ALGEMENE VOORWAARDEN
ALGEMENE VOORWAARDEN
VOOR DE AANNEMING VAN WERKEN OPGEDRAGEN DOOR ROCHDALE
14 JULI 2021
INHOUDSOPGAVE
Artikel 1 Van toepassing zijnde voorschriften en voorwaarden 1
Artikel 2 Aanduidingen, begripsbepalingen 3
Artikel 3 Verplichtingen van de aannemer 3
Artikel 4 Veiligheid en gezondheid 9
Artikel 5 Gevolmachtigde van de aannemer 12
Artikel 6 Verplichtingen van de opdrachtgever 12
Artikel 8 Datum van aanvang 13
Artikel 9 Uitvoeringsduur, uitstel van oplevering 13
Artikel 10 Stop en bijwoonpunten 14
Artikel 12 Opneming en goedkeuring 15
Artikel 14 Onderhoudstermijn 18
Artikel 15 Aansprakelijkheid van de aannemer na de oplevering 18
Artikel 16 Schorsing van het Werk en beëindiging van het Werk in onvoltooide staat 19
Artikel 18 Verwerking van bouwstoffen 20
Artikel 19 Keuring van bouwstoffen 20
Artikel 20 Zorg voor de bouwstoffen 20
Artikel 21 Eigendom van bouwstoffen 21
Artikel 22 Afsluiting, reclame 21
Artikel 23 Loodsen en andere hulpmiddelen 21
Artikel 24 Algemeen tijdschema, werkplan 22
Artikel 26 Dagboek, lijsten, rapporten 25
Artikel 27 Verschillen in afmetingen/toestand van bestaande werken en terreinen 25
Artikel 28 Verband met andere werken 26
Artikel 29 Verrekening van meer en minderwerk 27
Artikel 30 Bestekswijzigingen 28
Artikel 35 Zekerheidstelling 30
Artikel 36 In gebreke blijven, onvermogen of overlijden van de opdrachtgever 30
Artikel 37 In gebreke blijven, onvermogen of overlijden van de aannemer 30
Artikel 38 Beslechting van geschillen 31
Artikel 39 CAR-verzekering door de opdrachtgever 31
Artikel 40 Schade aan belendingen, verzekering door de bouwkundig aannemer 32
Artikel 41 Verrekening van wijzigingen van kosten en prijzen 32
Artikel 42 Tekeningen en berekeningen 32
Artikel 44 Ketenaansprakelijkheid / verleggingsbesluit omzetbelasting 35
Artikel 45 Schade aan het Werk 38
Artikel 46 Overige bepalingen 38
Artikel 47 Kostenverhogende omstandigheden 38
Artikel 49 Vreemdelingen op het bouwterrein 39
Artikel 50 Bescherming van Persoonsgegevens bij Doorgifte 40
INLEIDING
Deze algemene voorwaarden zijn bestemd om te worden gebruikt bij aannemingsopdrachten van Woningstichting Rochdale (hierna: "Rochdale") en aan Rochdale gelieerde ondernemingen of samenwerkingsverbanden waarbij Rochdale direct of indirect betrokken is.
Artikel 1 Van toepassing zijnde voorschriften en voorwaarden
1.1 Van toepassing op de aanneming van het Werk zijn de standaardbepalingen, zoals deze zijn opgenomen in STABU Standaard, laatste uitgave, alsmede de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor zover daarvan in deze algemene voorwaarden niet is afgeweken.
1.2 Naast alle wettelijke bepalingen voortvloeiende uit het van toepassing zijn van het Nederlandse recht (voor zover daarvan in deze algemene voorwaarden niet is afgeweken), wordt de aannemer geacht kennis te hebben van en zich te houden aan alle op het Werk betrekking hebbende bepalingen, voorschriften, verordeningen, regelingen, aanwijzingen en dergelijke, op het Werk betrekking hebbende, zoals bepaald/voorgeschreven door de rijks-, provinciale, gemeentelijke en publiekrechtelijke overheden/instellingen, en door de Stichting Bouwkwaliteit (SBK) erkende certificatie-instellingen in de bouw zoals deze op de dag van aanbesteding luiden, alsmede de installatievoorschriften en aansluitingsvoorwaarden van de plaatselijke nutsbedrijven, telecom- en kabelbedrijven.
1.3 De aannemer is verplicht alle op het Werk betrekking hebbende bepalingen, voorschriften, verordeningen, regelingen en aanwijzingen van genoemde overheden en instellingen stipt na te komen zonder deswege een vordering of enig verhaal te kunnen doen gelden jegens de opdrachtgever, de directie of jegens derden voor wie de opdrachtgever of de directie enige verantwoordelijkheid draagt.
1.4 De aannemer is verplicht zich vooraf op de hoogte te stellen van alle op het Werk betrekking hebbende eisen en voorwaarden van alle hiervoor genoemde instanties.
1.5 De aannemer vrijwaart opdrachtgever en directie voor alle op het Werk betrekking hebbende (schadelijke) gevolgen van het niet, niet tijdig of niet volledig nakomen van genoemde bepalingen, voorschriften, aanwijzingen en dergelijke. Beroep op onbekendheid met de voorschriften en eisen van de betrokken instanties is niet mogelijk.
1.6 Op het Werk zijn van toepassing de voor het Werk relevante technische normvoorschriften.
1.7 De aannemer is verplicht de uit zijn voorbereiding tot uitvoering blijkende afwijkingen van voorschriften en bepalingen, als hiervoor genoemd, aan de directie te melden, uitgezonderd interpretaties van instanties die niet algemeen kenbaar zijn.
1.8 Indien van toepassing zijnde voorwaarden, voorschriften en bepalingen onderling dan wel ten opzichte van het bestek tegenstrijdig zijn, geldt voor de toepassing de volgende rangorde (tenzij de aard van de tegenstrijdigheid tot een andere rangorde noopt):
a. de dwingendrechtelijke voorwaarden, voorschriften en bepalingen van overheidswege;
b. de omgevingsvergunning;
c. de (aannemings)overeenkomst;
d. Garanties, voorschriften en het model opleveringsregeling (alleen koopwoningen/koopappartementen) conform de regeling van een daartoe ingestelde waarborgende instelling;
e. Technische omschrijving of verkoopbrochure + contracttekeningen koper (ingeval van koopwoningen/koopappartementen);
f. de nota('s) van inlichtingen, aanvullingen en/of wijzigingen; bij meerdere nota's op aflopend volgnummer;
g. het proces-verbaal van aanwijzing;
h. de "STABU Standaardbepalingen";
i. het bestek en de bij het bestek behorende tekeningen;
j. deze algemene voorwaarden;
k. de notulen van de bouwvergaderingen, op aflopend volgnummer (met dien verstande dat notulen in rangorde boven de Overeenkomst staan, indien en voor zover de genotuleerde afspraken in de bouwvergadering zijn gemaakt door vertegenwoordigers van partijen die op dat moment bevoegd waren de Overeenkomst aan te passen);
l. de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), laatste uitgave;
m. de toepasselijke normbladen en -voorschriften van het Nederlands- Normalisatieinstituut;
n. de overige toepasselijke voorwaarden, voorschriften en bepalingen.
1.9 Voor stukken van dezelfde orde is het stuk met de meest recente datum bepalend.
1.10 Bij een verschil tussen de beschrijving van het Werk en de tekeningen beslist de directie. Dit laat evenwel onverlet dat eventueel meer- en minderwerk verrekend kan worden.
1.11 Bij tekortkoming in de beschrijving van het Werk en/of de tekeningen van enig onderdeel waarvan de noodzaak van uitvoering van het onderdeel is af te leiden, wordt de beschrijving van het Werk geacht de tekeningen aan te vullen en omgekeerd.
1.12 De rangorde van tekeningen wordt bepaald door de schaal (dus 1:50 gaat voor 1:100).
1.13 Voor wat betreft het technische installatiewerk kunnen hoeveelheden en aantallen van onderdelen slechts bij benadering worden ontleend aan het bestek, de bestektekeningen, dan wel eventuele materiaalstaten. De bestektekeningen zijn voor de uitvoering van het technische installatiewerk niet bindend, in zoverre dat het verloop van leidingen, kabels, enz. vanwege specifieke situaties eerst tijdens de uitvoering het Werk wordt bepaald. Meer- of minder leidingen, kabels, enz. als gevolg hiervan komen niet voor verrekening in aanmerking.
1.14 Met betrekking tot het technische installatiewerk dienen de tekeningen als principeschema’s en/of plattegrondtekeningen te worden beschouwd, waarin de gewenste uitvoering slechts bij benadering is aangegeven.
Artikel 2 Aanduidingen, begripsbepalingen
2.1 Aannemer: Opdrachtnemer van deze opdracht, ook in specifieke gevallen aangeduid
als “bouwkundig aannemer” en “installateur”.
2.2 Bouwkundig aannemer: de aannemer van het bouwkundige gedeelte van een werk wordt indien dat voor het begrip van een bepaling wenselijk is “bouwkundig aannemer” genoemd.
2.3 BW: Burgerlijk Wetboek.
2.4 Installateur: de aannemer van het technische installatiewerk wordt indien dat voor het
begrip van een bepaling wenselijk is “installateur” genoemd.
2.5 Werk: het uit te voeren werk, technische installatiewerk of de te verrichten levering;
2.6 Werkterrein: Onder werkterrein wordt verstaan het terrein of het water dat door de opdrachtgever aan de aannemer voor de uitvoering van het Werk ter beschikking wordt gesteld, het terrein of het water waarop en waarin het Werk wordt uitgevoerd daarin begrepen. Onder werkterrein wordt tevens verstaan de als zodanig aangeduide aanwezige opstallen of delen daarvan waarin, waarop of waaraan het Werk moet worden uitgevoerd.
2.7 Derden: Onder derden dienen te worden beschouwd bij het Werk betrokken natuurlijke- of rechtspersonen welke niet in contractuele relatie staan met de aannemer.
Artikel 3 Verplichtingen van de aannemer
3.1 De aannemer zorgt en is verantwoordelijk voor het tijdig indienen van de aanvragen, betreffende de voor de uitvoering van het Werk benodigde definitieve vergunningen en/of ontheffingen (met uitzondering van de omgevingsvergunning voor bouwen), voor
aansluitingen, zoals onder andere die voor stadsverwarming, stadskoeling, WKO- installaties, gas, water, elektriciteit en rioleringen, telefoon, televisie, radio en overige databekabelingen, alles voor zover dit op het Werk van toepassing is. De kosten van deze aansluitingen zijn voor rekening van de opdrachtgever. De tenaamstelling van de definitieve aansluitingen geschiedt uiterlijk op de dag van oplevering op naam van de eigenaar of gebruiker. De kosten van verbruik van energie en water, waaronder begrepen die voor stadsverwarming en stadskoeling, van lozingen op rioleringen, indien dat van toepassing is, komen tot de oplevering voor rekening van de aannemer.
3.2 De aannemer moet de directie terstond op de hoogte stellen van alle ongevallen op het Werkterrein, met verstrekking van alle ter zake doende inlichtingen.
3.3 De aannemer dient bij de bouwvergaderingen aanwezig te zijn.
3.4 Voordat met de uitvoering van het Werk wordt begonnen verstrekt de bouwkundig aannemer aan de directie in drievoud een door een beëdigd makelaar, taxateur of expertisebureau opgesteld rapport van de staat waarin de belendingen verkeren.
3.5 Het opstellen van het rapport als genoemd in artikel 3.4 dient te geschieden in nauw overleg met de verzekeraar waar de CAR-polis wordt afgesloten. In het rapport dienen eventuele gebreken in belendingen vastgelegd te worden door middel van foto’s en omschrijvingen. Deze vastlegging dient zoveel mogelijk in het bijzijn van de bewoners van de belendingen te geschieden. Deze bewoners dienen daartoe door de bouwkundig aannemer uitgenodigd te worden.
3.6 Indien de bouwkundig aannemer de toegang wordt geweigerd om de toestand van de belendingen vast te stellen en de bewoners huurders zijn, zal aannemer de eigenaar van de belendingen daarvan schriftelijk op de hoogte stellen en hem verzoeken de huurders alsnog te bewegen tot medewerking.
3.7 Het rapport wordt door de bouwkundig aannemer, en zo mogelijk ook door de eigenaren van de belendingen of door vertegenwoordigers van de eigenaren, ondertekend en gedateerd.
3.8 De aannemer dient werkzaamheden, op het Werkterrein te verrichten, buiten de reguliere werktijden, tijdig ter kennis van de directie te brengen.
3.9 In aanvulling op paragraaf 6 van de UAV geldt het volgende:
a. Indien niet uitdrukkelijk anders is vermeld, behoort bij elke in het bestek genoemde levering ook het compleet aanbrengen, stellen en afwerken met alles wat daarbij in de ruimste zin behoort, omgekeerd behoort indien niet uitdrukkelijk anders vermeld, bij elk in dit bestek genoemd aanbrengen, plaatsen, stellen, verwerken, leggen, maken, enzovoorts, ook het compleet leveren van hetgeen moet worden aangebracht, enzovoorts, een en ander zonder nadere verrekening. Ook al zijn bepaalde onderdelen of materialen elders beschreven dan in de
geëigende paragraaf, of komen wel op tekening, doch niet in het bestek voor, dan ontheft dit de aannemer geenszins van de verplichting tot het maken, aanbrengen enzovoorts, van die onderdelen, een en ander zonder enige verrekening.
b. Indien in de beschrijving van het Werk is voorgeschreven, dat voor bepaalde onderdelen van het Werk de constructieberekeningen en -tekeningen, werktekeningen, buigstaten, materiaalstaten en dergelijke, ook van bouwkundige onderdelen door of namens de aannemer worden gemaakt, dan draagt hij hiervoor verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid en vrijwaart de opdrachtgever en directie tegen eventuele nadelige gevolgen. Goedkeuringen door of namens de directie van de hiervoor genoemde gegevens ontheffen de aannemer niet van zijn verantwoordelijkheid en vrijwaringplicht. De bedoelde gegevens moeten vóór de uitvoering ter goedkeuring bij de directie worden ingediend, waarna de directie, voor zover noodzakelijk, zal zorg dragen voor indiening bij de dienst van Bouw- en Woningtoezicht.
c. De aannemer is verantwoordelijk voor de coördinatie en de goede uitvoering van de plaats en afmetingen van de sparingen en voorzieningen in het Werk.
d. De ten behoeve van de uitvoering van het Werk en de verblijven te maken tijdelijke aansluitingen van onder andere riolering, water, gas en elektra, alsmede fax, email en telefoon, moeten tijdig door de aannemer worden aangevraagd; de kosten van aanleg, aansluiting, huur en gebruik zijn voor zijn rekening.
e. Onder het Werk en de uitvoering door de bouwkundig aannemer wordt tevens verstaan, tenzij dit in de aannemingsovereenkomst of het bestek specifiek is uitgesloten:
i. De coördinatie van de technische installatiewerkzaamheden, zowel van de uitvoeringsvoorbereiding, het tekenwerk en de volledige uitvoering.
ii. Het overleg met de gemeente en nutsbedrijven en andere derden inzake de coördinatie van de door hen te verrichten werkzaamheden in het gebouw en op of naast het terrein.
iii. Het maken van alle sparingen en boren van alle gaten, alsmede het aanbrengen van toegeleverde onderdelen van installateurs en derden in het Werk, alsmede het aanwerken daarvan.
f. Vanaf de aanvang van het Werk tot en met de dag van afloop van de onderhoudstermijn als bedoeld in artikel 14.1 van deze voorwaarden is de aannemer aansprakelijk voor alle schaden ten gevolge van de uitvoering van het Werk ontstaan aan gemeentelijke eigendommen of aan hoofd- en dienstleidingen, kabels en alle daarbij behorende apparatuur zoals afsluiters, regelkasten, en dergelijke van de nutsbedrijven, of van andere kabels of leidingen, tenzij de aannemer aantoont dat dit niet aan de aannemer of de door hem ingeschakelde derden kan worden verweten en niet geacht moet worden voor diens risico te komen. De aannemer treft maatregelen teneinde zulke schade te voorkomen.
g. Alle kosten van ontheffingen, vergunningen en dergelijke welke rechtstreeks verband houden met de uitvoering van het Werk zijn voor rekening van de aannemer.
h. Gedurende de uitvoering van het Werk mag (mogen) de met de uitvoering belaste leidinggevende perso(o)n(en) door de aannemer vervangen worden, tenzij de directie terzake gemotiveerde bezwaren heeft, en onverminderd het bepaalde in artikel 5.2.
i. Het in dit lid 3.9 bepaalde over goedkeuringen van de directie, geldt ook ten aanzien van onderaannemers en leveranciers van onderdelen.
j. De aannemer dient ervoor te zorgen dat de onderaannemers met de bepalingen en voorschriften van deze algemene voorwaarden, het bestek en het door de aannemer vervaardigde werkplan volledig bekend zijn.
k. De directie is gemachtigd haar eens gegeven toestemming tot inschakeling van een betreffende onderaannemer respectievelijk leverancier in te trekken in geval van niet voldoen aan de genoemde bepalingen en voorschriften. Alle consequenties hieruit voortvloeiend zijn voor rekening van de aannemer.
l. In geval van onderaanneming dient de aannemer zich vooraf te vergewissen dat de onderaannemers:
i. zijn ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel; ii. zijn ingeschreven bij de bedrijfsvereniging voor de bouwnijverheid; iii. en
voldoen aan hetgeen voor hen voortvloeit uit artikel 44.1 tot en met 44.14.
m. Waar voor het maken of leveren van onderdelen stelposten zijn beschreven, of wanneer de aannemer voor enig onderdeel geen geschikte onderaannemer of leverancier voordraagt, is de directie bevoegd, zulks uitsluitend ter harer beoordeling, de onderaannemers of leveranciers aan te wijzen. Deze dienen aan de directie een schriftelijke verklaring over te leggen dat zij volledig bekend zijn met de bepalingen en voorschriften van deze algemene voorwaarden, het bestek en het Werkplan en zich daaraan te zullen onderwerpen.
3.10 De aannemer mag van de plannen, tekeningen, verrekeningen etc. van het Werk geen publicaties doen verschijnen anders dan na voorafgaande schriftelijke toestemming van de opdrachtgever.
3.11 De aannemer zal zich er blijvend voor inspannen dat de hinder voor de opdrachtgever en voor derden (zoals huurders, omwonenden, omliggende winkels en kantoren, verkeer) als gevolg van de uitvoering van het Werk wordt geminimaliseerd. De aannemer garandeert echter dat de hinder nooit meer zal zijn dan de opdrachtgever of derden in redelijkheid als normale overlast zullen behoeven te dulden.
3.12 Paragraaf 5 lid 4 van de UAV is niet van toepassing. De aannemer is volledig verantwoordelijk en aansprakelijk jegens de opdrachtgever voor functionele ongeschiktheid van door opdrachtgever voorgeschreven bouwstoffen, respectievelijk van bouwstoffen die bij een voorgeschreven leverancier moeten worden betrokken. Dit is slechts anders indien de aannemer voorafgaand aan de start van de bouw op goede gronden heeft gewaarschuwd voor het betreffende voorschrijven en de opdrachtgever heeft volhard in het voorschrijven. In dat geval draagt de opdrachtgever de gevolgen van de functionele ongeschiktheid.
3.13 Paragraaf 6 lid 27 van de UAV is niet van toepassing. De aannemer is volledig verantwoordelijk en aansprakelijk jegens de opdrachtgever voor het tijdig en deugdelijk presteren van een voorgeschreven onderaannemer. Dit is slechts anders indien de aannemer voorafgaand aan de start van de bouw op goede gronden heeft gewaarschuwd voor het voorschrijven van een betreffende onderaannemer en de opdrachtgever heeft xxxxxxx in het voorschrijven. In dat geval draagt de opdrachtgever de gevolgen van het niet tijdig of niet deugdelijk presteren van de betreffende aannemer, mits het niet tijdig of niet deugdelijk presteren het gevolg is van de door de aannemer opgegeven grond voor de waarschuwing en de aannemer het redelijkerwijs nodige heeft gedaan om nakoming en/of schadevergoeding te verkrijgen. In dat geval zal de opdrachtgever de voor de aannemer ontstane meerdere kosten aan hem vergoeden, voor zover deze hem niet zijn vergoed door de onderaannemer of leverancier. Daartegenover zal de aannemer, op eerste verzoek van de opdrachtgever, aan deze zijn vordering op de voorgeschreven onderaannemer of leverancier cederen tot aan het door de opdrachtgever aan hem vergoede bedrag.
3.14 Indien het Werkterrein ook een zogenoemde “Leerling-bouwplaats” is, zal een deel van het Werk uitgevoerd worden door leerlingen in de bouw. In overleg met de Opdrachtgever zullen leerlingen voor de Leerling-bouwplaats geselecteerd worden.
3.15 Indien de bouwkundig aannemer ten behoeve van de uitvoering gedurende een bepaalde periode gebruik wil maken van de aangebrachte installatie(s) voordat deze zijn opgeleverd, dient hij daarvoor de toestemming van de directie te verkrijgen. Omtrent eventuele noodzakelijke bediening door de installateur zal aannemer zelf een regeling treffen met de betrokken installateur. Alle kosten verbonden aan dit gebruik, waaronder begrepen het na beëindiging van het gebruik wederom in nieuwstaat brengen van de door hem gebruikte installatie(s), zijn voor rekening aannemer.
3.16 In constructies als beton- en metselwerk op te nemen sparingen en ankerwerken geschieden door de bouwkundig aannemer volgens door de installateur tijdig te verstrekken gegevens.
3.17 Sparingen moeten worden aangegeven op werktekeningen; vooraf zal overleg gepleegd worden met de directie en de installateurs van het overige in het Werk aan te brengen technische installatiewerk. De installateur zal indien noodzakelijk deze tekeningen bijwerken volgens de laatste bouwkundige gegevens.
3.18 De installateur is verantwoordelijk voor door hem in te brengen onderdelen in het Werk en draagt zorg, dat door de bouwkundig aannemer aan te brengen, in te metselen of in te storten bouten, beugels, hulzen, klossen, ondersteuningen en dergelijke in de juiste stand en volgens de juiste maten worden aangebracht.
3.19 In aanvulling op paragraaf 6 van de UAV geldt het volgende:
a. De coördinatie van werkzaamheden met betrekking tot de installatie met de bouwkundige werkzaamheden, alswel met derden, zowel qua voorbereiding als qua uitvoering, zal geschieden door de bouwkundige aannemer.
b. De installateur draagt zorg, dat coördinatie met de overige aannemers zowel in voorbereiding als in uitvoering tijdig plaats vindt.
3.20 In aanvulling op paragraaf 6 lid 7 van de UAV geldt het volgende:
a. Achteraf in constructies van beton- en metselwerk aan te brengen verankeringsmiddelen, kleine gaten, sleuven of inkepingen voor het technische installatiewerk, geschieden door en voor rekening van de installateur, waarbij vooraf goedkeuring van de directie is vereist.
b. Kosten voor herstel van te late of foutieve opgave van sparingen en sleuven en van in te storten onderdelen komen geheel voor rekening van de installateur.
3.21 In aanvulling op paragraaf 6 lid 10 van de UAV geldt het volgende:
a. Alvorens met bestellingen van materialen, dan wel met de uitvoeringswerkzaamheden een aanvang te maken, dient de installateur de nodige goedkeuringen op het plan te hebben verkregen. De installateur is verantwoordelijk voor het wijzigen van reeds uitgevoerd werk, voortvloeiend uit eisen van nuts- en overheidsbedrijven.
b. De installateur moet, voor zover het in het bestek omschreven technische installatiewerk dit noodzakelijk maakt, in het bezit zijn van de vereiste erkenningen dan wel vergunningen en/of andere beschikkingen. Deze erkenning dient, indien gewenst, vóór de aanvang van de montage aan het betrokken gas-, energie- en/of waterleverende bedrijf en aan de directie te worden getoond.
3.22 De installateur is verantwoordelijk voor het goed functioneren van het totaal van het aan hem opgedragen technische installatiewerk en het behalen van de - in het bestek of de richtlijnen genoemde - uitgangspunten, capaciteiten en dergelijke. Alle hiervoor benodigde berekeningen, tekeningen, leveranties en uitvoeringen worden geacht hiertoe in de opdracht te zijn opgenomen.
3.23 Met betrekking tot transport van materiaal of materieel geldt het volgende:
a. Het verticale en horizontale transport van onderdelen en apparatuur dient door de installateur zelf te geschieden.
b. Voor zover beschikbaar en voor zover de capaciteit en het bereik van de op het Werk geplaatste bouwkranen en/of bouwliften dit toelaten, kan de installateur daarvan na overleg mede gebruik maken.
c. Het lossen en horizontaal en verticaal transport geschiedt geheel onder verantwoordelijkheid van de installateur. Het vastmaken en afnemen alsmede benodigde hulpmaterialen zoals hijsstroppen en dergelijke dienen door de installateur verzorgd te worden.
d. De voor zijn werkzaamheden benodigde hulpsteigers en/of ander hulpmaterialen dienen door de installateur zelf verzorgd te worden. Voor zover dit voor de bouwkundig aannemer geen extra kosten geeft, kan de installateur kosteloos mede gebruik maken van door de bouwkundig aannemer geplaatste hulpwerken, als bouwliften, ladders, steigers en dergelijke.
3.24 De definitieve aansluitingen dienen uiterlijk één maand voor de contractuele opleveringsdatum van het totale project gerealiseerd te zijn, opdat het mogelijk wordt voorafgaand aan de opleveringsdatum het technische installatiewerk met de definitieve aansluitingen te testen en te beproeven (dit laatste in de zin van meten of het technische installatiewerk voldoet aan de specificaties).
3.25 De aannemer dient, voor zoveel door de gemeente vereist, de eerste versie van het bouwveiligheidsplan, het zogenoemde BLVC-plan (Bereikbaarheid, Leefbaarheid, Veiligheid en Communicatie) op te stellen en in tweevoud in te dienen bij de gemeente.
I De aannemer dient zorg te dragen voor tijdige instemming van het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente. De aannemer dient hiervoor het nodige overleg te voeren met de afdeling Bouwtoezicht.
II Nadat de gemeente het uitgewerkte bouwveiligheidsplan heeft goedgekeurd, dient de aannemer van de door hem vervaardigde stukken twee kopieën te overhandigen aan de directie.
Artikel 4 Veiligheid en gezondheid
4.1 De aannemer draagt zorg voor een afdoende veiligheidsbeleid op en rond het Werk.
4.2 De aannemer is in het bijzonder gehouden aan de regels in verband met de totstandbrenging van een bouwwerk, vervat in het Arbeidsomstandighedenbesluit (zie Stbl.
2006, 674, hierna te noemen: “ARBO-Besluit”). Overeenkomstig hoofdstuk 2, afdeling 5, (“Bouwproces”; de artikelen 2.23 e.v.) van het ARBO-besluit:
a. zorgt de aannemer ervoor dat een coördinator voor de uitvoeringsfase wordt aangesteld;
b. neemt de aannemer zodanige maatregelen en richt hij de werkzaamheden zodanig in dat:
i. door de coördinator voor de uitvoeringsfase de taken worden uitgeoefend als bedoeld in artikel 2.31 ARBO-Besluit;
ii. de coördinator voor de uitvoeringsfase zijn taken naar behoren kan vervullen.
4.3 De aannemer zorgt ervoor dat de wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan de samenwerking en het overleg tussen werkgevers en werknemers op de bouwplaats op passende wijze wordt gecoördineerd.
4.4 Het Veiligheids- en gezondheidsplan dat op grond van artikel 2.28 ARBO-Besluit voor de ontwerpfase wordt geëist zal door de directie worden aangeleverd. De aannemer dient gedurende de uitvoering het Veiligheids- en gezondheidsplan aan te vullen en bij te houden. Wijzigingen dienen tevens aan de directie te worden verstrekt.
4.5 Het Werk zal voor de aanvang van de werkzaamheden door de bouwdirectie worden aangemeld bij de Arbeidsinspectie als bedoeld in artikel 2.27 ARBO-Besluit. De aannemer ziet erop toe dat de kennisgeving goed zichtbaar op de bouwplaats wordt aangebracht.
4.6 De op het Werk betrekking hebbende vergunningen dienen op het Werk aanwezig te zijn. De aannemer ziet erop toe dat deze in het Veiligheids- en gezondheidsplan worden of zijn opgenomen.
4.7 Per bouwvergadering dienen de tekeninglijsten geactualiseerd te worden. De staat van geactualiseerde tekeningen zal door de bouwdirectie worden bijgehouden.
4.8 De aannemer stelt bouwplaatsregels op en ziet erop toe dat een ieder zich hieraan houdt.
4.9 De aannemer zorgt voor regelmatige veiligheidsinstructies (zoals “toolboxmeetings”) van alle op de bouwplaats aanwezige werknemers en andere personen. De aannemer ziet toe op de naleving van veiligheidsinstructies en toepassing van de regels betreffende veiligheid, gezondheid en welzijn.
4.10 De opdrachtgever is gerechtigd personen die zich niet aan de toepasselijke veiligheidsinstructies houden de toegang tot het Werk te ontzeggen of te doen verwijderen. De aannemer zal daartoe in de overeenkomsten met door hem ingeschakelde derden passende voorwaarden bedingen.
4.11 De aannemer dient aan te geven welke veiligheidsvoorzieningen op het Werk aanwezig zijn.
4.12 De aannemer moet ervoor zorgdragen dat de lijst met telefoonnummers voor een ieder toegankelijk en goed op de bouwplaats zichtbaar is, en de aanwezige werknemers en bezoekers hierop te wijzen.
4.13 De aannemer is verplicht de werknemers en bezoekers persoonlijke beschermingsmiddelen ter beschikking te stellen en ziet erop toe dat deze worden gedragen.
4.14 De aannemer moet ervoor zorgdragen dat er minimaal één voorgeschreven verbanddoos op het Werk aanwezig is en ziet erop toe dat er minimaal één medewerker op de bouwplaats is met een EHBO diploma.
4.15 De aannemer geeft richtlijnen aan voor wat te doen bij een ongeval.
4.16 De aannemer neemt persoonlijke gegevens van de medewerkers op in het veiligheids- en gezondheidsplan.
4.17 Voor zover aanwezig en noodzakelijk dienen tekeningen waarop leidingen, kabels en dergelijke zijn aangegeven in het veiligheids- en gezondheidsplan door de aannemer te worden opgenomen.
4.18 Indien het Werk verband houdt met andere werken en/of er nevenaannemers werkzaam zijn op het Werk, draagt de aannemer zorg voor een goede afstemming van de diverse aspecten van orde en veiligheid.
4.19 Indien huurders en/of gebruikers vóór de oplevering van het Werk werkzaamheden verrichten, zorgt de aannemer er voor dat huurders zich aan het veiligheids- en gezondheidsplan houden.
4.20 De directie kan aan de aannemer het treffen van redelijke aanvullende veiligheidsmaatregelen opdragen, welke voor rekening van de aannemer komen.
4.21 De aannemer is gehouden aan de verplichtingen die voortvloeien uit de Tabakswet. Het voorhanden hebben en het gebruik van alcoholhoudende drank en drugs is op het Werk en het Werkterrein niet toegestaan; de directie kan plaatselijk, zolang zij dit nodig acht, een rookverbod en een verbod tot het ten gehore brengen van muziek instellen. De aannemer instrueert hiertoe alle betrokken werknemers, ook van onderaannemers, leveranciers en derden. Bij niet opvolgen van deze instructies kan de directie de aannemer opdragen tot uitvoering van het gestelde in paragraaf 6 lid 17 van de UAV.
4.22 De aannemer voorziet trapgaten, hijsluiken, liftschachten, steigers en soortgelijke gevaarlijke plaatsen van deugdelijke (tijdelijke) afsluitingen, leuningen en dergelijke.
4.23 Op het Werk moet door de aannemer eerste hulp kunnen worden verleend. Een verbandkist met voldoende inhoud en een Oranje Kruisboekje moeten hem ter plaatse ter beschikking staan. De aannemer moet zich voor de aanvang van het Werk op de hoogte stellen en bij partijen bekend maken op welke wijze, bij eventuele ongevallen enzovoorts, snel hulpverlenende instanties gewaarschuwd kunnen worden.
4.24 De aannemer dient van de op het Werk plaatsvindende calamiteiten of gebeurtenissen, die niet tot de normale gang van zaken behoren, onverwijld kennis te geven aan de directie en is gehouden alle inlichtingen daaromtrent te verschaffen.
Artikel 5 Gevolmachtigde van de aannemer
5.1 In aanvulling op paragraaf 4 lid 1 van de UAV geldt het volgende: De aannemer bericht opdrachtgever omtrent één of meer personen welke op zullen treden als zijn gevolmachtigde vertegenwoordiger(s) op het Werk. Indien deze volmacht op enigerlei wijze wordt gewijzigd dan dient de directie hiervan onverwijld door de aannemer schriftelijk in kennis te worden gesteld.
5.2 De opdrachtgever of de directie kan de aannemer verzoeken diens vertegenwoordiger in de bouwvergadering te vervangen indien diens houding en opstelling naar het oordeel van de directie onvoldoende stroken met hetgeen van deelnemers aan bouwvergaderingen kan worden verlangd. Alsdan zal de aannemer een andere vertegenwoordiger aanwijzen.
Artikel 6 Verplichtingen van de opdrachtgever
6.1 In aanvulling op paragraaf 5 lid 1 van de UAV geldt het volgende: De opdrachtgever draagt er voor zorg dat de aannemer – indien nodig - tijdig kan beschikken over de coördinaten ten behoeve van het uitzetten van het Werk.
6.2 In aanvulling op paragraaf 5 lid 1 van de UAV geldt het volgende: Van de beschrijving van het Werk, de daarbij behorende definitieve tekeningen, de voor het Werk geldende voorwaarden (exclusief de van toepassing zijnde voorschriften) en eventuele nota('s) van inlichtingen en alternatievenlijsten worden aan de aannemer kosteloos digitaal verstrekt. Meerdere exemplaren van de hierboven vermelde gegevens zijn tegen betaling bij de directie verkrijgbaar.
6.3 In aanvulling op paragraaf 5 lid 1 van de UAV geldt het volgende: Het tijdstip waarop de verstrekkingen plaatsvinden zal in onderling overleg worden vastgesteld, in ieder geval op zodanige tijdstippen dat de uitvoering volgens het tijdschema kan plaatsvinden. Deze tijdstippen moeten zijn afgeleid van het door alle partijen goedgekeurde en door de aannemer gemaakte tekeningschema. Dit tekeningenschema is afgeleid van het door alle partijen goedgekeurde algemeen tijdschema. In geval van een voorsprong of achterstand op het tijdschema kan het tekeningschema, na schriftelijke toestemming van de directie, aan de werkelijke stand van het Werk worden aangepast.
6.4 In aanvulling op paragraaf 5 lid 2 van de UAV geldt het volgende: Indien een onderdeel van het Werk door de aannemer of zijn onderaannemers zelf (verder) werd uitgewerkt en/of voorbereid, is de aannemer zelf verantwoordelijk en aansprakelijk voor deze uitwerking of voorbereiding.
Artikel 7 Directie
7.1 Het door de directie uitoefenen van toezicht op het Werk en op de naleving van de overeenkomst ontheft de aannemer niet van zijn verplichtingen het Werk volgens het
bestek en overeenkomstig de aannemingsovereenkomst uit te voeren. Aannemer blijft ten volle aansprakelijk jegens opdrachtgever voor de uitvoering van het Werk overeenkomstig bestek en aannemingsovereenkomst en zal de aanwezigheid van directie en/of toezicht nimmer aan opdrachtgever tegenwerpen teneinde zijn aansprakelijkheid voor deugdelijke- en tijdige uitvoering te verminderen.
7.2 Bij tegenstrijdigheden tussen besteksdelen onderling beslist de directie.
7.3 In aanvulling op paragraaf 3 lid 8 van de UAV geldt het volgende: Door de directie zal in aanwezigheid van de aannemer zo nodig ook buiten het bouwterrein toezicht worden uitgeoefend op de vervaardiging en voortgang van vooraf gereed te maken onderdelen. De directie is bevoegd te bepalen dat door haar aan te wijzen werkzaamheden op of buiten het bouwterrein, niet mogen worden uitgevoerd buiten haar aanwezigheid.
Artikel 8 Datum van aanvang
8.1 In afwijking van paragraaf 7 lid 1 van de UAV geldt het volgende: De datum van aanvang wordt vastgelegd in de aannemingsovereenkomst.
8.2 De aannemer zal het Werk na aanvang onafgebroken voortzetten.
8.3 De eigenaars en/of gebruikers van belendende percelen en/of terreinen worden tijdig en duidelijk door de bouwkundig aannemer op de hoogte gesteld van het tijdstip van aanvang en de globale uitvoeringsduur van het Werk.
Artikel 9 Uitvoeringsduur, uitstel van oplevering
9.1 Het Werk moet uiterlijk worden opgeleverd op de datum genoemd in de aannemingsovereenkomst.
9.2 In verband met het gestelde in het bestek omtrent “Schilderwerk”, wordt het tijdstip van oplevering van het buitenschilderwerk nader vastgesteld in overleg met de directie.
9.3 De aannemer kan geen aanspraken maken op enige vergoeding wegens extra gemaakte kosten om aan de gestelde bouwtijd te voldoen, tenzij zulke kosten het gevolg zijn van een omstandigheid die aan de Opdrachtgever moet worden toegerekend.
9.4 Onder de in paragraaf 8 lid 2 UAV genoemde "machines" worden mede verstaan "in bedrijf zijnde bouwkranen".
9.5 In aanvulling op – en in gedeeltelijke afwijking van - paragraaf 8 lid 5 van de UAV geldt het volgende: Meer of ander werk dan in het bestek is aangegeven zal alleen
voor een termijnverlenging in aanmerking komen indien hierover vooraf met de directie schriftelijk overeenstemming is bereikt.
Artikel 10 Stop- en Bijwoonpunten
10.1 Indien er momenten zijn overeengekomen waarop en ter zake Stop- en Bijwoonpunten zijn vastgesteld, geldt hetgeen is vastgelegd in het Keuringsplan daaromtrent.
10.2 Tenzij tussen Partijen andere termijnen zijn overeengekomen, moet Aannemer minimaal 48 uur voor het bereiken van een Stop- of een Bijwoonpunt Opdrachtgever daarvoor schriftelijk uitnodigen. De uitnodiging moet Opdrachtgever in ieder geval op een werkbare werkdag tijdens kantooruren (9.00 – 17.00) hebben bereikt.
10.3 Indien Opdrachtgever tijdens een Bijwoonpunt constateert dat Aannemer tekort schiet in de nakoming van zijn verplichtingen die voortvloeien uit de Overeenkomst, zal Opdrachtgever gebruik kunnen maken van zijn bevoegdheden die de wet aan hem toekent voor dergelijke gevallen.
10.4 Een Stoppunt is een moment van goedkeuring. Aannemer moet bij het bereiken van een Stoppunt de feitelijke uitvoering van de betreffende werkzaamheden en/of de resultaten van die werkzaamheden laten goedkeuren en hij mag met de werkzaamheden pas aanvangen en/of de werkzaamheden voortzetten indien Opdrachtgever daartoe toestemming heeft verleend. Opdrachtgever zal binnen twee werkdagen beslissen.
10.5 Ingeval Opdrachtgever bij een Stoppunt geen toestemming geeft voor de voortzetting van de betreffende werkzaamheden, motiveert Opdrachtgever dat aan de hand van het Keuringsplan. Indien uit de keuring blijkt dat Xxxxxxxx niet volgens de eisen uit de Overeenkomst de betreffende werkzaamheden heeft uitgevoerd, moet Xxxxxxxx vervolgens onverwijld voor eigen rekening zodanige maatregelen nemen dat alsnog goedkeuring van Opdrachtgever verkregen kan worden. Om deze goedkeuring moet Aannemer Opdrachtgever opnieuw verzoeken. Pas na deze goedkeuring mag Aannemer de betreffende werkzaamheden voortzetten.
10.6 Indien Aannemer van mening is dat Opdrachtgever in redelijkheid niet kon besluiten de betreffende werkzaamheden af te keuren, deelt hij dat onverwijld na de ontvangst van de desbetreffende mededeling van Opdrachtgever schriftelijk en met reden omkleed aan Opdrachtgever mee. Partijen treden dan onverwijld met elkaar in overleg om uit de ontstane impasse te geraken.
10.7 Indien Opdrachtgever volhardt in zijn afkeuring van de betreffende werkzaamheden en Aannemer op zijn beurt xxxxxxxx in zijn stelling dat deze
afkeuring onredelijk is, hebben Partijen een geschil en zullen Partijen dan onverwijld de bestaande toestand van de afgekeurde werkzaamheden laten vastleggen door een gecertificeerd expertisebureau.
10.8 Indien Xxxxxxxx ondanks daartoe schriftelijk te zijn aangemaand door Opdrachtgever weigert mee te werken aan de kwaliteitsborging van Opdrachtgever door onder meer relevante werkzaamheden niet stil te leggen tijdens Stoppunten en geen maatregelen te treffen ten behoeve van de constructieve veiligheid die Opdrachtgever verlangt, verbeurt Aannemer zonder rechterlijke tussenkomst een direct opeisbare boete van € 10.000,00 per toerekenbare tekortkoming. Daarnaast is Opdrachtgever gerechtigd de Overeenkomst met Xxxxxxxx te beëindigen en de verdere uitvoering van het Werk op kosten van Xxxxxxxx aan een andere aAannemer op te dragen.
Artikel 11 Beproeving
11.1 Het technische installatiewerk dient beproefd te worden; meetstaten dienen geleverd te worden.
11.2 Het testen en beproeven van het technische installatiewerk door de directie, zal enkel uitgevoerd worden met aansluitingen op de definitieve gebouwinstallaties inclusief nutsaansluitingen, databekabeling en dergelijke.
11.3 Voordat het technische installatiewerk ter beproeving wordt aangeboden, dient dit door de installateur te zijn doorgemeten op fouten en te zijn getest op goede werking. Daarnaast dient het technische installatiewerk te zijn getest in samenhang met alle overige installatietechnische en bouwkundige componenten in het totale project. Alle eventuele onvolkomenheden en storingen, welke tijdens het testen worden geconstateerd, dienen voor de gereedmelding te zijn verholpen.
11.4 Indien bij de beproeving van het technische installatiewerk blijkt dat het technische installatiewerk - ook in samenhang met de overige installaties en bouwkundige componenten van het project - niet of onvoldoende functioneert, wordt de beproeving gestaakt en worden de kosten van hernieuwde beproeving bij de installateur(s) in rekening gebracht.
Artikel 12 Opneming en goedkeuring
12.1 Teneinde opdrachtgever tijdig in kennis te stellen van het begin van de opneming dient de schriftelijke aanvrage van de aannemer, genoemd in paragraaf 9 lid 1 van de UAV, tenminste 20 werkdagen voor de datum dat het Werk naar verwachting van de aannemer voltooid zal zijn, te zijn ontvangen door de directie.
12.2 Indien Partijen tijdens de in artikel 12.1 genoemde vooropname gezamenlijk constateren, dat de bouwtijd van het Werk overschreden zal worden, zullen
Partijen een nieuwe datum vaststellen voor opname. De bouwtijd van het Werk zal hierdoor niet worden verlengd.
12.3 Het Werk of een gedeelte daarvan wordt slechts opgenomen, indien het zodanig door de opdrachtgever, de directie, de gebruiker of door derden bereikt kan worden, dat voor hen geen nodeloze hinder of gevaar als gevolg van de overige uitvoering van het Werk is te duchten en door de aannemer alle leveringen en werkzaamheden betreffende het op te nemen werk zijn verricht en uitgevoerd.
12.4 In aanvulling op paragraaf 9 lid 2 van de UAV geldt het volgende: De tijdsduur van de opneming wordt bepaald door de aard en de omvang van het Werk.
12.5 Bij de opneming moet het Werk geheel schoongemaakt en in onderdelen zijn ontdaan van alle verontreinigingen, ook die welke het gevolg zijn van door derden uit te voeren werken. Alle onderdelen in- en van het Werk moeten naar hun aard zijn schoon gemaakt. Verder moeten glasruiten, vloer- en wandtegelwerken en het sanitair zijn ontdaan van papier, stickers, verf- en mortelspatten, schoongewassen zonder krassen en het glas inclusief kozijnen aan beide zijden zijn gewassen. Het hang- en sluitwerk moet op doelmatige wijze zijn gesmeerd. Het technische installatiewerk dient te zijn ingeregeld. Eventuele, ten gevolge van de uitvoering van het Werk, verontreinigde eigendommen en werken van de opdrachtgever en van derden maakt de aannemer eveneens schoon. Het gehele bouwterrein dient te zijn opgeruimd en ontdaan van beton en mortelresten en overig bouwvuil.
12.6 De installateur dient de directie vóór de opname van het technische installatiewerk de volgende stukken ter beschikking te stellen:
a. test- en prestatierapporten;
b. definitieve onderhouds- en bedieningsvoorschriften;
c. concept revisie tekeningen;
d. concept onderhoudscontract;
e. garantieverklaringen;
f. schriftelijke goedkeuring(en) van eventuele overige goedkeurende partijen (zoals brandweer, Liftinstituut en Bureau voor Sprinklerbeveiliging).
Partijen beschouwen deze stukken als zo belangrijk dat niet tijdige aanwezigheid van deze stukken ertoe leidt dat het Werk niet zal kunnen worden opgeleverd.
12.7 In aanvulling op paragraaf 9 lid 7 van de UAV geldt het volgende: De kleine gebreken als bedoeld in paragraaf 9 lid 7 van de UAV als vermeld in het op de dag van opneming opgestelde proces verbaal van opname dienen binnen een maand na opname afgewerkt te zijn. Indien het Werk bestaat uit koopwoningen/koopappartementen welke zullen worden verkocht met kwaliteits- en insolventiegaranties conform de regeling van een daartoe ingestelde waarborgende instelling geldt een periode conform die garantie- en waarborgregeling. Blijft de aannemer in gebreke, dan is de opdrachtgever gerechtigd het herstel zelf uit te voeren voor rekening en risico van de
aannemer. Aannemer is jegens de opdrachtgever eveneens gehouden de gevolgschade van de in dit artikel bedoelde gebreken aan opdrachtgever dan wel diens rechtsopvolger(s) te vergoeden. Vanaf het moment dat de aannemer heeft vernomen dat de opdrachtgever op de voet van deze bepaling het herstel zelf zal uitvoeren, is de aannemer niet meer gerechtigd zelf het gebrek te herstellen.
12.8 In aanvulling op paragraaf 9 lid 7 van de UAV geldt het volgende: Uitsluitend de directie beoordeelt naar redelijkheid en billijkheid of de aard, de grootte en het aantal van de kleine gebreken goedkeuring en ingebruikneming van het Werk in de weg staan, onverminderd echter het bepaalde in artikel 12.9.
12.9 De aannemer dient uiterlijk op de dag van opneming van het Werk alle stukken zoals genoemd in het nazorgdocument (bijlage bij aannemingsovereenkomst), revisietekeningen (indien van toepassing ook de berekeningen) in drievoud, definitieve bedienings- en onderhoudsvoorschriften (waaronder “productbladen” en dergelijke) en certificaten/attesten van brandveiligheid, KOMO productcertificaten, test- en meetrapporten in drievoud aan de directie te verstrekken. Tevens dienen de revisietekeningen gedigitaliseerd op CD-ROM of andere passende gegevensdrager aangeleverd te worden.
De onderhouds- en bedieningsvoorschriften dienen in ieder geval te omvatten:
a. De installatieomschrijving met bijbehorende onderhoud- en bedieningsvoorschriften alsmede de meet- en instelgegevens in 3-voud; van één exemplaar elke pagina in plastic hoes, verwisselbaar opgenomen in een ordner; de ordner aan voor- en rugzijde voorzien van een inhoudsopgave.
b. De volledige documentatie in enkelvoud, opgenomen in de sub 1 genoemde ordner.
12.10Aangezien de door onderaannemers en leveranciers op de voet van artikel 25.8 te verstrekken garanties en de in artikel 12.9 bedoelde voorschriften en documenten van wezenlijk belang zijn voor de opdrachtgever, wordt het niet verstrekt zijn van deze garanties of deze voorschriften en documenten beschouwd als een gebrek dat de oplevering in de weg staat. In dat geval is de opdrachtgever niet gehouden het Werk te aanvaarden. Aannemer is gehouden de eventueel hieruit voortvloeiende bouwtijdoverschrijdingschade en -boete aan opdrachtgever te vergoeden.
12.11In afwijking van paragraaf 9 lid 9 UAV geldt dat ook andere gebreken dan die welke overeenkomstig het zevende lid van paragraaf 9 UAV zijn opgegeven, reden tot hernieuwde onthouding van goedkeuring kunnen zijn.
Artikel 13 Oplevering
13.1 De installateur is gehouden vóór de dag van oplevering, op nader door de opdrachtgever te bepalen dag(en) de door de eigenaar aangewezen personen in de bediening, de regeling en het onderhoud van het opgeleverde werk te instrueren. Zo nodig zal na de oplevering op verzoek nog aanvullende instructie worden gegeven.
13.2 Tijdens de garantieperiode aangebrachte wijzigingen in de installatie moeten door de installateur alsnog op revisietekeningen en in de in artikel 12.9 sub 1 genoemde voorschriften worden verwerkt.
13.3 Wanneer de opdrachtgever de installatie of een gedeelte daarvan vervroegd in gebruik wil nemen, zal bediening daarvan en toezicht er op door de installateur geschieden zonder dat hiervoor enige vergoeding zal worden betaald, uitgezonderd bediening van liften.
13.4 In afwijking van paragraaf 10 lid 3 van de UAV geldt het volgende: Het laatste woord "ingebruikneming" dient te worden gelezen als "oplevering".
13.5 Het Werk met inbegrip van het technische installatiewerk dient altijd “als nieuw” te
worden opgeleverd.
Artikel 14 Onderhoudstermijn
14.1 De onderhoudstermijn bedraagt zes maanden, aansluitend op de opleveringsdatum van het Werk, of het gedeelte van het Werk indien oplevering in gedeelten is overeengekomen. De onderhoudstermijn voor het technische installatiewerk (waaronder tevens wordt verstaan het dagelijks onderhoud en de normale servicebeurten) bedraagt twaalf maanden aansluitend op de opleveringsdatum van het Werk.
14.2 Niet onder de onderhoudswerken worden verstaan die werkzaamheden die de opdrachtgever respectievelijk gebruiker behoort te verrichten voor een goede instandhouding en functioneren van het opgeleverde werk.
14.3 De bepalingen die tijdens de uitvoering van het Werk gelden, zijn ook in de onderhoudstermijn van toepassing.
14.4 De aannemer is verplicht van alle wijzigingen gedurende de onderhoudsperiode aantekening te houden en deze punten alsnog in de revisietekeningen, bedieningsvoorschriften en dergelijke te verwerken.
Artikel 15 Aansprakelijkheid van de aannemer na de oplevering
15.1 In afwijking van het bepaalde in paragraaf 12 lid 2 sub (b) UAV geldt het volgende: "dat bovendien ondanks nauwlettend toezicht bij de opneming van het werk als bedoeld in § 9, tweede lid, door de directie redelijkerwijs niet onderkend had kunnen worden en waarvan".
15.2 Onder (verborgen) gebreken wordt mede verstaan: materialen en/of wijzen van uitvoering welke niet beantwoorden aan redelijkerwijs te stellen eisen en/of verwachtingen.
15.3 Indien binnen tien jaren na de in het eerste lid bedoelde dag het werk geheel of gedeeltelijk is ingestort of dreigt in te storten dan wel ongeschikt is geraakt of ongeschikt dreigt te geraken voor de bestemming waarvoor het blijkens de overeenkomst bedoeld is en dit slechts kan worden verholpen of kan worden voorkomen door het treffen van zeer kostbare voorzieningen, wordt dit, behoudens tegenbewijs, vermoed het gevolg te zijn van een gebrek als bedoeld in paragraaf 12 lid 2 UAV.
15.4 In afwijking van het bepaalde in artikel 7:761 BW geldt het bepaalde in paragraaf 12 lid 4 van de UAV.
15.5 Artikel 7:759 lid 2 BW wordt uitgesloten en artikel 25.1 geldt in de plaats daarvan.
Artikel 16 Schorsing van het Werk en beëindiging van het Werk in onvoltooide staat
16.1 Indien het Werk wordt geschorst respectievelijk wordt beëindigd in onvoltooide staat dient de aannemer in overleg met de directie naast de gepaste maatregelen de nodige veiligheidsmaatregelen en de maatregelen ter voorkoming van de achteruitgang van het Werk te nemen.
16.2 Indien schorsing van het Werk op enigerlei wijze het gevolg is van het niet voldoen door de aannemer aan het bestek, aan de door de Opdrachtgever of de directie gegeven orders en aanwijzingen of ingeval het Werk is stil gelegd op last van het Gemeentelijk Bouw- en Woningtoezicht en deze stillegging niet aan de Opdrachtgever valt te verwijten, dient aannemer de schade die Opdrachtgever ten gevolge van de schorsing lijdt te vergoeden.
Artikel 17 Werkterrein
17.1 De aannemer wordt geacht op de hoogte te zijn van de staat, de situering, de grondwaterstanden, bodemgesteldheid, de afvoermogelijkheden van overtollig water en de hoogteligging van, alsmede de toegangsmogelijkheden tot, het Werkterrein op de dag van prijsaanbieding respectievelijk opdracht.
17.2 De aannemer dient, alvorens het Werkterrein in gebruik te nemen, zich te vergewissen van de juiste ligging van huidige en toekomstige leidingen, kabels en dergelijke.
17.3 De aannemer moet maatregelen treffen om kabels en leidingen tijdens de uitvoering van het Werk tegen beschadiging te beveiligen. Aannemer dient aanwijzingen van nutsbedrijven en dergelijke daartoe stipt op te volgen.
17.4 Schade aan kabels en leidingen, rioleringen, bestratingen en dergelijke zijn voor rekening van aannemer tenzij de aannemer aantoont dat dit niet aan de aannemer of de door hem ingeschakelde derden kan worden verweten en niet geacht moet worden voor diens risico te komen.
17.5 De aannemer dient het Werkterrein in geordende staat te houden. Er dienen voldoende containers en dergelijke op het Werk aanwezig te zijn, geschikt voor het gescheiden inzamelen van afval. Bij het Werk betrokken derden mogen om niet gebruik maken van de door de aannemer ter beschikking te stellen containers.
Artikel 18 Verwerking van bouwstoffen
18.1 Zonder schriftelijk toestemming van de directie is het de aannemer niet toegestaan bouwstoffen te leveren en/of werkzaamheden in uitvoering te nemen anders dan volgens het bestek.
18.2 Indien de aannemer een andere bouwstof wil leveren dan is voorgeschreven, dient hij daartoe tijdig een verzoek in te dienen bij de directie, opdat deze de gelijkwaardigheid van de bouwstoffen kan beoordelen.
18.3 Voor de constructies en/of werkwijzen anders dan waarin het bestek voorziet, welke door de aannemer worden voorgesteld en waarover tussen de directie en de aannemer overeenstemming is verkregen, draagt de aannemer de volle verantwoordelijkheid.
18.4 De aannemer draagt er zorg voor dat werken bij ongunstige weersomstandigheden veilig en zonder verlies van kwaliteit van het Werk zal geschieden.
18.5 De aannemer draagt er zorg voor dat bij vorst en andere ongunstige weersomstandigheden zo lang mogelijk kan worden doorgewerkt, en na beëindiging van de ongunstige weersomstandigheden zo snel mogelijk het Werk kan worden voortgezet.
Artikel 19 Keuring van bouwstoffen
19.1 In aanvulling op paragraaf 18 lid 2 van de UAV geldt het volgende. Indien door de directie zulks wordt verlangd, zal de aannemer, alvorens tot levering van materialen en onderdelen over te gaan, op zijn kosten monsters (al dan niet tot proefopstellingen verwerkt), maatschetsen of andere gegevens aan de directie ter goedkeuring voorleggen. Zolang de directie zulks nodig oordeelt, blijven de monsters onder haar berusting.
De kosten van emballage en retourvrachten zijn voor rekening van de aannemer.
19.2 In aanvulling op paragraaf 18 lid 8 van de UAV geldt het volgende: Indien de keuring van bouwstoffen elders of in de middelen van vervoer plaatsvindt, dan vindt de eindkeuring ter keuze van de directie toch nog op het Werk plaats, hetzij na levering, hetzij na het aanbrengen.
Artikel 20 Zorg voor de bouwstoffen
20.1 De aannemer neemt overal waar beschadiging, corrosie en/of vervuiling van bouwstoffen op het Werk, alsmede werken van derden te verwachten valt, afdoende
beschermingsmaatregelen; deze maatregelen dienen ten genoegen van en op eerste aanzegging van de directie aangebracht en in stand gehouden te worden.
Artikel 21 Eigendom van bouwstoffen
21.1 Onvoorziene overgebleven bouwstoffen blijven eigendom van de opdrachtgever tenzij de directie verklaart, dat zij voor de opdrachtgever niet van waarde zijn.
21.2 In afwijking van paragraaf 19 lid 3 UAV geldt het volgende: Overgebleven bouwstoffen zullen door aannemer voor eigen rekening van het Werk worden verwijderd, tenzij de directie vóór de oplevering anders aan aannemer zal aangeven.
21.3 Bouwstoffen, welke voor de verwerking in de regel niet worden gekeurd, worden voor wat betreft de eigendomsovergang en de zorg voor bouwstoffen gelijk gesteld met goedgekeurde bouwstoffen. Aan deze bepaling kan de aannemer evenwel niet het recht ontlenen te stellen dat deze bouwstoffen zijn gekeurd in de zin van paragraaf 18 lid 1 van de UAV.
Artikel 22 Afsluiting, reclame
22.1 Voor het maken van foto's, films of video-opnamen en dergelijke van het Werk, het verlenen van medewerking daaraan en het geven van publiciteit inzake het Werk, is toestemming van de opdrachtgever noodzakelijk.
22.2 Het Werk en werkterrein dienen gedurende de uitvoeringsduur van het Werk, zolang de directie dit nodig oordeelt, te worden afgesloten met een afrastering, voorzien van de nodige afsluitbare inrij- en loophekken. Het geheel aan te brengen en te onderhouden ten genoegen van de directie en de overheid. De afsluiting van het Werk en werkterrein dient echter zodanig te gebeuren dat daarmee de overlast (waaronder begrepen overlast voor de gebruikers van omliggende gebouwen zoals kantoren, woningen en winkels en de bewinkeling door de consumenten) minimaal blijft.
22.3 De bewaking van het Werk en het Werkterrein en hetgeen zich daarop of daarin bevindt en de wijze waarop dit geschiedt, wordt geheel aan de aannemer overgelaten. De wijze van bewaking van het Werk en het Werkterrein laat onverlet de eventuele aansprakelijkheid zoals die voortvloeit uit de overeenkomst.
22.4 Aannemer draagt er voor zorg dat bij de inrichting van het Werkterrein voldoende plaats zal worden gereserveerd voor een namens opdrachtgever te plaatsen zgn. bouwbord.
Artikel 23 Loodsen en andere hulpmiddelen
23.1 In aanvulling op het bepaalde in paragraaf 23 lid 1 van de UAV geldt het volgende: opslag van bouwstoffen en hulpstoffen geschiedt op passende wijze, zo nodig in van waterdichte daken voorziene loodsen, opdat hun vorm, uiterlijk en samenstelling
behouden blijven. Loodsen moeten zo zijn ingedeeld en verlicht, dat de sortering en bewerking van de in dit lid bedoelde bouwstoffen en hulpstoffen er tevens behoorlijk in kunnen geschieden. Het opslaan van bouwstoffen in geheel of gedeeltelijk gereed gekomen gebouwen is niet toegestaan dan na voorafgaande goedkeuring van de directie.
23.2 Voor rekening van de aannemer is de aanleg en het onderhoud van de voor de bouw benodigde straten, vanaf de openbare weg of vanaf een door derden aangelegde bouwweg, alsmede het schoonhouden of repareren van de openbare wegen welke door bouwactiviteiten vervuild of beschadigd zijn.
23.3 Alle loodsen, keten, directieverblijven, afsluitingen, hulpwegen, steigers, werktuigen, gereedschappen en andere hulpmiddelen voor de uitvoering worden, zolang zij voor het werk nodig zijn, door de aannemer in goede staat onderhouden. Zij worden, zodra zij niet meer nodig zijn, binnen een door de directie te bepalen termijn en in elk geval vóór de oplevering van het werk, of, indien in het bestek een onderhoudstermijn is voorgeschreven, vóór het einde daarvan, verwijderd.
23.4 Aan de directie en zijn bezoek dient het volgende genoegzaam te worden verstrekt:
a. koffie, thee, melk, frisdrank, en dergelijke;
b. zeep en handdoeken, zo vaak als nodig;
c. verbandtrommel;
d. printer;
e. De aannemer zal tevens zorg dragen voor de beschikbaarheid op het Werk van voldoende helmen en arboschoeisel ten behoeve van de vertegenwoordigers van opdrachtgever alsmede andere bezoekers op het Werk.
Artikel 24 Algemeen tijdschema, werkplan
24.1 Een gedetailleerd werkplan zoals bedoeld in paragraaf 26 lid 6 van de UAV, afgestemd op het algemeen tijdschema wordt verlangd en dient binnen twee weken na de datum van aanvang van het Werk te worden overlegd. De aannemer geeft op zijn werkplan aan de volgorde en tijdsduur van alle voorbereidende en uitvoerende werkzaamheden inclusief die van de opdrachtgever en derden en de tijdstippen waarop detail- en sparingstekeningen gereed moeten zijn.
24.2 Het algemeen tijdschema en het gedetailleerd werkplan zijn na vaststelling daarvan bindend voor partijen.
24.3 Tijdens het Werk dienen zo nodig aanvullende detailschema's te worden opgezet voor de uitvoering van bepaalde delen of fasen van het Werk.
24.4 De bouwkundig aannemer dient steeds tijdig het initiatief te nemen, teneinde in overleg met de directie en de overige bij het Werk betrokken aannemers, installateurs en derden te komen tot regeling en afstemming van de werkzaamheden binnen het
algemeen tijdschema en werkplan. Afstemming van de werkzaamheden ten behoeve van het Werk ten opzichte van werkzaamheden op aangrenzende werkterreinen behoort eveneens tot de taak van bouwkundig aannemer.
24.5 De stand van het Werk, waaronder niet alleen wordt verstaan de voortgang van de werkzaamheden, doch ook de verstrekking van de werk- en detailtekeningen, de bestelling of aanvoer van bouwstoffen en eventueel andere voor de uitvoering belangrijke zaken, ten opzichte van de in het gedetailleerd werkplan vastgestelde tijden, wordt in overleg tussen directie en aannemer periodiek door middel van een datumlijn en een standlijn op het Werkplan aangetekend of schriftelijk vastgesteld.
24.6 De planningen moeten gedurende de gehele bouwtijd worden bewaakt, bijgehouden en aangepast, dit laatste indien tijdens de uitvoering nieuwe gegevens daartoe aanleiding geven. De aannemer draagt de verantwoordelijkheid voor een tijdige schriftelijke signalering van eventuele tijdsafwijkingen ten opzichte van de schema’s en de consequenties daaraan verbonden; dit zowel van de door hem, en door derden uit te voeren werken.
24.7 Het verlangde tijdschema met betrekking tot het technische installatiewerk moet zijn afgestemd op het door de bouwkundige aannemer opgestelde tijdschema voor het gehele project. Gelijktijdig met het in dit lid verlangde tijdschema legt de installateur een gedetailleerd werkplan, afgestemd op het tijdschema, ter goedkeuring aan de opdrachtgever voor, alsmede een tekeningenschema, waarop moet zijn vermeld de volgorde waarop de tekeningen, betrekking hebbende op de uitvoering van het technische installatiewerk, gereed moeten zijn, alsmede wanneer informatie van derden hiervoor uiterlijk bekend moet zijn. Dit tekeningenschema zal in overleg met de opdrachtgever nader worden vastgesteld. Afwijkingen hiervan behoeven de goedkeuring van de opdrachtgever.
Artikel 25 Garantie
25.1 In afwijking van paragraaf 22 van de UAV geldt het volgende: De aannemer garandeert aan de opdrachtgever dan wel diens rechtsopvolgers dat hij alle gebreken die, gedurende de bouw en de onderhoudstermijn en gedurende een periode van tien
(10) jaren na het verstrijken van de onderhoudstermijn voor het Werk, aan het Werk mochten voorkomen, zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen 7 dagen na de melding van een gebrek door opdrachtgever dan wel diens rechtsopvolger(s), en voor zijn (aannemers) rekening en risico, zal herstellen respectievelijk het gebrekkige onderdeel zal vervangen. Indien de aannemer niet binnen 7 dagen dan wel terstond in spoedeisende gevallen, zulks ter beoordeling van de opdrachtgever, na de aanzegging tot herstel overgaat en het gebrek niet binnen een naar redelijkheid gestelde termijn, ten genoegen van de opdrachtgever is hersteld, is laatstgenoemde gerechtigd het herstel zelf uit te(doen) voeren voor rekening en risico van de aannemer. Vanaf het moment dat de aannemer heeft vernomen dat de opdrachtgever op de voet van deze bepaling het herstel zelf zal uitvoeren, is de aannemer niet meer gerechtigd zelf het
gebrek te herstellen. De hier bedoelde garanties laten de eventuele overige rechten van de opdrachtgever jegens de aannemer op grond van de wet onverlet.
25.2 Voor de navolgende onderdelen van het Werk bedraagt de garantietermijn na het verstrijken van de onderhoudstermijn, in afwijking van artikel 24.1, en tenzij uit het bestek een langere garantietermijn voortvloeit, in welk geval de langere termijn geldt:
a. buitenschilderwerk op hout: 7 jaar
b. zonweringen wel of niet automatisch: 5 jaar
c. hang- en sluitwerk: 1 jaar
d. buitenriolering: 5 jaar
e. vloerbedekking en stoffering: 1 jaar
f. beplanting, gevel- en daktuinen, gras- en sedumbeplanting: 5 jaar
g. rondloopdeuren, rolhefdeuren, speedgates en dergelijke,
inclusief de daartoe behorende installatie(s): 5 jaar
25.3 De garantietermijn bedraagt, in afwijking van artikel 25.1, 2 jaar na het verstrijken van de onderhoudstermijn voor al het technische installatiewerk onderdeel uitmakend van het Werk, tenzij uit het bestek een langere garantietermijn voortvloeit, in welk geval de langere termijn geldt. Voor onderhoudscontracten kan de eigenaar een andere firma dan de betreffende van het gemaakte werk inschakelen, waarbij de garantie dan onverkort geldt.
25.4 De garantie als bedoeld in de artikelen 25.1, 25.2 en 25.3 is gedurende de gehele garantieduur onverkort en zonder aflopend risico voor de garant.
25.5 In het bestek kunnen van de artikelen 25.1, 25.2 en/of 25.3 afwijkende garanties worden verlangd.
25.6 De garantie(s) als bedoeld in de artikelen 25.1, 25.2 en 25.3 laten onverlet de (overige) verplichtingen van de aannemer in de onderhoudstermijn en de aansprakelijkheid van de aannemer na de oplevering.
25.7 Garanties verstrekt door de fabrikant en/of leverancier van bouwstoffen en/of bouwonderdelen welke de in de artikelen 25.1, 25.2, 25.3 voorgeschreven termijn overschrijden, zullen onverkort blijven gelden en zullen ook bij de overdracht van het goed binnen de door de fabrikant en/of leverancier genoemde garantietermijn door de rechtsopvolger(s) van opdrachtgever in stand blijven. Garanties verstrekt door de fabrikant en/of leverancier dienen op schrift te zijn gesteld. Deze garantieverklaringen moeten voor de aanvang van de desbetreffende werkzaamheden ter goedkeuring bij de directie worden ingediend. Zolang de aannemer hierbij in gebreke blijft, wordt geacht dat de geëiste garantie door de aannemer zelf is gegeven. De garantieverklaring dient te worden opgesteld overeenkomstig het model, als bijlage gehecht aan deze voorwaarden. De aannemer dient ervoor te zorgen dat de aanvang van de garantie is gelegen op het aanvangsmoment van de garantie door de aannemer
aan de opdrachtgever zoals door de bepalingen van dit artikel bepaald (en dus niet reeds door (op)levering aan de aannemer dan wel door het verstrijken van een onderhoudstermijn in de verhouding tussen aannemer en leverancier of onderaannemer).
25.8 Niet onder de garantie als bedoeld in de artikelen 25.1, 25.2 en 25.3 vallen na de oplevering van het Werk:
a. beschadigingen, breuk en dergelijke ontstaan door de schuld van de eigenaar of de gebruiker;
b. vernielingen of beschadigingen ontstaan door brand, overstroming, storm, oorlogsgeweld, blikseminslag, ontploffing, molest, inbraak en luchtvaartuigen;
c. normale slijtage;
d. normale glasschade, zowel binnen als buiten;
e. normale verwering van het schilderwerk;
f. gebreken aan niet door of vanwege de aannemer aangebrachte (en niet voor zijn risico komende) veranderingen, voorzieningen of herstellingen in de bouw;
g. gevolgen van onvoldoende onderhoud (met name tekortschieten in preventief onderhoud) en/of onjuiste bediening door of vanwege de eigenaar, mits de aannemer ter zake van dit onderhoud en deze bediening de informatie heeft verschaft als bedoeld in artikel 12.9 ;
h. defecten van gloeilampen en fluorescentiebuizen; tenzij dit is ontstaan door het handelen of nalaten van de aannemer of van hulppersonen voor wie hij verantwoordelijk is.
Artikel 26 Dagboek, lijsten, rapporten
26.1 De convocaties en notulen van de bouwvergadering worden door de directie opgesteld en verspreid. Genoemde notulen worden geacht letterlijk in de weekrapporten en het dagboek te zijn opgenomen; het bepaalde in de paragraaf 27 lid 2 tot en met 5 van de UAV is van overeenkomstige toepassing op deze notulen.
26.2 Drie dagen vóór elke bouwvergadering verstrekt de aannemer een signaleringsrapport betreffende de stand van het Werk t.o.v. het algemeen tijdschema, alsmede een overzicht meer- en minderwerken met de daaraan verbonden gespecificeerde kosten.
26.3 De in paragraaf 27 lid 7 UAV genoemde lijsten worden verlangd.
26.4 Door de aannemer opgestelde notulen van werkbesprekingen worden aan de opdrachtgever, directie en andere belanghebbenden verstrekt.
Artikel 27 Verschillen in afmetingen/toestand van bestaande werken en terreinen
27.1 Wanneer bij de uitvoering van het Werk voorwerpen of stoffen worden aangetroffen waarvan de aanwezigheid niet in het bestek is vermeld en waarvan redelijkerwijs
geacht kan worden dat deze schade kunnen toebrengen aan personen, goederen of het milieu brengt de aannemer dit onmiddellijk ter kennis van de directie. Hij neemt terstond, zo mogelijk in overleg met de directie, de door de omstandigheden vereiste veiligheidsmaatregelen op kosten van de opdrachtgever, tenzij de gerezen situatie aan de aannemer valt te verwijten.
27.2 Geringe afwijkingen in de maatvoering binnen de hoofdmaten zullen de aannemer nimmer aanspraak geven op enige verrekening.
Artikel 28 Verband met andere werken
28.1 Indien door de opdrachtgever of door derden namens de opdrachtgever bepaalde vooraf te vervaardigen voorzieningen dienen te worden aangebracht en/of vooraf te verrichten werkzaamheden dienen te worden verricht welke noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het door aannemer te realiseren werk, dient aannemer tijdig aan opdrachtgever en/of derden de eventueel noodzakelijke gegevens of uitvoeringseisen, zijnerzijds van belang voor de uitvoering van die voorzieningen en/of werkzaamheden, aan de directie te verstrekken.
28.2 Partijen constateren dat de in paragraaf 6 lid 14 van de UAV vervatte waarschuwingsplicht tevens van toepassing is op de door opdrachtgever of derden ten behoeve van hem getroffen voorzieningen.
28.3 In afwijking van het bepaalde in paragraaf 31 lid 2 van de UAV geldt het volgende:
“door de directie” te wijzigen in “door de aannemer”.
28.4 In aanvulling op paragraaf 31 van de UAV geldt het volgende:
a. Het verticale transport van materiaal en materieel van derden en installateurs met het op het Werk aanwezige hijsmateriaal van de bouwkundig aannemer behoort tot het Werk van de bouwkundig aannemer. De betreffende derden en installateurs worden geacht hierbij aanwezig te zijn om onder hun verantwoordelijkheid strop-
pen aan te leggen en aanwijzingen te geven tijdens het transport. Het lossen en horizontaal transport van materialen van derden en installateurs wordt door hen zelf verzorgd.
b. De aannemer is gehouden zodanige medewerking te verlenen, dat de door derden te verrichten werkzaamheden ongestoord kunnen worden uitgevoerd, zonder dat hij deswege op verlenging van zijn opleveringstermijn aanspraak kan maken. Indien de aannemer meent, dat een stagnatie in zijn werkzaamheden zal ontstaan als gevolg van vertraging in de door derden uit te voeren werkzaamheden, dan moet hij zulks tijdig, schriftelijk en duidelijk gemotiveerd, aan de hand van het werkschema, aan de directie kenbaar maken.
c. Er mogen geen steigers en dergelijke worden afgebroken dan nadat de directie daartoe toestemming heeft verleend.
28.5 Indien door werkzaamheden van derden (met goedkeuring van opdrachtgever) de steigers, lieren, kranen en algemene hulpwerken langer dan de overeengekomen tijd aanwezig moeten blijven, zullen de daaraan verbonden extra kosten worden vergoed.
Artikel 29 Verrekening van meer en minderwerk
29.1 In aanvulling op paragraaf 35 van de UAV en afwijking van het bepaalde in paragraaf 36 lid 1a geldt het volgende:
a. De aannemer heeft geen recht op verrekening van meerwerk waarvan de prijs niet schriftelijk is overeengekomen en de uitvoering niet schriftelijk door de opdrachtgever is opgedragen. Artikel 7:755 BW is niet van toepassing;
b. Alle meer- en minderwerk aanbiedingen dienen gepaard te gaan met een specificatie, afgestemd op de ingediende begroting van het Werk.
c. Alle verrekeningen, bijbetalingen en vergoedingen worden op gelijke wijze als voor meer- en minderwerk verrekend.
d. De verrekening van bestekswijzigingen evenwel geschiedt in twee betalingen, tenzij in specifieke gevallen een andere betaalwijze wordt overeengekomen. Te weten: 50% zodra zowel de prijs van het betreffende meerwerk schriftelijk is overeengekomen als de uitvoering schriftelijk door de opdrachtgever is opgedragen, en 50% bij de oplevering van het Werk.
29.2 Paragraaf 35 lid 5 van de UAV is niet van toepassing.
29.3 Indien tijdens de uitvoering van het Werk meer- en/of minderwerk voorkomt in gevallen als bedoeld in paragraaf 35 lid 1 sub a t/m e UAV, zal verrekening plaatsvinden tegen bedragen of prijzen, welke in het bestek en/of open begroting en/of aannemingsovereenkomst zijn opgenomen. Indien voor werkzaamheden en/of leveringen van bouwstoffen geen verrekenprijzen zijn vastgesteld, zal in voorkomende gevallen verrekening van meer- en minderwerk plaatsvinden tegen bedragen en/of prijzen, welke zijn samengesteld uit:
a. De voor de uitvoering nodige netto kosten voor het verrichten van werkzaamheden (uurlonen als genoemd in de aannemingsovereenkomst verhoogd met de wettelijke toeslagen en lasten), voor zover deze rechtstreeks op de uitvoering betrekking hebben.
b. De nettoprijzen op basis van franco levering op of in het Werk, welke betrekking hebben op de aanschaffing van bouwstoffen.
c. De overeengekomen aannemersvergoeding (opslag) voor meer- en minderwerk in welke vergoeding de algemene kosten en winst van de aannemer geacht worden te zijn begrepen. Geen opslag wordt berekend voor algemene bouwplaatskosten.
29.4 De aannemer kan geen aanspraak maken op provisie over werken en/of leveranties buiten het bestek.
Artikel 30 Bestekswijzigingen
30.1 De bevoegdheid tot aanbrengen van bestekswijzigingen als bedoeld in paragraaf 36 lid 2 van de UAV is voorbehouden aan de opdrachtgever.
30.2 Paragraaf 36 lid 3 van de UAV is niet van toepassing. De aannemer dient opgedragen meer- of minderwerk te allen tijde te aanvaarden en uit te voeren.
30.3 Kosten voor het vervaardigen van de nodige nieuwe tekeningen en/of wijzigingen van bestaande tekeningen ten gevolge van door de aannemer voorgestelde en door de directie goed te keuren wijzigingen van constructie en/of uitvoeringswijze zijn voor rekening van de aannemer. Opdrachtgever zal alsdan zelf de opdrachten tot wijziging van de tekeningen opdragen, facturering en betaling zal echter in directe relatie tussen adviseur en aannemer geschieden.
30.4 In afwijking van het bepaalde in paragraaf 36 lid 5 van de UAV geldt het volgende: Bij gemis van een schriftelijke opdracht heeft de aannemer geen recht op verrekening van meerwerk. Een aantekening in dagboek of weekrapport wordt slechts als signalering beschouwd. Onder een schriftelijke opdracht wordt mede begrepen een afspraak gemaakt door daartoe bevoegde personen in een bouwvergadering, vastgelegd in de geaccordeerde notulen van de betreffende vergadering of bevestigd per e-mail.
30.5 De bedragen van meer- en minderwerk die voortvloeien uit bestekswijzigingen dienen samengesteld te zijn uit:
x. Xx xxxxx kosten van de bouwstoffen;
b. De netto kosten van de arbeid, gebaseerd op het gemiddelde uurloon, voor zover deze rechtstreeks op het verwerken van de onder a bedoelde bouwstoffen betrekking heeft;
c. Een aannemersvergoeding van 5% over de onder a en b bedoelde netto kosten. Hierin begrepen zijn de vergoeding voor de bouwplaatskosten, de algemene bedrijfskosten en een opslag voor winst, risico en CAR-verzekering van de aannemer.
30.6 De aannemer moet bij zijn opgave van het meer- en minderwerk het gemiddelde CAOuurloon, inclusief toeslagen, sociale lasten, verlet- en reiskosten opgeven.
Artikel 31 Stelposten
31.1 In aanvulling op paragraaf 37 lid 1 van de UAV geldt het volgende: De in dit bestek genoemde bedragen van de stelposten zijn netto bedragen. De aankopen of bestellingen door de directie namens de aannemer zullen altijd netto plaatsvinden. Provisies zullen niet worden verrekend. De opslagen voor aannemersvergoedingen worden geacht reeds volledig in de aanneemsom te zijn opgenomen. Er worden derhalve geen opslagen ten laste gebracht van de in het bestek opgenomen stelposten.
31.2 In afwijking en aanvulling op paragraaf 37 lid 3 van de UAV geldt het volgende: Bij de ten laste van stelposten te brengen uitgaven, die betrekking hebben op de aanschaffing van bouwstoffen wordt gerekend met nettoprijzen op basis van franco levering op of in het vervoermiddel op het Werkterrein.
31.3 In gedeeltelijke afwijking van paragraaf 37 lid 8 van de UAV geldt het volgende: De zin
b. "een aannemersvergoeding … (enz.) … bedoelde nettokosten" vervalt.
31.4 Xxxxxxxxxx 00 lid 10 en lid 11 van de UAV zijn niet van toepassing.
31.5 Het tijdstip en de wijze van aflevering van de onderdelen waarvoor stelposten zijn genoemd moeten door de aannemer met de desbetreffende leverancier worden geregeld. Stagnatie van het Werk, ontstaan door overschrijding van de leveringstijd door de leverancier van voornoemde onderdelen en welke niet aan de opdrachtgever valt te verwijten, kan nimmer aanleiding geven tot betaling van schadeloosstelling aan de aannemer, terwijl dit ook geen verlenging van de in de aannemingsovereenkomst genoemde bouwtijd met zich kan brengen.
31.6 De levering van materialen, waarvoor stelposten zijn genoemd, doch waarvan de verwerking niet in de stelpost is begrepen, zal geschieden franco tot aan het Werk. Het transport op de bouwplaats is voor rekening van de aannemer. Indien de kosten besteed aan de stelposten minder zijn dan het bedrag van de stelposten zal het resterende vermeerderd met de in de aannemingsovereenkomst vastgelegde percentages op de aanneemsom worden gekort. Indien de kosten besteed aan de stelposten, het bedrag van de stelposten overschrijden, dan wordt het meerdere verhoogd met de in de aannemingsovereenkomst vastgelegde percentages aan de aannemer vergoed.
Artikel 32 Hoeveelheden
32.1 Paragraaf 38 lid 2 van de UAV is niet van toepassing. Geschatte hoeveelheden worden niet verrekend.
Artikel 33 Betalingen
33.1 In aanvulling op paragraaf 40 lid 2 van de UAV geldt het volgende: Betaling van de aanneemsom geschiedt in termijnen volgens het desbetreffende overzicht in de aannemingsovereenkomst. Betaling van meer- en minderwerk anders dan bestekswijzigingen - waarvoor immers artikel 29.1 sub d geldt - geschiedt bij de eindafrekening, tenzij in specifieke gevallen reeds (gedeeltelijk) eerder betaald werd.
33.2 Opdrachtgever kan voor nog uit te voeren werk na de oplevering een redelijk bedrag op de betalingen inhouden, welk bedrag zal worden betaald na uitvoering daarvan.
33.3 Het bepaalde in paragraaf 43 van de UAV is niet van toepassing. Het recht op betaling van de aanneemsom mag noch gedeeltelijk noch geheel worden overgedragen of
worden verpand behoudens expliciete voorafgaande schriftelijke toestemming van de opdrachtgever.
Artikel 34 Kortingen
34.1 In aanvulling op paragraaf 42 lid 2 van de UAV geldt het volgende: Er zal een korting voor te late oplevering worden opgelegd. Het bedrag van de korting wordt in de aannemingsovereenkomst geregeld.
34.2 Het bepaalde in paragraaf 42 lid 3 van de UAV wordt gewijzigd als volgt: "De korting zal worden opgelegd over elke kalenderdag dat de oplevering is vertraagd ten opzichte van de overeengekomen dag van oplevering (en derhalve niet slechts over werkdagen). Het bepaalde in deze paragraaf laat onverlet een beroep van de aannemer op overmacht die is ingetreden voorafgaand aan de overeengekomen dag van oplevering, voor zover daarmede bij een verleende termijnsverlenging geen rekening is gehouden. Het hier bepaalde laat voorts de matigingsbevoegdheid onverlet van de rechter op grond van de wet”.
Artikel 35 Zekerheidstelling
35.1 Het bepaalde in paragraaf 43a van de UAV is niet van toepassing.
35.2 Van de aannemer wordt een bankgarantie verlangd. Het bedrag van de bankgarantie alsmede de tekst daarvan zullen in de aannemingsovereenkomst worden geregeld.
35.3 De bevoegdheid van de aannemer om de nakoming van een verplichting tot afgifte van een zaak aan de opdrachtgever op te schorten, geldt niet indien aan de aannemer genoegzame zekerheid wordt aangeboden.
Artikel 36 In gebreke blijven, onvermogen of overlijden van de opdrachtgever
36.1 De rente van het wettelijk percentage als bedoeld in paragraaf 45 lid 1 UAV is het percentage als bedoeld in de artikelen 119 en 120 lid 1 boek 6 BW.
Artikel 37 In gebreke blijven, onvermogen of overlijden van de aannemer
37.1 Indien de directie ten gevolge van het in gebreke blijven van de aannemer het Werk voortzet of doet voortzetten, is zij bevoegd daartoe gebruik te maken van de voor de uitvoering van het Werk aanwezige loodsen, keten, directieverblijven, afsluitingen, steigers, werktuigen, gereedschappen en andere hulpmiddelen van de aannemer. Zij worden, nadat zij niet meer nodig zijn, ter beschikking gesteld van de aannemer. Indien van deze bevoegdheid van de directie gebruik wordt gemaakt, heeft de aannemer geen aanspraak op vergoeding voor dat gebruik. Voor schade aan die hulpmiddelen toegebracht zal aan aannemer een billijke vergoeding worden toegekend. Teneinde de directie in staat te stellen om met behoorlijke kennis van zaken te oordelen over de werkkrachten en de middelen van uitvoering, overhandigt
de aannemer haar, zo dikwijls als zulks gevorderd wordt, duidelijke door hem ondertekende lijsten en opgaven, zowel van personeel (eigen personeel en personeel van onderaannemers) als van de bouwstoffen, werktuigen en middelen van uitvoering.
Artikel 38 Beslechting van geschillen
38.1 Het bepaalde in paragraaf 49 van de UAV is niet van toepassing.
38.2 Beslechting van geschillen zal geschieden door de bevoegde rechter.
Artikel 39 CAR-verzekering door de opdrachtgever
39.1 Onverminderd de aansprakelijkheid van de bij de bouw betrokken partijen, sluit de opdrachtgever een Construction All Risks (CAR) verzekering af, tenzij opdrachtgever en aannemer xxxxxx xxxxxxxxxxxx. Opdrachtgever zal een kopie van de polis van de CAR verzekering aan aannemer verstrekken.
39.2 De genoemde eigen risico’s in de CAR verzekering van opdrachtgever komen ten laste
van de aannemer.
39.3 Voor de mogelijke aansprakelijkheid op basis van de overeenkomst moet de aannemer zich ten genoegen van de opdrachtgever afdoende bijverzekeren ter zake van die zaken die niet door de reeds genoemde CAR verzekering van de opdrachtgever worden gedekt.
39.4 De aannemer geeft een kopie van het bewijsstuk, waaruit het sluiten van de vereiste verzekeringen blijkt, binnen veertien dagen na aanvang van het Werk, en een kopie van de polis alsmede de premiekwitanties onmiddellijk na ontvangst daarvan, aan de opdrachtgever.
39.5 De aannemer zal bedingen, dat ingeval van wanbetaling van een premie van een vereiste verzekering dan wel de opzegging van de polis om andere redenen, de verzekeraar hiervan per aangetekende brief aan de opdrachtgever mededeling zal doen en dat de verzekering na verzending van bedoelde brief nog veertien dagen zal doorlopen, gedurende welke periode de opdrachtgever het recht heeft op kosten van de aannemer een nieuwe verzekering op dezelfde voorwaarden te sluiten. De uit dien hoofde betaalde premie en kosten worden op de aanneemsom ingehouden.
39.6 De vereiste verzekeringen dienen primaire dekking te geven.
39.7 De eventuele afmakingscourtage bij schade-uitkering moet in de vereiste verzekeringen zijn opgenomen.
39.8 De duur van de vereiste verzekeringen loopt van de aanvang van het Werk tot en met de dag van oplevering van het Werk en de daarop volgende onderhoudstermijn.
39.9 De aannemer moet alle schades onverwijld melden in de bouwvergaderingen. Vervolgens beslist de opdrachtgever welke schades de aannemer moet melden bij de CARverzekeraar van de opdrachtgever.
Artikel 40 Schade aan belendingen, verzekering door de bouwkundig aannemer
40.1 De bouwkundig aannemer verzekert het risico van het toebrengen van schade aan belendingen als gevolg van de uitvoering van het Werk voor zover deze nog niet door de CAR-verzekering van opdrachtgever is gedekt.
40.2 De verzekeraar dient een te goeder naam en faam bekend staande verzekeraar te zijn met vestiging in Nederland.
40.3 De bouwkundig aannemer geeft het bewijsstuk, waaruit het sluiten van de vereiste verzekering blijkt, binnen veertien dagen na aanvang van het Werk, en de polis alsmede de premiekwitanties onmiddellijk na ontvangst daarvan, aan de opdrachtgever in bewaring.
40.4 De duur van de verzekering loopt van de aanvang van het Werk tot en met de dag van de oplevering van het Werk en de daarop volgende onderhoudstermijn.
Artikel 41 Verrekening van wijzigingen van kosten en prijzen
41.1 Niet verrekenbaar zijn wijzigingen van kosten en prijzen, zoals kosten van lonen en sociale lasten, huur- en brandstofprijzen en prijzen van voor het Werk bestemde bouwstoffen, tenzij in de aannemingsovereenkomst anders is bepaald.
Artikel 42 Tekeningen en berekeningen
42.1 Van de tekeningen en andere gegevens benodigd voor de uitvoering van het Werk worden aan de aannemer kosteloos éénmalig in digitale vorm, alsmede éénmalig op papier verstrekt.
42.2 De overige eisen die aan de tekeningen en gegevens worden gesteld, staan vermeld in het bestek.
42.3 De aannemer blijft, ook na goedkeuring door de directie, verantwoordelijk voor de door hem gemaakte tekeningen en berekeningen. Tevens blijft de aannemer verantwoordelijk voor het tijdig verstrekken van de tekeningen aan de directie, de door aannemer bepaalde werkwijze en voor de maatvoering en dergelijke. De opdrachtgever controleert de tekeningen alleen op hoofdlijnen.
42.4 De opdrachtnemer zal, voor zover niet anders bepaald, de voor de uitvoering benodigde berekeningen en tekeningen van alle hoofddraagconstructies alsmede alle berekeningen en tekeningen van ter plaatse gestorte betonconstructies, met uitzondering van wapeningsnetten, laten vervaardigen en deze ter goedkeuring indienen bij de plaatselijke dienst van Bouw- en Woningtoezicht. Op de ontwerp- en
werktekeningen van betonconstructies worden grote bouwkundige sparingen, zoals onder andere voor kozijnen, alsmede grote installatieonderdelen, zoals onder andere voor luchtkanalen en schachten, opgenomen.
42.5 Door of namens de bouwkundig aannemer dienen de productietekeningen en detailberekeningen verzorgd te worden van vooraf te vervaardigen onderdelen van beton- en staalconstructies en van wapeningsnetten. De uitwerking dient aan de hand van het bestek (inclusief tekeningen) en de berekeningen te geschieden.
42.6 De bouwkundig aannemer dient de nodige tekeningen te vervaardigen van sparingen en voorzieningen ten behoeve van bouwkundige onderdelen en ten behoeve van het technische installatiewerk. De genoemde tekeningen en berekeningen dienen te worden gemaakt in overleg met de directie die daartoe alle noodzakelijke inlichtingen zal verstrekken. De betreffende tekeningen en berekeningen gedigitaliseerd en in drievoud als afdruk ter goedkeuring bij de directie indienen; na goedkeuring door de directie de tekeningen gedigitaliseerd en in viervoud afgedrukt verstrekken aan de directie en aan de overige bouwpartners naar behoefte. De directie controleert de tekeningen en berekeningen van de leverancier van de vooraf te vervaardigen onderdelen uitsluitend op de constructieve aspecten en dient deze in bij Bouw- en Woningtoezicht. De bouwkundig aannemer controleert de tekeningen van de leverancier van de vooraf te vervaardigen onderdelen op maatvoering en overige zaken. De architect/directie controleert de tekeningen van de leverancier van de vooraf te vervaardigen onderdelen op bouwkundige zaken.
42.7 De aannemer is gehouden zijn onderaannemers op de hoogte te stellen van voorkomende wijzigingen op tekening. Alle door de aannemer vervaardigde detail werk en revisietekeningen dienen bij de oplevering van het Werk gedigitaliseerd aan de directie verstrekt te worden.
42.8 De aannemer dient de door de directie verstrekte werktekeningen met het bestek te vergelijken en afwijkingen onmiddellijk bij de directie te melden. Bij geconstateerde afwijkingen berust de beslissing over de uitvoering bij de directie.
42.9 Alvorens tot uitvoering van het technische installatiewerk over te gaan zal de installateur gedetailleerde werktekeningen vervaardigen van technische ruimten, ketelruimten, onderstations, schakel- en meterkasten, leidingschachten en dergelijke en deze ter goedkeuring voorleggen aan de directie, en zo nodig eveneens aan Bouw- en Woningtoezicht en nutsbedrijven.
42.10 Op de tekeningen moeten worden aangegeven alle toe te passen materialen alsmede detailleringen van bevestigingen, reinigings- en inspectieluiken, leidschoepen, roosters, schakelkasten, enz.
42.11 Van de, door derden, via de installateur, ten behoeve van het Werk te leveren onderdelen, dienen eveneens detailtekeningen en maatschetsen verstrekt te worden. Daarnaast dient de installateur alle door de directie verlangde maten en hoeveelheden,
alsmede alle overige voor het Werk vereiste gegevens van aan te kopen of op te stellen apparatuur enz. te verstrekken.
42.12 Alle genoemde tekeningen dienen gedigitaliseerd en in 6-voud afgedrukt ter beoordeling bij de directie te worden ingediend. Na goedkeuring dan wel na het verwerken van eventuele op- en aanmerkingen dienen deze tekeningen gedigitaliseerd in 4-voud afgedrukt aan de directie ter beschikking te worden gesteld en aan de overige bouwpartners naar behoefte.
42.13 Teneinde coördinatieproblemen in een vroegtijdig stadium te signaleren dan wel op te lossen, dient de installateur tijdig en in voldoende mate met zijn mede-installateurs de benodigde werktekeningen en technische informatie uit te wisselen.
42.14 De installateur vrijwaart de opdrachtgever van elke aansprakelijkheid voor eventuele fouten in door de installateur gemaakte tekeningen en berekeningen, die bij controle door de directie niet zijn onderkend; de controle wordt beschouwd als een aan de installateur bewezen dienst.
42.15 De installateur dient zorg te dragen, dat het technische installatiewerk van het bestek voldoet aan alle door overheidsinstanties/nutsbedrijven te stellen eisen; hiertoe dienen tevens alle benodigde tekeningen, berekeningen, enz. tijdig bij deze instanties te worden ingediend.
42.16 Van de, door overheidsinstanties/nutsbedrijven goedgekeurde tekeningen/berekeningen, dienen (digitale) kopieën aan de directie te worden verstrekt.
42.17 Digitale versies van tekeningen kunnen tussen partijen niet als bewijs dienen ingeval van onenigheid over de status van een tekening en/of de inhoud van een tekening.
Artikel 43 Maatvoering
43.1 Door de aannemer dienen alle werk- en detailtekeningen, ook die welke door of vanwege de aannemer worden vervaardigd, op hun juistheid qua maatvoering te worden gecontroleerd.
43.2 Alle in het bestek en op tekeningen aangegeven maten en aantallen dienen door de aannemer voorafgaand aan de vervaardiging van de betreffende onderdelen en voorafgaand aan de uitvoering van het Werk te worden gecontroleerd.
43.3 De aannemer dient bij aanvang van de werkzaamheden de bouwlocatie geheel in te meten en te controleren met de verstrekte bestek- en werktekeningen. De aannemer dient alle maatvoeringen op bestek en/of werktekeningen vooraf ook in het Werk te controleren (waaronder mede begrepen het peil).
43.4 De aannemer moet de directie tijdig in kennis stellen van de tijdstippen waarop controlemetingen van de maatvoering in het Werk plaatsvinden.
Artikel 44 Ketenaansprakelijkheid / verleggingsbesluit omzetbelasting
44.1 De verleggingsregeling BTW is van toepassing.
44.2 In het kader van de verplichtingen rustend op de opdrachtgever inzake de ketenaansprakelijkheid dient aannemer te voldoen aan de hieronder vermelde verplichtingen en voorwaarden:
a. De aannemer dient te beschikken over en aan de opdrachtgever te overhandigen:
i. zijn geldig inschrijvingsbewijs bij een bedrijfsvereniging, voor zover de bedrijfsvereniging dat verstrekt;
ii. een uittreksel van zijn inschrijving bij de Kamer van Koophandel (actueel/niet ouder dan 1 jaar);
iii. een recente betalingsgedragverklaring van de fiscus (niet ouder dan 3 maanden);
iv. een afschrift van de g-rekeningovereenkomst in de zin van de Uitvoeringsregeling inleners-, keten- en opdrachtsgeveraansprakelijkheid 2004.
b. De aannemer dient op verzoek onverwijld aan de opdrachtgever te verstrekken de registratie als bedoeld in (artikel 6 van) de Uitvoeringsregeling inleners-, keten- en opdrachtgeversaansprakelijkheid 2004, ingericht naar de eisen van zijn bedrijf, van de personen die zijn ingeleend of werk in (onder)aanneming hebben verricht en van de dagen waarop en de uren gedurende welke die personen werkzaamheden hebben verricht in verband waarmee voor de inlener en aannemer aansprakelijkheid bestaat ingevolge artikel 34 onderscheidenlijk artikel 35 van de Invorderingswet 1990;
c. De aannemer dient desgevraagd aan de opdrachtgever te verstrekken: kopieën van een geldig paspoort of identiteitsbewijs van alle te werk gestelde werknemers (waaronder ingeleende werknemers en werknemers van onderaannemers).
d. De aannemer dient al zijn verplichtingen jegens de door hem in het Werk gestelde werknemers strikt nakomen.
e. Per de 1e dag van elk kalenderkwartaal zal de aannemer aan de opdrachtgever doen toekomen de betalingsgedragverklaring als onder artikel 44.2 sub a onder iii beschreven, zoals bedoeld in de in het kader van de ketenaansprakelijkheid vastgestelde richtlijnen t.a.v. betalingsgedragverklaringen.
44.3 De opdrachtgever is te allen tijde bevoegd op de werkplek te controleren welke werknemers (waaronder ingeleende werknemers en werknemers van onderaannemers) aanwezig zijn, alsmede de identiteit van die werknemers te controleren.
44.4 De aannemer is niet bevoegd het Werk of een deel van het Werk door een derde te laten uitvoeren dan na van de opdrachtgever verkregen schriftelijke goedkeuring.
44.5 De aannemer is voorts niet bevoegd gebruik te maken van ter beschikking gestelde (ingeleende) arbeidskrachten dan na van de opdrachtgever verkregen schriftelijke goedkeuring.
44.6 Indien de aannemer het Werk met inachtneming van het hiervoor onder artikel 43.3 gestelde - geheel of gedeeltelijk - opdraagt aan een andere aannemer, dient hij daarvan een schriftelijk contract op te stellen. Hiervan dienen de voorwaarden van onderhavige aannemingsovereenkomst tussen opdrachtgever en aannemer deel uit te maken, met dien verstande, dat de opdrachtgevende aannemer daarin de rechtspositie inneemt van de opdrachtgever en de opdrachtnemende onderaannemer die van de aannemer.
44.7 De aannemer dient opdrachtgever een getekende kopie van deze uitbestedingsovereenkomst (zonder bedragen) ter beschikking te stellen.
44.8 De aannemer verplicht zich jegens de opdrachtgever om aan zijn verplichtingen op grond van de Wet op de loonbelasting 1964 en de Wet financiering sociale verzekeringen tot afdracht van Loonheffingen (= loonbelasting, premie volksverzekeringen, premies werknemersverzekeringen en de inkomensafhankelijke bijdrage ingevolge de Zorgverzekeringswet) die hij in verband met het aan hem opgedragen Werk verschuldigd is, stipt te voldoen.
44.9 De opdrachtgever is te allen tijde gerechtigd de hierboven bedoelde bedragen aan Xxxxxxxxxxxxx aan de aannemer te betalen door storting op diens g-rekening in de zin van de Uitvoeringsregeling inleners-, keten- en opdrachtgeveraansprakelijkheid 2004.
44.10In gevallen als in artikel 44.8 en 44.9 bedoeld, is de opdrachtgever na betaling hiervan jegens de aannemer gekweten, voor zover het deze bedragen betreft.
44.11De opdrachtgever is gerechtigd betalingen aan de aannemer op te schorten zolang de bescheiden bedoeld onder artikel 44.2 sub a niet tijdig aan hem zijn verstrekt.
44.12De factuur dient te voldoen aan de eisen zoals gesteld in artikel 35 van de Wet op de Omzetbelasting 1968. De aannemer dient op zijn gedagtekende genummerde factuur in ieder geval de volgende gegevens duidelijk en overzichtelijk te vermelden:
a. het werknummer en het contractnummer, dat op het Werk betrekking heeft;
b. het Werk en de plaats(en) van uitvoering waarop de factuur betrekking heeft;
c. het in het gefactureerde bedrag opgenomen aandeel betreffende premies sociale verzekeringen en loonbelasting, voor de afdracht waarvan de opdrachtgever op grond van artikel 35 van de Invorderingswet 1990 hoofdelijk aansprakelijk is;
d. naam, adres en woonplaats van de aannemer;
e. een opgave of de verleggingsregeling met betrekking tot de omzetbelasting al dan niet van toepassing is en in het laatste geval het bedrag van de omzetbelasting.
f. het werknummer en het contractnummer, dat op het Werk betrekking heeft;
g. het Werk en de plaats(en) van uitvoering waarop de factuur betrekking heeft;
h. het in het gefactureerde bedrag opgenomen aandeel betreffende premies sociale verzekeringen en loonbelasting, voor de afdracht waarvan de opdrachtgever op grond van artikel 35 van de Invorderingswet 1990 hoofdelijk aansprakelijk is;
i. naam, adres en woonplaats van de aannemer;
j. een opgave of de verleggingsregeling met betrekking tot de omzetbelasting al dan niet van toepassing is en in het laatste geval het bedrag van de omzetbelasting.
44.13Indien de opdrachtgever na aansprakelijkstelling voor het niet betalen van verschuldigde Xxxxxxxxxxxxx door de aannemer of na hem komende aannemers, deze Loonheffingen heeft moeten voldoen, heeft de opdrachtgever tot in totaal het gehele bedrag dat door hem is voldaan, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in de artikelen 119a en 120 lid 2 boek 6 BW vanaf het moment van voldoening door de opdrachtgever, verhaal op de aannemer, en/of na hem komende aannemers een en ander naar keuze van de opdrachtgever. Indien de aannemer en/of na hem komende aannemers op overeenkomstige wijze Xxxxxxxxxxxxx heeft/hebben moeten voldoen in verband met het niet betalen door na hem/hen komende aannemers zal er geen verhaal zijn op de opdrachtgever. Aldus vrijwaart de aannemer de opdrachtgever van verhaalsaanspraken als bedoeld in de artikelen 35 en 55 van de Invorderingswet 1990.
44.14Door voldoening door de opdrachtgever heeft de opdrachtgever op de aannemer verhaal ten belope van hetgeen door de opdrachtgever te dezer zake is voldaan, xxxxxxxxxxx met de wettelijke rente als bedoeld in de artikelen 119a en 120 lid 2 boek 6 BW vanaf het moment van voldoening door de opdrachtgever.
44.15De opdrachtgever is gerechtigd de overeenkomst - geheel of gedeeltelijk - zonder dat daartoe enige ingebrekestelling of rechterlijke tussenkomst vereist is, middels een daartoe strekkende verklaring te ontbinden, zulks onverminderd zijn verdere recht op schadevergoeding, indien de aannemer de Wet op de loonbelasting 1964 en de Wet financiering sociale verzekeringen niet naleeft. Dit geldt eveneens indien de aannemer de bedrijfsuitoefening dan wel zeggenschap daarover aan een en ander overdraagt, tenzij de overdragende en de overnemende partij ten genoegen van de opdrachtgever garanderen dat de uitvoering van de overeenkomst dientengevolge geen nadeel ondervindt.
44.16De opdrachtgever is gerechtigd zijn vorderingen uit hoofde van het in dit artikel aangaande ketenaansprakelijkheid bepaalde op de aannemer te verrekenen met het ter zake van de overeenkomst aan de aannemer verschuldigde saldo. De opdrachtgever is tevens gerechtigd zijn vorderingen op of schulden aan de aannemer te verrekenen met schulden aan respectievelijk vorderingen op een groepsmaatschappij van de aannemer in de zin van artikel 2:24b BW.
Artikel 45 Schade aan het Werk
45.1 In aanvulling op paragraaf 44 lid 6 van de UAV geldt het volgende: Indien de aannemer ondanks behoorlijke ingebrekestelling in gebreke blijft de nodige herstellingen op eerste aanzegging van de directie te verrichten, zullen deze vanwege de opdrachtgever worden uitgevoerd zonder verdere ingebrekestelling van de aannemer, terwijl de kosten van de herstellingen voor rekening van de aannemer komen en op de eerstkomende termijnbetaling in mindering zullen worden gebracht.
OVERIGE BEPALINGEN
Artikel 46 Overige bepalingen
46.1 Goedkeuring, afstempeling of controle door de opdrachtgever of door de directie namens de opdrachtgever van ter goedkeuring aangeboden tekeningen of andere documenten houdt geen overdracht in op de opdrachtgever van het risico van eventuele onjuistheden in die tekeningen of documenten en laat onverlet de aanspraken van de opdrachtgever jegens de aannemer ter xxxx xxx xxxxx eventuele onjuistheden.
46.2 Indien de opdrachtgever een of meerdere malen geen of slechts gedeeltelijk gebruik maakt van een hem toekomend recht, zal dat niet kunnen worden beschouwd als afstand van recht of verwerking van het recht om in toekomstige gevallen van dit recht gebruik te maken.
46.3 Evenmin kan een betaling door de opdrachtgever worden uitgelegd als een erkenning van verschuldigdheid van het betaalde bedrag of als goedkeuring van de prestatie waarvoor de betaling werd verricht.
Artikel 47 Kostenverhogende omstandigheden
47.1 Verhoging van de aanneemsom als bedoeld in paragraaf 47 UAV kan, behoudens afspraak tussen partijen daarover, slechts door de rechter geschieden. Kostenverhogende omstandigheden als bedoeld in artikel 7:753 BW en paragraaf 47 UAV zullen in geen geval kunnen leiden tot aanpassing van de aanneemsom indien de kostenverhoging als gevolg van deze omstandigheden 10 % of minder van de aanneemsom bedraagt. Indien de aanwezigheid van kostenverhogende omstandigheden als hier bedoeld door partijen of door de rechter wordt aangenomen, zal de aanneemsom slechts worden verhoogd voor zover de kostenverhoging meer bedraagt dan 10 % van de aanneemsom.
Artikel 48 Pluraliteit
48.1 Ingeval de opdrachtgever het project waarvoor de werkzaamheden worden verricht verkoopt aan een derde (hierna te noemen: de verkrijger), zal de verkrijger vanaf de eerste (technische) (deel )oplevering van het Werk aan de verkrijger dan wel de
juridische levering van het project aan de verkrijger (welk van beide het eerste is) gerechtigd zijn naast en los van de opdrachtgever zelfstandig gehele of gedeeltelijke nakoming te vorderen van de prestaties die door de aannemer op grond van de aannemingsovereenkomst moeten worden verricht (uiteraard onder toepasselijkheid van de bepalingen en voorwaarden zoals vastgelegd in de aannemingsovereenkomst en de daarbij behorende bijlagen), en voorts slechts voor zover zulke gerechtigdheid van de verkrijger ook voortvloeit uit de overeenkomst tussen de opdrachtgever en de verkrijger, alles met dien verstande dat voldoening door de aannemer aan de één (opdrachtgever of verkrijger) de aannemer ook bevrijdt jegens de ander (verkrijger of opdrachtgever).
48.2 In geval rechten van de opdrachtgever jegens de aannemer uit de aannemingsovereenkomst van rechtswege bij de verkrijging van het Werk door de verkrijger als zogenaamd ‘kwalitatief recht’ op grond van artikel 6:251 BW, dan wel op grond van overdracht op de verkrijger (zouden) zijn overgegaan, zal de opdrachtgever niettemin gerechtigd blijven naast en los van de verkrijger zelfstandig gehele of gedeeltelijke nakoming te vorderen van de prestaties die met deze rechten kunnen worden gevorderd,
met dien verstande dat voldoening door de aannemer aan de één (opdrachtgever of verkrijger) de aannemer ook bevrijdt jegens de ander (verkrijger of opdrachtgever).
48.3 In geval de aannemer op grond van deze aannemingsovereenkomst (technische) garanties moet laten stellen door een onderaannemer of toeleverancier, dient de aannemer daarbij, op vergelijkbare gelijke wijze als bedoeld in artikel 47.1 en 47.2, in die garanties te doen opnemen, dat zowel de opdrachtgever als de verkrijger, naast en los van elkaar gerechtigd zijn zelfstandig gehele of gedeeltelijke nakoming te vorderen van de betreffende gegarandeerde prestaties, met dien verstande dat voldoening door de onderaannemer of leverancier aan de één (opdrachtgever of verkrijger) de onderaannemer of leverancier ook bevrijdt jegens de ander (verkrijger of opdrachtgever).
Artikel 49 Vreemdelingen op het bouwterrein
49.1 De aannemer moet met het oog op de voorschriften van de Wet arbeid vreemdelingen, controle en toezicht houden op alle voor het Werk te werk gestelde werknemers, waaronder mede begrepen werknemers van uitzendbureaus, loonbedrijven, leveranciers en onderaannemers.
49.2 Het is de aannemer verboden:
a. werknemers op het bouwterrein toe te laten en/of arbeid te laten verrichten zonder eerst hun identiteit vast te stellen aan de hand van een geldig identiteitsbewijs in de zin van de Wet op de identificatieplicht;
b. vreemdelingen in de zin van de Vreemdelingenwet 2000 zonder tewerkstellingsvergunning als werknemer op het bouwterrein toe te laten.
49.3 De aannemer is verplicht kopieën van de identiteitsbewijzen (conform AVG) van alle voor het Werk te werk gestelde vreemdelingen in zijn administratie op te nemen vóór aanvang van hun arbeid. Deze kopieën dient de aannemer te bewaren tot tenminste vijf jaren na het einde van het kalenderjaar waarin de arbeid door de vreemdeling is beëindigd.
49.4 Nakoming van de in artikel 48.3 genoemde verplichtingen door de aannemer, heeft mede te gelden als handeling van de opdrachtgever zelf, feitelijk uitgevoerd door de aannemer voor de opdrachtgever als werkgever. De administratieve gegevens die de aannemer in dit verband houdt, worden mede-eigendom van de aannemer en de opdrachtgever.
49.5 De aannemer is verplicht aan de Arbeidsinspectie alle medewerking te verlenen die deze redelijkerwijs kan vorderen bij de vaststelling van de identiteit van een te werk gestelde werknemer.
49.6 De aannemer vrijwaart de opdrachtgever voor boetes, kosten en schade voor de opdrachtgever die het gevolg zijn van het niet of niet correct nakomen van de hier bedoelde verplichtingen.
Artikel 50 Bescherming van Persoonsgegevens bij Doorgifte
50.1 Voor uitvoering van de Overeenkomst of een wettelijke plicht, verstrekt Rochdale persoonsgegevens van Xxxxxxxxxx(n) aan de aannemer dan wel wisselen Partijen persoonsgegevens met elkaar uit. Vervolgens verwerkt de aannemer deze persoonsgegevens waarbij hij zelfstandig de doeleinden en middelen van de verwerking bepaalt.
50.2 In het kader van de nieuwe regelgeving op het gebied van privacy en gegevensbescherming, de Algemene Verordening Gegevensbescherming, willen Partijen afspraken maken over de (eenzijdige) verstrekking of uitwisseling van persoonsgegevens van Betrokkene(n).
50.3 Ten behoeve van deze afspraken wordt een aantal begrippen uit de AVG gebruikt. Deze hebben de volgende betekenis:
− AVG: Algemene Verordening Gegevensbescherming.
− Uitvoeringswet: de Uitvoeringswet Algemene Verordening Gegevensbescherming.
− Betrokkene(n): degene(n) op wie een Persoonsgegeven betrekking heeft.
− Inbreuk in verband met Persoonsgegevens of Datalek: een inbreuk op de beveiliging die per ongeluk of op onrechtmatige wijze leidt tot de vernietiging, het verlies, de wijziging of de ongeoorloofde verstrekking van of de ongeoorloofde toegang tot doorgezonden, opgeslagen of anderszins verwerkte gegevens.
− Overeenkomst: de Aannemingsovereenkomst tussen Rochdale en de aannemer.
− Persoonsgegevens: alle informatie over een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon, die de aannemer in het kader van uitvoering van de Overeenkomst verwerkt.
− Verwerking: een bewerking of een geheel van bewerkingen in het kader van de Overeenkomst met betrekking tot Persoonsgegevens, of een geheel van Persoonsgegevens, al dan niet uitgevoerd via geautomatiseerde procedés, zoals het verzamelen, vastleggen, ordenen, structureren, opslaan, bijwerken of wijzigen, opvragen, raadplegen, gebruiken, verstrekken door middel van doorzending, verspreiding of op andere wijze ter beschikking stellen, aligneren of combineren, afschermen, wissen of vernietigen.
50.4 Partijen stellen allereerst vast dat Partijen ten behoeve van de Overeenkomst weliswaar met elkaar samenwerken maar dat de aannemer bij uitvoering van de Overeenkomst ‘verwerkingsverantwoordelijke’ is in de zin van de AVG. De aannemer verwerkt zelfstandig de verstrekte persoonsgegevens voor [een] door hem te bepalen eigen doeleinde[n]. Voor deze verwerking van persoonsgegevens door de aannemer bestaat geen verplichting een verwerkersovereenkomst tussen Partijen te sluiten.
50.5 Als verwerkingsverantwoordelijke is de aannemer verplicht zorg te dragen voor een correcte uitvoering van de AVG, de Uitvoeringswet alsmede alle andere relevante wetgeving.
50.6 De aannemer is in hoedanigheid van verwerkingsverantwoordelijke onder meer:
− gehouden de organisatorische en technische beveiligingsmaatregelen te treffen die nodig zijn om te voldoen aan de AVG. Eventuele kosten die gemaakt worden om een inbreuk op de beveiliging van betreffende Persoonsgegevens op te lossen, komen voor rekening van De aannemer als verwerkingsverantwoordelijke;
− te allen tijde verantwoordelijk voor alle handelingen van derden die hij tijdens de uitvoering van zijn werkzaamheden inschakelt. Gelijk als voor eigen werkzaamheden, is e aannemer verplicht ervoor zorg te dragen dat deze derden de AVG strikt naleven. De aannemer is aansprakelijk en verantwoordelijk indien een derde niet conform de AVG handelt.
− De aannemer is verplicht om de Autoriteit Persoonsgegevens tijdig te informeren als door toedoen van hem of door hem ingeschakelde derde een Datalek wordt veroorzaakt;
− de partij bij wie een Betrokkene in de zin van de AVG terecht kan met vragen en uitoefening van rechten ten aanzien van de verwerkingen door de aannemer.
50.7 Ten behoeve van de in de Overeenkomst aangegeven doel(en) zal Rochdale de eveneens in de Overeenkomst gespecificeerde persoonsgegevens van de Betrokkene(n) aan de aannemer verstrekken.
50.8 De aannemer zal de van Rochdale verkregen Persoonsgegevens enkel gebruiken voor de in de Overeenkomst overeengekomen doelen en eventueel wettelijk bepaalde doeleinden. De aannemer zal de door Rochdale verstrekte Persoonsgegevens aldus niet voor andere of verdergaande doeleinden gebruiken dan redelijkerwijze nodig is ter uitvoering van de Overeenkomst, tenzij Partijen hiertoe andersluidende schriftelijke afspraken maken. De aannemer mag de ontvangen persoonsgegevens enkel verrijken met zelfstandig bij Betrokkene(n) opgevraagde persoonsgegevens als dit noodzakelijk is bij de uitvoering van de overeengekomen dan wel wettelijke vastgelegde doeleinden.
50.9 De aannemer informeert Rochdale zonder onredelijke vertraging, doch uiterlijk binnen
24 uur, zodra hij kennis heeft genomen van een Datalek. Deze kennisgeving aan Rochdale geschiedt per e-mail via xxxx@xxxxxxxx.xx. De aannemer is als
verwerkingsverantwoordelijke verantwoordelijk voor een tijdige melding van een Datalek bij de Autoriteit Persoonsgegevens.
50.10Communicatie richting de Betrokkene(n) over het Datalek zal altijd geschieden in overleg.
50.12Indien de Overeenkomst tussen de aannemer en Rochdale eindigt, zal de aannemer ervoor zorgdragen dat alle door Rochdale aan de aannemer verstrekte persoonsgegevens worden geretourneerd aan Rochdale of met instemming van Rochdale worden vernietigd, behoudens voor zover een dwingend wettelijke bepaling hieraan in de weg staat.
50.13Indien de aannemer dan wel een door de aannemer ingeschakelde derde in strijd handelt met de AVG, de Uitvoeringswet en/of relevante wet- en regelgeving op het gebied van bescherming van Persoonsgegevens, dan zal de aannemer Rochdale vrijwaren tegen aanspraken van derden ter zake.
Artikel 51 Geheimhouding
51.1 Partijen verplichten zich om al wat bij de uitvoering van de Overeenkomst ter kennis komt en waarvan het vertrouwelijke karakter bekend is of redelijkerwijs kan worden vermoed, op generlei wijze bekend te maken – inclusief via kanalen van sociale media
– of voor eigen doeleinden te gebruiken, behalve voor zover enig wettelijk voorschrift of rechterlijke uitspraak tot bekendmaking noopt.
51.2 Partijen zullen de onder hen werkzame personen of door hen ingeschakelde derden verplichten deze geheimhoudingsplicht na te leven. Partijen zijn daarbij verplicht om zijn personeel dan wel door hen ingeschakelde derden een geheimhoudingsverklaring te laten ondertekenen.
51.3 Partijen hebben het recht om ingeval van overtreding van de voorgaande leden door de andere partij en/of de voor die partij werkzame personen en/of door die partij ingeschakelde derden de Overeenkomst per direct op te schorten dan wel zonder rechterlijke tussenkomst en zonder ingebrekestelling te ontbinden of op te zeggen, mits de overtreding zodanig ernstig is dat deze een dergelijke maatregel geacht wordt te rechtvaardigen. Elke opschorting dan wel ontbinding of opzegging geschiedt door middel van een aangetekend schrijven.
51.4 Schending van de geheimhoudingsplicht in dit artikel door de aannemer of derde(n) geeft Rochdale het recht een onmiddellijk opeisbare boete bij de aannemer in rekening
te brengen van 10.000 euro per gebeurtenis en met een maximum van 100.000 euro, onverminderd het recht van Rochdale op schadevergoeding indien en voor zover de schade het bedrag van de in rekening gebrachte en van de aannemer ontvangen boete overschrijdt.
51.5 Schending van de geheimhoudingsplicht door Rochdale tegenover de aannemer geeft de aannemer het recht een onmiddellijk opeisbare boete bij Rochdale in rekening te brengen van 10.000 euro per gebeurtenis en met een maximum van 100.000 euro, onverminderd het recht van de aannemer op schadevergoeding indien en voor zover de schade het bedrag van de in rekening gebrachte en van Rochdale ontvangen boete overschrijdt.
-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-