CARMIGNAC PATRIMOINE
CARMIGNAC PATRIMOINE
ICBE naar Frans recht
Geregeld bij Europese Richtlijn 2009/65/EG
11 februari 2021
I. ALGEMENE KENMERKEN
1° Vorm van de ICBE
Gemeenschappelijk beleggingsfonds (GBF)
2° Benaming
CARMIGNAC PATRIMOINE
3° Rechtsvorm en lidstaat waar het fonds is opgericht
Gemeenschappelijk beleggingsfonds (GBF) naar Frans recht (fonds commun de placement), opgericht in Frankrijk, geregeld bij Europese Richtlijn 2009/65/EG
4° Oprichtingsdatum en voorziene bestaansduur
Het fonds is op 3 november 2004 goedgekeurd door de Autorité des marchés financiers (de Franse toezichthouder). Het werd opgericht op 3 januari 2005 voor een duur van 99 jaar (negenennegentig jaar).
5° Samenvatting van het aanbod
Categorieën deelnemingsrechten | ISIN-code | Bestemming van de uit te keren bedragen | Uitdrukkingsvaluta | Potentiële beleggers | Minimumbedrag voor inschrijving* | Minimumbedrag voor latere bijstorting* |
A EUR Acc | FR0010135103 | Kapitalisatie | EUR | Alle inschrijvers | 1 deelnemingsrecht | 0,100 deelnemingsrecht |
A EUR Y dis | FR0011269588 | Uitkering | EUR | Alle inschrijvers | 1000 euro | 1000 euro |
E EUR Acc | FR0010306142 | Kapitalisatie | EUR | Alle inschrijvers | 1 deelnemingsrecht | 1 deelnemingsrecht |
A CHF Acc Hdg | FR0011269596 | Kapitalisatie | CHF (gehedged) | Alle inschrijvers | CHF 50.000.000 | CHF 1000 |
A USD Acc Hdg | FR0011269067 | Kapitalisatie | USD (gehedged) | Alle inschrijvers | USD 50.000.000 | USD 1000 |
A JPY Inc | FR0011443852 | Uitkering | JPY (gehedged) | Alle inschrijvers | JPY 25.000.000.000 | 1 deelnemingsrecht |
B JPY Inc | FR0011443860 | Uitkering | JPY | Alle inschrijvers | JPY 25.000.000.000 | 1 deelnemingsrecht |
Gehedgede deelnemingsrechten zijn tegen het valutarisico afgedekt.
* Het minimumbedrag voor inschrijving is niet van toepassing voor entiteiten van de Carmignac-groep of ICB's die de groep in beheer heeft.
6° Plaats waar het recentste jaarverslag en het recentste periodieke verslag verkrijgbaar zijn
De recentste jaarlijkse documenten, evenals de samenstelling van de activa, worden binnen een termijn van acht werkdagen toegezonden op schriftelijk verzoek van de belegger aan:
CARMIGNAC GESTION, 00, xxxxx Xxxxxxx, 00000 XXXXX
Contact: Afdeling marketing en communicatie Tel.: 33 (0)0.00.00.00.00
Fax: 33 (0)0.00.00.00.00
Deze gegevens, het prospectus en het document met essentiële beleggersinformatie (EBI) zijn ook beschikbaar op xxx.xxxxxxxxx.xxx. De website van de AMF (xxx.xxx-Xxxxxx.xxx) bevat aanvullende informatie over de lijst van voorgeschreven documenten en alle bepalingen ter bescherming van de beleggers.
II. DE PARTIJEN
1° Beheermaatschappij
CARMIGNAC GESTION, Société anonyme, 00 xxxxx Xxxxxxx, 00000 Xxxxx. Goedkeuring van de COB op 13 maart 1997, onder nummer GP 97-08.
2° Bewaarder en depotbank
BNP Paribas Securities Services, commanditaire vennootschap op aandelen,
Door de ACPR erkende kredietinstelling, postadres: 0, xxx xx Xxxxxxxxxxx, 00000 Xxxxxx
Taakomschrijving van de bewaarder: BNP Paribas Securities Services verricht de taken die worden omschreven in de voor het fonds geldende regelgeving:
- Bewaring van de activa van het fonds;
- Toetsing van de besluiten van de beheermaatschappij aan de voorschriften;
- Toezicht op de liquiditeitenstromen van het fonds.
De bewaarder wordt in opdracht van de beheermaatschappij ook belast met de boekhouding van de passiva van het fonds, bestaande uit de centralisatie van de inschrijvings- en terugkooporders voor deelnemingsrechten, en het bijhouden van de emissierekening van de deelnemingsrechten. De bewaarder is onafhankelijk van de beheermaatschappij.
Regeling van en omgang met belangenconflicten: met name als de beheermaatschappij andere commerciële relaties met BNP Paribas Securities Services onderhoudt dan de relaties die voortkomen uit haar functie van bewaarder, kunnen bepaalde potentiële belangenconflicten worden geïdentificeerd. Om dergelijke situaties te kunnen beheren heeft de bewaarder, ter voorkoming van belangenconflicten die zouden kunnen ontstaan als gevolg van zijn commerciële relaties, een beleid voor het beheer van belangenconflicten ontwikkeld dat regelmatig wordt bijgewerkt. Dit beleid heeft tot doel uit te maken welke situaties een potentieel belangenconflict inhouden en deze te analyseren, te beheren en te monitoren.
Gevolmachtigden: BNP Paribas Securities Services is verantwoordelijk voor de bewaring van de activa van het fonds. Om echter diensten te kunnen aanbieden in verband met de bewaring van activa, moet de bewaarder in een aantal landen zijn bewaartaken soms delegeren. Het proces van toewijzing van en controle op de sub-bewaarders voldoet aan de hoogste kwaliteitseisen, waaronder het beheer van belangenconflicten die als gevolg van dergelijke toewijzingen zouden kunnen ontstaan.
Een beschrijving van de gedelegeerde bewaartaken, een lijst van gevolmachtigden en sub-gevolmachtigden van BNP Paribas Securities Services, evenals informatie over belangenconflicten die zouden kunnen voortkomen uit dergelijke machtigingen, zijn beschikbaar op de website van BNP Paribas Securities Services: xxxx://xxxxxxxxxx.xxxxxxxxxx.xxx/xxxxxxxxx/xxxxx-xxxx-xxxxxxxx/xxxxxxxxxx-xxxx-xxx-xxxxxxx- serv.html.
De bijgewerkte informatie hierover is op aanvraag beschikbaar voor beleggers.
De lijst van sub-bewaarders is ook beschikbaar op de website xxx.xxxxxxxxx.xxx. Een papieren exemplaar van deze lijst is op aanvraag gratis beschikbaar bij Carmignac Gestion.
3° Externe accountants (bedrijfsrevisoren)
KPMG AUDIT, 0, xxxxxx Xxxxxxxx – 00000 Xxxxx Xx défense Ondertekenaar: Xxxxxxxx Xxxxxxxx
4° De verdeler(s)
CARMIGNAC GESTION, Société anonyme, 00 xxxxx Xxxxxxx, 00000 Xxxxx
De deelnemingsrechten van het fonds zijn verhandelbaar via Euroclear. Om die reden kan het voorkomen dat bepaalde verdelers niet in opdracht van de beheermaatschappij handelen of niet bekend zijn bij de beheermaatschappij.
5° Gedelegeerd voor een deel van het financieel beheer (minder dan 50% van de activa onder beheer, voor blootstelling of afdekking van de portefeuille in het aandelenuniversum)
CARMIGNAC GESTION LUXEMBOURG, naamloze vennootschap, vestiging van Carmignac Gestion, Door de CSSF erkende ICBE-beheermaatschappij, 0 xxx xx xx Xxxxxxxx, X-0000 Xxxxxxxxxx
6° Gemachtigde voor de boekhouding
CACEIS Fund Administration, Société anonyme, 0-0 Xxxxx Xxxxxxxxx, 00000 XXXXX
CACEIS Fund Administration, onderdeel van de groep CREDIT AGRICOLE, is gespecialiseerd in het administratieve en boekhoudkundige beheer van GBF's voor cliënten binnen en buiten de groep.
In die hoedanigheid heeft de beheermaatschappij CACEIS Fund Administration aangesteld als gedelegeerd boekhoudkundig beheerder, verantwoordelijk voor de waardering en de boekhoudkundige administratie van het fonds. CACEIS Fund Administration is verantwoordelijk voor het waarderen van de activa, het vaststellen van de netto-inventariswaarde van het fonds en het opstellen van de periodieke verslaglegging.
7° Centraliserende instantie
BNP Paribas Securities Services wordt in opdracht van Carmignac Gestion belast met het passieve beheer van het fonds en draagt zorg voor de centralisatie en verwerking van de inschrijvings- en terugkooporders van het fonds. Als bewaarnemer staat BNP Paribas Securities Services in contact met Euroclear France voor alle transacties die een ingrijpen van deze organisatie vereisen.
a) Centralisatie van de inschrijvings- en terugkooporders op aanwijzing van de beheermaatschappij BNP Paribas Securities Services, commanditaire vennootschap op aandelen,
Kredietinstelling, erkend door de Franse toezichthouder voor banken en verzekeraars ACPR, 0, xxx xx Xxxxxxxxxxx, 00000 Xxxxxx
b) Andere instellingen belast met de ontvangst van de inschrijvings- en terugkooporders CACEIS Bank, Luxembourg Branch (pre-centralisatie)
0, Xxxxx Xxxxxxxx, X - 0000 XXXXXXXXXX
8° Instellingen die belast zijn met de controle op het uiterste tijdstip voor de centralisatie
BNP Paribas Securities Services, commanditaire vennootschap op aandelen, 0, xxx xx Xxxxxxxxxxx, 00000 Xxxxxx En CARMIGNAC GESTION, Société anonyme, 00 xxxxx Xxxxxxx, 00000 Xxxxx
9° Instelling die belast is met het bijhouden van de registers van de deelnemingsrechten
BNP Paribas Securities Services, commanditaire vennootschap op aandelen, 0, xxx xx Xxxxxxxxxxx, 00000 Xxxxxx
III. WERKING EN BEHEER
ALGEMENE KENMERKEN
1° Kenmerken van de deelnemingsrechten
• Aan de deelnemingsrechten verbonden recht:
Elke houder van deelnemingsrechten beschikt over een mede-eigendomsrecht op de activa van het fonds in verhouding tot het aantal deelnemingsrechten in zijn bezit.
• Boekhouding van de passiva:
De boekhouding van de passiva wordt verzekerd door BNP Paribas Securities Services. De toelating van de deelnemingsrechten gebeurt bij Euroclear France.
• Stemrechten:
Aangezien het fonds een GBF is, is er geen stemrecht aan de eigendom van de deelnemingsrechten verbonden en worden de besluiten door de beheermaatschappij genomen.
• Vorm van de deelnemingsrechten:
De deelnemingsrechten luiden aan toonder of worden op naam beheerd. Deze worden niet op naam uitgegeven.
• Eventuele bepalingen over de decimalisering (opsplitsing):
Splitsing mogelijk.
2° Afsluitdatum
Het boekjaar wordt afgesloten op de dag van de laatste netto-inventariswaarde van de maand december.
3° Informatie over het belastingstelsel
Het fonds valt onder de bepalingen in bijlage II, punt II. B. van het tussen de regeringen van Frankrijk en de Verenigde Staten gesloten Akkoord waarin een betere naleving van fiscale verplichtingen op internationaal niveau en toepassing van de wet op de fiscale verplichtingen betreffende buitenlandse rekeningen van 14 november 2013 wordt beoogd.
De aandacht van de beleggers wordt gevestigd op het feit dat de volgende informatie slechts een algemene samenvatting is van het toepasselijke Franse belastingstelsel, bij de huidige staat van de Franse wetgeving, voor beleggingen in een Frans GBF. De beleggers wordt dus aangeraden hun individuele situatie met hun vertrouwde fiscaal adviseur te bekijken.
Op het niveau van het fonds
In Frankrijk vallen de GBF’s door hun structuur van gemeenschappelijke eigendom van rechtswege buiten het toepassingsgebied van de vennootschapsbelasting; ze beschikken dus op zichzelf over een bepaalde transparantie. De in het kader van het beheer ontvangen en gerealiseerde inkomsten zijn niet belastbaar op niveau van het fonds.
In het buitenland (in de landen waarin het fonds belegt) zijn de gerealiseerde meerwaarden op de verkoop van buitenlandse effecten en de inkomsten uit een buitenlandse bron die het fonds in het kader van het beheer ontvangt, desgevallend aan een belasting onderworpen (doorgaans in de vorm van bronheffing). De belasting in het buitenland kan in enkele beperkte gevallen worden verminderd of opgeheven krachtens de toepasselijke fiscale conventies.
Op het niveau van de houders van deelnemingsrechten van het fonds
- Franse ingezetenen: de door het fonds gerealiseerde meer- of minderwaarden, de door het fonds uitgekeerde inkomsten en de meer- of minderwaarden voor de belegger zijn aan het geldende belastingstelsel onderworpen.
- Beleggers met fiscale woonplaats buiten Frankrijk: behoudens de fiscale conventies is de in artikel 150-0 A van de CGI bepaalde belasting niet van toepassing op meerwaarden die worden gerealiseerd bij een terugkoop of verkoop van de deelnemingsrechten van het fonds door personen met fiscale woonplaats buiten Frankrijk in de zin van artikel 4 B van de CGI of met maatschappelijke zetel buiten Frankrijk, op voorwaarde dat deze personen op geen enkel ogenblik direct of indirect meer dan 25% van de deelnemingsrechten in bezit hadden gedurende de vijf jaren voorafgaand aan de terugkoop of de verkoop van hun deelnemingsrechten (CGI, artikel 244 bis C).
Xxxxxxxxx met fiscale woonplaats buiten Frankrijk zijn onderworpen aan de bepalingen van de fiscale wetgeving van het land waar ze hun officiële woonplaats hebben. Op beleggers die in het kader van een levensverzekeringscontract van de opbrengsten van het fonds profiteren, is de fiscale regelgeving voor levensverzekeringscontracten van toepassing.
BIJZONDERE BEPALINGEN
1° ISIN
CATEGORIEËN DEELNEMINGSRECHTEN | ISIN |
A EUR Acc | FR0010135103 |
A EUR Ydis | FR0011269588 |
E EUR Acc | FR0010306142 |
A CHF Acc Hdg | FR0011269596 |
A USD Acc Hdg | FR0011269067 |
A JPY inc | FR0011443852 |
B JPY inc | FR0011443860 |
2° BEHEERDOELSTELLING
Het fonds heeft tot doel over een aanbevolen beleggingstermijn van drie jaar een hoger rendement te genereren dan de referentie- indicator. Het zoeken naar rendement vindt plaats door middel van een actief en flexibel beheer van aandelen, staatsobligaties, valuta's en bedrijfsobligaties, op basis van de verwachtingen van de beheerder over de ontwikkeling van het economisch klimaat en de marktomstandigheden. In geval van ongunstige verwachtingen omtrent de marktontwikkeling, kan het fonds een defensieve strategie inzetten.
3° REFERENTIE-INDICATOR
De referentie-indicator is samengesteld uit de volgende indices:
- voor 50% uit de wereldwijde aandelenindex MSCI AC World NR (USD); en
- voor 50% uit de wereldwijde obligatie-index ICE BofA Global Government Index (USD unhedged). De wegingen van de indicator worden elk kwartaal bijgesteld.
Voor in EUR luidende en afgedekte deelnemingsrechten worden de indexen omgerekend in EUR. Ze worden omgerekend in de referentievaluta voor niet-afgedekte deelnemingsrechten.
De MSCI AC World NR (USD) is representatief voor de grootste internationale beursgenoteerde bedrijven uit ontwikkelde en opkomende landen. Deze wordt door MSCI berekend in dollar op basis van herbelegd dividend (Bloomberg-code: NDUEACWF).
De ICE BofA Global Government Index volgt de prestaties van investment-grade-staatsobligaties die zijn uitgegeven in de valuta van de emittent. De index wordt beheerd door ICE Data Indices, LLC op basis van herbelegde coupons. De index wordt omgerekend in EUR voor in EUR luidende aandelen en afgedekte deelnemingsrechten en in de betreffende referentievaluta voor niet-afgedekte deelnemingsrechten (Bloomberg-code W0G1).
Dit fonds is een actief beheerde ICBE. Bij een actief beheerde ICBE heeft de beleggingsbeheerder de vrijheid om de portefeuille naar eigen goeddunken samen te stellen, maar hij blijft daarbij wel aan de doelstellingen en het beleggingsbeleid gebonden. Het beleggingsuniversum van het fonds is ten minste gedeeltelijk van de indicator afgeleid. De beleggingsstrategie van het fonds is niet afhankelijk van de indicator. De posities en wegingen van het fonds kunnen dan ook aanzienlijk van de samenstelling van de indicator afwijken. Er zijn geen grenzen aan de mate van dergelijke afwijkingen gesteld. De indicator is echter wel een graadmeter waarmee de belegger het rendement en het risicoprofiel van het fonds kan vergelijken, uitgaande van de aanbevolen beleggingshorizon.
De beheermaatschappij kan de referentie-indicator vervangen indien een of meer van de indexen waaruit deze indicator is samengesteld wezenlijke veranderingen ondergaan of niet langer worden aangeboden.
4° BELEGGINGSSTRATEGIE
a) Gebruikte strategieën
Het fonds is voor 0% tot 50% van de netto-activa belegd in aandelenmarkten en voor ten minste 50% in obligaties, verhandelbare schuldbewijzen of geldmarktinstrumenten.
Aangezien het fonds actief en flexibel wordt beheerd, kan de assetallocatie sterk afwijken van de samenstelling van de referentie-indicator. De beheerder beheert namelijk op een dynamische manier zijn blootstelling aan de verschillende markten en toegestane activaklassen en baseert zich daarbij op de wijze waarop hun risico-rendementsverhouding zich volgens hem zal ontwikkelen. De beheerstrategie volgt een beleid van risicodiversificatie door middel van spreiding van de beleggingen. Evenzo kunnen de wegingen in de portefeuille, die op basis van een diepgaande financiële analyse van de afzonderlijke activaklassen wordt samengesteld, aanzienlijk afwijken van die in de referentie- indicator, naar regio, sector, rating en looptijd.
De assetallocatie van de portefeuille over de verschillende activaklassen (aandelen, staatsobligaties, bedrijfsobligaties, valuta's) en categorieën van ICB’s (aandelen, gediversifieerd, obligaties, geldmarkt e.d.) wordt gebaseerd op een analyse van de internationale macro- economische situatie en vooruitzichten (groei, inflatie, tekorten, enz.) en kan variëren al naargelang de verwachtingen van de beheerder.
Aandelenstrategie:
De aandelenstrategie wordt uitgestippeld aan de hand van een combinatie van gedetailleerde financiële analyses van de bedrijven waarin het fonds short- of long-posities wil innemen en macro-economische analyse. Dit onderzoek vormt de basis voor de algemene aandelenblootstelling van het Fonds. Het fonds belegt op alle internationale markten.
Deze beleggingen worden bepaald door:
- aandelenselectie op basis van een grondige financiële analyse van de onderneming, regelmatige gesprekken met het management en een streng toezicht op de ontwikkeling van de onderneming. De gehanteerde criteria zijn met name de groeivooruitzichten, de kwaliteit van het management, het rendement en de waarde van de activa;
- de spreiding van de aandelenblootstelling over de economische sectoren;
- de spreiding van de aandelenblootstelling over de regio's.
Rentestrategie:
De keuze van de beleggingen op staatsobligatiemarkten wordt zowel gebaseerd op de verwachte wereldwijde economische scenario's als op een analyse van het monetair beleid van de centrale banken. Dit onderzoek vormt de basis voor de totale rentegevoeligheid van het fonds. Het fonds belegt op alle internationale markten.
De transacties op staatsobligatiemarkten worden bepaald door:
- spreiding van de rentegevoeligheid over de staatsobligatiemarkten;
- spreiding van de rentegevoeligheid over de segmenten van de rentecurves.
Kredietstrategie:
De keuze van de beleggingen op bedrijfsobligatiemarkten wordt zowel gebaseerd op de verwachte wereldwijde economische scenario's als op financiële analyses van de solvabiliteit van de emittenten. Dit onderzoek vormt de basis voor de totale blootstelling van het fonds aan bedrijfsobligaties. Het fonds belegt op alle internationale markten.
De transacties op bedrijfsobligatiemarkten worden bepaald door:
- effectenselectie op basis van een interne analyse die vooral berust op de criteria rentabiliteit, kredietkwaliteit, liquiditeit, looptijd en, bij emittenten in moeilijkheden, invorderingskansen
- de verdeling staatsobligaties / bedrijfsobligaties
- spreiding van schuldpapier over schuldvorderingen en monetaire instrumenten van overheden of bedrijven, en bedrijfsobligaties volgens de criteria rating, sector en achterstelling;
Valutastrategieën:
De beheerder baseert zijn keuzes met betrekking tot de blootstelling aan de valutamarkt op een alomvattende macro-economische analyse van met name de vooruitzichten voor de groei, de inflatie, het monetair beleid en het begrotingsbeleid van de verschillende landen en economische regio’s. Dit onderzoek vormt de basis voor de totale valutablootstelling van het fonds. Het fonds belegt op alle internationale markten.
Deze transacties op de valutamarkt zijn gebaseerd op de verwachte ontwikkeling van de valutakoersen en worden bepaald door: spreiding van de valuta's over de regio's via de blootstelling die wordt geboden door in deviezen luidende effecten, of rechtstreeks via valutaderivaten.
Voor al deze strategieën kan de beheerder naast long-posities:
Short-posities innemen op de binnen de portefeuille toegestane onderliggende waarden als hij van mening is dat deze onderliggende waarden door de markt overgewaardeerd worden.
relatieve-waardestrategieën toepassen via een combinatie van long- en short-posities in de binnen de portefeuille toegestane onderliggende waarden.
Voor alle strategieën geldt dat opkomende landen ook deel uitmaken van het beleggingsuniversum, binnen de limieten die zijn vastgesteld in de rubriek "Beschrijving van de activaklassen en financiële contracten, alsmede van hun bijdrage aan het behalen van de beleggingsdoelstelling".
b) Beschrijving van de activaklassen en financiële contracten, alsmede van hun bijdrage aan het behalen van de beleggingsdoelstelling
Schuldinstrumenten en geldmarktinstrumenten
Minimaal 50% van de netto-activa van het fonds wordt belegd in verhandelbare schuldbewijzen, in geldmarktinstrumenten en in vast- of variabelrentende obligaties, al dan niet gedekt (met inbegrip van covered bonds) en eventueel gekoppeld aan de inflatie van de eurozone of van de internationale markten. Beleggingen in opkomendemarkten mogen niet meer dan 25% van de netto-activa bedragen, waarbij voor de binnenlandse Chinese markt een maximum geldt van 10% (gemeenschappelijke beleggingslimiet voor aandelen, schuldbewijzen en instrumenten van de binnenlandse Chinese markt). Het fonds kan onder meer in China beleggen, en wel rechtstreeks op de Chinese interbancaire markt (CIBM).
Het fonds kan beleggen in verhandelbare schuldeffecten en geldmarktinstrumenten van particuliere emittenten en overheden.
De algehele rentegevoeligheid van de portefeuille, gedefinieerd als de kapitaalfluctuatie van de portefeuille (in %) bij een renteschommeling van 100 basispunten, kan sterk afwijken van die van de referentie-indicator. De rentegevoeligheid van het fonds kan variëren van -4 tot +10%.
Het fonds kan beleggen in schuldinstrumenten zonder rating of met een rating onder investment grade. Het gewogen gemiddelde van de ratings van de obligaties die het fonds rechtstreeks of via ICB's aanhoudt dient door ten minste één toonaangevende kredietbeoordelaar als investment grade te worden beschouwd.
Het fonds kan ook beleggen in renteproducten zonder rating: in dat geval kan de vennootschap besluiten om zelf een analyse uit te voeren en een interne rating toe te kennen.
Ten slotte kan het fonds maximaal 10% van de netto-activa in effectiseringsinstrumenten beleggen. Het gaat met name om de volgende instrumenten: Asset Backed Securities (ABS), Enhanced Equipment Trust Certificates (EETC), Residential Mortgage-Backed Securities (RMBS), Commercial Mortgage-Backed Securities (CMBS) en Collateralised Loan Obligations (CLO).
De beheermaatschappij voert voor het geheel van deze activa zelf een analyse uit van het risico-rendementsprofiel van de effecten (rendement, kredietkwaliteit, liquiditeit, looptijd). Het aankopen, aanhouden of verkopen van een effect (vooral wanneer de door een ratingbureau toegekende ratings veranderen) wordt niet uitsluitend gebaseerd op het criterium koersontwikkeling, maar ook op een door de beheermaatschappij uitgevoerde interne analyse van zowel het kredietrisico als de marktomstandigheden.
De keuze van de effecten is aan geen enkele beperking onderworpen ten aanzien van de verhouding tussen bedrijfs- en staatsobligaties, de looptijd en de rentegevoeligheid van de gekozen activa.
Aandelen
Het fonds, dat voor 25% van zijn netto-activa in aandelen belegt, is via directe beleggingen of derivaten voor ten minste 0 tot 50% van de netto-activa blootgesteld aan de aandelenmarkten van de eurozone en/of daarbuiten. Ter verduidelijking: het fonds kan voor maximaal 25% van de netto-activa in opkomendemarkten beleggen, waarbij de binnenlandse Chinese markt ten hoogste 10% mag uitmaken (gemeenschappelijke beleggingslimiet voor aandelen, schuldbewijzen en instrumenten van de binnenlandse Chinese markt).
Het fonds belegt in effecten uit alle sectoren, uit alle regio's en van alle beurskapitalisaties.
Valuta's
Het fonds kan andere valuta’s gebruiken dan de waarderingsvaluta van het fonds, om posities in te nemen, ter afdekking of in relatieve waarde. Het fonds kan transacties op vaste en voorwaardelijke financiële termijninstrumenten afsluiten op gereglementeerde, georganiseerde of onderhandse markten, om het fonds bloot te stellen aan andere valuta’s dan de waarderingsvaluta of om het fonds te beschermen tegen valutarisico. De netto-blootstelling aan valuta’s in het fonds kan verschillen van die van zijn referentie-indicator en/of die van de portefeuille van aandelen en obligaties alleen.
Derivaten
Om de beheerdoelstelling te realiseren maakt het fonds, via een bepaalde blootstelling, door middel van relatieve-waarde-strategieën (combinatie van short- en long-posities op onderliggende effecten die in aanmerking komen voor de portefeuille) of via afdekkingsposities, gebruik van financiële termijninstrumenten die worden verhandeld op gereglementeerde, georganiseerde of onderhandse markten van de eurozone en internationale markten.
De beheerder kan gebruikmaken van de volgende derivaten: opties (standaardopties, barrier-opties, binaire opties), termijncontracten (futures/forwards), valutatermijncontracten, swaps (waaronder rendementsswaps), CDS'en (credit default swaps), CDS-indexen, swaptions en CFD's (contracts for difference), die gekoppeld zijn aan één of meer risico's en/ofonderliggende risico's en/of instrumenten (effecten, indexen, mandjes) die de beheerder kan beheren.
Het Fonds kan gebruikmaken van total return swaps ("TRS”), waarbij een tegenpartij de totale economische prestaties van een onderliggende waarde (inclusief rente-inkomsten en vergoedingen, en meer- en minderwaarden als gevolg van prijsschommelingen) aan een andere tegenpartij overdraagt. Deze TRS worden gebruikt om blootstelling te verkrijgen of om posities af te dekken en hebben betrekking op overdraagbare effecten (met inbegrip van mandjes van overdraagbare effecten) zoals aandelen en obligaties, alsmede op in aanmerking komende aandelen- en obligatie-indexen. Naar verwachting zullen dergelijke transacties beperkt blijven tot maximaal 10% van de netto-activa onder beheer. Die blootstelling kan echter hoger zijn, maar mag maximaal 20% van de netto-activa van het fonds bedragen. Het fonds ontvangt alle door TRS gegenereerde netto-inkomsten, na aftrek van directe en indirecte operationele kosten. Aan het gebruik van TRS is een tegenpartijrisico verbonden, zoals beschreven in de rubriek "Risicoprofiel".
Met behulp van deze derivaten kan de beheerder, met inachtneming van de algemene beperkingen van de portefeuille, het fonds blootstellen aan de volgende risico's:
- aandelen
- rente
- krediet (maximaal 30% van de netto-activa)
- valuta's
- volatiliteit (maximaal 10% van de netto-activa)
- grondstoffen voor ten hoogste 20% van de netto-activa via daarvoor in aanmerking komende financiële contracten
- en ETF's (financiële instrumenten)
Strategie voor het gebruik van derivaten om de beheerdoelstelling te behalen
Om een long- of een short-positie in te nemen of om de blootstelling aan een emittent, een groep emittenten, een economische sector, een regio af te dekken of gewoon om de algemene aandelenblootstelling van het fonds aan te passen, wordt gebruikgemaakt van derivaten die gekoppeld zijn aan een aandeel, een aandelenindex, een aandelenmandje of een aantal aandelenindexen.
Derivaten worden ook gebruikt bij het toepassen van relatieve-waardestrategieën, waarbij op de aandelenmarkt tegelijkertijd long- en short-posities worden ingenomen al naargelang de landen, regio's, economische sectoren, emittenten of groepen emittenten.
Valutaderivaten worden gebruikt om een long- of een short-positie in te nemen, om de blootstelling aan een valuta af te dekken of gewoon om de algemene valutablootstelling van het fonds aan te passen. Deze derivaten kunnen ook worden gebruikt bij het toepassen van relatieve-waardestrategieën, waarbij op de valutamarkt tegelijkertijd long- en short-posities worden ingenomen. Het fonds neemt ook posities in onderhands verhandelde futures in om de in andere valuta's dan de euro luidende deelnemingsrechten af te dekken tegen het valutarisico.
Rentederivaten worden gebruikt om een long- of een short-positie in te nemen, om de blootstelling aan het renterisico af te dekken of gewoon om de algemene rentegevoeligheid van de portefeuille aan te passen. Rentederivaten worden ook gebruikt bij het toepassen van relatieve-waardestrategieën, waarbij op verschillende obligatiemarkten tegelijkertijd long- en shortposities worden ingenomen al naargelang de landen, geografische regio's of de segmenten van de rentecurve.
Kredietderivaten op één enkele emittent of op kredietindexen worden gebruikt om long- of short-posities in te nemen op de kredietkwaliteit van een emittent, een groep emittenten, een economische sector of een land of regio ter afdekking van het risico van insolventie van een emittent, een groep emittenten, een economische sector, een land of regio, of om de totale blootstelling van het fonds aan het kredietrisico bij te stellen. Deze derivaten kunnen ook worden gebruikt bij het toepassen van relatieve-waardestrategieën, waarbij op de kredietmarkt tegelijkertijd long- en short-posities worden ingenomen naargelang de emittenten, groepen emittenten, economische sectoren, landen of regio's.
Volatiliteits- en variantie-instrumenten worden gebruikt om long of short te gaan in marktvolatiliteit, om de aandelenblootstelling af te dekken of om de blootstelling van de portefeuille aan de marktvolatiliteit aan te passen. Volatiliteitsderivaten worden ook gebruikt bij het toepassen van relatieve-waardestrategieën, waarbij tegelijkertijd long- en short-posities op de marktvolatiliteit worden ingenomen.
Dividendderivaten worden gebruikt om een long- of short-positie in te nemen op het dividend van een bepaalde emittent of groep emittenten, of om het dividendrisico van een emittent of groep emittenten af te dekken, waarbij het dividendrisico het risico is dat het dividend op een aandeel of een aandelenindex niet volgens de marktverwachtingen wordt uitbetaald. Deze derivaten worden ook gebruikt bij het toepassen van relatieve-waardestrategieën, waarbij op de aandelenmarkt tegelijkertijd long- en short-posities op bepaalde dividenden worden ingenomen.
Grondstoffenderivaten worden gebruikt om een long- of short-positie in te nemen op bepaalde grondstoffen, om de grondstoffenblootstelling af te dekken of om de blootstelling van de portefeuille aan grondstoffen aan te passen. Deze derivaten worden ook gebruikt bij het toepassen van relatieve-waardestrategieën, waarbij tegelijkertijd long- en short-posities op de grondstoffenmarkt worden ingenomen.
De totale blootstelling aan derivaten wordt beheerd aan de hand van het hefboomeffect, dat wil zeggen de som van de nominale bruto- bedragen aan derivaten, berekend zonder compensatie- of afdekkingseffect, gekoppeld aan de VaR-limiet van het fonds (zie rubriek VI. "Totaal risico").
Overeenkomstig haar Best Execution / Best Selection-beleid en de toelatingsprocedure voor nieuwe tegenpartijen kan de beheermaatschappij met geselecteerde tegenpartijen derivatenovereenkomsten sluiten. Deze tegenpartijen zijn in een lidstaat van de Europese Unie gevestigde kredietinstellingen of beleggingsmaatschappijen die van ten minste één van de grote ratingbureaus een rating van minimaal BBB- (of gelijkwaardig) hebben ontvangen. Bij transacties met derivaten worden zekerheden uitgewisseld, waarvan het functioneren en de kenmerken in de rubriek "Financiële borgstellingen" worden gepresenteerd. Wij wijzen erop dat deze tegenpartijen geen enkele bevoegdheid hebben tot discretionaire besluitvorming over de samenstelling en het beheer van de portefeuille van het fonds, en/of over de onderliggende activa van de afgeleide financiële instrumenten.
Effecten met geïntegreerde derivaten
Het fonds kan beleggen in effecten met geïntegreerde derivaten (met name warrants, converteerbare obligaties, callable / puttable obligaties, credit linked notes (CLN's), EMTN's en inschrijvingsrechten, na effectentransacties als gevolg waarvan dergelijke effecten worden toegewezen) die worden verhandeld op gereglementeerde, georganiseerde of onderhandse markten in de eurozone en/of daarbuiten.
Met behulp van deze effecten met geïntegreerde derivaten kan de beheerder, met inachtneming van de algemene beperkingen van de portefeuille, het fonds blootstellen aan de volgende risico's:
- aandelen
- rente
- krediet (maximaal 30% van de netto-activa)
- valuta's
- dividenden
- volatiliteit (maximaal 10% van de netto-activa)
- grondstoffen, via daarvoor in aanmerking komende financiële contracten (maximaal 20% van de netto-activa)
- en ETF's (financiële instrumenten)
Strategie voor het gebruik van geïntegreerde derivaten om de beheerdoelstelling te behalen
De beheerder gebruikt effecten met geïntegreerde derivaten, ten opzichte van de andere bovenvermelde afgeleide instrumenten, om de blootstelling of afdekking van de portefeuille te optimaliseren, met name door de aan het gebruik van deze financiële instrumenten verbonden kosten te verlagen of door zich bloot te stellen aan meerdere rendementsfactoren.
Het risico van dit type beleggingen is beperkt tot het bedrag voor de aankoop van de effecten. Het bedrag dat wordt belegd in effecten met geïntegreerde derivaten, uitgezonderd voorwaardelijk converteerbare obligaties en callable/puttable obligaties, mag in geen geval hoger zijn dan 10% van de netto-activa.
De beheerder kan maximaal 15% van de netto-activa in voorwaardelijk converteerbare obligaties ("CoCo's") beleggen. Door hun specifieke structuur en hun positie in de kapitaalstructuur van de emittent (achtergestelde lening) hebben deze effecten vaak een hoger rendement (als tegenprestatie voor een hoger risico) dan gewone obligaties. Deze effecten worden uitgegeven door banken die onder controle staan van een toezichthouder. Aangezien het hier hybride converteerbare instrumenten betreft, kunnen ze zowel obligatie- als aandelenkenmerken hebben. CoCo's kunnen deel uitmaken van een beschermingsmechanisme. In het kader hiervan worden de effecten omgezet in gewone aandelen als de solvabiliteit van de uitgevende bank door een bepaalde gebeurtenis wordt bedreigd.
Het fonds kan ook voor maximaal 75% van zijn nettovermogen in callable en puttable obligaties beleggen. Deze schuldbewijzen bevatten een optioneel element waardoor, in bepaalde omstandigheden (duur van aanhouden, bijzondere onvoorziene situatie, enz.) een vervroegde terugbetaling van de hoofdsom op initiatief van de emittent (in het geval van callable obligaties) of op verzoek van de belegger (in het geval van puttable obligaties) mogelijk is.
ICB's en beleggingsfondsen
Het fonds kan tot 10% van zijn netto-activa beleggen in:
- deelnemingsrechten of aandelen van ICBE's naar Frans of buitenlands recht,
- deelnemingsrechten of aandelen van alternatieve beleggingsfondsen naar Frans of Europees recht,
- beleggingsfondsen naar buitenlands recht.
mits de ICBE's, alternatieve beleggingsfondsen en beleggingsfondsen naar buitenlands recht voldoen aan de criteria van artikel R214-13 van het Frans monetair en financieel wetboek (Code monétaire et financier).
Het fonds kan beleggen in door Carmignac Gestion of een gelieerde vennootschap beheerde ICB's.
Het fonds kan gebruikmaken van "trackers", beursgenoteerde indexinstrumenten en "exchange traded funds".
Deposito's en liquide middelen
Het Fonds kan gebruikmaken van deposito's om het kasbeheer van het fonds te optimaliseren en de verschillende valutadata voor inschrijving/terugkoop van de onderliggende ICB's te beheren. Dergelijke transacties worden uitgevoerd voor maximaal 20% van de netto- activa. Er wordt slechts bij wijze van uitzondering van dergelijke transacties gebruikgemaakt.
Het fonds kan daarnaast liquide middelen aanhouden, vooral om aan verzoeken om terugkoop van deelnemingsrechten van beleggers te kunnen voldoen.
Het uitlenen van contanten is verboden.
Leningen in contanten
Het fonds mag contanten lenen, met name voor investerings-/desinvesteringstransacties en inschrijvingen/terugkopen. Het fonds wordt niet geacht op structurele basis contanten te lenen. Dergelijke leningen zullen dan ook van tijdelijke aard zijn en zich beperken tot maximaal 10% van de netto-activa van het fonds.
Repo- en omgekeerde repotransacties
Voor een efficiënt portefeuillebeheer kan het fonds, mits het zich niet verwijdert van zijn beleggingsdoelstellingen, repo- en omgekeerde repotransacties verrichten (effectenfinancieringstransacties) die betrekking hebben op financiële effecten die voor het fonds in aanmerking komen (hoofdzakelijk aandelen en geldmarktinstrumenten), met een maximum van 20% van de netto-activa. Deze transacties worden uitgevoerd om de inkomsten van het fonds te optimaliseren, om de liquiditeiten ervan te beleggen, om de portefeuille aan te passen aan schommelingen in het uitstaande bedrag of om de hierboven beschreven strategieën toe te passen. De transacties bestaan uit:
- Het verrichten van repo- en omgekeerde repotransacties
- Het lenen/uitlenen van effecten
Naar verwachting zullen dergelijke transacties beperkt blijven tot maximaal 10% van de netto-activa onder beheer.
Tegenpartij bij deze transacties is CACEIS Bank, Luxembourg Branch. CACEIS Bank Luxembourg Branch heeft geen enkele bevoegdheid bij de samenstelling en het beheer van de portefeuille van het fonds. In het kader van deze transacties kan het fonds financiële garanties (onderpand) ontvangen/verstrekken waarvan het functioneren en de kenmerken in de rubriek "Financiële borgstellingen" worden gepresenteerd.
Meer informatie over de vergoedingen voor deze transacties is te vinden in de rubriek "Kosten en provisies".
5° FINANCIËLE BORGSTELLINGEN
In het kader van transacties met onderhandse financiële derivaten en repo- en omgekeerde repotransacties, kan het fonds, om het algemene tegenpartijrisico te beperken, financiële activa die als borgstelling gelden, ontvangen of verstrekken.
De financiële borgstellingen bestaan bij onderhandse transacties met financiële derivaten hoofdzakelijk uit contanten, en bij transacties voor het tijdelijk kopen/verkopen van effecten uit contanten, staatsobligaties, schatkistpapier en (...). Alle ontvangen en verstrekte financiële borgstellingen vinden plaats bij volledige overdracht van eigendom.
Het tegenpartijrisico bij transacties met onderhandse financiële derivaten, samen met dat van repo- en omgekeerde repo-transacties, kan niet meer dan 10% van de netto-activa van het fonds bedragen wanneer de tegenpartij een kredietinstelling is zoals gedefinieerd in de geldende regelgeving, of in de overige gevallen 5% van de activa.
In dit verband moet elke ter beperking van het risico dienende ontvangen financiële borgstelling (onderpand) aan de volgende eisen voldoen:
- de borg wordt gesteld in de vorm van cash of van door OESO-landen, hun lokale of regionale overheden of door supranationale instellingen en organisaties met een communautair, regionaal of mondiaal karakter uitgegeven of gegarandeerde obligaties of schatkistcertificaten, ongeacht de looptijd ervan;
- ze wordt aangehouden door de bewaarder van het fonds of een van zijn filialen of derden die onder zijn controle staan of door een externe bewaarder die onder prudentieel toezicht staat en die geen enkele band heeft met de verstrekker van de financiële borgstellingen;
- de borgstellingen voldoen te allen tijde aan de in de geldende regelgeving opgenomen criteria op het gebied van liquiditeit, waardebepaling (minstens een keer per dag), kredietkwaliteit van de garantiegever (rating van minstens AA-), lage correlatie met de tegenpartij en diversificatie, waarbij de blootstelling aan een enkele garantiegever maximaal 20% van de netto-activa mag bedragen;
- financiële borgstellingen in contanten zullen in de meeste gevallen bij daarvoor in aanmerking komende entiteiten in bewaring worden gegeven en/of worden gebruikt voor repotransacties en in mindere mate voor hoogwaardige staatsobligaties of schatkistcertificaten en kortetermijn-geldmarkt-ICB’s.
De als financiële borgstelling ontvangen staatsobligaties en schatkistcertificaten worden tussen 1 en 10% lager gewaardeerd. Deze herwaardering is door de beheermaatschappij met elke tegenpartij contractueel vastgelegd.
6° RISICOPROFIEL
Het fonds wordt voornamelijk belegd in door de beheermaatschappij geselecteerde financiële instrumenten. Deze financiële instrumenten zijn gevoelig voor de ontwikkelingen en wisselvalligheden van de markt.
Het risicoprofiel van het fonds stemt overeen met een beleggingshorizon van meer dan 3 jaar.
De onderstaande lijst van risicofactoren is niet exhaustief. Elke belegger dient het risico dat aan deze belegging verbonden is, te analyseren en onafhankelijk van CARMIGNAC GESTION zijn eigen mening te vormen, indien nodig door advies in te winnen bij alle ter zake gespecialiseerde adviseurs, in het bijzonder om zich er van te vergewissen dat deze belegging op zijn financiële omstandigheden is afgestemd.
a) Risico van discretionair beheer: het discretionair beheer berust op het anticiperen op de ontwikkeling van de financiële markten. Het rendement van het fonds zal afhangen van de geselecteerde ondernemingen en de door de beheermaatschappij vastgestelde activa- allocatie. Het risico bestaat dat de beheermaatschappij niet de best presterende ondernemingen selecteert.
b) Risico van kapitaalverlies: de portefeuille biedt geen garantie voor of bescherming van het belegde kapitaal. Het kapitaalverlies wordt geleden bij de verkoop van een participatie tegen een lagere prijs dan de prijs bij aankoop.
c) Aandelenrisico: Doordat het fonds is blootgesteld aan het aandelenmarktrisico, kan de netto-inventariswaarde van het fonds dalen bij opwaartse of neerwaartse schommelingen van de aandelenmarkten.
d) Valutarisico: het valutarisico is verbonden aan de blootstelling aan andere valuta’s dan de waarderingsvaluta van het fonds door beleggingen en transacties in financiële termijninstrumenten. Fluctuaties van de vreemde valuta ten opzichte van de euro kunnen een positieve of negatieve invloed hebben op de netto-inventariswaarde van het fonds. Voor afgedekte deelnemingsrechten in een andere valuta dan de euro is het valutarisico dat voortvloeit uit de schommeling van de euro ten opzichte van de waarderingsvaluta een restrisico omdat het systematisch wordt afgedekt. Als gevolg van deze afdekking kunnen de rendementen van deelnemingsrechten met verschillende valuta's onderling verschillen.
e) Renterisico: het renterisico vertaalt zich in een door de renteontwikkeling veroorzaakte daling van de netto-inventariswaarde. Als de rentegevoeligheid van de portefeuille positief is, kan een stijging van de rente een daling van de waarde van de portefeuille teweegbrengen. Als de rentegevoeligheid negatief is, kan een rentedaling een daling van de waarde van de portefeuille tot gevolg hebben.
f) Kredietrisico: het kredietrisico stemt overeen met het risico dat de emittent zijn verplichtingen niet zou kunnen nakomen. Indien de kwaliteit van de emittenten verslechtert, bijvoorbeeld als de ratingbureaus hun rating verlagen, kan de waarde van de obligaties en daardoor de liquidatiewaarde van het fonds dalen.
Bovendien is er een specifiek kredietrisico verbonden aan het gebruik van kredietderivaten (credit default swaps, CDS'en). Een CDS kan ook gekoppeld zijn aan een index.
Opzet van de beheerder bij het gebruik van CDS'en | Waardeverlies op de CDS-positie |
Verkoop van de afdekkingspositie | Als de kredietkwaliteit van de onderliggende instelling verslechtert |
Aankoop van de afdekkingspositie | Als de kredietkwaliteit van de onderliggende instelling verbetert |
Dit kredietrisico wordt opgevolgd aan de hand van een kwalitatieve analyse ter beoordeling van de solvabiliteit van de ondernemingen (door het team van kredietanalisten).
g) Risico van opkomende landen: Het functioneren van en het toezicht op deze markten kunnen afwijken van de normen die gelden op de grote internationale markten, en de koersschommelingen kunnen er groot zijn.
h) Risico verbonden aan beleggingen in speculatieve effecten: een effect wordt als "speculatief" beschouwd als zijn rating lager is dan "investment grade". De waarde van de als "speculatief" gerangschikte obligaties kan sterker en sneller dalen dan die van andere obligaties, en dat kan een negatieve impact hebben op de netto-inventariswaarde van het fonds, die kan dalen.
i) Xxxxxx'x van beleggen in voorwaardelijk converteerbare obligaties (CoCo's): Risico's in verband met het triggerniveau: deze effecten hebben een aantal specifieke kenmerken. Als het triggerniveau bereikt wordt, kan de obligatie in aandelen worden omgezet. De schuld kan, geheel of gedeeltelijk, bij het bereiken van het triggerniveau tijdelijk of definitief teniet worden gedaan. Het conversierisico kan bijvoorbeeld afhangen van het verschil tussen de kapitaalratio van de emittent en een in het prospectus van de emissie vastgelegd triggerniveau. Risico van couponverlies: voor bepaalde types CoCo's geldt dat de couponbetalingen op discretionaire wijze worden toegekend en door de emittent geannuleerd kunnen worden. Risico verbonden aan de complexiteit van het instrument: aangezien het hier om recent ontwikkelde effecten gaat, is hun gedrag in perioden van stress nog niet volledig getest. Risico verbonden aan uitstel en/of annulering van terugbetaling: voorwaardelijk converteerbare obligaties zijn instrumenten met een eeuwige looptijd en kunnen alleen tot een vooraf bepaalde hoogte en na goedkeuring van de daartoe bevoegde instantie worden terugbetaald. Risico's verbonden aan de kapitaalstructuur: in tegenstelling tot de gebruikelijke kapitaalstructuur kan het voorkomen dat beleggers in dit type instrumenten kapitaalverlies lijden terwijl de aandeelhouders van dezelfde emittent niet met een dergelijk verlies worden geconfronteerd. Liquiditeitsrisico: net zoals voor high-yield-obligaties geldt voor voorwaardelijk converteerbare obligaties dat hun liquiditeit in perioden van marktstress sterk kan teruglopen.
j) Liquiditeitsrisico: Op de markten waarop het fonds actief is, kan tijdelijk een gebrek aan liquiditeit optreden. Deze marktverstoringen beïnvloeden mogelijk de prijzen waartegen het fonds zijn posities kan vereffenen, innemen of wijzigen.
k) Xxxxxx'x verbonden aan beleggingen in China: Beleggingen in China zijn blootgesteld aan politieke en maatschappelijke risico's (lastige regelgeving die eenzijdig kan worden gewijzigd, maatschappelijke instabiliteit enz.), evenals economische risico's, als gevolg van het feit dat het juridisch en regelgevend kader minder ontwikkeld is dan in Europa, en beursrisico's (volatiele en instabiele markt, risico dat een notering plotseling wordt opgeschort enz.). Het fonds is blootgesteld aan het risico dat verbonden is aan de RQFII-status en -licentie, die in 2014 aan Carmignac Gestion is toegekend en betrekking heeft op de ICB's van de beheermaatschappijen van de groep. Deze licentie wordt voortdurend door de Chinese autoriteiten beoordeeld en kan op elk moment worden herzien, beperkt of ingetrokken. Een dergelijke situatie kan gevolgen hebben voor de netto-inventariswaarde van het fonds. Tot slot is het fonds ook blootgesteld aan het risico dat verbonden is aan via het platform Hong-Kong Shanghai Connect ("Stock Connect") uitgevoerde beleggingen. Via dit platform kan er op de markt van Hongkong in meer dan 500 in Shanghai genoteerde aandelen worden belegd. Dit structuur van dit systeem verhoogt het tegenpartij- en leveringsrisico van effecten.
l) Risico van grondstoffenindexen: Schommelingen van de grondstoffenkoers en de volatiliteit van deze sector kunnen tot een daling van de netto-inventariswaarde leiden.
m) Risico verbonden aan de marktkapitalisatie: het fonds kan worden blootgesteld aan aandelenbeurzen waar smallcap- en midcap- aandelen worden verhandeld. Het volume van deze beursgenoteerde effecten is over het algemeen beperkt, waardoor de marktschommelingen heftiger zijn dan bij grote kapitalisaties. De netto-inventariswaarde van het fonds kan hierdoor dus worden beïnvloed.
n) Tegenpartijrisico: Het tegenpartijrisico is een maatstaf voor het potentiële verlies als tegenpartijen van onderhandse financiële contracten of repo- en omgekeerde repotransacties waarop bepaalde contractuele verplichtingen van toepassing zijn, hun betalingsverplichtingen niet nakomen. Het fonds is blootgesteld aan dit risico via onderhandse financiële contracten die met diverse
tegenpartijen zijn xxxxxxxxxx.Xx de blootstelling van het fonds aan het tegenpartijrisico te beperken kan de beheermaatschappij borgstellingen verlenen ten gunste van het fonds.
o) Volatiliteitsrisico: De netto-inventariswaarde kan als gevolg van een hogere of lagere volatiliteit afnemen. Het fonds is aan dit risico blootgesteld, met name via derivaten met volatiliteit of variantie als onderliggende waarde.
p) Xxxxxx'x van repo- en omgekeerde repotransacties: het gebruik van deze transacties en het beheer van de daaraan verbonden zekerheden kunnen specifieke risico's met zich meebrengen, zoals operationele risico's of bewaringsrisico's. Daardoor kunnen dergelijke transacties een negatieve impact op de liquidatiewaarde van het fonds hebben.
q) Juridisch risico: Het risico dat bij een repo- of omgekeerde repotransactie, of bij een financieel termijninstrument, het met de tegenpartij afgesloten contract verkeerd is opgesteld.
r) Xxxxxx verbonden aan het hergebruik van financiële borgstellingen: het risico dat als het fonds ontvangen financiële borgstellingen zou hergebruiken, hetgeen het fonds niet van plan is te doen, de uiteindelijke waarde lager is dan de waarde op het moment van verkrijging.
s) Duurzaamheidsrisico: verwijst naar een gebeurtenis of omstandigheid die verband houdt met het milieu, de maatschappij of behoorlijk bestuur en die, als deze zich voordoet, een aanzienlijke reële of potentiële negatieve invloed op de waarde van de beleggingen en – op termijn – de netto-inventariswaarde van het fonds kan hebben.
✓Inaanmerkingneming van het duurzaamheidsrisico bij beleggingsbeslissingen
De beleggingen van het fonds zijn blootgesteld aan duurzaamheidsrisico's die een aanzienlijk potentieel of reëel risico inhouden voor het maximaliseren van het risicogewogen rendement op lange termijn. De beheermaatschappij identificeert en beoordeelt daarom in haar beleggingsbeslissingen en haar risicobeheerprocessen de duurzaamheidsrisico's met behulp van een drieledig proces:
1/ Uitsluiting: Beleggingen in bedrijven die naar de mening van de beheermaatschappij niet aan de duurzaamheidsnormen van het fonds voldoen, worden uitgesloten. De beheermaatschappij heeft een uitsluitingsbeleid ingevoerd, dat onder meer bedrijven uitsluit en tolerantiedrempels instelt voor activiteiten in domeinen zoals omstreden wapens, tabak, pornografie, thermische steenkool en elektriciteitsopwekking. Meer informatie is te vinden in het uitsluitingsbeleid op xxxxx://xxx.xxxxxxxxx.xx/xx_XX/xxxxxxxxxxx-xxxxxxxxxx/xxxxxx-xx-xxxxxxxxx-xxxxxx-xxxxxxxxxxx-xxxxxxxx-0000
2/ Analyse: De beheermaatschappij gebruikt ESG-analyse in combinatie met traditionele financiële analyse om de duurzaamheidsrisico's in kaart te brengen van de emittenten in het beleggingsuniversum en bestrijkt daarbij meer dan 90% van alle bedrijfsobligaties en aandelen. Om de duurzaamheidsrisico's in te schatten gebruikt de beheermaatschappij het eigen ESG- onderzoeksysteem van Carmignac, START. Meer informatie is te vinden in het Beleid inzake ESG-integratie op xxxxx://xxx.xxxxxxxxx.xx/xx_XX/xxxxxxxxxxx-xxxxxxxxxx/xxxxxx-xx-xxxxxxxxx-xxxxxx-xxxxxxxxxxx-xxxxxxxx-0000
en in de beschrijving van het START-systeem op xxxxx://xxx.xxxxxxxxx.xx/xx_XX/xxxxxxxxxxx-xxxxxxxxxx/xxxxxxxx-xxx- implementation-translated-4691
3/ Overleg: De beheermaatschappij werkt samen met de uitgevende bedrijven of emittenten rond ESG-gerelateerde vraagstukken om te sensibiliseren en de duurzaamheidsrisico's in haar portefeuilles beter te doorgronden. Dit overleg kan betrekking hebben op specifieke thema's in verband met milieu, maatschappelijke verantwoordelijkheid en behoorlijk bestuur, een duurzame impact, omstreden gedrag of stembeslissingen tijdens algemene vergaderingen. Meer informatie is te vinden in het Engagementbeleid op
xxxxx://xxx.xxxxxxxxx.xx/xx_XX/xxxxxxxxxxx-xxxxxxxxxx/xxxxxx-xx-xxxxxxxxx-xxxxxx-xxxxxxxxxxx-xxxxxxxx-0000 en xxxxx://xxx.xxxxxxxxx.xx/xx_XX/xxxxxxxxxxx-xxxxxxxxxx/xxxxxxxx-xxx-xxxxxxxxxxxxxx-xxxxxxxxxx-0000
Potentiële impact van duurzaamheidsrisico's op het rendement van het fonds
Duurzaamheidsrisico's kunnen een negatief effect hebben op de duurzaamheid doordat ze een aanzienlijke reële of potentiële negatieve invloed uitoefenen op de waarde van de beleggingen, de netto-inventariswaarde van het fonds en – uiteindelijk
– het beleggingsrendement van de beleggers.
De beheermaatschappij kan het financiële belang van duurzaamheidsrisico's voor het financiële rendement van een bedrijf in de portefeuille monitoren en beoordelen op verschillende manieren:
Milieu: de beheermaatschappij is van mening dat een bedrijf dat geen rekening houdt met de milieu-impact van zijn activiteiten en de goederen en diensten die het produceert, geconfronteerd kan worden met een afname van zijn natuurlijke kapitaal, milieuboetes of een dalende vraag van klanten. Daarom monitort zij waar relevant de CO2-voetafdruk, het water- en afvalbeheer, de toevoerketen en de leveranciers van een bedrijf.
Maatschappij: de beheermaatschappij is van mening dat maatschappelijke indicatoren belangrijk zijn om het groeipotentieel op lange termijn en de financiële stabiliteit van een bedrijf te monitoren. Belangrijke praktijken die tegen het licht worden gehouden, zijn onder meer het personeelsbeleid, de controles op de veiligheid van producten en de bescherming van klantengegevens.
Goed ondernemingsbestuur: de beheermaatschappij is van mening dat slecht bestuur van een onderneming een financieel risico kan betekenen. Daarom wordt aandachtig gekeken naar de onafhankelijkheid van de raad van bestuur, de
samenstelling en bevoegdheden van het directiecomité, de behandeling van minderheidsaandeelhouders en het beloningsbeleid. Ook de praktijken van bedrijven op het gebied van boekhouding, fiscaliteit en corruptiebestrijding worden nagegaan.
7° POTENTIËLE BELEGGERS EN BELEGGERSPROFIEL
De deelnemingsrechten van dit fonds zijn niet geregistreerd krachtens de US Securities Act (Amerikaanse effectenwet) van 1933. Bijgevolg kunnen ze volgens de definitie van de Amerikaanse verordening "Regulation S" niet direct of indirect worden aangeboden of verkocht voor rekening of ten voordele van een "US Person". De deelnemingsrechten van dit fonds mogen daarnaast evenmin worden aangeboden of verkocht, direct of indirect, aan "US persons" en/of aan entiteiten die in handen zijn van een of meer "US persons" zoals vastgelegd in de Amerikaanse "Foreign Account Tax Compliance Act (FATCA)".
Afgezien van deze uitzondering staat het fonds open voor alle beleggers.
Het fonds kan worden gebruikt als instrument binnen levensverzekeringscontracten met rekeningeenheden.
Welk bedrag redelijkerwijs in dit fonds kan worden belegd hangt af van uw persoonlijke situatie. Om dat bedrag te bepalen, is het raadzaam het advies van een professionele adviseur in te winnen om de beleggingen te diversifiëren en te bepalen welk gedeelte van de financiële portefeuille of het vermogen in dit fonds belegd wordt, in het bijzonder ten aanzien van de aanbevolen beleggingsduur en de blootstelling aan de voormelde risico’s, alsook van het persoonlijk vermogen en de eigen behoeften en doelstellingen.
8° VASTSTELLING EN BESTEMMING VAN DE UIT TE KEREN BEDRAGEN
UIT TE KEREN BEDRAGEN | DEELNEMINGSRECHTEN ACC | DEELNEMINGSRECHTEN DIS |
Bestemming van het netto-resultaat | Kapitalisatie (boekingsmethode met opgelopen rente) | Uitkering of overdracht bij besluit van de beheermaatschappij |
Bestemming van de gerealiseerde meer- of minderwaarden | Kapitalisatie (boekingsmethode met opgelopen rente) | Uitkering of overdracht bij besluit van de beheermaatschappij |
9° FREQUENTIE VAN DE UITKERINGEN
Voor kapitalisatierechten zijn er geen uitkeringen.
Bij uitkeringsrechten wordt het gedeelte van de te verdelen bedragen waarvan de verdeling door de beheermaatschappij wordt vastgesteld, uitgekeerd als volgt:
- jaarlijks bij deelnemingsrecht Ydis
- halfjaarlijks bij deelnemingsrechten in yen
De jaarlijks voor uitkering beschikbare bedragen worden binnen vijf maanden na het einde van het boekjaar uitbetaald. De halfjaarlijks voor uitkering beschikbare bedragen worden in april en oktober uitbetaald.
10° KENMERKEN VAN DE DEELNEMINGSRECHTEN
De deelnemingsrechten zijn uitgedrukt in EUR. Ze kunnen worden opgesplitst in duizendsten van deelnemingsrechten.
Deelnemingsrechten CHF zijn in Zwitserse Frank en deelnemingsrechten USD in Amerikaanse dollar uitgedrukt. Ze kunnen worden opgesplitst in duizendsten van deelnemingsrechten.
De deelnemingsrechten A JPY inc et B JPY inc luiden in Japanse yen. Deze kunnen niet worden opgesplitst. In bedragen uitgedrukte orders worden als volgt verwerkt: bij een in een geldbedrag luidende inschrijving op deelnemingsrechten wordt de berekening van het aantal deelnemingsrechten waarop is ingeschreven afgerond naar beneden. Bij een in een geldbedrag luidende terugkoop van deelnemingsrechten wordt de berekening van het aantal teruggekochte deelnemingsrechten naar boven afgerond.
"Gehedgede" deelnemingsrechten worden tegen het valutarisico afgedekt.
11° INSCHRIJVINGS- EN TERUGKOOPPROCEDURES
De orders worden uitgevoerd volgens onderstaande tabel:
D werkdag | D werkdag | D werkdag, dag waarop de netto- inventariswaarde wordt bepaald | D+1 werkdag | D+3 werkdagen | D+3 werkdagen |
Centralisatie van de inschrijvingsorders vóór 18.00 uur* | Centralisatie van de terugkooporders vóór 18.00 uur* | Uitvoering van de order uiterlijk op D | Publicatie van de netto- inventariswaarde | Vereffening van de inschrijvingen | Betaling van de terugkopen |
* Tenzij er met uw financiële instelling een specifieke termijn is overeengekomen.
Voorwaarden voor het onderling verwisselen van deelnemingsrechten
De overstap tussen de diverse categorieën deelnemingsrechten van het fonds door middel van een terugkoop gevolgd door een inschrijving in een andere categorie deelnemingsrechten, geldt fiscaal als een verkoop waarop mogelijk een belastbare meerwaarde verwezenlijkt wordt.
Datum en frequentie van de netto-inventariswaarde
De netto-inventariswaarde wordt dagelijks volgens de kalender van Euronext Paris berekend, behalve op wettelijke feestdagen in Frankrijk. Een lijst van deze data is op aanvraag verkrijgbaar bij de centraliserende instantie.
Voorwaarden voor inschrijving en terugkoop
Mogelijkheid om in te schrijven en terug te kopen in duizendsten van deelnemingsrechten, behalve bij deelnemingsrechten in Japanse yen, waarvoor de minimale inleg/terugkoop één deelnemingsrecht bedraagt.
In bepaalde landen kan op de deelnemingsrechten worden ingeschreven volgens de specifieke regels die door de toezichtautoriteit van dat land zijn goedgekeurd.
Inschrijvingen en terugkopen waarvoor de orders worden doorgegeven na het in het prospectus vermelde uiterste tijdstip (late trading), zijn verboden. Na 18 uur (MET/MEZT) bij de centralisatie terugkomende inschrijvings- en terugkooporders worden beschouwd als ontvangen op de volgende dag waarop de netto-inventariswaarde wordt berekend.
De termijn tussen de centralisatiedatum van de inschrijvings- of terugkooporder en de datum waarop de bewaarder deze order betaalt aan de houder bedraagt 3 werkdagen voor alle deelnemingsrechten, behalve voor de in Japanse yen luidende deelnemingsrechten, waarvoor deze termijn 4 werkdagen in Frankrijk en Japan bedraagt.
Indien er een of meer feestdagen (Euronext-feestdagen en Franse officiële feestdagen) binnen de betreffende betaaltermijn liggen, wordt deze overeenkomstig verlengd. Een lijst van deze data is op aanvraag verkrijgbaar bij de centraliserende instantie.
De beheermaatschappij neemt de in de AMF-bepaling nr. 2004-07 vermelde principes inzake market timing en late trading in acht. De beheermaatschappij zal er vooral op toezien dat deze good practices worden nageleefd door met elke professionele belegger die onder Richtlijn 2009/138/EG (Solvabiliteit 2) valt een geheimhoudingsovereenkomst te ondertekenen, zodat gevoelige informatie over de samenstelling van de portefeuille uitsluitend wordt gebruikt om hun prudentiële verplichtingen na te komen.
Instellingen die belast zijn met de controle op het uiterste tijdstip voor de centralisatie
BNP Paribas Securities Services, 0 xxx xx Xxxxxxxxxxx, 00000 Xxxxxx, in opdracht van de beheermaatschappij, en CARMIGNAC GESTION, 00, xxxxx Xxxxxxx, 00000 Xxxxx.
Wij wijzen de beleggers erop dat er in orders die doorgegeven worden aan andere tussenpersonen dan BNP Paribas Securities Services, rekening mee moet worden gehouden dat voor die tussenpersonen ten opzichte van BNP Paribas Securities Services het uiterste tijdstip voor de centralisatie van de orders geldt. Daardoor is het mogelijk dat die tussenpersonen hun eigen tijdslimiet toepassen, vroeger dan het bovenstaande tijdstip, om rekening te houden met de tijd die zij nodig hebben om de orders aan BNP Paribas Securities Services door te geven.
Plaats en werkwijze van publicatie of bekendmaking van de netto-inventariswaarde
CARMIGNAC GESTION, Kantoren: 00, xxxxx Xxxxxxx 00000 Xxxxx.
De netto-inventariswaarde wordt dagelijks om 15 uur (MET/MEZT) bekendgemaakt en toegepast bij de berekening van de inschrijvingen en terugkopen die de vorige dag vóór 18 uur (MET/MEZT) zijn ontvangen.
De netto-inventariswaarde staat vermeld bij CARMIGNAC GESTION en/of wordt gepubliceerd op de website van CARMIGNAC GESTION: xxx.xxxxxxxxx.xxx.
12° KOSTEN EN PROVISIES
a) Inschrijvings- en terugkoopprovisies van de ICBE
De inschrijvings- en terugkoopprovisies worden toegevoegd aan de door de belegger betaalde inschrijvingsprijs of afgetrokken van de terugkoopprijs.
De door het fonds geïnde provisies worden gebruikt ter compensatie van de kosten van het fonds voor de belegging of verkoop van de toevertrouwde activa. De provisies die niet ten gunste van het fonds komen, komen ten goede aan de beheermaatschappij, de verkoper enz.
Kosten voor rekening van de belegger, geïnd bij inschrijving en terugkoop | Grondslag | Obligaties tarief |
Maximale inschrijvingsprovisie, all-in, niet ten gunste van de ICBE | Netto-inventariswaarde x aantal deelnemingsrechten | Deelnemingsrecht A EUR Acc: 4% Deelnemingsrecht A EUR Ydis: 4% Deelnemingsrecht E EUR Acc: geen Deelnemingsrecht A CHF Acc Hdg: 4% Deelnemingsrecht A USD Acc Hdg: 4% Deelnemingsrecht A JPY inc: 4% Deelnemingsrecht B JPY inc: 4% |
Inschrijvingsprovisie, ten gunste van de ICBE | netto-inventariswaarde x aantal deelnemingsrechten | Geen |
Terugkoopprovisie, niet ten gunste van de ICBE | Netto-inventariswaarde x aantal deelnemingsrechten | Geen |
Terugkoopprovisie, ten gunste van de ICBE | netto-inventariswaarde x aantal deelnemingsrechten | Geen |
b) Werkings- en beheerkosten
Aan het fonds gefactureerde kosten | Grondslag | Obligaties tarief | |
1 en 2 | Kosten van financieel beheer en administratie buiten de beheermaatschappij om | Netto-activa | Deelnemingsrecht A EUR Acc: 1,50% all-in Deelnemingsrecht A EUR Ydis: 1,50% all-in Deelnemingsrecht E EUR Acc: 2% all-in Deelnemingsrecht A CHF acc Hdg: 1,50% all-in Deelnemingsrecht A USD Acc Hdg: 1,50% all-in Deelnemingsrecht A JPY Inc Hdg: 1% all-in Deelnemingsrecht B JPY inc: 1% all-in (Maximumtarief) |
4 | Transactievergoedingen voor de beheermaatschappij | Maximale afhouding bij elke transactie | Beurs Frankrijk: 0,3% all-in per verrichting, voor obligaties: 0,05% all-in Buitenlandse beurs: 0,4% all-in per verrichting, voor obligaties: 0,05% all-in |
5 | Prestatievergoeding | Netto-activa | Maximaal 10% van de meerprestatie, wanneer deze wordt geleverd(1) |
(1) De prestatievergoeding is gebaseerd op de vergelijking over het boekjaar tussen het rendement van elk deelnemingsrecht van het fonds (met uitzondering van de niet-afgedekte rechten) en dat van zijn referentie-indicator. Wat de niet-afgedekte deelnemingsrechten betreft: de prestatievergoeding wordt berekend op basis van het rendement van het recht, vergeleken met het rendement van de referentie-indicator, omgewisseld in de valuta van het deelnemingsrecht.
Als het rendement sinds het begin van het boekjaar positief is en hoger dan dat van de referentie-indicator, wordt een dagelijkse voorziening getroffen van maximaal 10% van die meerprestatie. Als het GBF minder goed presteert dan deze index, wordt dagelijks maximaal 10% van deze minderprestatie uit de voorziening teruggenomen tot maximaal het bedrag van de totale dotaties sinds het begin van het jaar. Indien het fonds in aanmerking komt voor het aanleggen van een voorziening voor de prestatievergoeding, geldt het volgende:
- Bij inschrijving wordt voor de deelnemingsrechten waarop is ingeschreven een mechanisme ter neutralisering van het "volume- effect" toegepast bij het berekenen van de prestatievergoeding. Volgens dit mechanisme wordt het door die nieuwe deelnemingsrechten gegenereerde provisiegedeelte van de effectief berekende prestatievergoeding systematisch in mindering gebracht op de dagelijkse provisie;
- In geval van terugkoop is het provisiegedeelte van de prestatievergoeding gelijk aan de teruggekochte deelnemingsrechten en wordt deze toebedeeld aan de beheermaatschappij volgens het ''kristalliseringsprincipe''.
De volledige prestatievergoeding wordt op de sluitingsdatum van de boekingsperiode aan de beheermaatschappij uitgekeerd.
Overige aan de ICBE gefactureerde kosten:
- De ingevolge artikel L.621-5-3 van de Code monétaire et financier voor het beheer van het fonds aan de Franse toezichthouder Autorité des marchés financiers verschuldigde bijdrage.
- Onderzoekskosten (zie "Onderzoek en onderzoekssteun" hieronder)
- De uitzonderlijke en eenmalige kosten die verband houden met de invordering van vorderingen of een procedure om rechten te doen gelden (bijv.: class action-procedure), uitsluitend wanneer de uitkomst van die procedures in het voordeel van het fonds is en nadat het fonds de bedragen heeft ontvangen.
De informatie over deze kosten wordt nadien ook opgenomen in het jaarverslag van de ICBE.
Berekening en verdeling van de opbrengsten van repo- en omgekeerde repotransacties.
De beheermaatschappij ontvangt geen enkele vergoeding voor de op de portefeuilles toegepaste doelmatige beheertechnieken (tijdelijke aan- of verkoop van effecten).
Alle uit dergelijke technieken voortkomende inkomsten komen ten gunste van het fonds, met uitzondering van operationele kosten die bij het lenen/uitlenen van effecten worden gefactureerd door Caceis Bank, Luxembourg Branch, die als lenende instantie optreedt. De factuur van de lenende instantie mag niet hoger zijn dan 15% van de door het lenen/uitlenen van effecten gegenereerde opbrengsten.
Bij repotransacties treedt het fonds als directe tegenpartij van de transacties op en ontvangt het de volledige vergoeding.
Meer informatie vindt u in het jaarverslag van het fonds.
Provisie in natura
XXXXXXXXX GESTION ontvangt noch voor eigen rekening noch voor rekening van derden provisies in natura zoals gedefinieerd in het algemeen reglement van de Autorité des marchés financiers. Meer informatie vindt u in het jaarverslag van het fonds.
Keuze van de tussenpersonen
Om de optimale uitvoering van beursorders te garanderen, heeft Carmignac Gestion een selectieprocedure voor tussenpersonen opgesteld op basis van verschillende criteria.
Er zijn zowel kwantitatieve als kwalitatieve criteria, die zijn aangepast aan de markt waarop de tussenpersonen hun diensten aanbieden, wat betreft zowel de regio als het type instrument.
De analysecriteria hebben in het bijzonder betrekking op de beschikbaarheid en de proactiviteit van de contactpersonen, de financiële degelijkheid, de kwaliteit van de verwerking en uitvoering van de orders en de makelaarskosten.
Onderzoek en onderzoekssteun
"Onderzoek" verwijst naar materialen of diensten die het mogelijk maken om een oordeel te vormen over een specifiek financieel instrument, een specifiek effect of een specifieke emittent, bedrijfstak of markt. Xxxxxxxxx maakt uitsluitend gebruik van extern onderzoek als dat nodig is om een weloverwogen beslissing in het belang van het fonds te kunnen nemen. Alvorens het onderzoek aan te vragen, verifiëren de beheerders en/of analisten de relevantie ervan, verantwoorden zij hun aanvraag met bewijsstukken en beoordelen zij de redelijkheid ervan. De aanvraag wordt nagezien door een lokale compliance officer. Aan het onderzoek wordt een budget toegekend waarin de kosten billijk over de fondsen gespreid worden. In het algemeen worden beleggingsbeslissingen over fondsen met vergelijkbare mandaten en beleggingsdoelstellingen genomen op basis van hetzelfde onderzoek. Zo delen de fondsen, in hun eigen belang, één strategie en maken zij kostendelend gebruik van hetzelfde onderzoek. Het budget wordt toegewezen per beheerteam. Xxxxxxxxx brengt de kosten van extern onderzoek pas bij de fondsen in rekening wanneer deze toegerekend en opeisbaar zijn. Xxxxxxxxx boekt de onderzoekskosten van de fondsen als beschikbare middelen bij op de aparte onderzoeksrekening (RPA). Financieel onderzoek komt ten laste van het fonds. Beleggers en potentiële beleggers kunnen het bedrag van het totale budget en het geraamde onderzoeksbudget van elk fonds vernemen via het formulier betreffende kennisgeving over de rekening voor het betalen van onderzoek dat beschikbaar is op de website xxx.xxxxxxxxx.xxx.
IV. COMMERCIËLE INFORMATIE
Verspreiding van informatie betreffende het fonds:
De recentste jaarlijkse documenten, evenals de samenstelling van de activa, worden binnen een termijn van acht werkdagen toegezonden op schriftelijk verzoek van de belegger aan: CARMIGNAC GESTION, 00, xxxxx Xxxxxxx, 00000 XXXXX
Contact: Directie Communicatie Tel.: 33 (0)0.00.00.00.00
Fax: 33 (0)0.00.00.00.00
Het prospectus is beschikbaar op de website xxx.xxxxxxxxx.xxx
Informatie over de naleving door de beheermaatschappij van de criteria op het gebied van milieu, maatschappij en goed ondernemingsbestuur (ESG-criteria) in de fondsenreeks is beschikbaar op de website xxx.xxxxxxxxx.xxx en in het jaarverslag van de fondsen die deze criteria in acht nemen.
V. BELEGGINGSREGELS
Het fonds leeft de reglementaire ratio's die van toepassing zijn op algemene ICBE's naar Frans recht, na overeenkomstig Europese Richtlijn 2009/65/EG, zoals vastgelegd in de Code monétaire et financier.
VI. TOTAAL RISICO
Ter bepaling van het totale fondsrisico wordt de relatieve VaR-methode (VaR=Value at Risk) gehanteerd, waarbij het risico wordt vergeleken met dat van een referentieportefeuille (de referentie-indicator van het fonds is de referentieportefeuille) over een prestatieperiode van twee jaar en met een vertrouwensdrempel van 99% over 20 dagen. Het verwachte hefboomeffect, berekend als de som van de nominale bedragen zonder compensatie of afdekking, bedraagt 500%. Onder bepaalde omstandigheden kan dit percentage echter hoger zijn.
Hoger hefboomeffect: dit effect komt meestal voort uit bepaalde marktomstandigheden (geringe/hoge volatiliteit, lage rente, interventie van de centrale bank) of uit een verhoging van het aantal posities, waarmee de risico's van de portefeuille kunnen worden gecompenseerd, of uit het gebruik van opties die ver out of the money zijn.
Zo kunnen nieuwe posities die als tegenwicht van bestaande posities worden geopend de bruto nominale waarde van de lopende contracten verhogen en zodoende een hoog hefboomniveau teweegbrengen dat nauwelijks correleert met het werkelijke portefeuillerisico. In alle gevallen worden ze ingezet conform het risicoprofiel en de beleggingsdoelstelling van de portefeuille.
VII. REGELS VOOR DE WAARDERING VAN DE ACTIVA
1° Waarderingsregels
a) Methoden voor de waardering van balansposten en vaste en voorwaardelijke termijnverrichtingen
Effectenportefeuille
De binnenkomende posities in de portefeuille worden geboekt tegen aankoopprijs exclusief kosten en de uitgaande posities tegen verkoopprijs exclusief kosten.
De in vreemde valuta's uitgedrukte waarden en de vaste en voorwaardelijke financiële termijninstrumenten in de portefeuille worden omgezet in de basisvaluta tegen de wisselkoers op de waarderingsdag te Parijs. De portefeuille wordt volgens de volgende methoden gewaardeerd:
Franse waarden
- contant, systeem uitgestelde betaling: op basis van de laatste koers.
De OAT-staatsobligaties worden gewaardeerd tegen de middenkoers van een verdeler (primary dealer geselecteerd door het Franse Ministerie van Financiën), op basis van door een dataprovider verstrekte informatie. Op die koers wordt nog een betrouwbaarheidscontrole uitgevoerd via een vergelijking met de koersen van verschillende andere primary dealers.
Buitenlandse waarden
- genoteerd en gedeponeerd in Parijs: op basis van de laatste koers.
- niet gedeponeerd in Parijs: op basis van de laatste bekende koers voor waarden van het Europese vasteland en op basis van de laatste bekende koers voor andere waarden.
Franse en buitenlandse effecten waarvan de koers op de waarderingsdag niet werd vastgesteld worden gewaardeerd tegen hun meest recente, officieel gepubliceerde koers of, op verantwoordelijkheid van de beheermaatschappij, tegen hun waarschijnlijke handelswaarde. De bewijsstukken worden aan de externe accountant (bedrijfsrevisor) verstrekt op het moment dat hij de boeken controleert.
De ICB's tegen de laatste terugkoopprijs of tegen de laatste bekende netto-inventariswaarde
Deze worden gewaardeerd tegen de laatste terugkoopprijs of de laatste bekende netto-inventariswaarde.
Geldmarktinstrumenten en synthetische activa die bestaan uit een combinatie van een geldmarktinstrument met één of meer rente- en/of valutaswaps ("asset swaps")
Instrumenten waarin grote transacties zijn uitgevoerd en met een resterende looptijd van meer dan 3 maanden: tegen de marktprijs op basis van informatie van een financiële dataprovider (Bloomberg, Reuters enz.).
Instrumenten waarin geen grote transacties zijn uitgevoerd en met een resterende looptijd van meer dan 3 maanden: tegen de marktprijs op basis van informatie op een financiële dataprovider (Bloomberg, Reuters enz.) voor gelijkwaardige geldmarktinstrumenten waarvan de prijs zo nodig wordt aangepast met een representatieve marge voor de intrinsieke kenmerken van de emittent, en aan de hand van een actuariële methode.
Instrumenten met een resterende looptijd van 3 maanden of minder: lineair.
Als de resterende looptijd van een tegen de marktprijs gewaardeerde schuldvordering 3 maanden of minder wordt, wordt het laatste in aanmerking genomen percentage vastgelegd tot de eindvervaldatum, tenzij wegens een specifieke gevoeligheid een waardering tegen de marktprijs vereist is (zie de vorige paragraaf).
De repo- en omgekeerde repotransacties volgens de contractvoorwaarden
Deze transacties worden gewaardeerd volgens de contractvoorwaarden.
Bepaalde transacties met schuldpapier waarvan de looptijd meer dan drie maanden bedraagt, kunnen tegen marktprijs worden gewaardeerd.
Vaste en voorwaardelijke termijnverrichtingen
Voor de waardering van de aan- en verkopen van valuta's op termijn wordt rekening gehouden met de afschrijving van het agio/disagio.
b) Niet in de balanstelling opgenomen transacties
Transacties op gereglementeerde markten
- Vaste termijnverrichtingen: deze transacties worden, afhankelijk van de markt, gewaardeerd op basis van de settlementkoers. De verbintenis wordt als volgt berekend: koers van het futurescontract x nominale waarde van het contract x hoeveelheid.
- Voorwaardelijke termijnverrichtingen: deze transacties worden, afhankelijk van de markt, gewaardeerd op basis van de eerste koers of de settlementkoers. De verbintenis is gelijk aan de omzetting van de optie in haar equivalent in de onderliggende waarde. Ze wordt als volgt berekend: delta x hoeveelheid x quotiteit of nominale waarde x koers van de onderliggende waarde.
Transacties op onderhandse markten
Transacties met staatsobligaties: waardering tegen de marktprijs op basis van informatie van een financiële dataprovider (Bloomberg, Reuters enz.) en, indien nodig, met een actuariële methode.
Renteswaps: Met een resterende looptijd van meer dan 3 maanden: waardering tegen de marktprijs op basis van informatie van een
financiële dataprovider (Bloomberg, Reuters enz.) en aan de hand van een actuariële methode. Gedekte of ongedekte transacties:
- Vaste rente / Variabele rente: nominale waarde van het contract
- Variabele rente / Vaste rente: nominale waarde van het contract
- Met een resterende looptijd van 3 maanden of minder: lineaire waardering.
- Als de resterende looptijd van een tegen de marktprijs gewaardeerde renteswap 3 maanden of minder wordt, zal het laatste geldende percentage worden vastgelegd tot aan de eindvervaldatum, tenzij een specifieke gevoeligheid een waardering tegen de marktprijs vereist (zie de vorige paragraaf).
De verbintenis wordt als volgt berekend:
- Gedekte transacties: nominale waarde van het contract
- Niet-gedekte transacties: nominale waarde van het contract
Andere transacties op de onderhandse markten
- Transacties met staatsobligaties, valuta's of bedrijfsobligaties: waardering tegen de marktprijs op basis van informatie van een financiële dataprovider (Bloomberg, Reuters enz.) en, indien nodig, met een actuariële methode.
- De verbintenis wordt als volgt voorgesteld: nominale waarde van het contract.
2° Boekingsmethode
De opbrengsten worden geboekt volgens de methode met opgelopen rente. Transactiekosten worden exclusief vergoedingen geboekt.
3° Boekhoudkundige valuta
De boekhouding van het fonds wordt in euro gevoerd.
VIII. VERGOEDINGEN
Het vergoedingenbeleid van de beheermaatschappij zet aan tot een risicobeheer waarbij het nemen van buitensporige risico's wordt ontmoedigd. Om belangenconflicten te voorkomen sluit het beleid aan op de doelstellingen en belangen van de beheerders, de beheerde ICB's en de beleggers van de ICB's.
Het vergoedingenbeleid is ontwikkeld en wordt toegepast om het duurzame succes en de stabiliteit van de beheermaatschappij te ondersteunen en tegelijkertijd gemotiveerde, goed presterende medewerkers aan te trekken, te ontwikkelen en vast te houden.
Het vergoedingenbeleid voorziet in een gestructureerd vergoedingensysteem, bestaande uit een voldoende hoog vast gedeelte en, voor de medewerkers die risicodragende beslissingen nemen, een variabele vergoeding om waardecreatie op lange termijn te belonen. Een aanzienlijk percentage van de variabele vergoeding voor medewerkers die risicodragende beslissingen nemen, wordt na een periode van drie jaar bepaald. Om te garanderen dat rekening wordt gehouden met de langetermijnbelangen van de cliënten die in de beheerde ICB's beleggen, wordt het uitgestelde deel van de vergoeding berekend op basis van het rendement van de fondsen die representatief zijn voor het door de maatschappij toegepaste beheer. Het variabele deel van de vergoeding wordt pas definitief toegekend als de financiële toestand van de beheermaatschappij dit toelaat.
Het vergoedingsbeleid is goedgekeurd door de raad van bestuur van de beheermaatschappij. De uitgangspunten van het vergoedingsbeleid worden regelmatig gecontroleerd door het vergoedings- en benoemingscomité en aangepast aan het voortdurend veranderende regelgevend kader. Gedetailleerde informatie over het vergoedingsbeleid, inclusief een beschrijving van de manier waarop de vergoedingen en voordelen worden berekend, alsmede de informatie over het vergoedings- en benoemingscomité is verkrijgbaar op de volgende website: xxx.xxxxxxxxx.xxx. Een papieren exemplaar is op aanvraag gratis verkrijgbaar.
REGLEMENT VAN HET GEMEENSCHAPPELIJKE BELEGGINGSFONDS CARMIGNAC PATRIMOINE
TITEL 1: ACTIVA EN DEELNEMINGSRECHTEN
ARTIKEL 1 – DEELNEMINGSRECHTEN IN MEDE-EIGENDOM
De rechten van de mede-eigenaars worden vertegenwoordigd door deelnemingsrechten, die elk overeenstemmen met eenzelfde fractie van de activa van het fonds. Elke houder van deelnemingsrechten heeft een mede-eigendomsrecht op de activa van het fonds in verhouding tot het aantal deelnemingsrechten in zijn bezit.
De looptijd van het fonds is 99 jaar vanaf de oprichting, behalve in het geval van vervroegde ontbinding of als de looptijd wordt verlengd volgens de bepalingen in dit reglement (zie artikel 11).
De kenmerken en toegangsvoorwaarden van de verschillende categorieën deelnemingsrechten worden beschreven in het prospectus van het fonds.
De categorieën deelnemingsrechten kunnen:
- een verschillend beleid voor de uitkering van de inkomsten kennen (distributie of kapitalisatie);
- in verschillende valuta's luiden;
- verschillen in beheerkosten;
- verschillende inschrijvings- en terugkoopprovisies toepassen;
- verschillen in nominale waarde;
- stelselmatig in een gedeeltelijke of volledige afdekking van het risico voorzien die wordt omschreven in het prospectus. Voor deze afdekking worden financiële instrumenten gebruikt waarmee de gevolgen van de afdekkingstransacties op andere categorieën deelnemingsrechten van het GBF tot een minimum worden beperkt.
Mogelijkheid tot hergroepering of splitsing van deelnemingsrechten.
Op beslissing van de raad van bestuur van de beheermaatschappij kunnen de deelnemingsrechten worden gesplitst in tienden, honderdsten, duizendsten of tienduizendsten, ‘fracties van deelnemingsrechten’ genaamd.
De bepalingen over uitgifte en terugkoop van deelnemingsrechten van het reglement gelden ook voor de fracties van deelnemingsrechten, die steeds de evenredige waarde hebben van het deelnemingsrecht dat ze vertegenwoordigen. Tenzij anders bepaald en zonder dat een expliciete vermelding vereist is, zijn alle andere bepalingen van het reglement met betrekking tot de deelnemingsrechten ook van toepassing op de fracties van deelnemingsrechten.
Ten slotte kan de raad van bestuur van de beheermaatschappij naar eigen goeddunken besluiten de deelnemingsrechten te splitsen door nieuwe deelnemingsrechten te creëren die in ruil voor de oude deelnemingsrechten aan de houders worden toegekend.
ARTIKEL 2 - MINIMUMBEDRAG VAN DE ACTIVA
Er mogen geen deelnemingsrechten meer worden teruggekocht als de activa van het gemeenschappelijke beleggingsfonds onder EUR
300.000 dalen; indien de activa dertig dagen onder dat bedrag blijven, neemt de maatschappij die de portefeuille beheert de nodige maatregelen om over te gaan tot liquidatie van de betreffende ICB of tot een van de maatregelen vermeld in artikel 422-17 van het algemeen reglement van de AMF (wijziging van de ICBE).
ARTIKEL 3 - UITGIFTE EN TERUGKOOP VAN DEELNEMINGSRECHTEN
Op aanvraag van de beleggers worden op elk ogenblik deelnemingsrechten uitgegeven, op basis van hun netto-inventariswaarde, desgevallend verhoogd met de inschrijvingsprovisies.
De terugkopen en de inschrijvingen worden uitgevoerd volgens de voorwaarden en procedures in het prospectus.
De deelnemingsrechten van gemeenschappelijke beleggingsfondsen kunnen tot de beursnotering worden toegelaten conform de geldende reglementen.
De inschrijvingen moeten integraal worden volgestort op de dag waarop de netto-inventariswaarde wordt berekend. Ze kunnen worden vereffend in contanten en/of door een inbreng van financiële instrumenten. De beheermaatschappij heeft het recht de aangeboden effecten te weigeren en beschikt over een termijn van zeven dagen vanaf het deponeren van de effecten om haar beslissing mee te delen. Als de inbreng van de effecten wordt aanvaard, wordt een waardering opgesteld volgens de regels in artikel 4 en wordt de inschrijving uitgevoerd op basis van de eerste netto-inventariswaarde na de aanvaarding van de betreffende effecten.
Terugkopen kunnen worden verricht in contanten en/of in natura. Indien de terugkoop in natura overeenkomt met een representatief gedeelte van de activa in portefeuille, hoeft de beheermaatschappij slechts de ondertekende schriftelijke instemming van de houder die zijn effecten laat terugkopen te verkrijgen. Wanneer de terugkoop in natura niet overeenkomt met een overeenkomstig deel van de activa in portefeuille, moeten alle houders een schriftelijke akkoordverklaring verstrekken voor de terugkoop tegen bepaalde specifieke activa van de deelnemingsrechten van de houder, zoals expliciet vermeld in de akkoordverklaring.
Indien het fonds een ETF is, kunnen, in afwijking van het bovenstaande, de terugkopen op de primaire markt met akkoordverklaring van de beheermaatschappij van de portefeuille en met inachtneming van de belangen van de houders van deelnemingsrechten, worden voltrokken in natura volgens de voorwaarden in het prospectus of in het reglement van het Gemeenschappelijk Beleggingsfonds. De activa worden vervolgens geleverd door de bewaarnemer in overeenstemming met de voorwaarden in het prospectus van het Gemeenschappelijk Beleggingsfonds.
In het algemeen geldt dat de teruggekochte activa worden gewaardeerd volgens de regels in artikel 4 en wordt de terugkoop in natura uitgevoerd op basis van de eerste netto-inventariswaarde na aanvaarding van de betreffende effecten.
De terugkopen worden door de bewaarnemer betaald binnen een termijn van maximaal vijf dagen na de waardering van het deelnemingsrecht.
Indien, in uitzonderlijke omstandigheden, de terugbetaling een voorafgaande verkoop van activa in het fonds vereist, kan deze termijn worden verlengd, zonder echter dertig dagen te overschrijden.
Behalve in geval van erfopvolging of ouderlijke boedelscheiding bij notariële akte wordt de vervreemding of de overdracht van deelnemingsrechten tussen houders of van houders naar een derde gelijkgesteld met een terugkoop gevolgd door een inschrijving. In het geval van een derde moet het bedrag van de vervreemding of de overdracht desgevallend door de begunstigde worden aangevuld tot het vereiste minimumbedrag voor eerste inschrijving dat in het prospectus wordt vermeld.
Krachtens artikel L.214-8-7 van de Code monétaire et financier (Monetair en Financieel Wetboek) kan de beheermaatschappij de terugkoop van deelnemingsrechten en de uitgifte van nieuwe deelnemingsrechten door het Gemeenschappelijk Beleggingsfonds tijdelijk opschorten, indien uitzonderlijke omstandigheden dit vereisen en dit in het belang van de houders is.
Als de netto-activa van het gemeenschappelijk beleggingsfonds minder bedragen dan het in het reglement bepaalde bedrag, wordt geen enkele terugkoop van deelnemingsrechten meer uitgevoerd.
Minimale inschrijving mogelijk, volgens de bepalingen in het prospectus.
Overeenkomstig artikel L.214-8-7 van de Code monétaire et financier (Monetair en Financieel Wetboek) en artikel 411-20-1 van het algemeen reglement van de AMF, kan de beheermaatschappij besluiten om de terugkopen te beperken indien uitzonderlijke omstandigheden dit vereisen en dit in het belang van de houders is. De operationele procedures van het plafonneringsmechanisme en van de informatie aan de houders moeten nauwkeurig zijn beschreven.
Ingevolge artikel L.214-8-7, derde alinea, van de "Code monétaire et financier" kan het fonds de uitgifte van deelnemingsrechten tijdelijk of definitief en gedeeltelijk of volledig stopzetten onder objectieve omstandigheden die tot sluiting van de inschrijvingen leiden, bijvoorbeeld als het maximumaantal deelnemingsrechten is uitgegeven, als het maximumvermogen is bereikt of als een vastgelegde inschrijvingstermijn is verstreken. De inwerkingtreding van deze maatregel gaat gepaard met een kennisgeving, op ongeacht welke wijze, aan de bestaande houders over het activeren ervan en over het grensbedrag en de objectieve situatie die tot de gedeeltelijke of volledige sluiting heeft geleid. In geval van gedeeltelijke sluiting moet in deze kennisgeving op ongeacht welke wijze uitdrukkelijk worden verduidelijkt op welke wijze de bestaande houders gedurende deze gedeeltelijke sluiting kunnen blijven intekenen. De beheermaatschappij deelt de houders van deelnemingsrechten tevens op ongeacht welke wijze mee dat zij hetzij de volledige of gedeeltelijke sluiting van de inschrijvingen beëindigt (wanneer het aantal deelnemingsrechten tot onder het maximum is gedaald), hetzij deze niet beëindigt (ingeval het maximum is gewijzigd of de objectieve situatie die tot de inzet van deze maatregel heeft geleid is veranderd). Een wijziging van de aangevoerde objectieve situatie of van het maximumaantal deelnemingsrechten moet altijd worden ingevoerd in het belang van de houders van deelnemingsrechten. De op ongeacht welke wijze verstrekte kennisgeving vermeldt de precieze redenen van deze wijzigingen.
De beheerder van het fonds kan enerzijds het bezit van deelnemingsrechten door natuurlijke personen of rechtspersonen beperken of belemmeren wanneer deze personen krachtens het prospectus geen deelnemingsrechten mogen bezitten (hierna ''personen die niet in aanmerking komen'') en/of anderzijds de inschrijving in het register van houders van deelnemingsrechten in het fonds, of in het register van de transferagent (de ''Registers'') van ieder tussenpersoon die niet tot één van de hieronder vermelde categorieën behoort (''tussenpersonen die niet in aanmerking komen''), beperken of belemmeren: actieve Niet-Financiële Buitenlandse Instanties (actieve NFBI's), Amerikaanse personen die niet als Amerikaans persoon zijn aangemerkt en Financiële Instellingen die geen niet-participerende* financiële instelling zijn.
De beheerder kan ook het aanhouden van deelnemingsrechten beperken of verhinderen als de belegger (i) op basis van objectieve criteria direct of indirect in strijd handelt met de wet- en regelgeving van enig land of enige overheidsinstantie, of (ii) naar het oordeel van de beheermaatschappij van het GBF schade aan het GBF of de Beheermaatschappij zou kunnen toebrengen die ze anders niet zouden hebben ondervonden of geleden.
De met een * aangeduide termen staan omschreven in het tussen de regeringen van Frankrijk en de Verenigde Staten gesloten Akkoord ter verbetering van de naleving van fiscale verplichtingen op internationaal niveau en tot uitvoering van de wet op de fiscale verplichtingen betreffende buitenlandse rekeningen van 14 november 2013. De tekst van dit Akkoord was op de datum van opstelling van dit reglement beschikbaar via de volgende link: xxxx://xxx.xxxxxxxx.xxxx.xx/xxxxx/xxx_xxxxxx_xxxxx_00xxx00.xxx
Hiertoe kan de beheermaatschappij:
(i) weigeren een deelnemingsrecht uit te geven wanneer blijkt dat de deelnemingsrechten daardoor in handen zouden komen of zouden kunnen komen van een (tussen)persoon die daarvoor niet in aanmerking komt;
(ii) een tussenpersoon waarvan de naam voorkomt in de Registers van houders van deelnemingsrechten te allen tijde verzoeken de informatie te verstrekken die zij noodzakelijk acht om te bepalen of de feitelijke begunstigde van de betreffende deelnemingsrechten al dan niet in aanmerking komt, vergezeld van een verklaring op erewoord; en
(iii) wanneer blijkt dat de feitelijke begunstigde een persoon is die niet in aanmerking komt, of dat een niet in aanmerking komend tussenpersoon staat ingeschreven in de Registers van houders van deelnemingsrechten van het fonds, na een termijn van 10 werkdagen overgaan tot de gedwongen terugkoop van alle deelnemingsrechten in handen van een niet in aanmerking komend (tussen)persoon. De gedwongen terugkoop vindt plaats tegen de laatst bekende netto-inventariswaarde, indien van toepassing vermeerderd met de toepasselijke kosten, rechten en provisies, die ten laste komen van de houder van de bij de terugkoop betrokken deelnemingsrechten.
ARTIKEL 4 - BEREKENING VAN DE NETTO-INVENTARISWAARDE
Voor de berekening van de netto-inventariswaarde van de deelnemingsrechten worden de waarderingsregels in het prospectus gevolgd. Inbrengen in natura kunnen enkel effecten, instrumenten of contracten zijn die als activa van XXXX'x zijn toegestaan; inbrengen en terugkopen in natura worden gewaardeerd conform de waarderingsregels die voor de berekening van de netto-inventariswaarde van toepassing zijn.
TITEL 2: WERKING VAN HET FONDS ARTIKEL 5 – DE BEHEERMAATSCHAPPIJ
Het fonds wordt beheerd door de beheermaatschappij conform het voor het fonds vastgelegde beleid.
De beheermaatschappij handelt in alle omstandigheden uitsluitend in het belang van de houders van deelnemingsrechten en kan als enige de stemrechten uitoefenen die aan de effecten in het fonds zijn verbonden.
ARTIKEL 5 bis - WERKINGSREGELS
De als activa voor het fonds in aanmerking komende instrumenten en deposito’s, alsmede de beleggingsregels, worden beschreven in het prospectus.
ARTIKEL 6 - DE BEWAARDER
De depothouder vervult de taken die hem krachtens de geldende wet- en regelgeving toekomen en die hem door de beheermaatschappij bij overeenkomst zijn opgedragen. Hij moet zich er met name van vergewissen dat de besluiten van de maatschappij die de portefeuille beheert met de voorschriften overeenstemmen. Hij moet desgevallend alle bewarende maatregelen nemen die hij nuttig acht. In geval van geschil met de beheermaatschappij informeert hij de Autorité des marchés financiers.
ARTIKEL 7 - DE EXTERNE ACCOUNTANT (BEDRIJFSREVISOR)
Met de toestemming van de Autorité des marchés financiers wordt door de Raad van bestuur van de beheermaatschappij een externe accountant (bedrijfsrevisor) aangesteld voor de duur van zes boekjaren.
Hij staat in voor de echtheid en nauwkeurigheid van de rekeningen. Zijn mandaat kan worden vernieuwd.
De externe accountant (bedrijfsrevisor) is bij het uitoefenen van zijn taken verplicht zo spoedig mogelijk bij de Autorité des marchés financiers melding te maken van elk feit of besluit aangaande de ICBE, waardoor:
1° de voor deze instelling geldende wet- en regelgeving kan worden overtreden, en wel met grote mogelijke gevolgen voor de financiële situatie, het resultaat of het vermogen;
2° de omstandigheden waarin de ICBE wordt gerund of de continuïteit daarvan nadeel kunnen ondervinden;
3° aan verklaringen een voorbehoud kan worden gehecht of de goedkeuring van de rekeningen kan worden geweigerd
De waarderingen van de activa en de bepaling van de wisselpariteiten bij een omzetting, fusie of opsplitsing worden uitgevoerd onder toezicht van de externe accountant (bedrijfsrevisor). Hij evalueert elke inbreng in natura onder zijn verantwoordelijkheid, behalve bij terugkopen in natura voor een ETF op de primaire markt. Hij controleert de juistheid van de samenstelling van de activa en van de andere gegevens vóór publicatie.
De honoraria van de externe accountant (bedrijfsrevisor) worden vastgelegd in onderling akkoord tussen de externe accountant (bedrijfsrevisor) en de raad van bestuur van de beheermaatschappij in het licht van een werkplan dat de noodzakelijke onderzoeken beschrijft. Hij bekrachtigt de overzichten op grond waarvan interim-dividenden worden uitgekeerd.
Zijn honoraria zijn in de beheerkosten begrepen.
ARTIKEL 8 - DE REKENINGEN EN HET BEHEERVERSLAG
Bij de afsluiting van elk boekjaar stelt de beheermaatschappij de jaaroverzichten en een verslag over het beheer van het fonds over het afgelopen boekjaar op.
De beheermaatschappij maakt onder toezicht van de bewaarder ten minste om de zes maanden de inventaris van de activa van het GBF op.
Binnen vier maanden na de afsluiting van het boekjaar stelt de beheermaatschappij deze documenten ter beschikking van de houders van deelnemingsrechten en deelt hun mee op welk bedrag van de inkomsten zij recht hebben: deze documenten worden op uitdrukkelijk verzoek van de houders van deelnemingsrechten hun per post toegezonden ofwel ter beschikking gehouden bij de beheermaatschappij.
TITEL 3: BESTEMMING VAN DE UIT TE KEREN BEDRAGEN
ARTIKEL 9 - Bestemming van de uit te keren bedragen
Het nettoresultaat van het boekjaar is gelijk aan het bedrag van de rente, achterstallen, dividenden, premies en loten, presentiegelden en alle opbrengsten die aan de effecten in de portefeuille van het fonds zijn verbonden, vermeerderd met de opbrengsten van de op dat ogenblik beschikbare sommen en verminderd met de beheerkosten en de rentelast op lopende leningen.
De uit te keren bedragen bestaan uit:
1° het nettoresultaat, vermeerderd met de overdracht en vermeerderd of verminderd met het saldo van de overlopende rekening van de inkomsten van het afgesloten boekjaar;
2° de gerealiseerde meerwaarden, na aftrek van de kosten, verminderd met de gerealiseerde minderwaarden, na aftrek van de kosten, die in de loop van het boekjaar zijn geboekt, vermeerderd met de nettomeerwaarden van dezelfde aard die in voorgaande boekjaren werden geboekt maar niet werden uitgekeerd of gekapitaliseerd en verminderd of vermeerderd met het saldo van de overlopende rekening van de meerwaarden.
De onder 1° en 2° genoemde bedragen kunnen los van elkaar geheel of gedeeltelijk worden uitgekeerd.
Uit te keren bedragen | Deelnemingsrechten ''Acc'' | Deelnemingsrechten ''dis'' |
Bestemming van het netto-resultaat | Kapitalisatie (boekingsmethode met opgelopen rente) | Uitkering of overdracht bij besluit van de beheermaatschappij |
Bestemming van de gerealiseerde meer- of minderwaarden | Kapitalisatie (boekingsmethode met opgelopen rente) | Uitkering of overdracht bij besluit van de beheermaatschappij |
De jaarlijks voor uitkering beschikbare bedragen worden binnen vijf maanden na het einde van het boekjaar uitbetaald.
De driemaandelijks voor uitkering beschikbare bedragen worden binnen één maand na het einde van elk kalenderkwartaal uitbetaald.
TITEL 4: FUSIE - SPLITSING - ONTBINDING - VEREFFENING ARTIKEL 10 - FUSIE - SPLITSING
De beheermaatschappij kan de activa in het fonds geheel of gedeeltelijk overdragen aan een andere ICBE die door haar of door een andere maatschappij wordt beheerd, of het fonds opsplitsen in twee of meer andere beleggingsfondsen die zij verder beheert.
Deze fusies of splitsingen kunnen slechts worden uitgevoerd nadat de houders daarover zijn ingelicht. In dat geval wordt een nieuw attest afgeleverd met vermelding van het aantal deelnemingsrechten dat elke houder bezit.
ARTIKEL 11 - ONTBINDING - VERLENGING
Als de activa van het fonds gedurende dertig dagen minder bedragen dan het in het bovenstaande artikel 2 bepaalde bedrag, informeert de beheermaatschappij de Autorité des marchés financiers en wordt tot de ontbinding van het fonds overgegaan, behalve in geval van fusie met een ander gemeenschappelijk beleggingsfonds.
De beheermaatschappij kan het fonds vervroegd ontbinden. In dat geval deelt zij de houders van deelnemingsrechten het besluit mee en vanaf die datum worden aanvragen tot inschrijving of terugkoop niet meer aanvaard.
De beheermaatschappij zal het fonds ook ontbinden als de terugkoop van alle deelnemingsrechten wordt gevraagd, als de bewaarder zijn functie stopzet en er geen andere bewaarder is aangesteld, of op de vervaldag van de looptijd van het fonds, tenzij die inmiddels is verlengd.
De beheermaatschappij informeert de Autorité des marchés financiers schriftelijk over de datum en procedure voor de ontbinding. Vervolgens stuurt ze het verslag van de externe accountant (bedrijfsrevisor) naar de Autorité des marchés financiers.
Over de verlenging van een fonds kan de beheermaatschappij in overeenstemming met de bewaarder beslissen. De beslissing moet uiterlijk 3 maanden vóór het einde van de voorziene looptijd van het fonds worden genomen en ter kennis gebracht van de houders van deelnemingsrechten en van de Autorité des marchés financiers.
ARTIKEL 12 - VEREFFENING
In geval van ontbinding is de beheermaatschappij of de aangewezen vereffenaar belast met de functie van vereffenaar. Als dit niet het geval is wordt de vereffenaar op verzoek van enige belanghebbende door de rechtbank aangewezen. Zij hebben een zeer ruime bevoegdheid om de activa te realiseren, de eventuele schuldeisers te betalen en het in contanten of in effecten beschikbare saldo onder de houders van deelnemingsrechten te verdelen.
De externe accountant (bedrijfsrevisor) en de bewaarder blijven hun functies uitoefenen tot aan het einde van de vereffening.
TITEL 5: BETWISTINGEN
ARTIKEL 13 - BEVOEGDHEID - KEUZE VAN WOONPLAATS
Elk geschil met betrekking tot het fonds dat zich gedurende de looptijd of bij de vereffening kan voordoen, hetzij tussen houders van deelnemingsrechten onderling, hetzij tussen houders van deelnemingsrechten en de beheermaatschappij of de bewaarder, zal aan de bevoegde rechtbanken worden voorgelegd.