Contract
CONCEPT Versiedatum: 1 juli 2024 Indien er onjuistheden voorkomen in uw personalia of elders in de tekst, wilt u dan tijdig vóór het ondertekenen van de akte contact met ons kantoor opnemen. | |
Westdam 3C | |
3441 GA Woerden | |
t. 0348 412941 | |
f. 0348 416712 |
d. 164045/RG
STATUTENWIJZIGING VERENIGING
Xxxxx, *, verscheen voor mij, xx. Xxxxxxxx Xxxxxxxxx Xxxxxxxx Xxxxx Xxxxxxx-xxx xxx Xxx, notaris, gevestigd te Woerden:
Concept
*
ten deze handelende in hoedanigheid van bestuurder van de statutair te gemeente 's- Gravenhage gevestigde vereniging vereniging van Familie- en erfrecht Advocaten Scheidingsmediators, xxxxxxxxxxxxxxx xx 0000 XX 'x-Xxxxxxxxxx, Xxxxxxxxxxxxxx 00X, ingeschreven in het handelsregister gehouden door de Kamer van Koophandel onder nummer 27255227, RSIN 811261700, hierna ook te noemen: "de vereniging", en als zodanig deze vereniging rechtsgeldig vertegenwoordigend.
De verschenen persoon, handelend als gemeld, verklaarde:
Oprichting, statuten
De vereniging werd opgericht op tweeëntwintig december tweeduizend twee (22-12- 2002).
De statuten van de vereniging zijn laatstelijk gewijzigd bij akte op achtentwintig april tweeduizend tweeëntwintig (28-04-2022) voor notaris mr. X xxx Xxxxxxxx te Utrecht verleden.
Besluit tot statutenwijziging
In een algemene ledenvergadering op * te * gehouden is onder meer besloten tot wijziging van de statuten van de vereniging.
Notulen
De notulen van evenbedoelde vergadering zijn aan deze akte gehecht.
Bevoegdheid tot het doen verlijden
Blijkens artikel 23 lid 4 van de statuten van de vereniging is ieder bestuurslid bevoegd tot het doen verlijden van de akte van statutenwijziging.
Statutenwijziging
De verschenen persoon verklaarde naar aanleiding van voormeld besluit en ter uitvoering daarvan de statuten van de vereniging met ingang van heden te wijzigen als volgt:
STATUTEN.
Begripsomschrijvingen.
Artikel 1
1. In deze statuten wordt verstaan onder:
Concept
a. algemene vergadering, zowel het orgaan bedoeld in artikel 2:40 van het Burgerlijk Wetboek en in artikel 16 lid 1 van deze statuten, te weten de algemene vergadering van de vereniging, als de bijeenkomst van dit orgaan, waarbij de betekenis telkens uit het zinsverband blijkt;
b. bestuur, het orgaan bedoeld in artikel 2:44 van het Burgerlijk Wetboek en artikel 13 lid 1 van deze statuten, te weten het bestuur van de vereniging;
c. Commissie van Beroep, het orgaan bedoeld in artikel 21 van deze statuten;
d. jaarrekening, de balans en de staat van baten en lasten met de toelichting van de vereniging;
e. vFAS-Klachtenreglement Mediation, het door het bestuur, met goedkeuring van de algemene vergadering, vastgestelde reglement dat van toepassing is op de behandeling van klachten met betrekking tot de leden, ter zake van enig handelen of nalaten van de leden verband houdend met enige activiteit die geacht kan worden te vallen onder het begrip "(scheidings)mediation", welke klachten, indien en zolang in dat kader een overeenkomst tussen de vereniging en de STS van kracht is als bedoeld in artikel 13 lid 8 en artikel 14 lid 5 van deze statuten, eerst kunnen worden ingediend bij de STS, nadat zij in eerste instantie door het bestuur, overeenkomstig het bepaalde in dit reglement, in behandeling zijn genomen;
f. langs elektronische weg, een, met instemming van degene met wie wordt gecommuniceerd, langs elektronische weg, door respectievelijk aan de vereniging, toegezonden leesbaar en reproduceerbaar bericht aan het adres, dat door diegene respectievelijk door de vereniging voor dit doel bekend is gemaakt;
g. leden (dan wel in enkelvoud: lid), zowel de leden-advocaat familierecht, als de leden-advocaat erfrecht, als de leden-advocaat mediator familierecht, als de aspirant-leden advocaat, als de buitengewone leden, als de ereleden van de vereniging bedoeld in artikel 4 van deze statuten, voor zover bij of krachtens deze statuten geen nader onderscheid wordt gemaakt of het tegendeel uit het
zinsverband blijkt;
h. lidmaatschap, zowel het lidmaatschap van de leden-advocaat familierecht, als van de leden-advocaat xxxxxxxx, als van de leden-advocaat mediator familierecht, als van de aspirant-leden advocaat, als van de buitengewone leden, als van de ereleden van de vereniging bedoeld in artikel 4 van deze statuten, voor zover bij of krachtens deze statuten geen nader onderscheid wordt gemaakt of het tegendeel uit het zinsverband blijkt;
Concept
x. Xxxx van Beroep, de door het bestuur van de STS ingestelde beroepscommissie, die tot taak heeft het beoordelen van beroep dat wordt ingesteld tegen beslissingen van de Raad van Tucht inzake de behandeling van klachten met betrekking tot de leden, ter zake van enig handelen of nalaten van de leden verband houdend met enige activiteit die geacht kan worden te vallen onder het begrip "(scheidings)mediation", indien en zolang in dat kader een overeenkomst tussen de vereniging en de STS van kracht is als bedoeld in artikel 13 lid 8 en artikel 14 lid 5 van deze statuten, overeenkomstig het bepaalde in artikel 14 van deze statuten en overeenkomstig het bepaalde in het Reglement Tuchtrechtspraak;
j. Raad van Tucht, de door het bestuur van de STS ingestelde tuchtcommissie, die tot taak heeft het in eerste aanleg behandelen van klachten met betrekking tot de leden, ter zake van enig handelen of nalaten van de leden verband houdend met enige activiteit die geacht kan worden te vallen onder het begrip "(scheidings)mediation", indien en zolang in dat kader een overeenkomst tussen de vereniging en de STS van kracht is als bedoeld in artikel 13 lid 8 en artikel 14 lid 5 van deze statuten, overeenkomstig het bepaalde in artikel 14 van deze statuten en overeenkomstig het bepaalde in het Reglement Tuchtrechtspraak, met dien verstande dat dergelijke klachten, voordat zij kunnen worden ingediend bij de STS, door het bestuur in behandeling worden genomen, overeenkomstig het bepaalde in het vFAS- Klachtenreglement Mediation;
k. Reglement Tuchtrechtspraak, het door het bestuur van de STS vastgestelde reglement, als bedoeld in artikel 13 lid 1 van de statuten van de STS, dat van toepassing is op de behandeling van klachten met betrekking tot de leden, ter zake van enig handelen of nalaten van de leden verband houdend met enige activiteit die geacht kan worden te vallen onder het begrip "(scheidings)mediation", door de Raad van Tucht en de Raad van Beroep, indien en zolang in dat kader een overeenkomst tussen de vereniging en de STS van kracht is als bedoeld in artikel 13 lid 8 en artikel 14 lid 5 van deze statuten, overeenkomstig het bepaalde in artikel 14 van deze statuten, met dien verstande dat dergelijke klachten, voordat zij kunnen worden ingediend bij de STS, door het bestuur in behandeling worden genomen, overeenkomstig
het bepaalde in het vFAS-Klachtenreglement Mediation;
l. (scheidings)mediation, het verlenen van diensten door een lid aan twee partijen met in beginsel tegenstrijdige belangen op het gebied van het personen- en familierecht, daaronder begrepen geschillen voortvloeiende uit samenleven, dan wel het verrichten van enige activiteit die geacht kan worden onder dit begrip te vallen;
m. STS, de stichting: Stichting Tuchtrecht Scheidingsmediation, met statutaire zetel in de gemeente Leiden, ingeschreven in het handelsregister onder dossiernummer 27310872;
n. tegenstrijdig belang, een direct of indirect persoonlijk belang dat strijdig is met het belang van de vereniging en de met haar verbonden onderneming of organisatie;
o. vereniging, de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid bedoeld in artikel 2 lid 1 van deze statuten.
Concept
2. Tenzij uitdrukkelijk anders blijkt of kennelijk anders is bedoeld, ziet in deze statuten een verwijzing naar een begrip of woord in het enkelvoud ook op de meervoudsvorm van dit begrip of woord en vice versa.
3. Tenzij uitdrukkelijk anders blijkt of kennelijk anders is bedoeld, ziet in deze statuten een verwijzing naar het mannelijk geslacht ook op het vrouwelijk geslacht en vice versa.
Naam en zetel.
Artikel 2
1. De vereniging is genaamd: vereniging van Familie- en erfrecht Advocaten Scheidingsmediators.
2. Als verkorte naam gebruikt de vereniging: vFAS.
3. De vereniging heeft haar zetel in de gemeente 's-Gravenhage.
Doel.
Artikel 3
De vereniging stelt zich ten doel:
a. het bevorderen van de kwaliteit van de beroepsuitoefening door advocaten op het gebied van het personen-, familie- en erfrecht, onder meer door:
- het (doen) organiseren van opleidingen en studiebijeenkomsten, dan wel het verlenen van medewerking daaraan;
- de onderlinge uitwisseling van informatie daarover en over alle overige activiteiten;
- het behartigen van de belangen van de leden;
- het bevorderen van contacten met buitenlandse zusterorganisaties;
- het uitdragen van de kwaliteitscriteria die voor leden worden gehanteerd;
- het verrichten van vakpublicaties;
- het (doen) organiseren van bijeenkomsten, seminars en congressen;
- het bewaken en ontwikkelen van normen en codes;
- het functioneren als aanspreekpunt op het gebied van het personen-, familie- en erfrecht;
- het verzorgen van externe public-relations en publiciteit;
- het stimuleren van contacten tussen de leden; en
- het verrichten van overige activiteiten die bevorderlijk zijn voor de verwezenlijking van de doelstellingen van de vereniging;
b. het bevorderen van de bekendheid bij het publiek met de diensten, die gespecialiseerde personen-, familie- en erfrecht advocaten kunnen bieden, alsmede met de mogelijkheid van (scheidings)mediation;
c. het verrichten van alle verdere handelingen die met het vorenstaande in de ruimste zin verband houden of daartoe bevorderlijk kunnen zijn.
Leden en lidmaatschap.
Artikel 4
Concept
1. Slechts natuurlijke personen kunnen lid van de vereniging zijn. Het lidmaatschap is persoonlijk en mitsdien niet vatbaar voor overdracht of overgang.
2. De vereniging kent leden-advocaat familierecht, leden-advocaat erfrecht, leden- advocaat mediator familierecht, aspirant-leden advocaat, buitengewone leden en ereleden.
3. Leden-advocaat familierecht en leden-advocaat erfrecht kunnen enkel zijn advocaten die:
a. op het moment van aanvraag van het lidmaatschap, gedurende ten minste vijf jaar onafgebroken als advocaat zijn ingeschreven overeenkomstig het bepaalde in de advocatenwet; en
b. in het bezit zijn van een stageverklaring, en
c. minimaal zevenhonderdzesendertig (736) uren per jaar als advocaat werkzaam zijn op het gebied van, c.q. tenminste zevenhonderdzesendertig (736) uur per jaar als advocaat besteden aan, het rechtsgebied personen-, familie- en/of erfrecht en dit ten minste gedurende de aan de aanvraag van het lidmaatschap voorafgaande jaren zijn geweest/hebben besteed; indien het lid voor meerdere rechtsgebieden staat geregistreerd, geldt het bovenstaande voor elk rechtsgebied voor minimaal vijfhonderd (500) uren per; en
d. met goed gevolg de door de vereniging voor hen verplicht gestelde opleiding(en) en/of examens hebben voltooid en/of aan andere eisen hebben voldaan, overeenkomstig het bepaalde in het door het bestuur, met goedkeuring van de algemene vergadering, vastgestelde Reglement Opleidingen.
4. Leden-advocaat mediator familierecht, die de kwalificatie vFAS-advocaat mediator familierecht hebben, kunnen enkel zijn advocaten die:
a. voldoen aan de in het vorige lid genoemde vereisten dan wel advocaten aan
wie daarvan ontheffing is verleend als bedoeld in artikel 6 lid 1; en
b. met goed gevolg de door de vereniging verplicht gestelde specialisatieopleiding(en) tot vFAS-advocaat mediator familierecht hebben voltooid overeenkomstig het bepaalde in het door het bestuur, met goedkeuring van de algemene vergadering, vastgestelde Reglement Opleidingen.
5. Aspirant-leden advocaat kunnen enkel zijn advocaten die:
a. op het moment van ingangsdatum van het aspirant-lidmaatschap, als advocaat zijn ingeschreven overeenkomstig het bepaalde in de advocatenwet; en
b. in het bezit zijn van een stageverklaring of van het certificaat van de Beroepsopleiding Advocaten, indien zij binnen deze opleiding de Leerpraktijk Familierecht hebben gevolgd; en
Concept
c. vanaf de ingangsdatum van het aspirant-lidmaatschap minimaal zevenhonderdzesendertig (736) uren per jaar als advocaat werkzaam zijn op het gebied van c.q. tenminste zevenhonderdzesendertig (736) uur per jaar als advocaat besteden aan, het rechtsgebied personen-, familie- en/of erfrecht. Indien het aspirant-lid voor meerdere rechtsgebieden staat geregistreerd, geldt het bovenstaande voor elk rechtsgebied voor minimaal vijfhonderd
(500) uren per; en
d. nog niet met goed gevolg de door de vereniging verplicht gestelde specialisatieopleiding(en) tot vFAS-advocaat erfrecht of vFAS-advocaat mediator familierecht hebben voltooid overeenkomstig het bepaalde in het door het bestuur, met goedkeuring van de algemene vergadering, vastgestelde Reglement Opleidingen.
Het aspirant-lidmaatschap advocaat wordt verleend voor een maximale termijn van zes jaar in welke periode de door de vereniging verplicht gestelde specialisatieopleiding(en), zoals vermeld staat in het Reglement Opleidingen met goed gevolg moeten zijn afgerond.
Uitsluitend in een uitzonderlijk geval, zulks ter beoordeling van het bestuur, kan het bestuur deze termijn nogmaals, aansluitend, verlengen met een maximumtermijn van één jaar. Het bestuur is bevoegd aan het verlenen van deze additionele verlenging voorwaarden te verbinden.
Indien het aspirant-lid advocaat na verloop van de termijn van zijn aspirant- lidmaatschap advocaat niet voldoet aan de in lid 3 genoemde vereisten voor het lidmaatschap-advocaat erfrecht dan wel aan de in lid 4 genoemde vereisten voor het lidmaatschap-advocaat mediator familierecht, dan eindigt zijn aspirant- lidmaatschap advocaat op dat moment.
Tegen afwijzing van een verzoek tot (additionele) verlenging van het aspirant- lidmaatschap advocaat is beroep op de Commissie van Beroep mogelijk, mits een
dergelijk beroep schriftelijk of langs elektronische weg wordt ingesteld binnen zes weken na de dag van verzending van de afwijzing.
Indien en zodra een aspirant-lid advocaat voldoet aan de in lid 3 genoemde vereisten voor het lidmaatschap-advocaat xxxxxxxx dan wel aan de in lid 4 genoemde vereisten voor het lidmaatschap-advocaat mediator familierecht, wordt dit aspirant-lid advocaat lid-advocaat erfrecht of lid-advocaat mediator familierecht van de vereniging, zonder verdere formaliteiten.
6. Buitengewone leden kunnen enkel zijn:
a. docenten aan de door de vereniging verplicht gestelde opleiding(en), die geen advocaat zijn;
b. rechters, xxxxxxxxxxx en wetenschappers, die affiniteit hebben met het personen-, familie- en/of erfrecht;
Concept
c. voormalige leden van de vereniging die niet meer als advocaat zijn ingeschreven overeenkomstig het bepaalde in de advocatenwet dan wel gepensioneerd zijn.
7. Ereleden kunnen enkel zijn zij die zich op een of andere wijze verdienstelijk hebben gemaakt voor de vereniging en als zodanig zijn toegelaten tot de vereniging.
Een persoon kan ook postuum tot het erelidmaatschap van de vereniging worden toegelaten.
In deze statuten worden onder ereleden ook de personen verstaan, die postuum tot het erelidmaatschap van de vereniging zijn toegelaten, voor zover bij of krachtens deze statuten geen nader onderscheid wordt gemaakt of het tegendeel uit het zinsverband blijkt.
8. Het is mogelijk dat een lid voldoet aan de vereisten van meer dan één van de in dit artikel bedoelde categorieën van lidmaatschap van de vereniging. Ook in dat geval heeft het betreffende lid, overeenkomstig het bepaalde in artikel 17 lid 3, het recht tot het uitbrengen van één stem in de algemene vergadering.
9. Het bestuur is, met goedkeuring van de algemene vergadering, bevoegd, in het belang van de kwaliteit, nadere eisen te stellen voor het behoud van het lidmaatschap.
10. De leden zijn gehouden zich te onderwerpen aan de door het bestuur, met goedkeuring van de algemene vergadering, te bepalen gedragscodes, beroepscodes en andere vereisten, welke op enig moment door het bestuur, met goedkeuring van de algemene vergadering, in een reglement zijn of worden vastgelegd.
Het bestuur, al dan niet op verzoek van de algemene vergadering, is bevoegd de naleving van deze gedragscodes, beroepscodes en andere vereisten door de leden te (doen) toetsen. De leden zijn gehouden daaraan hun medewerking te verlenen. De leden zijn ook verplicht de reglementen en besluiten van de STS na te leven.
11. Daarnaast zijn de leden die advocaat zijn, onderworpen aan vereisten die volgen uit de wet- en regelgeving die op advocaten van toepassing is.
12. Een lid is verplicht onverwijld schriftelijk of langs elektronische weg aan het bestuur melding te doen van het feit dat hij niet meer voldoet aan de voor hem geldende vereisten voor het lidmaatschap gesteld in dit artikel, waaronder begrepen dat melding moet worden gedaan van een in het kader van het voor advocaten geldende tuchtrecht uitgesproken schorsing in de uitoefening van de praktijk of schrapping van het tableau.
13. Het bestuur houdt een ledenregister bij waarin de namen en adressen van alle leden zijn opgenomen en waaruit tevens blijkt tot welke categorie(ën) lidmaatschap het lid behoort. Ieder lid is verplicht zijn adres, alsmede wijzigingen daarin onverwijld aan de vereniging op te geven. Met het oog op een snelle en eenvoudige bereikbaarheid van de leden, is het wenselijk als eveneens opgave wordt gedaan van andere communicatiemiddelen, zoals e-mailadres, telefoonnummer en telefaxnummer.
Toetreding en toelating van leden.
Concept
Artikel 5
1. De aanvraag tot het lidmaatschap van de vereniging geschiedt schriftelijk of langs elektronische weg bij het bestuur.
2. De aanvrager zal ten genoegen van het bestuur aannemelijk moeten maken dat hij voldoet aan de vereisten van ten minste één van de in het vorige artikel bedoelde categorieën van lidmaatschap van de vereniging.
Het bestuur kan de aanvraag afwijzen indien redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd kan worden het lidmaatschap toe te kennen.
3. Het bestuur beslist over de toelating van een lid binnen drie maanden na de aanvraag en deelt zijn beslissing schriftelijk of langs elektronische weg mede aan de aanvrager.
De toelatingsprocedure kan nader in een door het bestuur, met goedkeuring van de algemene vergadering, vast te stellen reglement worden uitgewerkt, in welk reglement nadere vereisten aan de toelating tot het lidmaatschap van de vereniging kunnen worden gesteld.
4. Bij een afwijzende beslissing van het bestuur op een aanvraag tot toelating tot het lidmaatschap van de vereniging, waaronder de weigering van een ontheffing mede is begrepen, is beroep op de Commissie van Beroep mogelijk, mits een dergelijk beroep schriftelijk of langs elektronische weg wordt ingesteld binnen zes weken na de dag van verzending van de afwijzing.
5. Een voor het lidmaatschap afgewezen kandidaat kan zijn aanvraag in het lopende kalenderjaar niet herhalen, tenzij in de afwijzing anders staat aangegeven.
6. Aspirant-leden advocaat worden zonder verdere formaliteiten tot het lidmaatschap-advocaat erfrecht en/of het lidmaatschap-advocaat mediator familierecht van de vereniging toegelaten, zodra zij aan de vereisten die gelden voor het lidmaatschap-advocaat erfrecht als bedoeld in artikel 4 lid 3 en/of aan de
vereisten die gelden voor het lidmaatschap-advocaat mediator familierecht als bedoeld in artikel 4 lid 4 voldoen.
7. Leden-advocaat familierecht worden zonder verdere formaliteiten tot het lidmaatschap-advocaat erfrecht en/of het lidmaatschap-advocaat mediator familierecht van de vereniging toegelaten, zodra zij aan de vereisten die gelden voor het lidmaatschap-advocaat erfrecht als bedoeld in artikel 4 lid 3 en/of aan de vereisten die gelden voor het lidmaatschap-advocaat mediator familierecht als bedoeld in artikel 4 lid 4 voldoen.
8. Het bestuur beslist over de toelating van buitengewone leden.
9. Ereleden worden benoemd door de algemene vergadering op voordracht van het bestuur of van ten minste tien leden, die behoren tot de categorie leden-advocaat familierecht en/of de categorie leden-advocaat erfrecht als bedoeld in artikel 4 lid 3 en/of de categorie leden-advocaat mediator familierecht als bedoeld in artikel 4 lid 4.
Concept
Een persoon kan ook postuum tot erelid van de vereniging worden benoemd.
Ontheffing.
Artikel 6
1. Het bestuur kan in bijzondere gevallen ontheffing verlenen van de vereisten van artikel 4 lid 3 sub a en sub c, doch slechts voor advocaten:
a. die reeds eerder als advocaat ingeschreven zijn geweest en mits de betrokkene in de periode dat deze niet voldeed aan de in artikel 4 lid 3 sub a en sub c genoemde vereisten, relevante (werk)ervaring heeft opgedaan, zulks ter beoordeling van het bestuur; dan wel
b. die eerder lid waren van de vereniging en van wie het lidmaatschap van de vereniging vrijwillig is geëindigd, mits de betrokkene voor een periode, die ten minste gelijk is aan de periode dat deze geen lid was van de vereniging, opnieuw minimaal zevenhonderdzesendertig (736) uren per jaar als advocaat werkzaam is geweest op het gebied van het personen-, familie- en/of erfrecht (indien het lid voor meerdere rechtsgebieden geregistreerd wenst te worden, dient het lid voor elk rechtsgebied minimaal vijfhonderd (500) uren per jaar als advocaat werkzaam te zijn geweest op het rechtsgebied van de registratie), met dien verstande dat van deze periode door het bestuur kan worden afgeweken, indien de betrokkene in de periode dat deze geen lid was van de vereniging, relevante (werk)ervaring heeft opgedaan, zulks ter beoordeling van het bestuur.
2. Het bestuur kan in bijzondere gevallen ontheffing verlenen van de vereisten van artikel 4 lid 5 sub a en sub c, doch slechts voor advocaten die reeds eerder als advocaat ingeschreven zijn geweest.
3. Het bestuur beslist over het verzoek tot ontheffing binnen drie maanden na de juiste en volledige indiening van het verzoek en is bevoegd aan het verlenen van
een ontheffing voorwaarden te verbinden. Het bestuur deelt zijn beslissing schriftelijk of langs elektronische weg mede aan de verzoeker.
4. Bij een afwijzende beslissing van het bestuur op het verzoek tot ontheffing is beroep op de Commissie van Beroep mogelijk, mits een dergelijk beroep schriftelijk of langs elektronische weg wordt ingesteld binnen zes weken na de dag van verzending van de afwijzing.
Einde lidmaatschap.
Artikel 7
1. Het lidmaatschap eindigt:
a. door overlijden van het lid;
b. door opzegging door het lid;
c. door opzegging door de vereniging;
d. door ontzetting.
Concept
2. De opzegging door het lid dient schriftelijk of langs elektronische weg plaats te vinden uiterlijk vier weken voor het einde van het kalenderjaar.
Wanneer voortduring van het lidmaatschap redelijkerwijze niet van het lid kan worden gevergd, kan de opzegging op ieder tijdstip geschieden met onmiddellijke ingang. Voorts kan het lid het lidmaatschap met onmiddellijke ingang opzeggen binnen een maand nadat hem een besluit is meegedeeld tot omzetting van de vereniging in een andere rechtsvorm, tot fusie of tot splitsing.
De bevoegdheid tot opzegging met onmiddellijke ingang door het lid bestaat niet in geval van wijziging van geldelijke rechten en verplichtingen.
3. De opzegging door de vereniging dient schriftelijk of langs elektronische weg plaats te vinden uiterlijk vier weken voor het einde van het kalenderjaar. De vereniging kan het lidmaatschap opzeggen wanneer een lid heeft opgehouden aan de vereisten voor het lidmaatschap bij de statuten gesteld te voldoen, alsook wanneer redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren.
Wanneer voortduring van het lidmaatschap redelijkerwijze niet van de vereniging kan worden gevergd, kan de opzegging op ieder tijdstip geschieden met onmiddellijke ingang, waarvan in ieder geval sprake is wanneer:
- het lid zijn verplichtingen jegens de vereniging niet nakomt;
- het lid niet meer voldoet aan de vereisten, voor het lidmaatschap gesteld;
- het lid handelt in strijd met de statuten, reglementen of besluiten van (organen van) de vereniging, daaronder begrepen de door de vereniging op enig moment vastgestelde gedragsregels voor (scheidings)mediators;
- het lid de vereniging op onredelijke wijze benadeelt.
Opzegging door de vereniging geschiedt door het bestuur. Het betrokken lid wordt ten spoedigste schriftelijk van het besluit, met opgave van redenen, in kennis gesteld.
4. Een opzegging in strijd met het bepaalde in de vorige leden doet het lidmaatschap eindigen op het vroegst toegelaten tijdstip volgende op de datum waartegen was opgezegd.
5. Ontzetting kan alleen worden uitgesproken wanneer een lid in strijd met de statuten, reglementen of besluiten van (organen van) de vereniging handelt, of de vereniging op onredelijke wijze benadeelt. Indien en zolang de daartoe met de STS gesloten overeenkomst als bedoeld in artikel 13 lid 8 en in artikel 14 lid 5 van kracht is, geschiedt de ontzetting uit het lidmaatschap door de Raad van Tucht dan wel door de Raad van Beroep overeenkomstig het bepaalde in het Reglement Tuchtrechtspraak. Indien en zodra de in de vorige zin bedoelde overeenkomst met STS niet (meer) van kracht is, geschiedt de ontzetting uit het lidmaatschap door het bestuur.
Het lid wordt ten spoedigste schriftelijk van het besluit, met opgave van redenen, in kennis gesteld.
Concept
6. Van een besluit tot opzegging van het lidmaatschap door de vereniging op grond dat redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren en van een besluit tot ontzetting door het bestuur staat de betrokkene binnen zes weken na de dag van ontvangst van de kennisgeving van het besluit beroep op de Commissie van Beroep open.
Van een besluit tot ontzetting door de Raad van Tucht staat de betrokkene binnen zes weken na de dag van ontvangst van de kennisgeving van het besluit beroep op de Raad van Beroep open overeenkomstig het bepaalde in het Reglement Tuchtrechtspraak.
Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid geschorst.
7. Indien tegen een lid een klacht aanhangig is of aanhangig wordt gemaakt, laat de eventuele beëindiging van het lidmaatschap van het desbetreffende lid onverlet dat de regels die, overeenkomstig het bepaalde in artikel 14, gelden voor een bij de STS in behandeling zijnde zaak voor dit lid na de beëindiging van het lidmaatschap van kracht blijven, indien en voor zover de bewuste klacht zijn oorzaak vindt in gedragingen en/of feiten en/of gebeurtenissen en/of omstandigheden die zich hebben voorgedaan voorafgaand aan de beëindiging van het lidmaatschap.
Jaarlijkse bijdragen.
Artikel 8
1. De leden-advocaat familierecht, de leden-advocaat erfrecht, de leden-advocaat mediator familierecht, de aspirant-leden advocaat en de buitengewone leden zijn gehouden tot betalen van een jaarlijkse bijdrage, waarvan de hoogte zal worden vastgesteld door de algemene vergadering. Zij kunnen daartoe in categorieën worden ingedeeld, die een verschillende bijdrage betalen.
2. Het bestuur is bevoegd in bijzondere gevallen gehele of gedeeltelijke ontheffing van de verplichting tot het betalen van een bijdrage te verlenen.
3. Voor één juli toetredende leden zijn de volledige jaarlijkse bijdrage over het lopende kalenderjaar verschuldigd.
Na dertig juni toetredende leden zijn de helft van de jaarlijkse bijdrage over het lopende kalenderjaar verschuldigd.
4. Wanneer het lidmaatschap in de loop van een kalenderjaar eindigt, blijft desalniettemin de jaarlijkse bijdrage voor het geheel verschuldigd.
Opleiding.
Artikel 9
Naast de overige in deze statuten vermelde verplichtingen, dienen de leden-advocaat familierecht, de leden-advocaat erfrecht, de leden-advocaat mediator familierecht en de aspirant-leden advocaat zich te houden aan het bepaalde in het door het bestuur, met goedkeuring van de algemene vergadering, vastgestelde Reglement Opleidingen, teneinde hun vakbekwaamheid en hun juridische deskundigheid op peil te brengen of te houden.
Concept
Bestuurssamenstelling en benoeming.
Artikel 10
1. Het bestuur bestaat uit ten minste vijf natuurlijke personen, die door de algemene vergadering worden benoemd. Het bestuur stelt het aantal leden vast, met inachtneming van het minimum. De benoeming geschiedt uit de leden, behoudens het bepaalde in lid 2.
2. De algemene vergadering kan besluiten dat ten hoogste één bestuurslid buiten de leden wordt benoemd.
3. De benoeming van bestuursleden geschiedt uit een of meer bindende voordrachten, behoudens het bepaalde in lid 6. Tot het opmaken van zulk een voordracht zijn bevoegd zowel het bestuur als ten minste tien leden, die behoren tot de categorie leden-advocaat familierecht en/of de categorie leden-advocaat erfrecht als bedoeld in artikel 4 lid 3 en/of de categorie leden-advocaat mediator familierecht als bedoeld in artikel 4 lid 4.
4. De voordracht van het bestuur wordt bij de oproeping voor de vergadering medegedeeld. Een voordracht door ten minste tien leden, die behoren tot de categorie leden-advocaat familierecht en/of de categorie leden-advocaat erfrecht als bedoeld in artikel 4 lid 3 en/of de categorie leden-advocaat mediator familierecht als bedoeld in artikel 4 lid 4, dient ten minste drie dagen vóór de aanvang van de vergadering schriftelijk of langs elektronische weg bij het bestuur te zijn ingediend.
5. Aan elke voordracht kan het bindende karakter worden ontnomen door een met een meerderheid van ten minste twee derden van de uitgebrachte stemmen genomen besluit van de algemene vergadering, in een vergadering waarin ten minste een zodanig aantal leden als is gerechtigd tot het uitbrengen van ten minste twee derden gedeelte van het aantal stemmen dat in een voltallige
algemene vergadering kan worden uitgebracht, aanwezig of vertegenwoordigd is.
6. Is geen voordracht opgemaakt of besluit de algemene vergadering overeenkomstig het voorgaande lid aan de opgemaakte voordracht het bindende karakter te ontnemen, dan is de algemene vergadering vrij in de keus.
7. Indien er meer dan één bindende voordracht is, geschiedt de benoeming uit die voordrachten.
8. Degene die de leeftijd van vijfenzestig jaar heeft bereikt, is niet tot bestuurslid benoembaar.
9. In geval van ontstentenis of belet van een of meer bestuursleden, vormen de overblijvende bestuursleden, of vormt het enig overblijvende bestuurslid, een volledig bevoegd bestuur, onverminderd de verplichting van de algemene vergadering om zo spoedig mogelijk in ontstane vacatures te voorzien. Het bestuur is alsdan verplicht zo spoedig mogelijk een algemene vergadering te beleggen, waarin de voorziening in de vacature(s) aan de orde komt.
Concept
In geval van ontstentenis of belet van alle bestuursleden of het enige bestuurslid, is de persoon die de algemene vergadering daartoe aanwijst tijdelijk met het bestuur belast.
Degene die bij ontstentenis of belet van bestuursleden ingevolge deze statutaire regeling is aangewezen tot het verrichten van bestuursdaden, wordt voor wat betreft deze bestuursdaden betreft met een bestuurslid gelijkgesteld.
Onder belet wordt in deze statuten in ieder geval de situatie verstaan dat een bestuurslid zijn functie (tijdelijk) niet kan uitoefenen wegens schorsing, vermissing, (langdurige) ziekte of onbereikbaarheid, mits bij ziekte en onbereikbaarheid de mogelijkheid van contact tussen het bestuurslid en de vereniging onaangekondigd gedurende een termijn van ten minste vijftien dagen niet heeft bestaan, tenzij de algemene vergadering in een specifiek geval anders besluit.
Einde bestuurslidmaatschap, periodiek aftreden, schorsing.
Artikel 11
1. Elk bestuurslid kan, ook al is hij voor een bepaalde tijd benoemd, te allen tijde door de algemene vergadering worden ontslagen of geschorst. Een schorsing die niet binnen drie maanden wordt gevolgd door een besluit tot ontslag, eindigt door het verloop van die termijn.
2. Elk bestuurslid treedt uiterlijk vier jaar na zijn benoeming af, volgens een door het bestuur op te maken rooster van aftreden. De aftredende is terstond eenmaal herbenoembaar voor een maximale periode van vier jaar, behoudens het bepaalde in artikel 10 lid 8. Wie in een tussentijdse vacature wordt benoemd, neemt op het rooster niet de plaats van zijn voorganger in.
3. Een bestuurslid dat de leeftijd van vijfenzestig jaar heeft bereikt, kan de periode waarvoor hij is benoemd, als bestuurslid in functie blijven.
4. Het bestuurslidmaatschap eindigt voorts door overlijden, door bedanken en - ten
aanzien van een bestuurslid dat uit de leden is benoemd - door het eindigen van het lidmaatschap van de vereniging.
Bestuursfuncties en besluitvorming van het bestuur.
Artikel 12
1. De bestuursleden wijzen uit hun midden een voorzitter, een vicevoorzitter, een penningmeester en een secretaris aan, waarbij een bestuurslid meer dan één functie kan bekleden.
2. Van het verhandelde in elke bestuursvergadering worden notulen opgemaakt. Deze notulen worden in de eerstvolgende vergadering door het bestuur vastgesteld. In afwijking van hetgeen de wet dienaangaande bepaalt, is het oordeel van de voorzitter omtrent de totstandkoming en de inhoud van een besluit van het bestuur niet beslissend.
3. Het bestuur vergadert minstens vier keer per jaar en verder zo vaak, als de voorzitter, de secretaris of twee bestuursleden dit wenselijk achten.
Concept
4. Vergaderingen van het bestuur worden gehouden ter plaatse als bij de oproeping bepaald.
5. De vergaderingen van het bestuur worden schriftelijk of langs elektronische weg opgeroepen door of namens de voorzitter van het bestuur met inachtneming van een termijn van ten minste zeven dagen, de dag van oproeping en die van de vergadering daaronder niet begrepen.
Op een daartoe strekkend verzoek van de secretaris of ten minste twee bestuursleden dient de voorzitter binnen één week na ontvangst van dat verzoek over te gaan tot oproeping tot een bestuursvergadering bij gebreke waarvan de verzoeker(s) zelf de vergadering kunnen (doen) oproepen.
De oproepingsbrief bevat de datum, het uur en de plaats van de vergadering, alsmede de agenda.
6. Indien de oproepingstermijn vermeld in het vorige lid niet in acht is genomen, kan ter vergadering slechts besluitvorming plaatsvinden met algemene stemmen van alle in functie zijnde bestuursleden.
Deze wijze van besluitvorming geldt tevens met betrekking tot onderwerpen die niet geplaatst zijn op de agenda in het vorige lid vermeld.
7. Toegang tot de bestuursvergaderingen hebben de bestuursleden, alsmede zij die daartoe door de voorzitter van het bestuur worden uitgenodigd.
8. De voorzitter van het bestuur heeft de leiding van de vergaderingen van het bestuur. Bij afwezigheid van de voorzitter van het bestuur, heeft de vicevoorzitter van het bestuur de leiding van de vergaderingen van het bestuur. Bij afwezigheid van zowel de voorzitter als de vicevoorzitter van het bestuur voorziet het bestuur zelf in de leiding van zijn vergaderingen.
9. Het bestuur kan slechts geldige besluiten nemen in een vergadering, waarin ten minste de helft van de in functie zijnde bestuursleden aanwezig of
vertegenwoordigd is. Een bestuurslid kan zich door een ander bestuurslid bij schriftelijke volmacht ter vergadering doen vertegenwoordigen. Aan de eis van schriftelijkheid van de volmacht wordt voldaan indien de volmacht elektronisch is vastgelegd.
Een bestuurslid kan als gevolmachtigde slechts voor één ander bestuurslid ter vergadering zijn stem uitbrengen.
10. Xxxxx bestuurslid heeft het recht tot het uitbrengen van één stem.
11. Een bestuurslid neemt niet deel aan de beraadslaging en besluitvorming indien hij daarbij een tegenstrijdig belang heeft.
Wanneer hierdoor geen bestuursbesluit kan worden genomen, zijn alle bestuursleden bevoegd deel te nemen aan de beraadslaging en besluitvorming van het bestuur en beslist het bestuur onder schriftelijke vastlegging van de overwegingen die aan het besluit ten grondslag liggen.
Concept
Een bestuursbesluit waarbij sprake is van een tegenstrijdig belang met de meerderheid van of alle in functie zijnde bestuursleden behoeft de goedkeuring van de algemene vergadering.
Indien door het bestuur besluiten waarbij sprake was van een tegenstrijdig belang, zijn genomen, wordt van deze besluiten, met toelichting, melding gemaakt op de eerstvolgende algemene vergadering en in het bestuursverslag.
12. Als sprake is van een (mogelijk) tegenstrijdig belang meldt het betrokken bestuurslid dit direct aan de voorzitter van het bestuur en geeft hij daarbij alle relevante informatie. Als het de voorzitter van het bestuur zelf betreft, meldt deze het aan een ander bestuurslid. Xxxxxx aanwezigheid van het betrokken bestuurslid neemt het bestuur hierover dan een standpunt in. Of daadwerkelijk sprake is van een tegenstrijdig belang is aan het oordeel van het bestuur.
Als sprake is van tegenstrijdig belang legt het bestuur in (een bijlage bij) de notulen van de bestuursvergadering vast ten aanzien van welke agendapunt(en) en welk(e) bestuurslid(leden) sprake was van een tegenstrijdig belang.
13. Alle besluiten in bestuursvergaderingen worden genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Xxxxxx en ongeldige stemmen worden geacht niet te zijn uitgebracht. Indien de stemmen staken, is het voorstel verworpen.
14. Alle stemmingen geschieden mondeling. Echter kan de voorzitter bepalen dat de stemmen schriftelijk worden uitgebracht. Indien het betreft een verkiezing van personen kan ook een aanwezige stemgerechtigde verlangen dat de stemmen schriftelijk worden uitgebracht. Schriftelijke stemming geschiedt door middel van ongetekende stembriefjes.
15. Het bestuur kan ook op andere wijze dan in vergadering besluiten nemen, mits alle in functie zijnde bestuursleden in de gelegenheid worden gesteld hun stem uit te brengen, en zij zich allen schriftelijk of langs elektronische weg, vóór het voorstel
hebben verklaard. Van een buiten vergadering genomen besluit wordt door de secretaris een relaas opgemaakt, dat in de eerstvolgende vergadering wordt vastgesteld. Het aldus vastgestelde relaas wordt tezamen met de in de eerste zin van dit lid bedoelde stukken bij de notulen gevoegd.
16. Onverminderd het bepaalde in de vorige leden kan een bestuurslid ook door middel van een elektronisch communicatiemiddel, daaronder in elk geval begrepen telefonisch en via internet, aan de bestuursvergaderingen deelnemen, daarin het woord voeren en zijn stem uitbrengen. Daartoe is vereist dat het bestuurslid via het elektronisch communicatiemiddel i) kan worden geïdentificeerd, ii) rechtstreeks kan kennisnemen van de verhandelingen ter vergadering, iii) kan deelnemen aan de beraadslaging en iv) het stemrecht kan uitoefenen.
Concept
17. Nadere regels omtrent de vergaderingen en de besluitvorming van het bestuur en omtrent het stemmen in bestuursvergaderingen door middel van een elektronisch communicatiemiddel kunnen door het bestuur in een reglement worden vastgesteld.
Bestuurstaak en vertegenwoordiging.
Artikel 13
1. Het bestuur is, behoudens beperkingen volgens de statuten, belast met het besturen van de vereniging.
2. Elk bestuurslid is tegenover de vereniging gehouden tot een behoorlijke vervulling van zijn taak en zich daarbij te richten naar het belang van de vereniging en de met haar verbonden onderneming of organisatie.
Tot de taak van het bestuurslid behoren alle bestuurstaken die niet bij of krachtens de wet of deze statuten aan een of meer andere bestuursleden zijn toebedeeld.
Elk bestuurslid draagt verantwoordelijkheid voor de algemene gang van zaken. Hij is voor het geheel aansprakelijk ter zake van onbehoorlijk bestuur, tenzij hem mede gelet op de aan anderen toebedeelde taken geen ernstig verwijt kan worden gemaakt en hij niet nalatig is geweest in het treffen van maatregelen om de gevolgen van onbehoorlijk bestuur af te wenden.
3. Het bestuur kan een reglement vaststellen waarin de onderwerpen worden geregeld die het bestuur betreffen. Het reglement mag geen bepalingen bevatten die in strijd zijn met de wet of deze statuten.
4. Het bestuur kan, al dan niet bij reglement, bepalen met welke taak ieder bestuurslid meer in het bijzonder zal zijn belast.
5. Indien het aantal bestuursleden beneden vijf is gedaald, blijft het bestuur bevoegd, onverminderd het bepaalde in artikel 10 lid 9. Het bestuur is alsdan verplicht zo spoedig mogelijk een algemene vergadering te beleggen, waarin de voorziening in de vacature(s) aan de orde komt.
6. Het bestuur is, mits met goedkeuring van de algemene vergadering, bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en
bezwaring van registergoederen en van overeenkomsten waarbij de vereniging zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt.
Op het ontbreken van deze goedkeuring kan tegen derden beroep worden gedaan.
7. Het bestuur behoeft eveneens goedkeuring van de algemene vergadering voor besluiten:
a. tot het huren, verhuren en op andere wijze in gebruik of genot verkrijgen en geven van registergoederen;
b. tot het aangaan van overeenkomsten, waarbij aan de vereniging een bankkrediet wordt verleend;
c. tot het ter leen verstrekken van gelden, alsmede het ter leen opnemen van gelden, waaronder niet is begrepen het gebruikmaken van een aan de vereniging verleend bankkrediet;
Concept
d. tot het optreden in rechte, waaronder begrepen het voeren van arbitrale procedures, doch met uitzondering van het nemen van conservatoire maatregelen en van het nemen van die rechtsmaatregelen, die geen uitstel kunnen lijden;
e. tot het sluiten en wijzigen van arbeidsovereenkomsten;
f. tot het sluiten of wijzigen van de in lid 8 en in artikel 14 lid 5 bedoelde overeenkomst met de STS;
g. tot het verrichten van rechtshandelingen en het verrichten van investeringen waarvan het belang een bedrag of waarde van dertigduizend euro
(€ 30.000,00) te boven gaat,
tenzij deze besluiten dan wel rechtshandelingen zijn opgenomen in de door de algemene vergadering goedgekeurde begroting.
Op het ontbreken van deze goedkeuring kan tegen derden geen beroep worden gedaan.
8. Het bestuur is bevoegd met de STS een de leden bindende overeenkomst aan te gaan krachtens welke overeenkomst het uitoefenen van tuchtrechtspraak in de vereniging wordt opgedragen aan de STS.
9. Onverminderd het in de laatste volzin van lid 6 bepaalde, wordt de vereniging vertegenwoordigd door:
a. hetzij het bestuur;
b. hetzij de voorzitter;
c. hetzij twee gezamenlijk handelende bestuursleden.
10. In alle gevallen waarin de stichting een tegenstrijdig belang heeft met een of meer bestuursleden, blijft het bepaalde in lid 9 onverminderd van kracht.
11. Het bestuur kan - al dan niet met beperkingen - aan door hem aan te wijzen natuurlijke personen volmacht verlenen de vereniging te vertegenwoordigen.
Klachten over (scheidings)mediation.
Artikel 14
1. Op een overtreding van de statuten, reglementen en/of besluiten van (organen van) de vereniging ter zake van (scheidings)mediation is de tuchtrechtspraak van de vereniging van toepassing.
Concept
2. De tuchtrechtspraak ter zake van (scheidings)mediation geschiedt door de Raad van Tucht en de Raad van Beroep, die klachten met betrekking tot de leden, ter zake van enig handelen of nalaten van de leden verband houdend met enige activiteit die geacht kan worden te vallen onder het begrip "(scheidings)mediation", behandelen, indien en zolang in dat kader een overeenkomst tussen de vereniging en de STS van kracht is als bedoeld in lid 5 van het vorige artikel en in lid 4 van dit artikel, overeenkomstig het bepaalde in dit artikel en overeenkomstig het bepaalde in het Reglement Tuchtrechtspraak, met dien verstande dat dergelijke klachten, voordat zij kunnen worden ingediend bij de STS, door het bestuur in behandeling worden genomen, overeenkomstig het bepaalde in het vFAS-Klachtenreglement Mediation.
3. De Raad van Tucht dan wel de Raad van Beroep kan naar aanleiding van de gegrondverklaring van een klacht of klachten ter zake van (scheidings)mediation tegen een bepaald lid overgaan tot ontzetting uit het lidmaatschap van dit lid als bedoeld in artikel 7 lid 5.
4. De door de STS krachtens een overeenkomst uit te oefenen tuchtrechtspraak ter zake van (scheidings)mediation geschiedt in naam, ten behoeve, alsmede voor rekening en risico van de vereniging.
5. Ten behoeve van de door de STS uit te oefenen tuchtrechtspraak ter zake van (scheidings)mediation sluit de vereniging met de STS een daartoe strekkende overeenkomst in de zin van artikel 2:46 van het Burgerlijk Wetboek, krachtens welke overeenkomst het uitoefenen van de tuchtrechtspraak ter zake van (scheidings)mediation wordt opgedragen aan de STS.
6. Het bestuur behoeft voor het aangaan, het wijzigen of het beëindigen van de overeenkomst, betreffende het uitoefenen van de tuchtrechtspraak ter zake van (scheidings)mediation, met de STS de voorafgaande goedkeuring van de algemene vergadering.
7. Met betrekking tot de aan de STS opgedragen tuchtrechtspraak ter zake van (scheidings)mediation geldt het Reglement Tuchtrechtspraak als het van toepassing zijnde reglement van de vereniging, welk reglement enkel door het bestuur van de STS kan worden gewijzigd.
8. Het Reglement Tuchtrechtspraak treedt in de vereniging in werking op de door het bestuur met de STS overeengekomen datum, van welke datum het bestuur aan de leden via een publicatie schriftelijk of langs elektronische weg mededeling doet. Wijzigingen in het Reglement Tuchtrechtspraak treden in werking op de door het bestuur van de STS vastgestelde datum. Het bestuur doet van deze datum,
alsmede van de wijzigingen in het Reglement Tuchtrechtspraak via een publicatie schriftelijk of langs elektronische weg mededeling aan de leden. De vereniging is niet bevoegd zelf een wijziging in het Reglement Tuchtrechtspraak aan te brengen.
9. Tenzij in het Reglement Tuchtrechtspraak anders is bepaald, is dit reglement op de leden van toepassing volgens de laatste, door het bestuur van de STS vastgestelde versie, mits daarvan via een publicatie schriftelijk of langs elektronische weg mededeling aan de leden is gedaan.
Concept
10. De vereniging en haar leden aanvaarden, indien en zolang in dat kader een overeenkomst tussen de vereniging en de STS van kracht is als bedoeld in lid 5 van het vorige artikel en in lid 5 van dit artikel, zonder enig voorbehoud volledig de toepasselijkheid van het Reglement Tuchtrechtspraak op de tuchtrechtspraak ter zake van (scheidings)mediation van de vereniging. De verplichting om het Reglement Tuchtrechtspraak te aanvaarden en na te komen geldt voor de leden tevens als een verplichting in de zin van artikel 2:27 van het Burgerlijk Wetboek respectievelijk als een verbintenis van de leden in de zin van artikel 2:34a van het Burgerlijk Wetboek.
11. De leden aanvaarden voor de duur van hun lidmaatschap van de vereniging, indien en zolang in dat kader een overeenkomst tussen de vereniging en de STS van kracht is als bedoeld in lid 5 van het vorige artikel en in lid 5 van dit artikel, de in dit artikel ten hunnen laste door de vereniging in de overeenkomst met de STS aangegane verplichtingen, alsmede voor de duur na de beëindiging van hun lidmaatschap van de vereniging, indien zij alsdan betrokken zijn bij een bij de STS in behandeling zijnde zaak, zulks totdat in die zaak onherroepelijk is beslist.
12. De tuchtrechtspraak ter zake van (scheidings)mediation in de vereniging geschiedt met uitsluiting van andere organen door de Raad van Tucht en de Raad van Beroep.
13. Voor de duur van de met de STS gesloten overeenkomst zijn de Raad van Tucht en de Raad van Beroep een orgaan van de vereniging. De Raad van Tucht en de Raad van Beroep spreken recht in naam van de vereniging en hun uitspraken gelden als uitspraken van de vereniging.
14. De leden van de Raad van Tucht en de Raad van Beroep worden benoemd door het bestuur van de STS.
15. In de statuten van de STS en in het Reglement Tuchtrechtspraak worden de wijze van benoeming van de leden van de Raad van Tucht en de Raad van Beroep, hun samenstelling, bevoegdheden en werkwijze, alsmede de op te leggen straffen, de procesgang en de rechten en verplichtingen van het lid, tegen wie een klacht is ingediend, geregeld.
16. Uitspraken van de Raad van Tucht met kracht van gewijsde en uitspraken van de Raad van Beroep zijn bindend, zowel voor het betrokken lid, de andere leden van de vereniging als voor de vereniging zelf.
17. Alle leden, organen en commissies van de vereniging zijn gehouden mede te werken aan de totstandkoming van een uitspraak van de Raad van Tucht en/of van de Raad van Beroep en zijn tevens gehouden mee te werken aan de ten uitvoerlegging van de door deze raden opgelegde straffen.
18. De in dit artikel, in deze statuten en in reglementen van de vereniging opgenomen bepalingen omtrent het uitoefenen van de tuchtrechtspraak binnen de vereniging door (organen van) de STS zijn enkel van toepassing indien en zolang in dat kader een overeenkomst tussen de vereniging en de STS van kracht is als bedoeld in lid 6 van het vorige artikel en in lid 5 van dit artikel.
Boekjaar, bestuursverslag, jaarrekening, rekening en verantwoording.
Artikel 15
1. Het boekjaar van de vereniging is gelijk aan het kalenderjaar.
Concept
2. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de vereniging zodanige aantekeningen te houden dat daaruit te allen tijde haar rechten en verplichtingen kunnen worden gekend.
3. Het bestuur brengt op de jaarlijkse algemene vergadering binnen zes maanden na afloop van het boekjaar, behoudens verlenging van deze termijn door de algemene vergadering, een bestuursverslag uit over de gang van zaken in de vereniging en over het gevoerde beleid. Het legt de jaarrekening ter goedkeuring aan de algemene vergadering over, waarbij gevoegd, indien aan een accountant als bedoeld in het volgende lid opdracht tot onderzoek van de jaarrekening is verleend, een verklaring omtrent de getrouwheid daarvan afkomstig van deze accountant. De jaarrekening wordt ondertekend door de bestuursleden; ontbreekt de ondertekening van een of meer van hen, dan wordt daarvan onder opgave van redenen melding gemaakt. Na verloop van de termijn kan ieder lid van de gezamenlijke bestuursleden in rechte vorderen dat zij deze verplichtingen nakomen.
4. De vereniging kan opdracht tot onderzoek van de jaarrekening verlenen aan een accountant bedoeld in artikel 2:393 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek. Tot het verlenen van de opdracht aan de accountant is de algemene vergadering bevoegd. Gaat deze daartoe niet over, dan is het bestuur bevoegd.
De accountant brengt omtrent zijn onderzoek verslag uit aan het bestuur, en geeft de uitslag van zijn onderzoek weer in een verklaring omtrent de getrouwheid van de jaarrekening. Indien aan een accountant opdracht tot onderzoek van de jaarrekening is verleend, is het bestuur verplicht hem ten behoeve van zijn onderzoek alle door hem gevraagde inlichtingen te verschaffen, hem desgewenst de kas en de waarden te vertonen en de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de vereniging voor raadpleging beschikbaar te stellen.
5. Indien geen opdracht aan een accountant als bedoeld in het vorige lid tot onderzoek van de jaarrekening is verleend, benoemt de algemene vergadering
jaarlijks uit de leden een commissie van ten minste twee personen, die geen deel van het bestuur mogen uitmaken. De commissie onderzoekt de jaarrekening en brengt aan de algemene vergadering verslag van haar bevindingen uit. Het bestuur is verplicht de commissie ten behoeve van haar onderzoek alle door haar gevraagde inlichtingen te verschaffen, haar desgewenst de kas en de waarden te vertonen en de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de vereniging voor raadpleging beschikbaar te stellen. Vereist het onderzoek bijzondere boekhoudkundige kennis, dan kan de commissie zich door een deskundige doen bijstaan.
6. De last van de in het vorige lid bedoelde commissie kan te allen tijde door de algemene vergadering worden herroepen, doch slechts door de benoeming van een andere commissie.
Concept
7. Goedkeuring van de jaarrekening door de algemene vergadering strekt niet tot decharge van de bestuursleden voor het gevoerde beleid over het afgelopen boekjaar.
Nadat het voorstel tot goedkeuring van de jaarrekening aan de orde is geweest, zal aan de algemene vergadering het voorstel worden gedaan om decharge te verlenen aan de bestuursleden voor het door hen gevoerde beleid over het afgelopen boekjaar, voor zover van dat beleid uit de jaarrekening blijkt of over dat beleid in de algemene vergadering mededelingen zijn gedaan.
8. Het bestuur is verplicht de bescheiden bedoeld in de leden 3, 4 en 5 gedurende zeven jaren te bewaren.
9. De op een gegevensdrager aangebrachte gegevens, uitgezonderd de op papier gestelde balans en staat van baten en lasten, kunnen op een andere gegevensdrager worden overgebracht en bewaard, mits de overbrenging geschiedt met juiste en volledige weergave van de gegevens en deze gegevens gedurende de volledige bewaartijd beschikbaar zijn en binnen redelijke tijd leesbaar kunnen worden gemaakt.
Algemene vergadering.
Artikel 16
1. Aan de algemene vergadering komen in de vereniging alle bevoegdheden toe, die niet door de wet of de statuten aan andere organen zijn opgedragen.
2. Jaarlijks, uiterlijk binnen zes maanden na afloop van het boekjaar, wordt een algemene vergadering - de jaarvergadering - gehouden. In de jaarvergadering komen onder meer aan de orde:
a. het bestuursverslag en de rekening en verantwoording bedoeld in artikel 15, met het verslag van de aldaar bedoelde accountant dan wel commissie;
b. voorziening in eventuele vacatures;
c. voorstellen van het bestuur of de leden, aangekondigd bij de oproeping voor de vergadering.
3. Andere algemene vergaderingen worden gehouden, zo dikwijls het bestuur dit wenselijk oordeelt.
4. Voorts is het bestuur op schriftelijk verzoek van ten minste een zodanig aantal leden als is gerechtigd tot het uitbrengen van ten minste een tiende gedeelte van het aantal stemmen dat in een voltallige algemene vergadering kan worden uitgebracht, verplicht tot het bijeenroepen van een algemene vergadering op een termijn van niet langer dan vier weken.
Indien aan het verzoek binnen veertien dagen geen gevolg wordt gegeven, kunnen de verzoekers zelf tot die bijeenroeping overgaan door oproeping overeenkomstig het bepaalde in artikel 20 of bij advertentie in ten minste één landelijk dagblad, met inachtneming van de in artikel 20 bedoelde oproepingstermijn. De verzoekers kunnen alsdan anderen dan de bestuursleden belasten met de leiding van de algemene vergadering en het opstellen van de notulen.
Toegang en stemrecht.
Concept
Artikel 17
1. Toegang tot de algemene vergadering hebben alle leden en het bestuurslid dat geen lid van de vereniging is. Geen toegang hebben geschorste leden en geschorste bestuursleden.
2. Over toelating van andere dan de in lid 1 bedoelde personen beslist het bestuur.
3. Ieder lid-advocaat familierecht en ieder lid-advocaat erfrecht als bedoeld in artikel 4 lid 3 en ieder lid-advocaat mediator familierecht als bedoeld in artikel 4 lid 4, dat niet geschorst is, heeft het recht tot het uitbrengen één stem in de algemene vergadering, met dien verstande dat, indien een lid voldoet aan de vereisten van meer dan één van de hiervoor bedoelde categorieën van lidmaatschap van de vereniging, het betreffende lid ook in dat geval het recht heeft tot het uitbrengen van één stem in de algemene vergadering.
Aspirant-leden advocaat als bedoeld in artikel 4 lid 5 hebben, indien zij niet zijn geschorst, een adviserende stem.
Buitengewone leden en ereleden als bedoeld in artikel 4 leden 6 en 7 hebben als zodanig geen stemrecht in de algemene vergadering.
Bestuursleden hebben als zodanig een raadgevende stem in de algemene vergadering.
4. Een lid kan door een ander daartoe schriftelijk gevolmachtigd lid van eenzelfde categorie ter vergadering zijn stem doen uitbrengen. Een lid kan als gevolmachtigde slechts voor één ander lid van eenzelfde categorie ter vergadering zijn stem uitbrengen; de voorzitter van de algemene vergadering kan echter als gevolmachtigde van een onbeperkt aantal leden ter vergadering stemmen uitbrengen. Aan de eis van schriftelijkheid van de volmacht wordt ook voldaan indien de volmacht elektronisch is vastgelegd.
5. Onverminderd het bepaalde in de vorige leden kan een lid ook door middel van een
elektronisch communicatiemiddel aan de algemene vergaderingen deelnemen, daarin het woord voeren en zijn stem uitbrengen. Daartoe is vereist dat het lid via het elektronisch communicatiemiddel i) kan worden geïdentificeerd, ii) rechtstreeks kan kennisnemen van de verhandelingen ter vergadering, iii) kan deelnemen aan de beraadslaging en iv) het stemrecht kan uitoefenen.
6. Nadere regels omtrent het deelnemen aan en het stemmen in algemene vergaderingen door middel van een elektronisch communicatiemiddel kunnen door de algemene vergadering in een reglement worden vastgesteld.
Voorzitterschap en notulen van de algemene vergadering.
Artikel 18
Concept
1. De voorzitter van het bestuur heeft de leiding van de algemene vergaderingen. Bij afwezigheid van de voorzitter van het bestuur, heeft de vicevoorzitter van het bestuur de leiding van de algemene vergaderingen. Bij afwezigheid van zowel de voorzitter als de vicevoorzitter van het bestuur voorziet de algemene vergadering zelf in de leiding van haar vergaderingen.
2. Van het verhandelde in elke algemene vergadering worden notulen opgemaakt. Deze notulen worden in de eerstvolgende algemene vergadering vastgesteld, en ten blijke daarvan ondertekend door de voorzitter en door degene die de notulen heeft opgesteld. Zij die de algemene vergadering bijeenroepen kunnen een notarieel proces-verbaal van het verhandelde doen opmaken. De inhoud van de notulen of van het proces-verbaal wordt ter kennis van de leden gebracht.
Besluitvorming van de algemene vergadering.
Artikel 19
1. Het ter algemene vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter omtrent de uitslag van een stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit voor zover gestemd werd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel.
2. Wordt echter onmiddellijk na het uitspreken van een in het vorige lid bedoeld oordeel de juistheid ervan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats, indien de meerderheid van de algemene vergadering of, indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
3. Voor zover de statuten of de wet niet anders bepalen, worden alle besluiten van de algemene vergadering genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen.
4. Xxxxxx en ongeldige stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht.
5. Indien bij een verkiezing van personen niemand de volstrekte meerderheid heeft verkregen, heeft een tweede stemming, of in geval van een bindende voordracht, een tweede stemming tussen de voorgedragen kandidaten, plaats. Heeft alsdan
weer niemand de volstrekte meerderheid verkregen, dan vinden herstemmingen plaats, totdat hetzij één persoon de volstrekte meerderheid heeft gekregen, hetzij tussen twee personen is gestemd en de stemmen staken. Bij deze herstemmingen, waaronder niet is begrepen de tweede stemming, wordt telkens gestemd tussen de personen, op wie bij de voorafgaande stemming is gestemd, evenwel uitgezonderd de persoon, op wie bij die voorafgaande stemming het geringste aantal stemmen is uitgebracht. In geval bij een stemming tussen twee personen de stemmen staken, beslist het lot wie van beiden is gekozen. Ingeval van loting bepaalt de voorzitter van de vergadering de wijze van loting.
6. Indien de stemmen staken over een voorstel niet betreffende een verkiezing van personen, dan is het verworpen.
Concept
7. Alle stemmingen geschieden mondeling, tenzij de voorzitter een schriftelijke stemming wenselijk acht of een of meer van de stemgerechtigden zulks vóór de stemming verlangen. Schriftelijke stemming geschiedt bij ongetekende gesloten briefjes. Besluitvorming bij acclamatie is mogelijk, tenzij een stemgerechtigde hoofdelijke stemming verlangt.
8. Een eenstemmig besluit van alle stemgerechtigde leden, ook al zijn deze niet in een algemene vergadering bijeen, heeft, mits met voorkennis van het bestuur genomen, dezelfde kracht als een besluit van de algemene vergadering.
9. Zolang in een algemene vergadering alle leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn, kunnen geldige besluiten worden genomen, mits met algemene stemmen, omtrent alle aan de orde komende onderwerpen, dus mede een voorstel tot statutenwijziging of tot ontbinding, ook al heeft geen oproeping plaatsgehad of is deze niet op de voorgeschreven wijze geschied of is enig ander voorschrift omtrent het oproepen en houden van algemene vergaderingen of een daarmee verband houdende formaliteit niet in acht genomen.
Bijeenroeping algemene vergadering.
Artikel 20
1. De algemene vergaderingen worden, onverminderd het bepaalde in artikel 16 lid 4, bijeengeroepen door het bestuur. De oproeping geschiedt door toezending van een schriftelijke aankondiging aan de adressen van alle leden volgens het ledenregister. De oproeping kan tevens geschieden door een langs elektronische weg toegezonden leesbaar en reproduceerbaar bericht aan het adres dat door het lid aan de vereniging is bekend gemaakt.
De termijn voor de oproeping bedraagt ten minste zeven dagen, de dag van de verzending niet meegerekend.
2. Bij de oproeping worden de te behandelen onderwerpen vermeld, onverminderd het bepaalde in de artikelen 23 en 24.
Commissie van Beroep.
Artikel 21
1. De algemene vergadering benoemt een Commissie van Beroep bestaande uit ten minste drie natuurlijke personen die geen lid van de vereniging zijn, als bedoeld in artikel 4 leden 3 tot en met 6.
2. Leden van de Commissie van Beroep worden benoemd voor een periode van drie jaar, voor zover bij de benoeming niet anders is bepaald. Aftredende leden van de Commissie van Beroep zijn eenmaal, voor een maximale periode van drie jaar, al dan niet terstond, herbenoembaar.
3. Degene die de leeftijd van zeventig jaar heeft bereikt, is niet tot lid van de Commissie van Beroep benoembaar.
4. Een lid van de Commissie van Beroep dat de leeftijd van zeventig jaar heeft bereikt, kan de periode waarvoor hij is benoemd, als lid van de Commissie van Beroep in functie blijven.
Concept
5. Indien het aantal leden van de Commissie van Beroep beneden drie is gedaald, blijft de Commissie van Beroep bevoegd en hebben de overblijvende leden de verplichting om de Commissie van Beroep tijdelijk tot ten minste drie leden aan te vullen. De op deze wijze aangetrokken leden van de Commissie van Beroep hebben zitting tot de eerstvolgende algemene vergadering, waarin de voorziening in de open plaats of open plaatsen aan de orde dient te komen.
6. Van de in de Commissie van Beroep plaatsvindende mutaties geeft zij onverwijld schriftelijk of langs elektronische weg kennis aan het bestuur.
7. De Commissie van Beroep heeft tot taak bindend te beslissen in gevallen van beroep tegen afwijzende beslissingen van het bestuur als bedoeld in de artikel 4 lid 5, artikel 5 lid 4, artikel 6 lid 4 en artikel 7 lid 6.
8. De Commissie van Beroep kiest uit haar midden een voorzitter en een secretaris.
9. Nadere regels omtrent de Commissie van Beroep, alsmede omtrent de vergaderingen en de besluitvorming van de Commissie van Beroep kunnen door de Commissie van Beroep, met goedkeuring van het bestuur, in een reglement worden vastgesteld.
Commissies.
Artikel 22
1. Het bestuur is bevoegd om onder zijn verantwoordelijkheid bepaalde onderdelen van zijn taak te doen uitvoeren door commissies dan wel om zich door commissies te doen adviseren. De leden van een dergelijke commissie, waaronder niet begrepen de Raad van Tucht, de Raad van Beroep, de Commissie van Beroep dan wel de commissie als bedoeld in artikel 15 lid 5, worden benoemd door het bestuur, dat eveneens de taken en bevoegdheden van deze commissie vastlegt.
2. Van het instellen van dergelijke commissies en van het benoemen van leden van dergelijke commissies doet het bestuur mededeling aan de leden.
Statutenwijziging.
Artikel 23
1. In de statuten van de vereniging kan geen verandering worden gebracht dan door een besluit van een algemene vergadering, waartoe is opgeroepen met de mededeling dat aldaar wijziging van de statuten zal worden voorgesteld.
De termijn voor oproeping tot een zodanige vergadering bedraagt ten minste zeven dagen.
2. Zij, die de oproeping tot de algemene vergadering ter behandeling van een voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten ten minste vijf dagen vóór de vergadering een afschrift van dat voorstel, waarin de voorgedragen wijziging woordelijk is opgenomen, op een daartoe geschikte plaats voor de leden ter inzake leggen tot na afloop van de dag waarop de vergadering wordt gehouden. Bovendien wordt een afschrift als hiervoor bedoeld, aan alle leden toegezonden.
3. Een besluit tot statutenwijziging behoeft een meerderheid van ten minste twee derden van de uitgebrachte stemmen.
Concept
4. Een statutenwijziging treedt niet in werking, dan nadat hiervan een notariële akte is opgemaakt. Tot het doen verlijden van de akte is ieder bestuurslid zelfstandig bevoegd.
Ontbinding en vereffening.
Artikel 24
1. De vereniging kan worden ontbonden door een besluit van de algemene vergadering. Het bepaalde in de leden 1, 2 en 3 van het voorgaande artikel is van overeenkomstige toepassing op een besluit tot ontbinding.
2. Bij ontbinding van de vereniging wordt haar vermogen vereffend door de bestuursleden, indien en voor zover de algemene vergadering niet anders bepaalt.
3. Hetgeen na voldoening van de schuldeisers van het vermogen van de ontbonden vereniging is overgebleven, vervalt aan degenen die ten tijde van het besluit tot ontbinding lid van de vereniging waren, als bedoeld in artikel 4 leden 3 tot en met
6. Ieder van hen ontvangt een gelijk deel. Bij het besluit tot ontbinding kan echter de algemene vergadering ook een andere bestemming geven aan hetgeen na voldoening van de schuldeisers van het vermogen van de ontbonden vereniging is overgebleven.
4. De boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de ontbonden vereniging worden bewaard gedurende zeven jaren nadat de vereniging heeft opgehouden te bestaan door de door de vereffenaars daartoe aangewezen persoon.
Huishoudelijk reglement en andere reglementen.
Artikel 25
1. Behoudens het elders bij of krachtens deze statuten bepaalde, worden alle reglementen van de vereniging, waaronder begrepen het huishoudelijk reglement, door het bestuur, met goedkeuring van de algemene vergadering, vastgesteld.
2. In het huishoudelijk reglement en de andere reglementen van de vereniging worden die onderwerpen geregeld die in deze statuten niet of niet volledig zijn
geregeld. Het huishoudelijk reglement en de andere reglementen van de vereniging mogen niet in strijd zijn met de wet, ook waar deze geen dwingend recht bevat, en deze statuten.
Slotbepaling.
Artikel 26
In alle gevallen, waarin noch de wet, noch deze statuten, noch de reglementen van de vereniging voorzien, beslist het bestuur.
Bekendheidsclausule
De verschenen persoon is mij, notaris, bekend.
Slot
Waarvan akte in minuut opgemaakt is verleden te Woerden ten tijde in het hoofd dezer akte vermeld.
Concept
Na de zakelijke opgave van en toelichting op de inhoud van deze akte aan de verschenen persoon heeft deze verklaard van de inhoud van deze akte te hebben kennis genomen en op volledige voorlezing daarvan geen prijs te stellen.
Vervolgens is deze akte na beperkte voorlezing overeenkomstig de wet door de verschenen persoon en mij, notaris, ondertekend.