Inhoudstafel
Inhoudstafel
Artikel 1 – Toepassingsgebied 1
Artikel 2 – Realisatie krediet – handtekeningbevoegdheid Kredietnemer 2
Artikel 3 – Beschikbaarstelling van het krediet 2
Artikel 4 – Aanrekening van verbintenissen op het krediet 2
Artikel 5 – Wijzigingen aan het krediet 3
Artikel 6 – Rekening-courant en verrekening 5
Artikel 7 – Opzegging/schorsing van kredieten van onbepaalde duurtijd met of zonder opzegtermijn 5
Artikel 8 – Onmiddellijke opzegging/schorsing 5
Artikel 9 –Solidariteit, hoofdelijkheid en ondeelbaarheid 7
Artikel 10 –Verbintenissen Kredietnemer 7
Artikel 11 – Overdracht – Subrogatie 9
Artikel 12 – Bepaling van de schuldvordering - gevolgen van schorsing en beëindiging van het krediet 9
Artikel 13 – Aanwending inkomende bedragen na beëindiging krediet – provisie – rangregeling – uitvoerbaarheid zekerheden 9
Artikel 14 – Verbintenissen Zekerheidssteller 10
Artikel 15 – Discontokredieten van handelspapier 10
Artikel 16 – Xxxxxxxxxxxxxx xx Xxxxxxxxxx 00
Artikel 17 – Acceptkredieten 11
Artikel 18 – Kredieten in vreemde munten of in rekeneenheden 12
Artikel 19 – Pand – Fiduciaire overdracht tot zekerheid 12
Artikel 20 – Kosten ten laste van de Kredietnemer 12
Artikel 21 – Uitwisseling gegevens 12
Artikel 22 – Toepassing Algemeen Reglement der Kredieten 13
Artikel 23 – Toepasselijk recht – bevoegde rechtbank 14
Artikel 1 – Toepassingsgebied
Tenzij anders overeengekomen in de kredietovereenkomst is dit reglement van toepassing op de zakenrelaties met betrekking tot alle kredieten en zekerheidsovereenkomsten afgesloten tussen:
• ING België NV (“de Bank”) of elke rechthebbende van laatstgenoemde;
• de begunstigde(n) van krediet, dit wil zeggen van gelijk welke faciliteiten (“de Kredietnemer”);
• elke (alle) persoon (personen) die ten gunste van de Bank zekerheden heeft (hebben) gesteld (“de Zekerheidssteller”).
Dit reglement blijft van toepassing, ook na kredietopzegging en behoudens wijziging van dit reglement, totdat alle sommen die de Kredietnemer verschuldigd is aan de Bank volledig (terug)betaald zijn.
De term “krediet” verwijst al naargelang de context naar de (kader)kredietopening, een geïsoleerd krediet of een gebruiks- of aanwendingsvorm.
Indien er meerdere personen “Kredietnemer” of “Zekerheidssteller” zijn, verwijzen de begrippen “Kredietnemer” en “Zekerheidssteller” in dit reglement naar elke persoon afzonderlijk, tenzij anders vermeld.
De term “zekerheid” geldt in de meest ruime zin en slaat op elke zekerheid verleend door Xxxxxxxxxxxx of Zekerheidssteller ten gunste van de Bank, alsook op elke verbintenis of convenant (in om het even welke vorm) aangegaan door de Kredietnemer of Zekerheidssteller waarmee de Bank rekening hield voor de toekenning of de handhaving van het krediet.
De term “kredietovereenkomst” verwijst naar het geheel van contractuele afspraken m.b.t. het krediet, o.a. de kredietbrief waarbij het krediet wordt toegekend (inclusief eventuele latere addenda), specifieke reglementen toepasselijk op een gebruiksvorm van het krediet, zekerheidsaktes, brieven die verklaringen, verbintenissen of convenanten bevatten, alle andere documenten door de Bank aan de Kredietnemer bezorgd of handelingen gesteld door de Bank waaruit op onbetwistbare wijze het akkoord van de Bank met
het verstrekken van het krediet en haar modaliteiten zou blijken, alsook dit reglement en het Algemeen Reglement der Verrichtingen van de Bank (of, in voorkomend geval, de Wholesale Banking Conditions van de Bank).
In geval van tegenstrijdigheid tussen het Algemeen Reglement der Verrichtingen van de Bank (of, in voorkomend geval, de Wholesale Banking Conditions van de Bank) en dit reglement primeert dit reglement ; in geval van tegenstrijdigheid tussen dit reglement en een specifiek reglement toepasselijk op een gebruiksvorm van het krediet primeert het specifieke reglement ; in geval van tegenstrijdigheid tussen dit reglement of een specifiek reglement toepasselijk op een gebruiksvorm van het krediet en de kredietbrief primeert de kredietbrief ; in geval van tegenstrijdigheid tussen de kredietbrief en latere addenda aan de kredietbrief primeren de latere addenda ; in geval van tegenstrijdigheid tussen addenda primeert het meest recente addendum.
Artikel 2 – Realisatie krediet – handtekeningsbevoegdheid Kredietnemer
Het krediet kan zich realiseren in diverse tussen de Kredietnemer en de Bank overeen te komen gebruiksvormen, zoals kaskredieten, discontokredieten, investeringskredieten, voorschotten op vaste termijn, roll-over kredieten, verrichtingen op afbetaling, borgstellingen en waarborgen, …
De gebruiksvormen overeengekomen tussen de Bank en de Kredietnemer worden vermeld in de kredietovereenkomst.
De handtekeningen neergelegd voor het beheer van de rekening waarin het krediet zich verwezenlijkt, zijn geldig binnen de eventueel bij hun neerlegging vastgestelde limieten voor de aanwending van het krediet.
Artikel 3 – Beschikbaarstelling van het krediet
3.1 Opname krediet
Het krediet mag slechts worden aangewend overeenkomstig de overeengekomen gebruiksvormen nadat alle voorziene formaliteiten werden vervuld en de zekerheden aan derden tegenstelbaar werden gemaakt.
De Bank heeft het recht zowel het principe als de modaliteiten van haar medewerking te herzien indien zij het akkoord van de Kredietnemer met betrekking tot het aanbod tot kredietovereenkomst van de Bank niet ontvangt binnen de 15 kalenderdagen volgend op de datum van deze aanbodbrief, alsook indien de vereiste zekerheden niet gesteld werden binnen de 60 kalenderdagen volgend op diezelfde datum. Het feit dat de Bank geen gebruik heeft gemaakt van deze rechten bij het verstrijken van vermelde termijnen, houdt geen verzaking in aan haar recht om later van deze rechten gebruik te maken.
Indien de kredietovereenkomst in een opnameperiode voorziet, wordt deze opnameperiode automatisch beëindigd op het eerstkomende van volgende tijdstippen:
• De dag waarop het kredietbedrag volledig opgenomen is;
• De dag waarop de Kredietnemer verzaakt aan de verdere opname van het kredietbedrag overeenkomstig de modaliteiten voorzien in de kredietovereenkomst ;
• De dag waarop de Bank de opnameperiode afsluit overeenkomstig de modaliteiten voorzien in de kredietovereenkomst ;
• De einddatum van de opnameperiode voorzien in de kredietovereenkomst.
Indien de kredietovereenkomst in een opnameperiode voorziet en het door de Bank ter beschikking gestelde kredietbedrag niet volledig werd opgenomen binnen deze opnameperiode, zal het kredietbedrag, behoudens andersluidende overeenkomst, bij het verstrijken van de opnameperiode automatisch verminderd worden ten belope van het niet opgenomen gedeelte.
Een opname is niet toegestaan indien dergelijke opname aanleiding zou (kunnen) geven tot onmiddellijke opzegging en schorsing conform artikel 8 of indien dergelijke situatie reeds bestaat.
Indien de kredietovereenkomst verklaringen, verbintenissen en convenanten bevat, zullen deze verklaringen, verbintenissen en convenanten, die te allen tijde waar en correct moeten zijn, bij elke opname onherroepelijk verondersteld worden bevestigd/vervuld te zijn.
3.2 Verbod op overschrijding van de kredietlimiet
Een overschrijding op het krediet of een gebruiksvorm is niet toegestaan. Indien er toch een overschrijding ontstaat, moet die onverwijld aangezuiverd worden. Indien de Bank hierop een afwijking toestaat, kan deze niet ingeroepen worden ter vestiging van een recht tot handhaving of herhaling van een overschrijding in hoofde van de Kredietnemer. Dergelijke afwijking door de Bank houdt evenmin een verzaking in aan één van haar rechten.
Artikel 4 – Aanrekening van verbintenissen op het krediet
De Bank kan op elk ogenblik, zonder de Kredietnemer hiervan op de hoogte te brengen en zonder dat dit leidt tot schuldvernieuwing, elke verbintenis van de Kredietnemer, al dan niet voorafgaand aan het krediet en al dan niet opeisbaar, met
inbegrip van deze aangegaan voor rekening van de Kredietnemer ten gunste van derden, aanrekenen op het krediet.
Artikel 5 – Wijzigingen aan het krediet
5.1 Rente- en provisievoorwaarden
5.1.1 Algemeen
De termen rente- en provisievoorwaarden hebben betrekking op zowel de aangeduide rentevoet als de eventuele marges en kosten (o.a. commissies, dossierkosten, trekkingsrecht,…) van welke aard ook verbonden aan het krediet en/of de zekerheden.
Met de term “rentevaste interestperiode” wordt bedoeld de periode tijdens dewelke de interestvoet niet gewijzigd wordt zoals bepaald in de kredietovereenkomst, behoudens toepassing van art. 5.1.2.2 of 5.1.2.3 hieronder.
De rente wordt berekend op basis van het exacte aantal dagen van de berekeningsperiode gedeeld door 360. Het aldus berekende bedrag is verschuldigd en de betaling ervan moet gebeuren vrij van elke belasting, taks of inhouding van gelijk welke aard.
De conventionele rente- en provisievoorwaarden zijn van rechtswege en zonder ingebrekestelling van toepassing tot de volledige terugbetaling van het krediet.
In het geval van een negatieve referentierentevoet/-index wordt deze beschouwd als gelijk aan nul.
Op elk debetsaldo dat de toegestane limieten overschrijdt, ook als dit het gevolg is van de debitering in rekening van vervallen of opeisbare verbintenissen waarvan sprake in artikel 12.3, laatste lid, zal, behoudens andersluidende specifieke overeenkomst, interest verschuldigd zijn tegen een percentage van maximaal 2 % per maand waarvan de Kredietnemer op de hoogte wordt gebracht bij elke periodieke afsluiting.
Voor zover nodig wordt gepreciseerd dat wijzigingen aan het krediet (bv. aan de rente- of provisievoorwaarden) het uitvoerbaar karakter van eventuele hypothecaire zekerheden niet aantast.
5.1.2. Wijziging van de rente- of provisievoorwaarden
5.1.2.1 Algemene principes
Indien de duurtijd van het krediet beperkt is, kunnen, behoudens toepassing van artikel 5.1.2.2 of 5.1.2.3, de rente- en provisievoorwaarden slechts gewijzigd worden overeenkomstig de modaliteiten voorzien in de kredietovereenkomst.
Indien de duurtijd van het krediet niet beperkt is, kunnen de rente- en provisievoorwaarden op ieder ogenblik en zonder rechtvaardiging door de Bank gewijzigd worden met een schriftelijke (al dan niet elektronische) kennisgeving. Tenzij voornoemde kennisgeving anders bepaalt, zal de wijziging ingaan 30 kalenderdagen na datum van hoger vernoemde kennisgeving.
Meer informatie omtrent de redenen die aan de basis kunnen liggen van een wijziging van de rente- en provisievoorwaarden is beschikbaar op onze website : xxx.xxx.xx en op de website van de Belgische federatie van de financiële sector Febelfin vzw: xxx.xxxxxxxx.xx.
5.1.2.2 Uitzonderlijke omstandigheden
Ongeacht of de duurtijd van het krediet al dan niet beperkt is, kunnen de rente- en provisievoorwaarden door de Bank gewijzigd worden met een schriftelijke (al dan niet elektronische) kennisgeving in de hierna opgesomde gevallen.
Tenzij voornoemde kennisgeving anders bepaalt, zal de wijziging ingaan 30 kalenderdagen na datum van hoger vernoemde kennisgeving.
Indien de Kredietnemer niet akkoord gaat met de nieuwe rente- of provisievoorwaarden heeft hij in de vier gevallen hieronder het recht om het krediet in kwestie (en de eventuele indekking van dit krediet) stop te zetten en terug te betalen op voorwaarde 1° dat hij zijn voornemen hiertoe bij aangetekende brief kenbaar maakt aan de Bank binnen 15 kalenderdagen te rekenen vanaf de datum van voornoemde kennisgeving en 2° dat, voor kredieten met variabele rentevoet waarvan de duurtijd beperkt is, de terugbetaling plaatsvindt exact op het ogenblik waarop de lopende rentevaste interestperiode eindigt. In dit laatste geval blijven de rentevoorwaarden ongewijzigd gedurende de resterende duurtijd van de lopende rentevaste interestperiode tot aan de terugbetaling op het ogenblik van beëindiging van de lopende rentevaste interestperiode. Kredieten met vaste rentevoet waarvan de duurtijd beperkt is, mogen niet vervroegd terugbetaald worden, tenzij anders bepaald in de kredietovereenkomst of in dwingende wetgeving.
Bij afwezigheid van schriftelijke reactie binnen de termijn van 30 kalenderdagen na verzending van voornoemde kennisgeving wordt de Kredietnemer onherroepelijk verondersteld akkoord te gaan met de voortzetting van het krediet aan de nieuwe voorwaarden.
1) Bijkomende kosten en/of derving van inkomsten in hoofde van de Bank als gevolg van gelijk welke wet- of regelgeving (met de Bazel akkoorden1, CRD IV 2of CRR3), van welke aard ook, die door gelijk welke overheid of toezichthouder zou worden opgelegd, alsook eventuele wijzigingen in de toepassing of interpretatie van dergelijke wet- of regelgeving door een bevoegde overheid, toezichthouder of rechtbank.
Indien naar aanleiding van dergelijke invoering of wijziging de uitvoering van de kredietovereenkomst in hoofde van de Bank of één van de leden van de ING groep onwettelijk4 wordt, zal de Bank de Kredietnemer hiervan in kennis stellen waarna de Kredietnemer verplicht is om binnen de door de Bank aangegeven termijn over te gaan tot de terugbetaling van elk verschuldigd bedrag in hoofdsom samen met de vervallen interesten en alle andere aan de Bank krachtens het krediet verschuldigde bedragen, met inbegrip van een eventuele wederbeleggingsvergoeding indien dit overeengekomen werd in de kredietovereenkomst.
2) Bijkomende kosten die de Bank redelijkerwijze moet maken in geval van verstoring van de financiële markten5 om zich voor het betreffende krediet te financieren in private of publieke markten.
3) Bijkomende kosten en/of derving van inkomsten in hoofde van de Bank als gevolg van de toepassing van een nieuwe referentierentevoet/-index overeenkomstig artikel 5.1.2.3.
4) Bijkomende kosten en/of derving van inkomsten in hoofde van de Bank als gevolg van onvoorzienbare omstandigheden buiten de wil van de Bank om die de verdere terbeschikkingstelling van het krediet ernstig bemoeilijken.
5.1.2.3 Gevolgen van wijzigingen in referentierentevoet/-index In geval van:
- wijziging die gevolgen heeft voor de samenstelling en/ of de definitie van de referentierentevoet/-index waarnaar een overeenkomst verwijst,
- verdwijning van deze referentierentevoet/-index en/of vervanging door een gelijkaardige of gelijkwaardige referentierentevoet/ -index,
- wijziging die gevolgen heeft voor de instelling die deze referentierentevoet/- index publiceert of voor de modaliteiten van deze publicatie,
- wijziging van de berekeningsbasis van deze referentierentevoet/- index,
wordt voor zover nodig gepreciseerd dat de referentierentevoet/ -index die voortvloeit uit deze wijziging of deze vervanging van rechtswege op de betrokken overeenkomst van toepassing zal zijn. Bij ontstentenis hiervan zal de referentievoet/-index aangepast worden naar de referentievoet/-index die voorgesteld wordt door de instelling die de referentievoet/-index publiceert, door een centrale bank of door enige andere bevoegde instantie of naar de referentievoet/-index die in de markt als meest verwant beschouwd wordt.
Wanneer er geen referentievoet/-index beschikbaar is zoals omschreven in de vorige alinea, kan de Bank voorstellen om de referentievoet/-index aan te passen naar de naar het oordeel van de Bank meest verwante rentevoet/-index. De Kredietnemer wordt onherroepelijk geacht akkoord te zijn met deze aanpassing wanneer hij niet binnen een periode van 15 kalenderdagen vanaf de
1 De Bazel Akkoorden (doorgaans aangeduid als Bazel I, Bazel II, Xxxxx XXX,…) zijn een reeks van afspraken gemaakt door de centrale banken (waaronder ook de Belgische Nationale Bank) onder leiding van de BIS (Bank for International Settlements) die gevestigd is in het Zwitserse Bazel. Deze afspraken gaan onder meer over minimale kapitaalsnormen voor financiële instellingen en hebben als doel om liquiditeit en de kwaliteit van het kapitaal van financiële instellingen te verbeteren teneinde de stabiliteit van het financiële systeem te vrijwaren.
2 Met CRD IV wordt bedoeld de Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende toegang tot het bedrijf van kredietinstellingen en het prudentieel toezicht op kredietinstellingen en beleggingsondernemingen.
3 Met CRR wordt bedoeld de Verordening (EU) Nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012.
4 In de meest ruime zin met inbegrip van internationale sancties, embargo’s, restrictieve maatregelen genomen ten aanzien van bepaalde landen,…
5Verstoring van de financiële markten betekent één van de volgende gebeurtenissen:
• de gebruikelijke quotering van de toepasselijke rentevoet is 's middags op de desbetreffende dag niet beschikbaar; of
• de kosten voor de Bank van het opnemen van gelijke bedragen op de betreffende interbancaire markt zijn hoger dan de op het krediet toepasselijke rentevoet.
datum van schriftelijke kennisgeving schriftelijk heeft geweigerd. In geval van weigering, zal de Bank het recht hebben om de rentevoet te bepalen op basis van de kosten die de Bank redelijkerwijze moet maken om zich voor het betreffende krediet te financieren in de private of publieke markten.
De Bank heeft in voorkomend geval het recht om toepassing te maken van art. 5.1.2.2, 3).
5.2 Gevolgen van belastingen, taksen, heffingen, of andere lasten van fiscale aard
Iedere betaling van interest verschuldigd door de Kredietnemer zal worden uitgevoerd zonder inhouding of aftrek van belastingen, taksen, heffingen, of andere lasten van fiscale aard die worden opgelegd door het land van vestiging van de Kredietnemer of van zijn bijhuis, of enige andere politieke of administratieve entiteit ervan die de bevoegdheid heeft belastingen te heffen, tenzij deze inhouding of aftrek dwingend door wet- of regelgeving is opgelegd.
In dit laatste geval zal de Kredietnemer bijkomende bedragen betalen die nodig zouden zijn om een dergelijke inhouding of aftrek te compenseren opdat de Bank, na een dergelijke inhouding of aftrek, niet minder zou ontvangen dan ze verkregen zou hebben indien deze inhouding of aftrek niet had plaats gehad.
De Kredietnemer verbindt er zich toe, voor het geval een dergelijke belasting zou verschuldigd zijn, alle informatie hieromtrent onmiddellijk aan de Bank kenbaar te maken.
Artikel 6 – Rekening-courant en verrekening
De toekenning van de kredieten gebeurt in het kader van de globale zakenrelatie met de Kredietnemer. De kredieten worden in beginsel gerealiseerd in rekening-courant.
De verschillende rekeningen van de Kredietnemer, met inbegrip van de termijnrekeningen, de spaarrekeningen en de depositoboekjes in gelijk welke munt of rekeneenheid, vormen rubrieken van één enkelvoudige en ondeelbare rekening-courant.
De Bank kan te allen tijde, met een al dan niet elektronisch en/of al dan niet voorafgaandelijk bericht, deze rubrieken samensmelten en transfers uitvoeren van de ene naar de andere, van creditsaldo naar debetsaldo en omgekeerd, en van debetsaldo naar debetsaldo. Onder saldo wordt hier begrepen: debetstand of creditstand.
Voor de boekhoudkundige verwerking van dit artikel en voor de algemene afsluiting van deze enkelvoudige rekening-courant kan de Bank overgaan tot de omzetting van de verschillende saldi op basis van de wettelijke koers of van de marktkoers op de bankwerkdag vóór de dag van de samensmelting, de transfer of deafsluiting.
Behoudens schriftelijke betwisting binnen de 15 kalenderdagen vanaf de datum van mededeling van de rekeningtoestand, in welke vorm dit ook moge gebeuren, wordt deze laatste beschouwd als zijnde onbetwistbaar en onherroepelijk goedgekeurd door de Kredietnemer.
De door de Kredietnemer te verrichten betalingen mogen niet het voorwerp uitmaken van enige verrekening of opschortende voorwaarde.
Artikel 7 – Opzegging/schorsing van kredieten van onbepaalde duurtijd met of zonder opzegtermijn
Indien de duurtijd van het krediet niet beperkt is, kan de Bank op ieder ogenblik en zonder rechtvaardiging, met een (al dan niet elektronische) schriftelijke (of desgevallend mondelinge) kennisgeving, geheel of gedeeltelijk een einde stellen aan het krediet of de gevolgen ervan geheel of gedeeltelijk schorsen, mits een opzeggingstermijn van 30 kalenderdagen die begint te lopen op datum van hoger vernoemde kennisgeving voor het aangewend gedeelte van het krediet en zonder opzeggingstermijn voor het niet- aangewend gedeelte.
Vanaf het begin van de opzeggingstermijn zal de Kredietnemer het krediet nog slechts kunnen aanwenden ten belope van het bedrag van het krediet dat tijdens deze periode is terugbetaald en voor zover de vervaldag van de nieuwe aanwending de vervaldatum van de opzeggingstermijn niet overschrijdt.
Tijdens de opzeggingstermijn behoudt de Bank het recht artikel 8 toe te passen.
Artikel 8 – Onmiddellijke opzegging/ schorsing
Ongeacht of de duurtijd van het krediet al dan niet beperkt is, kan de Bank in de hierna opgesomde gevallen, met een (al dan niet elektronische) schriftelijke (of desgevallend mondelinge) kennisgeving, in werking tredend vanaf de datum van voornoemde kennisgeving, zonder opzeggingstermijn geheel of gedeeltelijk een einde stellen aan het krediet of de gevolgen ervan geheel of gedeeltelijk schorsen:
(a) in geval van tekortkoming van de Kredietnemer aan een wettelijke, reglementaire of conventionele verplichting die voortvloeit uit het krediet of er betrekking op heeft, of aan een wettelijke of reglementaire verplichting met betrekking tot zijn statuut, zijn rechtsvorm of zijn activiteit, het ontbreken of verliezen van één of een gedeelte van de hiervoor nodige vergunningen; in geval van het aanvechten door de Kredietnemer van de geldigheid van de kredietovereenkomst, indien om
één of andere reden de kredietovereenkomst ongeldig of niet langer uitvoerbaar is of kan zijn; in geval de Kredietnemer de fondsen voortvloeiend uit het krediet aangewend heeft of de Bank indicaties heeft dat deze zullen aangewend worden voor andere doeleinden dan overeengekomen;
(b) indien de Kredietnemer of een met de Kredietnemer verbonden of geassocieerde persoon of vennootschap in de zin van artikel 1:20 of 1:21 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen, of één van hun hun bestuurders of zaakvoerders (inclusief personen die ten aanzien van de Kredietnemer werkelijke bestuursbevoegdheid hebben of hebben gehad), uit welke hoofde ook, betrokken is bij verrichtingen die als abnormaal of onregelmatig zouden kunnen beschouwd worden op grond van de algemeen aanvaarde gebruiken en praktijken, of onvolledige of onjuiste verklaringen aflegt, meer in het bijzonder wat de actief- en passiefbestanddelen van zijn vermogen betreft; indien ten laste van één van deze (rechts)personen een onderzoek werd geopend dat zou kunnen uitlopen op een veroordeling tot een criminele of correctionele straf;
(c) indien de Kredietnemer zich bevindt of zich zal bevinden, in een toestand - in rechte of in feite - die staking van betaling inhoudt of die zijn solvabiliteit of het voortbestaan van zijn onderneming in het gevaar brengt; indien hem geheel of gedeeltelijk het beheer van zijn goederen wordt ontnomen;
(d) indien een aanvraag tot gerechtelijke reorganisatie vanwege de Kredietnemer wordt verworpen; indien de Kredietnemer niet langer voldoet aan de voorwaarden voor een gerechtelijke reorganisatie; indien de gerechtelijke reorganisatie voortijdig beëindigd wordt of het plan wordt ingetrokken; indien de Bank of gelijk welke andere schuldeiser de volle uitoefening van zijn rechten herwint;
(e) in geval van niet-naleving, verschuiving van vervaldag, schorsing of vervroegde opeisbaarheid van verbintenissen ten overstaan van de Bank of andere leden van de ING groep of van gelijk welke andere schuldeiser;
(f) in geval van stopzetting of wijziging, geheel of gedeeltelijk, van de bedrijvigheid van de Kredietnemer; indien het louter voornemen daartoe wordt geuit; indien zich een gebeurtenis voordoet die op korte termijn tot één van deze situaties zou kunnen leiden;
(g) indien uit de jaarrekening, een boekhoudkundige staat, een raming van het vermogen of een expertise blijkt dat het netto-actief van de Kredietnemer of van de groep bedrijven waarvan de rekeningen worden geconsolideerd en waartoe hij behoort, vergeleken met de meest recente al dan niet gepubliceerde jaarrekeningen, met meer dan één vierde in waarde verminderde of verloren ging, uitgekeerd of onbeschikbaar werd; indien zich een gebeurtenis voordoet die op korte termijn tot één van deze situaties zou kunnen leiden;
(h) in geval van verdwijning, geheel of gedeeltelijke al dan niet vrijwillige vervreemding, waardevermindering of het volledig of gedeeltelijk onbeschikbaar zijn van (het voorwerp van) een zekerheid die aan de Bank werd verleend of van andere bestanddelen uit het vermogen van de Kredietnemer (bijvoorbeeld in geval van beslaglegging) en ook in geval van toekenning van een recht, last of zekerheid ten gunste van een derde op dit vermogen of een gedeelte ervan; in geval van inwerkingstelling van een clausule van eigendomsvoorbehoud door een leverancier; indien zich een gebeurtenis voordoet die, naar het oordeel van de Bank, op korte termijn tot één van deze situaties zou kunnen leiden;
(i) indien een zekerheid met een bepaalde duurtijd uiterlijk 30 kalenderdagen vóór de vervaldag niet wordt hernieuwd;
(j) indien het vermogen of de activiteit van de Kredietnemer naar het oordeel van de Bank onvoldoende verzekerd is; ingeval van opheffing, zelfs tijdelijk, van de gevolgen van een verzekeringspolis waarvan het voordeel door middel van een overdracht of inpandgeving aan de Bank werd toegekend of die een goed dekt dat het voorwerp uitmaakt van een zekerheid in het voordeel van de Bank;
(k) indien de Zekerheidssteller zijn verbintenis ten overstaan van de Bank niet nakomt, zijn verbintenis herroept of zich bevindt in één van de gevallen vermeld in dit artikel 8;
(l) indien de Bank verneemt dat de Kredietnemer of een Zekerheidssteller een verklaring conform de wet van 25/4/07 inzake de niet-vatbaarheid voor beslag van de hoofdverblijfplaats heeft afgelegd;
(m) bovendien, indien de Kredietnemer een natuurlijke persoon is:
• in geval van overlijden;
• in geval van gerechtelijke onbekwaamverklaring;
• in geval van wijziging van zijn huwelijksvermogensstelsel;
• in geval van ontbinding van de gemeenschap, in geval van aanvraag tot gerechtelijke scheiding van goederen, in geval van het instellen van een procedure tot echtscheiding of tot scheiding van tafel en bed; in geval van opzegging van wettelijke samenwoning;
(n) bovendien, indien de Kredietnemer een rechtspersoon is:
• in geval van wijziging van de rechtsvorm van de rechtspersoon, vennootschap of de vereniging, in geval van ontbinding, vereffening, omzetting, fusie of splitsing of elke andere verrichting of herstructurering met hetzelfde of een gelijkaardig resultaat;
• in geval van kapitaalvermindering of uitkering van andere onbeschikbareeigenvermogensposten;
• in geval van een wijziging van controle over de Kredietnemer (zoals gedefinieerd in artikel 1:14 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen);
• in geval van faillissement, een aanvraag tot gerechtelijke organisatie of vereffening van de hoofdaandeelhouder;
• in geval van ernstig meningsverschil tussen bestuurders, zaakvoerders of vennoten;
• indien het een personenvennootschap betreft, ingeval van terugtrekking van een vennoot.
De Bank zal ook het recht hebben om eventuele andere kredieten waarin de Kredietnemer participeert of waarin hij Zekerheidssteller is te beëindigen conform de bepalingen van artikel 8.
Indien één of meer van de in artikel 8 vermelde gevallen zich voordoen en de Bank niet onmiddellijk gebruik maakt van haar recht om het krediet te schorsen of er een einde aan te stellen zonder vooropzeg, kan dit niet ingeroepen worden als zijnde een verzaking door de Bank om in een later stadium gebruik te maken van de rechten om het krediet te schorsen of op te zeggen.
In geval van beëindiging van het krediet kan de Bank de vrijgave eisen van de verbintenissen die zij aanging onder de verantwoordelijkheid van de Kredietnemer, alsook de onmiddellijke terugbetaling van de verbintenissen van de Kredietnemer, met dien verstande dat – in geval van vermindering van het krediet – deze vrijgave en terugbetaling beperkt zijn tot de verbintenissen die het van kracht blijvende kredietbedrag overschrijden.
Artikel 9 –Solidariteit, hoofdelijkheid en ondeelbaarheid
Indien het krediet wordt toegekend aan meerdere Kredietnemers, zijn laatstgenoemden tegenover de Bank solidair, hoofdelijk en ondeelbaar gehouden voor alle kredietverbintenissen. De vervallenverklaring van de termijn ten overstaan van één van hen geldt ten overstaan van allen.
Noch een aanvraag tot gerechtelijke reorganisatie ingediend door een één van de Kredietnemers of Zekerheidsstellers, noch een opschorting of een homologatie van een plan toegekend aan één van de Kredietnemers of Zekerheidsstellers of een overdracht onder gerechtelijk gezag toegestaan aan één van de Kredietnemers of Zekerheidsstellers, noch een kwijtschelding verleend aan één van de Kredietnemers of Zekerheidsstellers komen de overige Kredietnemers of Zekerheidsstellers ten goede.
Ongeacht of aan het krediet een einde werd gesteld, zijn de erfgenamen en rechthebbenden van de Kredietnemer of Zekerheidsstellers, solidair, hoofdelijk en ondeelbaar gehouden voor alle kredietverbintenissen en verbintenissen die voortvloeien uit de zekerheden, met inbegrip van de verrichtingen aangevat door de Kredietnemer die nog niet geboekt of uitgevoerd zijn.
De schuldsplitsing, de kwijtschelding of het ontslag, bij overeenkomst gedaan ten voordele van één van de Kredietnemers of Zekerheidsstellers, leidt niet tot de bevrijding van de overige Kredietnemers of Zekerheidsstellers. Deze laatsten blijven onverkort gehouden ten aanzien van de Bank voor het geheel van de verschuldigde sommen zonder dat de Bank haar rechten tegenover hen moet voorbehouden. Dergelijke schuldsplitsing, kwijtschelding of ontslag brengt geen schuldvernieuwing met zich mee en het krediet blijft gewaarborgd door de reeds gevestigde zekerheden. De Bank kan evenwel eisen dat de zekerheden opnieuw worden gevestigd of bevestigd door de Kredietnemers of de Zekerheidsstellers.
Indien een Kredietnemer of Zekerheidssteller gerechtigd zou zijn om verhaal uit te oefenen op één van de overige Kredietnemers of Zekerheidstellers, verbindt hij er zich toe dit verhaal slechts uit te oefenen nadat alle verbintenissen van laatstgenoemde Kredietnemers of Zekerheidsstellers jegens de Bank geheel zijn voldaan.
Artikel 10 –Verbintenissen Kredietnemer
De Kredietnemer zal de Bank op haar eerste verzoek alle inlichtingen bezorgen die zij nodig acht voor de beoordeling van zijn economische en financiële toestand, zijn vermogenstoestand of van de zekerheidspositie van de Bank evenals alle noodzakelijke gegevens voor de identificatie van de Kredietnemer en de eventuele uiteindelijke begunstigde (UBO). Dergelijke inlichtingen dienen volledig, accuraat en niet misleidend te zijn.
Daarenboven verbindt hij zich ertoe de Bank op spontane wijze onmiddellijk kennis te geven van elk feit dat van aard is op betekenisvolle wijze deze toestand te beïnvloeden, meer in het bijzonder (maar niet limitatief) van elke lopende of aan te vatten gerechtelijke procedure en elke gebeurtenis bedoeld in artikel 8, van het aangaan van kredieten en andere financieringstechnieken (zoals bv. factoring, leasing,…), van elke andere gebeurtenis die een invloed heeft of zou kunnen hebben op zijn capaciteit om de verbintenissen onder het krediet na te leven, van wijzigingen inzake de juridische en organisatorische structuur, wijzigingen in de vertegenwoordigingsbevoegdheid van de Kredietnemer, wijziging van de maatschappelijke zetel of exploitatiepunten, wijzigingen in het eigen vermogen, effectieve of potentiële wijzigingen in het aandeelhouderschap van of de controle over de Kredietnemer- rechtspersoon, wijzigingen met betrekking tot het boekjaar of de methode van financiële rapportering of elke wijziging die overeenkomstig de wet op gelijk welke wijze moet worden bekendgemaakt.
Indien de Kredietnemer een rechtspersoon is, is hij gehouden de Bank op eerste verzoek een kopie van, of inzage te verlenen in, alle documenten die nuttig kunnen zijn voor de beoordeling van zijn economische en financiële toestand, zijn vermogenstoestand of de zekerheidspositie van de Bank. Dit betreft onder meer jaarrekeningen en al dan niet tussentijdse boekhoudkundige staten, verslagen
opgemaakt door het bestuursorgaan, verslagen van de commissaris of bedrijfsrevisor, de gecoördineerde statuten en aanvullende interne reglementen van de Kredietnemer-rechtspersoon en alle wijzigingen daarvan, de aandelenregisters of andere effectenregisters. De Kredietnemer verbindt er zich toe geen wijzigingen aan te brengen aan zijn rechtsvorm zonder voorafgaandelijk schriftelijk akkoord van de Bank.
De Kredietnemer verbindt zich ertoe om, telkens wanneer CRR6 dit vereist7, aan de Bank een schatting te bezorgen van het onroerend goed waarop een hypothecaire zekerheid rust die is opgesteld door een door de Bank goedgekeurde deskundige. Indien de Bank van oordeel is dat een aanvullende schatting nodig is, zal de Kredietnemer, uiterlijk 30 kalenderdagen na de dag waarop de Bank hierom verzoekt, een aanvullende schatting opgesteld door een door de Bank goedgekeurde deskundige, aan de Bank bezorgen.
De Kredietnemer dient te allen tijde, zowel aan de Bank als aan de door haar aangestelde deskundigen, toegang te verlenen tot de als zekerheid verstrekte goederen om de vereiste schatting te controleren of uit te voeren. De kosten van bovengenoemde (her)schattingen zijn voor rekening van de Kredietnemer.
Indien de Kredietnemer in gebreke blijft om ondanks het verzoek van de Bank deze (her)schatting te bezorgen, kan de Bank zelf een deskundige aanstellen op kosten van de Kredietnemer.
Bovendien kan de Bank te allen tijde, op kosten van de Kredietnemer en zonder aansprakelijkheid harentwege, een onderzoek van zijn economische en financiële toestand, zijn vermogenstoestand of de zekerheidspositie van de Bank uitvoeren of laten uitvoeren door deskundigen aangeduid door de Bank, alsook bij gelijk welke derde inlichtingen inwinnen voor dergelijke beoordeling.
De Kredietnemer verbindt er zich toe de voor het krediet voorziene (financiële) verklaringen, verbintenissen en convenanten te respecteren. Tenzij anders bepaald, gelden verbintenissen en convenanten gedurende de ganse kredietrelatie tussen Bank en Kredietnemer.
De Kredietnemer verbindt er zich toe om zijn vermogen en activiteit voldoende te verzekeren tegen de gebruikelijke risico’s (met inbegrip van eventuele aansprakelijkheidsvorderingen van derden) en de Bank onmiddellijk in kennis te stellen van elk substantieel schadegeval.
De Kredietnemer verbindt er zich toe de op hem van toepassing zijnde wet- en regelgeving te respecteren.
De Kredietnemer verbindt er zich toe om alle relevante economisch of financiële sancties die zijn opgelegd, uitgevoerd of afgedwongen door de betrokken bevoegde autoriteiten na te leven en te xxxxxxxxxxx.Xx Kredietnemer verbindt er zich toe te voldoen aan alle relevante handelsembargo’s die zijn opgelegd, uitgevoerd of afgedwongen door bevoegde autoriteiten, inclusief de toepasselijke exportregelgeving en handelsembargo’s voor goederen voor duaal gebruik en/of die zijn verzonden naar een verboden bestemming. De Kredietnemer verbindt er zich toe geen goederen of diensten te leveren aan een land met een extreem verhoogd risico8.
In geval het krediet de financiering van commercieel vastgoed9 tot doel heeft, verbindt de Kredietnemer zich ertoe om aan de Bank:
- een kopie van de huurovereenkomsten te bezorgen bij aanvang van het krediet en telkens wanneer er een wijziging is van huurcontracten (wijziging huurder, verlenging,…);
- jaarlijks een verklaring te bezorgen m.b.t. actuele huurtoestand van het betreffende goed;
- de voorgaande informatie te bezorgen met inachtneming van de regelgeving betreffende de bescherming van persoonsgegevens.
De Kredietnemer verbindt er zich toe om, zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming van de Bank, het krediet niet te gebruiken voor herfinanciering van schulden voortvloeiend uit de uitgifte van schuldpapier op de financiële markten.
De Kredietnemer verbindt er zich toe alle bij het krediet betrokken partijen (onder meer de Zekerheidssteller) onmiddellijk op de hoogte te stellen van elke wijziging aan het krediet of dit reglement.
6 Zie voetnoot 3.
7Op datum van dit reglement zijn deze vereisten dat deze schatting minstens elke drie jaar moet worden uitgevoerd voor zover het openstaand kredietbedrag meer dan 3.000.000 EUR bedraagt. Voor non-performing loans in de zin van CRR (zie voetnoot 3) moet deze schatting jaarlijks gebeuren.
8 De actuele lijst van deze landen kan u bekomen op eerste verzoek.
9 Met “commercieel vastgoed” wordt bedoeld vastgoed, bestaand of in aanbouw, dat inkomsten oplevert (Recommendation of the European Systemic Risk Board van 31 oktober 2016 (ERSB/2016/14) en CRE Reporting Manual van 27 juli 2018 van De Nederlandsche Bank).
Artikel 11 – Overdracht – Subrogatie
11.1. De Kredietnemer aanvaardt dat de Bank het recht heeft om haar rechten uit hoofde van het krediet geheel of gedeeltelijk over te dragen of om een derde geheel of gedeeltelijk in deze rechten te subrogeren. Zo kan de Bank onder meer zekerheden verstrekken op haar rechten in het voordeel van een centrale bank of een gelijkaardige instelling. De Bank is niet verplicht om de Kredietnemer hiervan in kennis te stellen.
11.2. De Kredietnemer aanvaardt dat de Bank het recht heeft om, tijdens de duurtijd van het krediet en met toestemming van de Kredietnemer, haar verplichtingen uit hoofde van het krediet geheel of gedeeltelijk over te dragen. De Kredietnemer mag zijn toestemming niet op onredelijke wijze onthouden. De Kredietnemer wordt onherroepelijk geacht akkoord te zijn met de overdracht wanneer hij geen expliciet schriftelijk bezwaar aantekent binnen een periode van 5 kalenderdagen na schriftelijke kennisgeving door de Bank.
Deze toestemming van de Kredietnemer is niet vereist:
• in geval van overdracht aan andere leden van de ING groep of aan een kredietinstelling die op het ogenblik van de overdracht haar hoofdzetel in de Europese Unie heeft en een door een gereputeerd financieel ratingbureau verstrekte rating die minstens gelijk is aan deze van de Bank; of
• wanneer één of meer van de gevallen voorzien in artikel 8 van dit reglement zich voordoen.
11.3. De Bank heeft het recht om, in het kader van dit artikel 11, alle noodzakelijke informatie door te geven aan de potentiële overnemer.
Artikel 12 – Bepaling van de schuldvordering - gevolgen van schorsing en beëindiging van het krediet
12.1 Bepaling van de schuldvordering
Het bestaan en het bedrag van de schuldvordering van de Bank worden op voldoende wijze vastgesteld door de door haar opgemaakte afrekening. Dit saldo zal worden verhoogd met de eventuele verbintenissen die voortvloeien uit aangevatte maar nog niet geboekte verrichtingen.
De Bank kan, zonder afstand te doen van haar rechten, de boeking van de rente en provisies evenals de terbeschikkingstelling van rekeningafschriften aan de Kredietnemer schorsen. De Bank brengt laatstgenoemde op eenvoudig verzoek op de hoogte van de toestand van zijn verbintenissen.
12.2 Schorsing
Tijdens de schorsing van het krediet kan de Kredietnemer geen opnames doen op het gedeelte van het krediet dat geschorst is.
12.3 Beëindiging
De Bank kan het krediet beëindigen in toepassing van de artikelen 7 en 8 van dit Reglement.
Indien het krediet geheel of gedeeltelijk op een contractueel overeengekomen vervaldag komt of bij het verstrijken van een periode waarin een krediet opneembaar is, wordt het krediet voor een overeenkomstig bedrag van rechtswege beëindigd zonder dat de Bank enige kennisgeving moet doen.
Ongeacht de wijze van beëindiging van het krediet en tenzij anders bepaald in de kennisgeving van de Bank worden:
- bij gedeeltelijke beëindiging van het krediet de door de beëindiging getroffen gebruiksvormen geheel of gedeeltelijk opeisbaar, met inbegrip van alle vorderingen van welke aard ook. Indien hierdoor een overschrijding op de resterende kredietlimiet zou ontstaan dan moet deze overschrijding, zoals bepaald in artikel 3.2, onmiddellijk aangezuiverd worden.
- de rekening-courant en alle rekeningen die er deel van uitmaken afgesloten bij gehele beëindiging van het krediet. Alle gebruiksvormen van het krediet worden opeisbaar, met inbegrip van alle vorderingen van welke aard ook.
De rentetarieven zullen bepaald worden volgens de bepalingen van Artikel 5.
In geval van niet-terugbetaling van een opeisbaar bedrag binnen de 30 kalenderdagen te rekenen vanaf de beëindiging, kan de Bank de rentevoet van toepassing op dit bedrag met maximaal 2 % per jaar verhogen voor niet-gerechtelijke inningkosten.
De Bank heeft te allen tijde het recht om de vervallen of opeisbare verbintenissen van de Kredietnemer en Derde Garant uit welke hoofde ook, geheel of gedeeltelijk, te debiteren in één van hun respectievelijke rekeningen. Dergelijke debitering zal geen aanleiding geven tot schuldhernieuwing. Voor zover nodig wordt voorbehoud gemaakt voor alle zekerheden.
Artikel 13 – Aanwending inkomende bedragen na beëindiging krediet – provisie – rangregeling – uitvoerbaarheid zekerheden
In geval van beëindiging van het krediet worden alle bedragen die de Bank ten gunste van de Kredietnemer ontvangt of die
rechtstreeks aan de Bank worden gestort, door haar - in haar hoedanigheid van schuldeiser van de Kredietnemer - aangerekend op de schuld of op dat gedeelte van de schuld welke zij eerst wenst aan te zuiveren.
Indien bepaalde verbintenissen nog niet opeisbaar zijn, kan de Bank de aldus ontvangen of gestorte bedragen op een onderscheiden rekening op haar naam of op naam van de Kredietnemer storten. Deze bedragen worden dan aangewend als waarborg voor alle verbintenissen van de Kredietnemer die voortvloeien uit de zakenrelaties tussen de Bank en de Kredietnemer. In geval van schorsing van het krediet beschikt de Bank eveneens over deze mogelijkheid.
Indien de Bank aan een rangregeling of een verdeling deelneemt, doet zij dit voor het totale bedrag van haar schuldvordering. De Bank oordeelt vrij welke schuld of welk gedeelte van een schuld eerst aangezuiverd wordt met de toegekende dividenden.
Geen enkele toestand, tenzij een wettelijke, kan de tegeldemaking van de zekerheden of één ervan, waartoe de Bank naar haar goeddunken wenst over te gaan, vertragen of schorsen, ongeacht of ze door de Kredietnemer of een Zekerheidssteller gesteld zijn.
Artikel 14 – Verbintenissen Zekerheidssteller
Tot de volledige terugbetaling van de door hem gewaarborgde verbintenissen,
- kan de Zekerheidssteller, alsook zijn erfgenamen en rechthebbenden, door de Bank op de hoogte worden gebracht van de toestand van de verbintenissen die hijwaarborgt;
- erkent de Zekerheidssteller dat alle wijzigingen aan de bepalingen, voorwaarden en modaliteiten van het krediet of aan dit reglement, ongeacht of het krediet opeisbaar is en zelfs indien hij niet op de hoogte werd gebracht van de wijzigingen, hem tegenwerpbaar zijn;
- dient de Zekerheidssteller de Bank, op haar eerste verzoek, alle inlichtingen te bezorgen die zij nodig acht voor de beoordeling van zijn economische, financiële en vermogenstoestand;
- ziet de Zekerheidssteller ervan af zich te beroepen op de niet-naleving van de vereiste formaliteiten inzake handelspapier;
- zal de Zekerheidssteller geen enkel bestanddeel van zijn vermogen waarop een zekerheid rust ten gunste van de Bank, bezwaren met een zekerheid ten gunste van een derde;
- verbindt de Zekerheidssteller zich ertoe geen subrogatie in te roepen in de rechten van de Bank en geen enkel verhaal uit te oefenen op de Kredietnemer of op een andere Zekerheidssteller uit hoofde van betalingen aan de Bank verricht zolang de Bank niet volledig (terug)betaald is;
- verbindt de Zekerheidssteller zich ertoe om de verbintenissen die op de Kredietnemer rusten uit hoofde van art. 10 – mutatis mutandis – eveneens te respecteren, onder meer voor wat betreft de verplichte schattingen in het kader van CRR10.
De Bank zal artikel 8 kunnen toepassen indien de Zekerheidssteller zijn verbintenissen ten overstaan van de Bank niet nakomt, zijn verbintenis herroept of zich bevindt in één van de gevallen die in genoemd artikel worden opgesomd.
De vervallenverklaring van de termijn ten overstaan van de Kredietnemer geldt ten overstaan van de Zekerheidssteller. Daarentegen komt de kwijtschelding in collectieve schuldenregelingsprocedures en andere vormen van samenloop met betrekking tot de Kredietnemer de Zekerheidssteller niet ten goede.
Vanaf de ingebrekestelling, die kan gebeuren per aangetekende brief, van de Zekerheidssteller die een persoonlijke zekerheid heeft verschaft, zullen op het gevorderde bedrag, verhoogd met de inningkosten, van rechtswege interesten en provisies verschuldigd zijn tegen de tarieven die eisbaar zijn tegenover de Kredietnemer.
Artikel 15 – Discontokredieten van handelspapier
In geval van een krediet aanwendbaar door de discontering van handelspapier:
- gebeurt de discontering “onder gewoon voorbehoud”;
- kan de Bank de wisselbrieven die niet haar goedkeuring dragen weigeren;
- kan de Bank te allen tijde op de rekening-courant van de Kredietnemer het bedrag tegenboeken van een onbetaalde wissel die voorheen ten gunste van de Kredietnemer gedisconteerd werd; in geval van een leveranciersdisconto kan de Bank de rekening van de betrokkene te allen tijde debiteren voor het bedrag van een eisbare wissel; in beide gevallen zal dat gebeuren met als valutadatum de dag van de opeisbaarheid;
- kan de Bank te allen tijde de niet-vervallen wissels tegenboeken in de gevallen opgesomd onder artikel 8;
- kan de Bank de tegengeboekte wissels bewaren voor de uitoefening van haar rechten van derde houder;
- is de Bank vrijgesteld van de formaliteiten vereist inzake handelspapier; zij kan ze evenwel vervullen, meer in het bijzonder protest laten opmaken;
- gebeurt het endossement van een wissel door de Bank zonder verhaal tegen haar handtekening.
10 Zie voetnoot 3
Artikel 16 – Borgstellingen en Waarborgen
16.1 De borgstellingen en waarborgen die door de Bank of door een derde volgens de instructies van de Bank worden gesteld, vallen onder de volledige verantwoordelijkheid van de Kredietnemer.
Deze verantwoordelijkheid blijft gehandhaafd zolang de Bank niet wordt bevrijd van elke verbintenis die voortvloeit uit de betrokken borgstelling of waarborg.
De Bank is op onherroepelijke wijze ertoe gemachtigd haar verbintenis uit te voeren, volgens de bedongen voorwaarden, op het eerste verzoek van de begunstigde of van de derde.
Wanneer de verbintenis van de Bank het karakter heeft van een borgstelling zien de Kredietnemer en de Zekerheidssteller ervan af zich te beroepen op de bepalingen van artikel 2031 van het Burgerlijk Wetboek11.
Indien de verbintenis van de Bank van onafhankelijke aard is (abstract), verbindt de Kredietnemer zich ertoe zich niet te beroepen op een uitzondering gebaseerd op zijn verhoudingen met de begunstigde.
Ingeval van betwisting over de juiste aard van de verbintenis, zal de Bank gerechtigd zijn deze als een abstracte verbintenis te beschouwen en tot uitvoering over te gaan.
De Kredietnemer dient zonder verwijl alle bedragen terug te betalen die de Bank in uitvoering van haar verbintenis heeft betaald; de Bank mag de rekening van de Kredietnemer hiervoor debiteren.
Indien de waarborg gesteld werd in een vreemde munt zal de Bank - indien nodig en ongeacht de evolutie van de wisselkoers tussen het tijdstip van het beroep door de begunstigde en de effectieve uitbetaling - gerechtigd zijn de tegenwaarde van het door haar in het kader van de waarborg betaalde bedrag te debiteren in de rekening van de Kredietnemer.
16.2 In geval de Kredietnemer verbintenissen aangaat jegens ING Lease Belgium NV en/of ING Commercial Finance Belux NV of hiermee verbonden vennootschappen, erkennen de Kredietnemer en Zekerheidssteller op de hoogte te zijn en ermee in te stemmen dat de Bank deze verbintenissen subsidiair waarborgt voor rekening van de Kredietnemer.
De beslissing tot beroep op deze subsidiaire waarborg komt uitsluitend toe aan de discretionaire bevoegdheid van voornoemde leden van de ING groep; in geen geval kunnen zij hiertoe verplicht worden. Zekerheidsstellers kunnen zich hierop geenszins beroepen.
In geval van beroep op deze subsidiaire waarborg gesteld door de Bank is de Kredietnemer gehouden tot terugbetaling aan de Bank van het bedrag waartoe de Bank gehouden is uit hoofde van deze waarborg. Voornoemde verbintenis van de Kredietnemer of derden jegens de Bank tot terugbetaling van het bedrag van het beroep is gewaarborgd door de eventuele zekerheden die de Kredietnemer verleend heeft ten gunste van de Bank.
Deze bepaling doet op generlei wijze afbreuk aan het wettelijk kader waaraan hogergenoemde contracten met voormelde vennootschappen onderhevig zijn, noch aan de rechten en verbintenissen tussen deze laatsten en de Kredietnemer.
Artikel 17 – Acceptkredieten
Op de vervaldag van de accepten die door de Bank onderschreven werden, zal laatstgenoemde de rekening van de Kredietnemer debiteren voor het bedrag nodig voor de betaling ervan.
Elk accept zal evenwel onmiddellijk opeisbaar worden in alle gevallen waarin de Kredietnemer bedragen ontvangt afkomstig van, hetzij exportverrichtingen gefinancierd door het accept, hetzij de wederverkoop van de goederen waarvan de invoer door het accept gefinancierd werd alsook in het geval van terugkeer in België van het geheel of een gedeelte van de goederen waarvan de export door het accept gefinancierd werd.
Bovendien kan de Bank de door haar onderschreven accepten opeisbaar stellen indien zich één van de gevallen voordoet voorzien in artikel 8 en dit ongeacht of de Bank al dan niet gebruik maakt van haar recht om het krediet geheel of gedeeltelijk te schorsen of het geheel of gedeeltelijk te beëindigen.
In voornoemde gevallen van vervroegde opeisbaarheid kan de Bank de rekening van de Kredietnemer debiteren voor het bedrag van de accepten. De Kredietnemer verbindt zich ertoe zijn rekening hiervoor van voldoende dekking te voorzien.
De Kredietnemer verbindt zich ertoe, behoudens uitdrukkelijk akkoord van de Bank, dat de financiering via accepten niet gepaard gaat met enig overbruggings- of verlengingskrediet dat de vervaldatum van de accepten rechtstreeks of onrechtstreeks verlengt.
11 Artikel 2031 van het Burgerlijk Wetboek luidt als volgt: "Xx xxxx die een eerste maal betaald heeft, heeft geen verhaal op de hoofdschuldenaar die een tweede maal betaald heeft, wanneer hij de laatstgenoemde van de door hem gedane betaling geen kennis heeft gegeven; behoudens zijn recht op terugvordering tegen de schuldeiser. Wanneer de borg betaald heeft zonder te zijn vervolgd en zonder de hoofdschuldenaar daarvan kennis te hebben gegeven, heeft hij geen verhaal op hem, in geval die schuldenaar op het ogenblik van de betaling gronden mocht hebben gehad om te doen verklaren dat de schuld teniet was, behoudens zijn recht op terugvordering tegen de schuldeiser."
Artikel 18 – Kredieten in vreemde munten of in rekeneenheden
Afgezien van de mogelijkheid waarover zij krachtens artikel 8 beschikt, kan de Bank zonder opzegging elk krediet aanwendbaar in vreemde munten of in rekeneenheden, schorsen of beëindigen:
• indien zij deze munten of rekeneenheden niet kan verkrijgenop de markt;
• indien zij haar verplichtingen niet verder mag of kan nakomen;
• indien maatregelen opgelegd door gelijk welke overheid, voor haar nadelige gevolgen zouden kunnen meebrengen op het vlak van de inzameling of de wederbelegging ervan;
en dit ongeacht de reden voor het ontstaan van deze omstandigheden. De Kredietnemer heeft in dat geval geen recht op enige vergoeding.
Artikel 19 – Pand – Fiduciaire overdracht tot zekerheid
Voorziening Alle schuldvorderingen van de Kredietnemer op de Bank en andere financiële instellingen zijn verpand ten gunste van de Bank. Alle schuldvorderingen van de Kredietnemer op andere personen, uit welke hoofde ook, zijn tot zekerheid overgedragen aan de Bank. Bedoeld worden onder meer vorderingen op klanten, op verzekeringsmaatschappijen, vorderingen uit hoofde van verkoop van roerende of onroerende activa. Verder omvat deze fiduciaire overdracht tot zekerheid ook de vorderingen van de Kredietnemer op de overheid in de meest ruime zin, onder meer de sociale zekerheid-, pensioen- en fiscale administratie.
Ter dekking van haar risico, zoals zij het evalueert, voortspruitend uit alle rechtstreekse of onrechtstreekse, zelfs voorwaardelijke of eventuele, verbintenissen van de Kredietnemer, kan de Bank te allen tijde automatisch de rekening van de Kredietnemer debiteren ten belope van het bedrag dat zij nodig acht, hetzij voor de creditering, in uitvoering van de voormelde inpandgeving, van een onderscheiden pandrekening op naam van de Kredietnemer, hetzij voor de aanleg van een voorziening in een bijzondere rekening op naam van de Bank.
Artikel 20 – Kosten ten laste van de Kredietnemer
Alle kosten voortvloeiend uit de kredietovereenkomst, de zekerheden en de gevolgen ervan, zijn ten laste van de Kredietnemer.
Met kosten wordt onder meer bedoeld dossierkosten, betekeningskosten, kosten van hernieuwing of vrijgave van zekerheden, alle kosten die de Bank als noodzakelijk beschouwt voor de vestiging van of het in stand houden van de zekerheden, alle kosten in verband met het toezicht op en het beheer van de kredieten, alle kosten die voortvloeien uit een gedwongen tenuitvoerlegging, kosten van schatting of herschatting, alle kosten verschuldigd aan derden (onder meer rechten, taksen, zegel- en registratierechten, retributiekosten en honoraria en/of erelonen van o.a. notarissen, gerechtsdeurwaarders of advocaten).
Meer in het bijzonder en onverminderd wat bepaald is in artikel 1023 van het Gerechtelijk Wetboek, kan de Bank, op basis van geëigende bewijsstukken, de Kredietnemer de kosten ten laste leggen die zij oploopt of uitgeeft als gevolg van om het even welke gerechtelijke procedure ook betreffende de Kredietnemer of een Derde Zekerheidssteller.
Artikel 21 – Uitwisseling gegevens
21.1 Persoonsgegevens
Het beleid van de Bank inzake de bescherming van de persoonlijke levenssfeer (o.a. de modaliteiten en draagwijdte van de bescherming), is beschikbaar in de artikelen 5 en 6 van het Algemeen Reglement der Verrichtingen en in de Privacyverklaring van de Bank via de website van de Bank (xxx.xxx.xx), bij uw gebruikelijke ING contactpersoon of bij uw kantoor. Voor vragen over bescherming van de persoonlijke levenssfeer kan contact opgenomen worden met de ING functionaris voor gegevensbescherming (xxx-xx-XxxxxxxXxxxxx@xxx.xxx of ING Privacy Office, Xxxx-Xxxxxxxxxxxxxxx 00, X-0000Xxxxxxx).
De persoonsgegevens die worden meegedeeld of ter beschikking gesteld aan de Bank, worden door de Bank verwerkt overeenkomstig de Europese verordening van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en de Belgische wetgeving betreffende de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en haar uitvoeringsbesluiten.
Met “persoonsgegevens” wordt bedoeld alle informatie over een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon, zoals onder meer de identiteit, de woonplaats, het geslacht van natuurlijke personen (bv. een Kredietnemer of een Zekerheidssteller die natuurlijke persoon is of, indien de Kredietnemer of zekerheidssteller een rechtspersoon is, de natuurlijke personen die hen vertegenwoordigen).
Met “verwerken” van persoonsgegevens wordt onder meer bedoeld het verzamelen, bewaren en gebruiken van persoonsgegevens. De Bank verzamelt onder meer persoonsgegevens bij de betrokken natuurlijke persoon bij het aangaan van een kredietovereenkomsten of zekerheidsovereenkomsten, alsook bij externe bronnen (bv. de centrale voor kredieten aan ondernemingen gehouden bij de Nationale Bank van België).
De persoonsgegevens worden onder meer verwerkt met het oog op dienstverlening van de Bank (onder meer het toekennen en
beheer van kredieten evenals, in voorkomend geval, het beheer van rekeningen en betalingen, makelaarsdiensten (o.a. verzekeringen), het vermogensbeheer (beleggingen), marketing van bank-, verzekerings- en financiële diensten of andere diensten aangeboden en/of verleend door de Bank (tenzij de betrokken natuurlijke persoon zich kosteloos verzet tegen direct marketing), centraal beheer van cliënteel, globaal overzicht van de Kredietnemer en controle van de regelmatigheid van verrichtingen (inclusief het voorkomen van onregelmatigheden).
De persoonsgegevens kunnen onder meer worden meegedeeld aan derden van wie de tussenkomst nodig of nuttig is voor de dienstverlening van de Bank (bv. onderaannemers die mee instaan voor het functioneren van de IT-systemen van de Bank) en aan andere leden van ING groep (lijst op aanvraag), die bank-, verzekerings- of financiële activiteiten uitoefenen, voor centraal cliëntenbeheer, marketing (behalve voor elektronische reclame en tenzij de betrokken natuurlijke persoon zich kosteloos verzet tegen direct marketing), globaal overzicht van de cliënten, het verstrekken van hun diensten (in voorkomend geval) en de controle van de regelmatigheid van de verrichtingen (inclusief het voorkomen van onregelmatigheden). Zij worden ook onder meer, al dan niet rechtstreeks, meegedeeld aan bevoegde toezichthouders (FSMA, Nationale Bank van België, Europese Centrale Bank,…), aan het centraal aanspreekpunt (CAP), aan de kredietcentrales van de Nationale Bank van België en aan de instanties aangewezen door de intergouvernementele/multilaterale akkoorden in het kader van FATCA12 en CRS13. De Bank verzekert in alle gevallen een adequaat beschermingsniveau bij de overmaking van persoonsgegevens.
Bovendien worden de gegevens die door ING verzameld worden als verzekeringstussenpersoon ook meegedeeld aan de betrokken verzekeringsmaatschappijen die niet tot ING Groep behoren en gevestigd zijn in een lidstaat van de Europese Unie en aan hun eventuele vertegenwoordigers in België (lijst op aanvraag) voor zover dit nodig is voor het sluiten en het beheren van het verzekeringscontract (meer bepaald voor de beoordeling van het verzekerde risico), de marketing van verzekeringsdiensten (behalve voor elektronische reclame en tenzij de betrokken natuurlijke persoon zich kosteloos verzet tegen directe marketing), centraal cliëntenbeheer en de controle van de regelmatigheid van de verrichtingen (inclusief het voorkomen van onregelmatigheden).
De betrokken natuurlijke personen beschikken over diverse rechten op de gegevens die op hem betrekking hebben, zoals onder meer een recht op toegang en rechtzetting, een recht om vergeten te worden, een recht op beperking van de verwerking en een recht op overdraagbaarheid van de persoonsgegevens. De uitoefening van deze rechten is onderworpen aan bepaalde voorwaarden.
21.2 Overige gegevens
De Kredietnemer verleent de Bank onherroepelijk de toestemming om, in de mate dat toepasselijke wetgeving dit toelaat, alle (confidentiële) data m.b.t. de Kredietnemer en zijn kredietovereenkomsten over te maken aan:
1) Leden van ING groep, professionele adviseurs, auditoren, vertegenwoordigers en dienstverleners (inclusief dataverwerkers) ;
2) Xxxx persoon met wie of door bemiddeling van wie de Bank al dan niet rechtstreeks een transactie aangaat of overweegt aan te gaan onder dewelke betalingen uitgevoerd (kunnen) worden met referentie naar de Kredietnemer en/of zijn kredietovereenkomsten ;
3) Bevoegde overheden, toezichthouders en rechtbanken indien dit haar wordt opgelegd.
De Bank is niet verplicht om de Kredietnemer hiervan in kennis te stellen.
Artikel 22 – Toepassing Algemeen Reglement der Kredieten
22.1 Onmiddellijke toepassing
Dit reglement vervangt alle vorige versies van het Algemeen Reglement der Kredieten en zal automatisch van toepassing worden op alle lopende kredieten van de Kredietnemer bij de Bank.
12 Met Fatca wordt bedoeld de “Foreign Account Tax Compliance Act”, in België van toepassing obv. een intergouvernementeel akkoord tussen de Verenigde Staten van Amerika en België.
13 Met CRS wordt bedoeld “Common Reporting Standard” een gemeenschappelijke norm inzake transparantie en uitwisselingen van inlichtingen betreffende financiële rekeningen in fiscale aangelegenheid gebaseerd op een multilateraal akkoord onder bevoegde overheden in de schoot van de OESO en de EU.
22.2 Wijziging
Dit reglement kan op ieder ogenblik gewijzigd worden door de Bank met een schriftelijke (al dan niet elektronische) kennisgeving, via een geïntegreerd bericht, via de rekeninguittreksels, via een bericht in de ING-kantoren of via de Home’Bank-, Business’Bank- en Smart Banking-diensten. Tenzij voornoemde kennisgeving anders bepaalt, zal de wijziging ingaan 30 kalenderdagen na datum van hoger vernoemde kennisgeving.
Indien de Kredietnemer niet akkoord gaat met de wijzigingen moet hij dit binnen 30 kalenderdagen schriftelijk kenbaar maken aan de Bank. In dat geval treden de wijzigingen niet in voege en blijft dit Algemeen Reglement der Kredieten ongewijzigd van toepassing op de lopende kredieten van de Kredietnemer, onafgezien het recht van de Bank om het krediet te beëindigen overeenkomstig de contractuele voorwaarden.
Artikel 23 – Toepasselijk recht – bevoegde rechtbank
De rechten en verplichtingen van de Kredietnemer, de Zekerheidssteller en de Bank zijn onderworpen aan het Belgisch recht.
Behoudens de gevallen waarin de bevoegde rechtbanken worden aangeduid door dwingende wettelijke bepalingen, kan de Bank, ongeacht of zij eiseres dan wel verweerster is, elk geschil, binnen de wettelijke beperkingen, voor de rechtbanken van Brussel of voor de rechtbanken van het rechtsgebied van de vennootschapszetel of van de werkelijke of gekozen woonplaats van de Kredietnemer of van de Zekerheidssteller brengen of doen brengen.
De bedingen van dit Reglement zijn van toepassing op alle toestanden en procedures welke, in het licht van het vreemd recht dat toepasbaar zou zijn, analoog zijn met toestanden en procedures naar het Belgischrecht.
Reglement geregistreerd te Xxxxxxx 0 Juni 2019, Finto Service de sécurité juridique Xxxxxxxxx 0 - Xxxxxxxxx xx Xxxxxx
Xxxxxxxxx 00 x Xxxxxxxxx