HOOFDSTUK 1: ALGEMENE BEPALINGEN
HOOFDSTUK 1: ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1. DEFINITIES
• Groepsopvang: een initiatief van minstens 9 kinderen van 0 tot 3 jaar, met een vergunning “kinderopvang voor baby’s en peuters” uitgereikt door Kind en Gezin.
• Gezinsopvang: een initiatief met maximum 8 kinderen van 0 tot 3 jaar, met een vergunning “kinderopvang voor baby’s en peuters” uitgereikt door Kind en Gezin.
• Reguliere kinderopvang: opvang die :
o minstens 220 dagen (groepsopvang) of minstens 180 dagen (gezinsopvang) per jaar open is op die locaties waarvoor het initiatief de financiële ondersteuning aanvraagt;
en, in voorkomend geval :
o voor initiatieven subsidietrap 0: minstens 10 uur per dag ononderbroken open is tussen 6 uur en 20 uur;
voor initiatieven subsidietrap 1: minstens 10 uur per dag ononderbroken open is tussen 6 uur en 20 uur;
voor initiatieven subsidietrap 2: minstens 11 uur ononderbroken open is tussen 6 uur en 20 uur en tarieven hanteert volgens inkomenstarief (IKT);
en:
o kinderen opvangt van 0 tot 3 jaar en openstaat voor zowel baby’s als peuters.
• De aanvrager van de financiële ondersteuning: het organiserend bestuur van de opvang
waarover de aanvraag gaat. Het bestuur duidt aan wie de aanvraag voor financiële ondersteuning indient.
• Vergunning: de vergunning “kinderopvang voor baby’s en peuters” die een initiatief nodig heeft om kinderopvang te mogen inrichten overeenkomstig het decreet Kinderopvang en dewelke wordt uitgereikt door Kind en Gezin.
• Kindplaatsen: het aantal kindplaatsen vermeld op de vergunning van Kind en Gezin.
• Gesubsidieerde kindplaatsen: het aantal kindplaatsen waarvoor de organisator subsidies niveau trap 2B ontvangt van Kind en Gezin. Deze kindplaatsen worden aangeboden aan een inkomensgerelateerde prijs.
• Nieuwe kindplaatsen: kindplaatsen ingericht in een nieuw initiatief of bijkomende kindplaatsen ingericht in een bestaand initiatief.
• Het Decreet kinderopvang: het decreet van 20 april 2012 houdende de organisatie van kinderopvang van baby’s en peuters.
• Subsidiebesluit Kinderopvang: het Besluit van de Vlaamse Regering van 22 november 2013 houdende de subsidies en de eraan gekoppelde voorwaarden voor de realisatie van specifieke dienstverlening door gezinsopvang en groepsopvang van baby’s en peuters.
• Opstartdatum: de datum die Kind en Gezin registreert als startdatum van de kinderopvang.
• Trappen 0, 1, 2, 3: het niveau van de subsidies van Kind en Gezin. De trap geeft de soort en de hoeveelheid subsidies aan die het initiatief ontvangt van Kind en Gezin.
o Trap 0 : ontvangt noch basissubsidie, noch subsidie voor inkomenstarief noch plussubsidie van Kind en Gezin.
o Trap 1 : ontvangt enkel basissubsidie
o Trap 2B: ontvangt basissubsidie, en subsidie voor inkomenstarief van het laagste subsidieniveau
o Trap 2A: ontvangt basissubsidie, en subsidie voor inkomenstarief van het hoogste subsidieniveau
o Trap 3 : ontvangt basissubsidie, subsidie voor inkomenstarief en plussubsidie
Trap 3
Trap 2
Trap 1
Trap 0
Basissubsidie
Basissubsidie
Basissubsidie
Subsidie voor
inkomenstarief
Subsidie voor
inkomenstarief
Plussubsidie
1
• Presubsidiëring: het subsidiëren door de stad Antwerpen van kindplaatsen aan subsidieniveau trap 2B of trap 2A in afwachting van subsidiëring van deze kindplaatsen door Kind en Gezin.
• Gemandateerde persoon of entiteit voor debiteurenbeheer : persoon of entiteit belast met de minnelijke invordering van schulden zoals gedefinieerd in de wet van 20 december 2002 betreffende de minnelijke invordering van schulden van de consument die is ingeschreven bij de kruispuntbank van ondernemingen, en voldoet aan de regelgeving vervat in de wet van 20 december 2002 betreffende de minnelijke invordering van schulden van de consument.
• Ondernemersorganisatie/beroepsvereniging: een vakorganisatie die de belangen van de aangesloten leden behartigt.
• Erkend sociaal secretariaat: een dienstverlener die advies verstrekt rond personeelswetgeving, de personeelsadministratie verzorgt met betrekking tot het tewerkstellen van personeel en alle sociale en fiscale formaliteiten vervult.
• Werken met personeel: het bestaan van een hiërarchische werkrelatie tussen enerzijds de werkgever en anderzijds de werknemer(s). Samenwerken met meerdere personen waarbij de hiërarchische relatie ontbreekt, wordt niet beschouwd als werken met personeel.
• Schoolvakantie: de herfstvakantie, kerstvakantie, krokusvakantie, paasvakantie en zomervakantie zoals bepaald door de Vlaamse Overheid.
• Buitenschoolse kinderopvang: opvang van schoolgaande kinderen buiten de school en buiten de schooluren
• Opvangplan: het overzicht waarin wordt afgesproken tussen ouder en kinderopvang, wanneer het kind naar de opvanglocatie zal komen.
• Kinderopvangtoeslag: een toelage (de zgn. participatietoeslag) die deel uitmaakt van het groeipakket waar de Vlaamse overheid een vast bedrag toekent (deel uitmakend van de kinderbijslag) per gepresteerde opvangdag aan ouders waarvan hun baby of peuter wordt opgevangen bij een gezins- of groepsopvang trap 0/1 zoals bepaald in het decreet tot regeling van de toelagen in het kader van het gezinsbeleid (27 april 2018)
Artikel 2. DOEL VAN DIT REGLEMENT
De stad Antwerpen streeft naar het dekken van de reële nood voor kindplaatsen voor kinderen van 0 tot 3 jaar.
Dit reglement heeft tot doel de groeps- en gezinsopvang voor 0 tot 3-jarigen zowel kwantitatief als kwalitatief te stimuleren door middel van financiële ondersteuning.
Artikel 3. WIE KOMT IN AANMERKING ?
• Reguliere kinderopvang initiatieven:
Voor groepsopvang trap 0 en 1
▪ Kinderopvangtoelage
Voor groeps- en gezinsopvang trap 0, 1 en 2b
▪ Presubsidiëring;
▪ Ondernemerstoelage
Voor gezinsopvang trap 0, 1, 2a en 2b
▪ Kwaliteitstoelage
• beschikken over een vergunning van Kind en Gezin;
• De werking van de (toekomstige) opvang mag niet strijdig zijn met:
• de vergunning van Kind en Gezin
• het Decreet Kinderopvang
• het Subsidiebesluit Kinderopvang
• gevestigd zijn op het grondgebied van de stad Antwerpen;
• openstaan voor alle kinderen 0 tot 3 jaar.
• Het aanvaarden van een toelage impliceert een bereidheid tot samenwerken met de stad Antwerpen. Dit houdt onder meer in :
• instappen in de kinderopvangzoeker en actief participeren. Dit houdt onder andere volgende zaken in: eigen webpagina onderhouden, vrije plaatsen publiceren, aanvragen ontvangen en behandelen;
• deelnemen aan het overleg georganiseerd door de dienst regie kinderopvang van de stad Antwerpen;
• xxxxxx aan dienst regie Kinderopvang indien er een negatief inspectieverslag is gekomen of het initiatief in handhaving is; melding maken van incidenten, waarbij politieoptreden noodzakelijk was;
• het opvolgen van nieuwsberichten en nieuwsbrieven waarmee de dienst regie kinderopvang de kinderopvangsector op de hoogte houdt.
• Voor de kinderopvangtoelage en de presubsidiëring, moet het betoelaagde kinderopvang initiatief minstens 1x per kwartaal deelnemen aan een relevante vorming rond kinderopvang 0 tot 3 jaar. Indien het gaat om een vorming georganiseerd door een andere organisatie dan de stad Antwerpen dient dit bewezen te worden met vormingsattest met vermelding van de datum;
• Enkel rechtspersonen en natuurlijke personen komen in aanmerking.
• Een kinderopvang georganiseerd door een bedrijf, voor haar werknemers, de zg ‘bedrijfscrèche’ , komt niet in aanmerking voor een betoelaging in het kader van dit reglement.
• De entiteiten van de groep stad Antwerpen of rechtsvormen waar één of meerdere van deze entiteiten deel van uitmaakt, komen niet in aanmerking voor betoelaging in het kader van dit reglement.
Artikel 4. OPHEFFINGSBEPALINGEN EN INWERKINGTREDING
Dit reglement heft de volgende reglementen op:
• het reglement voor de kinderopvangtoelage zoals goedgekeurd door de gemeenteraad van 30 maart 2015 (jaarnummer 145)
• het reglement voor het inkopen van occasionele kindplaatsen bij gezins- en groepsopvang trap 0/1, zoals goedgekeurd door de gemeenteraad op 15 december 2014 (jaarnummer 1037)
• het reglement presubsidiëring volgens inkomenstarief (trap 2B) zoals goedgekeurd door de gemeenteraad op 14 december 2015 (jaarnummer 679)
• voor wat betreft de ondernemerstoelage en de kwaliteitstoelage, het reglement voor opstart, brandcontrole, geluidsbeperkende maatregelen, ondernemerstoelage en kwaliteitstoelage zoals goedgekeurd door de gemeenteraad op 24 oktober 2016 (jaarnummer 690).
Dit reglement treedt in werking op 1 december 2018.
Artikel 5. JAARLIJKSE BUDGETTERING
De stad Antwerpen voorziet jaarlijks een budget. De aanvragen worden behandeld in volgorde van aanvraagdatum. De toelagen worden maar verstrekt in zoverre in hetzelfde jaar als de aanvraag nog budget beschikbaar is.
Voor de ondernemerstoelage zijn er echter per kalenderjaar twee afsluitdata voorzien: 30 april en 31 oktober. De aanvragen voor de ondernemerstoelage worden na de afsluitdatum verwerkt.
Artikel 6. EVALUATIE VAN DE BEDRAGEN VAN DE FINANCIËLE STEUN
De bedragen van de toelagen worden jaarlijks herbekeken in functie van beschikbare budgetten, evaluatie van kinderopvangbehoeften en actuele beleidsrichtlijnen van de stad Antwerpen.
Artikel 7. WETGEVING VAN TOEPASSING OP DIT REGLEMENT
1. Voor zover er in dit reglement niet van wordt afgeweken, de wet van 14 november 1983 over de controle en de aanwending van sommige toelagen;
2. voor zover er in dit reglement niet van wordt afgeweken, het algemeen reglement op de toelagen, goedgekeurd in de gemeenteraad van 18 december 2006, jaarnummer 2730 ;
3. het Decreet Kinderopvang en de bijhorende uitvoeringsbesluiten;
4. het besluit van de Vlaamse Regering van 22 november 2013 houdende de subsidies en de eraan gekoppelde voorwaarden voor de realisatie van specifieke dienstverlening door gezinsopvang en groepsopvang van baby’s en peuters.
Artikel 8. INTERPRETATIE VAN HET REGLEMENT
Het college van burgemeester en schepenen beslist over alle niet uitdrukkelijk in het reglement voorziene gevallen en kan afwijken van de voorwaarden vervat in dit reglement in zoverre er aan de algemene doelstelling van het reglement voldaan wordt.
Artikel 9. VRIJWARINGSCLAUSULE
Ieder die een toelage van de stad Antwerpen ontvangt of rechtstreeks of onrechtstreeks gebruik maakt van stedelijke infrastructuur, neemt het engagement op zich om op een constructieve manier mee te werken aan de opbouw van een stad waarin burgers zonder onderscheid, met respect voor elkaar, harmonieus samen leven. Uiteraard betekent dit de volstrekte naleving van de wetten van het Belgische volk en het Europees Verdrag ter bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden.
De toelage of infrastructuur aanwenden op een wijze die in strijd is met het engagement leidt steeds tot sancties zoals:
1. weigeren of terugvorderen van de gehele of een deel van de toelage;
2. éénzijdig beëindigen van de samenwerking;
3. verhuurverbod in alle stedelijke centra;
4. weigering logistieke ondersteuning.
De stad kan niet aansprakelijk worden gesteld voor de schade die geleden wordt naar aanleiding van de opgelegde sancties.
Artikel 10. BEVOEGDE RECHTBANK
Bij betwisting over de interpretatie en/of toepassing van dit reglement zijn de rechtbanken van Antwerpen, afdeling Antwerpen, bevoegd.
HOOFDSTUK 2: FINANCIELE ONDERSTEUNING - ALGEMEEN
AANVRAGEN FINANCIËLE ONDERSTEUNING
Artikel 11. COFINANCIERING
Cofinanciering in de betekenis van financiering door een andere overheid of een particulier is toegestaan in het kader van duurzaamheid en slaagkans van het initiatief.
Artikel 12. DUBBELE FINANCIERING
Voor dezelfde uitgaven financiële steun ontvangen van verschillende financieringsbronnen is niet toegestaan. Indien een gedeelte van de opvangprijs betoelaagd wordt door een andere overheid en/of particulier, mag de som van de toelagen en de prijs die de ouder betaalt, nooit hoger zijn dan de dagprijs van de opvang. Indien dit wel het geval is, zal de stad haar toelage overeenkomstig verminderen.
Artikel 13. DIGITALE AANVRAAG
De aanvraag gebeurt digitaal en kan enkel ingediend worden via xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx. Alle communicatie en opvolging gebeurt via dit platform.
Artikel 14. VORMVEREISTEN VOOR HET AANVRAGEN VAN DE TOELAGE
1. De aanvrager duidt aan voor welke toelage hij een verzoek indient, hij motiveert en omschrijft de reden waarvoor hij meent een beroep te kunnen doen op financiële steun.
2. De verplicht in te vullen gegevens omvatten:
0.0.xx identiteit, het adres, en het telefoonnummer van de aanvrager, en van het initiatief 2.2.indien de aanvrager een rechtspersoon is, de identiteit, het adres en het telefoonnummer van de contactpersoon
2.3 Kinderopvangtoelage en de presubsidiëring: voorkeursdatum voor het van start gaan van de financiële ondersteuning (ten vroegste datum van aanvraag).
2.4. informatie over de beheersvorm, de structuur, het doel en de werking van de organisatie;
2.5. IBAN-bankrekeningnummer.
3. Verplicht in te dienen documenten (afhankelijk van de aangevraagde toelage):
3.1. Voor alle toelages: kopie van de vergunning kinderopvang voor baby’s en peuters uitgereikt door Kind en Gezin;
3.2. kinderopvangtoelage: huishoudelijk reglement met vermelding van de opvangprijs en het model van de schriftelijke overeenkomst tussen de ouder/opvoeder en het kinderopvanginitiatief.
3.3. Ondernemerstoelage: gedetailleerde facturen en betalingsbewijzen en/of kassabons met de vermelding van het leveringsadres/adres.
4. Verplicht in te dienen gegevens en documenten (afhankelijk van de rechtsvorm van het initiatief):
4.1 Rechtspersoon:
4.1.1. een verwijzing naar de publicatiedatum van de geldende statuten in het Belgisch Staatsblad;
4.1.2. de identiteit, het adres en het telefoonnummer van de namens de rechtspersoon gemandateerde bestuurder, die de aanvraag ook ondertekent;
4.1.3. het laatst goedgekeurde jaarverslag, inclusief de balans, de resultatenrekening, de toelichting bij de rekeningen en het activiteitenverslag;
4.1.4. de laatst goedgekeurde begroting;
4.1.5. het btw-statuut.
4.2 Natuurlijk persoon:
4.2.1. de identiteit, het adres en het telefoonnummer van de aanvrager, die de aanvraag ondertekent en persoonlijk verantwoordelijk is voor de aanvraag en de verdere opvolging en verantwoording van de aanwending van de toelage;
4.2.2. boekhoudkundige stukken:
o Wie een enkelvoudige boekhouding voert: een volledig overzicht van de kosten en opbrengsten van het laatst afgesloten boekjaar en meest recente begroting.
o Wie een dubbele boekhouding voert: jaarrekening van het laatst afgesloten boekjaar en de meest recente begroting.
Zolang de kinderopvang een toelage op basis van dit reglement ontvangt dient zij, afhankelijk van haar rechtsvorm, elk jaar volgende stukken aan te leveren :
o het laatst goedgekeurde jaarverslag, inclusief de balans, de resultatenrekening, de toelichting bij de rekeningen en het activiteitenverslag;
o de laatst goedgekeurde begroting
o Wie een enkelvoudige boekhouding voert: een volledig overzicht van de kosten en opbrengsten van het laatst afgesloten boekjaar en meest recente begroting.
o Wie een dubbele boekhouding voert: jaarrekening van het laatst afgesloten boekjaar en de meest recente begroting
5. Zolang de kinderopvang een toelage op basis van dit reglement ontvangt, brengt zij de stad onmiddellijk op de hoogte indien één van de opgegeven gegevens wijzigt.
Artikel 15. TIJDIG INDIENEN VAN EEN AANVRAAG
De aanvrager dient volgende timing voor het indienen van de aanvraag te respecteren:
• Kinderopvangtoelage: ten vroegste zodra de aanvrager een vergunning heeft van Kind en Gezin.
• Presubsidiëring: Er kan enkel een aanvraag tot presubsidiëring ingediend worden na de lancering van een oproep. In deze oproep zal de indieningstermijn worden bepaald. Deze oproep wordt gelanceerd door de stad Antwerpen, of doordat de stad Antwerpen zich aansluit bij een oproep van Kind en Gezin.
• Ondernemerstoelage: ten vroegste bij de opstart van het kinderopvanginitiatief; ten laatste zes maanden na betaling van de factuur voor maatregelen zoals bepaald in artikel 50 en 53 waarvoor de ondernemerstoelage wordt aangevraagd. Voor de ondernemerstoelage zijn er echter per kalenderjaar twee afsluitdata voorzien: 30 april en 31 oktober. De aanvragen voor de ondernemerstoelage worden na de afsluitdatum verwerkt.
Artikel 16. EEN VOLLEDIGE AANVRAAG
1. Een aanvraagdossier is volledig indien het tijdig, digitaal en met alle gevraagde documenten is ingediend. Indien het dossier onvolledig is, verwittigt de stad Antwerpen de aanvrager per email. Het dossier moet binnen de maand na de verwittiging door de stad Antwerpen vervolledigd worden.
Kinderopvangtoelage: De aanvrager kan uitstel aanvragen van maximum 1 maand voor het indienen van ontbrekende bewijsstukken, met een duidelijke motivatie. De stad kan in dit geval de aanvraag inhoudelijk onderzoeken en beslissen om de aanvraag voor financiële ondersteuning toch al voor te leggen aan het college van burgemeester en schepenen.
2. Zodra het dossier volledig is, krijgt de aanvrager een bevestiging van volledigheid op datum, en gaat de administratie van de stad Antwerpen over tot inhoudelijk onderzoek van de aanvraag.
ADMINISTRATIEF ONDERZOEK EN BESLISSING
Artikel 17. ONDERZOEK en BESLISSING
1. Het college van burgemeester en schepenen beslist binnen de drie maanden na bevestiging van volledigheid van de aanvraag over de toekenning of afwijzing van de vraag om financiële steun
2. De stad Antwerpen brengt de aanvrager en, in geval van presubsidiering van opvang volgens inkomenstarief (trap 2B), Kind en Gezin, op de hoogte van deze beslissing.
CONTROLE
Artikel 18. CONTROLEBEREIDHEID OP DE AANWENDING VAN DE TOELAGE
Elke aanvrager moet de controle van de stad Antwerpen op het gebruik van de toelage aanvaarden. De stad Antwerpen heeft daarom het recht om, ook achteraf, bijkomende inlichtingen of documenten op te vragen bij het opvanginitiatief en/of ter plaatse te controleren.
De gezins- of groepsopvang houdt een overzicht bij van de bankafschriften, per maand gegroepeerd, met enkel de verrichtingen van de ouders/opvoeders die gebruik maken van de kinderopvangtoelage.
Elke aanvrager moet de controles van Kind en Gezin en haar toezichthouders aanvaarden.
Artikel 19. INTREKKEN VAN DE TOELAGE(S) EN ONMIDDELLIJKE TERUGVORDERING
1. De stad Antwerpen zal de betoelaging/presubsidie stopzetten en/of de uitbetaalde middelen geheel of gedeeltelijk terugvorderen, indien de aanwending in strijd is met dit reglement. Al naargelang de ernst van een eventuele misbruik of fraude, kan het college beslissen om de kinderopvang (en/of de ouder)tijdelijk of definitief te schorsen van elke aanvraag van een toelage op basis van dit reglement. Dit geldt ook indien pas achteraf blijkt dat de criteria en/of de voorwaarden vervat in dit reglement niet worden nageleefd.
Dit is onder meer het geval in volgende situaties:
1.1. bewijsstukken van betaling en facturen worden niet tijdig aangeleverd
1.2. bedragen worden niet aangewend waarvoor ze werden aangevraagd;
1.3. substantiële informatie wordt fout aangeleverd om op die manier te voldoen aan de criteria en/of voorwaarden van dit reglement;
1.4. de middelen worden aangewend voor een vestiging xxxxxx xx xxxx Xxxxxxxxx;
1.5. de kinderopvang weigert controles en/of controlestukken aan te leveren;
2. De stad Antwerpen kan in volgende gevallen de toelage(s) onmiddellijk en integraal of gedeeltelijk terugvorderen:
2.1. als het initiatief binnen de twee jaar na het ontvangen van de toelage de vestiging sluit;
2.3. bij overname binnen de twee jaar na het ontvangen van toelage;
2.4. als het initiatief binnen de twee jaar minder plaatsen ingericht heeft dan aangevraagd. Tenzij de aanvrager overtuigend kan aantonen dat dit gebeurde buiten de wil van de organisator.
HOOFDSTUK 3: KINDEROPVANGTOELAGE (VOOR GROEPSOPVANG TRAP 0 EN 1)
Artikel 20. DOEL
Ondanks het feit dat er een tekort is aan kinderopvang, zijn niet alle plaatsen bij niet-inkomensgerelateerde groepsopvang ingevuld.
Om maximaal gebruik te kunnen maken van deze plaatsen en om de opstart van nieuwe plaatsen te ondersteunen, wil de stad Antwerpen deze opvang betaalbaar maken voor een grotere groep ouders. Dit gebeurt door tussenkomst in de factuur die de opvang aan de ouders aanrekent.
Artikel 21. WIE VRAAGT DE TOELAGE AAN EN WELKE OPGEVANGEN KINDEREN KOMEN IN AANMERKING
De aanvraag voor de toelage gebeurt door de groepsopvang. Binnen deze opvang komen in aanmerking voor de toelage: kinderen van ouders die aan de volgende voorwaarden voldoen:
1. Minstens één van de ouders van het opgevangen kind is gedomicilieerd in de stad Antwerpen.
Indien het kind hoofdzakelijk verblijft bij een andere opvoeder dan de ouders, kan de toelage verstrekt worden indien:
1.1. deze opvoeder gedomicilieerd is in de stad Antwerpen en
1.2. het kind er verblijft omwille van een beslissing van het comité bijzondere jeugdzorg of de jeugdrechtbank of er een procedure is opgestart om een dergelijke beslissing te bekomen
2. De ouder heeft een schriftelijke overeenkomst met de groepsopvang voor de opvang van het kind. Deze schriftelijke overeenkomst bevat onder meer een opvangplan.
3. Enkel opvang voor kinderen van 0 tot 3 jaar tot de dag dat ze naar school gaan, komt in aanmerking voor de kinderopvangtoelage. Daarnaast kan ook voor de opvang voor kinderen jonger dan 5 jaar een kinderopvangtoelage worden aangevraagd indien deze kinderen worden opgevangen in een groepsopvang die - naast reguliere kinderopvang 0-3 jaar- , ook buitenschoolse kinderopvang aanbiedt tijdens de schoolvakanties. De toelage kan enkel worden verkregen voor kinderen die, voor ze naar school gingen, door dezelfde groepsopvang werden opgevangen, enkel in de schoolvakanties, en dit zolang de kinderen jonger zijn dan 5 jaar.
Artikel 22. WELKE GROEPSOPVANG KOMT IN AANMERKING
1. De groepsopvang moet aan al de volgende voorwaarden voldoen:
1.1. ten hoogste subsidies trap 1 ontvangen;
1.2. Enkel opvang van maandag tot en met vrijdag en tussen 6 uur en 20 uur, komt in aanmerking voor de kinderopvangtoelage.
1.3. Groepsopvang die naast reguliere kinderopvang 0-3 jaar, ook buitenschoolse kinderopvang aanbiedt tijdens de schoolvakanties, kan de kinderopvangtoelage krijgen voor kinderen die voor ze naar school gingen, door hen werden opgevangen, en dit zolang ze jonger zijn dan 5 jaar.
2. Bijkomende voorwaarden waaraan de groepsopvang moet voldoen bij aanvang en tijdens de looptijd van de toelage :
2.5. de bepalingen in verband met de praktische uitvoering worden opgenomen in het huishoudelijk reglement en de schriftelijke overeenkomst met de ouders;
2.6. de groepsopvang werkt met een vaste maandprijs, aangevuld met een vaste dagprijs indien het kind meer dagen wordt opgevangen dan aangegeven in het opvangplan. Deze dagprijs komt niet noodzakelijk overeen met de dagprijs waarop de toelage berekend wordt;
2.7. in de maandprijs zijn alle kosten die het kinderdagverblijf factureert aan de ouders opgenomen, zoals bijvoorbeeld luiers, voeding, verzorgingsproducten;
2.8. de betalingen van de ouder aan de groepsopvang gebeuren via overschrijving;
2.9. indien de groepsopvang haar dagprijs opslaat, mag die opslag hoogstens 1 euro per voltijdse dag per kalenderjaar bedragen, voor zover de 32 euro niet wordt overschreden.
2.10. telkens de Vlaamse overheid een uitbreidingsronde organiseert, moet de kinderopvang een aanvraag doen voor subsidies trap 2;
3. Komt niet in aanmerking:
Groepsopvang die meer dan 32 euro per dag per voltijds kind vraagt.
Artikel 23. ACTIES TE ONDERNEMEN DOOR DE OUDERS/OPVOEDERS
1.1. De ouder/opvoeder die gebruik maakt van een groepsopvang die de toelage aanvraagt, en die gebruik wil maken van de korting, dient zich éénmalig te registreren op het daartoe ontworpen platform.
Men kan zich registreren vóór men een schriftelijke overeenkomst tekent met de groepsopvang.
De verplicht in te vullen gegevens en documenten bij registratie omvatten:
1. naam, adres, telefoonnummer, emailadres en rijksregisternummer van de ouders of van de opvoeder waar het kind hoofdzakelijk verblijft
2. naam, geboortedatum en rijksregisternummer van het kind
3. startdatum van de opvang
4. het opvangplan voor het kind
De verplicht te bezorgen documenten zijn:
• kopie van het attest inkomenstarief, te bekomen via xxxxx://xxxx.xxxxxxxxxxx.xx, minstens geldig vanaf de startdatum van de opvang. Het attest inkomenstarief vervalt steeds op de laatste dag van het kalenderjaar. De ouder zorgt steeds dat de stad in het bezit is van een geldig attest inkomenstarief.
• als het kind niet verblijft bij de ouders: beslissing van de jeugdrechter of van het comité voor bijzondere jeugdzorg waaruit blijkt dat het kind hoofdzakelijk verblijft bij een andere opvoeder dan de ouders, of een bewijs dat de procedure voor een dergelijke beslissing is opgestart (bijvoorbeeld een PV).
De gegevens van de ouders zullen uitsluitend worden gebruikt voor het toepassen van het reglement van de kinderopvangtoelage van de stad Antwerpen, in hoofdzaak voor de berekening van het bedrag van de kinderopvangtoelage waarop deze recht heeft. Een aantal gegevens worden doorgegeven aan het kinderdagverblijf waarin de ouder is ingeschreven: naam en voornaam, adresgegevens, het attest inkomenstarief uitgereikt door Kind en Gezin en het gevraagde opvangplan. Tijdens de periode waarin de ouder de kinderopvangtoelage ontvangt, worden bijkomende gegevens verwerkt, zoals o.a. de startdatum en einddatum van opvang, naam en voornaam van het kind en wijzigingen in het opvangplan of tarief dat wordt betaalt in de opvang. De verwerking van deze gegevens is noodzakelijk indien de ouder de kinderopvangtoelage wenst te ontvangen.
Artikel 24. WIJZIGING BIJ DE GROEPSOPVANG OF BIJ DE OUDER/OPVOEDER
Elke wijziging die impact heeft op de toelage dient onmiddellijk te worden doorgegeven door de groepsopvang. Voorbeelden: aantal opvangplaatsen, wijziging opvangplan van een ouder, wijziging dagtarief of maandtarief, adreswijziging.
Artikel 25. BEREKENING VAN HET BEDRAG VAN DE TOELAGE
1. Per ouder wordt het bedrag van de toelage als volgt berekend:
1.1. het maandtarief van de groepsopvang wordt herleid naar een dagtarief volgens een door de stad gehanteerde vaste formule;
1.2. het dagtarief, van waaruit de bijpassing wordt berekend, bedraagt maximum 31 euro;
1.3. de kinderopvangtoeslag wordt afgetrokken van het berekende dagtarief.
1.4. het bedrag van de toelage is het verschil tussen het dagtarief waarvan de kinderopvangtoeslag werd afgetrokken en het bedrag dat de ouder zou betalen in de inkomensgerelateerde opvang, met een maximum van 14 euro per voltijdse dag per kind;
1.5. de toelage bedraagt maximum de helft van het maandtarief van de groepsopvang;
1.6. een ouder/opvoeder betaalt minstens het bedrag dat hij zou betalen in de inkomensgerelateerde opvang;
1.7. bij ouders die geen voltijdse opvang gebruiken, wordt de toelage in overeenstemming met het gebruik gebracht volgens de vaste formule;
1.8. Indien een kind meer dagen aanwezig is dan in het opvangplan voorzien is, wordt voor die dagen geen toelage betaald.
2. De som van de bedragen per groepsopvang wordt maandelijks berekend.
3. Indien het opvangplan van een kind tijdelijk of definitief wijzigt, moet de groepsopvang dit zo snel mogelijk doorgeven, zodat het bedrag van de toelage kan worden herberekend.
4. Indien de dagprijs opslaat (maximum 1 euro per kalenderjaar, voor zover de dag prijs niet boven de 32 euro ligt), geeft de opvang dit onmiddellijk door. De opslag wordt verrekend in het bedrag van de toelage.
Artikel 26. PROCEDURE VOOR UITBETALING VAN DE FINANCIËLE STEUN
1. De stad past iedere maand een deel bij van de ouderbijdrage die ouders betalen in de niet- inkomensgerelateerde groepsopvang. De ouders krijgen deze toelage in de vorm van een korting op de factuur. De stad betaalt deze korting rechtstreeks aan de groepsopvang.
De eerste uitbetaling gebeurt ten vroegste aan het begin van de eerstvolgende maand na toekenning van de toelage door het college van burgemeester en schepenen. Alle prestaties worden verrekend vanaf de startdatum vermeld op de aanvraag, of vanaf de datum dat de ouders zich daarna registreerden.
Wanneer ouders zich op een later tijdstip registreren dan de startdatum vermeld op de aanvraag van het kinderdagverblijf,
o geldt de startdatum van opvang indien voor die maand de kinderopvangtoelage nog niet werd uitbetaald.
o Werd de maand reeds afgesloten en de kinderopvangtoelage uitbetaald, dan kan de ouder genieten van de kinderopvangtoelage vanaf het begin van de eerstvolgende maand.
De volgende uitbetalingen gebeuren telkens ten vroegste in de eerste week van de maand die volgt op de prestaties.
2. Procedure: de groepsopvang registreert op het webplatform en dit voor het einde van elke maand de aanwezigheid van alle kinderen waarvoor het kinderopvangtoelage ontvangt. Indien een kind gestopt is met opvang, wordt dit steeds correct geregistreerd in het webplatform.
Indien de opvang van een kind start of eindigt op een ander moment dan de eerste of laatste werkdag van de maand, wordt de toelage voor die maand in verhouding gebracht.
Artikel 27. BEVOEGDHEID COLLEGE
Het college is bevoegd om de maximale dagprijs die een groepsopvang mag vragen om in aanmerking te komen voor de toelage, de toegestane prijsstijging en de uitvoeringsmodaliteiten te wijzigen.
Artikel 28. BEËINDIGING VAN DE TOELAGE
1. Indien het contract tussen de ouder en de groepsopvang wordt stopgezet, vervalt automatisch de toelage voor die ouder.
2. Indien de werking van een groepsopvang stopt, vervalt de toelage. De kinderopvangtoelage kan niet automatisch worden meegenomen naar een ander kinderdagverblijf van dezelfde eigenaar.
3. Bij overname van een groepsopvang dient de nieuwe eigenaar binnen de maand na de overname de toelage opnieuw aan te vragen. Als startdatum voor de toelage wordt de datum van de overname vermeld op het aanvraagdossier.
4. De uitbetaling van de toelage voor een bepaald kind stopt indien het kind deeltijds of voltijds naar school gaat. Indien het nadien tijdens een schoolvakantie terugkeert naar de opvang, kan de kinderopvangtoelage voor die periode terug geactiveerd worden tot het kind 5 jaar wordt.
HOOFDSTUK 4: PRESUBSIDIËRING VAN OPVANG VOLGENS INKOMENSTARIEF ( VOOR GROEPS- EN GEZINSOPVANG TRAP 0, 1 EN 2B)
Artikel 29. DOEL
De stad Antwerpen streeft naar toegankelijke en betaalbare kinderopvang. Er wordt ingezet op:
• de creatie van nieuwe kindplaatsen bij een bestaande of een nieuwe groepsopvang die wil
werken met opvang volgens inkomenstarief (trap 2B of trap 2A);
• de omschakeling van kindplaatsen binnen de opvang voor kinderen van 0-3 jaar met vaste prijs (trap 0 of 1) naar kindplaatsen volgens inkomenstarief (trap 2B of trap 2A) .
Artikel 30. SAMENWERKING MET KIND EN GEZIN
Kind en Gezin is, op basis van het decreet van 30 april 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Kind en Gezin, bevoegd voor het verlenen van subsidies aan de kinderopvang opdat deze opvang een prijs volgens inkomen kan hanteren.
Gelet op de hoge en dringende nood aan bijkomende opvangplaatsen in de stad Antwerpen en gelet op de budgettaire grenzen waarbinnen Kind en Gezin dient te opereren wil de stad Antwerpen voorzien in bijkomende financiële middelen voor de creatie van bijkomende opvangplaatsen volgens inkomenstarief (trap 2B of trap 2A) in de stad Antwerpen. Deze investering zal gebeuren in de vorm van een presubsidiëring van opvangplaatsen volgens inkomenstarief (trap 2B of trap 2A), in afwachting van een overname van de subsidiëring van deze plaatsen door Kind en Gezin.
Initiatieven die reeds een basissubsidie ontvangen voor opvang met vaste prijs (trap 1), komen enkel in aanmerking voor een presubsidiëring met betrekking tot de omschakeling van deze opvangplaatsen naar opvangplaatsen volgens inkomenstarief (trap 2B of trap 2A). Nieuwe initiatieven die opvang volgens inkomenstarief (trap 2B of trap 2A) willen organiseren kunnen eventueel in aanmerking komen voor een presubsidiëring van zowel de basissubsidie voor trap 1 als de bijkomende subsidie voor trap 2B of trap 2A. De presubsidiëring is tijdelijk.
De presubsidiëring kan toegekend worden tot eind 2019.
De presubsidiëring geeft op geen enkele wijze automatisch recht op overname van deze subsidiëring door Kind en Gezin.
Als de financiële middelen van de stad Antwerpen uitgeput zijn, eindigt de presubsidiëring. De stad Antwerpen sluit in het kader van dit reglement een convenant af met Kind en Gezin.
Artikel 31. OPROEP TOT INDIENEN VAN AANVRAGEN
Er kan enkel een aanvraag tot presubsidiëring ingediend worden na de lancering van een oproep. Deze oproep wordt gelanceerd door de stad Antwerpen, of doordat de stad Antwerpen zich aansluit bij een oproep van Kind en Gezin. Indien de stad Antwerpen zich aansluit bij de oproep georganiseerd door Kind en Gezin wordt dit expliciet vermeld, zowel aan Kind en Gezin, als aan de sector.
Deze oproep is niet periodiek vastgelegd. Er kunnen geen, één of meerdere oproepen plaatsvinden per jaar.
De modaliteiten (waaronder het niveau van de subsidies: trap 2B of trap 2A) kunnen verschillen en worden steeds beschreven in de oproep zelf.
In het geval Kind en Gezin de oproep lanceert, sluit de stad Antwerpen zich aan bij de modaliteiten zoals bepaald door Kind en Gezin.
Artikel 32. WIE KOMT IN AANMERKING ?
1. Alle initiatieven van kinderopvang die opvangplaatsen wensen in te richten volgens inkomenstarief.
2. Enkel groepsopvang komt in aanmerking voor presubsidiëring van nieuwe kindplaatsen.
Zowel gezinsopvang als groepsopvang komen in aanmerking voor presubsidiëring van de omschakeling van kindplaatsen binnen de opvang met vaste prijs (trap 0 of 1) naar kindplaatsen binnen de opvang volgens inkomenstarief (
3. Volgende kindplaatsen komen in aanmerkingen voor presubsidiëring:
1. OMSCHAKELING VAN BESTAANDE KINDPLAATSEN TRAP 0 OF 1 NAAR TRAP 2B OF TRAP 2A Bestaande (vergunde) kindplaatsen bij een opvang met vaste prijs (trap 0 of 1) komen in aanmerking voor een presubsidie in het kader van dit reglement indien de omschakeling naar het inkomensgerelateerd systeem gerealiseerd wordt binnen de drie maanden na de beslissing van het college van burgemeester en schepenen om de presubsidiëring toe te kennen.
2. NIEUWE KINDPLAATSEN BIJ EEN BESTAANDE GROEPSOPVANG (dat reeds trap 2B ontvangt) Nieuwe kindplaatsen binnen een bestaande groepsopvang volgens inkomenstarief (trap 2B) komen in aanmerking voor presubsidie in het kader van dit reglement, indien deze nieuwe kindplaatsen gerealiseerd worden binnen het jaar na de beslissing van het college van burgemeester en schepenen om de presubsidiëring toe te kennen Vergunde plaatsen zonder subsidiëring bij een bestaande groepsopvang met inkomenstarief worden eveneens als nieuwe plaatsen aanzien en komen in aanmerking voor presubsidie.
3. NIEUWE KINDPLAATSEN BINNEN EEN NIEUWE GROEPSOPVANG
Nieuwe kindplaatsen binnen een nieuwe groepsopvang volgens inkomenstarief komen in aanmerking voor een presubsidie in het kader van dit reglement indien deze nieuwe kindplaatsen gerealiseerd worden binnen het jaar na de beslissing van het college van burgemeester en schepenen om de presubsidiëring toe te kennen. De nieuwe inkomensgerelateerde groepsopvang dient tenminste 19 kindplaatsen te omvatten.
4. Tijdens de looptijd van de presubsidiëring voldoet de opvang aan volgende voorwaarden:
• Voldoen aan de voorwaarden voor de realisatie van specifieke dienstverlening, verbonden aan het subsidieniveau waaraan het initiatief gepresubsidieerd wordt, zoals vermeld in het Subsidiebesluit Kinderopvang.
• Alle controles van de stad Antwerpen en Kind en Gezin aanvaarden.
• Een aanvraag indienen voor een vergunning trap 2 (A en B) telkens Kind en Gezin een uitbreidingsronde organiseert.
Organisatoren van nieuwe opvanginitiatieven met meer dan 18 opvangplaatsen, of initiatieven die naar aanleiding van een uitbreiding van het aantal opvangplaatsen meer dan 18 opvangplaatsen hebben, zorgen ervoor dat de kinderbegeleiders in hun kinderopvang een werknemersstatuut hebben.
Artikel 33. AANVRAAG
1. In het geval dat Kind en Gezin de uitbreidingsronde organiseert en de stad Antwerpen zich hierbij aansluit verloopt de aanvraag volledig conform de vereisten zoals gedefinieerd door Kind en Gezin. Indien nodig kan de stad Antwerpen bijkomende informatie en stavingsstukken opvragen opdat de aanvraag ontvankelijk zou zijn. De stukken worden aangeleverd binnen de door de stad vooropgestelde termijn.
Voor presubsidie komen de aanvragen in aanmerking die in de actuele uitbreidingsronde niet aan bod kunnen komen door de grenzen van het budget van Kind en Gezin, hoewel ze wel beantwoorden aan de criteria voor deze uitbreiding.
De stad Antwerpen houdt rekening met de score van Kind en Gezin. Het college van burgemeester en schepen is bevoegd voor de uiteindelijke beslissing.
2. In het geval dat de stad Antwerpen de uitbreidingsronde organiseert verloopt de aanvraag digitaal en kan deze enkel ingediend worden via xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx.
Alle communicatie en opvolging gebeurt via dit platform.
Artikel 34. VORMVEREISTEN VOOR HET AANVRAGEN VAN PRESUBSIDIËRING, BIJ ORGANISATIE VAN DE UITBREIDINGSRONDE DOOR DE STAD ANTWERPEN
Verplicht in te dienen gegevens en documenten:
• Datum waarop de nieuwe kindplaatsen volgens inkomenstarief en/ of de omschakeling naar kindplaatsen volgens inkomenstarief zullen aangeboden worden.
• bij nieuwe groepsopvangplaatsen:
Omschrijving van het project, met onder meer informatie over locatie (met een bewijs van eigenaarschap of huurovereenkomst), aantal plaatsen en vooropgestelde timing (met beschrijving van werken/noodzakelijk te ondernemen stappen opdat de plaatsen kunnen gerealiseerd worden).
Artikel 35. TIJDIG INDIENEN VAN EEN AANVRAAG TOT PRESUBSIDIËRING
De termijn waarbinnen de aanvraag tot presubsidiëring kan ingediend worden, wordt in de oproep bepaald. Alleen tijdig en volledig ingediende dossiers zijn ontvankelijk.
Artikel 36. ADMINISTRATIEF ONDERZOEK
1. De aanvragen worden beoordeeld en tegenover elkaar afgewogen. Betoelaging wordt toegekend binnen de budgettaire mogelijkheden.
2. De verdeling van de beschikbare middelen verloopt in twee delen:
1. Maximaal 60 procent van de beschikbare middelen wordt verdeeld over de aanvragen voor de creatie van nieuwe kindplaatsen binnen de groepsopvang.
Enkel projecten te realiseren in de wijken van de tien hoogst gerangschikte clusters, zoals vastgelegd door het Lokaal Overleg Kinderopvang, komen in aanmerking. De aanvragen met een locatie in één van de overige clusters worden uitgesloten van de verdeling in dit eerste contingent bestemd voor nieuwe plaatsen.
2. Het overige percentage beschikbare middelen wordt verdeeld over aanvragen met betrekking tot de omschakeling van kindplaatsen binnen de opvang met vaste prijs (trap 0 of 1) naar kindplaatsen volgens inkomenstarief.
3. Bij afweging van de verschillende aanvragen vertrekt de stad Antwerpen vanuit de clustervolgorde zoals bepaald door het Lokaal Overleg Kinderopvang.
4. De stad Antwerpen wint steeds advies in bij Kind en Gezin.
5. Projecten gelegen in overschrijdingsgebied qua lucht- en geluidskwaliteit komen niet in aanmerking.
6. Mits expliciete goedkeuring van het college van burgemeester en schepenen kan er worden afgeweken van bovenstaande procedure.
Artikel 37. BEREKENING VAN HET BEDRAG VAN DE SUBSIDIE EN ADMINSTRATIEVE OPVOLGING
De volledige administratieve opvolging, inclusief de voorafgaande presubsidieberekening is ten laste van Kind en Gezin.
De administraties van Kind en Gezin en van de stad Antwerpen leggen samen de verdere administratieve modaliteiten vast.
Artikel 38. UITBETALING PRESUBSIDIE
Kind en Gezin berekent de presubsidie aan de hand van voorschotten per kwartaal en een saldoafrekening (uiterlijk op 1 april van het kalenderjaar volgend op het kalenderjaar in kwestie), conform het ministerieel besluit van 23 april 2014 tot uitvoering van het Subsidiebesluit Kinderopvang. Kind en Gezin informeert de stad over de te betalen presubsidiebedragen.
De administraties van Kind en Gezin en van de stad Antwerpen leggen samen de verdere modaliteiten vast.
Artikel 39. OVERNAME DOOR KIND EN GEZIN
Kind en Gezin neemt de subsidiëring voorzien in dit reglement over voor zover en van zodra dit mogelijk is binnen de grenzen van de programmatie van Kind en Gezin en binnen de grenzen van haar beschikbare budget voor de uitbreiding van het aantal inkomensgerelateerde kindplaatsen op het grondgebied van de stad Antwerpen. Alle aanvragen van de verschillenden initiatiefnemers worden hierbij op gelijke wijze beoordeeld.
ARTIKEL 40. BEËINDIGEN VAN DE SUBSIDIE
1. Indien Kind en Gezin de subsidiering van de kindplaatsen overneemt, vervalt automatisch de presubsidie toegekend op basis van dit reglement.
2. Indien de kinderopvang haar activiteiten stopzet, vervalt de presubsidie toegekend op basis van dit reglement.
3. Een overname van de kinderopvang door een andere exploitant heeft geen automatische overdracht van de presubsidie tot gevolg. De beslissing tot overdracht van de presubsidiëring ligt bij de stad Antwerpen. De stad Antwerpen wint advies in bij Kind en Gezin.
4. Het aflopen van de convenant tussen de stad Antwerpen en Kind en Gezin, betekent niet automatisch het stopzetten van de presubsidiëring.
HOOFDSTUK 5: ONDERNEMERSTOELAGE (VOOR GROEPS- EN GEZINSOPVANG TRAP 0, 1 EN 2B)
Artikel 41. DOEL
Deze toelage is bedoeld om kinderopvanginitiatieven te ondersteunen in de professionalisering van hun ondernemerschap en hen te versterken in hun rol van manager en dit zowel op het vlak van organisatorisch, financieel, klanten- als personeelsmanagement, waarbij ze zich professioneel kunnen laten bijstaan.
Artikel 42. BEDRAG
Het bedrag van de toelage bedraagt maximum 150 euro per kalenderjaar en per organisator kinderopvang en mag de reëel betaalde kostprijs niet overstijgen.
Artikel 43. WIE KOMT IN AANMERKING?
Dit reglement is van toepassing op de groeps- en gezinsopvang (trap 0, 1 en 2b) mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
1. Indien het kinderopvanginitiatief werkt met personeel moet het personeel in loondienst werken.
2. Indien de aanvraag voor toelage betrekking heeft op debiteurenbeheer:
2.1. dient het huishoudelijk reglement van het kinderopvanginitiatief de te ondernemen stappen bij laattijdige of niet betalen van de factuur te vermelden.
2.2. dient het kinderopvanginitiatief een effectief preventiebeleid inzake debiteurenbeheerbeleid te hanteren en dit op te nemen in het huishoudelijk reglement.
Artikel 44. WAARVOOR MAG DEZE TOELAGE AANGEWEND WORDEN?
De toelage wordt enkel toegekend voor gemaakte managementkosten in verband met de professionalisering van het ondernemerschap zoals bedoeld in artikel 50.
1. Met betrekking tot het organisatorisch management door aansluiting bij een ondernemersorganisatie
/beroepsvereniging via lidmaatschap:
Enkel facturen van een ondernemersorganisatie/beroepsvereniging inzake kinderopvang komen in aanmerking. Hierbij geldt:
1.1. De facturen en betalingsbewijzen van lidmaatschap dienen betrekking te hebben op het kinderopvanginitiatief dat de aanvraag indient.
2. Met betrekking tot het financieel management:
Enkel facturen van een erkende boekhouder en/of accountant komen in aanmerking. Hierbij geldt:
2.1. De facturen en betalingsbewijzen voor geleverde diensten dienen betrekking te hebben op het kinderopvanginitiatief dat de aanvraag indient.
2.2. De facturen vermelden de geleverde diensten.
3. Met betrekking tot het personeelsmanagement:
Enkel facturen van een erkend sociaal secretariaat komen in aanmerking. Hierbij geldt:
3.1. De facturen en betalingsbewijzen voor geleverde diensten dienen betrekking te hebben op het kinderopvanginitiatief dat de aanvraag indient.
3.2. De facturen vermelden de geleverde diensten.
4. Met betrekking tot het klantenmanagement:
Enkel facturen van een gemandateerde organisatie en/of entiteit omtrent debiteurenbeheer komen in aanmerking. Hierbij geldt:
4.1. De facturen en betalingsbewijzen voor geleverde diensten dienen betrekking te hebben op het kinderopvanginitiatief dat de aanvraag indient.
4.2. De facturen vermelden de geleverde diensten.
5. Met betrekking tot de opleiding ‘organisatorisch beheer in de kinderopvang’: Enkel facturen van een erkend opleidingscentrum komen in aanmerking. Hierbij geldt:
5.1. De facturen en betalingsbewijzen voor de inschrijving van deze opleiding dienen betrekking te hebben op het kinderopvanginitiatief dat de aanvraag indient.
HOOFDSTUK 6 : KWALITEITSTOELAGE VOOR DE GEZINSOPVANG
(VOOR GEZINSOPVANG TRAP 0, 1, 2A en 2B)
Artikel 45. DOEL
De toelage biedt een financiële ondersteuning aan de gezinsopvang initiatieven die samen met de stad Antwerpen werken aan kwaliteitsvolle kinderopvang.
Door middel van de kwaliteitstoelage zet de stad Antwerpen in op de verhoging van de kwaliteit bij de gezinsopvang. Er wordt gekozen voor een jaarlijkse thematische aanpak.
Artikel 46. BEDRAG
De toelage bedraagt 200 euro per gezinsopvang initiatief.
In het geval van samenwerkende kinderbegeleiders aangesloten bij een dienst voor gezinsopvang, bedraagt de toelage 200 euro per kinderbegeleider.
Artikel 47. WIE KOMT IN AANMERKING?
1. Gezinsopvang zonder subsidies of met subsidies trap 1 of trap 2A of 2B;
2. Samenwerkende kindbegeleiders aangesloten bij een dienst voor gezinsopvang komen eveneens in aanmerking voor de kwaliteitstoelage gezinsopvang;
3. De kwaliteitstoelage kan enkel verkregen worden éénmaal per jaar, voor het succesvol participeren in datzelfde kalenderjaar van een vormingsmoment door de stad Antwerpen of in samenwerking met de stad Antwerpen hiertoe georganiseerd.
Artikel 48. WAARVOOR MOGEN DEZE FINANCIËLE MIDDELEN AANGEWEND WORDEN?
De toelage wordt bedeeld in de vorm van een aankoopcheque. Met deze aankoopcheque kan de gezinsopvang materiaal noodzakelijk voor de opvang van kinderen aankopen, met nadruk op pedagogisch en taal ondersteunend spelmateriaal.
De aanvrager kan zijn aankopen kiezen uit een productenlijst, samengesteld door de stad Antwerpen met het oog op duurzaamheid en kwaliteit in de kinderopvang.
Artikel 49. VORMVEREISTEN VAN DE AANVRAAG
De gezinsopvang schrijft zich in voor één of meerdere vormingen georganiseerd door -of in samenwerking met- de stad Antwerpen voor de verhoging van de kwaliteit van de gezinsopvang in Antwerpen.
De gezinsopvang dient geen extra aanvraag tot verkrijgen van de kwaliteitstoelage in te dienen. Een inschrijving in een vormingsmoment, impliceert het aanvragen van de kwaliteitstoelage.
Indien nodig werkt de stad Antwerpen samen met de dienst voor gezinsopvang waarbij de kinderbegeleider is aangesloten.
De modaliteiten voor het aanvragen van de toelage voor de gezinsopvang aangesloten bij een dienst voor gezinsopvang worden vastgelegd samen met de diensten voor gezinsopvang.
UITBETALING TOELAGE
Artikel 50. UITBETALING VAN DE TOELAGE
De aankoopcheque wordt voor het einde van het jaar waarin de vorming werd gevolgd, opgestuurd.