterrein waar woonunits kunnen worden geplaatst, zal van gemeentewege worden gezorgd voor voldoende afvalcontainers, watertappunten, stroomaansluitingen, en (optioneel) rioolafvoeren.
2. De attractie moet voorzien zijn van ten minste 50 meter aansluitkabel met de benodigde stekkers en contrastekkers.
3. De kosten voor het verbruik van elektriciteit en water van de attractie op het kermisterrein zijn voor rekening van de exploitant en worden voor aanvang van de kermis in rekening bij de exploitant gebracht. Voor het gebruik van de voorzieningen op het salonwagenterrein worden per woonunit servicekosten in rekening gebracht. Burgemeester en wethouders stellen deze vergoeding jaarlijks vast. De kosten voor verbruik van stroom en water op het salonwagenterrein zijn verdisconteerd in de servicekosten.
4. De terreinen worden vóór, tijdens en na afloop van de kermis door de gemeente gereinigd.
Artikel 8 Promotie van de Servaaskermis
De gemeente draagt zorg voor promotie van de Sint Servaaskermis. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de exploitant te verplichten per attractie een minimaal bedrag als promotiebijdrage te leveren dat jaarlijks door burgemeester en wethouders wordt vastgesteld.
V. VERPLICHTINGEN VAN DE EXPLOITANT
Artikel 9 Innemen standplaats
1. a. De exploitant moet de standplaats innemen die door de gemeente is aangewezen.
b. Het is niet toegestaan een standplaats in te nemen die niet door de gemeente is aangewezen.
c. De standplaats mag niet worden ingenomen dan nadat de exploitant heeft aangetoond, dat de openstaande vorderingen volledig zijn voldaan.
d. De standplaats mag niet eerder worden ingenomen dan nadat door de exploitant is aange- toond, dat de attractie, waarvoor is ingeschreven, door de exploitant zelf of door een bij deze in dienst zijnde bedrijfsleider wordt geëxploiteerd.
e. De exploitant mag de aan hem verhuurde standplaats alleen gebruiken voor de plaatsing en de exploitatie van de attractie als waarvoor is ingeschreven. De exploitatie van de attractie moet geheel in overeenstemming zijn met de daarvan in het desbetreffende door de exploi- tant ingezonden inschrijfformulier gegeven benaming en/of omschrijving.
f. De standplaats mag niet worden gebruikt voor een ander doel dan waartoe zij is uitgegeven.
2. Gedurende de tijden dat de kermis voor het publiek is opengesteld, dient de exploitant zijn attractie voor het publiek open te houden en geheel verlicht te exploiteren, behoudens toestemming van burgemeester en wethouders voor niet-openstelling van de attractie.
3. De exploitant van een attractie is verplicht de directe omgeving van zijn attractie schoon te houden. Afval dient in de op het kermisterrein geplaatste afvalcontainers te worden gedeponeerd.
Artikel 10 Geen overdracht gunning
Afstand of overdracht van de huur of gunning aan een derde dan wel ruiling of verwisseling van een standplaats met een andere exploitant mag alleen geschieden met vooraf verleende toestemming van burgemeester en wethouders.
Artikel 11 Opbouwen en afbreken
1. Met het opbouwen van de attracties mag niet eerder worden begonnen dan de maandag vóór de aanvangsdatum van de Sint Servaaskermis behoudens toestemming van burgemeester en wethouders. Voorts mag pas worden opgebouwd nadat burgemeester en wethouders daarvoor toestemming hebben gegeven.
2. Het kermisterrein mag ten behoeve van het opbouwen van de kermis pas worden opgereden nadat burgemeester en wethouders daarvoor toestemming hebben gegeven.
3. Het is niet toegestaan na 22.00 uur bouwwerkzaamheden te verrichten of het kermisterrein op te rijden, behoudens toestemming van burgemeester en wethouders.
4. Na de aanvang van de kermis mag niet meer worden gebouwd, behoudens toestemming van burgemeester en wethouders.
5. Behalve voor de opbouw- en afbraakactiviteiten mogen gedurende de kermis op het kermisterrein geen motorvoertuigen, woonunit(s), opleggers, vracht-, pak-, materiaal-, aanhangwagens of an- dere wagens staan. In uitzonderlijke gevallen kan hiervan, na verkregen toestemming van burge- meester en wethouders, worden afgeweken. Kort na afloop van de kermis mag met een auto de geldkas opgehaald worden bij de attractie, om overlast te voorkomen mag de auto alleen voor dit doel zo kort mogelijk op het kermisterrein staan (collect & ride).
6. Gedurende de tijden dat de kermis voor het publiek is opengesteld mag er geen bevoorrading plaatsvinden.
7. Met het afbreken van de attracties mag niet worden begonnen vóór 24.00 uur van de laatste dag van de kermis, behoudens toestemming van burgemeester en wethouders.
8. De standplaats moet, vrij van alle opstallen, in oorspronkelijke staat, 48 uur na het einde van de kermis aan de gemeente worden opgeleverd, behoudens toestemming van burgemeester en wethouders.
9. De tijdens de op- en afbouwperiode gegeven aanwijzingen door burgemeester en wethouders dienen steeds stipt te worden opgevolgd.
Artikel 12 Salonwagenterrein
1. Woonunits dienen te worden geplaatst op het daarvoor bestemde terrein. Dit dient te geschieden op aanwijzing van burgemeester en wethouders.
2. Afvoerslangen van de woonunits dienen op een deugdelijke manier te worden aangebracht in de daarvoor bestemde afvoerput en straatkolk.
3. Afval, afkomstig van het salonwagenterrein, dient te worden gedeponeerd in de afvalcontainer(s) die op het salonwagenterrein staan.
4. Alle aanwijzingen van of namens de gemeente, brandweer of de politie dienen direct te worden opgevolgd.
Artikel 13 Opstellingskeuring
1. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een opstellingskeuring te laten plaatsvinden voor één of meerdere attracties.
2. De exploitant en zijn personeel dienen aan deze opstellingskeuring hun volledige medewerking te verlenen. Aanwijzingen van medewerkers van de keuringsinstantie en van de gemeente dienen stipt en onmiddellijk te worden opgevolgd.
Artikel 14 Vervallen standplaats niet op tijd
1. Een standplaats kan aan burgemeester en wethouders vervallen indien deze 24 uur vóór aanvang van de kermis niet door de betreffende exploitant is ingenomen.
2. Toewijzing aan een ander laat de verplichting van degene, wiens recht vervallen is, tot betaling van de geboden huursom onverlet, met dien verstande dat burgemeester en wethouders een nieuw te ontvangen huursom kunnen verrekenen met de door de nalatige exploitant te betalen huursom.
Artikel 15 Vervallen standplaats indien te groot
1. Indien bij het opbouwen van een attractie blijkt, dat de afmetingen ervan groter zijn dan bij de inschrijving is opgegeven, kan degene, aan wie de standplaats is toegewezen het recht op de plaats verliezen en wordt de huursom die door hem reeds is betaald niet gerestitueerd.
2. De exploitant zal dan binnen 6 uur, na constatering van de afwijking, de standplaats ontruimd dienen te hebben, opdat burgemeester en wethouders deze standplaats zo mogelijk aan een ander kunnen gunnen.
3. Indien de standplaats nog aan een ander kan worden gegund, kan burgemeester en wethouders besluiten de door de exploitant betaalde huursom geheel of gedeeltelijk terugbetalen.
Artikel 16 Geluid
1. De geluidsboxen van een attractie:
a. worden op maximaal 2,5 meter vanaf maaiveldhoogte bevestigd aan de attractie of een constructie behorende tot de attractie;
b. dienen te allen tijde naar het middelpunt/centrum van de kermis gericht te zijn;
c. mogen geen line-array (lijnbron) vormen.
2. De exploitant, aan wie een standplaats is toegewezen, is verplicht ervoor zorg te dragen dat ge- luidhinder van alle aanwezige installaties en/of apparatuur, behorende tot de attractie, wordt voorkomen. Hiertoe wordt in ieder geval voor muziekgeluid voldaan voor zover de gevelbelasting bij geluidgevoelige objecten (o.a. woningen) het geluidniveau van LAeq 75 dB(A) overschrijdt. Ter plaatse van geluidgevoelige gevels mag het LCeq, niet meer bedragen dan 10 dB boven het gedurende 1 minuut gemeten LAeq.
3. Aanvullend aan voorschrift 2 mag het muziekgeluidniveau op de kermis maximaal LAmax 85 dB(A) gemeten op 1 meter afstand van de geluidsbron, dan wel vanaf de rand van de attractie gemeten, opdat daarmee geen voor de omgeving hinderlijk geluid wordt gemaakt, een en ander ter beoordeling van de burgemeester en wethouders. Burgemeester en wethouders behouden zich te allen tijde het recht voor om het maximaal toegestane geluidsniveau te wijzigen indien dit ter voorkomen van hinder noodzakelijk is. Het LCeq , gemeten gedurende 1 minuut en op 1 meter van de geluidsbron dan wel vanaf de rand van de attractie, mag niet meer dan 10 dB boven het maximaal toegestane LAeq.
4. De maximale hoogte van de geluidsbron is 2,5 meter ook bij attracties van 10 meter of hoger, opdat daarmee geen voor de omgeving hinderlijk geluid wordt gemaakt.
5. Het ten gehore brengen van centrale muziek tijdens de kermis is verplicht. Dit impliceert voor de exploitanten dat door middel van eigen apparatuur geen ander muziek dan de centrale muziek ten gehore mag worden gebracht.
6. Het is verboden buiten de openingsuren als bedoeld in artikel 2 geluid producerende installaties (inclusief omroepinstallaties en dergelijke) in gebruik te hebben.
7. Mechanische livemuziek en muziekgeluid in het geluidspectrum ‘ultra bas’ of ‘house’ is verboden.
8. Burgemeester en wethouders kunnen het gebruik van geluidsbegrenzers voor attracties of de centrale aansturing verplicht stellen. Aanwijzingen van het personeel van de instantie of het bedrijf dat die apparatuur namens de burgemeester en wethouders aanbrengt, of gemeentelijke toezicht- houders dienen stipt en onmiddellijk te worden opgevolgd.
Artikel 17 Verboden prijzen Te behalen prijzen mogen niet bestaan uit geld, alcoholhoudende drank, messen, steek-, vuur-, imitatie- en/of andere wapens dan wel voorwerpen die geschikt zijn voor bedreiging, dan wel andere voorwerpen die strijd opleveren met de wet, de goede zeden en/of de openbare orde. Te behalen prijzen die de ge- zondheid kunnen schaden dan wel voorwerpen die naar de maatschappelijke normen niet geschikt zijn voor personen jonger dan 18 jaar zijn niet toegestaan. In het geval van twijfel beslissen burgemeester en wethouders.
Artikel 18 Geen eigen stroomvoorzieningen
Diesel-, benzine- of andere motoren, welke dienen tot opwekking van energie voor verlichting en/of het in werking brengen of houden van de attractie, worden niet toegelaten, tenzij voor het begin van de kermis toestemming aan burgemeester en wethouders is gevraagd en verkregen.
Artikel 19 Bescherming wegvoorziening
In de bestrating mogen geen pennen, wiggen of andere soortgelijke voorwerpen worden geslagen, gedreven of op welke andere wijze ook ingebracht, noch mogen gaten of kuilen worden gemaakt.
Artikel 20 Bescherming wegvoorziening tegen verontreiniging
Onder alle stroom- en elektrische machines, alsmede onder alle toestellen, werktuigen en/of machine- rieën, waarvan olie, benzine of dergelijke kan afdruipen, moet een voorziening worden getroffen ter voorkoming van verontreiniging van de bodem en/of beschadiging van de bestrating. De exploitant verplicht zich tevens ervoor zorg te dragen dat de standplaats en de directe omgeving worden schoongehouden.
Artikel 21 Veiligheid attractie
1. De exploitant verplicht zich ervoor zorg te dragen, dat de attractie in zodanige staat is, alsmede dat zodanige maatregelen zijn getroffen, dat de veiligheid van het publiek dat zich in of nabij de attractie bevindt, redelijkerwijs is gewaarborgd. Voor attracties die niet deugdelijk zijn, of waarvan de deugdelijkheid niet kan worden aangetoond middels een keuringsbewijs van een erkend insti- tuut, houden burgemeester en wethouders zich het recht voor deze geen standplaats te gunnen.
2. Het is de exploitant niet toegestaan om een attractie te laten bedienen door een persoon die de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
Artikel 22 Brandveiligheid
1. In of nabij elke attractie dient afhankelijk van de omvang van de attractie, één of meerdere brandblusapparaten met een voldoende inhoud van tenminste 6 kg ABC-bluspoeder aanwezig te zijn. De blusapparaten dienen in een goede staat van onderhoud te verkeren, steeds bereikbaar en voor onmiddellijk gebruik gereed te zijn.
2. In attracties, waarin gebakken of gebraden wordt, dienen voldoende en goed passende metalen deksels aanwezig te zijn om elke pan of bak waarin olie en/of vet wordt verwarmd bij brand te kunnen sluiten.
3. Kook -, bak- en/of braadattracties op elektrische energie dienen te voldoen aan de volgende voorschriften:
a. het gebruik van frituurvet en spijsolie is alleen toegestaan in thermisch beveiligde kooktoe- stellen;
b. de kooktoestellen dienen vast op de vloer dan wel de tafel opgesteld te staan en dienen tegen omvallen en omstoten beschermd te zijn;
c. de kooktoestellen dienen tenminste 1,50 meter van tentdoek of andere brandbare materialen opgesteld te staan;
d. indien de kooktoestellen binnen 1,50 meter van tentdoek of andere brandbare materialen opgesteld staan, dient er een brandwerende bescherming te worden aangebracht.
3. In of nabij een kook-, bak- en/of braadattracties of een woonunit mogen niet meer gasflessen aanwezig zijn als voor het dagelijks gebruik noodzakelijk is. De gasflessen dienen zodanig te zijn opgeslagen, dat de gasflessen niet voor het publiek bereikbaar zijn en bij brand gemakkelijk ver- wijderd kunnen worden. Propaan- of butaanflessen dienen tegen opwarming door zonnestraling te zijn beschermd. Lege gasflessen dienen beschouwd te worden als volle en dienen derhalve direct afgevoerd te worden.
4. De exploitant is verplicht alle door de brandweer, ter voorkoming van brandgevaar, gegeven aanwijzingen of bevelen stipt en onmiddellijk op te volgen.
5. De exploitant dient in geval van kook-, bak- en/of bakinrichtingen een schriftelijke goedkeuring/be- wijs van deugdelijkheid bij het inschrijfformulier te overleggen. Voor een gasinstallatie geldt dat de wagen gekeurd moet zijn door de brandweer of een door de brandweer bevoegde instantie. Voor elektrische installaties geldt dat dit gebeurd moet zijn door een erkend installateur.
Artikel 23 Ballonnen
Voor het vullen van ballonnen mag slechts gebruik worden gemaakt van helium of een ander onbrand- baar en/of ongevaarlijk gas. De met helium gevulde cilinders dienen tegen opwarming door zonnestraling te worden beschermd.
Artikel 24 Noodverlichting
In attracties die verstoken zijn van daglicht dient een nood- en transparantverlichtingsinstallatie aanwezig te zijn, die een zodanige capaciteit heeft, dat de noodverlichting gedurende een half uur op volle sterkte kan branden.
Artikel 25 Voorstelling/tentoonstelling in attractie In attracties waar voorstellingen of tentoonstellingen worden gegeven, is het maximum aantal personen dat tegelijkertijd mag worden binnengelaten gelijk aan het beschikbare vloeroppervlakte van de attractie in vierkante meters. Het maximum aantal personen wordt eveneens bepaald door de aanwezige totale uitgangsbreedte.
Artikel 26 Controle naleving verhuurvoorwaarden
Voor aanvang van de Sint Servaaskermis kunnen ambtenaren van politie, brandweer en de gemeente een rondgang over het kermisterrein maken ter controle van de naleving van de verhuurvoorwaarden, gunning en inschrijving. De exploitant dan wel zijn bedrijfsleider is verplicht tijdens voornoemde rondgang bij zijn attractie aanwezig te zijn. De exploitant is voorts verplicht te allen tijde voornoemde personen in zijn attractie toe te laten. De exploitant verstrekt desgewenst, zonder voorbehoud, alle in- lichtingen met betrekking tot de werking en constructie van de attractie en is verplicht de voorschriften op te volgen die door deze personen in het belang van de openbare orde, veiligheid, gezondheid en/of goede zeden worden gegeven.
Artikel 27 Opvolgen voorschriften
De exploitant is verplicht te allen tijde in de attractie toe te laten ambtenaren van de politie, brandweer en de gemeente en de voorschriften op te volgen die deze personen in het belang van de openbare orde, veiligheid, gezondheid en/of goede zeden worden gegeven. Tot deze voorschriften kan behoren de eis tot (tijdelijke) sluiting van de attractie, in het geval zich een ongeval in of met de inrichting heeft voorgedaan, het gevaar van ongeval dreigt of in verband met (extreme) weersomstandigheden.
Artikel 28 Beschadiging groenvoorzieningen, lichtmasten, bestrating e.d.
1. De exploitant dient er voor zorg te dragen, dat noch hijzelf, noch andere personen die in zijn op- dracht of onder zijn verantwoordelijkheid werkzaam zijn takken, bomen, struiken en of andere groenvoorzieningen te beschadigen. Het is niet toegestaan om, zonder toestemming van burge- meester en wethouders, groenvoorzieningen te verwijderen of aan te tasten.
2. De exploitant dient er voor zorg te dragen, dat noch hijzelf, noch andere personen die in zijn op- dracht of onder zijn verantwoordelijkheid werkzaam zijn beschadigingen toebrengen aan lichtmas- ten, straatmeubilair, bestrating en eigendommen van derden.
VI. AANSPRAKELIJKHEID
Artikel 29 Verzekeringsplicht en schade
1. De exploitant is verplicht het risico van aansprakelijkheid, waaronder begrepen zowel wettelijke als contractuele aansprakelijkheid, voor schade aan personen en goederen (daaronder ook begre- pen het gehuurde), alsmede de daaruit voortvloeiende schade, direct of indirect verband houdende met de exploitatie van de attractie, te verzekeren voor een bedrag van minimaal € 2.500.000,- per gebeurtenis. De exploitant is op gelijke wijze als voor eigen handelen aansprakelijk voor schade die ontstaat door het handelen van zijn personeel en van door hem bij de exploitatie ingeschakelde derden.
2. De exploitant vrijwaart de gemeente voor alle in het eerste lid bedoelde aanspraken wegens ge- leden schade.
3. De exploitant is aansprakelijk voor alle schade toegebracht aan de bestrating, aan andere gemeen- telijke eigendommen en aan eigendommen van derden, die aan hem te wijten is en welke is ontstaan door het plaatsen van en het rijden met kermisvoertuigen, het oprichten, onderhouden, wijzigen en afbreken van kermisattracties, alsmede door het plaatsen, verplaatsen of verwijderen van machines en werktuigen, of door welke andere oorzaak ook.
VII. NIET-NAKOMING
Artikel 30 Niet nakoming verhuurvoorwaarden
1. Indien één van beide partijen de verplichting op grond van deze verhuurvoorwaarden niet, niet tijdig of niet deugdelijk nakomt, is deze partij, na schriftelijk in gebreke te zijn gesteld waarbij een redelijke termijn is gesteld om alsnog na te komen, tenzij zulks op grond van deze voorwaarden, het contract of de wet niet nodig is, en in geval van termijnstelling, nakoming binnen die termijn uitblijft, aansprakelijk voor alle schade die hieruit voor de andere partij en/of derden voortvloeit en is de andere partij gerechtigd tot ontbinding van de xxxxxxxxxxxxxxxxxxxx over te gaan.
2. De verplichting tot betaling van een schadevergoeding op grond van het vorige lid laat onverlet de verplichting tot betaling van de huursom door de exploitant dan wel het verval van de huursom aan de gemeente.
3. Onverminderd het bepaalde in lid 1 en 2 zijn burgemeester en wethouders bevoegd om -afhankelijk van de ernst van de overtreding c.q. niet nakoming van de uit de voorwaarden voortvloeiende verplichtingen - één of meerdere van de volgende maatregelen op te leggen:
a. het opleggen van een boete aan de exploitant tot een maximum van € 2.500,- per overtreding of per dag of gedeelte daarvan dat de overtreding duurt;
b. het met onmiddellijke ingang sluiten van de attractie van de exploitant, zo nodig onder het gelijktijdig staken van de levering van elektriciteit;
c. het op kosten van de exploitant verwijderen van de attractie van de exploitant c.q het ont- ruimen van het kermisterrein;
d. het voor de toekomst uitsluiten van de exploitant tot het verkrijgen van een standplaats op de kermis.
VIII. GESCHILLENREGELING Artikel 31 Geschillen
Alle geschillen, die naar aanleiding van de verhuur van de standplaatsen mochten ontstaan, van welke aard en omvang ook, daar onder mede begrepen die, welke slechts door één der partijen als zodanig worden beschouwd, zullen worden voorgelegd aan de daartoe bevoegde rechter van de rechtbank Limburg.
IX. SLOTBEPALINGEN
Artikel 32 Nadere regels
Burgemeester en wethouders zijn ter uitvoering van voornoemde bepalingen bevoegd tot het stellen van nadere regels
Artikel 33 Aanhalingstitel De verhuurvoorwaarden voor standplaatsen op de kermissen in de gemeente Maastricht kunnen worden aangehaald als "Verhuurvoorwaarden Sint Servaaskermis Maastricht 2023".
Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van Maastricht d.d. .19 september 2023. De burgemeester,
W.A.G. Hillenaar
De secretaris,
G. J.C. Kusters