A lgemene Voorwaarden Kredietbank Nederland
A lgemene Voorwaarden Kredietbank Nederland
Artikel 1
De algemene voorwaarden van de Stichting Kredietbank Nederland zijn van toepassing op alle overeenkomsten met particulieren.
Artikel 2 Begripsbepalingen
Budgetbeheer | Het beheren van het inkomen van de cliënt en het met machtiging ten name van de rekeninghouder verrichten van betalingen op naam en voor rekening van de rekeninghouder. De rekeninghouder blijft te allen tijde zelf verantwoordelijk voor de nakoming van zijn betalingsverplichtingen. |
Budgetbeheerder | De persoon of de organisatie die zich bezig houdt met de uitvoering van het budgetbeheer ten behoeve van de rekeninghouder. |
Budgetcoach | f De persoon of de organisatie die zich bezig houdt met de ui tvoering van de budgetcoaching ten behoeve van de cliënt. |
Budgetcoaching | Het in overleg met de cliënt opstellen en uitvoeren van een budgetcoachings- plan, gericht op het bereiken van een duurzame financiële huishouding en het verhogen van de financiële zelfredzaamheid. |
Budgetplan | t Het in overleg met de rekeninghouder dan wel een hulpverlener opgestelde plan, waarin op basis van het beschikbare inkomen de betaling van de vaste lasten en variabele lasten plaatsvindt en waarbij eventueel reserveringen voor periodieke financiële verplichtingen worden gedaan. |
De bank | Stichting Kredietbank Nederland. |
De cliënt | De natuurlijke persoon die informatie heeft opgevraagd bij de bank, een aanvraag heeft ingediend bij de bank of een overeenkomst heeft afgesloten met de bank. |
Doorlopend krediet | Ketentransactie waarbij door kredietnemer op verschillende tijdstippen geldsommen kunnen worden opgenomen voor zover het uitstaand saldo de kredietlimiet niet overschrijdt. |
Financieel beheer | Het beheren van de ten behoeve van de schuldeisers gereserveerde gelden. De gereserveerde gelden worden gestort op een rekening op naam van de schuldenaar bij de bank. |
Inkomen | Inkomsten uit hoofde van een arbeidsverhouding, sociale zekerheidswetten, inkomensondersteunende maatregelen en overige componenten, die in redelijkheid en billijkheid tot het inkomen gerekend kunnen worden. |
Kredietlimiet | Maximumbedrag door kredietnemer op te nemen geldsommen ter uitvoering van een overeenkomst doorlopend krediet. |
Kredietnemer | De natuurlijke persoon die een overeenkomst zijnde een doorlopend krediet en/of persoonlijke lening heeft afgesloten met de bank. |
Kredietsom | Geldsom die de kredietnemer in het kader van een overeenkomst persoonlijke lening of overeenkomst doorlopend krediet ter beschikking wordt gesteld. |
Kredietvergoeding | Kosten terzake van een overeenkomst persoonlijke lening of overeenkomst doorlopend krediet. |
NVVK | Vereniging voor schuldhulpverlening en sociaal bankieren. |
Persoonlijke lening | De krediettransactie waarbij aan kredietnemer een geldsom ter beschikking wordt gesteld. |
Problematische schuldsituatie | De situatie waarin redelijkerwijs is te voorzien dat een natuurlijk persoon niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden, of heeft opgehouden te betalen. |
Rekeninghouder | De natuurlijke persoon die een rekening bij de bank aanhoudt. |
Saneringskrediet | Het krediet dat door de bank wordt verstrekt om de schulden van de schuldenaar geheel of gedeeltelijk tegen finale kwijting te voldoen. |
Schuldenaar | De natuurlijke persoon die in een schuldsituatie verkeert. |
Schuldregeling | De bemiddeling van de bank tussen de schuldenaar en zijn schuldeisers om een minnelijke regeling van de schuldenlast te bewerkstelligen. |
Termijnbedrag | Het bedrag van de betaling die kredietnemer aan het eind van de betalingstermijn moet hebben gedaan. |
Vrij te Laten Bedrag | Het door de bank vastgestelde bedrag dat de schuldenaar nodig heeft voor levensonderhoud en betaling van de vaste lasten op grond van een door de bank gehanteerde methodiek. |
Wettelijke schuldsaneringsregeling | De wettelijke regeling als bedoeld in Titel III van de Faillissementswet inzake de Schuldsaneringsregeling natuurlijke personen. |
Artikel 3 Aansprakelijkheid
De bank aanvaardt uitsluitend aansprakelijkheid, indien zij daartoe krachtens bepalingen van dwingend recht verplicht is en sluit alle verdergaande aansprakelijkheid uitdrukkelijk uit. Xxxxxx wordt alleen vergoed voor zover gedekt door onze beroepsaansprakelijkheidsverzekering vermeerderd met het eigen risico.
Artikel 4 Wijziging omstandigheden
De cliënt is verplicht de bank van wijzigingen in zijn financiële- en persoonlijke omstandigheden direct en op eigen initiatief schriftelijk in kennis te stellen, omdat deze wijzigingen van belang kunnen zijn voor de
onderhavige overeenkomsten, onder toevoeging van de daarop betrekking hebbende schriftelijke bewijsstukken.
Artikel 5 Persoonsgegevens
1. De cliënt is bekend met de opname van zijn persoonsgegevens in de persoonsregistratie van de bank.
2. Op de persoonsregistratie van de bank is de Wet bescherming persoonsgegevens van toepassing.
3. Ter zake van de verwerking van gegevens neemt de bank de vereiste zorgvuldigheid in acht. De bank kan de persoons- en andere gegevens ter beschikking stellen aan derden indien dit wettelijk is toegestaan cq. daarvoor toestemming is verleend en/of dit voor afwikkeling van de onderhavige overeenkomst en eventuele (buitengerechtelijke) incassowerkzaamheden noodzakelijk is.
4. De bank is in het kader van de uitvoering van schuldhulpverlenende- en beherende werkzaamheden bevoegd tot het uitwisselen van alle relevante informatie met schuldeisers en andere betrokkenen.
Artikel 6 Bureau Krediet Registratie
1. De bank is aangesloten bij Stichting Bureau Krediet Registratie (BKR) te Tiel. De bank zal derhalve een krediet en eventuele bijzonderheden aanmelden bij het BKR.
2. De bank meldt de schuldregelingsovereenkomst, en eventuele bijzonderheden, aan bij het BKR.
3. Het BKR verwerkt deze gegevens in het centrale kredietinformatiesysteem ten behoeve van het voorkomen en beperken van krediet- en betaalrisico’s voor kredietgevers en het voorkomen en beperken van overkreditering van kredietnemers, alsmede ten behoeve van het leveren van een bijdrage aan het voorkomen van problematische schuldsituaties.
4. Naast het aanmelden van de overeenkomst heeft de bank verder de verplichting op zich genomen een achterstand in de nakoming van de betalingsverplichtingen uit hoofde van een overeenkomst te melden bij het BKR. Dit kan gevolgen hebben voor iedere eventuele financieringsaanvraag.
Artikel 7 Overige bepalingen
1. De administratie van de bank strekt, onverminderd de bevoegdheid van de cli ënt tot het leveren van tegenbewijs, tot volledig bewijs van alle door haar verrichte handelingen, betalingen en reserveringen.
2. De bank kan in rechte ten bewijze van haar handelingen, betalingen en reserveringen en het saldo volstaan met het produceren van door de bank conform getekende uittreksels uit haar administratie.
3. Over gereserveerde gelden zal de bank geen rente vergoeden.
4. Op alle overeenkomsten van de bank, en deze algemene voorwaarden, is Nederlands recht van toepassing.
5. Bij de uitvoering van haar taak is de bank gebonden aan de betreffende gedragscode van de NVVK.
Bijzondere bepalingen Kredietverlening
Persoonlijke Lening en Doorlopend Krediet
Artikel 8 De kredietnemer
1. Indien een krediet wordt verstrekt aan meer dan één kredietnemer is de vordering op de kredietnemers een ondeelbare schuld en zijn alle kredietnemers hoofdelijke schuldenaren voor alle in de kredietovereenkomst en algemene voorwaarden omschreven verplichtingen.
2. De kredietnemers doen afstand van elk beroep op de artikelen 6:9 lid 2 en 6:11 BW. Subrogatie ex art.
6:12 werkt niet ten nadele van de rechten van de kredietgever.
Artikel 9 De aflossingen
1. Uit hoofde van de krediettransactie is de kredietnemer verplicht aan de bank betalingen te doen volgens de betalingsregeling die bij het aangaan van de transactie is overeengekomen.
2. De betalingen dienen te geschieden door middel van overschrijving op rekening NL48BNGH
0285017403, t.n.v. Stichting Kredietbank Nederland, onder vermelding van het registratienummer.
3. Indien een volmacht is verleend, worden de op deze wijze geïnde bedragen als aflossingen op het krediet beschouwd.
4. Indien de aflossing van het krediet niet overeenkomstig het aflossingsschema plaats vindt, is de kredietnemer een vertragingsvergoeding verschuldigd. Deze vertragingsvergoeding is gelijk aan de kredietvergoeding van de persoonlijke lening of het doorlopend krediet.
5. De kredietvergoeding betreft het jaarlijks kostenpercentage, bestaande uit de totale kosten
van het krediet, uitgedrukt in een percentage op jaarbasis van het totale kredietbedrag.
6. Na de algehele aflossing van het krediet wordt aan de kredietnemer op zijn schriftelijk verzoek, kosteloos een gespecificeerde afrekening verstrekt, en/of de overeenkomst afgeven.
7. Indien de bank op verzoek van kredietnemer enig uitstel van betaling toestaat, welk schriftelijk verzoek moet worden gedaan vóór het vervallen van de termijn waarvoor uitstel wordt gevraagd, geschiedt dat onder voorbehoud van alle rechten, zodat deze rechten door dat uitstel op generlei wijze worden verzwakt of aangetast.
Artikel 10 Vervroegde aflossing
1. Kredietnemer is te allen tijde bevoegd tot gehele of gedeeltelijke vervroegde aflossing van het krediet.
2. Onder vervroegde aflossing wordt verstaan de betaling van een groter bedrag dan het overeengekomen termijnbedrag.
3. Indien de kredietnemer met een betaling gehele gedeeltelijke of vervroegde aflossing wenst te voldoen, dient dat tijdig schriftelijk aan de bank te worden medegedeeld.
4. De kredietnemer kan bij gehele of gedeeltelijke vervroegde aflossing van het krediet een vergoeding verschuldigd zijn aan de bank.
5. De hoogte van de vergoeding voor het vervoegd aflossen van het krediet is afhankelijk van het moment
waarop de vervroegde aflossing plaatsvindt en bedraagt maximaal 1% van het extra af te lossen bedrag.
Artikel 11 Vervroegde opeisbaarheid
De bank is bevoegd het krediet vervroegd op te eisen indien:
a) de kredietnemer, die gedurende tenminste twee maanden achterstallig is in de betaling van een vervallen termijnbedrag, na in gebreke te zijn gesteld nalatig blijft in de nakoming van zijn verplichtingen;
b) de kredietnemer Nederland metterwoon verlaten heeft, dan wel redelijkerwijs kan worden aangenomen dat de kredietnemer binnen enkele maanden Nederland metterwoon zal verlaten;
c) de kredietnemer is overleden en de bank gegronde redenen heeft om aan te nemen dat diens
verplichtingen uit hoofde van de overeenkomst niet zullen worden nagekomen;
d) de kredietnemer in staat van faillissement is komen te verkeren of ten aanzien van de kredietnemer de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard;
e) de kredietnemer de tot zekerheid verbonden zaak heeft verduisterd;
f) de kredietnemer aan de bank, met het oog op het aangaan van de overeenkomst, bewust onjuiste inlichtingen heeft verstrekt van dien aard, dat de bank de overeenkomst niet of niet onder dezelfde voorwaarden zou hebben aangegaan indien hem de juiste stand van zaken bekend zou zijn geweest.
Artikel 12 Te bedingen zekerheden
Tot meerdere zekerheid voor de nakoming van de verplichtingen uit de kredietovereenkomst is de bank bevoegd van de kredietnemer die zakelijke en persoonlijke zekerheden te bedingen, zoals bijvoorbeeld pandrecht en borgtocht, die de wet haar toekent.
Artikel 13 Kwijtschelding bij overlijden
1. Indien (één van) de kredietnemer(s) overlijdt, bestaat de mogelijk het nog niet afgeloste deel van het krediet tot een bedrag van maximaal € 2.500,= door de bank te laten kwijtschelden, maar uitsluitend als de erfgena(a)m(en) schriftelijk kan/kunnen aantonen dat:
a) de nalatenschap van de kredietnemer beschikt over negatief vermogen, en
b) de erfgena(a)m(en) zelf niet beschikken over de middelen om het krediet in te lossen.
2. Hiertoe dient bij de bank binnen zes maanden na het overlijden van (één van) de kredietnemer(s) een schriftelijk verzoek te worden gedaan door de erfgena(a)m(en), waarbij zij een uittreksel uit het overlijdensregister van de burgerlijke stand dient/dienen te overleggen.
3. De in het eerste lid bedoelde kwijtschelding geldt niet:
a) indien en voor zover deze betrekking heeft op betalingen van achterstallige termijnen en de daaruit voortvloeiende bijkomende kosten;
b) indien het overlijden het rechtstreeks gevolg is van oorlogsgeweld, binnenlandse onlusten, terroristische aanslagen, natuurrampen of epidemische ziekten;
c) indien het overlijden een gevolg is van suïcide, dan wel een poging daartoe en plaatsvindt binnen zes maanden na het sluiten van de overeenkomst;
d) indien dit uitdrukkelijk door partijen is overeengekomen.
Artikel 14 Overige bepalingen
1. De kredietnemer en de bank zijn te allen tijde bevoegd de overeenkomst op te zeggen, zulks met in achtneming van een opzegtermijn van twee weken. Het saldo is daardoor terstond geheel opeisbaar.
2. Op verzoek van de kredietnemer wordt een gespecificeerd overzicht van het uitstaande saldo verstrekt, hiervoor wordt vijf euro in rekening gebracht.
3. De bank mag altijd hetgeen zij al dan niet opeisbaar of onder voorwaarde van de kredietnemer te vorderen heeft, verrekenen met al dan niet opeisbare tegenvorderingen van de kredietnemer bij de bank.
Bijzondere bepalingen Doorlopend Krediet
Artikel 15 De opname
Op elk gewenst tijdstip kunnen bedragen (tot de kredietlimiet) opgenomen worden door middel van door de bank ter beschikking gestelde opnameformulieren.
Artikel 16 De kredietvergoedingen
1. De kredietvergoeding zal maandelijks ten laste van de kredietlimiet worden geboekt.
2. De kredietnemer ontvangt eens per maand een overzicht van de stand van het krediet.
3. De bank is bevoegd tussentijds het rentepercentage voor de kredietvergoeding overeenkomstig de ontwikkelingen op de geld- en kapitaalmarkt te wijzigen, zulks met inachtneming van het wettelijke maximum. Van deze wijziging ontvangt de kredietnemer een schriftelijke kennisgeving.
Artikel 17 De kredietlimiet
1. De bank is te allen tijde bevoegd de kredietlimiet zonder opgaaf van redenen te verlagen.
2. Deze verlaging zal onverwijld schriftelijk worden medegedeeld aan de kredietnemer.
3. Op schriftelijk verzoek van de kredietnemer kan de bank de kredietlimiet verhogen en de aflossingen daar eventueel aan aanpassen.
4. Zodra de eerste kredietnemer de 66 jarige leeftijd bereikt, zal de bank de kredietlimiet jaarlijks met 25%
verlagen.
Bijzondere bepalingen Schuldregeling
Artikel 18 Onjuiste en onvolledige opgave schulden en overige financiële situatie
1. De bank is bevoegd de overeenkomst te beëindigen, wanneer de schuldenaar op het aanvraagformulier schuldregeling een onjuiste dan wel onvolledige opgave van de schulden en/of zijn overige financiële situatie heeft gedaan.
2. De bank is niet aansprakelijk voor eventuele schade die de schuldenaar door beëindiging van de
overeenkomst overeenkomstig het bepaalde onder lid 1 lijdt.
3. De verdeling van de ten behoeve van de schuldeisers gereserveerde gelden vindt plaats overeenkomstig de verdeelsleutel als bedoeld in artikel 24 en 25 van deze algemene voorwaarden.
Artikel 19 Financieel beheer
1. De schuldenaar is verplicht om tenminste al zijn inkomsten boven het vastgestelde vrij te laten bedrag, dan wel het door de bank vastgestelde bedrag, te storten bij de bank. De bank reserveert op deze rekening het bedrag dat dient ter gehele of gedeeltelijke aflossing van de schulden.
2. De betalingen dienen te geschieden door middel van overschrijving op rekening NL48BNGH
0285017403, t.n.v. Stichting Kredietbank Nederland, onder vermelding van het registratienummer.
3. De schuldenaar is niet van zijn verplichting tot afdracht van al zijn inkomsten boven het vastgestelde vrij te laten bedrag, dan wel het door de bank vastgestelde bedrag, ontslagen, indien bij het sluiten van de overeenkomst tot schuldregeling het nummer van de betalingsrekening bij de bank nog niet bekend is.
4. De schuldenaar is verplicht binnen tien dagen na bekendmaking van het nummer van de
betalingsrekening als bedoeld in lid 2 het door hem ten behoeve de schuldeisers gereserveerde bedrag op deze rekening te storten.
5. De schuldenaar draagt er, indien de gemeentelijke sociale dienst op basis van de Wet werk en bijstand al
bepaalde betalingen voor de schuldenaar verricht, zorg voor dat het bedrag boven het vastgestelde
vrij te laten bedrag, dan wel het door de bank vastgestelde bedrag, direct door de gemeentelijke sociale dienst wordt gestort op de betalingsrekening bij de bank.
Artikel 20 Budgetbeheer
1. De bepalingen inzake het financieel beheer in de overeenkomst van schuldregeling zijn niet van toepassing, indien de bank aan de regeling budgetbeheer als voorwaarde verbindt.
2. De bank zendt in dat geval aan de schuldenaar een overeenkomst tot budgetbeheer die door de schuldenaar ondertekend dient te worden teruggestuurd.
3. Na ontvangst van de ondertekende overeenkomst tot budgetbeheer gelden voor de schuldenaar de bepalingen uit laatstgenoemde overeenkomst in plaats van de bepalingen inzake financieel beheer.
4. De inkomsten boven het vrij te laten bedrag, dan wel het door de bank vastgestelde bedrag, worden
gereserveerd ter gehele of gedeeltelijke aflossing van de schulden.
Artikel 21 Inspanningsverplichting bank
1. De bank zal een schuldregeling tussen de schuldeisers en de schuldenaar tot stand proberen te brengen, tenzij dit door maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet van de bank kan worden verlangd.
2. De bank zal de schuldenaar informeren over de voortgang van haar inspanningen om een schuldregeling
met de schuldeisers van de schuldenaar tot stand te brengen.
3. De bank zal in ieder geval ten minste na een periode van vier maanden, te rekenen vanaf de dag van ondertekening van de overeenkomst tot schuldregeling, aan de schuldenaar deze informatie verstrekken.
4. De bank verzoekt alle schuldeisers de vordering na ontvangst van de mededeling dat een schuldregeling wordt opgezet, niet meer te verhogen met (vertragings)rente en/of invorderingskosten en de uitvoering van reeds gelegde beslagen voor de duur van de schuldregeling te schorsen.
5. De bank verzoekt de schuldeiser(s) aan de schuldenaar finale kwijting te verlenen voor het restant bedrag
van zijn (hun) vordering alsmede de daarmee verband houdende rente en kosten, indien de schuldena ar zich strikt heeft gehouden aan de verplichtingen die voortvloeien uit de overeenkomst tot schuldregeling en gedurende de looptijd van de schuldregeling een maximale inspanning heeft verricht om zijn schulden te voldoen.
6. De bank is jegens de schuldenaar niet aansprakelijk, indien schuldeisers weigeren aan de verzoeken als hiervoor bedoeld in lid 4 en 5 hun medewerking te verlenen.
Artikel 22 Verplichtingen schuldenaar
1. De schuldenaar is verplicht desgevraagd, doch tenminste éénmaal per jaar, aan de bank opgave te doen van zijn inkomsten, vermogen en (vaste) lasten van het afgelopen jaar, en dient hiervan schriftelijke bewijsstukken te overleggen.
2. De schuldenaar blijft steeds zelf volledig verantwoordelijk voor zijn fi nanciële situatie.
3. De schuldenaar is verplicht al hetgeen te doen dat noodzakelijk is tot behoud van het huidige inkomen, dan wel zich aantoonbaar in te spannen om tot een verhoging van zijn inkomen te komen, teneinde zijn schulden geheel dan wel voor een zo groot mogelijk gedeelte te voldoen.
4. Wijzigingen als bedoeld in bovenstaande leden van dit artikel kunnen leiden tot een herberekening en opnieuw vaststellen van het vrij te laten bedrag, dan wel het door de bank vastgestelde bedrag.
5. De schuldenaar is met inachtneming van de voor hem geldende wettelijke bepalingen gehouden jaarlijks aangifte voor de inkomstenbelasting te doen en indien van toepassing teruggave te vragen van te veel betaalde belasting. Belastingteruggave gedurende de looptijd van de schuldregeling wordt door de schuldenaar gestort op de betalingsrekening bij de bank.
6. De schuldenaar is, gedurende de looptijd van de schuldregeling, verplicht bij een wijziging van zijn financiële omstandigheden het verschil tussen het oude en nieuwe ten behoeve van de schuldeisers te reserveren bedrag alsnog aan de bank af te dragen vanaf het moment waarop deze wijzigingen zich hebben voorgedaan.
Artikel 23 Vergoedingen schuldregeling
1. De bank is bevoegd voor de schuldregeling een vergoeding in te houden op de aan de schuldeisers door te betalen bedragen.
2. De bank brengt deze vergoeding in rekening bij een tussentijdse uitkering dan wel bij de uitkering aan het einde van looptijd van de schuldregeling ten laste van het ten behoeve van de schuldeisers gereserveerde bedrag.
3. De bank brengt deze vergoeding bij een tussentijdse beëindiging van de overeenkomst in mindering op
de aan de schuldeisers uit te betalen bedragen alvorens tot uitbetaling over te gaan.
4. De vergoeding bedraagt een percentage van de aan de schuldeisers door te betalen bedragen.
5. De hoogte van de vergoeding wordt bepaald door de NVVK.
6. De bank is bevoegd voor het financieel beheer een vergoeding in te houden op de aan de schuldeisers door te betalen bedragen. De bank brengt deze vergoeding maandelijks in mindering op het ten behoeve van de schuldeisers gereserveerde bedrag. De hoogte van de vergoeding wordt bepaald door de NVVK.
7. De bank is niet langer bevoegd een vergoeding voor de schuldregelende werkzaamheden in rekening te
brengen, vanaf het moment dat de overeenkomst tot schuldregeling eindigt door het verstrekken van een saneringskrediet.
Artikel 24 Verdeling gereserveerde gelden
1. De schuldeisers ontvangen een uitkering naar evenredigheid van ieders vordering.
2. Xxxxxx schuldeisers met een vordering waaraan een voorrang is verbonden niet volledig zijn voldaan, ontvangen zij op hun vordering een dubbel percentage ten opzichte van de concurrente schuldeisers.
3. De schuldeisers ontvangen na iedere tussentijdse controle en bij de eindcontrole van de schuldregeling of tussentijds, indien de ten behoeve van de schuldeisers gereserveerde gelden dit rechtvaardigen, een uitkering naar evenredigheid van hun vordering. Het bepaalde in de voorgaande leden is van overeenkomstige toepassing.
Artikel 25 Verdeling gereserveerde gelden zonder akkoord
1. De gereserveerde gelden worden overeenkomstig de verdeelsleutel als genoemd in artikel 24 verdeeld, indien de bank ondanks haar inspanningen geen minnelijk akkoord tussen de schuldenaar en zijn schuldeisers heeft kunnen bereiken en voor zover de betaling per schuldeiser minimaal € 10,= bedraagt.
2. In afwijking van het vorige lid houdt de bank de gereserveerde gelden maximaal 4 maanden in depot in
afwachting van een mogelijk verzoek tot toelating tot een wettelijke schuldsaneringsregeling.
3. Indien de schuldenaar binnen de hiervoor genoemde periode van vier maanden niet is toegelaten tot de wettelijke schuldsaneringsregeling, vindt de verdeling van de gereserveerde gelden plaats overeenkomstig het bepaalde onder lid 1.
4. Indien de schuldenaar binnen de hiervoor genoemde periode van vier maanden is toegelaten tot de
wettelijke schuldsaneringsregeling, worden de gereserveerde gelden overgemaakt naar de door de bewindvoerder beheerde boedelrekening.
Artikel 26 Beëindiging van de overeenkomst
De bank is gerechtigd de overeenkomst te beëindigen bij/indien:
a) één of meer schuldeisers hun medewerking aan de schuldregeling weigeren, tenzij de schuldenaar er in slaagt in kort geding de weigerende schuldeiser(s) tot medewerking te dwingen dan wel een verzoek als bedoeld in artikel 287a en/of artikel 287b van de Faillissementswet is gedaan;
b) de schuldenaar zijn verplichtingen uit deze overeenkomst niet of niet behoorlijk nakomt;
c) met alle schuldeisers een akkoord tot afkoop van de vordering tegen finale kwijting is bereikt (saneringskrediet);
d) bij een schuldregeling alsnog blijkt dat er geen sprake is van een problematische schuldsituatie als
bedoeld in de gedragscode van de NVVK;
e) een uitdrukkelijk schriftelijk verzoek van de schuldenaar;
f) overlijden van de schuldenaar;
g) indien de schuldenaar zich misdraagt;
h) een rechterlijke uitspraak tot toepassing van de Wet schuldsanering natuurlijke personen op de schuldenaar;
i) de faillietverklaring van de schuldenaar;
j) verhuizing van de schuldenaar naar het buitenland, dan wel doordat schuldenaar metterwoon Nederland heeft verlaten;
k) verhuizing naar een andere plaats buiten het werkgebied van de bank indien de verhuizing plaatsvindt in de periode voordat alle schuldeisers een voorstel tot afkoop als bedoeld in c van dit artikel hebben geaccepteerd, dan wel voordat één of meer schuldeisers conform sub a van dit artikel hun medewerking aan de schuldregeling hebben geweigerd;
l) het recht op gemeentelijke schuldhulpverlening is beëindigd.
Artikel 27 Verdeling bij tussentijdse beëindiging
1. Indien deze overeenkomst wordt beëindigd, worden de ten behoeve van de schuldregeling gereserveerde gelden gebruikt ter gedeeltelijke voldoening van de vorderingen van de schuldeisers. Voor de verdeling wordt verwezen naar artikel 24.
2. Indien de beëindiging het gevolg is van het bepaalde in artikel 26 sub c worden de gereserveerde gelden in mindering gebracht op het verstrekte saneringskrediet.
Bijzondere bepalingen Budgetbeheer
Artikel 28 Verplichtingen cliënt
1. De cliënt geeft volledige openheid van zaken ten aanzien van alle inkomsten, uitgaven, lopende betalingsverplichtingen en van het saldo van alle bankrekeningen die op zijn naam zijn gesteld.
2. De cliënt verplicht zich om geen nieuwe schulden en/of andere financiële verplichtingen aan te gaan die het opgestelde of gewijzigde budgetplan zouden kunnen frustreren.
3. De cliënt machtigt de bank om alle huidige en toekomstige inkomsten, van welke aard dan ook, namens
de rekeninghouder in ontvangst te nemen en al het nodige ter uitvoering van deze machtiging te verrichten.
4. De cliënt blijft te allen tijde zelf verantwoordelijk voor een toereikend saldo, zodat de budgetbeheerder
tot betaling volgens het overeengekomen budgetplan kan overgaan.
Artikel 29 Verplichtingen budgetbeheerder
1. De budgetbeheerder zal de rekeninghouder periodiek schriftelijk informeren over de voortgang van het
budgetbeheer.
2. De budgetbeheerder heeft aan zijn informatieplicht voldaan door het periodiek ter beschikking stelle n van een afschrift van de rekening, of inzage te verlenen in het verloop van deze rekening via Mijn Bankgemak.
3. De bank is bevoegd, voor het periodiek ter beschikking stellen van een afschrift van de rekening, een
vergoeding in rekening te brengen.
Artikel 30 Budgetplan
1. In samenspraak met de rekeninghouder, dan wel begeleider of hulpverlener, en budgetbeheerder wordt een budgetplan opgesteld.
2. De inkomsten en uitgaven van de rekeninghouder vormen de basis voor het opstellen van het budgetplan.
3. Bij het opstellen van het budgetplan dienen de inkomsten en uitgaven van de rekeninghouder met elkaar
in evenwicht te zijn.
4. De bank kan een vergoeding in rekening brengen voor haar werkzaamheden. De vergoeding is afhankelijk van de gekozen vorm van budgetbeheer en deze vergoeding wordt jaarlijks geïndexeerd.
5. De bank zal, bij de uitvoering van het budgetplan, eerst de eventuele kosten van het budgetbeheer verrekenen, gevolgd door een eventuele aflossing aan (of reservering voor) de schuldeisers.
Daarna worden eerst de huur, energielasten en zorgverzekering betaald, gevolgd door de overige vaste
lasten, de reserveringen voor variabele lasten en het huishoudgeld.
6. In het kader van budgetbeheer is geen roodstand mogelijk.
7. In het budgetplan kunnen alleen wijzigingen worden aangebracht indien deze door de budgetbeheerder en rekeninghouder schriftelijk worden overeengekomen, behouders in geval van die wijzigingen betrekking hebben op een periodieke aanpassing van de vaste lasten en het inkomen.
Artikel 31 Beëindiging budgetbeheer
1. De beëindiging van de overeenkomst tot budgetbeheer kan plaatsvinden met inachtneming van een opzegtermijn van één maand, te rekenen vanaf de eerste van de maand volgend op die waarin de opzegging heeft plaatsgevonden. De cliënt kan de overeenkomst slechts schriftelijk opzeggen.
2. De overeenkomst tot budgetbeheer kan direct worden beëindigd:
a) door overlijden van de cliënt;
b) door een onjuiste dan wel onvolledige opgave door de cliënt van zijn inkomsten, uitgaven en overige financiële situatie;
c) door het niet behoorlijk nakomen door de cliënt van een verplichting die voortvloeit dan wel
samenhangt met deze overeenkomst tot budgetbeheer en de algemene voorwaarden;
d) door faillissement van de cliënt;
e) door onder bewindstelling van de cliënt;
f) door onder curatelestelling van de cliënt;
g) door verhuizing van de cliënt naar het buitenland;
h) door verhuizing naar een andere plaats buiten het werkgebied van de bank, tenzij betaling wordt gegarandeerd;
i) indien cliënt zich misdraagt;
j) indien de financiering van het budgetbeheer niet langer gewaarborgd is;
k) indien voortzetting van budgetbeheer naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet door de bank kan worden gevergd;
l) indien het recht op gemeentelijke schuldhulpverlening is of wordt beëindigd.
3. Indien de overeenkomst tot budgetbeheer wordt beëindigd, wordt het saldo ter beschikking gesteld aan de cliënt, onverminderd het bepaalde in artikel 27.
Artikel 32 Overige bepalingen
1. Indien er sprake is van budgetbeheer in combinatie met schuldregeling, vindt onderlinge afstemming plaats.
2. Op verzoek van de cliënt kan een apart gespecificeerd overzicht van de mutaties binnen het budget worden verstrekt, hiervoor wordt vijf euro in rekening gebracht.
Bijzondere bepalingen Budgetcoaching
Artikel 33 Verplichtingen cliënt
1. De cliënt geeft volledige openheid van zaken ten aanzien van alle inkomsten, uitgaven, lopende betalingsverplichtingen en van het saldo van alle bankrekeningen die op zijn naam zijn gesteld.
2. De cliënt verplicht zich om geen nieuwe schulden en/of andere financiële verplichtingen aan te gaan die
het budgetcoachingsplan zouden kunnen frustreren.
Artikel 34 Verplichtingen budgetcoach
1. In samenspraak met de cliënt, dan wel begeleider of hulpverlener, wordt een budgetcoachingsplan opgesteld.
2. Bij het opstellen van het budgetcoachingsplan dienen de inkomsten en uitgaven van de cliënt met elkaar
in evenwicht te zijn.
3. De bank kan een vergoeding in rekening brengen voor haar werkzaamheden.
4. In het budgetcoachingsplan kunnen alleen wijzigingen worden aangebracht indien deze door de bank en de cliënt schriftelijk worden overeengekomen.
Artikel 35 Beëindiging budgetcoaching
1. De beëindiging van de overeenkomst tot budgetcoaching kan plaatsvinden met inachtneming van een opzegtermijn van één maand, te rekenen vanaf de eerste van de maand volgend op die waarin de opzegging heeft plaatsgevonden. De cliënt kan de overeenkomst slechts schriftelijk opzeggen.
2. De overeenkomst tot budgetcoaching kan direct worden beëindigd:
a) door overlijden van de cliënt;
b) door een onjuiste dan wel onvolledige opgave door de cliënt van zijn inkomsten, uitgaven en overige financiële situatie;
c) door het niet behoorlijk nakomen door de cliënt van een verplichting die voortvloeit dan wel samen- hangt met deze overeenkomst tot budgetcoaching en de algemene voorwaarden;
d) door onder bewindstelling van de cliënt;
e) door onder curatelestelling van de cliënt;
f) door verhuizing van de cliënt naar het buitenland;
g) door verhuizing naar een andere plaats buiten het werkgebied van de bank, tenzij betaling wordt gegarandeerd;
h) indien de cliënt zich misdraagt;
i) indien de financiering van de budgetcoaching niet langer gewaarborgd is;
j) indien voortzetting van budgetcoaching naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet door de bank kan worden gevergd;
k) indien het recht op gemeentelijke schuldhulpverlening is beëindigd.
Artikel 36 Overige bepalingen
Indien er sprake is van budgetcoaching in combinatie met een schuldregeling, vindt onderlinge afstemming plaats.
Kredietbank Nederland, 1 januari 2019