ALGEMENE VOORWAARDEN BR-FLEX UITZENDBUREAU B.V.
ALGEMENE VOORWAARDEN BR-FLEX UITZENDBUREAU B.V.
ALGEMENE VOORWAARDEN BR-FLEX UITZENDBUREAU B.V. INHOUDSOPGAVE
HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN
1. Definities ........................................................................................
2. Toepasselijkheid van deze voorwaarden ...................................................
3. Totstandkoming van de Xxxxxxxxxxxxxxxxxx ..............................................
4. Wijze van facturering .........................................................................
5. Betalingsvoorwaarden .........................................................................
6. Ontbinding ......................................................................................
7. Aansprakelijkheid ..............................................................................
8. Overmacht ......................................................................................
9. Geheimhouding .................................................................................
10. Toepasselijk recht en bevoegde rechter ...................................................
11. Slotbepalingen ..................................................................................
HOOFDSTUK 2. VOORWAARDEN VOOR HET TER BESCHIKKING STELLEN VAN UITZENDKRACH- TEN
12. Het inlenen van Uitzendkrachten ............................................................
13. Inhoud en duur van de Inleenovereenkomst en de terbeschikkingstelling(en) ........
14. Het Inlenerstarief, (uur)beloning en overige vergoedingen ..............................
15. Informatieverplichting Inlener ................................................................
16. De civiele ketenaansprakelijkheid voor loon ...............................................
17. Aangaan (rechtstreekse) arbeidsverhouding door Xxxxxxx met de Uitzendkracht .....
18. Selectie van Uitzendkrachten .................................................................
19. Zorgverplichting Inlener en vrijwaring jegens de Uitzendonderneming
20. Identificatie en persoonsgegevens ...........................................................
21. Auto van de zaak en bedrijfssluiting .........................................................
HOOFDSTUK 3. VOORWAARDEN VOOR ARBEIDSBEMIDDELING
22. Toepasselijkheid algemene bepalingen .....................................................
23. Vergoeding en inhoud van de arbeidsbemiddelingsovereenkomst ......................
24. Aangaan arbeidsverhouding door opdrachtgever met de werkzoekende ..............
Selectie van werkzoekende
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1. Definities
In deze algemene voorwaarden wordt verstaan onder:
1.1 Uitzendonderneming: BR FLEX Uitzendbureau B.V., gevestigd te (7772 CG) Hardenberg aan de xxxxxxxxxxxxxx 0x, ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophan- del onder nummer: 05085436.
1.2 Uitzendkracht: iedere natuurlijke persoon die op basis van een Uitzendovereenkomst ex artikel 7:690 BW, niet zijnde de payrollovereenkomst, werkzaamheden verricht ten be- hoeve van de Inlener. De Uitzendkracht is door de Uitzendonderneming gealloceerd en verricht tijdelijk en niet-exclusieve werkzaamheden bij de Inlener. Inlener: iedere na- tuurlijke of rechtspersoon die zich door tussenkomst van de Uitzendonderneming voorziet van een of meerdere Uitzendkrachten of hiertoe een Aanbieding opvraagt bij de Uitzend- onderneming.
1.3 Partijen: de Uitzendonderneming en de Inlener gezamenlijk.
1.4 Inleenovereenkomst: de overeenkomst tussen een Uitzendonderneming en een Inlener op basis waarvan de Uitzendkracht ter beschikking wordt gesteld voor het verrichten van niet-exclusieve werkzaamheden ten behoeve en onder leiding en toezicht van een Inle- ner.
1.5 Aanbieding: elk mondeling of schriftelijk aanbod van de Uitzendonderneming en de Inle- ner.
1.6 Inleenbevestiging: de specifieke voorwaarden waaronder een Uitzendkracht door de Uit- zendonderneming aan de Inlener ter beschikking wordt gesteld.
1.7 Inlenerstarief: het bedrag per tijdseenheid dat de Inlener aan de Uitzendonderneming verschuldigd is voor de terbeschikkingstelling van de Uitzendkracht. Het omvat de kosten van de arbeid waaronder loonkosten, loonheffing en sociale premies, alsmede een marge voor de dienstverlening van de Uitzendonderneming.
1.8 Uitzendovereenkomst: de arbeidsovereenkomst ex artikel 7:690 BW, waarbij de Uitzend- kracht door de Uitzendonderneming ter beschikking wordt gesteld van een Inlener om krachtens een door deze met de Uitzendonderneming gesloten Inleenovereenkomst ar- beid te verrichten onder leiding en toezicht van die Inlener, niet zijnde de payrollover- eenkomst ex artikel 7:692 BW
1.9 Uitzendbeding: het beding in de Uitzendovereenkomst op grond waarvan de terbeschik- kingstelling van de Uitzendkracht bij de Inlener op verzoek van de Inlener teneinde komt en op grond waarvan de Uitzendovereenkomst direct eindigt indien de NBBU-cao dit toe- staat.
1.10 Inlenersbeloning: de bij de Inlener geldende beloning voor werknemers in dienst van de Inlener in een gelijke of gelijkwaardige functie zoals uitgeoefend door een Uitzendkracht, bestaande uit de navolgende loonelementen:
a. Uitsluitend het geldende periodeloon in de schaal;
b. De van toepassing zijnde arbeidsduurverkorting per week/maand/jaar/periode. Deze kan ter keuze van de Uitzendonderneming worden gecompenseerd in tijd en/of geld;
c. Toeslagen voor overwerk, verschoven uren, onregelmatigheid (waaronder feest- dagentoeslag) en ploegentoeslag;
d. Initiële loonsverhoging, hoogte en tijdstip als bij de Inlener bepaald;
e. Kostenvergoeding (voor zover de Uitzendonderneming deze vrij van loonheffing en premies kan uitbetalen: reiskosten, pensionkosten en andere kosten noodza- kelijk vanwege de uitoefening van de functie);
f. Periodieken, hoogte en tijdstip als bij de Opdrachtgever bepaald;
g. Vergoeding bij werken onder fysiek belastende omstandigheden samenhangend met de aard van het werk;
h. Vergoeding van reisuren of reistijd verbonden aan het werk;
i. Eenmalige uitkeringen;
j. De vergoeding van kosten in verband met thuiswerken.
1.11 Op basis van de cao waaraan de Inlener is gebonden, kunnen aanvullende componenten gelden voor de Inlenersbeloning, waaronder doch niet uitsluitend, Uitzendkrachten die ter beschikking worden gesteld aan een onderneming die valt onder de Xxx Xxxx & Infra. Arbeidsbemiddelingsonderneming: iedere natuurlijke of rechtspersoon die ten behoeve van een werkgever, een werkzoekende, dan wel beiden, behulpzaam is bij het zoeken van arbeidskrachten onderscheidenlijk arbeidsgelegenheid, waarbij de totstandkoming van een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht dan wel een aanstelling tot ambtenaar wordt beoogd.
1.12 Opdrachtgever: iedere natuurlijke of rechtspersoon die gebruik maakt van de diensten van een arbeidsbemiddelingsonderneming.
1.13 Arbeidsbemiddelingsovereenkomst: de overeenkomst tussen een arbeidsbemiddelings- onderneming en een opdrachtgever en/of een werkzoekende tot het verrichten van de onder lid 8 genoemde diensten.
1.14 NBBU-cao: de cao voor Uitzendkrachten die geldt voor ondernemingen die als lid zijn aangesloten bij de Nederlandse Bond van Bemiddelings- en Uitzendondernemingen (NBBU).
1.15 Vertrouwelijke Informatie: alle informatie die betrekking heeft op het bedrijf en de aangelegenheden van een der Partijen en/of aan een van hen gelieerde onderneming(en), waaronder valt te verstaan informatie die betrekking heeft op de identiteit van het be- drijf en de aangelegenheden van klanten, relaties en opdrachtgevers alsmede de poten- tiële klanten, relaties en opdrachtgevers, en die beschouwd wordt, of redelijkerwijs be- schouwd zou kunnen worden, als vertrouwelijk, ongeacht of die informatie nu wel of niet als 'vertrouwelijk' is aangemerkt.
1.16 BW: Burgerlijk Wetboek.
1.17 Wav: Wet arbeid vreemdelingen.
1.18 AVG: De Algemene Verordening Gegevensbescherming en de daaraan verwante wet- en regelgeving.
Waar in deze algemene voorwaarden gesproken wordt over Uitzendkrachten, wordt be- doeld: mannelijke en vrouwelijke Uitzendkrachten en waar gesproken wordt over hem en/of hij, wordt bedoeld: hem/haar of hij/zij.
Artikel 2. Toepasselijkheid van deze voorwaarden
2.1 Deze voorwaarden zijn van toepassing op iedere Aanbieding van de Uitzendonderneming aan, en op iedere Inleenovereenkomst tussen de Uitzendonderneming en een Inlener waarop de Uitzendonderneming deze voorwaarden van toepassing heeft verklaard, als- mede op de daaruit voortvloeiende leveringen en diensten van welke aard dan ook tussen de Uitzendonderneming en een Inlener, voor zover van deze voorwaarden niet door Par- tijen nadrukkelijk schriftelijk is afgeweken.
2.2 De Inlener met wie eenmaal op deze voorwaarden is gecontracteerd, wordt geacht stil- zwijgend met de toepasselijkheid daarvan op een later met de Uitzendonderneming ge- sloten Inleenovereenkomst in te stemmen.
2.3 De Uitzendonderneming is niet gebonden aan algemene voorwaarden van de Inlener voor zover die afwijken van deze voorwaarden.
2.4 Deze algemene voorwaarden kunnen op enig moment worden gewijzigd dan wel worden aangevuld. De gewijzigde algemene voorwaarden gelden vervolgens ook ten aanzien van reeds gesloten Inleenovereenkomsten, met inachtneming van een termijn van een maand na schriftelijke bekendmaking van de wijziging.
2.5 De weigering of het nalaten van de Uitzendonderneming om op enig moment gebruik te maken van gemaakte afspraken of een of meer afspraken af te dwingen, wordt niet geacht een afstandsverklaring te behelzen ter zake van deze rechten of het recht om deze voor- waarden alsnog af te dwingen.
2.6 Annulering door de Inlener, vóór aanvang van de uitvoering van de Inleenovereenkomst, is slechts mogelijk indien de Uitzendonderneming daarin toestemt. Alsdan is de Inlener aan de Uitzendonderneming tenminste 30% van het overeengekomen Inlenerstarief voor de overeengekomen duur van de betreffende opdracht verschuldigd.
2.7 Indien de Inlener korter dan 5 dagen vóór de afgesproken datum van inzet van de Uit- zendkracht annuleert, zal de Inlener het volledige overeengekomen tarief voor de over- eengekomen duur van de betreffende opdracht aan de Uitzendonderneming moeten be- talen, tenzij partijen uitdrukkelijk schriftelijk anders zijn overeengekomen.
2.8 De Inlener is tegenover derden aansprakelijk voor de gevolgen van de annulering en vrij- waart de Uitzendonderneming terzake.
Artikel 3. Aanbiedingen en de totstandkoming van de Inleenovereenkomst
3.1 Alle Aanbiedingen van de Uitzendonderneming zijn vrijblijvend en kunnen op elk moment door de Uitzendonderneming worden herroepen, ook indien de Aanbieding een termijn voor aanvaarding bevat.
3.2 De Uitzendonderneming kan niet aan haar Aanbieding worden gehouden indien de Inlener redelijkerwijs kan begrijpen dat de Aanbieding, dan wel een onderdeel daarvan, een ken- nelijke vergissing of verschrijving bevat.
3.3 De Inleenovereenkomst komt tot stand door schriftelijke aanvaarding van de Aanbieding door de Inlener of doordat de Uitzendonderneming feitelijk Uitzendkrachten ter beschik- king stelt aan de Inlener.
3.4 De specifieke voorwaarden waaronder de Uitzendkracht door de Uitzendonderneming ter beschikking wordt gesteld aan de Inlener zijn opgenomen in de Inleenovereenkomst.
3.5 Een wijziging of aanvulling van de Inleenovereenkomst wordt pas van kracht nadat deze door de Uitzendonderneming schriftelijk is bevestigd.
Artikel 4. Wijze van facturering
4.1 De facturen van de Uitzendonderneming zijn, tenzij anders overeengekomen, gebaseerd op de ingevulde en door de Inlener voor akkoord bevonden tijdverantwoording, alsmede het Inlenerstarief en eventueel bijkomende toeslagen en (on)kosten.
4.2 De Inlener is verantwoordelijk voor de juiste, tijdige en volledige invulling en accordering van de tijdverantwoording. De accordering vindt plaats via (digitale) ondertekening van de tijdverantwoording, tenzij anders overeengekomen. Bij de tijdsverantwoording wordt een onderscheid gemaakt tussen gewone gewerkte uren, overwerkuren en toeslaguren (indien van toepassing).
4.3 Bij verschil tussen de bij de Uitzendonderneming ingeleverde tijdverantwoording en de door de Inlener behouden gegevens daarvan, geldt de bij de Uitzendonderneming ingele- verde tijdverantwoording als juist, tenzij de Inlener het tegendeel aantoont.
4.4 Als de Uitzendkracht de gegevens van de tijdverantwoording betwist, kan de Uitzendon- derneming het aantal gewerkte uren en overige kosten factureren volgens de opgave van de Uitzendkracht, tenzij de Inlener aantoont dat voornoemde tijdverantwoording correct is.
4.5 Als de Xxxxxxx niet aan het gestelde in lid 2 van dit artikel voldoet, kan de Uitzendonder- neming besluiten om de Inlener te factureren op basis van de bij haar bekende feiten en omstandigheden. De Uitzendonderneming gaat hiertoe niet over zolang er geen redelijk overleg daaromtrent met de Inlener heeft plaatsgevonden.
4.6 Als de Inlener, nadat de Uitzendkracht is verschenen op de werkplek, minder dan drie uren gebruik maakt van diens arbeidsaanbod, is de Inlener verplicht tot betaling van het Inlenerstarief over ten minste drie uren per oproep.
4.7 Ingeval de Inlener vier dagen voorafgaand aan een oproep van de Uitzendkracht, deze oproep terugtrekt, waardoor de Uitzendkracht geen werkzaamheden verricht, is de Inle- ner verplicht voor de duur van de oproep aan de Uitzendonderneming, op basis van de (naar verwachting) te werken uren van de Uitzendkracht, het Inlenerstarief te vergoeden.
4.8 De Inlener draagt er zorg voor dat de facturen van de Uitzendonderneming zonder enige inhouding, korting of verrekening binnen 14 dagen na factuurdatum zijn betaald.
4.9 De Inlener kan de Uitzendonderneming verzoeken om in overleg te treden over de moge- lijkheid dat de Inlener een percentage van het gefactureerde bedrag op de G-rekening van de Uitzendonderneming stort, alsmede over de hoogte van het percentage. Alleen bij bereikte overeenstemming kan van voornoemde mogelijkheid gebruik worden gemaakt.
4.10 Op eerste verzoek van de Uitzendonderneming zal de Inlener een schriftelijke machtiging verstrekken aan de Uitzendonderneming om de bedragen van de facturen middels auto- matische incasso binnen de overeengekomen termijn af te schrijven van de bankrekening van de Inlener. Hiervoor zullen partijen een SEPA-machtigingsformulier gebruiken.
Artikel 5. Betalingsvoorwaarden
5.1 Uitsluitend rechtstreekse betalingen aan de Uitzendonderneming werken voor de Inlener bevrijdend.
5.2 Rechtstreekse betaling, dan wel verstrekking van voorschotten door de Inlener aan de Uitzendkracht zijn niet toegestaan, ongeacht de reden waarom of de wijze waarop zulks geschiedt. Dergelijke betalingen en verstrekkingen regarderen de Uitzendonderneming niet en leveren geen grond op voor enige schuldaflossing of verrekening.
5.3 Als de Inlener een factuur betwist, zal dit binnen acht dagen na verzenddatum van de betreffende factuur schriftelijk door de Inlener aan de Uitzendonderneming kenbaar wor- den gemaakt, op straffe van verval van het recht op betwisting. Een betwisting van de factuur schort de betalingsverplichting van de Inlener niet op.
5.4 Bij niet, niet tijdige of niet volledige betaling door de Inlener van enig door hem verschul- digd bedrag, is hij met ingang van de vervaldatum van de betreffende factuur van rechts- wege in verzuim. Vanaf dat moment is de Inlener tevens een vertragingsrente van 1% per maand, een gedeelte van een maand voor een hele maand rekenende, over het factuur- bedrag aan de Uitzendonderneming verschuldigd.
5.5 Alle kosten, zowel in als buiten rechte, de kosten van rechtskundige bijstand daaronder begrepen, die de Uitzendonderneming moet maken ten gevolge van het niet nakomen van de betalingsverplichtingen door de Inlener, zijn voor rekening van de Inlener. De buiten- gerechtelijke incassokosten van de Uitzendonderneming, te berekenen over het te incas- seren bedrag, worden met een minimum van € 500,00 vastgesteld op ten minste 15% van de hoofdsom.
5.6 Indien de Inleenovereenkomst is aangegaan met meer dan één Inlener, welke Inleners behoren tot dezelfde groep van ondernemingen, dan zijn alle Inleners hoofdelijk aanspra- kelijk voor de verplichtingen uit hoofde van dit artikel, ongeacht de tenaamstelling van de factuur.
5.7 Indien de financiële positie en/of het betalingsgedrag van de Inlener daartoe - naar de mening van de Uitzendonderneming - aanleiding geeft, is de Inlener verplicht op eerste schriftelijk verzoek van de Uitzendonderneming:
a. een machtiging voor automatische incasso als bedoeld in artikel 4 lid 9 van deze voorwaarden te verstrekken;
b. een voorschot te verstrekken; en/of
c. afdoende zekerheid te stellen voor de nakoming van de verplichtingen jegens de Uitzendonderneming door middel van bijvoorbeeld een bankgarantie of pandrecht.
De omvang van de gevraagde zekerheid en/of het gevraagde voorschot staat in verhouding tot de omvang van de betreffende verplichtingen van de Inlener.
5.8 Ingeval de Inlener geen gehoor geeft aan een verzoek van de Uitzendonderneming als bedoeld in het vorige lid, dan wel indien een incasso mislukt, verkeert de Inlener van rechtswege in verzuim zonder dat daartoe een ingebrekestelling voor nodig is. Indien de Inlener in verzuim verkeert, dan is de Uitzendonderneming gerechtigd de uitvoering van haar verplichtingen uit de Inleenovereenkomst op te schorten dan wel de Inleenovereen-
komst onmiddellijk geheel of gedeeltelijk op te zeggen, zonder dat de Uitzendonderne- ming een schadevergoeding verschuldigd is aan de Inlener. Alle vorderingen van de Uit- zendonderneming worden als gevolg van de opzegging direct opeisbaar.
Artikel 6. Opschorting en ontbinding
6.1 De Inlener is niet gerechtigd de tewerkstelling van de Uitzendkracht tijdelijk op te schor- ten, tenzij anders overeengekomen. Wordt toch opgeschort, anders dan ingeval van over- macht in de zin van artikel 6:75 BW, dan is de Inlener gehouden voor de duur van de Inleenovereenkomst het Inlenerstarief te voldoen over het per periode krachtens het uit de Inleenovereenkomst voortvloeiende laatstelijk geldende of gebruikelijke aantal uren en overuren.
6.2 In afwijking van het in lid 1 bepaalde, zal de Uitzendonderneming geen aanspraak maken op het Inlenerstarief indien de Inlener afdoende kan aantonen dat tijdelijk geen werk beschikbaar is voor de Uitzendkracht of de Uitzendkracht niet tewerk kan worden gesteld én dit schriftelijk wordt overeengekomen én de Uitzendonderneming met succes de loon- doorbetaling aan de Uitzendkracht op grond van de toepasselijke NBBU-cao kan uitsluiten.
6.3 Als een partij in gebreke blijft aan zijn verplichtingen uit de Inleenovereenkomst te vol- doen, is de andere partij - naast hetgeen in de Inleenovereenkomst is bepaald - gerechtigd de Inleenovereenkomst door middel van een aangetekend schrijven buitengerechtelijk geheel of gedeeltelijk te ontbinden. De ontbinding zal pas plaatsvinden nadat de in ge- breke verkerende partij schriftelijk in gebreke is gesteld en hem een redelijke termijn is geboden om de tekortkoming te zuiveren en nakoming is uitgebleven.
6.4 Voorts is de ene partij gerechtigd, zonder dat enige aanmaning of ingebrekestelling zal zijn vereist, buiten rechte de Inleenovereenkomst door middel van een aangetekend schrijven met onmiddellijke ingang geheel of gedeeltelijk te ontbinden als:
a. de andere partij (voorlopige) surseance van betaling aanvraagt of hem (voorlopige) surseance van betaling wordt verleend;
b. de andere partij zijn eigen faillissement aanvraagt of in staat van faillissement wordt verklaard;
c. de onderneming van de andere partij wordt geliquideerd;
d. de andere partij zijn huidige onderneming staakt;
e. buiten toedoen van de ene partij op een aanmerkelijk deel van het vermogen van de andere partij beslag wordt gelegd, dan wel indien de andere partij anderszins niet langer in staat moet worden geacht de verplichtingen uit de Inleenovereen- komst na te kunnen komen.
6.5 Als de Xxxxxxx op het moment van de ontbinding reeds prestaties ter uitvoering van de Inleenovereenkomst had ontvangen, kan hij de Inleenovereenkomst slechts gedeeltelijk ontbinden en wel uitsluitend voor dat gedeelte, dat door of namens de Uitzendonderne- ming nog niet is uitgevoerd.
6.6 Bedragen die de Uitzendonderneming vóór de ontbinding aan de Inlener heeft gefactu- reerd in verband met hetgeen zij reeds ter uitvoering van de Inleenovereenkomst heeft gepresteerd, blijven onverminderd door Xxxxxxx aan haar verschuldigd en worden op het moment van de ontbinding direct opeisbaar.
Artikel 7. Aansprakelijkheid
7.1 Behoudens bepalingen van dwingend recht is de Uitzendonderneming niet gehouden tot enige vergoeding van schade van welke aard dan ook, direct of indirect, ontstaan aan de Uitzendkracht, de Inlener of aan zaken dan wel personen bij of van de Inlener of een derde, of anderszins verband houdend met een Inleenovereenkomst, waaronder (doch niet uitsluitend) mede te verstaan schade die is ontstaan als gevolg van:
a. het om wat voor reden dan ook niet tot stand komen van de Inleenovereenkomst, dan wel het niet in staat zijn om de Uitzendkracht ter beschikking te (blijven) stel- len;
b. de terbeschikkingstelling van de Uitzendkracht door de Uitzendonderneming aan de Inlener, ook wanneer mocht blijken dat die Uitzendkracht niet blijkt te voldoen aan de door de Inlener aan hem gestelde vereisten.
c. eenzijdige opzegging van de uitzendovereenkomst door de Uitzendkracht.
d. toedoen of nalaten van de Uitzendkracht, de Inlener zelf of een derde, waaronder begrepen het aangaan van verbintenissen door de Uitzendkracht.
e. het zonder schriftelijke toestemming van de Uitzendonderneming doorlenen door de Inlener van de Uitzendkracht.
7.2 Eventuele aansprakelijkheid van de Uitzendonderneming voor enige directe schade is in ieder geval, per gebeurtenis, beperkt tot het bedrag dat de verzekering van de Uitzend- onderneming daadwerkelijk uitkeert.
7.3 Voor indirecte schade, waaronder gevolgschade, gederfde winst en gemiste besparingen, is de Uitzendonderneming nimmer aansprakelijk.
7.4 De Inlener is verplicht om zorg te dragen voor een afdoende, totaal dekkende aansprake- lijkheidsverzekering voor alle directe en indirecte schade als bedoeld in lid 1 tot en met 3 van dit artikel. Op eerste verzoek van de Uitzendonderneming overlegt de Inlener be- wijzen waaruit deze verzekeringsverplichting blijkt.
7.5 In ieder geval dient de Inlener de Uitzendonderneming te vrijwaren tegen eventuele vor- deringen of boetes van de Uitzendkracht of derden, tot vergoeding van schade als bedoeld in lid 1 van dit artikel geleden door die Uitzendkracht of derden. De Inlener is steeds aansprakelijk jegens de Uitzendonderneming voor alle schade die zij lijdt ingeval van een toerekenbare tekortkoming van de Inlener in de nakoming van de verplichtingen onder de Inleenovereenkomst en/of de onderhavige algemene voorwaarden.
7.6 De Uitzendonderneming heeft te allen tijde het recht, indien en voor zover mogelijk, eventuele schade van de Inlener ongedaan te maken. Hiertoe wordt tevens gerekend het recht van de Uitzendonderneming maatregelen te treffen die eventuele schade kan voor- komen dan wel beperken.
7.7 De Inlener zal de Uitzendonderneming vrijwaren en gevrijwaard houden terzake de kosten (waaronder juridische kosten), vorderingen of aanspraken die direct of indirect ontstaan voor de Uitzendonderneming als gevolg van of in verband met de Inleenovereenkomst, waaronder, doch niet beperkt tot, kosten, vorderingen of aanspraken die ontstaan als gevolg van een schending van gemaakte afspraken tussen partijen door de Inlener (of diens werknemers, onderaannemers of agenten) en/of schending door de Inlener van toe- passelijke wettelijke bepalingen.
Artikel 8. Overmacht
8.1 In geval van overmacht van de Uitzendonderneming zullen haar verplichtingen uit hoofde van de Inleenovereenkomst worden opgeschort, zolang de overmacht toestand voort- duurt. Onder overmacht wordt verstaan elke van de wil van de Uitzendonderneming on- afhankelijke omstandigheid, die de nakoming van de Inleenovereenkomst blijvend of tij- delijk verhindert en welke noch krachtens wet, noch naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid voor haar risico behoort te komen.
8.2 Zodra zich bij de Uitzendonderneming een overmacht toestand voordoet als in lid 1 van dit artikel bedoeld, zal zij daarvan mededeling doen aan de Inlener.
8.3 Voor zover daaronder niet reeds begrepen, wordt onder overmacht tevens verstaan: werk- staking, bedrijfsbezetting, blokkades, embargo, overheidsmaatregelen, oorlog, revolutie en/of enig daaraan gelijk te stellen toestand, stroomstoringen, storingen in elektronische communicatielijnen, brand, ontploffing en andere calamiteiten, waterschade, overstro- ming, aardbeving en andere natuurrampen, alsmede omvangrijke ziekte van epidemiolo- gische aard van personeel.
8.4 Zolang de overmacht toestand voortduurt, zullen de verplichtingen van de Uitzendonder- neming zijn opgeschort. Deze opschorting zal echter niet gelden voor verplichtingen waarop de overmacht geen betrekking heeft en reeds voor het intreden van de overmacht toestand zijn ontstaan.
8.5 Als de overmacht toestand drie maanden heeft geduurd, of zodra vaststaat dat de over- macht toestand langer dan drie maanden zal duren, is ieder der partijen gerechtigd de Inleenovereenkomst tussentijds te beëindigen zonder inachtneming van enige opzegter- mijn. De Inlener is ook na zodanige beëindiging van de Inleenovereenkomst gehouden de door hem aan de Uitzendonderneming verschuldigde vergoedingen, welke betrekking heb- ben op de periode vóór de overmacht toestand, aan de Uitzendonderneming te betalen.
8.6 De Uitzendonderneming is tijdens de overmacht toestand niet gehouden tot vergoeding van enigerlei schade van of bij de Inlener, noch is zij daartoe gehouden na beëindiging van de Inleenovereenkomst als in lid 5 van dit artikel bedoeld.
Artikel 9. Geheimhouding en intellectuele eigendom
9.1 Partijen zullen geen Vertrouwelijke Informatie van of over de andere partij, diens activi- teiten en relaties, die hen ter kennis is gekomen ingevolge een aanbieding of de Inleen- overeenkomst, verstrekken aan derden. Dit tenzij – en alsdan voor zover – verstrekking van die informatie nodig is om de Inleenovereenkomst naar behoren te kunnen uitvoeren of op hen een wettelijke plicht tot bekendmaking rust.
9.2 Op verzoek van de Inlener zal de Uitzendonderneming de Uitzendkracht verplichten tot geheimhouding omtrent al hetgeen hem bij het verrichten van de werkzaamheden bekend of gewaar wordt, tenzij op de Uitzendkracht een wettelijke plicht tot bekendmaking rust.
9.3 Het staat de Inlener vrij om de Uitzendkracht rechtstreeks te verplichten tot geheimhou- ding. De Inlener informeert de Uitzendonderneming over zijn voornemen daartoe en ver- strekt een afschrift van hetgeen daaromtrent is vastgelegd aan de Uitzendonderneming. De Uitzendovereenkomst is geen partij bij deze geheimhoudingsovereenkomst en kan der- halve op basis daarvan niet aansprakelijk worden gesteld.
9.4 De Uitzendonderneming is niet aansprakelijk voor een boete, dwangsom of eventuele schade van de Inlener als gevolg van schending van de geheimhoudingsplicht door de Uit- zendkracht.
9.5 Alle intellectuele eigendommen op ICT-middelen, de teksten, data(bestanden), formats, logo’s, merken, overig beeld- en/of geluidsmateriaal en elk ander materiaal, daaronder begrepen het ontwerp, de selectie en rangschikking daarvan, waar de Inlener toegang toe krijgt in het kader van de aanbieding, opdracht of andere overeenkomst, met uitzonde- ring van materiaal van de Inlener, berusten uitsluitend bij de Uitzendonderneming. Dit geldt ook voor eventueel specifiek op verzoek en/of op kosten van Inlener gemaakte aan- passingen, aanvullingen of werken, Aan de Inlener wordt met betrekking tot de ICT-mid- delen en voornoemd materiaal alleen een tijdelijk, persoonlijk, niet exclusief en niet overdraagbaar gebruiksrecht verschaft, voor zover en zolang dit nodig is om gebruik te kunnen maken van de tussen partijen overeengekomen diensten. Door de Inlener specifiek voor Uitzendonderneming vervaardigd materiaal mag ook na afloop van de dienstverlening nog – voor eigen interne bedrijfsdoeleinden – door de Inlener worden gebruikt.
9.6 De Inlener vrijwaart de Uitzendonderneming tegen alle aanspraken van derden in verband met de beweerdelijke inbreuk op de intellectuele eigendomsrechten van derden op de door de Inlener aan de Uitzendonderneming ter beschikking gesteld materiaal, dan wel ten aanzien van de door de Uitzendkracht te verrichten werkzaamheden.
9.7 Aan de Inlener komen alle intellectuele eigendomsrechten op de resultaten van de door de Uitzendkracht verrichte werkzaamheden toe, indien en voor zover dit bij de wet is bepaald. De Uitzendonderneming zal de Uitzendkracht op verzoek van de Inlener een schriftelijke verklaring laten ondertekenen teneinde – voor zover nodig en mogelijk – te bewerkstelligen, althans te bevorderen dat alle intellectuele eigendomsrechten op de resultaten van de werkzaamheden van de Uitzendkracht toekomen respectievelijk (zul- len) worden overgedragen aan de Inlener.
9.8 Het staat de Xxxxxxx vrij om rechtstreeks een overeenkomst met de Uitzendkracht aan te gaan of hem een verklaring ter ondertekening voor te leggen terzake intellectuele eigen- domsrechten. Inlener informeert de Uitzendonderneming over zijn voornemen daartoe en verstrekt aan de Uitzendonderneming hiervan een afschrift. De Uitzendonderneming is
geen partij bij deze overeenkomst en kan daarom nimmer aansprakelijk worden gesteld op basis hiervan.
Artikel 10. Toepasselijk recht en bevoegde rechter
10.1 Op deze algemene voorwaarden, opdrachten, Inleenovereenkomsten en/of andere over- eenkomsten is uitsluitend het Nederlands recht van toepassing.
10.2 Alle geschillen die voortvloeien of samenhangen met een rechtsverhouding tussen par- tijen, zullen in eerste aanleg uitsluitend worden berecht door de rechtbank binnen het arrondissement waarin de Uitzendonderneming is gevestigd.
Artikel 11. Slotbepalingen
11.1 Als enige bepaling uit deze voorwaarden nietig is of wordt vernietigd, zullen de overige bepalingen van deze voorwaarden volledig van kracht blijven en zullen partijen in overleg treden teneinde nieuwe bepalingen ter vervanging van de nietige of vernietigde bepa- lingen overeen te komen, waarbij zoveel mogelijk het doel en de strekking van de nietige of vernietigde bepaling in acht zal worden genomen.
11.2 De Uitzendonderneming is gerechtigd om haar rechten en verplichtingen uit hoofde van een Inleenovereenkomst over te dragen aan een derde. Tenzij schriftelijk anders is over- eengekomen, is het de Inlener niet toegestaan om zijn rechten en verplichtingen uit hoofde van de Inleenovereenkomst over te dragen aan een derde.
HOOFDSTUK 2. VOORWAARDEN VOOR HET TER BESCHIKKING STELLEN VAN UITZENDKRACHTEN
Artikel 12. Het inlenen van Uitzendkrachten
12.1 De Uitzendovereenkomst wordt aangegaan tussen de Uitzendkracht en de Uitzendonder- neming. Op de uitzendovereenkomst is de NBBU-cao voor Uitzendkrachten van toepas- sing. Tussen de Inlener en de Uitzendkracht bestaat er geen arbeidsovereenkomst. Het is de Inlener niet toegestaan zich als formeel werkgever of namens de Uitzendonderneming jegens de Uitzendkracht op te treden.
12.2 Bij het ter beschikking stellen van de Uitzendkracht door de Uitzendonderneming van de Inlener, werkt de Uitzendkracht onder leiding en toezicht van de Inlener. De Xxxxxxx neemt daarbij dezelfde zorgvuldigheid in acht als tegenover zijn eigen werknemers. De Uitzendonderneming heeft als formele werkgever geen zicht op de werkplek en de te verrichten werkzaamheden, op basis waarvan de Inlener dient zorg te dragen voor een veilige werkomgeving, alsmede de leiding heeft en toezicht uitoefent over de Uitzend- kracht.
12.3 De Xxxxxxx zal de door hem ingeleende Uitzendkracht niet op zijn beurt weer doorlenen aan een derde om onder diens toezicht en leiding te werken, zonder schriftelijke toe- stemming van de Uitzendonderneming. Daarnaast is het de Inlener verboden, zonder voor- afgaande schriftelijke toestemming van de Uitzendonderneming om de Uitzendkracht bui- ten het Nederlandse grondgebied tewerk te stellen. Een overtreding van onderhavig lid leidt ertoe dat de Uitzendonderneming gerechtigd is om de terbeschikkingstelling van de Uitzendkracht en/of de Inleenovereenkomst per direct te beëindigen, alsmede alle hier- uit voortvloeiende c.q. verband houdende schade aan de Inlener in rekening te brengen. De Inlener stelt de Uitzendonderneming alsdan volledig schadeloos.
12.4 De Uitzendonderneming is te allen tijde gerechtigd aan de Inlener een voorstel te doen tot vervanging van een ter beschikking gestelde Uitzendkracht door een andere Uitzend- kracht onder voortzetting van de Inleenovereenkomst, zulks met het oog op het bedrijfs- beleid of personeelsbeleid van de Uitzendonderneming, behoud van werkgelegenheid of naleving van geldende wet- en regelgeving. De Inlener kan een dergelijk voorstel enkel afwijzen, indien hij daar een gegronde reden voor heeft. De Inlener zal een eventuele afwijzing desgevraagd schriftelijk motiveren. Er is sprake van een niet-exclusieve terbe-
schikkingstelling van de Uitzendkracht aan de Uitzendonderneming. De Uitzendonderne- ming heeft te allen tijde de bevoegdheid om de Uitzendkracht aan een andere Inlener ter beschikking te stellen.
12.5 De Uitzendonderneming schiet niet toerekenbaar tekort jegens de Inlener en is niet ge- houden tot vergoeding van enige schade of kosten aan de Inlener, indien de Uitzendon- derneming om welke reden dan ook een (vervangende) Uitzendkracht niet (meer), althans niet (meer) op de wijze en in de omvang als bij de Inleenovereenkomst bepaald of nadien overeengekomen aan de Inlener ter beschikking kan stellen.
Artikel 13. Inhoud en duur van de Inleenovereenkomst en de terbeschikkingstelling(en)
13.1 In de Inleenovereenkomst worden de specifieke voorwaarden waaronder de Uitzendkracht aan de Inlener ter beschikking wordt gesteld opgenomen. De Inleenovereenkomst kan niet worden beëindigd zolang er Uitzendkrachten aan de Inlener ter beschikking worden ge- steld.
13.2 De Inlener zal de Uitzendonderneming informeren omtrent de beoogde duur van de terbe- schikkingstelling, op basis waarvan de Uitzendonderneming de aard en de duur van de uit- zendovereenkomst met de Uitzendkracht kan bepalen.
13.3 Als de uitzendovereenkomst voorziet in het Uitzendbeding, dan hoeven de Uitzendonder- neming, Uitzendkracht en/of de Inlener geen opzegtermijn in acht te nemen als zij de terbeschikkingstelling tussentijds wensen te beëindigen, tenzij schriftelijk anders is over- eengekomen.
13.4 Wel dient de Inlener de Uitzendonderneming tenminste 10 dagen voorafgaand aan een einde van de Uitzendovereenkomst, in kennis te stellen van het voornemen de terbeschik- kingstelling van de Uitzendkracht te beëindigen, tenzij dit naar maatstaven van redelijk- heid en billijkheid van de Inlener niet kan worden gevergd.
13.5 Als de Uitzendovereenkomst niet voorziet in het Uitzendbeding, dan is er sprake van een Uitzendovereenkomst voor bepaalde of onbepaalde tijd. In dit geval kan de Inlener de terbeschikkingstelling uitsluitend tussentijds eindigen onder de voorwaarde dat de met de terbeschikkingstelling verband houdende betalingsverplichtingen voortduren tot het verstrijken van de overeengekomen duur van de terbeschikkingstelling. De Uitzendonder- neming is alsdan gerechtigd om het Inlenerstarief tot de overeengekomen duur van de terbeschikkingstelling aan de Inlener in rekening te (blijven) brengen overeenkomstig het gebruikelijke c.q. het te verwachten arbeidspatroon van de Uitzendkracht, tenzij de Uit- zendonderneming en de Inlener hieromtrent schriftelijk andersluidende afspraken hebben gemaakt.
13.6 Als de Inlener de terbeschikkingstelling wenst te beëindigen terwijl er niets is overeen- gekomen omtrent de duur van de terbeschikkingstelling en de Uitzendkracht op basis van een uitzendovereenkomst voor bepaalde tijd werkzaam is, geldt er een opzegtermijn van één maand. Ingeval de Uitzendkracht werkzaam is op basis van een uitzendovereenkomst voor onbepaalde tijd, geldt tenminste een opzegtermijn van vier kalendermaanden, ten- zij anders overeengekomen in de Inleenovereenkomst.
13.7 Indien de reden van de beëindiging is gelegen in een geschil met de Uitzendkracht, dan wel een conflictsituatie, dan dient de Inlener de Uitzendonderneming daar tijdig van op de hoogte te stellen. De Uitzendonderneming zal alsdan onderzoeken of het geschil, dan wel de conflictsituatie kan worden opgelost.
13.8 De Uitzendonderneming kan in verband met de voor haar geldende aanzegverplichting je- gens de Uitzendkracht de Inlener minimaal vijf weken voor het einde van Uitzendovereen- komst voor bepaalde tijd verzoeken om aan te geven of hij voornemens is om de terbeschik- kingstelling te continueren. De Inlener is alsdan gehouden om binnen drie dagen aan te ge- ven of zij de terbeschikkingstelling wenst te continueren. Het niet tijdig, dan wel niet cor- rect informeren van de Uitzendonderneming leidt ertoe dat, de Inlener de kosten verband houdende met de vergoeding ex artikel 7:668 BW integraal aan de Uitzendonderneming dient te vergoeden. Bovenal is de Inlener alsdan volledig aansprakelijk voor alle eventueel daaruit
voortvloeiende schade, vrijwaart Inlener Uitzendonderneming hiervoor en houdt zij haar gevrijwaard.
Artikel 14. Het Inlenerstarief, (uur)beloning en overige vergoedingen
14.1 De Inlener is voor de terbeschikkingstelling van de Uitzendkracht het Inlenerstarief aan de Uitzendonderneming verschuldigd, behoudens hieromtrent andersluidende afspraken zijn gemaakt.
Het Inlenerstarief staat in directe verhouding tot het aan de Uitzendkracht verschuldigde Inlenersbeloning. De Inlenerbeloning van de Uitzendkracht worden vooraf aan de terbe- schikkingstelling en zo nodig gedurende de terbeschikkingstelling bepaald. De Uitzendon- derneming hanteert een de proces van vaststelling van de Inlenersbeloning. De Inlener is gehouden medewerking te verlenen aan dit proces van vaststelling van de Inlenersbeloning, dan wel alle informatie en gegevens te verschaffen die noodzakelijk zijn voor de Uitzend- onderneming ter vaststelling van de Inlenersbeloning.
14.2 Tariefwijzigingen ten gevolge van CAO-verplichtingen en wijzigingen in of ten gevolge van wet- en regelgeving zoals fiscale en sociale wet- en regelgeving, worden met ingang van het tijdstip van die wijzigingen aan de Inlener doorberekend en zijn dienovereenkomstig door de Inlener verschuldigd, ook als deze wijzigingen zich voordoen tijdens de duur van een Inleenovereenkomst.
14.3 Het Inlenerstarief kan steeds worden aangepast of met terugwerkende kracht aanvullend in rekening worden gebracht door de Uitzendonderneming, ingeval de Inlenersbeloning met terugwerkende kracht wijzigt.
Artikel 15. Informatieverplichting Inlener
15.1 De Inlener informeert de Uitzendonderneming tijdig, juist en volledig ter zake al hetgeen wat voor de uitvoering van de Inleenovereenkomst voor de Uitzendonderneming van be- lang is, waaronder, niet uitsluitend:
a. over de Inlenersbeloning;
b. over de specifieke risico’s met betrekking tot de veiligheid en gezondheid in verband met de te verrichten werkzaamheden, alsmede nadere gegevens om- trent de eventueel genomen maatregelen om dergelijke risico’s te voorkomen of te beheersen;
c. de datum waarop de Uitzendkracht de werkzaamheden dient aan te vangen;
d. de verwachte duur van de terbeschikkingstelling, de werktijden en het aantal te verwachten werkuren per week of periode;
e. de aard en/of nadere bijzonderheden van de te verrichten werkzaamheden door de Uitzendkracht;
f. de locatie(s) waar de werkzaamheden door de Uitzendkracht moeten worden verricht;
g. het aantal uren/dagen en eventuele specifieke voorschriften met betrekking tot de urenregistratie en verslaglegging die Inlener verwacht van de Uitzendkracht;
h. eventuele ervaring, opleiding, kwalificaties, toestemmingen van de beroepsor- ganen waarvan Xxxxxxx wenst dat de Uitzendkracht daarover beschikt;
i. eventuele door of aan de Uitzendkracht verschuldigde onkosten;
j. eventuele op de locatie geldende (gedrags- en/of huis)regels of procedures, be- leid op het gebied van IT-toegang, veiligheid, gebruik van bedrijfsmiddelen of beleid waarvan Inlener wenst dat deze worden nageleefd door de Uitzendkracht en kopieën van dergelijke zaken.
15.2 Indien de Inlenersbeloning van de Uitzendkracht niet kan worden vastgesteld worden deze vastgesteld aan de hand van gesprekken die door de Uitzendonderneming worden gevoerd met de Inlener en de Uitzendkracht. Bij het vaststellen van het loon geldt als leidraad het opleidingsniveau en de ervaring van de Uitzendkracht en de benodigde capaciteiten die de invulling van die functie met zich meebrengt.
15.3 De Inlener staat in voor de juistheid, volledigheid, betrouwbaarheid, deugdelijkheid en rechtmatigheid van de door of namens haar aan de Uitzendonderneming verrichtte han- delingen en verstrekte gegevens / informatie. Ingeval er wijzigingen zijn die relevant zijn voor de Uitzendonderneming voor de goede uitvoering van de Inleenovereenkomst, waar- onder de toepassing van de Inlenersbeloning, dient de Inlener de Uitzendonderneming hiervan onverwijld in kennis te stellen.
15.4 De Uitzendonderneming is gerechtigd om het Inlenerstarief met terugwerkende kracht te corrigeren en aan de Inlener in rekening te brengen, indien blijkt dat (een van) de Inle- nersbeloning onjuist is vastgesteld.
15.5 De Inlener garandeert dat zij de Uitzendkracht vanaf de aanvang van de terbeschikking- stelling van de Uitzendkracht, de Uitzendkracht zal voorzien van informatie over de van belang zijnde vacatures bij de Inlener en de toegang tot alle collectieve faciliteiten en voorzieningen.
Artikel 16. De civiele ketenaansprakelijkheid voor loon
16.1 Naast de Uitzendonderneming is de Inlener hoofdelijk aansprakelijk jegens de Uitzend- kracht voor de voldoening van het aan de Uitzendkracht verschuldigde loon, tenzij de Inlener inzake de eventuele onderbetaling als niet-verwijtbaar kwalificeert.
16.2 De Inlener dient ten behoeve van het aantonen van zijn niet-verwijtbaarheid in ieder geval de Uitzendonderneming tijdig, juist en volledig te informeren inzake de Inleners- beloning.
16.3 De Uitzendonderneming is jegens de Inlener gehouden om de Uitzendkracht te belonen conform de toepasselijke wet- en regelgeving, alsmede de NBBU-cao voor Uitzendkrach- ten.
16.4 Indien de Inlener zich nader wenst te laten informeren over de arbeidsvoorwaarden van de Uitzendkracht in het kader van de ketenaansprakelijkheid voor loon, treedt hij hier- over in overleg met de Uitzendonderneming.
16.5 De Inlener onthoudt zich van het opvragen van de gegevens die geen betrekking hebben op of in verband staan tot het loon van de Uitzendkracht. De Uitzendonderneming be- houdt zich het recht voor om geanonimiseerde informatie aan de Inlener te verstrekken. Ten aanzien van de verkregen informatie met betrekking tot de Uitzendkracht is de Inle- ner verplicht tot geheimhouding.
Artikel 17. Aangaan (rechtstreekse) arbeidsverhouding door Xxxxxxx met de Uitzendkracht
17.1 Als de Xxxxxxx met een hem door de Uitzendonderneming ter beschikking gestelde of te stellen Uitzendkracht rechtstreeks een arbeidsovereenkomst, dan wel een andersoortige arbeidsverhouding wil aangaan, stelt hij de Uitzendonderneming daarvan onverwijld schriftelijk in kennis. Partijen treden vervolgens in overleg om de wens van de Inlener te bespreken. De Inlener is aan de Uitzendonderneming een redelijke vergoeding is verschul- digd, voor de door de Uitzendonderneming verleende diensten in verband met de terbe- schikkingstelling, werving en/of opleiding van de Uitzendkracht, overeenkomstig het be- paalde in artikel 9a lid 2 Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs, welke vergoe- ding als volgt wordt berekend: 2080 uur – het aantal gewerkte uren in het kader van de terbeschikkingstelling x Inlenerstarief x 25%.
17.2 De vergoeding in lid 1 is eveneens verschuldigd wanneer de Inlener binnen zes maanden nadat een (aspirant-)Uitzendkracht aan de Inlener is voorgesteld een arbeidsovereen- komst dan wel een andersoortige arbeidsverhouding met de (aspirant-)Uitzendkracht aan- gaat. Tevens is de vergoeding in lid 1 verschuldigd indien de Uitzendkracht binnen zes maanden nadat de terbeschikkingstelling bij de Inlener is geëindigd een arbeidsovereen- komst of een andersoortige arbeidsverhouding met de Uitzendonderneming aangaat.
17.3 Indien de Inlener en de Uitzendonderneming nog geen overeenstemming hadden bereikt over het Inlenerstarief of ingeval het bedrag lid 1 om wat voor reden dan ook niet kan worden bepaald, dan is de Inlener aan de Uitzendonderneming een vergoeding ineens
verschuldigd, zonder nadere sommatie of ingebrekestelling, van € 15.000,00 (zegge: vijf- tienduizend euro) exclusief btw.
17.4 Onder andersoortige arbeidsverhouding als bedoeld in dit artikel wordt onder meer ver- staan:
a. het aanstellen als ambtenaar;
b. de overeenkomst van opdracht;
c. aanneming van werk;
d. het ter beschikking laten stellen van de Uitzendkracht aan de Inlener door een derde (bijvoorbeeld een andere Uitzendonderneming) voor hetzelfde of ander werk.
17.5 De Inlener gaat niet rechtstreeks een arbeidsovereenkomst met de Uitzendkracht aan, als de Uitzendkracht de uitzendovereenkomst met de Uitzendonderneming niet rechtsgeldig heeft beëindigd.
17.6 Het is de Inlener verboden om Uitzendkrachten ertoe te bewegen om een arbeidsover- eenkomst, dan wel een andersoortige arbeidsverhouding met een andere onderneming aan te gaan, met de bedoeling de Uitzendkrachten middels deze andere onderneming in te lenen.
Artikel 18. Selectie van Uitzendkrachten
18.1 De Uitzendkracht wordt door de Uitzendonderneming gekozen enerzijds aan de hand van zijn hoedanigheden en kundigheden en anderzijds aan de hand van de door de Inlener aangedragen functievereisten.
18.2 Niet-functierelevante vereisten die bovendien (kunnen) leiden tot (in)directe discrimina- tie, onder meer verband houdende met ras, godsdienst, geslacht en/ of handicap, kunnen niet door de Inlener worden gesteld. In ieder geval zullen deze door de Uitzendonderne- ming niet worden gehonoreerd.
18.3 De Inlener heeft het recht om, als een Uitzendkracht niet voldoet aan de door de Inlener gestelde functievereisten, dit binnen 4 uur na de aanvang van de werkzaamheden aan de Uitzendonderneming kenbaar te maken. In dat geval is de Inlener gehouden de Uitzend- onderneming minimaal te betalen het aan de Uitzendkracht verschuldigde loon, vermeer- derd met het werkgeversaandeel in de sociale lasten en premieheffing en uit de NBBU- cao voortvloeiende verplichtingen.
18.4 Gedurende de looptijd van de Inleenovereenkomst is de Uitzendonderneming gerechtigd om een voorstel te doen tot vervanging van de Uitzendkracht, bijvoorbeeld indien de Uitzendkracht niet langer in staat is de arbeid te verrichten, dan wel in verband met een door te voeren reorganisatie of herplaatsingsverplichting. Het Inlenerstarief zal dan op- nieuw worden vastgesteld.
Artikel 19. Zorgverplichting Inlener en vrijwaring jegens de Uitzendonderneming
19.1 De Inlener is ervan op de hoogte dat hij volgens artikel 7:658 BW en de geldende Arbo- wetgeving de verplichting heeft om te zorgen voor een veilige werkplek van de Uitzend- kracht. De Inlener verstrekt de Uitzendkracht concrete aanwijzingen om te voorkomen dat de Uitzendkracht in de uitoefening van zijn werkzaamheden schade lijdt. Tevens ver- strekt de Inlener de Uitzendkracht persoonlijke beschermingsmiddelen voor zover nood- zakelijk. Indien de benodigdheden door de Uitzendonderneming worden verzorgd is de Uitzendonderneming gerechtigd de kosten die daarmee samenhangen bij de Inlener in rekening te brengen.
19.2 Voordat de terbeschikkingstelling een aanvang neemt, verstrekt de Inlener aan de Uit- zendkracht en Uitzendonderneming de noodzakelijke informatie over de verlangde be- roepskwalificatie van de Uitzendkracht, alsmede de Risico-Inventarisatie en -Evaluatie (RI&E), bevattende de specifieke kenmerken van de in te nemen arbeidsplaats. De Uit- zendkracht dient voldoende gelegenheid te krijgen om van de inhoud kennis te nemen, alvorens de werkzaamheden aanvang kunnen vinden.
19.3 De Inlener is tegenover de Uitzendkracht en Uitzendonderneming aansprakelijk voor en dientengevolge gehouden tot vergoeding van de schade die de Uitzendkracht in de uitoe- fening van zijn werkzaamheden lijdt, tenzij de schade in belangrijke mate het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van de Uitzendkracht, alles met inachtneming van het bepaalde in artikel 7.
19.4 Als de Uitzendkracht in de uitoefening van zijn werkzaamheden zodanig letsel heeft be- komen dat daarvan de dood het gevolg is, is de Inlener overeenkomstig artikel 6:108 BW jegens de in dat artikel bedoelde personen en jegens de Uitzendonderneming gehouden tot vergoeding van de schade aan de bedoelde personen, tenzij de schade in belangrijke mate het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van de Uitzendkracht, alles met inachtneming van het bepaalde in artikel 7.
19.5 De Inlener vrijwaart de Uitzendonderneming volledig tegen aanspraken, jegens de Uit- zendonderneming ingesteld wegens het niet nakomen door de Inlener van de in dit artikel genoemde verplichtingen en zal de hiermee verband houdende kosten rechtsbijstand vol- ledig aan de Uitzendonderneming vergoeden. De Inlener verleent de Uitzendonderneming de bevoegdheid haar aanspraken bedoeld in onderhavig artikel aan de direct belangheb- bende(n) te cederen.
19.6 De Inlener is verplicht om zorg te dragen voor een afdoende, totaal dekkende aansprake- lijkheidsverzekering voor alle directe en indirecte schade als bedoeld in dit artikel.
19.7 De Inlener is zich ervan bewust dat hij wordt aangemerkt als werkgever in de zin van de Arbeidstijdenwet. De Inlener staat er derhalve voor in dat de arbeidsduur en de rust- en arbeidstijden voldoen aan de wettelijke vereisten. De Xxxxxxx ziet erop toe dat de Uit- zendkracht de rechtens toegestane arbeidstijden en de overeengekomen arbeidsduur niet overschrijdt. De arbeids- en rusttijden van de Uitzendkracht zijn gelijk aan de bij de Inlener gebruikelijke tijden en uren, tenzij anders overeengekomen.
19.8 Indien voor de terbeschikkingstelling van de Uitzendkracht specifieke scholing en/of in- structies vereist zijn, dan worden deze uren als gewerkte uren in rekening gebracht aan de Inlener.
19.9 De Inlener is gehouden een Uitzendkracht die lid is van de ondernemingsraad van de In- lener in de gelegenheid te stellen deze medezeggenschapsrechten uit te oefenen conform de ter zake geldende wet- en regelgeving. Indien de Uitzendkracht medezeggenschap uitoefent in de onderneming van de Inlener, dan is de Inlener logischerwijze tevens het Inlenerstarief verschuldigd voor de uren waarin de Uitzendkracht onder werktijd werk- zaamheden verricht of opleiding volgt in verband met zijn lidmaatschap van de onderne- mingsraad.
19.10 Als de Inlener zijn verplichtingen uit hoofde van dit artikel niet nakomt, is hij gehouden alle directe en indirecte schade die de Uitzendonderneming als gevolg daarvan lijdt te vergoeden en de Uitzendonderneming in voorkomend geval te vrijwaren.
Artikel 20. Identificatie en persoonsgegevens
20.1 De Inlener stelt bij aanvang van de terbeschikkingstelling van een Uitzendkracht diens identiteit vast aan de hand van het originele identiteitsdocument. De Xxxxxxx richt zijn administratie zodanig in dat de identiteit van de Uitzendkracht kan worden aangetoond.
20.2 De Uitzendonderneming is niet aansprakelijk voor enige schade van de Inlener als gevolg van een nalatigheid van de Inlener om de Uitzendkracht te identificeren. De Inlener vrij- waart de Uitzendonderneming volledig voor alle schade die voortvloeit uit een onjuiste identificatie, tenzij deze schade is te wijten aan een opzettelijk of bewust roekeloos handelen van de Uitzendonderneming.
20.3 Partijen behandelen alle persoonsgegevens van Uitzendkrachten die hen in het kader van de Terbeschikkingstelling zijn verstrekt vertrouwelijk en verwerken deze in overeenstem- ming met de bepalingen van de AVG.
20.4 Afhankelijk van de verantwoordelijkheden en werkwijze maken partijen afspraken con- form de AVG inzake onder ander datalekken, rechten van betrokkenen en bewaartermij- nen. Wanneer er sprake is van een gezamenlijke verwerkingsverantwoordelijkheid maken
Partijen nadere afspraken over onder andere de uitoefening van de rechten van betrok- kenen en de informatieplicht. Deze afspraken worden vastgelegd in een onderlinge rege- ling.
20.5 De Inlener is ervoor verantwoordelijk dat hij alleen persoonsgegevens aan de Uitzendon- derneming verstrekt of bij haar opvraagt, indien en voor zover de Inlener op grond van de AVG gerechtigd is deze te verstrekken of op te vragen.
20.6 De Inlener vrijwaart de Uitzendonderneming tegen alle aanspraken van kandidaten, Uit- zendkrachten of overige derden jegens de Uitzendonderneming in verband met een over- treding door de Inlener van de AVG en vergoedt de daarmee samenhangende kosten die door de Uitzendonderneming zijn gemaakt.
20.7 In zoverre de Werknemer een tewerkstellingvergunningsplichtige vreemdeling is, zal de Uitzendonderneming in zoverre wettelijk mogelijk uiteraard, toezien op dan wel zorg dragen voor legale tewerkstelling. Daarbij baseert de Uitzendonderneming zich op de informatie die de Inlener verstrekt.
20.8 De Inlener dient zich strikt binnen de beperkingen van de vergunning te houden (werkge- ver, plaats van tewerkstelling, geldigheidsduur, functie).
20.9 Op de dag dat de vergunning expireert en er (nog) geen nieuwe vergunning beschikbaar is, eindigt van rechtswege de Inleenovereenkomst en schiet de Uitzendonderneming niet toerekenbaar tekort jegens de Inlener en is de Uitzendonderneming evenmin aansprake- lijk voor eventuele schade die de Inlener lijdt.
20.10 De Inlener is zich bewust van het bepaalde in artikel 15 Wav. De Inlener is verplicht om de identiteit van de Uitzendkracht vast te stellen en de voornoemde documenten tenmin- ste gedurende vijf jaren in haar administratie te bewaren.
20.11 De Inlener is zich ervan bewust dat hij/zij werkgever is in de zin van de Wav en derhalve bij constatering van overtredingen van bepalingen van de Wav beboet zal worden op grond van de Wav. Behoudens opzet of bewuste roekeloosheid van de Uitzendonderneming zal de Inlener alle aan de Uitzendonderneming opgelegde boetes en eventuele overige schade die de Uitzendonderneming lijdt vergoeden (met inbegrip van de daadwerkelijk gemaakte kosten voor juridische bijstand) en zal de Inlener, de Uitzendonderneming in een voorko- mend geval volledig vrijwaren.
20.12 De Inlener zal de Uitzendonderneming te allen tijde vrijwaren voor opgelegde boetes aan en aanspraken jegens de Uitzendonderneming wegens het niet nakomen door de Inlener van de in dit artikel genoemde verplichtingen.
Artikel 21. Auto van de zaak en bedrijfssluiting
21.1 Als de Inlener voornemens is de Uitzendkracht een auto ter beschikking te stellen, deelt de Inlener dit onverwijld mede aan de Uitzendonderneming. Uitsluitend in overleg met de Uitzendonderneming komt de Inlener met de Uitzendkracht overeen dat de auto privé gereden mag worden, zodat de Uitzendonderneming hiermee rekening kan houden in de loonheffing. Als de Inlener dit nalaat is hij gehouden de daaruit voortvloeiende schade, kosten en (fiscale) gevolgen te vergoeden die de Uitzendonderneming lijdt.
21.2 De Inlener dient de Uitzendonderneming bij het aangaan van de Inleenovereenkomst te informeren omtrent eventuele bedrijfssluitingen en collectief verplichte vrije dagen ge- durende de looptijd van de Inleenovereenkomst, opdat de Uitzendonderneming deze om- standigheid indien mogelijk, deel kan laten uitmaken van de Uitzendovereenkomst met de Uitzendkracht. Indien een voornemen tot vaststelling van een bedrijfssluiting en/of collectief verplichte vrije dagen bekend wordt na het aangaan van de Inleenovereen- komst, dient de Inlener, de Uitzendonderneming onmiddellijk na het bekend worden hier- van te informeren. Indien de Inlener nalaat om de Uitzendonderneming tijdig te informe- ren, is de Inlener gehouden voor de duur van de bedrijfssluiting onverkort aan de Uit- zendonderneming het Inlenerstarief te voldoen over het krachtens de Inleenovereenkomst en deze algemene voorwaarden geldende of gebruikelijke aantal uren en overuren per periode.
HOOFDSTUK 3. VOORWAARDEN VOOR ARBEIDSBEMIDDELING
Artikel 22. Toepasselijkheid algemene bepalingen
De strekking van de in hoofdstuk 1 van deze algemene voorwaarden opgenomen bepalingen, meer specifiek artikel 2, 3, 4.7 en 5 t/m 11, is van overeenkomstige toepassing op de arbeids- bemiddelingsovereenkomst tussen de arbeidsbemiddelingsorganisatie en de opdrachtgever.
Artikel 23. Vergoeding en inhoud van de arbeidsbemiddelingsovereenkomst
23.1 De door de opdrachtgever aan de arbeidsbemiddelingsonderneming verschuldigde vergoe- ding kan bestaan uit, hetzij een van tevoren vast overeengekomen bedrag, hetzij uit een van tevoren overeengekomen percentage van het aan de werkzoekende aangeboden full time bruto jaarsalaris te vermeerderen met vakantiebijslag.
23.2 Tenzij schriftelijk anders overeengekomen, is de in lid 1 van dit artikel bedoelde vergoe- ding slechts dan verschuldigd indien de arbeidsbemiddeling heeft geleid tot een arbeids- overeenkomst respectievelijk andersoortige arbeidsverhouding als bedoeld in artikel 17 lid 2 met een door de arbeidsbemiddelingsonderneming geselecteerde werkzoekende. De vergoeding is eveneens verschuldigd indien de door de arbeidsbemiddelingsonderneming geselecteerde werkzoekende op andere wijze - bijvoorbeeld middels terbeschikking- stelling - werkzaamheden voor de opdrachtgever gaat verrichten.
23.3 In de arbeidsbemiddelingsovereenkomst kan, voor zover relevant, de duur van arbeidsbe- middeling, de wijze waarop deze door de arbeidsbemiddelingsonderneming wordt uitge- voerd en de daarvoor door de opdrachtgever aan de arbeidsbemiddelingsonderneming verschuldigde vergoeding worden opgenomen.
23.4 Eventuele de Uitzendonderneming memorie posten worden op basis van nacalculatie in rekening gebracht.
Artikel 24. Aangaan arbeidsverhouding door opdrachtgever met de werkzoekende
Als de opdrachtgever gedurende de looptijd van de opdracht tot arbeidsbemiddeling of binnen zes maanden na beëindiging daarvan zelf (alsnog) een samenwerking als genoemd in artikel 23 lid 2 (en/of artikel 17 lid 2) met een door de arbeidsbemiddelingsonderneming geselecteerde werkzoekende aangaat, is hij terstond aan de arbeidsbemiddelingsonderneming de overeenge- komen vergoeding verschuldigd
Artikel 25. Selectie van werkzoekende
25.1 De werkzoekende wordt door de arbeidsbemiddelingsonderneming geselecteerd enerzijds aan de hand van de door opdrachtgever aan de arbeidsbemiddelingsonderneming ver- strekte wensen omtrent diens hoedanigheden en kundigheden en verstrekte inlichtingen betreffende de aard van de functie en anderzijds aan de hand van de bij de arbeidsbe- middelingsonderneming bekende hoedanigheden en kundigheden van de werkzoekende.
25.2 Niet-functierelevante eisen bij het verstrekken van wensen en inlichtingen betreffende de gewenste kandidaat en de aard van de functie zoals bedoeld in het vorige lid van dit artikel, kunnen niet door de opdrachtgever worden gesteld. In ieder geval zullen deze door de arbeidsbemiddelingsonderneming niet worden gehonoreerd.
BR-Flex Uitzendbureau B.V. versie: 1-22
Xxxxxxxxxxxxxx 0x 0000 XX Xxxxxxxxxx Tel. 0000 000000
Xxxxxxxxxxx 0 0000 XX Xxxxxxxxx Tel. 0000 000000
Xxxxxxxxxxx 0000 XX Xxxxxxxxxxx Tel. 0000 000000 Internet: xxx.xxxxxx.xx E-mail: xxxx@xxxxxx.xx