Participatiereglement
Participatiereglement
Energiecoöperatie Noorddijk U.A.
Versie 3.0
Inleiding
De Coöperatie geeft participaties uit om eigen vermogen te genereren zodat concrete projecten kunnen worden gerealiseerd ter bewerkstelliging van haar doelen. In dit reglement zijn nadere regels en voorwaarden vastgelegd voor participaties van leden in projecten en andere activiteiten van de Coöperatie. Dit reglement is een aanvulling op de statuten van de Coöperatie en op de participatieovereenkomsten die de Coöperatie met haar leden sluit. Het reglement maakt integraal onderdeel uit van elke participatieovereenkomst, tenzij in de participatieovereenkomst uitdrukkelijk anders is bepaald.
Artikel 1 – Definities
De onderstaande begrippen in de overeenkomsten en in dit reglement hebben uitsluitend de volgende betekenis:
Coöperatie de Energiecoöperatie Noorddijk U.A.;
Inleggeld Bedrag dat een lid bijdraagt in het vermogen van de Coöperatie in de vorm van één of meer participaties in projecten van de Coöperatie of in andere activiteiten van de Coöperatie;
Ledenrekening De rekening in de boekhouding van de Coöperatie voor het Lid, waarop het aandeel van een Lid in het kapitaal van de Coöperatie wordt bijgehouden door de Coöperatie;
Lid Een lid van de Coöperatie;
Lidmaatschap Alle rechten en verplichtingen van een lid van de Coöperatie, die voortvloeien uit de statuten en de reglementen van de Coöperatie;
Overeenkomst De participatieovereenkomst;
Partij(en) De Coöperatie of het Lid afzonderlijk en in het meervoud deze gezamenlijk;
Productie-installatie De installatie voor de opwekking van lokaal duurzame energie middels zonnepanelen en/of windmolens en/of waterkracht. In de participatieovereenkomst wordt de productie-installatie met naam en locatie gespecificeerd;
Productiejaar Een heel jaar te rekenen vanaf de datum van ingebruikstelling van de productie-installatie en de daarop volgende jaren vanaf diezelfde datum.
Artikel 2 – Inbreng
1. Een Lid kan aan meerdere projecten deelnemen en zal voor elk project waaraan het Lid deelneemt een inleg doen.
2. Voor iedere participatie is het Lid een (eenmalige) inbreng in geld aan de Coöperatie verschuldigd. Deze inbreng wordt aangewend voor de verwerving en de realisatie van de productie-installatie, alsmede de financiering van de activiteiten van de Coöperatie.
3. Het Lid zal de in de Overeenkomst omschreven inbreng binnen twee (2) weken na een verzoek daartoe van het bestuur van de Coöperatie, voldoen. De storting zal worden voldaan op het door de Coöperatie aangehouden rekeningnummer, ten name van Energiecoöperatie Noorddijk U.A. Dit
onder vermelding van de naam en het adres van de aansluiting. Pas na tijdig ontvangst van het volledige bedrag zijn de participaties door het Lid verkregen.
4. Wordt geen tijdige betaling ontvangen, dan vervalt de toekenning van rechtswege. Het bestuur kan bepalen dat het Lid alsnog een kans krijgt om participaties te verkrijgen of dat de participaties worden toegekend aan andere leden.
5. Als het Lid, naast de eenmalige inleg, ook een jaarlijkse contributie voor de participatie(s) verschuldigd is, zal het Lid deze jaarlijkse contributie via automatische incasso aan de Coöperatie voldoen.
Artikel 3 – Toerekening opgewekte elektriciteit
1. Dit artikel geldt voor de projecten die vóór 1 april 2021 tot stand zijn gekomen en vallen onder de Regeling Verlaagd Tarief (RVT), de ‘oude’ postcoderoosregeling. Dit betreft de projecten “Xxxxx Xxxx” (PPK), “Xxxxx Xxxxxx” (PRM) en “Xxxx Xxxxxxxx” (PRR). Alle latere projecten vallen onder de Subsidieregeling Collectieve Energieopwekking (SCE), de ‘nieuwe’ postcoderoosregeling.
2. De opgewekte elektriciteit van de productie-installatie wordt in het kader van de Regeling Verlaagd Tarief toegerekend door de Coöperatie aan de leden en geeft, indien is voldaan aan de wettelijk voorwaarden, recht op een energiebelastingkorting op de energienota van het betreffende lid.
3. De toerekening per lid vindt plaats door de in het betreffende productiejaar geproduceerde elektriciteit in kWh’s te delen door het totaal aantal participaties in de productie-installatie en deze vervolgens te vermenigvuldigen met het aantal door het Lid afgenomen participaties.
4. De Coöperatie verstrekt jaarlijks in de eerste helft van januari een opgave van de hoeveelheid opgewekte elektriciteit die over het voorgaande jaar aan het Lid kan worden toegerekend, als bedoeld in artikel 21b van het Uitvoeringsbesluit belastingen op milieugrondslag.
5. Mocht het Lid gedurende het productiejaar zijn lidmaatschap beëindigen, dan wordt de opgewekte elektriciteit over dat productiejaar toegerekend aan het Lid naar rato van het aantal maanden dat het lidmaatschap samenvalt met het productiejaar.
6. Bij de toerekening als bedoeld in het vijfde lid van dit artikel tellen alleen de maanden mee waarin het Lid de gehele maand lid was van de Coöperatie.
7. De opgewekte elektriciteit zal worden toegerekend aan de elektriciteitsaansluiting van het Lid die gekenmerkt wordt door een unieke EAN-code.
8. Het Lid geeft de Coöperatie toestemming om de voor de verrekening van de energiebelasting benodigde gegevens uit te wisselen met zijn energieleverancier.
9. Het Lid geeft elke wijziging van energieleverancier (overstap) onverwijld doch uiterlijk binnen dertig
(30) dagen na datum ingang nieuwe contract door aan het bestuur. De melding wordt schriftelijk of langs elektronische weg gedaan, met vermelding van de volledige gegevens van de nieuwe leverancier, inclusief datum ingang contract, EAN-code en klantnummer.
10. Indien de nieuwe leverancier Energie VanOns, Greenchoice of Essent is zal de Coöperatie zo spoedig mogelijk na ontvangst van het bericht van de wijziging een productieoverzicht sturen naar de oude leverancier met het verzoek de energiebelasting over de maanden tot aan de maand van wijziging te verrekenen met de eindnota of daarvoor een creditnota aan te maken.
11. In alle andere gevallen van een wijziging van energieleverancier zal de Coöperatie pas opgave doen bij de eerstvolgende jaarlijkse reguliere productieoverzichten in januari.
12. Bij een voorgenomen wijziging van energieleverancier is het Lid er zelf voor verantwoordelijk om vast te stellen of de beoogde nieuwe leverancier meewerkt aan de postcoderoosregeling.
13. De Coöperatie heeft een inspanningsverplichting om de productiegegevens tijdig bij de betreffende energieleverancier(s) aan te leveren. De Coöperatie is niet verantwoordelijk voor het verrekenen van de energiebelasting (teruggave).
Artikel 4 – Uitkering
1. Dit artikel heeft betrekking op projecten die gerealiseerd zijn onder de ‘nieuwe’ postcoderoosregeling (SCE).
2. Het maximum aantal participaties waarmee een lid kan deelnemen is veertig (40) stuks per project.
3. Elk project kent een minimum aantal deelnemers. Dit aantal wordt in de participatieovereenkomst gespecificeerd. Per adres kan slechts één (1) persoon aan een project deelnemen.
4. Als het minimum aantal deelnemers niet gehaald wordt, kan het bestuur van de Coöperatie besluiten het maximum aantal participaties per deelnemer per project te verlagen.
5. Voor elke participatie waarvoor het Lid het inleggeld voldaan heeft ontvangt het Lid jaarlijks een vergoeding van de Coöperatie gedurende de looptijd van het project.
6. De hoogte van de vergoeding in € en de looptijd van het project in jaren wordt in de participatieovereenkomst gespecificeerd. De eerste vervaldatum van de uitkering is één (1) jaar na de datum van oplevering van het project zoals genoemd in de participatieovereenkomst. Het bestuur kan de eerste en de laatste vergoeding over een deel van een jaar uitkeren om de uitkeringen gelijk te trekken met een boekjaar.
7. De uitkering wordt overgemaakt op de bankrekening van het Lid waar ook het inleggeld van is betaald, tenzij het Lid schriftelijk of langs elektronische weg heeft laten weten de vergoeding op een ander rekeningnummer - (mede) onder dezelfde naam als vermeld op de participatieovereenkomst
- te willen ontvangen.
Artikel 5 – Ledenrekening
1. De Coöperatie houdt in haar boekhouding voor het Lid een Ledenrekening aan.
2. Een Ledenrekening kan, evenals het lidmaatschap van de Coöperatie, niet worden overgedragen.
3. Als het Lid, om een van de redenen genoemd in Artikel 6, overweegt om participaties over te doen aan een ander lid, doet het Lid hiervan melding aan het bestuur, schriftelijk of langs elektronische weg. In de melding wordt het aantal over te dragen participaties, het bedrag van de overdracht alsmede de gegevens van het lid waaraan de participaties zullen worden overgedragen vermeld. Het bestuur toetst de voorgenomen overdracht aan de statuten en reglementen. De overdracht is eerst rechtsgeldig als van het bestuur bericht is ontvangen dat de overdracht van kapitaal in de Ledenrekening van de betreffende leden is verwerkt.
Artikel 6 – Beëindiging
1. De participatieovereenkomst eindigt met onmiddellijke ingang wanneer het Lid ophoudt lid van de Coöperatie te zijn, of anderszins niet meer voldoet aan de vereisten neergelegd in de Statuten en dit reglement. Alsdan vervalt de waarde van zijn Ledenrekening aan de Coöperatie, tenzij het Lid zijn participaties over laat nemen door een ander lid van de Coöperatie, tegen de dan geldende waarde.
2. Lid 3, 4 en 5 van dit artikel hebben alleen betrekking op participaties volgens de ‘oude’ postcoderoosregeling (RVT). In de ‘nieuwe’ postcoderoosregeling (SCE) zijn deze niet meer van toepassing.
3. Als het Lid verhuist en niet meer woont in het door de Belastingdienst aangewezen postcodegebied als bedoeld in artikel 47 lid 1 sub z van de Wet belastingen op milieugrondslag (Wbm) eindigt de participatieovereenkomst eveneens met onmiddellijke ingang. Het Lid biedt dan zijn participaties ter overname aan aan een ander lid van de Coöperatie, tegen de dan geldende waarde.
4. Als het elektriciteitsverbruik van het Lid daalt door besparingstoepassingen of andere oorzaken, kan het Lid het aantal participaties dat zijn nieuwe verbruik overstijgt ter overname aanbieden aan een ander lid van de Coöperatie, tegen de dan geldende waarde.
5. Mocht het Lid niet slagen in de in de in lid 3 en 4 bedoelde overname, dan zal de Coöperatie de participaties terugnemen tegen de dan geldende waarde volgens de Ledenrekening.
6. Bij overlijden van het Lid kunnen zijn nabestaanden verzoeken om de participatieovereenkomst te beëindigen en de waarde van de participaties teruggestort te krijgen tegen de geldende waarde van de participaties volgens de Xxxxxxxxxxxxx ten tijde van dit verzoek.
7. Als het Lid zijn (betalings)verplichtingen uit hoofde van de participatieovereenkomst niet nakomt, en hem een redelijke termijn is gegund om deze alsnog na te komen, is de Coöperatie bevoegd om de participatieovereenkomst met onmiddellijke ingang eenzijdig te beëindigen. Alsdan vervalt de waarde van de Ledenrekening aan de Coöperatie.
8. De kosten voor het terugstorten van het ledenkapitaal komen voor rekening van het Lid. De Coöperatie is bevoegd om deze kosten te verrekenen met de waarde van de participaties volgens de Ledenrekening.
Artikel 7 – Wijzigingen
De Coöperatie kan de Overeenkomst wijzigen of aanvullen als gewijzigde omstandigheden, economisch of wettelijk, daar aanleiding toe geven. Als het Lid niet instemt met de wijziging, kan deze zijn deelname beëindigen binnen één maand nadat dit besluit hem is meegedeeld. Zijn opzegging gaat onmiddellijk in waarna de Coöperatie de participaties van het Lid zal terugnemen tegen de geldende waarde per datum opzegging volgens de Ledenrekening.
Artikel 8 – Diversen
1. De ongeldigheid of nietigheid van enige bepaling van de Overeenkomst, tast de geldigheid van de overige bepalingen van de Overeenkomst niet aan. Partijen vervangen de ongeldige dan wel nietige bepaling door een bepaling waarvan de rechtsgevolgen, gelet op het doel en de strekking van de Overeenkomst, zo veel mogelijk overeenstemmen met die van de ongeldige of nietige bepaling.
2. Indien er strijd is tussen de Overeenkomst en de Statuten of dit reglement van de Coöperatie, gaan de Statuten en dit reglement vóór de Overeenkomst.
3. Op dit reglement en de Overeenkomst is Nederlands recht van toepassing. Alle geschillen die verband houden met de Overeenkomst zullen worden voorgelegd aan de bevoegde rechter te Groningen.
Aldus opgesteld door het bestuur van de Coöperatie op 2 juli 2018, gewijzigd op 12 november 2018 (versie 1.1), opnieuw gewijzigd op 28 oktober 2019 (versie 2.0) en aangepast aan de ‘nieuwe’ postcoderoosregeling (SCE) (versie 3.0) op 14 december 2021.
Conform artikel 22 van de Statuten van de Coöperatie vastgesteld door de Algemene Ledenvergadering op 23 mei 2022.
Handtekening voorzitter: Handtekening secretaris:
R.F. Xxxxxx T.H. Maas