Contract
I. Partijen en Overwegingen
Partijen:
1. De Minister van Economische Zaken en Klimaat, de xxxx Xxxx Xxxxxx, handelend in zijn hoedanigheid van bestuursorgaan, hierna te noemen: EZK;
2. De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, xxxxxxx Xxxxxxxx xxx Xxxxxxxxx, handelend in haar hoedanigheid van bestuursorgaan, hierna te noemen: IenW;
3. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties, xxxxxxx Xxxxx Xxxxxxxxx, handelend in haar hoedanigheid van bestuursorgaan, hierna te noemen: BZK;
Partijen genoemd onder 1 tot en met 3, hierna samen te noemen: Rijksoverheid;
4. Provincie Zuid-Holland, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer J.F. Xxxxx, Gedeputeerde, daartoe gemachtigd door de Commissaris van de Koning, hierna te noemen: de Provincie;
5. Gasunie New Energy B.V., te dezen vertegenwoordigd door de heer X.X.X. Xxxxxx, Gevolmachtigde, hierna te noemen: Gasunie
6. Havenbedrijf Rotterdam N.V., te dezen vertegenwoordigd door de heer X.X. Xxxxxxxxx, Chief Executive Officer, hierna te noemen: Havenbedrijf Rotterdam;
7. Warmtebedrijf Infra N.V., te dezen vertegenwoordigd door de heer X.X. Xxxxxx, Directeur, hierna te noemen: Warmtebedrijf Rotterdam;
8. Eneco Groep N.V., te dezen vertegenwoordigd door de heer C.J. Xxxxxx, Lid Raad van Bestuur, hierna te noemen: Eneco;
Partijen genoemd onder 4 tot en met 8, hierna samen te noemen: de Warmtealliantie; Hierna alle samen te noemen: Partijen;
1
PZH-2018-638835844
Algemene overwegingen:
1. Om onze welvaart ook voor toekomstige generaties te behouden is het nodig om het concurrentievermogen van onze economie te versterken en tegelijkertijd de belasting van het milieu en de afhankelijkheid van fossiele energie en schaarse grondstoffen te verminderen.
2. Creativiteit, ondernemerschap en innovatie zijn essentieel om deze omslag naar groene groei mogelijk te maken. Bedrijven, burgers en maatschappelijke organisaties nemen volop concrete initiatieven voor vergroening van economie en samenleving. Met de Green Deal Aanpak wil het kabinet deze dynamiek in de samenleving op groene groei optimaal benutten.
3. Green Deals bieden bedrijven, burgers en organisaties een laagdrempelige mogelijkheid om samen met de overheid te werken aan groene groei. Initiatieven uit de samenleving staan daarbij aan de basis. Daar waar deze tegen belemmeringen aanlopen die volgens initiatiefnemers kunnen worden aangepakt op rijksniveau, wil het kabinet zich inzetten deze weg te nemen of op te lossen om zo deze initiatieven te faciliteren en te versnellen. In een Green Deal leggen partijen hierover concrete afspraken schriftelijk vast.
4. De resultaten van een Green Deal kunnen gebruikt worden bij andere, vergelijkbare projecten, waardoor er navolging kan plaatsvinden en de reikwijdte van een Green Deal kan worden vergroot zonder dat daar specifieke ondersteuning vanuit de Rijksoverheid tegenover staat.
Specifieke overwegingen Green Deal Marktordening Warmtetransportnetten:
5. In het Regeerakkoord Rutte III (2017-2021) is de ambitie uitgesproken om uiterlijk in 2030 een reductie van minstens 49% in CO2-uitstoot te realiseren. Het verduurzamen van de gebouwde omgeving is een belangrijke pijler om deze doelstelling te kunnen behalen. Dit zal betekenen dat de gebouwde omgeving over moet gaan naar een duurzame warmtevoorziening. Op dit moment wordt slechts 4% van alle warmte in Nederland duurzaam geproduceerd. Daarnaast wordt circa 5% van de totale warmtevraag gedekt door restwarmtebenutting. In het overige deel van de warmtevraag in de gebouwde omgeving (meer dan 90%) wordt voorzien door het gebruik van aardgas.
6. In het Regeerakkoord Rutte III (2017-2021) is ook afgesproken dat de aansluitplicht van gas wordt vervangen door een recht op warmte. Dit heeft als doel het ver terugdringen van gasgebruik in de warmtevoorziening. Warmtenetten worden gezien als een belangrijke oplossing om de omschakeling te maken van gas naar een duurzaam alternatief.
7. Verschillende studies1 voorzien dat om de energietransitie kostenefficiënt vorm te geven, warmtenetten 20% tot 30% (en in sommige modellen zelfs tot 50%) van de warmtevraag in de gebouwde omgeving zullen leveren. Dit betekent een grote opschaling ten opzichte van de huidige situatie.
8. Aan de Warmtetafel2 is op 4 september 2017 de conclusie getrokken dat om de benodigde opschaling van warmtenetten mogelijk te maken, er grootschalige warmtetransportnetten3 nodig zijn. Op deze warmtetransportnetten zullen meerdere bronnen aangesloten zijn en ze zullen aan meerdere distributienetten leveren.
De ‘Warmterotonde’
9. De Rotterdamse haven is een hub van industriële activiteit, waar een grote hoeveelheid restwarmte uit de industrie en uit de Afvalverwerking Rijnmond (AVR) beschikbaar is. Deze
1 Meest recent is de studie van PBL “Verkenning van klimaatdoelen, van lange termijn beelden naar korte termijn actie”, gepubliceerd op 9 oktober 2017
2Dit is een bestuurlijk overleg tussen de ministeries EZK, BZK en IenW, de lagere overheden (IPO, VNG, UvW, provincie Zuid-Holland en een aantal grote gemeenten) en organisaties en brancheverenigingen die actief zijn in de warmtewereld (warmtebedrijven, netbeheerders, Rotterdamse Havenbedrijf, branchevereniging glastuinbouw LTO).
3 Warmtetransportnetten kunnen worden gezien als het hoofdnet dat bronnen en distributienetten verbindt. Een warmtetransportnet kan stads-overstijgend zijn en een hele regio bestrijken.
2
PZH-2018-638835844
warmte wordt deels al ingezet door o.a. Warmtebedrijf Rotterdam en Eneco in de stad Rotterdam, maar de potentiele capaciteit in de regio is nog vele malen groter.
10. Naast de restwarmte, is er een groot potentieel aan geothermie in Zuid-Holland, waarvan verdere ontwikkeling wordt voorzien (zie onder andere de Green Deal Trias onderzoeksboring Westland).
11. Gegeven enerzijds de grote hoeveelheid van restwarmte en het potentieel aan geothermie en anderzijds de grote hoeveelheid dichtbebouwde omgeving en glastuinbouw, wordt er gewerkt aan het ontwikkelen van een grootschalig warmtetransportnet om de restwarmte uit de haven en geothermie te kunnen gebruiken voor de warmtevoorziening van gebouwde omgeving en de glastuinbouw in de Provincie Zuid-Holland. Dit grootschalige warmtetransportnet wordt de Warmterotonde genoemd.
12. De Warmterotonde wordt ontwikkeld in een samenwerkingsorganisatie: de Warmtealliantie. De Warmtealliantie bestaat uit vijf partners: de Provincie, Gasunie, Havenbedrijf Rotterdam, Eneco en Warmtebedrijf Rotterdam.
13. Het doel van de Warmterotonde is het realiseren van een betaalbare, betrouwbare, CO2-arme en veilige warmtevoorziening in de regio. Het uitgangspunt van de Warmterotonde is lokaal oplossen waar dat kan, en regionaal inzetten waar nodig.
14. Het potentieel van de Warmterotonde is groot. Door restwarmte en warmte uit geothermie in te zetten voor een groot deel van de regionale warmtevraag, wordt de transitie gemaakt van aardgas naar duurzame, CO2-arme, warmte.
15. De urgentie voor de Warmterotonde is hoog. De aardbevingen in Groningen maken het noodzakelijk om gebruik van Groninger gas te verminderen. Daarnaast zijn er lopende verplichtingen van Eneco en Warmtebedrijf Rotterdam voor warmtelevering in Leiden en Den Haag. Dit alles is reden om vaart te maken met het aanleggen van de eerste verbindingen van het grootschalig warmtetransportnet. De ontwikkelingen gaan nu snel en binnen de Warmtealliantie wordt pionierswerk verricht in het aanleggen van een regionaal warmtetransportnetwerk in Nederland.
16. De Warmtealliantie werkt samen aan alle vraagstukken die komen kijken bij het ontwikkelen van de Warmterotonde: van specifieke vraagstukken voor de situatie in Zuid-Holland (zoals tracé-studies en de business case), tot meer generieke vraagstukken (zoals de marktordening rondom het warmtetransportnet).
17. Om voor deze vraagstukken een goede oplossing te vinden is het belangrijk om relevante ketenpartners en stakeholders van binnen en buiten de regio te betrekken.
18. Aan de Warmtetafel van 4 september 2017 is de Warmterotonde aangemerkt als voorbeeldproject voor grootschalige warmtetransportnetten. De opgedane kennis bij de Warmterotonde kan van veel waarde zijn voor de Rijksoverheid en voor andere warmtetransportnetten in Nederland.
Marktordeningsvraagstukken
19. Om een warmtetransportnet, met meerdere bronnen en meerdere afnemers (warmteleveranciers) goed te laten functioneren, is een passende marktordening vereist. Deze marktordening moet enerzijds de noodzakelijke opschaling en verduurzaming van het net faciliteren, en anderzijds de investeringszekerheid van de initiatiefnemers en leveringszekerheid en betaalbaarheid voor afnemers waarborgen.
20. De vraag hoe de marktordening van grootschalige warmtetransportnetten er uit moet komen te zien wordt nu opgepakt door de Warmtealliantie, maar is tevens relevant voor alle (toekomstige) grootschalige warmtetransportnetten elders in Nederland. Het is daarom van belang dat de vraagstukken breed worden opgepakt; dat wil zeggen breder dan de specifieke casus van de Warmterotonde.
21. Daarnaast is het van belang dat de kennis die op deze marktordeningsvraagstukken wordt ontwikkeld in het kader van de Warmterotonde breed wordt gedeeld, zodat andere warmtetransportnetten en overheid er ook baat bij hebben.
22. Om het benodigde tempo te behouden en om de vraagstukken omtrent de marktordening breed op te pakken, is een intensivering en gezamenlijke aanpak van de werkzaamheden aan deze vraagstukken vereist.
23. Binnen EZK wordt momenteel nagedacht over hoe de marktordening rondom warmtetransportnetten moet worden ingevuld om het juiste fundament te leggen voor de transitie van de warmtevoorziening. Zoals aangekondigd in de Wetgevingsagenda
3
PZH-2018-638835844
energietransitie (december 2017) is EZK voornemens om dit fundament in wetgeving vast te gaan leggen. Het is van belang om in de voorbereiding van dit wetgevingstraject de koppeling goed te leggen met (kennis)ontwikkeling die in de praktijk plaats vindt. De Warmterotonde is hier erg geschikt voor.
24. Met deze Green Deal werken de Warmtealliantie en Rijksoverheid samen om de kennisontwikkeling over de marktordening in het kader van de Warmterotonde te versnellen, waarbij wordt geborgd dat deze kennis ook van nut is voor andere warmtetransportnetten en voor de beleidsontwikkeling binnen EZK en BZK.
Komen het volgende overeen:
4
PZH-2018-638835844
II. Doel en Resultaat
Artikel 1. Doel
Het doel van de Green Deal is:
- inzicht te krijgen in de verschillende opties voor de marktordening van warmtetransportnetten in het algemeen en de Warmterotonde in het bijzonder;
- waarbij in elk geval aan de orde komen:
o mogelijke marktmodellen;
o welke rollen, taken en verantwoordelijkheden er zijn en bij wie die moeten worden belegd;
o welke toetredingsregels tot het warmtetransportnet nodig zijn;
- relevante vraagstukken breed oppakken, zodat de uiteindelijke uitkomsten enerzijds een oplossing bieden voor de specifieke situatie van de Warmterotonde, en anderzijds van algemeen nut zijn voor andere warmtetransportnetten, en voor de beleidsontwikkeling binnen EZK en BZK; hiertoe worden de uitkomsten van de vraagstukken, in de vorm van (al dan niet gecombineerde) notities, breed gedeeld.
Artikel 2. Beoogd Resultaat
Het belangrijkste resultaat van de Green Deal is het ontsluiten van de bij de Warmterotonde opgedane kennis over de marktordening van grootschalige warmtetransportnetten.
De in artikel 1 genoemde doelen worden aan de hand van de volgende specifieke vraagstukken uitgewerkt in deze Green Deal:
• Mogelijke marktmodellen4 voor warmtetransportnetten; verschillende mogelijke marktmodellen worden uitgewerkt en er wordt een analyse gemaakt van de karakteristieken en voor- en nadelen (met name ten aanzien van duurzaamheid, investeringszekerheid en betaalbaarheid) van de verschillende marktmodellen. Hierin wordt de vraag meegenomen waar de grens moet liggen tussen een warmtetransportnet en de daarop aangesloten distributienetten.
• Rollen, taken en verantwoordelijkheden; op een grootschalig warmtetransportnet zijn meerdere bronnen en afnemers actief. Bovendien kan dit in de tijd veranderen. Dit betekent dat een bepaalde mate van onafhankelijkheid in het beheer van het net nodig zal zijn, om monopolyposities te voorkomen. Er zal dus duidelijkheid moeten komen over wie welke rol kan hebben en welke taken en verantwoordelijkheden daarbij horen.
• Toetredingsregels voor bronnen en afnemers; met de toetredingsregels kan enerzijds worden gestuurd op het verduurzamen van bronnen, en anderzijds de investeringszekerheid van producenten worden gewaarborgd. Hiervoor is een goed beeld nodig over wat een verschillende mate van strengheid in de toetreding voor effect heeft op de investeringszekerheid en de verduurzaming van de warmte.
Voor elk van deze bovengenoemde vraagstukken zal voor het einde van deze Green Deal een (al dan niet gecombineerde) notitie worden opgesteld door de Warmtealliantie waarin mogelijke oplossingen, en de daartoe leidende analyse(s), uiteengezet worden. Omdat deze oplossing wordt ontwikkeld in de context van de praktijkcasus van de Warmterotonde, zal de oplossing ook een meerwaarde hebben voor andere initiatiefnemers op de warmtemarkt. Door middel van deze notities kan de kennis die is ontwikkeld in het kader van de Warmterotonde (zowel de inhoud als het proces om tot de oplossing te komen), ook worden gebruikt door andere warmtetransportnetten en bijdragen aan beleidsontwikkeling door EZK en BZK.
4 Met “marktmodel” wordt hier bedoeld hoe de markt van energiehandel er uit ziet van bron tot leverancier. Voorbeelden zijn: “peer-to- peer”, “single buyer”, en “marktpool”.
5
PZH-2018-638835844
Daarnaast zal vanuit de Warmtealliantie een juridische analyse worden gedaan die inzichtelijk maakt welke knelpunten er zijn in de wet- en regelgeving ten aanzien van de in de notitie voorgestelde opties voor de marktordening, welke met de Rijksoverheid gedeeld wordt.
III. Inzet en acties
Artikel 3. Inzet en acties van alle Partijen
Alle Partijen, gelet op ieders rol en verantwoordelijkheden:
1. zetten hun expertise, kennis en netwerk in voor zover het bijdraagt aan de resultaten van de Green Deal;
2. geven bekendheid aan deze Green Deal;
3. zullen samen een plan van aanpak maken hoe de resultaten van de Green Deal breed verspreid kunnen worden;
4. zullen bekendheid geven aan de Warmterotonde als een voorbeeldproject voor grootschalige warmtetransportnetten;
Artikel 4. Inzet en acties van de Rijksoverheid
EZK:
1. neemt actief deel in de werkgroep die zich bezig houdt met de vraagstukken omtrent de marktordening rondom warmtetransportnetten;
2. onderzoekt de mogelijkheden om de resultaten in de notities van deze Green Deal en het advies over de gesignaleerde knelpunten in wet- en regelgeving als input voor eigen beleidsontwikkeling over marktordening rondom warmtetransportnetten te gebruiken;
3. zal een contactpersoon bij EZK benoemen die de Warmtealliantie helpt met het leggen van relevante contacten met andere departementen;
4. neemt deel in de stuurgroep van de Warmtealliantie als agenda-lid (toehoorder) om zicht te houden op de voortgang van de Green Deal en de bredere context van de ontwikkeling van de Warmterotonde.
5. EZK is bereid om door middel van een decentralisatie-uitkering een financiële bijdrage van in totaal maximaal € 330.000 exclusief eventueel verschuldigde BTW beschikbaar te stellen om de resultaten van de Green Deal te bewerkstelligen. De Provincie zal EZK ter informatie relevante gegevens hierover zoals het projectplan (inclusief begroting) overleggen.
BZK:
6. zal niet op vaste basis, maar op uitnodiging een aantal keer actief deelnemen in de werkgroep die zich bezig houdt met de vraagstukken omtrent de marktordening rondom warmtetransportnetten;
7. zal haar kennis over het bredere beeld van de energietransitie in de gebouwde omgeving inbrengen.
8. onderzoekt de mogelijkheden om de resultaten van de Green Deal te gebruiken inzake de ondersteuning van gemeenten voor de transitieopgave voor de gebouwde omgeving.
Artikel 5. Inzet en acties van de Warmtealliantie
De Warmtealliantie:
1. neemt actief deel in de werkgroep die zich bezig houdt met de vraagstukken omtrent de marktordening rondom warmtetransportnetten;
2. zal de kennis die wordt ontwikkeld vastleggen door middel van een (al dan niet gecombineerde) notitie(s) op de vraagstukken in Artikel 2;
3. zal de belangrijke stakeholders uit de regio (ontwikkelaars geothermie, gemeenten en glastuinbouw) en initiatiefnemers van andere grote warmtetransportnetten (leveranciers, netbeheerders en warmtebedrijven) betrekken bij de uitwerking van deze Green Deal.
6
PZH-2018-638835844
Hiervoor wordt een klankbordgroep ingesteld waarin input voor deze Green Deal wordt opgehaald en de (tussentijdse) resultaten wordt besproken.
4. nemen deel in de stuurgroep van de Warmtealliantie, om sturing te geven aan de uitvoering van de Green Deal;
5. zal de uiteindelijke notities actief delen met de leden van de klankbordgroep, en overige stakeholders uit de regio en van andere grootschalige warmtetransportnetten in Nederland;
6. zal een juridische analyse laten uitvoeren om inzichtelijk te krijgen welke knelpunten er in de huidige wet- en regelgeving zitten die in de weg staan aan de realisatie van de verschillende opties. Dit zal de Warmtealliantie als advies aan de Rijksoverheid aanbieden.
7
PZH-2018-638835844
IV. Slotbepalingen
Artikel 6. Uitvoering in overeenstemming met het Unierecht
De afspraken van deze Green Deal zullen in overeenstemming met het recht van de Europese Unie worden uitgevoerd in het bijzonder voor zover de afspraken vallen onder de werking van de Europese regels met betrekking tot aanbesteding, mededinging, staatssteun en technisch normen en voorschriften.
Artikel 7. Wijzigingen
1. Elke Partij kan de andere Partijen schriftelijk verzoeken de Green Deal te wijzigen. De wijziging behoeft de schriftelijke instemming van alle Partijen.
2. Partijen treden in overleg binnen zes weken nadat een Partij de wens daartoe aan de andere Partijen schriftelijk heeft medegedeeld.
3. De wijziging en de verklaringen tot instemming worden in afschrift als bijlagen aan de Green Deal gehecht.
Artikel 8. Werkgroep / Stuurgroep
1. Voor de uitvoering van deze Green Deal wordt door Partijen aangesloten bij de betreffende werkgroep van de Warmtealliantie die zich bezig gaat houden met de vraagstukken omtrent de marktordening rondom warmtetransportnetten.
2. Tevens zal een vertegenwoordiger van EZK als toehoorder deelnemen aan de Stuurgroep van de Warmtealliantie (die alle werkgroepen aanstuurt), om zicht te houden op de voortgang van de Green Deal in de bredere context van de ontwikkeling van de Warmterotonde.
Artikel 9. Evaluatie
1. Partijen zullen de uitvoering en werking van deze Green Deal evalueren uiterlijk 1 maand voor het einde van de Green Deal.
2. De evaluatie zal worden verricht door de Partijen en een verslag daarvan zal worden opgemaakt door de Provincie.
Artikel 10. Toetreding van nieuwe partijen
1. Er kunnen nieuwe partijen toetreden tot deze Green Deal.
2. Een nieuwe partij maakt haar verzoek tot toetreding schriftelijk bekend aan de Provincie. Zodra alle Partijen schriftelijk hebben ingestemd met het verzoek tot toetreding, ontvangt de toetredende partij de status van Partij van de Green Deal en gelden voor die Partij de voor haar uit de Green Deal voortvloeiende rechten en verplichtingen.
3. Het verzoek tot toetreding en de verklaring tot instemming worden als bijlage aan de Green Deal gehecht.
Artikel 11. Citeertitel
De Green Deal kan worden aangehaald als Green Deal Marktordening Warmtetransportnetten.
Artikel 12. Opzegging
Elke Partij kan deze Green Deal (te allen tijde) met inachtneming van een opzegtermijn van 1 maand schriftelijk opzeggen.
Artikel 13. Nakoming
Partijen komen overeen dat de nakoming van de afspraken van de Green Deal niet in rechte afdwingbaar is.
Artikel 14. Inwerkingtreding
1. Deze Green Deal treedt in werking met ingang van de dag na de dag van ondertekening door alle Partijen en loopt tot en met 31 december 2018.
2. Partijen nemen de uitvoering van alle in deze Green Deal genoemde afspraken zo snel mogelijk ter hand.
8
PZH-2018-638835844
Artikel 15. Openbaarmaking
Deze Green Deal zal samen met andere afgesloten Green Deals openbaar worden gemaakt, onder andere in de Staatscourant, waardoor anderen kennis kunnen nemen van de gesloten Green Deals, zodat navolging hiervan kan worden bevorderd.
9
PZH-2018-638835844
V. Ondertekening
Aldus overeengekomen en in [PM]voud ondertekend te [plaats] op [datum].
Minister van Economische Zaken en Klimaat,
………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Xxxx Xxxxxx
Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Xxxxxxxx xxx Xxxxxxxxx
Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties,
………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Xxxxx Xxxxxxxxx
Provincie Zuid-Holland
…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
J.F. Xxxxx, Gedeputeerde
Gasunie New Energy B.V.
…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
J.A.F. Coenen, Gevolmachtigde
10
PZH-2018-638835844
Havenbedrijf Rotterdam N.V.
…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
X.X. Xxxxxxxxx, Chief Executive Officer
Warmtebedrijf Infra N.V.
…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
X.X. Xxxxxx, Directeur
Eneco Groep N.V.
…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
C.J. Xxxxxx, Lid Raad van Bestuur Eneco Groep N.V.
11
PZH-2018-638835844