MANIFEST KLIMAATBESTENDIGE STAD
Openbare ruimte en groen
Bouw en stedelijke ontwikkeling
Stedelijk water
Infrastructuur
MANIFEST KLIMAATBESTENDIGE STAD
NÚ BOUWEN AAN DE STAD VAN DE TOEKOMST
Bron: Xxxxxxxx, 0000. Schade over een periode van 50 jaar die maximaal toerekenbaar is aan droogte en klimaatverandering in de stad. De schade is teruggerekend naar een totaal bedrag in 2013. Hierbij dragen kosten op langere termijn minder bij dan kosten op kortere termijn, omdat bij het terugrekenen rekening gehouden wordt met de jaarlijkse rendementseis die de overheid stelt op investeringen (netto contante waarde met discontovoet 5,5%).
De Klimaatbestendige stad
De vrijblijvendheid voorbij
Slechte waterkwaliteit
Natschade
7
miljard
1
miljard
2
miljard
Bebouwing (incl. tuinen)
{
Regen
problematiek
10
0,1 mijlard
{
miljard
5
miljard
structuur
Infra-
miljard
12
22
Schade
2
miljard
Openbare ruimte en groen
= 100 miljoen euro
Arbeids- productiviteit | |||
3 miljard |
miljard
over een periode van 50 jaar; rente 5,5%
(bedragen in euro)
{
5
miljard
4
miljard
3
miljard
Zakking Aangetast groen
Slechte waterkwaliteit Paalrot
Hittestress
0,03 miljard
0,1 miljard
Droogte
problematiek
12
miljard
Advies aan de stuurgroep van het Deltaprogramma Nieuwbouw en Herstructurering, van de coalities klimaatbestendige stad
NÚ BOUWEN AAN DE STAD VAN DE TOEKOMST
Steden en dorpen zijn de plekken waar wij wonen, werken, ondernemen en onze vrije tijd doorbrengen. De stad is de motor van onze economie. Een goede kwa- liteit van de leefomgeving van steden en dorpen is daarom voor ons essentieel.
Deze kwaliteit staat onder druk door heviger regen, langduriger droogte en meer warme dagen. Dit zorgt nu al voor omvangrijke grote schade aan gebouwen, in- frastructuren, openbare ruimte, gezondheid en economie. De ontwrichting van de stad Kopenhagen als gevolg van hevige regenval op 2 juli 2011 moet ons aan het denken zetten. De wijze waarop wij nu omgaan met hemelwater maakt dat we kwetsbaarder worden en piekbuien en droogteperioden in de toekomst steeds minder goed kunnen opvangen. Onderzoek laat zien dat de schade enorm op- loopt als we niets doen. De rekening komt bij onwetende woningeigenaren, be- drijven en de belastingbetaler van de toekomst -onze kinderen- terecht.
Het is belangrijk deze schade te voorkomen. Door de opgave nu al te combine- ren met andere opgaven kan een verbetering van de stedelijke kwaliteit worden bereikt, en kunnen toekomstige kosten vermeden worden.
Wij, de coalities klimaatbestendige stad,
doen een appel op overheden en marktpartijen om hiervoor samen met de inwoners van de stad verantwoordelijkheid te nemen.
De vrijblijvendheid voorbij!
Dit houdt in dat in een klimaatbestendige stad …
…de partijen die samenwerken in het domein ‘stedelijk water’ streven naar een stad waar na hevige regen - ondanks water op straat - winkels en woningen droog blijven, mensen en diensten de hoofdwegen kunnen blijven gebruiken en de gezondheid niet bedreigd wordt. De waterkwaliteit is van hoog niveau. Aantasting van funderingen, ongelijkmatige zetting en schade aan groen die het gevolg zijn van een te lage grondwaterstand worden zoveel mogelijk voorkomen. Een stad waarin inwoners en ontwikkelende partijen de momenten van ruimtelijke (her)inrichting en beheer benutten om lange termijn stedelijke wateropgaven te realiseren en tegelijk de stad aantrekkelijker te maken. Zij hebben oog voor de samenhang tussen enerzijds hemelwater, oppervlaktewater, grondwater en afvalwater en anderzijds de belevingswaarde en de gebruikswaarde van water. Actief grondwaterbeheer wordt toegepast waar dat kosteneffectief is. Schade als gevolg van een overstroming vanuit oppervlaktewater wordt beperkt door een meer waterrobuuste ruimtelijke inrichting die in overeenstemming is met de gewenste inrichting van het stroomgebied. Xxxxxx’x op maatschappelijke ontwrichting en economische schade bij extreme situaties zijn van een vergelijkbare orde als bij andere beleidsterreinen, zoals verkeer.
…de partijen die samenwerken in het domein ‘openbare ruimte en groen’ streven naar een stad waar regen niet tot onacceptabele overlast leidt en wordt benut om tekorten in droge perioden aan te vullen en waar de waterkwaliteit van hoog niveau is. Zij zetten groen in voor verhoging van de kwaliteit van de leefomgeving en voor het bergen van hemelwater, het vasthouden van water in droge perioden en het dempen van hitte. Een stad die de partijen uitnodigt tot initiatieven voor een gezonde en aantrekkelijke leefomgeving (huis, tuin en wijk). Daarbij maakt het niet uit van wie de buitenruimte is: overheden, bedrijven en particulieren staan er samen voor.
…de partijen die samenwerken in het domein ‘bouw en stedelijke ontwikkeling’ ernaar streven om bij de ontwikkelingen in het stedelijk gebied de opgave en kansen die klimaatverandering met zich meebrengt integraal onderdeel van planvorming te laten zijn. Daarvoor is het noodzakelijk de opgave te kennen en partijen uit te dagen hun ondernemerschap en creativiteit in te zetten om met kli- maatbestendige oplossingen te komen. Goed publiek en particulier opdrachtge- verschap en goede samenwerking tussen waterschap, marktpartijen en gemeen- te zijn daarvoor een noodzakelijke voorwaarde.
…de partijen die samenwerken in het domein ‘infrastructuur’ streven naar ro- buuste verkeers-, afvalwater-, drinkwater-, gas-, elektriciteits- en data-infrastructu- ren die blijven functioneren bij hevige regen, langdurige droogte, een hittegolf en andere weersextremen. Ook kunnen de voorzieningen na een overstroming vanuit oppervlaktewater binnen korte tijd weer in gebruik genomen worden.
Zo realiseren partijen met elkaar de klimaatbestendige stad
Wij verwachten van de betrokken partijen
dat gezamenlijke overheden
met actieve inbreng van marktpartijen en maatschappelijke organisaties een stip zetten op de horizon en daar stap voor stap naar toe werken in alle grotere en kleinere projecten; hierbij hoort een regie die continuïteit garandeert
• goed opdrachtgever zijn: heldere ambities voor een duurzame stedelijke ontwikkeling formuleren voor ontwikkelaars en andere opdrachtnemers
• het water in de stad in beschouwing nemen als een systeem waarvan de onder- delen grond-, hemel-, oppervlakte-, en afvalwater samenhangen, zowel onder- ling en als in hun relatie naar de openbare ruimte: kwantitatief en kwalitatief, functioneel en financieel
• klimaatmitigatie en -adaptatie, ruimtelijke kwaliteitsopgaven, economie en ge- zondheid zien als één stedelijke opgave
• zorgen voor een gezamenlijk en samenhangend afwegingskader voor het meewegen van klimaataspecten (wateraspecten, hitte/gezondheid) in nieuwe ruimtelijke plannen
• transparant communiceren naar burgers over de mogelijke gevolgen van kli- maatverandering voor de leefomgeving en de maatregelen die zij zelf kunnen treffen;
dat gemeenten
• samen met het waterschap een stresstest doen: lokale klimaatopgaven in kaart brengen
• samen met het waterschap een lokale adaptatiestrategie maken en stedelijke (her) ontwikkeling consequent koppelen aan klimaatopgaven
• burgers, bedrijven en maatschappelijke instanties informeren over de gevol- gen van hevige regen, droogte en hitte en ondersteunen bij initiatieven die hun woning/pand en leefomgeving daartegen beter bestand maken
• prikkels aanbrengen in het belastingstelsel om verharding te verminderen
• zich zoveel mogelijk inspannen om structurele problemen als gevolg van een voor de gebruiksfunctie, waaronder funderingen, nadelige grondwaterstand in openbaar bebouwd gebied te voorkomen of te beperken
dat waterschappen
• actief en vroegtijdig participeren in gebiedsontwikkelingen (bestaande stad en nieuwbouw) en daarbij kennis inbrengen over bodem, water en ondergrond
• prikkels aanbrengen in het belastingstelsel om verharding te verminderen;
dat provincies
• met de omgevingsvisie en regelgeving sturen op effectief bovenstedelijk groenbeheer, watersysteembeheer (waaronder waterveiligheid) en het tegen- gaan de effecten van hitte op het niveau van stedelijke agglomeraties;
dat het Rijk
• afwenteling door overheden naar toekomstige onwetende partijen voorkomt
• zichzelf en partijen - op basis van een visie – bindt aan lange termijn ambities (in de vorm van streefcijfers) en planning voor risicogestuurde klimaatadaptatie en de voortgang van de realisatie monitort
• een vorm van regie voert die partijen vanuit hun kracht laat opereren
• effectief stedelijk waterbeheer faciliteert met regelgeving en de watertoets laat sturen op klimaatadaptatie
• een implementatieprogramma opstelt als vervolg op dit advies, samen met andere overheden, marktpartijen en maatschappelijke organisaties, inclusief niet-vrijblijvende gebieds- en draagvlakprocessen
• de uitvoering stimuleert;
dat architecten, stedenbouwkundigen, landschapsarchi-tecten, ontwikkelaars, bouwers en ondernemers in het groen
• vraaggestuurd werken: zij beantwoorden ambities met actuele en klimaatbe- stendige oplossingen
• uitgaan van een tijdshorizon die past bij de levensduur van de objecten
• maatregelen voor klimaatbestendigheid standaard verwerken in ontwerpend onderzoek, ontwerpen en ruimtelijke plannen;
dat kredietverstrekkers, investeerders en verzekeraars, pensioenfondsen
• uitgaan van de waarde van het vastgoed op de lange termijn en de ontwikke- lingen die daarop van invloed zijn (water, groen, klimaat)
• het beperken van schade faciliteren
dat netbeheerders
• samen met de rijksoverheid een risicoanalyse klimaatverandering voor hun netwerk opstellen en leren van elkaars methoden
• de wederzijdse beïnvloeding van elkaars netwerken begrijpen en optimalise- ren in relatie tot de mogelijke gevolgen van klimaatverandering;
dat stadsbewoners
• zich realiseren dat er veranderingen op de stad afkomen, waar ze bij hun pan- den en kavels rekening mee houden, individueel of collectief
• zich betrokken voelen bij en zich inzetten voor inrichting en gebruik van de stad die ook op de langere termijn houdbaar en leefbaar is (klimaatbestendige stad);
dat kennisinstellingen/onderwijs, ingenieursbureaus
• aandacht besteden aan de relatie tussen stad en bodem/water/groen/klimaat en ontwerpend onderzoek
• samen ‘delta’-kennis ontwikkelen.
Wij zelf
• brengen met dit manifest een advies uit voor het klimaatbestendige maken van onze steden, op grond van onze kennis van de praktijk binnen de domeinen van stedelijke ontwikkeling en beheer
• zijn persoonlijk bereid om dit advies komend jaar te helpen uitdragen, op te schalen en om kennis en ervaringen te delen binnen en buiten onze netwerken
• blijven ons persoonlijk inzetten voor verantwoorde en mooie klimaatdeals via lokale en nationale coalities van partijen, en nodigen anderen uit het zelfde te doen.
CONCEPT
De Klimaatbestendige stad
Oplossingsrichtingen
Het begint met weten
!
Netwerken bouwen
Onbekendheid
*
!
Coalities van partijen: samen kom je verder
opheffen
Bedreigingen en kansen in kaart brengen
Overheid neemt verantwoordelijkheid
Schadeplaatjes op orde brengen
Problemen
inzien
Eigenaren en gebruikers leren kwaliteitseisen te stellen
Ambitie bepalen
Onzekerheden
No regret maatregelen nemen, kansen benutten
wegnemen
Berekeningsmethodieken, ambities, stimuleringbeleid
Toekomstige eigenaar/ gebruiker betrekken
Laten zien dat klimaat- adaptatie niet duur is
Aantrekkelijk
maken
Klimaatscenario’s toesnijden op stedelijk klimaat
En het doel is doen!
Aan de slag
Gemeente en waterschap Ontwikkelende partijen richten zich op langere termijn bekend maken met kansen
Klimaatbestendige stad
Zorgen dat klimaat- adaptatie praktijk wordt
Komende jaren ervaring opdoen met klimaatadaptatie
Advies voor acties bij het Manifest Klimaatbestendige Stad
Concept 18 juni 2013
SW coalitie Stedelijk Water
OR&G coalitie Openbare ruimte en Groen
B coalitie Bouw en stedelijke ontwikkeling
I coalitie Infrastructuur
Carrousel coalitiebrede bijeenkomst 15 maart 2013
Challenge coalitiebrede bijeenkomst 28 mei 2013
In een klimaatbestendige stad …
1) … begint het met de lokale partijen, hoe maken gemeenten met maatschappelijke organisaties en stadsbewoners hun stad of dorp klimaatbestendig,
Een klimaatbestendige dorp of stad (in het vervolg: “stad”) is een stad waar de klimaatadaptatieopgaven bekend zijn en waar partijen bewust omgaan met deze opgaven en deze een plek geven in hun eigen doen en laten. Wanneer er in de klimaatbestendige stad een concrete ontwikkeling start, is vooraf het ambitieni- veau voor die betreffende locatie geformuleerd in heldere criteria voor klimaat- bestendigheid.
Het klimaatbestendig maken van de stad is een optelsom van vele grote en kleine maatregelen in de bestaande stad en bij nieuwbouw, die stap voor stap genomen worden en gericht op het verkleinen van risico’s. Dat gebeurt kosteneffectief als inwoners en ontwikkelende partijen de momenten van aanpassing van de ruim- telijke (her)inrichting en beheer benutten. Dit vereist een visie, strategie, com- municatie en handelen van gemeente en waterschap samen waarbij bedrijven, maatschappelijke organisaties, projectontwikkelaars, beleggers, corporaties en bewoners hun rol vervullen in het feitelijk doen. Een aantal gemeenten heeft dit inmiddels in gang gezet.
De gemeente en het waterschap stellen de lokale doelen voor de klimaatbesten- dige stad vast. Zij werken no-regret maatregelen uit om deze doelen te bereiken. De gemeente trekt dit proces. Samen met de partners in het gebied stelt de ge- meente de lange termijn visie vast, inventariseert per gebied welke korte, middel- lange en lange termijn doelen te bereiken zijn, en welke maatregelen daarvoor nodig zijn. Voor risicovolle gebieden gaat het om een detailanalyse voor de korte en middellange termijn (stresstest) met concrete handelingsperspectieven. De waterschappen brengen in beeld welke risico’s regionale watersystemen en ke- ringen met zich meebrengen en hoe deze risico’s met ruimtelijke ingrepen kun- nen worden gereduceerd. De concrete handelingsperspectieven zijn nodig om bestuurlijk draagvlak te krijgen bij zowel de gemeente als het waterschap.
De betrokken partijen stellen onder regie van de gemeente een lokale adaptatie strategie op met daaraan gekoppelde afspraken over concrete korte- en middel- lange termijn acties en de financiering daarvan. Alle partijen vertalen de afspra- ken naar de eigen relevante planvormen. Gemeenten verankeren met de partijen via gebiedsprocessen de afspraken in gebiedsplannen.
De lokale klimaatadaptatiestrategie sluit aan bij de bestaande juridische verant- woordelijkheden zoals de zorgplichten voor stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater en voor het beheer van watersystemen, de verantwoordelijkheden voor de veiligheid van de openbare ruimte, voor de volksgezondheid etc.
Deze lokale klimaatadaptatiestrategieën zijn ingrediëntenvoor de nationale kli- maatadaptatiestrategie die het rijk in 2017 conform de Europese afspraken zal formuleren.
Gemeenten en waterschappen maken afspraken over uitvoering door de eigen diensten én door en met derden en tonen zich een goed opdrachtgever door aandacht voor goed toekomstbestendig ontwerp en het meegeven van heldere ambities en criteria voor klimaatadaptatie aan opdrachtnemers. Het watertoets- overleg vervult hierin een belangrijke rol.
Steeds vaker nemen burgers, corporaties, bedrijven, projectontwikkelaars en maatschappelijke organisaties initiatieven op het gebied van inrichting en be- heer, die bijdragen aan klimaatbestendigheid van de openbare ruimte en van particuliere kavels (zoals stadslandbouw, groene daken, etc.). Gemeenten en wa- terschappen stimuleren en faciliteren zulke initiatieven via succesvol gebleken nieuwe samenwerkingsvormen. Deze initiatieven helpen mee bij het realiseren van diverse opgaven en maken water en groen beleefbaar op wijkniveau. Ook initiatiefnemers anders dan gemeenten en waterschappen tonen zich een goed opdrachtgever.
De gemeenten en andere initiatiefnemers betrekken aan de voorkant van ruimte- lijke ontwikkelingen het waterschap en zoeken naar medefinanciers voor klimaat- adaptatie. Zij zien dat adaptatiemaatregelen ook doelen realiseren op het gebied van waardeverhoging van vastgoed, gezondheid, geluidswering, kwaliteit van de leefomgeving, etc. Zij betrekken baathebbers vooraf om te komen tot een even- wichtige financiering van de maatregelen.
Als voldoende steden in proeftuinen of anderszins ervaring hebben opgedaan met klimaatadaptatie en aanpakken en werkprocessen beproefd zijn, kunnen partijen in principe klimaatadaptief handelen. Dan is het aan de overheden en private partijen om met een adequate instrumentenmix van kennisuitwisseling en stimulering tot wetgeving ervoor te zorgen dat klimaatadaptatie overal in Ne- derland praktijk wordt. Provincies, gemeenten en waterschappen vertalen hun omgevingsvisies en -strategieën in noodzakelijke aanpassingen van regels en verordeningen. Het rijk bevordert met richtlijnen, wet- en regelgeving een goede uitvoeringspraktijk en neemt belemmeringen in wet- en regelgeving weg.
Actie 1 | Klimaat stresstest (B, SW, I) |
Wat | Voer als gemeenten met andere overheden samen een lokale kli- maat-stresstest uit. Hiervoor maken zij op basis van het W+-klimaatscena- rio concrete stressscenario’s voor o.a. hemelwater, hitte, grondwater. Waterschappen doen dit voor de regionale keringen, oppervlaktewa- tersystemen, grondwatersystemen en waterkwaliteit. Trek hierbij lering uit eerdere situaties waarin xxxxx, overstroming en hittegolven schade hebben veroorzaakt. Maak gebruik van hiervoor ontwikkelde instrumen- ten zoals serious gaming. Het resultaat van deze test is dat partijen bekend zijn met de risico’s (direct en, voor zover mogelijk, indirect) en kansen van veranderend klimaat voor veiligheid, gezondheid, ecologie, economie en leefomgevingskwaliteit. De stresstest geeft ook inzicht in concrete handelingsperspectieven op korte, middellange en lange termijn. Deze kennis is de basis voor lokale afwegingen over klimaatbestendig handelen. Rijk en provincies ondersteunen gemeenten en waterschappen hierin met tools en een stimuleringsprogramma. Per provincie wordt een adviesteam ingesteld dat reflecteert op de uit- komsten van de stresstest. |
Wie | Gemeente, waterschap, provincie, rijk en andere partners ieder in eigen rol |
Wanneer | 2014-2016 |
Actie 2 | Lokale adaptatiestrategieën (OR&G, B) |
Wat | Formuleer als gemeenten en waterschap met relevante partijen geza- menlijk een klimaatadaptatiestrategie met lokale doelen voor water- overlast, effecten van droogte en hitte op basis van de uitkomsten uit de klimaat-stresstest. Let hierbij op de relatie met hoogwaterbescherming (meerlaagse veiligheid). Hierin staat wat de partijen op korte en middel- lange termijn voornemens zijn te doen om de klimaatopgaven aan te pakken. De betrokken partijen formuleren concrete doelen waaruit blijkt in hoeverre risico’s op overlast, waterkwaliteit en schade omlaag gebracht worden of dienen te worden geaccepteerd. De betrokken overheden vertalen de strategie naar de omgevingsvisies, naar concrete afspraken over de uitvoering door de verschillende eigen diensten, gewenste inspanningen door private partijen en naar eventuele lokale subsidieregelingen voor derden en andere faciliterende maatrege- len. Burgers en bedrijven participeren in het opstellen van de strategie. Het resultaat wordt actief breed naar bedrijven en burgers gecommuniceerd. Wanneer er in een gemeente een concrete gebiedsontwikkeling start is het aan de gemeente om het ambitieniveau voor klimaatadaptatie op die locatie in te brengen en heldere doelcriteria te stellen. |
Wie | Gemeente, waterschap met relevante andere overheden en maatschap- pelijke partijen |
Wanneer | 2014-2016 |
Actie 3 | Klimaatadaptatie in ruimtelijke visies (OR&G, SW) |
Wat | Maak als provincie en gemeente een omgevingsvisie die lokale adapta- tiestrategieën vertaalt naar beleid voor de inrichting van gebieden. Deze visies omvatten ook de relatie stad en platteland en een ambitie voor de stedelijke waterbalans (per gebied). Stem als waterschappen de volgende generatie waterbeheerplannen af op de omgevingsvisie. Breng in deze waterbeheerplannen samenhang in de wijze van omgaan met hemel-, oppervlakte-, grond-, en afvalwater vanuit een lange termijn perspectief. Vertaal als gemeenten en waterschappen de omgevingsvisie concreet naar lokale normen, richtlijnen en perspectieven voor water en groen in omgevingsplannen en projectbesluiten. |
Wie | Gemeenten, waterschappen, provincies |
Wanneer | 2017 |
Actie 4 | Klimaatadaptatiescenario’s (Carrousel) |
Wat | Ontwikkel landelijke scenario’s voor klimaatadaptatie die inhoudelijk hou- vast bieden aan gemeenten, waterschappen en koepels van private par- tijen bij het opstellen van een lokale adaptatiestrategie. D.w.z. scenario’s voor veranderingen in het stedelijk klimaat en luchtkwaliteit, gekoppeld aan de KNMInext klimaatscenario’s met indicatoren voor relevante veran- deringen in de stedelijke omgeving (zoals overchrijding comfortindex of luchtkwaliteitsindicatoren). De scenario’s kunnen als kaart in beeld worden gebracht. Doelgroep: beleidsmedewerkers van gemeenten, waterschap- pen, adviesbureau’s. |
Wie | Rijk |
Wanneer | 2013-2015 |
Actie 5 | Positionering Risicoreductie Klimaatadaptatie (SW) |
Wat | Maak een vergelijking van de kosteneffectiviteit van risicobeleid over de verschillende ruimtelijke beleidsterreinen heen. Laat zien hoe investerin- gen in klimaatadaptatie scoren ten opzichte van andere beleidsterreinen als bijvoorbeeld transport gevaarlijke stoffen of verkeer. Kapitaliseer risico op slachtoffers zoals dit in de gezondheidszorg gebeurt. Benader maat- schappelijke ontwrichting vanuit het perspectief dat één gebeurtenis met 100 slachtoffers in totaal minder ontwrichtend werkt dan 100 gebeurtenis- sen met telkens één slachtoffer. |
Wie | Rijk |
Wanneer | 2014 |
Actie 6 | Investeringsbudget (OR&G, Challenge) |
Wat | Start als rijk, provincie een investeringsbudget om als baathebbers te investeren in relevante maatschappelijke initiatieven, privaat, van gemeen- ten en van waterschappen, die klimaatadaptatie aantoonbaar bevorderen. Het budget wordt gevuld met bestaande financiële middelen die gereser- veerd zijn voor bovenlokale doelen die door het initiatief mede worden gerealiseerd. |
Wie | Rijk en provincies |
Wanneer | 2015-2016 |
Actie 7 | Financiering stedelijk groen (OR&G) |
Wat | Geef als overheden samen een impuls aan succesvol gebleken nieuwe financieringsmodellen voor regionaal en stedelijk groen dat klimaatadap- tatie aantoonbaar bevordert en maak hierbij gebruik van de sturingsmo- gelijkheden die de OZB kan bieden, zodat de investerende partijen ook baathebbers kunnen worden. (Voorbeeld: terugsluizen van extra OZB-in- komsten door verhoging leefomgevingskwaliteit naar gebiedsfonds.) |
Wie | Rijk (OZB, gemeentefonds), provincie en gemeenten |
Wanneer | 2015-2020 |
Actie 8 | Risicocommunicatie (OR&G) |
Wat | Communiceer als gemeenten en waterschappen actief met eigenaren, maatschappelijke organisaties en gebruikers over lokale (gezondheids)ri- sico’s rond water en hitte en over praktische en aantrekkelijke oplossingen op het niveau van huis, straat of wijk. Benadruk hierbij de meerwaarde de oplossingen voor de directe woon- en leefomgeving. |
Wie | Gemeenten verantwoordelijk, samen met waterschappen en woning- bouwcorporaties, hoveniers, etc. |
Wanneer | 2015 |
Actie 9 | Publiekscampagne klimaatadaptatie (OR&G) |
Wat | Informeer bedrijfsleven, particulieren en bestaande collectieven en com- munities over: Klimaatverandering, lokale effecten Effecten van het eigen handelen (verharden, etc.) Mogelijke eigen rol particulier bij het verwerken van piekbuien Rollen van gemeente, waterschap, professionals Concrete handelingsperspectieven, o.m. op basis van de Green Deal Le- vende Duurzame Buitenruimtes / principes ‘De Levende Tuin’. Bind collectieven en communities aan klimaatadaptatie door het maken van afspraken over inspanningen op dit gebied. |
Wie | Gemeenten |
Wanneer | 2013-2015 |
Actie 10 | Gemeentelijk beleid verharding (OR&G) |
Wat | Formuleer als gemeenten concrete beleidsdoelen voor verharding en houdt bij dimensionering van ruimtelijke ingrepen hiermee rekening. Zet hierbij bijv. regelgeving in (hemel- en grondwaterverordening), of voorlichting, of financiële prikkels). Waterschappen kunnen dit ook doen (keur). |
Wie | Gemeenten en waterschappen |
Wanneer | 2014 en verder |
Actie 11 | Klimaattoetsproces (B, SW) |
Wat | Zorg ervoor dat in de Omgevingswet wordt verankerd dat de initiatief- nemer het overleg in het kader van de watertoets snel opstart indien klimaatadaptatie noodzakelijk of kansrijk is en dat het proces stuurt op het verbinden van wateropgaven (kwaliteit en kwantiteit) met andere opga- ven, niet alleen de huidige maar ook de toekomstige. |
Wie | Rijk |
Wanneer | 2015 |
Actie 12 | Klimaatadaptatie in richtlijnen en convenanten |
Wat | Laat als gezamenlijke overheden klimaatadaptatie opnemen in de produc- ten van CROW (zoals RAW, de Kwaliteitscatalogus openbare ruimte (incl. consequenties van een wijziging van kwaliteitsniveau), de richtlijnen voor wegontwerp, etc.), in de anterieure overeenkomsten, grondexploitatie- plannen en –overeenkomsten. Neem als waterschappen klimaatadaptatie op in de handreiking watertoets. Laat als overheden klimaatadaptatie opnemen in convenanten met het bedrijfsleven. |
Wie | Rijk, waterschap, gemeente, CROW |
Wanneer | 2014 |
Actie 13 | Vroegtijdig klimaatadaptief plannen (Carrousel) |
Wat | Breng als rijk klimaatadaptatie in de Handreiking planobjectivering om een vroege beoordeling van de mate van klimaatbestendigheid van in- richtingsvarianten mogelijk te maken. |
Wie | Rijk |
Wanneer | 2014 |
Actie 14 | Omgevingswet (Carrousel) |
Wat | Borg dat overheden en initiatiefnemers met de Omgevingswet en uit- voeringsregelgeving uitvoering kunnen geven aan de ambities van de klimaatbestendige stad. |
Wie | Rijk |
Wanneer | 2017 |
2) … is het stedelijk water van regen tot grondwater in balans
De samenwerking in de waterketen laat zien hoe succesvol een integrale aanpak kan zijn. Ook het in evenwicht brengen van watervraag en –aanbod en -kwaliteit in het stedelijk gebied vraagt een integrale visie waarin de verschillende onder- delen van het stedelijk watersysteem en de groene infrastructuur als onderling samenhangend beschouwd worden. Steeds meer gemeenten en waterschappen kiezen hiervoor. Denk aan afkoppelen en bergen ten behoeve van droge tijden en actief grondwaterpeilbeheer.
Actief grondwaterpeilbeheer kan in specifieke situaties een oplossing bieden voor toekomstige schade aan funderingen door paalrot en zetting, maar het is zeker niet de enige optie. Eigenaren van vastgoed met (toekomstige) paalrot moeten maatregelen zorgvuldig op hun doelmatigheid afwegen. Zo is funderingsherstel doelmatig als schade binnen 10 jaar optreedt. Waterhuishoudkundige maatre- gelen zijn doelmatig als schade tot circa 25 jaar kan worden uitgesteld. Als deze waterhuishoudkundige maatregelen worden getroffen, dan kan de eigenaar met een funderingsherstelplan toekomstig funderingsherstel voorbereiden. Kan de toekomstige schade met waterhuishoudkundige maatregelen voor meer dan 25 jaar kan worden voorkomen, dan is funderingsherstel niet direct aan de orde.
Het is bij maatregelen in deze samenhangende systemen van belang om in- grepen te koppelen aan de lokale investeringen zoals wijkverbetering, riool- of straatvernieuwing.
Piekbuien leiden steeds vaker tot wateroverlast mede omdat in veel gebieden het hoogteverschil tussen de straat en de woningen en bedrijven de laatste de- cennia met zo’n 30 cm is afgenomen. Ook de verharding van openbaar en par- ticulier terrein is fors toegenomen. Het waterbergend vermogen van de straat moet op orde zijn en blijven. Dit kan door hetzij acceptatie van te verwachten wa- ter op straat dan wel door inrichtingsmaatregelen (verhoging, vervanging door groen of doorlatende materialen), dan wel watertechnische en beheermaatrege- len (gootsystemen, etc.).
Droge en warme perioden leiden tot verslechtering van de waterkwaliteit.
Actie 15 | Grondwaterstreefpeil (SW) |
Wat | Neem als gemeente/waterschap in het gemeentelijk rioleringsplan of in het peilbesluit grondwaterstreefpeilen op voor risicogebieden waarvoor een eenduidig wenspeil doelmatig is en per bouwblok is te formuleren. |
Wie | Gemeente/waterschap |
Wanneer | 2016 |
Actie 16 | Grondwaterzorgplicht (SW) |
Wat | Scherp de gemeentelijke grondwaterzorgwaterplicht aan: de gemeente moet in beeld brengen waar de grondwateraandachtsgebieden liggen en met bewoners om tafel gaan om opties te verkennen waarbij beide partij- en een inspanning leveren. |
Wie | Rijk en gemeenten |
Wanneer | 2016 |
Actie 17 | Organisatie grondwaterpeilbeheer (SW) |
Wat | Bezie als overheden op welke wijze grondwaterpeilbeheer in samenhang met oppervlaktewaterpeilbeheer kan worden belegd. Stem af met de Structuurvisie ondergrond. |
Wie | Rijk, waterschappen, provincies, gemeenten |
Wanneer | 2015 |
Actie 18 | Begrenzen overlast (Challenge) |
Wat | Verbind je als gemeente en waterschap aan een eigen prestatienorm voor maximale overlast van water, droogte en hitte, gebaseerd op de lokale adaptatiestrategie, voor zover er geen norm gesteld wordt door een pro- vinciale verordening. |
Wie | Gemeente en waterschappen |
Wanneer | 2017 |
Actie 19 | Draagvlak grondwaterpeilbeheer |
Wat | Organiseer een traject voor het gezamenlijk formuleren van een gedragen en effectieve aanpak voor preventie van toekomstige funderingsschade. |
Wie | Water Governance Centre |
Wanneer | 2013 |
Actie 20 | Prikkel Goed Huisvaderschap Water (OR&G, SW, B, Carrousel) |
Wat | Beloon als gemeente of waterschap prestaties die leiden tot vermindering van problemen met water op kavel-, straat-, wijk- of postcodeniveau met lagere aansluitkosten of heffingen van gemeente en/of waterschap (zie o.a. Duitsland waar belasting wordt geheven op basis van de hoeveelheid verharding van de kavel(s)). |
Wie | Waterschappen en gemeenten |
Wanneer | 2017 |
3) … maken creatieve ondernemers met de partners een hoogwaardige en toekomstbestendige leefomgeving
Marktpartijen worden uitgedaagd in hun ondernemerschap en creativiteit om oplossingen te realiseren om het ambitieniveau voor klimaatbestendigheid van een locatie te bereiken.
Werken aan een klimaatbestendige inrichting van onze steden biedt kansen om verschillende opgaven te verbinden en de aantrekkelijke woonmilieus van de toekomst te creëren. Hierbij integraal en gebiedsgericht samenwerken (zie onder 1), gebaseerd op het zoeken naar wederzijdse belangen, levert synergie en geld op. Met nieuwe verdienmodellen, verrekensystemen en afspraken kunnen kos- ten en baten tussen verschillende partijen verrekend worden. Partijen kunnen zo verdienen aan het oplossen van elkaars opgaven. Ook aan het oplossen van de klimaatopgaven.
Nederland kan zich internationaal profileren met dergelijke aantrekkelijke kli- maatbestendige projecten, die geheel passen in de traditie van Nederland waar- in het omgaan met water en integrale ruimtelijke ontwikkeling altijd centraal heb- ben gestaan.
Wil de bouwsector op grote schaal klimaatbestendig gaan bouwen dan moet de bouwsector kennis van risico’s, kansen en maatregelen hebben. Ook is het van belang om de vraag naar klimaatadaptatie te bevorderen. Dat potentiële ko- pers gaan vragen naar een klimaatbestendige inrichting van hun woonomgeving en hun woning. Om dat te kunnen doen moeten zij inzicht hebben in potentië- le schades waarmee zij te maken kunnen krijgen als gevolg van wateroverlast, droogte en hitte en in de bijdrage die klimaatbestendige inrichting kan leveren aan de aantrekkelijkheid van de woon- en werkomgeving. Op basis van die ken- nis zijn zij ook in staat om zelf klimaatbestendig te handelen.
Het thema hitte wordt maatschappelijk nog niet erkend als een urgent probleem. In de bouwsector is het ook een relatief nieuw thema. Hoewel er in de EPC voor nieuwbouw al wel het één en ander is geregeld om oververhitting van woningen tegen te gaan, ligt het nu nog niet voor de hand om dit verder uit te breiden met bijvoorbeeld een hitteprestatie-label. Als in de toekomst de hitteproblematiek toeneemt en de urgentie breder gevoeld wordt is dit wellicht wel denkbaar. Tot die tijd is het van belang om bij dit vraagstuk alle aandacht te richten op “hot- spots” . Denk aan plekken waar veel mensen samenkomen, plekken die econo- misch van belang zijn, plekken waar kwetsbare mensen verblijven zoals verzor- gingshuizen, ziekenhuizen, scholen en kinderopvang.
Actie 21 | Icoonprojecten klimaatadaptief bouwen (B) |
Wat | Ga concreet aan de slag met klimaatadaptief, bouwen/herstructureren en beheren op een aantal locaties in Nederland. In grote en kleine projecten die internationaal de kennis van Nederland op het gebied van klimaatbe- stendige ruimtelijke ontwikkeling etaleren. Dit verbinden aan het topsec- toren beleid. |
Wie | Overheden, kennisinstellingen en marktpartijen |
Wanneer | Vanaf 2014 |
Actie 22 | Waterschap direct in contact met de bouwwereld (B) |
Wat | Leg als waterschap en bouwwereld direct contact vanaf de start van een gebiedsontwikkeling. Alleen dan kunnen de wateropgaven en kansen voor doelmatig beheer goed meegenomen worden. Het waterschap krijgt daarvoor de ruimte en stapt daar actief in. Hier zijn goede voorbeelden van maar dit gebeurt nog lang niet overal. |
Wie | Waterschappen, gemeenten en marktpartijen stimuleren dit. |
Wanneer | Vanaf nu. |
Actie 23 | Bouwsector in beweging brengen (B) |
Wat | Breng de bouwsector in beweging door het verspreiden van kennis over schades als gevolg van klimaatverandering en maatregelen hier tegen en over de bijdrage die klimaatbestendige inrichting kan leveren aan de aan- trekkelijkheid van de woon- en werkomgeving. Plus kennis, methodieken en ervaringen over samenwerkingsvormen, belonings- , nieuwe verdien- modellen en verrekensystemen voor integrale gebiedsontwikkeling. |
Wie | Rijk, kennisinstellingen, koepelorganisaties bouwsector |
Wanneer | Vanaf nu. |
Actie 24 | Eigenaren/gebruikers in beweging brengen door kennisoverdracht (B) |
Wat | Informeer bedrijven en particulieren actief over de uitkomsten van de klimaat stresstest, de lokale adaptatiestrategieën en over wat zij zelf op hun eigen kavel kunnen doen om een bijdrage te leveren en de opgaven te verkleinen. |
Wie | Gemeente waterschap marktpartijen (tuincentra, bouwmarkten) |
Wanneer | vanaf 2014 |
Actie 25 | Hitte-normen voor huisvesting kwetsbare groepen (B) |
Wat | Onderzoek hoe hitte als thema meegenomen kan worden in normen voor gebouwen voor kwetsbare groepeninclusief een toename van het pro- bleem als gevolg van klimaatverandering. Leg hierbij de link in maatrege- len tussen mitigatie (energiebesparing, duurzame energie) en adaptatie. Het Nationaal Hitteplan geeft hiertoe een aanzet. |
Wie | Rijk |
Wanneer | Onderzoek: 2014. Ambities en eisen: 2017 |
4) … blijven infrastructuren altijd voldoende functioneren
Netbeheerders analyseren met een impact assessment de risico’s van onder an- dere klimaatverandering voor het eigen netwerk en de projecten hierin. Zij toet- sen de methode en de klimaatbestendige maatregelen daarvoor met elkaar en de overheid. Netbeheerders maken op basis van die risicoanalyses gedegen afwegingen voor hun investeringen. Zij benutten zo veel mogelijk al bestaande instrumenten en plannen om resultaten daarvan transparant te maken. Op deze manier sturen de netbeheerders zelf op toekomstbestendigheid op basis van de ‘total cost of ownership’.
De governance voor uitvoering van deze risico- en kwetsbaarheidsanalyse is ove- rigens verschillend voor zichtbare (zoals wegen, fietspaden, openbare vervoersys- temen, etc.) en ‘onzichtbare ’ infrastructuur (ondergrondse energie- en waterwer- ken, communicatie- en datasystemen). Beide soorten dienen klimaatbestendig te zijn omdat verplaatsing, informatie en communicatie van levensbelang zijn bij klimaatproblemen. Hierbij is het van belang om te realiseren dat de governance
op zowel lokaal als regionaal, nationaal en internationaal niveau is georganiseerd (schakelsystemen). De toekomstbestendigheid moet daarom op al deze niveaus tegelijk worden gewaarborgd.
Actie 26 | Informatie-uitwisseling door netbeheerders onderling (I) |
Wat | Deel als netbeheerders onderling informatie over gevoeligheden van hun netwerk voor de gevolgen van klimaatverandering (onderlopen van scha- kelkasten e.d. door water op straat, oververhitting van onderdelen, etc.). |
Wie | Netbeheerders |
Wanneer | 2014-2016 |
Actie 27 | Verbeterd inzicht in wederzijdse afhankelijkheden van netwerken (I) |
Wat | Breng als netbeheerders en overheden als onderdeel van de stresstest gezamenlijk de samenhang, de wederzijdse beïnvloeding en afhankelijk- heid van netwerken in kaart met het oog op inzicht in de ketenafhankelijk- heid, op de mogelijkheden tot koppeling van onderhoudsinvesteringen en op de mogelijkheden om hun netwerken robuuster te maken. |
Wie | Netbeheerders, rijk, provincies, gemeenten |
Wanneer | 2014-2016 |
Actie 28 | Verdere verbetering afwegingsinstrumenten (I, B) |
Wat | Wissel als netbeheerders ervaring uit over de toepasbaarheid van instru- menten voor het afwegen van klimaat en duurzaamheid. Het gaat hierbij onder andere over de instrumenten Omgevingswijzer, Ambitieweb, BREE- AM-Nieuwbouw, -Gebiedsontwikkeling, -Infra, Duurzaamheidheidsprofiel van een Locatie (DPL). Doel is het geven van impulsen aan verdere verbe- tering van deze instrumenten. |
Wie | Netbeheerders |
Wanneer | Vanaf nu |
5) … hebben burgers en professionals voldoende kennis over water, droogte, bodem, groen, hitte en ondergrond
Een klimaatbestendige stad vereist goed geïnformeerde burgers en goed opge- leide professionals. Het is daarom van groot belang dat in het basis- en voortge- zet onderwijs, MBO, HBO en WO aandacht besteed wordt aan de relatie tussen stad en bodem/water/groen/klimaat/gezondheid en interdisciplinair klimaatbe- stendig ontwerpen.
Om partijen in de bouw en stedelijke ontwikkeling in staat te stellen om met kli- maatbestendige oplossingen (inrichting en beheer) te komen en om overheden en private initiatiefnemers in staat te stellen goed opdrachtgever te zijn is gede- tailleerde, lokale informatie nodig over de kwetsbaarheid van mens en omgeving
voor wateroverlast, droogte en hitte. Aanvullend op “risicocommunicatie” en “pu- bliekscampagne klimaatadaptatie (zie 1) en “eigenaar/gebruikers in beweging”(- zie 2) de volgende acties.
Actie 29 | Kennisvergroting en kennnisverspreiding (Challenge) |
Wat | Xxx als onderzoeks- en kennisinstituten in de onderzoek- en onderwijs- programmering een bijzondere plek toe aan kennisontwikkeling op het gebied van klimaatadaptatie in de stad (onder meer t.a.v. gezondheid) en schenk daarbij aandacht aan innovaties, vernieuwingen en kansrijke technieken. Deel als overheden, bedrijfsleven en kennisinstellingen informatie en kennis over klimaatadaptatie, waaronder kaartmateriaal; communiceer successen op het gebied van klimaatadaptatie, waaronder kansrijke ver- dienmodellen. Ontwikkel curricula , stimuleer gebruik van serious games, zorg voor stageplekken; |
Wie | Overheden, bedrijfsleven en kennisinstellingen. |
Wanneer | Vanaf 2014 |
Actie 30 | Digitaal kennisportaal klimaatadaptatie (Challenge) |
Wat | Maak bestaande kennis en informatie over klimaatadaptatie digitaal beschikbaar. Sluit aan op portalen die al veel gebruikt worden (zoals Kli- maateffectatlas en sectorale portalen). |
Wie | Overheden, bedrijfsleven, kennisinstellingen, ngo’s en communities. |
Wanneer | Vanaf 2014 |
Coalities klimaatbestendige stad
Coalitie Stedelijk water
Xxxxx Xxxxx Provincie Noord-Brabant
Xxxxxxxx Xxxxxxxx RWS
Xxxx Xxxxxx Xxxxxxxxxxxxxxxxx De Stichtse Rijnlanden
Xxxxxxx Xxxxxxxxx Gemeente Katwijk
Xxx xxx Xxxxx Waterbedrijf Vitens
Xxxxx Xxxxxxx Royal HaskoningDHV
Xxxxx xxx Xxxxxx Taken Adviseurs en Ingenieurs
Xxx Xxxx Gemeente Middelburg
Xxxxxxx xx Xxxxxx Waterschap Groot Salland
Xxxxx Xxxxxx Gemeente Deventer
Xxx Xxxxxxxxx Gemeente Gorinchem
Xxxxxxxxx Xxxxx Gemeente Westland
Xxx Xxxxxx Grontmij
Xxxx Xxxxxxxx Provincie Gelderland
Xxxxxx Xxxxx Xxxxxxxxxxxxxxxxx van Delfland
Xxxxxxxxx Xxxxx voorzitter
Xxxxxx Xxxxxx secretaris
Coalitie Openbare ruimte en Groen
Veroniek Bezemer / Xxx Xxxxxxxxx Gemeente Nijmegen
Xxxxx Xxx Woningstichting Eigen Haard
Xxx Xxxx / Xxx Xxxxxx Gemeente Enschede
Xxxxxxx Xxxxxx Gemeente Amsterdam / Waternet
Xxxxx xxx xxx Xxxxx GGD Gelderland
Xxxxxx Xxxx Deltavormgroep
Xxxxxxx Xxxxxxx Waterschap Vallei en Veluwe
Xxxxxx Xxx Xxxxxxx Bureau Groenadvies Xxxxx Xxxxx / Xxxxx Xxxxxxxxx Waterschap Rivierenland Xxx Xxxxxxx Gemeente Amersfoort Xxxxxx Xxxxxxxx / Xxxx-Xxx Xxxxxxx ag NOVA architecten Xxxxxx Xxxxxx / Xxxxx Xxxxx Branchevereniging VHG Xxxxxx Xxxxxxxx Gemeente Teylingen
Xxxx Xxxx Gemeente Zwolle
Xxxxx xxx Xxxx Gemeente Eindhoven
Xxxx Xxxxxx voorzitter
Xxxxx Xxxxxx secretaris
Coalitie Bouw en Stedelijke Ontwikkeling
Ad Beerens Waterpas Civiel Adviesbureau
Xxxxx Xxxxx / Xxxx xxx Xxxx Waterschap Aa en Maas / Waterschap De Dommel Xxxxx Xxxxxxxx Gemeente Utrecht
Xxxx Xxxxxxx SITE urban development
Xxxx Xxxxxx Xxxxx Advocaten
Xxxx Xxxxxx Gemeente Rotterdam
Xxxx Xxxxxxx Bouwfonds Ontwikkeling
Xxxxx Xxxxxxx Schiphol Area Development Company
Xxxxx Xxxxxxx BOAG Advies en Management
Vervolg Coalitie Bouw en Stedelijke Ontwikkeling
Xxxxx Xxxxxx Proper-Stok Heijmans
Xxxxxxx Xxxxxx De Alliantie
Xxx xxx Xxxxxxxx Waterloft
Xxxxx Xxxx AMC Amsterdam
Xxxxx Xxxxxxxxx Lincubator (De Alliantie)
Xxxxxxxx xxx xxx Xxx Xxxxx vastgoedontwikkeling
Xxx Xxxxxxxxxxx SITE urban development
Xxxxx xxx Xxxxxxxxx voorzitter
Xxxx Xxxxxx secretaris
Coalitie Infrastructuur
Xxxxx Xxxxxxx RWS
Xxx-Xxxx Xxxxxx XX Delft
Xxxx Xxxxx XxxxxX
Xxx Xxxxxxx Xxxxx
Xxx xxx Xxxx / Xxxxxx xxx Xxxxxxxxx Gemeente Gouda Xxxx Xxxxxxxxx Netbeheer Nederland
Xxxxxxx Xxxxxxxxx Xxxx Xxxxxxx
Xxxxxx Xxxxxxx Provincie Zuid-Holland
Xxxxxx Xxx XxxXxxx
Xxxx xxx Xxxxxxxxxx RWS
Xxxxxx xxx xxx Xxxxx Alliander
Xxxx Xxxxx Gasunie
Xxxx Xxxxxxx Waterschap Scheldestromen
Xxxxxxx xxx Xxxxxxxx KPN
Xxxxxxx xxx xxx Xxxxx RWS
Xxx Xxxxxxx voorzitter
Xxxxx Xxx secretaris
Xxxxxx xx Xxxxxx adviseur / ORG-ID