Van Vonderen Groep B.V. LEASEAUTOREGELING
Van Vonderen Groep B.V. LEASEAUTOREGELING
Juni 2018
INHOUDSOPGAVE
1 Begripsomschrijvingen
2 Werkingssfeer leaseautoregeling
3 Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx
0 Eigendom en (privé)gebruik
5 Keuze merk/type/uitvoering
6 Parttime dienstverband
7 Functiewijziging
8 Uitdiensttreding/inleveren leaseauto
9 Bestelprocedure
10 Aflevering
11 Accessoires
12 Brandstofsoort
13 Brandstofnorm
14 Brandstofpas
15 Onderhoud en reparatie
16 Tijdelijke auto’s
17 Kosten
18 Aansprakelijkheid
19 Jaarlijkse aanpassingen
20 Duurzaamheidsbeleid
21 Risico en verzekering
22 Beëindiging autoregeling
23 Inleveren leaseauto
24 Slotbepalingen
BIJLAGEN
A Leasecategorieën/Tarieven
B CO2-plafonds en energielabels
1. Begripsomschrijvingen
Werkgever:
Xxx Xxxxxxxx Groep B.V. en alle aan haar gelieerde vennootschappen.
Directie:
De directie van Xxx Xxxxxxxx Groep B.V.
Leasemaatschappij:
Een leasemaatschappij, waarmee door werkgever een overeenkomst is gesloten.
Berijder:
Een werknemer, die een arbeidsovereenkomst heeft met werkgever en aan wie door werkgever een leaseauto is toegewezen.
Zakelijke kilometers:
Alle voor de functie uitoefening verreden kilometers.
Accessoires:
Die extra’s, die worden gemonteerd nadat de auto op kenteken is geregistreerd.
Opties:
Die extra’s, die in de fabriek worden gemonteerd en die aanwezig zijn op het moment dat de leaseauto op kenteken geregistreerd wordt.
Normbedrag:
De ‘all-in’ leaseprijs per maand, dat wil zeggen de leasekosten per maand van de auto exclusief de jaarlijks vastgestelde brandstofnorm. De leasecategorie en de eigen bijdrage worden berekend op basis van 54 maanden (40.000 km/jaar). De daadwerkelijke leasetermijn kan afwijken op bedrijfseconomische gronden met dien verstande dat de maximale leasetermijn niet meer zal bedragen dan 60 maanden.
Overname-auto (Poolauto):
Een overname-auto is een leaseauto die om welke reden dan ook tijdens de looptijd van het leasecontract vrij komt en die tot het einde van het leasecontract beschikbaar is
1. Werkingssfeer leaseautoregeling
a. Deze regeling is van toepassing op werknemers, met een arbeidsovereenkomst met werkgever, die als gebruiker de beschikking hebben over een leaseauto.
b. Deze regeling is van toepassing op alle leaseauto’s.
c. Door aanvaarding van het gebruik van een leaseauto wordt de berijder geacht zich met de inhoud van deze regeling en de berijdersinstructies van de leasemaatschappij te verbinden.
d. Afwijkingen en wijzingen op de leaseautoregeling zijn slechts mogelijk na schriftelijke goedkeuring door de directie.
3 Toekenningsvoorwaarden
a. Een werknemer komt in aanmerking voor een leaseauto als dit naar het oordeel van de directie, gezien het (mobiele) karakter van de functie van de werknemer voor de bedrijfsuitoefening doelmatig is, en/of de werknemer meer dan 30.000 zakelijke kilometers per jaar rijdt. De kilometers voor woon- werkverkeer zijn hierbij niet inbegrepen.
b. Een werknemer, die in aanmerking komt voor een leaseauto, kan hiertoe door de directie verplicht worden.
4 Eigendom en gebruik
a. De leaseauto is aan de berijder in bruikleen gegeven door de werkgever. De leasemaatschappij is eigenaar van de ter beschikking gestelde auto. De berijder dient ervoor zorg te dragen, dat aan dit eigendomsrecht geen afbreuk wordt gedaan. Als derden ten aanzien van de auto rechten willen doen gelden of maatregelen treffen (bijv. beslag leggen), dient de berijder direct aan deze derden kenbaar te maken dat de leasemaatschappij eigenaar is van de auto. In dergelijke gevallen en ook als op een andere wijze het eigendomsrecht wordt aangetast, dient de berijder dit direct en in ieder geval binnen 24 uur te melden bij de leasemaatschappij. De berijder dient de instructies, adviezen en/of aanwijzingen, die door of namens de leasemaatschappij worden verstrekt, stipt op te volgen.
b. De berijder is verplicht om de leaseauto op behoorlijke wijze en volgens de door de fabrikant gegeven voorschriften, te berijden, behandelen en verzorgen.
c. De berijder mag de bedrijfsauto voor privé-doeleinden gebruiken.Voor dit gebruik zullen, afhankelijk van de feitelijke situatie, diverse eigen bijdragen in rekening worden gebracht.
d. Alleen de berijder, diens gezinsleden, met wie hij een gemeenschappelijke huishouding voert en andere werknemers van werkgever, mogen de leaseauto besturen. De leaseauto mag alleen worden bereden door personen, die in het bezit zijn van een geldig Nederlands rijbewijs B.
e. Vakantie- en buitenlandse reizen met de bedrijfsauto langer dan één dag, zijn niet toegestaan als de berijder hierbij niet aanwezig is. Als de leaseauto langer dan één maand achtereen buiten Nederland verblijft, is de berijder verplicht daarvan bij de leasemaatschappij melding te maken.
f. De berijder dient voor ritten in het buitenland in het bezit te zijn van een internationaal verzekeringsbewijs (de groene kaart). Indien de berijder zich hier niet aan houdt, zijn eventuele hieruit voortvloeiende kosten voor zijn rekening.
g. Bij gebruik door derden blijft de berijder verantwoordelijk. Het is de berijder uitdrukkelijk verboden de leaseauto te vervreemden, te belenen, te verpanden, te verhuren, in onderhuur te geven, personen tegen betaling te vervoeren, of anderszins buiten zijn beschikkingsmacht te brengen.
5 Keuze merk/type/uitvoering
De werknemer wordt door de werkgever ingedeeld in een leasecategorie, die overeenstemt met diens functie. De indeling is als volgt:
Segment 1 :
Junior Accountmanager, Junior Projectleider
Segment 2 :
Accountmanagers, Projectleiders
Segment 3 :
Directie
a. De berijder kan een courante leaseauto kiezen in een courante kleur (grijs, zwart of donkerblauw), die binnen de voor hem geldende normbedragen past. De normbedragen per leasecategorie zijn opgenomen in bijlage A.
In beginsel is de berijder, binnen de grenzen van diens leasecategorie, vrij in de keuze van de leaseauto, met uitsluiting van auto’s in de volgende uitvoeringen:
- coupé;
- sport of ralleye;
- terrein;
- drie- of tweedeurs;
- cabriolet.
b. De directie kan steeds de keuze toetsen aan door haar te stellen normen van zakelijkheid, representatie en werkelijke kosten.
c. Een negatief advies van de leasemaatschappij met betrekking tot de keuze wordt in beginsel gevolgd.
d. De berijder kan een auto kiezen, die binnen de voor de berijder geldende CO2- plafonds past en voldoet aan de voor de berijder geldende energielabels. De CO2-plafonds en energielabels per leasecategorie / per brandstofsoort zijn opgenomen in bijlage B
6. Parttime dienstverband
Als een berijder parttime werkt, geldt de volgende regeling:
A. Als de arbeidstijd meer dan 80% bedraagt van een fulltime dienstverband, is de berijder geen extra bijdrage verschuldigd
B. Als de arbeidstijd 80% of minder bedraagt van een fulltime dienstverband, wordt het leasetarief in het van toepassing zijnde segment, naar rato verlaagd. Per dagdeel wordt 1/14 van het normleasetarief als extra eigen bijdrage in rekening gebracht. Voorbeeld:
Het normbedrag bij 100% dienstverband bedraagt: € 800,00
Het normbedrag bij 80% dienstverband bedraagt: 12/14* € 800,00 = € 685,71 Een berijder, die 80% werkt, kan kiezen voor een extra eigen bijdrage van
€ 114,29 per maand (2/14 * € 800,00), of kan ervoor kiezen om in een kleinere auto te gaan rijden zonder of met een lagere extra eigen bijdrage per maand.
C. Als een berijder tijdens de leasetermijn minder dan 80% gaat werken, wordt vanaf dat moment een extra eigen bijdrage in rekening gebracht.
7 Functiewijziging
a) Als de berijder door een functiewijziging blijft voldoen aan de toekennings- voorwaarden voor een leaseauto, dan heeft de functiewijziging geen wijziging van de leaseauto tot gevolg tot het moment dat het desbetreffende leasecontract eindigt, tenzij de directie anders beslist. Wanneer een werknemer door functiewijziging in een hogere of lagere categorie komt te vallen, dan wordt de eigen bijdrage als gevolg van overschrijding van de normleaseprijs aangepast bij wisseling van de auto.
b) Als door functiewijziging niet meer aan de toekenningsvoorwaarden wordt voldaan, eindigt de deelname aan de leaseautoregeling. De berijder dient de leaseauto uiterlijk twee maanden na de functiewijziging in te leveren.
8 Uitdiensttreding/inleveren leaseauto
a) Bij uitdiensttreding op eigen initiatief van een berijder, die een leaseauto rijdt met een eigen bijdrage wordt de eigen bijdrage over de nog resterende looptijd van het leasecontract verrekend met het netto salaris van de berijder. Deze verrekening zal plaatsvinden bij het opmaken van de eindafrekening.
b) In de volgende gevallen is artikel 8.1 niet van toepassing:
⮚ bij uitdiensttreding op initiatief van werkgever;
⮚ bij uitdiensttreding wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd;
⮚ bij uitdiensttreding ten gevolge van langdurige arbeidsongeschiktheid.
c) De berijder dient de leaseauto uiterlijk op de laatste werkdag van het dienstverband dan wel leasecontract, in goede staat met in- en exterieur gereinigd en met alle bijbehorende bescheiden en eventueel door de leasemaatschappij verstrekte accessoires, in te leveren op een met de Wagenparkbeheerder overeengekomen plaats en tijdstip.
d) Het is de berijder toegestaan de door hem eventueel ingebouwde accessoires te verwijderen. Accessoires, die door verwijdering zichtbare schade ten gevolge hebben, mogen niet gedemonteerd worden. Bij niet gemelde schade, die wordt geconstateerd bij inlevering van de auto, kan een bedrag in rekening worden gebracht bij de berijder, gelijk aan het door de leasemaatschappij aan werkgever gedeclareerde schadebedrag.
9 Bestelprocedure
a) De werknemer wordt door de Controller tijdig op de hoogte gebracht van het voornemen tot het (opnieuw) bestellen van een leaseauto.
b) Na ondertekening van het aanvraagformulier door de werknemer, de controller en de directie, kan de werknemer een auto bestellen.
c) Indien werkgever nog de beschikking heeft over vergelijkbare overname-auto’s, zijn werknemers verplicht hierin te rijden. Dit geldt zowel voor nieuwe werknemers als voor werknemers van wie het huidige leasecontract afloopt. Vergelijkbare overname-auto’s zijn leaseauto’s uit het leasesegment dat op de werknemer van toepassing is. Bij discussie over de vergelijkbaarheid van overname-auto’s, beslist de directie. Xxx Xxxxxxxx streeft ernaar een medewerker niet twee maal achter elkaar in een overname auto te laten rijden. Voorloop auto’s tellen hierbij niet mee.
d) Bij overname-auto’s zal zoveel mogelijk gezocht worden naar auto’s met een vergelijkbare fiscale waarde. Indien de fiscale waarde van de over te nemen auto hoger is dan de nieuwe auto die de medewerker gekozen zou hebben en de berijder daardoor wordt geconfronteerd met een aanzienlijk hoger bijtellingsbedrag, zal Xxx Xxxxxxxx in overleg met de betrokken medewerker een compensatieregeling treffen.
e) Indien er geen vergelijkbare overname-auto beschikbaar is, mag de werknemer zijn keuze maken uit de leaseauto’s binnen het voor hem geldende lease- segment. Na het maken van zijn definitieve keuze en akkoordverklaring, waarmee de werknemer tevens instemt met de verplichtingen voortvloeiend uit deelname aan de leaseautoregeling, wordt de leaseauto besteld. Wijzigingen van de bestelling zijn vanaf dat moment niet meer mogelijk. De dealer, die de leaseauto levert, wordt door de leasemaatschappij bepaald.
10 Aflevering
a) De aflevering van de leaseauto gebeurt in overleg met de leasemaatschappij. De werknemer tekent bij het in ontvangst nemen van de leaseauto een ontvangstbewijs. Hierop de datum van ontvangst van de leaseauto vermeld en moet de werknemer controleren of de uitvoering en staat van de leaseauto overeenkomstig de bestelling is. Door acceptatie van de leaseauto en ondertekening van het ontvangstbewijs verklaart de werknemer akkoord te gaan met de geleverde leaseauto.
b) De aflevering van een overname-auto gebeurt op een door de leasemaatschappij met de werknemer af te spreken adres.
c) De werknemer ontvangt bij/na aflevering van de leaseauto een:
⮚ internationaal verzekeringsbewijs (ontvang je niet bij aflevering maar per post);
⮚ schadeformulier;
⮚ handleiding leasemaatschappij;
⮚ brandstofpas. (ontvang je niet bij aflevering maar per post).
De standaard uitrusting van de leaseauto’s omvat de volgende zaken:
⮚ kentekenbewijs deel I en II;
⮚ kentekenplaten;
⮚ gereedschap/reserveband (indien van toepassing);
⮚ gevarendriehoek;
⮚ set reservelampen;
⮚ vloermatten.
11 Accessoires
a) Alle accessoires en/of opties komen voor rekening van de berijder, voor zover ze het toegestane normbedrag overschrijden. De totale kosten van accessoires en/of opties mogen nooit hoger zijn dan het door de directie vastgestelde normbedrag binnen het geldende leasesegment.
b) Accessoires mogen uitsluitend worden besteld en aangebracht bij aanvang van het contract, Nadien mogen uitsluitend accessoires en/of opties worden aangebracht, ook voor eigen rekening, indien de directie hiervoor schriftelijk toestemming geeft. Dit geldt ook voor winterbanden.
Accessoires en/of opties mogen uitsluitend worden aangebracht door een merkgebonden dealer.
c) De kosten van accessoires en/of opties worden in beginsel opgenomen in de maandelijkse leaseprijs en zullen voor de vaststelling van de eigen bijdrage worden berekend op basis van een looptijd van 48 maanden en 40.000 kilometer per jaar.
d) Niet toegestaan zijn accessoires, opties en extra’s, die het representatieve karakter van de auto aantasten, een en ander ter beoordeling van de directie.
e) Bij inlevering van de leaseauto kan de deelnemer geen aanspraak maken op enige vergoeding voor, om welke reden dan ook, niet verwijderde accessoires.
f) Accessoires en opties die door de berijder op eigen verzoek zijn aangebracht, vervallen bij teruggave van de leaseauto zonder tegenvergoeding aan de volgende berijder of aan de leasemaatschappij, indien het verwijderen of wegnemen ervan schade veroorzaakt. Dit ter beoordeling aan de leasemaatschappij.
12 Brandstofsoort
De keuze van de brandstofsoort – benzine, diesel of Hybride/elektrisch – wordt op economische gronden bepaald. De directie heeft besloten dat indien een berijder
40.000 kilometer of meer rijdt per jaar, de brandstofsoort in overleg met de leasemaatschappij wordt bepaald.
a) Het is alleen mogelijk standaard benzine en diesel te tanken. Overige brandstofsoorten kunnen niet met de brandstofpas worden afgerekend en worden niet vergoed.
13 Brandstofnorm
a) Jaarlijks per 1 januari wordt de brandstofprijs per liter voor respectievelijk benzine, diesel en Hybride/elektrisch voor het komende jaar vastgesteld door de directie. Uitgangspunt is de Shell brandstof richtprijs. Deze brandstofprijs wordt gebruikt voor het berekenen van de brandstofcomponent in de totale leaseprijs van de auto.
b) Bij het berekenen van de brandstofprijs wordt rekening gehouden met de prijs per liter en het verbruik van de auto volgens opgave van de leasemaatschappij bij 40.000 kilometer en 54 maanden. Op deze manier wordt rijden in zuinige auto’s gestimuleerd.
c) Indien de leasemaatschappij bovenmatig brandstofgebruik constateert, heeft werkgever de mogelijkheid om de kosten hiervan bij de berijder in rekening te brengen. De berijder verstrekt op verzoek van de leasemaatschappij, aan het eind van elk kalenderjaar en binnen vijftien dagen na het verzoek, op basis van de kilometerteller, het aantal verreden kilometers in het afgelopen kalenderjaar
14 Brandstofpas
a) De werkgever stelt aan de berijder een brandstofpas ter beschikking. De berijder is verplicht om met deze pas te betalen en daarbij de juiste kilometerstand in te voeren en aan te geven of er sprake is van vervangend vervoer of niet.
b) Met de brandstofpas mag uitsluitend brandstof en olie worden betaald voor de leaseauto of de vervangende tijdelijke auto. Ieder ander gebruik van de brandstofpas als betaalmiddel wordt als fraude aangemerkt.
c) Verlies of beschadiging van de brandstofpas dient de berijder direct te melden aan de leasemaatschappij en de Wagenparkbeheerder. Werkgever is gerechtigd de hieruit voortvloeiende kosten bij de berijder in rekening te brengen.
15 Onderhoud en reparatie
a) De berijder dient het onderhoud (inclusief APK) en de reparaties (ook van bandenbanden) aan de leaseauto op tijd te laten verrichten in overeenstemming met de richtlijnen daaromtrent uit het instructieboekje van de leaseauto en de instructies van de leasemaatschappij. Deze werkzaamheden dienen te worden verricht door een officiële dealer van het betreffende automerk. De berijder laat het onderhoudsboekje invullen en tekenen.
b) De berijder c.q. dealer zal aan de leasemaatschappij toestemming vragen voor het laten verrichten van reparaties, die niet voortvloeien uit normaal onderhoud. Verder dient de berijder voor elke, voor rekening van de leasemaatschappij komende opdracht, de instructies van de leasemaatschappij na te leven.
c) De kosten van onderhoud, reparatie en vervangen van onderdelen aan het normale gebruik van de auto verbonden, zijn voor rekening van de leasemaatschappij. De extra kosten, die ontstaan door het niet op tijd bijvullen van olie en/of koelvloeistof, zijn voor rekening van de berijder.
d) De berijder zal de auto op eerste verzoek van de werkgever, de leasemaatschappij en/of een overheidsinstelling, ter inspectie beschikbaar stellen.
e) De berijder is verplicht slechts daarvoor geëigende smeermiddelen en brandstoffen te laten aanwenden voor het onderhoud van de auto.
f) Bij pech of schade (in binnen- en buitenland) dient de berijder contact op te nemen met de (hulpdienst van de betreffende) leasemaatschappij, voordat een reparatie wordt uitgevoerd. Reparaties in het buitenland worden in overleg met de alarmcentrale verricht.
g) De berijder erkent het door de kilometerteller van de leaseauto aangegeven aantal verreden kilometers als juist. Defecten aan de kilometerteller worden door de berijder binnen 24 uur gemeld bij de leasemaatschappij. Het aantal kilometers, gereden tot het moment van herstel van het defect, zal in onderling overleg worden geschat.
16 Tijdelijke auto’s
a) De berijder heeft geen recht op vervangend vervoer tijdens onderhoudsbeurten en reparaties van de leaseauto, voor zover de leaseauto binnen 24 uur weer beschikbaar is.
b) Vervangend vervoer kan ingezet worden als de leaseauto langer dan 24 uur niet beschikbaar is als gevolg van reparatie of onderhoudsbeurten .
c) De werkgever behoudt zich het recht voor om een overname-auto toe te wijzen wanneer een nieuwe auto is besteld en het leasecontract van de huidige auto is afgelopen.
17 Kosten
a) Voor rekening van werknemer komen de kosten van:
⮚ boetes, bekeuringen, sleepkosten en gerelateerde kosten als gevolg van overtredingen;
⮚ stalling;
⮚ parkeergelden, tol- en veerkosten;
⮚ wassen en poetsen;
⮚ het schoonhouden van het interieur;
⮚ ruitensproeiervloeistof.
b) Xxxxxx worden rechtstreeks aan de berijder gestuurd en door berijder rechtstreeks aan het CJIB voldaan. Mocht de leasemaatschappij de boete hebben voldaan, dan houdt werkgever deze boete vervolgens in op het salaris van de berijder.
c) Brandstofkosten zijn voor rekening van werkgever, behalve de brandstofkosten, die verbonden zijn aan het privé-gebruik van de auto tijdens verblijf in het buitenland. Die kosten zijn voor rekening van de berijder en zijn fiscaal aftrekbaar.
d) Tolgelden die verbonden zijn aan het privégebruik van de auto tijdens verblijf in het buitenland zijn kosten die voor rekening van de berijder zijn en zijn fiscaal aftrekbaar.
18 Aansprakelijkheid
a) De berijder is privaatrechtelijk en strafrechtelijk verantwoordelijk voor inbeslagneming, verkeersovertredingen en misdrijven, die door de berijder(s) van de leaseauto met deze leaseauto worden begaan. Deze aansprakelijkheid geldt tot het moment waarop de leaseauto, volgens de voorschriften, aan de leasemaatschappij is afgeleverd. De berijder vrijwaart werkgever en de leasemaatschappij voor de te lijden schade als gevolg van bovenstaande.
b) Schade die het gevolg is van niet behoorlijk gebruik en/of onderhoud van de leaseauto en waarvoor werkgever aansprakelijk wordt gesteld, kan op de werknemer worden verhaald.
c) Dit geldt o.a. voor schade die veroorzaakt wordt door het rijden onder invloed van alcoholhoudende drank, medicijnen die de rijvaardigheid kunnen beïnvloeden, of enig opwekkend of bedwelmend middel, alsmede het gebruik van de leaseauto voor snelheidsproeven, prestatie- of betrouwbaarheidsritten, rijles of het vervoeren van gevaarlijke en/of explosieve stoffen, hetgeen verboden is.
d) Xxxxxx als gevolg van het niet tijdig laten uitvoeren van onderhoud- en controlebeurten en/of het niet regelmatig controleren van het peil van olie- en koelvloeistof en de spanning en het profiel van de banden, komt voor rekening van de berijder.
e) De berijder doet afstand van elke vordering tegen de werkgever en/of de leasemaatschappij wegens niet-verzekerde schade of nadeel van welke aard dan ook, (waaronder ook begrepen alle gevolgschade), toegebracht door middel van of in verband met de leaseauto aan zijn goederen, aan hemzelf, aan zijn rechtverkrijgenden of aan derden.
f) Werkgever en leasemaatschappij zijn niet aansprakelijk voor de schade, die bij de berijder ontstaat ten gevolge van het niet tijdig afleveren van de auto. Vertraging van de aflevering geldt voor de vennootschap en de leasemaatschappij jegens de berijder als overmacht.
g) Alle fiscale consequenties voor de loon- en inkomstenbelasting die uit de autoregeling voortvloeien, zijn geheel voor rekening van de berijder.
h) De berijder is aansprakelijk voor eventuele boetes en/of naheffingen, die voortvloeien uit een onjuist gebruik van de verklaring van geen privé gebruik en de berijder vrijwaart werkgever voor enige hieruit voortvloeiende claim van de fiscus.
19 Jaarlijkse aanpassingen
Jaarlijks per 1 januari worden de normbedragen vastgesteld door de directie, die daarbij als volgt te werk gaat.
• Als uitgangspunt worden gehanteerd de normbedragen van het voorafgaande jaar.
• De normbedragen zijn tot stand gekomen op basis van een referentiepakket van alle bestelbare leaseauto’s in de toegestane uitvoeringen, per brandstofsoort, voor elk van de segmenten 1,2 en 3, dat door de leasemaatschappij wordt vastgesteld. Bij de jaarlijkse berekeningen is de directie gehouden alle gehanteerde uitgangspunten te toetsen aan de actualiteit. De directie behoudt zich tevens het recht voor, na overleg met de OR en indien omstandigheden dit rechtvaardigen, tussentijds uitgangspunten en/of berekeningen aan te passen.
20 Duurzaamheidsbeleid
Jaarlijks per 1 januari worden de CO2-plafonds vastgesteld door de directie, die daarbij als volgt te werk gaat:
⮚ Het beleid in deze is, dat elk jaar de 75% meest CO2 zuinige auto’s per segment besteld kunnen worden, binnen de A-B-C groepering.
⮚ Jaarlijks levert de leasemaatschappij een overzicht aan van het van het actuele complete aanbod.
⮚ Het complete aanbod wordt onderverdeeld in de segmenten 1, 2 en 3. Per segment wordt een apart overzicht per brandstofsoort gemaakt. In deze segmenten worden alleen auto’s met het energielabel A, B of C opgenomen. Vervolgens worden van de auto’s de 75% auto’s met de laagste uitstoot geselecteerd. De hoogste uitstoot van een auto binnen die 75% is het CO2 plafond.
⮚ Voorbeeld ter verduidelijking: De 25% meest milieubelastende auto’s per segment / per brandstofsoort, kunnen niet gekozen worden. Bijv. in segment 2, benzine, zijn o.b.v. de normbedragen en leasetarieven in totaal 1200 soorten auto’s (1200 x merk, type en uitvoering) te bestellen. Van deze 1200 auto’s mogen de 300 auto’s met de hoogste uitstoot niet meer besteld worden. Om dit te bereiken, wordt een CO2 plafond vastgesteld waardoor die 300 auto’s uitgesloten worden.
21 Risico en verzekering
a) Alle leaseauto’s zijn door de leasemaatschappij WA en casco verzekerd met een eigen risico voor de werkgever van € 150,00 per schadegeval (voor glasschade indien de voorruit wordt vervangen door Carglass bedraagt dit de helft). Niet verhaalbaar eigen risico kan verhaald worden op de berijder, als sprake is van oneigenlijk gebruik of nalatigheid, met dien verstande dat jaarlijks het eerste schadegeval, waarbij het eigen risico niet-verhaalbaar is, voor rekening van werkgever komt. De WA-dekking bedraagt € 2.268.901,08. De polisvoorwaarden liggen bij de controller ter inzage en zijn op aanvraag verkrijgbaar bij de leasemaatschappij.
b) Als schadegeval wordt aangemerkt iedere gebeurtenis, waarbij schade is ontstaan aan de leaseauto en/of personen en/of goederen van de berijder en/of derden en/of andere goederen van de leasemaatschappij. Bovendien dient een bevoegd overheidsorgaan proces-verbaal op te maken of dienen zodanige maatregelen te zijn getroffen dat de verzekeraar op grond hiervan tot vergoeding van de schade over zal gaan.
c) De berijder meldt iedere schade die aan de auto ontstaat, direct aan de leasemaatschappij. De berijder vult een Europees Schadeformulier in en stuurt dit binnen 24 uur naar de leasemaatschappij. De berijder is verplicht de door de leasemaatschappij gegeven aanwijzingen voor het laten herstellen van de schade op te volgen of op te laten volgen. Bij diefstal van of uit de auto, bij parkeerschade of bij schade als gevolg van vandalisme, is berijder verplicht aangifte te (laten) doen bij de politie.
d) De berijder is aansprakelijk voor schade aan de bedrijfsauto, die het kennelijk gevolg is van onoordeelkundig gebruik of nalatigheid in het onderhoud. Schade aan de (motor van de) bedrijfsauto, die het gevolg is van het trekken van een aanhanger of caravan, is steeds voor rekening van de berijder.
e) Standaard is een persoonlijke ongevallen- en inzittendenverzekering, een (bagageverzekering) , een rechtsbijstandverzekering en een hulp- en dienstverleningsverzekering afgesloten.
f) De kosten, die niet door een in deze bepaling genoemde verzekering zijn gedekt en die het gevolg zijn van een onjuist, of onzorgvuldig gebruiken van de auto, zijn voor rekening van de berijder.
22 Beëindiging autoregeling
De deelname aan de autoregeling eindigt, als het leasecontract van de desbetreffende auto wordt beëindigd. De in de calculatie van het betreffende leasecontract opgenomen gebruiksduur is hierbij niet bepalend voor de feitelijke gebruiksduur. De feitelijke gebruiksduur is afhankelijk van de economische en technische factoren, ter beoordeling aan de leasemaatschappij. De deelname aan de autoregeling zal worden beëindigd wanneer:
a) het dienstverband eindigt, ongeacht de wijze van beëindiging;
b) de berijder niet meer voldoet aan de toekenningsvoorwaarden;
c) de berijder op non-actief gezet, respectievelijk geschorst wordt;
d) de berijder bij herhaling verplichtingen, voortvloeiende uit deze regeling niet, niet tijdig of niet behoorlijk nakomt, ondanks dat hij schriftelijk op zijn tekortkomingen is gewezen;
e) de berijder van overheidsweg de rijbevoegdheid wordt ontzegd of zijn rijbewijs wordt ingenomen;
f) de verzekering van de leaseauto wordt beëindigd als gevolg van handelen of nalaten van de berijder en geen gelijkwaardige dekking kan worden verkregen;
g) bij non-activiteit (bijvoorbeeld langdurige arbeidsongeschiktheid) indien die periode langer duurt dan één maand.
23 Inleveren leaseauto
a) Bij de beëindiging van de deelname aan de regeling dient de deelnemer de leaseauto binnen drie werkdagen, maar bij beëindiging van deelname wegens uitdiensttreding uiterlijk op de laatste werkdag van het dienstverband, in goede staat (in- en exterieur gereinigd) en met alle bijbehorende bescheiden in te leveren op een met de Wagenparkbeheerder overeengekomen plaats en tijdstip.
b) Bij inlevering worden, indien bescheiden ontbreken of niet gemelde schade wordt geconstateerd, de kosten en de waardevermindering getaxeerd door een door de leasemaatschappij aangewezen expert en wordt het totale bedrag verhoogd met eventuele expertisekosten, aan de deelnemer in rekening gebracht. De deelnemer is verplicht een inname document te tekenen.
c) Bij weigering door de berijder tot inlevering van de leaseauto, is werkgever bevoegd om op kosten van de berijder tot invordering van de leaseauto over te gaan.
24 Slotbepalingen
a) De leaseautoregeling, een eventuele overgangsregeling, alsmede de gebruikersovereenkomst zijn onlosmakelijk aan elkaar verbonden en vormen tezamen de Autoregeling van werkgever
b) Door het ondertekenen van de gebruikersovereenkomst verbindt de werknemer zich aan alle bepalingen van de integrale autoregeling, die opgenomen zijn in de personeelsregelingen op intranet. Pas als de gebruikersovereenkomst is getekend, zal tot bestelling van een leaseauto worden overgegaan.
c) Het nalaten van werkgever om steeds stipte naleving van het bepaalde in deze regeling te verlangen, tast het recht van werkgever om alsnog nakoming te verlangen niet aan.
d) De leaseautoregeling treedt in werking met ingang van 1 oktober 2016.
e) Indien (fiscale) wetgeving wijzigt, zal werkgever deze wijzigingen éénzijdig doorvoeren.
BIJLAGE A
LEASETARIEVEN/CATEGORIEËN
Overzicht Normbedragen Xxx Xxxxxxxx Groep per 1 januari 2018 | Leasetarief excl. brandstof |
Segment 1 | € 600,00 |
Segment 2 | € 800,00 |
Segment 3 | € 1.200,00 |
BRANDSTOFPRIJZEN
De brandstofprijs per liter, exclusief BTW, bedraagt vanaf 1 juni 2018 voor:
a. benzine: € 1,75
b. diesel: € 1,44
BIJLAGE B
CO2-PLAFONDS EN ENERGIELABELS
Overzicht CO2-plafonds en energielabels Van Vonderen Groep per 1 oktober 2016 | Maximale CO2 uitstoot benzine | Maximale CO2 uitstoot diesel | Toegestane energielabels |
Segment 1 | 122 | 99 | A-B-C |
Segment 2 | 135 | 109 | A-B-C |
Segment 3 | 140 | 114 | A-B-C |