Beheerscontract
Bijlage bij het koninklijk besluit van 25 augustus 1998
Beheerscontract
Tussen :
Entre :
Annexe a` l’arreˆte´ royal du 25 août 1998
Contrat de gestion
1. de Belgische Staat, vertegenwoordigd door de Minister van Vervoer, hierna « de Staat » genoemd,
en
2. « Brussels Airport Terminal Company, naamloze vennootschap met zetel te Xxxxxxxxxxxxxxxxx 00, 0000 Xxxxxxx, vertegenwoordigd door het ad hoc comite´ opgericht overeenkomstig artikel 2 van het koninklijk besluit van 2 april 1998 tot hervorming van de beheersstructuren van de luchthaven Brussel-Nationaal, hierna « B.I.A.C. » genoemd,
Overwegende dat op de datum waarop dit beheerscontract in werking treedt, de naamloze vennootschap « Brussels Airport Terminal Company » zal worden omgevormd tot een naamloze vennootschap van publiek recht beheerst door de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven en de naam « Brussels International Airport Company », afgekort « B.I.A.C. », zal aannemen;
Overwegende dat krachtens artikel 180 van voornoemde wet van
21 maart 1991, B.I.A.C. belast is met de volgende opdrachten van openbare dienst :
1˚ het ontvangen, laten instappen, laten uitstappen en overbrengen van passagiers en hun bagage op de luchthaven Brussel-Nationaal;
2˚ het uitoefenen van activiteiten van luchthaveninspectie en het handhaven van de veiligheid op de grond op de luchthaven Brussel- Nationaal en de aanhorigheden ervan, met uitsluiting van de taken van algemene politie en luchtvaartinspectie;
3˚ het ontwerpen, bouwen, inrichten, onderhouden, moderniseren, ontwikkelen en exploiteren van de grondinstallaties van de luchthaven Brussel-Nationaal en de aanhorigheden ervan, met inbegrip van de parkings voor voertuigen, de toegangswegen, de banen en de aprons, voor zover deze activiteiten betrekking hebben op :
— grondinstallaties die nodig zijn voor het landen, stationeren en opstijgen van luchtvaartuigen op de luchthaven Brussel-Nationaal, of
— de activiteiten bedoeld in 1˚;
Overwegende dat in uitvoering van artikel 3, § 2, van voornoemd koninklijk besluit van 2 april 1998 en artikel 3 van de voornoemde wet van 21 maart 1991, dit beheerscontract de voorwaarden beoogt te regelen waaronder B.I.A.C. haar opdrachten van openbare dienst dient te vervullen,
Wordt het volgende overeengekomen :
HOOFDSTUK I. — Algemene bepalingen
Artikel 1. § 1. Voor de toepassing van dit beheerscontract wordt verstaan onder :
1˚ de « A.C.I. » : Airport Council International;
2˚ de « A.I.P. » : het handboek « Aeronautical Information Publica- tion » uitgegeven door Belgocontrol;
3˚ het « koninklijk besluit van 2 april 1998 » : het koninklijk besluit van 2 april 1998 tot hervorming van de beheersstructuren van de luchthaven Brussel-Nationaal, gewijzigd door het koninklijk besluit van 17 juli 1998;
4˚ « Belgocontrol » : het autonoom overheidsbedrijf ontstaan uit de omvorming van de Regie der Luchtwegen;
5˚ de « C.E.A.C. » : de Europese Commissie voor de Burgerlucht- vaart, opgericht krachtens Aanbeveling nr. 28 aangenomen door de Conferentie voor de Coo¨ rdinatie van het luchtvervoer gehouden te Straatsburg in april 1954;
6˚ de « Overeenkomst van Chicago » : de Overeenkomst betreffende de Internationale Burgerlijke Luchtvaart, ondertekend op 7 decem- ber 1944 te Chicago, goedgekeurd door de wet van 30 april 1947;
7˚ het « C.R.C. » : het Comite´ voor regulering en coo¨ rdinatie, opgericht binnen het Ministerie van Verkeer en Infrastructuur door artikel 39 van het koninklijk besluit van 2 april 1998;
8˚ « I.A.T.A. » : de Internationale Organisatie van het Luchtvervoer, een coo¨ peratieve naar Canadees recht, gevestigd te Montreal;
9˚ de « wet van 21 maart 1991 » : de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrij- ven, zoals gewijzigd;
10˚ de « Minister » : de Minister of Staatssecretaris bevoegd voor de exploitatie van de luchthaven Brussel-Nationaal;
11˚ de « opdrachten van openbare dienst » : de opdrachten van openbare dienst toevertrouwd aan B.I.A.C. door artikel 180 van de wet van 21 maart 1991;
1. l’Etat belge, repre´sente´ par le Ministre des Transports, de´nomme´ ci-apre`s « l’Etat »,
et
2. « Brussels Airport Terminal Company », socie´te´ anonyme dont le sie`ge est e´tabli rue du Progre`s 80, 1030 Bruxelles, repre´sente´e par le comite´ ad hoc constitue´ conforme´ment a` l’article 2 de l’arreˆte´ royal du 2 avril 1998 portant re´forme des structures de gestion de l’ae´roport de Bruxelles-National, de´nomme´e ci-apre`s « B.I.A.C. »,
Conside´rant que, a` la date d’entre´e en vigueur du pre´sent contrat de gestion, la socie´te´ anonyme « Brussels Airport Terminal Company », en abre´ge´ « B.A.T.C. », sera transforme´e en socie´te´ anonyme de droit public re´gie par la loi du 21 mars 1991 portant re´forme de certaines entreprises publiques e´conomiques et prendra la de´nomination « Brus- sels International Airport Company », en abre´ge´ « B.I.A.C. »;
Conside´rant que, en vertu de l’article 180 de la loi du 21 mars 1991 pre´cite´e, B.I.A.C. est charge´e des missions de service public suivantes :
1˚ l’accueil, l’embarquement, le de´barquement et le transfert des passagers et de leurs bagages a` l’ae´roport de Bruxelles-National;
2˚ l’exercice d’activite´s d’inspection ae´roportuaire et le maintien de la se´curite´ au sol a` l’ae´roport de Bruxelles-National et dans ses de´pen- dances, a` l’exclusion des taˆches de police ge´ne´rale et d’inspection ae´ronautique;
3˚ la conception, la construction, l’ame´nagement, l’entretien, la modernisation, le de´veloppement et l’exploitation des installations au sol de l’ae´roport de Bruxelles-National et de ses de´pen dances, en ce compris les parkings pour ve´hicules, les voies d’acce`s, les pistes et les aprons, pour autant que ces activite´s se rapportent :
— a` des installations au sol ne´cessaires a` l’atterrissage, au stationne- ment et au de´collage des ae´ronefs a` l’ae´roport de Bruxelles-National, ou
— aux activite´s vise´es au 1˚;
Conside´rant que, en application de l’article 3, § 2, de l’arreˆte´ royal du 2 avril 1998 pre´cite´ et de l’article 3 de la loi du 21 mars 1991 pre´cite´e, le pre´sent contrat de gestion vise a` re´gler les conditions dans lesquelles
B.I.A.C. exe´cutera ces missions de service public,
Il est convenu ce qui suit :
CHAPITRE Ier. — Dispositions ge´ne´rales
Article 1er. § 1er. Aux fins du pre´sent contrat de gestion, l’on entend par :
1˚ « l’A.C.I. » : l’Airport Council International;
2˚ « l’A.I.P. » : le manuel « Aeronautical Information Publication » publie´ par les soins de Belgocontrol;
3˚ « l’arreˆte´ royal du 2 avril 1998 » : l’arreˆte´ royal du 2 avril 1998 portant re´forme des structures de gestion de l’ae´roport de Bruxelles- National, modifie´ par l’arreˆte´ royal du 17 juillet 1998;
4˚ « Belgocontrol » : l’entreprise publique autonome issue de la transformation de la Re´gie des voies ae´riennes;
5˚ la « C.E.A.C. » : la Commission europe´enne de l’Aviation civile, constitue´e en vertu de la Recommandation n˚ 28 adopte´e par la Confe´rence de coordination des transports ae´riens tenue en avril 1954 a` Strasbourg;
6˚ la Convention de Chicago » : la Convention relative a` l’Aviation civile internationale signe´e le 7 décembre 1944 a` Chicago, approuve´e par la loi du 30 avril 1947;
7˚ le « C.R.C. » : le Comite´ de re´gulation et de coordination cre´e´ au sein du Ministe`re des Communications et de l’Infrastructure par l’article 39 de l’arreˆte´ royal du 2 avril 1998;
8˚ « l’I.A.T.A. » : l’Association internationale du Transport ae´rien, coope´rative de droit canadien e´tablie a` Montre´al;
9˚ la « loi du 21 mars 1991 » : la loi du 21 mars 1991 portant re´forme de certaines entreprises publiques e´conomiques, telle que modifie´e;
10˚ le « Ministre » : le Ministre ou le Secre´taire d’Etat compe´tent pour l’exploitation de l’ae´roport de Bruxelles-National;
11˚ les « missions de service public » : les missions de service public imparties a` B.I.A.C. par l’article 180 de la loi du 21 mars 1991;
12˚ de « gecoo¨ rdineerde bewegingen » : de opeenvolgende bewegin- gen van luchtvaartuigen voor lijnvluchten en geplande chartervluch- ten;
13˚ de « I.C.A.O. » : de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie opgericht door de Overeenkomst van Chicago;
14˚ de « A.C.I.-aanbevelingen » : de aanbevelingen van het Hand- boek van algemeen beleid (tweede uitgave, 1996) van de A.C.I.
§ 2. Behalve indien anders vermeld beperken de rechten en verbintenissen van de partijen krachtens dit beheerscontract zich tot de luchthaven Brussel-Nationaal en de aanhorigheden ervan.
Art. 2. B.I.A.C. voert de opdrachten van openbare dienst uit met inachtneming van de beginselen van gelijkheid, continu¨ıteit en veran- derlijkheid, overeenkomstig de I.C.A.O.-normen. B.I.A.C. zal zich naar best vermogen inspannen om de opdrachten van openbare dienst uit te voeren volgens standaarden van kwaliteit en productiviteit ten minste vergelijkbaar met deze van de naburige grote Europese luchthavens, door voortdurend de verhouding prijs / kwaliteit trachten te verbeteren en door in de mate van het mogelijke de I.C.A.O.-aanbevelingen en, in voorkomend geval, deze van de A.C.I. toe te passen.
HOOFDSTUK II. — Taken van openbare dienst en minimum dienstverlening
Art. 3. § 1. B.I.A.C. zet de infrastructuur en de grondoperaties in die nodig zijn voor :
1˚ het ontvangen, laten instappen, laten uitstappen en overbrengen van de passagiers en hun bagage;
2˚ het uitoefenen van de activiteiten van luchthaveninspectie en het handhaven van de veiligheid op de grond, met uitsluiting van de taken van algemene politie, luchtvaartinspectie en militaire taken;
3˚ het landen, het stationeren en het opstijgen van de passagiers- of vrachtvliegtuigen en zakenvliegtuigen onder optimale voorwaarden inzake veiligheid en efficie¨ ntie.
§ 2. De prestaties bedoeld in § 1 omvatten onder andere :
1˚ de logistieke taken die bestaan uit het ontwerpen, bestuderen, coo¨ rdineren en controleren van de infrastructuur en de grondoperaties;
2˚ de operationele taken die bestaan uit, enerzijds, het bouwen, inrichten, onderhouden en exploiteren van de infrastructuur en, anderzijds, het uitvoeren van de dienstprestaties;
3˚ het financieren van de werken.
§ 3. De infrastructuur en het beheer van de grondoperaties bedoeld in
§ 1 bevatten de nodige elementen om een dienst « Very Important Person » (V.I.P.) aan te bieden aan de personen vermeld op de lijst opgenomen als Bijlage 1 bij dit beheerscontract.
§ 4. B.I.A.C. past de nieuwe infrastructuur aan aan de behoeften van gehandicapten. Bovendien stelt B.I.A.C. een programma op waarbij, in overleg met de erkende gehandicaptenvereningen, de bestaande infra- structuur geleidelijk wordt aangepast aan die behoeften.
§ 5. B.I.A.C. stelt aan het Ministerie van Binnenlandse Zaken de nodige infrastructuur ter beschikking voor de ontvangst van niet- toegelaten personen (« inadmissible persons » of « INADS » in de zin van bijlage 9 bij de Overeenkomst van Chicago) aan de « airside » van de terminal.
Art. 4. B.I.A.C. stelt alles in het werk om uiterlijk op 31 december 2000 de inhoud en de nadere regels van een gewaarborgde minimum dienstverlening te bepalen teneinde de continu¨ıteit van de opdrachten van openbare dienst op een afdoende wijze te verzekeren. Dit voorstel maakt het voorwerp uit van een addendum bij dit beheerscontract.
Art. 5. § 1. Tijdens bouwwerken of renovatiewerken aan de infrastructuur zal B.I.A.C. zich naar best vermogen inspannen om de luchthaven zonder onderbreking verder te laten functioneren met zo min mogelijk hinder voor de gebruikers en de passagiers.
§ 2. Bovendien verbindt B.I.A.C. zich ertoe om tijdens bouwwerken of renovatiewerken aan de infrastructuur in elk geval :
1˚ op ieder ogenblik de veiligheid van het « airside »-verkeer te waarborgen;
2˚ op ieder ogenblik de veiligheid van de passagiers te waarborgen; 3˚ de bepalingen van dit beheerscontract inzake daden van terro-
xxxxx, aanvallen en vandalisme na te leven;
4˚ de bepalingen van dit beheerscontract inzake milieu na te leven in de mate dat de toepassing ervan de uitvoering van de taken bedoeld in 1˚ tot 3˚ niet in het gedrang brengt;
5˚ de continu¨ıteit van de militaire operaties te waarborgen na coo¨ rdinatie met de Minister van Landsverdediging.
Art. 6. B.I.A.C. verbindt zich ertoe om, in samenspraak met de betrokken overheden, binnen het kader van haar eigen bevoegdheden, de nodige middelen aan te wenden ter voorkoming van daden van
12˚ les « mouvements coordonne´s » : les mouvements d’ae´ronefs conse´cutifs a` des vols re´guliers et a` des vols charters planifie´s;
13˚ « l’O.A.C.I. » : l’Organisation de l’Aviation Civile Internationale, institue´e par la Convention de Chicago;
14˚ les « Recommandations A.C.I. » : les recommandations du Manuel de politique ge´ne´rale (deuxie`me e´dition, 1996) de l’A.C.I.
§ 2. Sauf mention contraire, les droits et obligations des parties en vertu du pre´sent contrat de gestion se limitent a` l’ae´roport de Bruxelles-National et a` ses de´pen dances.
Art. 2. B.I.A.C. exe´cutera les missions de service public dans le respect des principes d’e´galite´, de continuite´ et d’adaptabilite´, confor- me´ment aux normes de l’O.A.C.I. Elle fera ses meilleurs efforts en vue d’exe´cuter les missions de service public a` des niveaux de qualite´ et de productivite´ au moins comparables a` ceux des grands ae´roports europe´ens voisins, en recherchant constamment a` en ame´liorer le rapport couˆ t / qualite´ et en appliquant, dans la mesure du possible, les recommandations de l’O.A.C.I. et, le cas e´che´ant, celles de l’A.C.I.
CHAPITRE II. — Taˆches de service public et service minimum
Art. 3. § 1er. B.I.A.C. met en oeuvre les infrastructures et les ope´rations au sol qui sont ne´cessaires :
1˚ a` l’accueil, a` l’embarquement, au de´barquement et au transfert des passagers et de leurs bagages;
2˚ a` l’exercice des activite´s d’inspection ae´roportuaire et au maintien de la se´curite´ au sol, a` l’exclusion des taˆches de police ge´ne´rale et d’inspection ae´ronautique et des taˆches militaires;
3˚ a` l’atterrissage, au stationnement et au de´collage d’ae´ronefs de passagers ou de marchandises et d’ae´ronefs d’affaires dans des conditions de se´curite´ et d’efficacite´ optimales.
§ 2. Les prestations vise´es au § 1er comportent entre autres :
1˚ les taˆches logistiques comprenant la conception, l’e´tu de, la coordination et le controˆle des infrastructures et des ope´rations au sol;
2˚ les taˆches ope´rationnelles comprenant, d’une part, la construction, l’ame´nagement, l’entretien et l’exploitation des infrastructures et, d’autre part, l’exe´cution des prestations de service;
3˚ le financement des travaux.
§ 3. L’infrastructure et la gestion des ope´rations au sol vise´es au § 1er comprennent les e´le´ments ne´cessaires afin d’offrir le service « Very Important Person » (V.I.P.) aux personnes dont la liste figure en Annexe 1 au pre´sent contrat de gestion.
§ 4. B.I.A.C. adapte les nouvelles infrastructures aux besoins des handicape´s. B.I.A.C. e´tablit en outre un programme d’adaptation progressive des infrastructures existantes a` ces besoins en concertation avec les associations reconnues des handicape´s.
§ 5. B.I.A.C. met a` la disposition du Ministe`re de l’Inte´rieur les infrastructures ne´cessaires a` l’accueil des personnes non admissibles (« inadmissible persons » ou « INADS » au sens de l’annexe 9 a` la Convention de Chicago) du coˆte´ « airside » de l’ae´rogare.
Art. 4. B.I.A.C. met tout en oeuvre pour de´finir, au plus tard le 31 décembre 2000, le contenu et les modalite´s d’un service minimum garanti en vue d’assurer de manie`re suffisante la continuite´ des missions de service public. Cette proposition fera l’objet d’un avenant au pre´sent contrat de gestion.
Art. 5. § 1er. Durant les travaux de construction ou de re´novation d’infrastructures, B.I.A.C. fera ses meilleurs efforts en vue de faire fonctionner l’ae´roport de manie`re continue et avec le moins d’inconve´- nients possible pour les usagers et les passagers.
§ 2. Par ailleurs, durant les travaux de construction ou de re´novation d’infrastructures, B.I.A.C. s’engage en tout e´tat de cause a` :
1˚ assurer a` tout moment la se´curite´ du trafic « airside »;
2˚ assurer a` tout moment la se´curite´ des passagers;
3˚ respecter les dispositions du pre´sent contrat de gestion en matie`re d’actes de terrorisme, d’attaques et de vandalisme;
4˚ respecter les dispositions du pre´sent contrat de gestion en matie`re d’environnement, dans la mesure ou` leur application n’entrave pas la mise en oeuvre des taˆches vise´es aux 1˚ a` 3˚;
5˚ assurer la continuite´ des ope´rations militaires apre`s coordination avec le Ministre de la De´fense nationale.
Art. 6. B.I.A.C. s’engage, en coordination avec les autorite´s publiques concerne´es, a` mettre en oeuvre, dans le cadre de ses compe´tences propres, les moyens ne´cessaires a` la pre´vention des actes de terrorisme,
terrorisme, aanvallen en vandalisme alsook om, binnen de perken van de internationale verplichtingen terzake, de bescherming van de gebruikers, passagiers en hun bagage, personeelsleden van de onder- nemingen en goederen die toebehoren aan die ondernemingen, te verbeteren.
Art. 7. § 1. B.I.A.C. verbindt zich ertoe om de noodplannen van de luchthaven Brussel-Nationaal in overleg met de bevoegde overheden na te leven en te verbeteren.
Deze noodplannen worden ter goedkeuring voorgelegd aan de Minister van Binnenlandse Zaken die het advies inwint van de Provinciegouverneur en de Burgemeesters van de gemeenten op wiens grondgebied de luchthaven gelegen is.
B.I.A.C. eerbiedigt de criteria van veiligheid en opleiding inzake brandgevaar op de tarmac van de luchthaven die ten minste evenwaar- dig zijn aan de criteria die gelden voor de luchthavens van categorie 9 volgens de I.C.A.O.-normen.
Van zodra de luchthaven wordt ingedeeld in I.C.A.O.-categorie 10, moet B.I.A.C. de normen van deze categorie van luchthavens toepas- sen.
§ 2. B.I.A.C. verstrekt kosteloos aan het Bestuur van de Luchtvaart de statistische gegevens die voldoen aan de specificaties van de I.C.A.O. en Eurostat inzake luchtvaartuigbewegingen op de luchthaven. Deze gegevens mogen door het Bestuur enkel voor niet-commercie¨le doel- einden worden aangewend.
§ 3. B.I.A.C. verbindt zich ertoe om met het Bestuur van de Luchtvaart samen te werken en, indien er luchtvaartuigen of militaire voertuigen bij betrokken zijn, met de Minister van Landsverdediging, bij het onderzoek naar luchtvaartincidenten en -ongevallen en bij de controle van de luchthaveninfrastructuur.
§ 4. B.I.A.C. verbindt zich ertoe om deel te nemen aan de uitvoering van het concept « gate-to-gate » zoals gedefinieerd door de Lidstaten van de C.E.A.C. Dit concept beoogt een globale benadering uitgaande van een continue overgang tussen de fasen van een vlucht, met name de « gate », het verkeersterrein, de rolbanen, de landings- en opstij- gingsbanen, de naderingszone van de luchthaven en de aangrenzende luchtwegen.
Art. 8. § 1. B.I.A.C. en Belgocontrol zullen overeenkomsten aangaan betreffende aangelegenheden van gemeenschappelijk belang teneinde de continu¨ıteit en de coo¨ rdinatie van hun respectieve opdrachten van openbare dienst te verzekeren.
§ 2. B.I.A.C. verstrekt aan Belgocontrol, binnen de zeven dagen vanaf het tijdstip waarop zij beschikbaar zijn, de inlichtingen betreffende de luchtvaartuigbewegingen aangegeven in Bijlage 2 bij dit beheerscon- tract.
Art. 9. B.I.A.C. verbindt zich ertoe om haar investeringen uit te voeren conform de nationale en internationale normen inzake luchtha- veninfrastructuur. De werking van de installaties en de bescherming van de veiligheid van personen blijven op ieder ogenblik gewaarborgd. De constructies worden opgericht volgens de regels van de kunst.
Art. 10. § 1. B.I.A.C. staat in voor de luchthaveninspectie en de veiligheid aan de grond volgens de normen en regels die op nationaal en internationaal vlak van kracht zijn.
§ 2. Ingeval overheden afhangende van de Staat specifieke veilig- heidsmaatregelen zouden opleggen die strenger zijn dan deze bepaald in de normen en regels bedoeld in § 1, zal de Staat de nodige investeringen voor zijn rekening nemen rekening houdend met de A.C.I.-aanbevelingen inzake de financiering van de luchthavenveilig- heid.
Art. 11. § 1. B.I.A.C. pleegt overleg met de bevoegde overheden, inzonderheid op gemeentelijk en provinciaal vlak, met het oog op het optimaliseren van de prestaties inzake brandveiligheid en -bestrijding.
§ 2. Onverminderd nieuwe reglementaire criteria uitgevaardigd door de overheden bedoeld in § 1, ziet B.I.A.C. erop toe dat de benodigde tijd voor eerste interventie in geval van brand in de gebouwen bestemd voor de uitoefening van de opdrachten van openbare dienst, niet meer bedraagt dan vijf minuten, voor ieder punt van de gebouwen, en dit met inzet van adequaat personeel en materieel.
Te dien einde zorgt B.I.A.C. ervoor dat minstens volgend brandbe- strijdingsmaterieel, specifiek voor brandbestrijding in gebouwen, per- manent gebruiksklaar aanwezig is in de voorpost van de brandweer (CCOT) : een halfzware autopomp, een ladderwagen met een aange- paste ladder, een commandowagen en een parkingblusvoertuig.
Te dien einde zorgt B.I.A.C. ervoor dat er op ieder ogenblik, dus
24 uur op 24, een permanentie van ten minste 6 goed opgeleide voltijdse brandweermannen aanwezig is voor de brandbestrijding in de
des attaques et du vandalisme ainsi qu’a` ame´liorer la protection des usagers, des passagers et de leurs bagages, des membres du personnel des entreprises et des marchandises appartenant a` celles-ci dans les limites des obligations internationales en la matie`re.
Art. 7. § 1er. B.I.A.C. s’engage a` respecter et a` ame´liorer les plans d’urgence de l’ae´roport de Bruxelles-National en concertation avec les autorite´s compe´tentes.
Ces plans d’urgence sont soumis pour approbation au Ministre de l’Inte´rieur, qui recueille l’avis du Gouverneur de la Province et des Bourgmestres des communes sur lesquelles l’ae´roport est situe´.
B.I.A.C. respecte les crite`res de se´curite´ et de formation en matie`re d’incendie sur le tarmac de l’ae´roport qui sont au moins e´quivalents a` ceux qui pre´valent pour les ae´roports de cate´gorie 9 selon les normes de l’O.A.C.I.
A partir du moment ou` l’ae´roport est classe´ en cate´gorie 10 selon les normes O.A.C.I., B.I.A.C. applique les normes O.A.C.I. valables pour cette cate´gorie d’ae´roports.
§ 2. B.I.A.C. fournit gratuitement a` l’Administration de l’Ae´ronauti- que les donne´es statistiques re´pon dant aux spe´cifications de l’O.A.C.I. et d’Eurostat en matie`re de mouvements d’ae´ronefs sur l’ae´roport. Ces donne´es ne pourront eˆtre utilise´es par l’Administration qu’a` des fins non commerciales.
§ 3. B.I.A.C. s’engage a` collaborer avec l’Administration de l’Ae´ro- nautique et, en cas d’implication d’ae´ronefs ou de ve´hicules militaires, avec le Ministe`re de la De´fense nationale, a` la re´alisation d’enqueˆtes sur les incidents et accidents d’ae´ronefs ainsi qu’au controˆle des infrastruc- tures ae´roportuaires.
§ 4. B.I.A.C. s’engage a` participer a` la mise en oeuvre du concept de
« gate-to-gate » de´fini par les Etats membres de la C.E.A.C. Ce concept vise une approche globale impliquant une transition continue entre toutes les phases d’un vol, comprenant le « gate », l’aire de trafic, les voies de circulation, la piste d’atterrissage et de de´collage, la zone d’approche de l’ae´roport et les voies ae´riennes attenantes.
Art. 8. § 1er. B.I.A.C. et Belgocontrol concluront des conventions portant sur des matie`res d’inte´reˆt commun en vue d’assurer la continuite´ et la coordination de leurs missions de service public respectives.
§ 2. B.I.A.C. fournit a` Belgocontrol, dans les sept jours de leur disponibilite´, les informations concernant les mouvements des ae´ronefs figurant en Annexe 2 au pre´sent contrat de gestion.
Art. 9. B.I.A.C. s’engage a` re´aliser ses investissements en conformite´ avec les normes nationales et internationales en matie`re d’infrastructu- res ae´roportuaires. Le maintien en service des installations et la protection de la se´curite´ des personnes sont garantis a` tout moment. Les constructions sont e´rige´es selon les re`gles de l’art.
Art. 10. § 1er. B.I.A.C. assure l’inspection ae´roportuaire et la se´curite´ au sol selon les normes et re`gles en vigueur au niveau national et international.
§ 2. Au cas ou` des autorite´s de´pen dant de l’Etat imposeraient des mesures spe´cifiques de se´curite´ plus se´ve`res que celles pre´vues dans les normes et re`gles vise´es au § 1er, l’Etat prendra a` sa charge les investissements ne´cessaires en tenant compte des Recommandations
A.C.I. en matie`re de financement de la se´curite´ ae´roportuaire.
Art. 11. § 1er. B.I.A.C. se concerte avec les autorite´s compe´tentes, notamment au niveau communal et provincial, en vue d’optimaliser les performances en matie`re de protection et de lutte contre l’incendie.
§ 2. Sans pre´ju dice de nouveaux crite`res re´glementaires e´dicte´s par les autorite´s vise´es au § 1er, B.I.A.C. veille a` ce que le de´lai de premie`re intervention en cas d’incendie dans les baˆtiments affecte´s a` l’exercice des missions de service public ne de´passe pas cinq minutes, pour chaque endroit des baˆtiments, et ce, avec un effectif et le mate´riel ade´quats.
B.I.A.C. doit veiller a` ce que le mate´riel de lutte contre l’incendie suivant, spe´cifique pour la lutte contre l’incendie dans les baˆtiments, soit pre´sent et utilisable en permanence dans l’avant-poste des pompiers (CCOT) : une autopompe mi-lourde, une voiture-e´chelle avec e´chelle adapte´e, un ve´hicule du commandant, un ve´hicule d’interven- tion sur les parkings.
B.I.A.C. veille, pour ce faire, a` ce qu’a` chaque instant, donc 24h / 24h, une permanence d’au moins 6 pompiers plein temps bien forme´s soit pre´sente pour la lutte contre l’incendie dans les baˆtiments. Ces
gebouwen. Deze brandweermannen dienen minimaal over het brevet van brandweerman, behaald in een erkend provinciaal opleidingscen- trum voor de brandweer, te beschikken, zoals voorzien in het koninklijk besluit van 19 maart 1997. Alle leden van de brandweerdienst dienen, naargelang van hun hie¨ rarchisch niveau, in de in dit koninklijk besluit voorziene opleidingen te slagen.
B.I.A.C. dient te voldoen aan bovenvermelde verplichtingen inzake personeel en materieel uiterlijk 1 jaar na de ondertekening van het beheerscontract.
Voor de controle op de naleving van de in dit artikel voorziene verplichtingen is de brandweerinspectie van het Ministerie van Bin- nenlandse Zaken bevoegd.
Indien niet wordt voldaan aan deze verplichtingen binnen 3 maand na een ingebrekestelling door de Minister van Binnenlandse Zaken, kan de Minister beslissen dat de territoriaal bevoegde brandweerdienst instaat voor de in dit artikel opgesomde verplichtingen, op kosten van B.I.A.C.
§ 3. B.I.A.C. ziet erop toe dat iedere persoon die betrokken is bij de noodplannen, een voortgezette opleiding krijgt die aangepast is aan de opdrachten die hem worden toevertrouwd, en dit in overleg met de bevoegde overheden.
§ 4. B.I.A.C. houdt permanent een ambulance met dokter en verplegend personeel ter beschikking.
§ 5. B.I.A.C. draagt zorg voor het onderhoud van het brandbestrij- dingsmateriaal zodat het gebruiksklaar blijft.
HOOFDSTUK III. — Capaciteit van de luchthaven Brussel-Nationaal
Art. 12. § 1. Met behoud onder alle omstandigheden van het huidige veiligheidsniveau, waarborgt B.I.A.C. de opgegeven capaciteit van de banen op de luchthaven Brussel-Nationaal op een niveau van 64 gecoo¨ rdineerde bewegingen per uur. Afhankelijk van de verdeling tussen vertrekkende en aankomende vluchten, kan B.I.A.C. deze capaciteit met de huidige luchthaveninfrastructuur opvoeren tot 68 gecoo¨ rdineerde bewegingen per uur.
§ 2. Zonder afbreuk te doen aan de veiligheidsdoelstellingen bedoeld in de artikelen 6, 10 en 11 en ten laatste tegen 31 december 2000, bepaalt
B.I.A.C. in samenwerking met Belgocontrol de aanpassingen aan procedures en / of infrastructuur die nodig zijn om de opgegeven capaciteit voor het gebruik van de banen op de luchthaven Brussel- Nationaal op te voeren tot 80 gecoo¨ rdineerde bewegingen per uur met behoud van het huidige veiligheidsniveau. Deze aanpassingen worden aan de Minister van Landsverdediging medegedeeld. Voor zover zij invloed kunnen hebben op de infrastructuur van de Minister van Landsverdediging of op het luchtruim bestemd voor militaire opera- ties, vormen deze aanpassingen het voorwerp van overleg met de Minister van Landsverdediging. B.I.A.C. kondigt de uitvoering van het weerhouden programma uiterlijk op 31 december 2001 aan. De aspecten van dit programma die afbreuk doen aan de infrastructuur die toebehoort aan het Ministerie van Landsverdediging of aan het luchtruim bestemd voor militaire operaties mogen niet worden uitge- voerd zonder de toestemming van de Minister van Landsverdediging. Deze toestemming wordt geacht te zijn gegeven 30 dagen na medede- ling van genoemd programma aan het Ministerie van Landsverdedi- ging.
§ 3. Afhankelijk van de volgens § 2 gedane keuzen wijzigt B.I.A.C., in voorkomend geval, de programmering van haar investeringen, onver- minderd de beslissingen van de bevoegde overheden.
Art. 13. De capaciteitswaarden bepaald in artikel 12 worden enkel gewaarborgd onder normale exploitatievoorwaarden. B.I.A.C. kan genoodzaakt zijn de opgegeven capaciteit van de luchthaven Brussel- Nationaal tijdelijk te verminderen ingevolge externe factoren zoals de uitvoering van belangrijke werken of beperkingen opgelegd door de autoriteiten verantwoordelijk voor de luchtverkeersleiding.
HOOFDSTUK IV. — Kwaliteit van dienstverlening en betrekkingen met de gebruikers
Art. 14. B.I.A.C. verbindt zich ertoe om, in overleg met het Raadgevend comite´ van de gebruikers, de kwaliteit van de dienstver- lening aan de gebruikers inzake veiligheid, beschikbaarheid en onder- houd van de installaties en de ontvangst voortdurend te verbeteren.
B.I.A.C. draagt er zorg voor dat de methoden volgens welke zij de opdrachten van openbare dienst uitvoert, evolueren in functie van de technische en economische omgeving en de ree¨le behoeften van de gebruikers.
Art. 15. B.I.A.C. is als enige verantwoordelijk ten opzichte van de Staat voor de goede uitvoering van de opdrachten van openbare dienst.
pompiers doivent au moins eˆtre en possession du brevet de pompier obtenu dans un centre de formation provincial reconnu pour pompiers, tel que pre´vu par l’arreˆte´ royal du 19 mars 1997. Tous les membres du service incendie doivent, selon leur niveau hie´rarchique, re´ussir les formations pre´vues dans cet arreˆte´.
B.I.A.C. doit satisfaire aux obligations pre´cite´es en matie`re de personnel et de mate´riel au plus tard un an apre`s la signature du contrat de gestion.
Pour le controˆle du respect des obligations pre´vues par cet article, l’inspection incendie du Ministe`re des Affaires inte´rieures est compe´- tente.
Si ces obligations n’ont pas e´te´ remplies dans les 3 mois, apre`s une mise en demeure par le Ministre de l’Inte´rieur, le Ministre peut de´cider que le service incendie territorialement compe´tent est responsable pour les obligations e´n ume´re´es dans cet article, aux frais de B.I.A.C.
§ 3. B.I.A.C. veille a` ce que toute personne concerne´e par les plans d’alarme rec¸oive une formation continue´e, ade´quate aux missions qui lui sont confie´es, et ce, en concertation avec les autorite´s compe´tentes.
§ 4. B.I.A.C. assure en permanence la disponibilite´ d’une ambulance accompagne´e d’un me´decin et de son personnel infirmier.
§ 5. B.I.A.C. prend soin de l’entretien des e´quipements de lutte contre l’incendie de manie`re a` pre´server leur ope´rationnalite´.
CHAPITRE III. — Capacite´ de l’a´eroport de Bruxelles-National
Art. 12. § 1er. En maintenant en toute circonstance le niveau de se´curite´ actuel, B.I.A.C. garantit la capacite´ de´clare´e des pistes a` l’ae´roport de Bruxelles-National de 64 mouvements coordonne´s par heure. En fonction de la re´partition entre les de´parts et les arrive´es,
B.I.A.C. pourra porter cette capacite´ a` 68 mouvements coordonne´s par heure avec l’infrastructure ae´roportuaire actuelle.
§ 2. Sans pre´ju dice des objectifs de se´curite´ vise´s aux articles 6, 10 et
11 et au plus tard pour le 31 décembre 2000, B.I.A.C. de´finit, en collaboration avec Belgocontrol, les adaptations proce´d urales et / ou d’infrastructure ne´cessaires a` porter la capacite´ de´clare´e d’utilisation des pistes a` l’ae´roport de Bruxelles-National a` 80 mouvements coordonne´s par heure avec maintien du niveau de se´curite´ actuel. Les adaptations de´finies sont communique´es au Ministre de la De´fense nationale. Dans la mesure ou` elles sont susceptibles d’avoir une incidence sur les infrastructures appartenant au Ministe`re de la De´fense nationale ou sur l’espace ae´rien re´serve´ aux ope´rations militaires, ces adaptations font l’objet d’une concertation avec le Ministre de la De´fense nationale. B.I.A.C. annonce la mise en oeuvre du programme retenu au plus tard pour le 31 décembre 2001. Les aspects de ce programme qui portent atteinte aux infrastructures appartenant au Ministe`re de la De´fense nationale ou a` l’espace ae´rien re´serve´ aux ope´rations militaires ne peuvent eˆtre mis en oeuvre sans l’accord du Ministre de la De´fense nationale. Cet accord est re´pute´ acquis 30 jours apre`s la communication dudit programme au Ministre de la De´fense nationale.
§ 3. En fonction des choix ope´re´s en vertu du § 2, B.I.A.C. modifie, le cas e´che´ant, la programmation de ses investissements, sans pre´ju dice des de´cisions des autorite´s compe´tentes.
Art. 13. Les valeurs de capacite´ pre´vues a` l’article 12 ne sont garanties que pour des conditions normales d’exploitation. B.I.A.C. pourra eˆtre contrainte de re´d uire temporairement la capacite´ de´clare´e de l’ae´roport de Bruxelles-National en raison de facteurs exoge`nes tels que l’exe´cu- tion de travaux significatifs ou des limitations impose´es par les autorite´s responsables du controˆle ae´rien.
CHAPITRE IV. — Qualite´ du service et relations avec les usagers
Art. 14. B.I.A.C. s’engage, en concertation avec le Comite´ consultatif des usagers, a` ame´liorer en permanence la qualite´ du service offert aux usagers en ce qui concerne la se´curite´, la disponibilite´ et l’entretien des installations et l’accueil. Elle veille a` ce que les me´thodes selon lesquelles elle exe´cute les missions de service public e´voluent en fonction de l’environnement technique et e´conomique et des besoins re´els des usagers.
Art. 15. B.I.A.C. reste seule responsable vis-a`-vis de l’Etat de la bonne exe´cution des missions de service public.
Art. 16. § 1. De efficie¨ ntie van het luchthavenbeheer wordt gemeten aan de hand van een reeks kwaliteitsindicatoren die ten minste volgende elementen omvatten :
1˚ wachttijden bij de controle van passagiers en handbagage;
2˚ wachttijden bij het inchecken;
3˚ wachttijden bij het afhalen van de ruimbagage;
4˚ de tevredenheidsgraad bij het aanmeren van luchtvaartuigen; 5˚ de beschikbaarheidsgraad van banen en rolbanen;
6˚ het aantal en de aard van de ongevallen en incidenten op het tarmac.
De analyse van deze kwaliteitsindicatoren zal geschieden in statis- tisch representatieve termen.
§ 2. B.I.A.C. zal ten laatste tegen 31 december 1999 een rapport opstellen over de efficie¨ ntie van het luchthavenbeheer. Na de voltooiing van dit eerste rapport zullen de partijen de doelstellingen vastleggen voor de overige jaren die door dit beheerscontract worden gedekt. Deze doelstellingen dienen te worden bepaald uitgaande van een « benchmar- king », aan de hand van alle pertinente indicatoren, ten opzichte van de luchthavens van Frankfurt, Amsterdam, London Heathrow en Paris Xxxxxxx xx Xxxxxx. Een analyse- en evaluatieverslag zal elk jaar op 31 mei aan de Minister worden overgemaakt. De doelstellingen zelf worden ingeschreven in een addendum bij dit beheerscontract.
Art. 17. B.I.A.C. verstrekt aan haar voltallig personeel een continue operationele opleiding en besteedt hieraan jaarlijks een bedrag dat overeenstemt met ten minste 2,5 procent van haar loonmassa.
HOOFDSTUK V. — Tarifering,
financie¨le betrekkingen met de Staat en ondernemingsplan
Art. 18. § 1. B.I.A.C. heft voor elke landing en elke opstijging een vergoeding waarvan het bedrag gelijk is aan het produkt van de formule T x P x W x K, waarin :
— T het eenheidstarief van de vergoeding is;
— P een piekcoe¨fficie¨ nt is;
— W het gewicht van het luchtvaartuig is, uitgedrukt in ton;
— K een modulatiecoe¨fficie¨ nt is, varie¨ rend in functie van het tijdstip waarop de landing of de opstijging plaatsheeft, enerzijds, en de geluidscategorie waartoe het luchtvaartuig behoort, anderzijds.
De vergoeding voor elke landing of opstijging bedraagt minimum 400 frank. Het eenheidstarief (T) van de vergoeding is vastgesteld op maximum 68,5 frank. De piekcoe¨fficie¨ nt (P) bedraagt 1. Deze coe¨fficie¨ nt bedraagt 1,5 tijdens de volgende perioden :
— van maandag tot en met vrijdag, tussen 8 uur en 11 uur (lokale tijd) en tussen 17 uur en 20 uur (lokale tijd);
— tussen 1 uur en 5 uur (lokale tijd).
Het gewicht (W) bedraagt maximum 6 ton. Dit minimum wordt op 25 ton gebracht van maandag tot en met vrijdag, tussen 8 uur en 11 uur en tussen 17 uur en 20 uur (lokale tijd). Het gewicht (W) bedraagt maximum 175 ton, behalve :
— van maandag tot en met vrijdag, tussen 8 uur en 11 uur en tussen 17 uur en 20 uur (lokale tijd);
— tussen 23 uur en 6 uur (lokale tijd).
Geluidscategorie van het luchtvaartuig | Landing of opstij- ging uitgevoerd tussen 6 uur en 23 uur (lokale tijd) | Landing of opstijging uitgevoerd tussen 23 uur en 6 uur (lokale tijd) | Cate´gorie acoustique de l’ae´ronef | A tt e rr i ss ag e o u de´collage effectue´ entre 6 heures et 23 heures (heure locale) | A tt e rr i ss ag e o u de´collage effectue´ entre 23 heures et 6 heures (heure locale) |
1 | 1,30 | 2,00 | 1 | 1,30 | 2,00 |
2 | 1,20 | 1,60 | 2 | 1,20 | 1,60 |
3 | 1,00 | 1,40 | 3 | 1,00 | 1,40 |
4 | 0,9 | 1,20 | 4 | 0,9 | 1,20 |
5 | 0,85 | 1,00 | 5 | 0,85 | 1,00 |
De modulatiecoe¨fficie¨ nt (K) van de vergoeding wordt bepaald volgens de hierna weergegeven tabel :
Het voor de landing in aanmerking te nemen uur is dat van het tijdstip waarop het luchtvaartuig de grond raakt. Het voor de opstijging in aanmerking te nemen uur is dat van het tijdstip waarop het luchtvaartuig de grond verlaat.
Art. 16. § 1er. L’efficacite´ de la gestion ae´roportuaire est mesure´e par un ensemble d’indicateurs de qualite´ comprenant au moins :
1˚ le temps d’attente au controˆle des passagers et des bagages a` mains;
2˚ le temps d’attente a` l’enregistrement;
3˚ le temps d’attente a` la re´cupe´ration des bagages de soutes; 4˚ le taux de satisfaction d’accostage des ae´ronefs;
5˚ le niveau de disponibilite´ des pistes et taxiways;
6˚ le nombre et la nature des accidents et incidents sur le tarmac.
L’analyse de ces indicateurs de qualite´ se fera en termes statistique- ment repre´sentatifs.
§ 2. B.I.A.C. e´tablira pour le 31 décembre 1999 au plus tard un rapport sur l’efficacite´ de la gestion ae´roportuaire. Au terme de ce premier rapport, les parties fixeront les objectifs a` atteindre pour les anne´es ulte´rieures couvertes par le pre´sent contrat de gestion. Ces objectifs seront de´termine´s a` partir d’un « benchmarking », base´ sur l’ensemble des indicateurs pertinents, par rapport aux ae´roports de Francfort, Amsterdam, Londres Heathrow et Paris Xxxxxxx xx Xxxxxx. Un rapport d’analyse et d’e´valuation sera pre´sente´ au Ministre le 31 mars de chaque anne´e. Les objectifs eux-meˆmes seront inclus dans un avenant au pre´sent contrat de gestion.
Art. 17. B.I.A.C. assure a` l’entie`rete´ de son personnel une formation ope´rationnelle continue et y consacre un montant annuel e´quivalent a` au moins 2,5 pour-cent de sa masse salariale.
CHAPITRE V. — Tarification, relations financie`res avec l’Etat et plan d’entreprise
Art. 18. § 1er. B.I.A.C. perc¸oit pour chaque atterrissage et pour chaque de´collage une redevance dont le montant est e´gal au produit de la formule T x P x W x K, dans laquelle :
— T est le tarif unitaire de la redevance;
— P est un coefficient de pointe;
— W est le poids de l’ae´ronef exprime´ en tonnes;
— K est un coefficient de modulation variant en fonction, d’une part, du moment ou` a lieu l’atterrissage ou le de´collage et, d’autre part, de la cate´gorie acoustique a` laquelle appartient l’ae´ronef.
La redevance pour chaque atterrissage et de´collage s’e´le`ve a` 400 francs minimum. Le tarif unitaire (T) de la redevance est fixe´ a` 68,5 francs maximum. Le coefficient de pointe (P) s’e´le`ve a` 1. Ce meˆme coefficient s’e´le`ve a` 1,5 durant les pe´riodes suivantes :
— du lundi au vendredi inclus, entre 8 heures et 11 heures (heure locale) et entre 17 heures et 20 heures (heure locale);
— entre 1 heure et 5 heures (heure locale).
Le poids (W) s’e´le`ve a` 6 tonnes minimum. Le minimum est porte´ a` 25 tonnes du lundi au vendredi inclus, entre 8 heures et 11 heures et entre 17 heures et 20 heures (heure locale). Le poids (W) s’e´le`ve a` 175 tonnes maximum excepte´ :
— du lundi au vendredi inclus, entre 8 heures et 11 heures et entre 17 heures et 20 heures (heure locale);
— entre 23 heures et 6 heures (heure locale).
Le coefficient de modulation (K) de la redevance est de´termine´ selon le tableau ci-dessous :
L’heure prise en compte pour l’atterrissage est celle du moment ou` l’ae´ronef touche le sol. L’heure prise en compte pour le de´collage est celle du moment ou` l’ae´ronef quitte le sol.
De luchtvaartuigen worden ingedeeld in vijf geluidscategoriee¨ n. De methoden tot vaststelling van deze categoriee¨ n worden uiteengezet in Bijlage 3 bij dit beheerscontract. Elk luchtvaartuig waarvan de exploi- tant de documenten noodzakelijk voor de indeling ervan overmaakt aan B.I.A.C., wordt in een geluidscategorie ingedeeld. De eerste indeling in een geluidscategorie van een luchtvaartuig of de verande- ring van geluidscategorie van een luchtvaartuig gaat in op de eerste dag van de maand volgend op de ontvangst van de vereiste documen- ten. Elk luchtvaartuig waarvan de exploitant de documenten noodza- kelijk voor de indeling ervan niet aan B.I.A.C. heeft overgemaakt, wordt ingedeeld in categorie 1 behalve wanneer het een schroefvlieg- tuig van maximum 9 ton betreft, dat in voorkomend geval wordt ingedeeld in categorie 3.
V | Procentuele vermindering | V | Pourcentage de réduction | ||||
0 ≤ P ≤ 500 | 500 < P ≤ 1000 | 0 ≤ P ≤ 500 | 500 < P ≤ 1000 | ||||
Europese | V ≥ 10 | 60% | 30% | Vols | V ≥ 10 | 60% | 30% |
vluchten | 5 ≤ V < 10 | 30% | — | europe´ens | 5 ≤ V < 10 | 30% | — |
Intercontinentale | V ≥ 5 | 60% | 30% | Vols | V ≥ 5 | 60% | 30% |
vluchten | 3 ≤ V < 5 | 60% | — | intercontinentaux | 3 ≤ V < 5 | 60% | — |
§ 2. Het bedrag van de landings- en opstijgingsvergoedingen dat een exploitant verschuldigd is voor een seizoen, wordt verminderd voor de vluchten en volgens de modaliteiten gespecificeerd in de hierna weergegeven tabel. De vermindering wordt toegepast op de passagiers- en volvrachtvluchten die worden uitgevoerd tussen 6 uur en 23 uur (lokale tijd), voor zover zij niet worden uitgevoerd met toestellen die vallen onder « Chapter 2 » volgens bijlage 16 bij de Overeenkomst van Chicago.
« V » is het gemiddeld aantal rechtstreekse vluchten, zonder over- stap, per week uitgevoerd door een exploitant naar een bepaalde bestemming, gedurende ten minste 20 weken tijdens het winterseizoen en gedurende ten minste 27 weken tijdens het zomerseizoen.
« P » is het gemiddeld aantal lokale passagiers per week dat tijdens een seizoen naar een bepaalde bestemming wordt vervoerd door alle exploitanten samen. Het aantal lokale passagiers is het totaal aantal vertrekkende passagiers, verminderd met het aantal transferpassagiers.
Een Europese vlucht is een vlucht naar een bestemming gelegen in een gebied dat in het document 7910 / 84 van de I.C.A.O. als « E » of
« L » wordt geclassificeerd.
Het seizoen is het zomerseizoen (30 weken) of het winterseizoen (22 weken), zoals het wordt vastgesteld in de dienstregeling van de luchtvervoerders.
Art. 19. Voor luchtvaartuigen die door de Minister opgelegde vluchten uitvoeren met het oog op de training van de bemanning, en voor luchtvaartuigen die proefvluchten uitvoeren met het oog op de uitreiking, de hernieuwing of de teruggave van het bewijs van luchtwaardigheid, worden de vergoedingen bedoeld in artikel 18 met 80 procent verminderd, zonder lager te mogen zijn dan het in artikel 18,
§ 1, bepaalde minimum. Deze vermindering wordt niet toegekend van maandag tot en met vrijdag, tussen 8 uur en 11 uur en tussen 17 uur en 20 uur (lokale tijd).
Art. 20. De vergoeding voor het stationeren van een luchtvaartuig is vastgesteld op een vast bedrag van 229 frank, vermeerderd met 6 frank per ton en per uur. Deze vergoeding wordt slechts geheven indien er ononderbroken langer dan acht uur gestationeerd wordt voor volvracht- luchtvaartuigen en ononderbroken langer dan vier uur voor de andere luchtvaartuigen. Deze vergoeding is evenwel niet verschuldigd voor de periode tussen 23 uur en 6 uur (lokale tijd).
Art. 21. § 1. De vergoeding voor het gebruik van de ten behoeve van de passagiers aangebrachte installaties bedraagt 533 frank per vertrek- kende passagier, ook wanneer deze nog dezelfde dag een terugvlucht uitvoert. De vergoeding verschuldigd door de passagier wordt door tussenkomst van de exploitant van het luchtvaartuig geheven en het bedrag ervan wordt afzonderlijk op het vervoerbewijs vermeld.
§ 2. De in § 1 bedoelde vergoeding is niet verschuldigd voor : 1˚ kinderen onder de twee jaar;
2˚ a) de transit-passagiers die hun reis voortzetten met hetzelfde luchtvaartuig (of met een vervangluchtvaartuig dat ingezet is wegens een technisch defect van het eerste luchtvaartuig) of met een vlucht die hetzelfde nummer draagt als de vlucht van aankomst;
b) de transfer-passagiers die na een landing hun luchtreis met een ander luchtvaartuig voortzetten en op dezelfde kalenderdag terug vertrekken;
3˚ de bemanningsleden die verantwoordelijk zijn voor het luchtvaar- tuig;
4˚ de passagiers die zich niet naar het buitenland begeven;
5˚ de passagiers van de luchtvaartuigen bedoeld in artikel 24.
Les ae´ronefs sont classe´s en cinq cate´gories acoustiques. Les me´tho- des permettant de de´terminer ces cate´gories sont expose´es dans l’Annexe 3 au pre´sent contrat de gestion. Tout ae´ronef dont l’exploitant fournit a` B.I.A.C. les documents ne´cessaires a` son classement est classe´ dans une cate´gorie acoustique. La premie`re classification d’un ae´ronef dans une cate´gorie acoustique ou le changement de cate´gorie acousti- que d’un ae´ronef intervient le premier jour du mois qui suit la re´ception des documents ne´cessaires. Tout ae´ronef dont l’exploitant n’a pas fourni a` B.I.A.C. les documents ne´cessaires a` son classement est classe´ dans la cate´gorie 1 sauf s’il s’agit d’un ae´ronef a` he´lices de maximum 9 tonnes auquel cas il sera classe´ en cate´gorie 3.
§ 2. Le montant des redevances d’atterrissage et de de´collage d uˆ par un exploitant pour une saison est diminue´ pour les vols et selon les modalite´s spe´cifie´s dans le tableau ci-dessous. La diminution est applique´e pour les vols passagers et les vols tout-cargo effectue´s entre 6 heures et 23 heures (heure locale), pour autant qu’ils ne soient pas effectue´s avec des appareils qui sont classe´s « Chapter 2 » selon l’annexe 16 a` la Convention de Chicago.
« V » est le nombre moyen de vols directs, sans changement d’avion, par semaine ope´re´s par un exploitant vers une destination de´termine´e, pendant au moins 20 semaines lors de la saison d’hiver et pendant au moins 27 semaines lors de la saison d’e´te´.
« P » est le nombre moyen de passagers locaux transporte´s par semaine vers une destination de´termine´e par l’ensemble des exploi- tants. Le nombre de passagers locaux est le nombre total de passagers au de´part, diminue´ du nombre de passagers en transfert.
Un vol europe´en est un vol vers une destination situe´e dans une re´gion classifie´e comme « E » ou « L » dans le document 7910 / 84 de l’O.A.C.I.
La saison est la saison d’e´te´ (30 semaines) ou d’hiver (22 semaines), telle qu’elle est e´tablie dans les horaires des transporteurs ae´riens.
Art. 19. Pour les ae´ronefs qui effectuent des vols impose´s par le Ministre en vue de l’entraˆınement de l’e´quipage et pour les ae´ronefs qui effectuent des vols d’essai en vue de la de´livrance, du renouvellement ou de la restitution du certificat de navigabilite´, les redevances vise´es a` l’article 18 sont re´d uites de 80 pour-cent, sans pouvoir eˆtre infe´rieures au minimum pre´vu a` l’article 18, § 1er. Cette re´d uction n’est pas accorde´e du lundi au vendredi inclus, entre 8 heures et 11 heures et entre 17 heures et 20 heures (heure locale).
Art. 20. La redevance pour le stationnement d’un ae´ronef est fixe´e a` un taux fixe de 229 francs, majore´ de 6 francs par tonne et par heure. Cette redevance n’est perc¸ ue que si le stationnement de´passe huit heures ininterrompues pour les ae´ronefs tout-cargo et quatre heures ininterrompues pour les autres ae´ronefs. La redevance n’est pas due pour la pe´riode entre 23 heures et 6 heures (heure locale).
Art. 21. § 1er. La redevance due pour l’utilisation des installations ame´nage´es a` l’intention des passagers est fixe´e a` 533 francs par passager partant, meˆme si celui-ci effectue un vol retour le meˆme jour. La redevance due par le passager est perc¸ ue par l’interme´diaire de l’exploitant de l’ae´ronef et son montant fait l’objet d’une mention spe´ciale sur le titre de transport.
§ 2. La redevance vise´e au § 1er n’est pas due pour : 1˚ les enfants de moins de deux ans;
2˚ a) les passagers en transit qui poursuivent leur voyage avec le meˆme xxxxxxxx (ou avec un ae´ronef de remplacement mis en ligne a` la suite d’une de´ficience technique du premier ae´ronef) ou avec un vol qui porte le meˆme nume´ro que celui d’arrive´e;
b) les passagers en transfert qui continuent apre`s l’atterrissage leur voyage ae´rien avec un autre ae´ronef et repartent le meˆme jour calendrier;
3˚ les membres de l’e´quipage en charge de l’ae´ronef;
4˚ les passagers qui ne se rendent pas a` l’e´tranger; 5˚ les passagers des ae´ronefs vise´s a` l’article 24.
Art. 22. § 1. Voor het inschepen of ontschepen van passagiers door middel van loopbruggen mag B.I.A.C. bij elk vertrek en bij elke aankomst een vergoeding heffen van maximum 1.203 frank per vaste loopbrug en van maximum 1.582 frank per telescopische loopbrug.
§ 2. Indien een luchtvaartuig tussen 6 uur en 23 uur (lokale tijd) langer dan zes uur wordt gestationeerd op een standplaats die is uitgerust met een loopbrug zonder dat deze voor het inschepen of ontschepen van passagiers wordt gebruikt, is de exploitant van het luchtvaartuig een vergoeding verschuldigd van 500 frank per uur vanaf het begin van de stationering, zonder dat het totale bedrag van deze vergoeding meer mag bedragen dan het dubbele van de i n § 1 bepaalde bedragen.
Passagiers (maximum) | Loopbrug (per beweging) | Koellucht en elektriciteit ( per k w artier, mini- mum vier) | Passagers (maximum) | Passerelle (par mouvement) | Air pre´con ditionne´ et e´lec- t r ici t e´ ( p a r q u a r t d’heure, avec un mini- mum de quatre) |
< 100 | 1.144 frank | 311 frank | < 100 | 1.144 francs | 311 francs |
< 160 | 2.289 frank | 311 frank | < 160 | 2.289 francs | 311 francs |
< 240 | 3.433 frank | 496 frank | < 240 | 3.433 francs | 496 francs |
> 240 | 4.577 frank | 682 frank | > 240 | 4.577 francs | 682 francs |
§ 3. In afwijking van § 1 wordt per ter beschikking gestelde loopbrug met gekoelde lucht en elektriciteit een vergoeding vastgesteld waarvan het samengestelde bedrag afhangt van de maximum capaciteit van het luchtvaartuig in passagiers, volgens de hierna weergegeven tabel :
Art. 23. De vergoedingen voor het bevoorraden van luchtvaartuigen met brandstof bedragen 0,20 frank per liter aan boord geladen brandstof en 30.000 frank per jaar per vast of verplaatsbaar bevoorra- dingstoestel.
Art. 24. Van de vergoedingen bedoeld in de artikelen 18, 20, 21 en 22 wordt vrijgesteld het gebruik van de luchthaveninfrastructuur door luchtvaartuigen :
1˚ aangewend voor het uitsluitend vervoer van Staatshoofden of Regeringsleden in functie, met hun gevolg;
2˚ ter gelegenheid van niet-commercie¨le vluchten met een uitzonder- lijk humanitair karakter of met een luchtvaartpropagandistisch karak- ter zonder winstoogmerk;
3˚ die vluchten uitvoeren op verzoek van de Minister of zijn gemachtigde;
4˚ bestuurd door personeelsleden van Belgocontrol of van het Bestuur van de Luchtvaart;
5˚ die noodgedwongen terugkeren;
6˚ die vluchten uitvoeren met het doel ijkingen of metingen te verrichten voor rekening van Belgocontrol.
Art. 25. § 1. Het gebruik van de luchthaveninfrastructuur door Belgische militaire luchtvaartuigen is vrijgesteld van de vergoedingen bedoeld in artikel 18. Buitenlandse militaire luchtvaartuigen kunnen van dezelfde vrijstelling genieten indien de Staat waaronder zij ressorteren, een gelijkaardige behandeling verleent aan Belgische militaire luchtvaartuigen op basis van behoorlijk vastgestelde weder- kerigheid.
§ 2. Onverminderd de vrijstelling bepaald in § 1, worden vermin- derde of forfaitaire vergoedingen geheven voor het gebruik van de luchthaveninfrastructuur door Staatsluchtvaartuigen.
Art. 26. § 1. Het gewicht van het luchtvaartuig dat tot grondslag dient voor het berekenen van de vergoedingen bedoeld in de artikelen 18 en 20, is het hoogst toegelaten startgewicht vermeld in het bewijs van luchtwaardigheid, de vlieghandleiding of in elk ander bij het bewijs van luchtwaardigheid behorend bescheid.
§ 2. Voor de berekening van de vergoedingen bedoeld in de artikelen 18, 20 en 22, wordt elk gedeelte van een ton gerekend voor een volle ton, elk gedeelte van een dag voor een volle dag en elk gedeelte van een uur voor een vol uur.
§ 3. In de vergoedingen bedoeld in dit beheerscontract is de eventuele belasting over de toegevoegde waarde niet inbegrepen.
Art. 27. De vergoedingen bedoeld in de artikelen 18, 20, 21 en 22,
§§ 1 en 3, kunnen worden gekoppeld aan het in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakte indexcijfer van de consumptieprijzen van de maand december 1996. Deze eventuele aanpassing wordt uitgevoerd op 1 januari van ieder jaar naar evenredigheid van het indexcijfer van de voorafgaande maand december. De aldus verkregen bedragen worden afgerond op de hogere of de lagere frank of, wat de in arti- kel 21 bedoelde vergoeding betreft, op het hoger of het lager tiental. De aangepaste bedragen worden slechts toegepast vanaf 1 april die erop volgt.
Art. 22. § 1er. Pour l’embarquement ou le de´barquement des passagers au moyen de passerelles, B.I.A.C. peut percevoir lors de chaque de´part et de chaque arrive´e une redevance maximale de
1.203 francs par passerelle fixe et de 1.582 francs par passerelle te´le´scopique.
§ 2. Lorsqu’entre 6 heures et 23 heures (heure locale), un ae´ronef est stationne´ plus d’une heure a` un emplacement e´quipe´ d’une passerelle, sans que celle-ci ne soit utilise´e lors de l’embarquement ou le de´barquement des passagers, l’exploitant de l’ae´ronef est soumis a` une redevance de 500 francs par heure a` compter du de´but du stationne- ment, sans que le montant total de cette redevance ne puisse de´passer le double des montants fixe´s au § 1er.
§ 3. Par de´rogation au § 1er, une redevance est fixe´e pour la mise a` disposition d’une passerelle e´quipe´e d’air pre´con ditionne´ et d’e´lectri- cite´ dont le montant combine´ tient compte de la capacite´ maximale de l’ae´ronef en termes de passagers, selon le tableau ci-dessous :
Art. 23. Les redevances dues pour le ravitaillement des ae´ronefs en carburant sont fixe´es a` 0,20 franc par litre de carburant charge´ a` bord et a` 30.000 francs par an par poste fixe ou mobile de distribution.
Art. 24. Est exone´re´e des redevances vise´es aux articles 18, 20, 21 et 22 l’utilisation des infrastrustures ae´roportuaires par les ae´ronefs :
1˚ utilise´s pour le transport exclusif de Chefs d’Etat ou de membres de Gouvernements en fonction et leur suite;
2˚ a` l’occasion de vols non commerciaux ayant un caracte`re humanitaire exceptionnel ou de propagande ae´ronautique sans but lucratif;
3˚ effectuant des vols a` la demande du Ministre ou de son de´le´gue´;
4˚ pilote´s par des agents de Belgocontrol ou de l’Administration de l’Ae´ronautique;
5˚ effectuant un retour force´;
6˚ effectuant des vols de calibration ou de mesure pour le compte de Belgocontrol.
Art. 25. § 1er. Est exone´re´e des redevances vise´es a` l’article 18 l’utilisation des infrastrustures ae´roportuaires par les ae´ronefs militai- res belges. Les ae´ronefs militaires e´trangers peuvent jouir de la meˆme exone´ration lorsque l’Etat dont ces ae´ronefs rele`vent accorde un traitement similaire aux ae´ronefs militaires belges sur base d’une re´ciprocite´ d uˆ ment constate´e.
§ 2. Sans pre´ju dice de l’exone´ration pre´vue au § 1er, des redevances moindres ou forfaitaires sont perc¸ ues pour l’utilisation des infrastruc- tures ae´roportuaires par des ae´ronefs d’Etat.
Art. 26. § 1er. Le poids de l’ae´ronef servant de base au calcul des redevances vise´es aux articles 18 et 20 est le poids maximum autorise´ au de´collage indique´ dans le certificat de navigabilite´, le manuel de vol ou tout autre document annexe´ au certificat de navigabilite´.
§ 2. Pour le calcul des redevances vise´es aux articles 18, 20 et 22, toute fraction de tonne est compte´e comme une tonne entie`re, toute fraction de jour est compte´e comme un jour entier et toute fraction d’heure est compte´e comme une heure entie`re.
§ 3. Les redevances vise´es au pre´sent contrat de gestion ne comprennent pas l’e´ventuelle taxe sur la valeur ajoute´e.
Art. 27. Les redevances vise´es aux articles 18, 20, 21 et 22, §§ 1er et 3, peuvent eˆtre lie´es a` l’indice des prix a` la consommation publie´ au Moniteur belge du mois de décembre 1996. Cette adaptation e´ventuelle est effectue´e le 1er janvier de chaque anne´e proportionnellement a` l’indice des prix du mois de décembre pre´ce´dent. Les montants ainsi obtenus sont arrondis au franc supe´rieur ou infe´rieur ou, en ce qui concerne la redevance vise´e a` l’article 21, a` la dizaine supe´rieure ou infe´rieure. Les montants adapte´s ne sont d’application qu’a` partir du 1er avril suivant.
Art. 28. § 1. B.I.A.C. maakt haar nominale vergoedingen bekend in het Belgisch Staatsblad en in de A.I.P.
§ 2. B.I.A.C. zal in haar tariferingsbeleid en, in voorkomend geval, in het toepassen van kortingen volgens het volume van transacties of van promotietarieven, de principes van transparantie en niet-discriminatie eerbiedigen.
§ 3. De partijen zullen een nieuw stelsel van vergoedingen en indexatie vaststellen tegen 31 december 2000. Dit dient rekening te houden met de ontwikkeling van de luchthavenpraktijk en van de investeringsprogramma’s inzake infrastructuur en milieu, met de dubbele verplichting tot behoud van :
— het concurrentievermogen ten opzichte van de luchthavens van Frankfurt, Amsterdam, London Heathrow en Paris Xxxxxxx xx Xxxxxx;
— een beboetingssysteem voor lawaaierige vliegtuigen.
§ 4. B.I.A.C. licht Belgocontrol in over de toepassing van elke procedure tot wijziging van haar vergoedingsstelsel.
Art. 29. De opdrachten van openbare dienst geven geen aanleiding tot enige Staatssubsidie ten voordele van B.I.A.C. Deze laatste is de Staat geen enkele retributie of vergoeding verschuldigd uit hoofde van de opdrachten en rechten die haar zijn toegewezen door de wet van 21 maart 1991, de wet van 19 december 1997 tot rationalisering van het beheer van de luchthaven Brussel-Nationaal en de uitvoeringsbesluiten ervan of door dit beheerscontract.
Art. 30. § 1. De raad van bestuur van B.I.A.C. neemt een onderne- mingsplan over vijf jaar aan dat de doelstellingen en de strategie van
B.I.A.C. op middellange termijn bepaalt. Elk jaar actualiseert de Raad het ondernemingsplan en past het desgevallend aan aan de wijzigingen die zich hebben voorgedaan.
§ 2. Het ondernemingsplan van B.I.A.C. bevat ten minste de volgende elementen, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen de gegevens betreffende de opdrachten van openbare dienst en deze betreffende de andere activiteiten :
1˚ een analyse van de strategische omgeving van de onderneming, met inbegrip van de evolutie van de belangrijkste luchthavens van de buurlanden;
2˚ de formulering van de doelstellingen van de onderneming en van de middelen die dienen te worden ingezet overeenkomstig de hierna- volgende punten;
3˚ een analyse van de sterke en zwakke punten van de onderneming en van de lopende herstructurering van B.I.A.C.;
4˚ een beschrijving van de bestaande en toekomstige situatie inzake verkeer van vliegtuigen, passagiers en vracht, de capaciteit van de luchthaven en de toegankelijkheid ervan, commercie¨le activiteiten, nieuwe produkten en het beheer van de dochterondernemingen;
5˚ een beschrijving van de menselijke en materie¨le hulpmiddelen (met opgave van het investeringsplan en de lopende uitgaven) die moeten worden ingezet om de doelstellingen te verwezenlijken en om de voorgestelde strategie uit te voeren;
6˚ een financieel plan dat ten minste de economische hypothesen omvat, alsook een prefiguratie van de balansen en resultatenrekeningen en het thesauriebudget.
§ 3. De elementen van het ondernemingsplan die betrekking hebben op de uitvoering van de opdrachten van openbare dienst, en elke wijziging van deze elementen worden ter goedkeuring voorgelegd aan de Minister uiterlijk op 1 juli van het jaar dat voorafgaat aan het eerste boekjaar waarop het plan slaat, of van het jaar van wijziging, naargelang van het geval. Indien bepaalde elementen van het onder- nemingsplan invloed kunnen hebben op de infrastructuur van de Minister van Landsverdediging of op het luchtruim bestemd voor militaire operaties, legt de Minister deze elementen onverwijld aan de Minister van Landsverdediging voor met het oog op het bekomen van zijn akkoord met betrekking tot deze elementen. De goedkeuring van de Minister wordt geacht te zijn gegeven bij ontstentenis van een stellingname van zijn kant vo´o´ r 1 oktober van het betreffende jaar. Het eerste ondernemingsplan zal aan de Minister worden voorgelegd binnen de twee maanden na de inwerkingtreding van dit beheerscon- tract en de goedkeuring ervan door de Minister wordt geacht te zijn gegeven bij ontstentenis van een stellingname van zijn kant binnen de 15 dagen te rekenen vanaf de datum van ontvangst van het plan.
§ 4. Bij het opstellen van haar ondernemingsplan doet B.I.A.C. de bedragen en de aard van de investeringen ter bestrijding van geluids- hinder, enerzijds, en inzake andere vormen van milieuhinder, ander- zijds, duidelijk tot uiting komen in de geprogrammeerde jaarlijkse investeringen.
Art. 31. De raad van bestuur van B.I.A.C. keurt het jaarverslag bedoeld in artikel 23, § 5, van de wet van 21 maart 1991 goed en legt het aan de Minister voor ten laatste op 31 mei van elk jaar.
Art. 28. § 1er. B.I.A.C. publie ses redevances nominales au Moniteur belge et dans l’A.I.P.
§ 2. Dans sa politique tarifaire et, le cas e´che´ant, dans l’application de re´d uctions lie´es au volume d’affaires ou de tarifs de promotion, B.I.A.C. respectera les principes de transparence et de non discrimination.
§ 3. Les parties de´termineront un nouveau syste`me de redevances et d’indexation pour le 31 décembre 2000. Celui-ci devra tenir compte de l’e´volution des pratiques ae´roportuaires et des programmes d’investis- sements en matie`re d’infrastructure et d’environnement, sous la double contrainte du maintien :
— de la compe´titivite´ par rapport aux ae´roports de Francfort, Amsterdam, Londres Xxxxxxxx et Paris Xxxxxxx xx Xxxxxx;
— d’un syste`me de pe´nalisation des avions bruyants.
§ 4. B.I.A.C. informe Belgocontrol de la mise en oeuvre de toute proce´d ure visant a` modifier son syste`me de redevances.
Art. 29. Les missions de service public ne donnent lieu a` aucune subvention de l’Etat en faveur de B.I.A.C. Celle-ci n’est redevable a` l’Etat d’aucune re´tribution ou indemnite´ en raison des missions et droits qui lui sont confe´re´s par la loi du 21 mars 1991, la loi du
19 décembre 1997 visant a` rationaliser la gestion de l’ae´roport de Bruxelles-National et ses arreˆte´s d’exe´cution ou le pre´sent contrat de gestion.
Art. 30. § 1er. Le conseil d’administration de B.I.A.C. adopte un plan d’entreprise quinquennal fixant les objectifs et la strate´gie a` moyen terme de B.I.A.C. Chaque anne´e, le conseil actualise le plan d’entreprise et, le cas e´che´ant, l’adapte aux changements intervenus.
§ 2. Le plan d’entreprise de B.I.A.C. comprend au moins les e´le´ments suivants, en distinguant les donne´es relatives aux missions de service public de celles relatives aux autres activite´s :
1˚ une analyse de l’environnement strate´gique de l’entreprise, y compris de l’e´volution des principaux ae´roports des pays voisins;
2˚ la formulation des objectifs de l’entreprise et des moyens a` mettre en oeuvre conforme´ment aux points ci-dessous;
3˚ une analyse des points forts et des points faibles de l’entreprise et de la restructuration en cours de B.I.A.C.;
4˚ une description de la situation actuelle et future en matie`re de trafic des ae´ronefs, de passagers et de fret, de capacite´ de l’ae´roport et de ses acce`s, d’activite´s commerciales, de nouveaux produits et de gestion des filiales;
5˚ une description des ressources humaines et mate´rielles (avec indication du plan d’investissement et des de´penses courantes) a` mettre en oeuvre en vue de re´pon dre aux objectifs et d’exe´cuter la strate´gie propose´e;
6˚ un plan financier comprenant au moins les hypothe`ses e´conomi- ques, une pre´figuration des bilans et comptes de re´sultats et le budget de tre´sorerie.
§ 3. Les e´le´ments du plan d’entreprise qui concernent l’exe´cution des missions de service public et toute modification de ces e´le´ments sont soumis a` l’approbation du Ministre au plus tard le 1er juillet de l’anne´e pre´ce´dant le premier exercice vise´ par le plan ou de l’anne´e de modification, selon le cas. Si certains e´le´ments du plan d’entreprise sont susceptibles d’avoir une incidence sur les infrastructures appartenant au Ministe`re de la De´fense nationale ou sur l’espace ae´rien re´serve´ aux ope´rations militaires, le Ministre soumet sans de´lai ces e´le´ments au Ministre de la De´fense nationale afin de recueillir son accord sur ceux-ci. L’approbation du Ministre sera re´pute´e acquise a` de´faut de prise de position de sa part avant le 1er octobre de l’anne´e en question. Le premier plan d’entreprise sera soumis au Ministre dans les deux mois de l’entre´e en vigueur du pre´sent contrat de gestion et son approbation par le Ministre sera re´pute´e acquise a` de´faut de prise de position de sa part dans les 15 jours de la re´ception du plan.
§ 4. Lors de la confection de son plan d’entreprise, B.I.A.C. fait clairement apparaıˆtre, dans les investissements annuels programme´s, les montants et la nature des investissements, d’une part, en matie`re de lutte contre les nuisances sonores et, d’autre part, en matie`re d’autres nuisances environnementales.
Art. 31. Le conseil d’administration de B.I.A.C. adopte et soumet au Ministre le rapport annuel vise´ a` l’article 23, § 5, de la loi du 21 mars 1991 au plus tard le 31 mai de chaque anne´e.
HOOFDSTUK VI. — Vermindering van hinder
Art. 32. § 1. De Staat verbindt zich ertoe om overleg te plegen met
B.I.A.C. alvorens in het kader van haar reglementaire bevoegdheid inzake luchtvaart maatregelen te treffen die er specifiek op gericht zijn de hinder veroorzaakt door de exploitatie van de luchthaven Brussel- Nationaal te verminderen.
§ 2. B.I.A.C. draagt xxxx voor een adequaat beleid van informatie- verstrekking aan en dialoog met de gemeenten die rechtstreeks te maken hebben met de hinder veroorzaakt door de exploitatie van de luchthaven Brussel-Nationaal.
§ 3. Teneinde de geluidshinder te verminderen verbindt B.I.A.C. zich ertoe om onderzoek te verrichten naar de beste orie¨ ntering van de luchtverkeersstromen en om de passende luchthaveninstallaties aan te schaffen.
§ 4. Binnen de grenzen van haar bevoegdheden zal B.I.A.C. zich naar best vermogen inspannen om het lawaai veroorzaakt door het vlieg- tuigverkeer aan de grond in de mate van het mogelijke te beperken door een aangepast beheer van het verkeer, door het uitvoeren of laten uitvoeren van de nodige infrastructuurwerken en door het uitwerken van de nodige procedures.
§ 5. B.I.A.C. verbindt zich ertoe om binnen de kortst mogelijke termijn een rioleringssysteem te installeren dat onafhankelijk is van de naburige stadsriolen teneinde het regen- en afvalwater afkomstig van de luchthaven Brussel-Nationaal te collecteren.
§ 6. Voor het bestrijden van ijsvorming op de start- en landingsbanen zal B.I.A.C. produkten gebruiken die het minst schadelijk zijn voor het milieu, in acht genomen de veiligheidsvereisten.
§ 7. In geval van werkzaamheden aan de grondinfrastructuur zal
B.I.A.C. zich naar best vermogen inspannen om de milieuhinder veroorzaakt door deze werkzaamheden te beperken.
Art. 33. § 1. B.I.A.C. controleert en evalueert de geluidsniveaus die door de luchtvaartuigen bij het landen en opstijgen worden veroor- zaakt, en stelt elk jaar een kaart van de geluidscontouren op. Zij verbindt zich ertoe om, binnen de grenzen van haar bevoegdheden, onderhandelingen aan te vangen met de autoriteiten die bevoegd zijn voor stedebouwkunde om, tegelijk met de uitvoering van het pro- gramma bedoeld in artikel 12, § 2, de geluidsgrenzen te bepalen die in de toekomst moeten worden gerespecteerd, en de stedebouwkundige beperkingen te bepalen die in de verschillende zones moeten worden opgelegd.
§ 2. Binnen de grenzen van haar bevoegdheden verbindt B.I.A.C zich ertoe om ten laatste op 31 december 2000 deel te nemen aan het communautair milieubeheer- en milieuauditsysteem overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 1836 / 93 van de Raad van 29 juni 1993 inzake de vrijwillige deelneming van bedrijven uit de industrie¨le sector aan een communautair milieubeheer- en milieuauditsysteem.
Art. 34. § 1. Op de luchthaven Brussel-Nationaal is het voor vliegtuigen ingedeeld als « Chapter 2 » volgens de criteria van bijlage 16 bij de Overeenkomst van Chicago (tweede uitgave, 1988) verboden te landen of op te stijgen tussen 23 uur en 7 uur (lokale tijd).
§ 2. Zijn van dit verbod uitgesloten :
1˚ de opstijgingen en landingen van luchtvaartuigen die leden vervoeren van de Belgische Koninklijke Familie, de Belgische Regerin- gen, buitenlandse koninklijke families en Staatshoofden of buiten- landse Regeringsleiders, voorzitters en commissarissen van de Euro- pese Unie, met officie¨le opdracht;
2˚ de opstijgingen en landingen met betrekking tot zendingen in geval van rampen of medische bijstand;
3˚ de opstijgingen en landingen met betrekking tot militaire zendin- gen;
4˚ de opstijgingen en landingen uitgevoerd in uitzonderlijke omstan- digheden zoals :
a) bij vluchten tijdens dewelke er onmiddellijk gevaar dreigt voor het leven of de gezondheid zowel van mensen als dieren;
b) bij vluchten die naar de luchthaven Brussel-Nationaal worden omgeleid om meteorologische of andere redenen.
§ 3. B.I.A.C. mag uitzonderlijk en op uitdrukkelijk gemotiveerd verzoek van de betrokken luchtvaartmaatschappij de opstijging of landing toestaan van een toestel dat verboden is krachtens § 1.
Art. 35. Ten laatste tegen 31 december 1999 zal B.I.A.C. een stelsel van geluidsquota invoeren teneinde de geluidshinder die door de lucht- vaartmaatschappijen ’s nachts wordt teweeggebracht, te beheersen en het geluid afkomstig van luchtvaartuigen te beperken. Vo´ o´ r
1 januari 2000 en na overleg met het Raadgevend comite´ van de gebruikers, bepaalt de Minister de maximum hoeveelheid lawaai die
CHAPITRE VI. — Re´duction des nuisances
Art. 32. § 1er. L’Etat s’engage a` se concerter avec B.I.A.C. avant de prendre, dans le cadre de son pouvoir re´glementaire en matie`re de trafic ae´rien, des mesures visant spe´cifiquement a` reduire les nuisances occasionne´es par l’exploitation de l’ae´roport de Bruxelles-National.
§ 2. B.I.A.C. veille a` mener une politique ade´quate d’information et de dialogue avec les communes directement concerne´es par les nuisances occasionne´es par l’exploitation de l’ae´roport de Bruxelles- National.
§ 3. En vue de re´d uire les nuisances sonores, B.I.A.C. s’engage a` rechercher les meilleures orientations de flux de trafic ae´rien et a` acque´rir les installations ae´roportuaires ade´quates.
§ 4. Dans les limites de ses compe´tences, B.I.A.C. fera ses meilleurs efforts pour re´d uire tant que faire se peut le bruit ge´ne´re´ par le trafic d’ae´ronefs au sol, en mettant en oeuvre une gestion approprie´e du trafic, en re´alisant ou faisant re´aliser les infrastructures ne´cessaires et en mettant au point les proce´d ures ne´cessaires.
§ 5. B.I.A.C. s’engage a` installer dans les meilleurs de´lais un syste`me d’e´gouttage inde´pen dant des syste`mes urbains avoisinants, afin de collecter les eaux de pluies et les eaux use´es en provenance de l’ae´roport de Bruxelles-National.
§ 6. Pour le de´givrage des pistes d’atterrissage et de de´collage,
B.I.A.C. utilise des produits qui sont les moins dommageables pour l’environnement compte tenu des impe´ratifs de se´curite´.
§ 7. En cas de travaux concernant les infrastructures au sol, B.I.A.C. fera ses meilleurs efforts pour limiter les nuisances environnementales occasionne´es par ces travaux.
Art. 33. § 1er. B.I.A.C. controˆle et e´value les niveaux de bruit cause´ par les ae´ronefs au de´collage et a` l’atterrissage et e´tablit chaque anne´e une carte des contours de bruit. Elle s’engage, dans les limites de ses compe´tences, a` entamer avec les autorite´s compe´tentes en matie`re d’urbanisme des ne´gociations afin de de´terminer, conjointement avec la mise en oeuvre du programme vise´ a` l’article 12, § 2, les limites de bruit a` respecter a` l’avenir et les restrictions urbanistiques a` imposer dans les diffe´rentes zones.
§ 2. Dans les limites de ses compe´tences et de ses missions, B.I.A.C. s’engage a` participer au plus tard pour le 31 décembre 2000 au syste`me communautaire de management environnemental et d’audit conforme´- ment au Re`glement (CEE) n˚ 1836 / 93 du Conseil du 29 juin 1993 permettant la participation volontaire des entreprises du secteur industriel a` un syste`me communautaire de management environne- mental et d’audit.
Art. 34. § 1er. A l’ae´roport de Bruxelles-National, le de´collage et l’atterrissage des ae´ronefs classe´s « Chapter 2 » selon les crite`res de l’annexe 16 a` la Convention de Chicago (deuxie`me e´dition, 1988) sont interdits entre 23 heures et 7 heures (heure locale).
§ 2. Sont exclus de cette interdiction :
1˚ les de´collages et atterrissages des ae´ronefs transportant des membres de la Famille royale belge, des Gouvernements belges, des familles royales e´trange`res, des chefs d’Etats ou des chefs de Gouver- nements e´trangers, des pre´sidents et commissaires de l’Union euro- pe´enne, en mission officielle;
2˚ les de´collages et atterrissages en rapport avec des missions en cas de sinistre ou d’assistance me´dicale;
3˚ les de´collages et atterrissages en rapport avec des missions militaires;
4˚ les de´collages et atterrissages s’effectuant dans des circonstances exceptionnelles telles que :
a) lors de vols pour lesquels il y a un danger imme´diat pour la vie ou la sante´, tant des hommes que des animaux;
b) lorsque des vols sont de´vie´s vers l’ae´roport de Bruxelles-National pour des raisons me´te´orologiques ou autres.
§ 3. B.I.A.C. peut, a` titre exceptionnel et sur demande explicitement justifie´e par la compagnie ae´rienne concerne´e, autoriser le de´collage ou l’atterrissage d’un appareil interdit en vertu du § 1 er.
Art. 35. Au plus tard pour le 31 décembre 1999, B.I.A.C. mettra en oeuvre la nuit un syste`me de quota de bruit en vue de ge´rer la pollution sonore produite par les compagnies ae´riennes et de limiter le bruit produit par les ae´ronefs. Avant le 1er janvier 2000 et apre`s consultation du Comite´ consultatif des usagers, le Ministre de´termine la quantite´ maximale de bruit autorise´e par saison. Sur base de la meˆme proce´d ure,
per seizoen is toegelaten. Volgens dezelfde procedure zal de maximum toegelaten hoeveelheid geluid worden herzien bij elke vernieuwing van het beheerscontract tussen de Staat en B.I.A.C.
HOOFDSTUK VII. — Duur, sancties en vrijwaringsclausule
Art. 36. B.I.A.C. dekt zich volgens de beste praktijken van de sector in tegen de financie¨le gevolgen van de burgerlijke aansprakelijkheid die zij kan oplopen bij de uitvoering van de taken en werken bedoeld in dit beheerscontract, evenals voor het risico van brand en aanverwante gevaren betreffende de luchthavengebouwen en -installaties waarvan zij de eigendom of het gebruik heeft. Zij vrijwaart de Staat voor elk verhaal van derden uit dien hoofde.
Art. 37. In geval van gebrekkige uitvoering door B.I.A.C. van de verbintenissen bepaald in dit beheerscontract, welke zij niet heeft rechtgezet binnen de redelijke termijn die daarvoor wordt gesteld in de ingebrekestelling door de Staat, kan de Minister, op het einde van elk betrokken boekjaar, aan B.I.A.C., voor elke type van tekortkoming de betaling opleggen van een vergoeding die niet hoger mag zijn dan 1 procent van de totale opbrengst van de vergoedingen bedoeld in de artikelen 18 tot 23 voor het voorgaande boekjaar. Het totale bedrag van de vergoedingen betaald door B.I.A.C. gedurende eenzelfde jaar mag niet hoger zijn 3 procent van voornoemde totale opbrengst.
Art. 38. Indien gebeurtenissen van overmacht dit beheerscontract volledig of gedeeltelijk onuitvoerbaar zouden maken of de verwezen- lijking van de gestelde objectieven zouden verhinderen, zullen de Staat en B.I.A.C. onverwijld overleg plegen om de oorzaken ervan te onderzoeken en de maatregelen om daaraan te verhelpen te bepalen.
Art. 39. Dit beheerscontract wordt gesloten voor een duur van vijf jaar die aanvangt op de datum van de inwerkingtreding ervan. Het kan worden gewijzigd inzonderheid naar aanleiding van een eventuele herziening van de opdrachten van openbare dienst of van de beursin- troductie van de aandelen van B.I.A.C. met toepassing van artikel 4 van de wet van 9 juli 1998 tot bekrachtiging van het koninklijk besluit van 2 april 1998 tot hervorming van de beheersstructuren van de luchtha- ven Brussel-Nationaal, genomen met toepassing van de wet van 19 december 1997 tot rationalisering van het beheer van de luchthaven Brussel-Nationaal.
la quantite´ maximale de bruit autorise´e sera revue lors de chaque renouvellement du contrat de gestion entre l’Etat et B.I.A.C.
CHAPITRE VII. — Dure´e, sanctions et clause de sauvegarde
Art. 36. — B.I.A.C. se garantit selon les meilleures pratiques du secteur contre les conse´quences pe´cu niaires de la responsabilite´ civile pouvant lui incomber du fait de l’exe´cution des taˆches et travaux vise´s au pre´sent contrat de gestion, ainsi que contre le risque d’incendie et les pe´rils connexes relatifs aux constructions et installations ae´roportuaires dont elle a la proprie´te´ ou l’usage. Elle garantit l’Etat contre tout recours de tiers de ce chef.
Art. 37. — En cas d’exe´cution de´faillante par B.I.A.C. des obligations pre´vues par le pre´sent contrat de gestion, a` laquelle celle-ci n’a pas reme´die´ dans les de´lais raisonnables impartis dans une mise en demeure de la part de l’Etat, le Ministre peut, a` la fin de chaque exercice concerne´, imposer a` B.I.A.C., pour chaque type de manquement, le paiement d’une indemnite´ ne pouvant exce´der 1 pour-cent du produit total des redevances vise´es aux articles 18 a` 23 pour l’exercice pre´ce´dent. Le montant total des indemnite´s paye´es par B.I.A.C. au cours d’une anne´e n’exce`dera pas 3 pour-cent dudit produit total.
Art. 38. — Si des e´ve´nements de force majeure rendaient tout ou partie du pre´sent contrat de gestion inapplicable ou empeˆchaient d’atteindre les objectifs impartis, l’Etat et B.I.A.C. se concerteraient sans de´lai pour en examiner les causes et de´finir les mesures a` prendre pour y xxxx´dier.
Art. 39. — Le pre´sent contrat de gestion est conclu pour une dure´e de cinq ans prenant cours a` la date de son entre´e en vigueur. Il pourra eˆtre modifie´ notamment a` l’occasion d’une e´ventuelle re´vision des missions de service public ou de la mise en bourse des actions de B.I.A.C. en application de l’article 4 de la loi du 9 juillet 1998 portant confirmation de l’arreˆte´ royal du 2 avril 1998 portant re´forme des structures de gestion de l’ae´roport de Bruxelles-National pris en application de la loi du 19 décembre 1997 visant a` rationaliser la gestion de l’ae´roport de Bruxelles-National.
HOOFDSTUK VIII. — Slotbepaling
Art. 40. Onverminderd de eventuele latere nieuwe onderhandeling van de overeenkomsten en gebruiken en niettegenstaande elke anders- luidende bepaling, doet dit beheerscontract geen afbreuk aan de overeenkomsten en gebruiken die B.A.T.C., de R.L.W. of de Minister binden aan de Minister van Landsverdediging of de krijgsmacht.
De lijst van deze overeenkomsten en gebruiken zal worden opgesteld op tegenspraak tussen B.I.A.C. V en de Minister van Landsverdediging en zal worden opgenomen in een aanhangsel aan dit contract dat vo´o´ r 31 maart 1999 zal worden gesloten. In geval van onenigheid over de inhoud van deze lijst zal deze worden opgesteld in onderlinge overeenstemming tussen de Minister en de Minister van Landsverde- diging. Het opstellen van deze lijst kan niet als gevolg hebben dat ten laste van B.I.A.C. nieuwe verplichtingen worden ingevoerd vergeleken met deze bepaald door de bestaande overeenkomsten of gebruiken op de datum van inwerkingtreding van dit beheerscontract.
Gedaan te Brussel, op 14 augustus 1998, in twee originele exempla- ren, waarvan elke partij erkent een exemplaar te hebben ontvangen.
Brussels Airport Terminal Company, De Belgische Staat, Xxxxxx XXXXX Xxxxxx XXXXXXX
Minister van Vervoer
Xxxx XXXXX Xxxx XXXXXX Xxxxx XXXXXXX
Xxxx-Xxxxxx XXXXXX
Bijlage 1
Lijst van de personen die genieten van de V.I.P.-dienst
1. Leden van Belgische en buitenlandse koninklijke families.
2. Staats- en Regeringshoofden.
3. Belgische en buitenlandse Ministers, Vice-Ministers, Adjunct- Ministers en Staatssecretarissen.
4. Ministers van Staat.
5. Leden van de Europese Commissie, de Voorzitter van het Europese Parlement, de Voorzitter van Raad van Europa, de Voorzitter van het Comite´ van de Gewesten.
CHAPITRE VIII. — Disposition finale
Art. 40. Sans pre´ju dice de leur e´ventuelle rene´gociation ulte´rieure et nonobstant toute disposition contraire, le pre´sent contrat de gestion ne porte pas pre´ju dice aux conventions et usages qui lient B.A.T.C., la
R.V.A. ou le Ministre au Ministre de la De´fense nationale ou aux forces arme´es.
La liste de ces conventions et usages sera e´tablie contradictoirement entre B.I.A.C. et le Ministre de la De´fense nationale et figurera dans un avenant au pre´sent contrat de gestion qui sera conclu avant le 31 mars 1999. En cas de de´saccord sur le contenu de cette liste, celle-ci sera e´tablie de commun accord par le Ministre et le Ministre de la De´fense nationale. L’e´tablissement de cette liste ne peut avoir pour effet d’instaurer a` charge de B.I.A.C. des obligations nouvelles par rapport a` celles pre´vues par les conventions ou usages existants a` la date d’entre´e en vigueur du pre´sent contrat de gestion.
Fait a` Bruxelles, le 14 août 1998, en deux exemplaires originaux, chaque partie reconnaissant avoir rec¸ u un exemplaire.
Brussels Airport Terminal Company, L’Etat belge, Xxxxxx XXXXX Xxxxxx XXXXXXX
Ministre des Transports
Xxxx XXXXX Xxxx XXXXXX Xxxxx XXXXXXX
Xxxx-Xxxxxx XXXXXX
Annexe 1
Liste des personnes be´ne´ficiant du service V.I.P.
1. Membres de familles royales belge et e´trange`res.
2. Chefs d’Etat et de Gouvernement.
3. Ministres, Vice-Ministres, Ministres adjoints, Ministres de´le´gue´s et Secre´taires d’Etat belges et e´trangers.
4. Ministres d’Etat.
5. Membres de la Commission europe´enne, Pre´sident du Parlement europe´en, Pre´sident du Conseil de l’Europe, Pre´sident du Comite´ des Re´gions.
6. De Secretaris-generaal van de N.A.T.O., de Adjunct-Secretaris- generaal van de N.A.T.O., de Generaal van de SHAPE.
7. Voorzitters van parlementaire vergaderingen.
8. De Stafchefs.
9. De Gouverneurs van de Belgische provincies.
10. Buitenlandse ambassadeurs in Belgie¨.
11. De Voorzitters van de Akkoorden van de A.C.P.-landen.
12. De voorzitters van belangrijke internationale instellingen.
13. Parlementaire delegaties van het Europese Parlement.
14. De Burgemeester van Brussel.
Bijlage 2
Lijst van de inlichtingen door B.I.A.C. aan Belgocontrol te verstrekken in uitvoering van artikel 8, § 2
1. datum
2. richting van de vlucht
3. inschrijving
4. vluchtnummer
5. uur van aankomst en vertrek
6. code exploitant
7. hoogst toegelaten startgewicht (« maximum take off weight »)
8. geluidscategorie
9. I.C.A.O.-hoofdstuk
10. inschrijvingsnummer
11. per seizoen, de lijst van de bestemmingen die in aanmerking komen voor kortingen.
Bijlage 3
Geluidscategoriee¨ n van luchtvaartuigen voor de luchthaven Brussel-Nationaal
1. Basisprincipe
Er wordt in functie van het hoogst toegelaten startgewicht, uitge- drukt in ton (MTOWTON), en het aantal motoren een theoretische referentiekromme opgesteld. Deze kromme wordt door de volgende formule bepaald :
PRED = LAT + APP + TKO
in dewelke de parameters, in functie van de MTOWTON en het aantal motoren, de waarden aannemen vermeld in de hiernavolgende tabellen.
6. Secre´taire ge´ne´ral de l’OTAN, Secre´taire ge´ne´ral adjoint de l’OTAN, Ge´ne´ral du SHAPE.
7. Pre´sidents d’assemble´es parlementaires.
8. Chefs d’Etat major.
9. Gouverneurs des provinces belges.
10. Ambassadeurs e´trangers en Belgique.
11. Pre´sidents des Accords Afrique, Cara¨ıbes, Pacifique.
12. Pre´sidents d’importantes institutions internationales.
13. De´le´gations parlementaires du Parlement europe´en.
14. Bourgmestre de Bruxelles.
Annexe 2
Liste des informations a` fournir par B.I.A.C. a` Belgocontrol en application de l’article 8, § 2
1. date
2. sens du vol
3. immatriculation
4. nume´ro de vol
5. heures d’arrive´e et de de´part
6. code exploitant
7. poids maximum autorise´ au de´collage (« maximum take off weight »)
8. cate´gorie bruit
9 chapitre O.A.C.I.
10. nume´ro d’immatriculation
11. par saison, la liste des destinations pouvant donner lieu a` des ristournes
Annexe 3
Cate´gories acoustiques des ae´ronefs pour l’ae´roport de Bruxelles-National
1. Principe de base
Une courbe de re´fe´rence the´orique en fonction du poids maximum autorise´ au de´collage, exprime´ en tonnes (MTOWTON) et du nombre de moteurs est e´tablie. Cette courbe est de´termine´e par la formule suivante :
PRED = LAT + APP + TKO
ou` les parame`tres prennent les valeurs indique´es aux tableaux ci-apre`s en fonction de MTOWTON et du nombre de moteurs.
gewicht | 0 - 35 ton | 35 - 400 ton | 400 ton en meer | poids | 0 - 35 tonnes | 35 - 400 tonnes | 400 tonnes et plus |
LAT = 94 | LAT = 80,87 + 8,51 log MTOWTON | LAT = 103 | LAT = 94 | LAT = 80,87 + 8,51 log MTOWTON | LAT = 103 |
LAT-parameter
APP-parameter
Parame`tre LAT
Parame`tre APP
gewicht | 0 - 35 ton | 35 - 280 ton | 280 ton en meer | poids | 0 - 35 tonnes | 35 - 280 tonnes | 280 tonnes et plus |
APP = 98 | APP = 86,03 + 7,75 log MTOWTON | APP = 105 | APP = 98 | APP = 86,03 + 7,75 log MTOWTON | APP = 105 | ||
TKO-parameter 1 of 2 motoren | Parame`tre TKO 1 ou 2 moteurs |
gewicht | 0 - 48,1 ton | 48,1 - 385 ton | 385 ton en meer | poids | 0 - 48,1 tonnes | 48,1 - 385 tonnes | 385 tonnes et plus |
TKO = 89 | TKO = 66,65 + 13,29 log MTOWTON | TKO = 101 | TKO = 89 | TKO = 66,65 + 13,29 log MTOWTON | TKO = 101 |
gewicht | 0 - 28,6 ton | 28,6 - 385 ton | 385 ton en meer | poids | 0 - 28,6 tonnes | 28,6 - 385 tonnes | 385 tonnes et plus |
TKO = 89 | TKO = 69,65 + 13,29 log MTOWTON | TKO = 104 | TKO = 89 | TKO = 69,65 + 13,29 log MTOWTON | TKO = 104 |
TKO-parameter 3 motoren
gewicht | 0 - 20,2 ton | 20,2 - 385 ton | 385 ton en meer | poids | 0 - 20,2 tonnes | 20,2 - 385 tonnes | 385 tonnes et plus |
TKO = 89 | TKO = 71,65 + 13,29 log MTOWTON | TKO = 106 | TKO = 89 | TKO = 71,65 + 13,29 log MTOWTON | TKO = 106 |
TKO-parameter 4 motoren en meer
PRED geeft de referentiewaarde aan in EPNdb (Effective Perceived Noise Level) voor een gegeven vliegtuig. De vaststelling van de geluidscategorie voor een luchtvaartuig wordt gestaafd door de gegevens van zijn geluidscertificaat opgemaakt volgens de I.C.A.O.- voorschriften. Om de geluidscategorie van een luchtvaartuig te bepalen wordt de som TOTNOISE van de geluidsniveaus uitgedrukt in EPNdB voor het lateraal geluid, het startgeluid en het landingsgeluid, vermeld op het geluidscertificaat van het luchtvaartuig, vergeleken met de PRED-waarde overeenstemmend met de karakteristieken van dit luchtvaartuig.
2. Bepaling van de geluidscategoriee¨ n
Ten opzichte van de vastgestelde theoretische referentiekromme, worden de vijf categoriee¨ n als volgt bepaald :
Categorie 1 :
PRED + 12dB < TOTNOISE
Categorie 2 :
PRED + 4dB < TOTNOISE ≤ PRED + 12dB
Categorie 3 :
PRED - 4 dB < TOTNOISE ≤ PRED + 4dB
Categorie 4 :
PRED - 12dB < TOTNOISE ≤ PRED - 4dB
Categorie 5 :
PRED - 12 dB ≥ TOTNOISE
3. Procedure voor de indeling in geluidscategoriee¨ n
— Voor een gegeven vliegtuig wordt op basis van drie geluidscerti- ficatiegegevens (lateraal, landing en opstijging) de som TOTNOISE gemaakt.
— Op basis van de waarde van MTOWTON (het hoogst toegelaten startgewicht, uitgedrukt in ton) en het aantal motoren, wordt de overeenstemmende PRED-waarde berekend door middel van de voormelde formule.
— Uit een vergelijking tussen deze PRED-waarde en de TOTNOISE- waarde wordt de geluidscategorie bepaald op basis van criteria vermeld in punt 2 hierboven.
— In principe steunt de bepaling voor de TOTNOISE-waarde op de resultaten bekomen volgens de I.C.A.O.-voorschriften voor de geluids- certificatie « Chapter 3 » vliegtuigen, dit wil zeggen op 2.000 meter van de landingsdrempel onder de landingsroute, op 6.500 meter van de vertrekplaats onder de opstijgroute bij het opstijgen en op 450 meter van het midden van de startbaan voor de laterale waarde.
— Aangezien bij « Chapter 2 » vliegtuigen de laterale metingen gebeuren op 650 meter, dienen voor deze types van toestellen 2,1 dB aan de laterale waarde te worden toegevoegd.
— Bij ontstentenis van de certificatiegegevens volgens de I.C.A.O.- voorschriften kunnen eveneens de certificatiegegevens volgens de F.A.A.-voorschriften worden gebruikt.
— Voor bepaalde types van vliegtuigen, waarvoor geen geluidscer- tificatie vereist is en waarvoor geen of slechts gedeeltelijke geluidsge- gevens beschikbaar zijn, wordt in overleg met de exploitant een gepaste procedure uitgewerkt om tot een realistische TOTNOISE-waarde te komen.
Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 25 augustus 1998.
XXXXXX
Xxx Xxxxxxxxxxx : De Minister van Vervoer,
M. DAERDEN
Parame`tre TKO 3 moteurs
Parame`tre TKO 4 moteurs et plus
PRED donne, en EPNdB (Effective Perceived Noise Level), la valeur de re´fe´rence d’un avion donne´. La de´termination de la cate´gorie acoustique d’un ae´ronef est fonde´e sur les donne´es de son certificat acoustique e´tabli selon les prescriptions de l’O.A.C.I. Pour de´terminer la cate´gorie acoustique d’un ae´ronef, il y a lieu de comparer au PRED correspondant aux caracte´ristiques de l’ae´ronef la somme TOTNOISE des niveaux sonores en EPNdB pour le bruit late´ral, le bruit au de´collage et le bruit a` l’atterrissage qui figurent sur la certification acoustique de l’ae´ronef.
2. De´termination des cate´gories acoustiques
Par rapport a` la courbe de re´fe´rence the´orique de´termine´e, les cinq cate´gories sont fixe´es comme suit :
Cate´gorie 1 :
PRED + 12dB < TOTNOISE
Cate´gorie 2 :
PRED + 4 dB < TOTNOISE ≤ PRED + 12 dB
Cate´gorie 3 :
PRED - 4 dB < TOTNOISE ≤ PRED + 4 dB
Cate´gorie 4 :
PRED - 12 dB < TOTNOISE ≤ PRED - 4 dB
Cate´gorie 5 :
PRED - 12 dB ≥ TOTNOISE
3. Proce´d ure de classification en cate´gories acoustiques
— La somme TOTNOISE d’un avion donne´ est e´tablie sur la base des trois donne´es de certification acoustique (late´rale, atterrissage et de´collage).
— Sur la base de la valeur MTOWTON (le poids maximum autorise´ au de´collage, exprime´ en tonnes) et du nombre de moteurs, on calcule la valeur PRED correspondante au moyen de la formule pre´cite´e.
— La cate´gorie acoustique est fixe´e sur la base des crite`res du point
2 ci-avant, par comparaison entre cette valeur PRED et la valeur TOTNOISE.
— La fixation de la valeur TOTNOISE est fonde´e en principe sur des re´sultats obtenus selon les prescriptions de l’O.A.C.I. pour la certifica- tion acoustique des appareils « Chapter 3 », c’est-a`-dire a` 2.000 me`tres du seuil d’atterrissage sous la route d’atterrissage, a` 6.500 me`tres du lieu de de´part sous la route de de´collage et a` 450 me`tres du milieu de la piste de de´collage pour la valeur late´rale.
— Etant donne´ que pour les appareils « Chapter 2 » les mesurages late´raux ont e´te´ faits a` 650 me`tres, il y a lieu d’ajouter 2,1 dB a` la valeur late´rale pour ces types d’appareils.
— A de´faut de donne´es de certification selon les prescriptions de l’O.A.C.I., les donne´es de certification selon les prescriptions F.A.A. peuvent eˆtre utilise´es.
— Pour certains types d’avions pour lesquels aucune certification acoustique n’est requise et pour lesquels aucune ou seules des donne´es acoustiques partielles sont disponibles, une proce´d ure ade´quate sera e´labore´e avec l’exploitant afin d’obtenir une valeur TOTNOISE re´aliste.
Vu pour eˆtre annexe´ a` Notre arreˆte´ du 25 août 1998.
XXXXXX
Par le Roi :
Le Ministre des Transports,
M. DAERDEN