Algemene onderaannemingsvoorwaarden
Algemene onderaannemingsvoorwaarden
Aannemingscontracten dienen uiterlijk 8 dagen na ontvangst gesigneerd te worden teruggezonden. Bij ontstentenis hiervan zal de inhoud en voorwaarden als aanvaard worden beschouwd. De start van de werken zal per definitie een aanvaarding van deze voorwaarden inhouden.
De specifieke voorwaarden van dit contract hebben, indien zij afwijken van deze algemene onderaannemingsvoorwaarden, voorrang.
Een eventuele onrechtmatige/nietige bepaling of deel ervan brengt niet de onrechtmatigheid/ nietigheid van de andere bepalingen met zich mee.
Artikel 1. Voorwerp van de onderaanneming
Het voorwerp van de onderaanneming wordt gespecifieerd aan de hand van de documenten en uitvoeringsplannen, technische bestekken en andere documenten waarnaar de overeenkomst verwijst.
Artikel 2. Uitvoeringstermijn
2.1 De onderaannemer verbindt er zich toe de door de aannemer vastgestelde aanvangsdatum en uitvoeringstermijn na te leven.
2.2 Indien de onderaannemer in gebreke blijft de werken van zijn aanneming te beëindigen binnen de overeengekomen termijn, is de onderaannemer gehouden de aannemer te vrijwaren voor boetes en schadevergoedingen, die hem worden opgelegd door de opdrachtgever.
Bovendien is de onderaannemer in dat geval van rechtswege en na aangetekende ingebrekestelling een vertragingsboete verschuldigd ten belope van 0,5% van het aannemingsbedrag per kalenderdag, met een maximum van 10% van de aannemingssom, behoudens het recht van de aannemer een hoger bedrag, gelijk aan de werkelijk geleden schade wegens vertraging der werken, te vorderen van de onderaannemer.
Artikel 3. Prijs – betalingsvoorwaarden
3.1 De overeengekomen prijs is vast en onherzienbaar voor de volledige duur van de werken. Elke vorm van herziening is verwerkt en geïntegreerd in de eenheidsprijzen. Deze vaste prijs omvat alle werkzaamheden, alsook de door de onderaannemer gedane kosten inzake aangewende materialen, materieel en gereedschappen, sociale lasten, reis- en onkostenvergoedingen en overige lasten, voor deze opdracht gedragen.
3.2 De werken zullen worden gefactureerd op basis van de door de aannemer goedgekeurde vorderingsstaten. Na goedkeuring van de vorderingsstaten door de projectleider kan de corresponderende factuur, die het projectnummer en vorderingsstaatnummer vermeldt, bij voorkeur elektronisch binnen de 8 werkdagen worden verstuurd naar de aannemer. De factuur dient vergezeld te zijn van de voor goedkeuring ondertekende vorderingsstaat en dient correct gedateerd te zijn. Elke factuur die niet voldoet aan bovenvermelde voorwaarden kan mogelijk niet binnen de voorgeschreven termijn betaald worden.
3.3 Alle tussentijdse betalingen door de aannemer worden als voorschotten beschouwd en deze houden geen aanvaarding in van de uitgevoerde werken.
3.4 De betaling van de facturen van de onderaannemer geschiedt binnen de zestig (60) dagen. In geval van contante betaling binnen acht kalenderdagen, zal er een korting van 2% in rekening worden gebracht. De termijn van 60 dagen begint te lopen na ontvangst van de factuur, voor zover de facturatie conform de vorderingsstaat gebeurde en niet het voorwerp uitmaakt van enig protest.
3.5 Eventuele boetes, minwaarden, schadevergoedingen,… die door de aannemer worden toegepast ten laste van de onderaannemer, zullen worden gecompenseerd op de aan de onderaannemer verschuldigde bedragen.
3.6 Een factuur die de aannemer toekomt meer dan 3 maanden na uitgifte van de vorderingsstaat, wordt niet meer aanvaard en alle rechten, voortvloeiend uit de inhoud van de corresponderende vorderingsstaat, zullen vervallen.
3.7 Indien de niet-Belgische onderaannemer geen Belgisch BTW-nummer met een aansprakelijke vertegenwoordiger bezit, zijn diens niet- Belgische sub-onderaannemers verplicht een Belgisch BTW-nummer aan te vragen teneinde Belgische BTW in rekening te kunnen brengen aan de onderaannemer, behoudens in geval van vergunning voor niet-registratie.
3.8 Alle administratieve voorschriften dienen vervuld te zijn alvorens tot betaling van een factuur kan worden overgegaan.
Artikel 4. Meer- en minwerken
4.1 Indien tijdens de uitvoering van de werken blijkt dat er meerwerken dienen te worden uitgevoerd, zal de onderaannemer er, vooraleer deze werken aan te vatten, de aannemer hiervan informeren. Slechts na schriftelijk akkoord of schriftelijke bevestiging van de aannemer mogen deze meerwerken worden uitgevoerd en worden verrekend op basis van een vooraf overeen te komen prijs.
4.2 Minwerken worden in overleg tussen aannemer en onderaannemer overeengekomen en verrekend op basis van de gebruikelijke leverings- en/of uitvoeringsprijzen.
4.3 De aannemer heeft het recht bepaalde werken of onderdelen niet te laten uitvoeren, of zelfs de volledige overeenkomst te annuleren, zonder dat de onderaannemer gerechtigd is op enige schadevergoeding of vergoeding voor winstderving.
Artikel 5. Aansprakelijkheid voor werken in onroerende staat
5.1 De onderaannemer verklaart door ondertekening van de aannemingsovereenkomst dat hij geen sociale of fiscale schulden heeft. De onderaannemer zal bij iedere factuur die hij aan de aannemer overmaakt het bewijs voegen dat hij geen sociale of fiscale schulden heeft.
5.2 De onderaannemer verbindt er zich toe om het bezitten van sociale en/of fiscale schulden onmiddellijk aan de aannemer te melden.
5.3 Ingeval de onderaannemer in België sociale en/of fiscale schulden heeft, is de aannemer, overeenkomstig art.30bis RSZ-wet en art. 402/403 WIB, verplicht bij elke betaling aan de onderaannemer 50% van het factuurbedrag (excl. BTW) in te houden en ten bedrage van 35% door te storten aan de Administratie van Financiën.
5.4 Indien de onderaannemer onjuiste of verkeerde inlichtingen over zijn sociale of fiscale schulden verstrekt, of indien hij een sociale of fiscale schuld heeft, is de aannemer gerechtigd om de overeenkomst zonder voorafgaande ingebrekestelling te ontbinden lastens de onderaannemer, zonder dat de onderaannemer gerechtigd is op enige schadevergoeding en onverminderd het recht van de aannemer om lastens de onderaannemer een schadevergoeding te vorderen.
Artikel 6. Verplichtingen inzake personeel en uitvoerder van de onderaannemer
6.1 De onderaannemer verbindt er zich toe om voor het leveren van de diensten beroep te doen op geschoolde uitvoerders die over de nodige competenties en vakkennis beschikken om de overeengekomen opdrachten uit te voeren binnen de overeengekomen termijn. De uitvoerders van de onderaannemer moeten de werkzaamheden met betrekking tot de verschillende opdrachten uitvoeren naar beste kennis en vermogen, rekening houdende met de toepasselijke reglementen en voorschriften. De onderaannemer verbindt zich ertoe de veiligheidsvoorschriften en het werfreglement die van toepassing zijn binnen de aannemer en op de betreffende werf strikt na te leven en te doen naleven door de uitvoerders waarop de onderaannemer een beroep doet (mandatarissen, agenten, personeel of zelfstandige medewerkers).
6.2 Iedere uitvoerder op de werf moet in het bezit zijn van de vereiste (sociale) documenten. Meer algemeen is de onderaannemer verantwoordelijk om alle wettelijke voorschriften te respecteren die van toepassing zijn op de specifieke opdrachten omschreven in deze overeenkomst en op de uitvoerders waarop de onderaannemer een beroep doet. Meer bepaald ziet de onderaannemer toe op het volgende:
- overeenkomst: iedere uitvoerder moet een schriftelijke overeenkomst hebben die hem bindt met de onderaannemer. De onderaannemer is verplicht op
eerste verzoek van de aannemer deze overeenkomst over te maken.
- identiteitskaart: iedere uitvoerder moet in het bezit zijn van een geldige identiteitskaart (of gelijkaardige)
- DIMONA of LIMOSA-melding: De onderaannemer verricht voor elke uitvoerder de vereiste DIMONA-melding (Belgische werknemers) of LIMOSA- melding (gedetacheerden) overeenkomstig de toepasselijke regelgeving. In ieder geval vrijwaart de onderaannemer de aannemer voor de gevolgen van de ontstentenis van de melding.
- formaliteiten in het geval van detachering: Indien de onderaannemer de uitvoerders detacheert, moet hij het nodige doen zodat de uitvoerders beschikken over een geldige A1 verklaring. Er geldt een verbod op de tewerkstelling van werknemers afkomstig van buiten de Europese Unie. Voor werkzaamheden van meer dan twaalf maanden via detachering, moet de onderaannemer een afschrift bezorgen aan de aannemer van het aangetekend schrijven aan de inspectie en toezicht op de sociale wetten betreffende de aanstelling van een natuurlijk persoon woonachtig in België, belast met het bijhouden en bewaren van de sociale documenten en van de aangifte aan het desbetreffende fonds voor bestaanszekerheid.
- bijkomende formaliteiten in het geval van zelfstandige uitvoerders: zelfstandige uitvoerders die eigenhandig de opdrachten uitvoeren, dienen bijkomend in het bezit te zijn van een kopie van de oprichtingsakte, een kopie van toewijzing registratie en kopie van toewijzing BTW-nummer. Uiterlijk 5 werkdagen voor aanvang der werken moet de onderaannemer een kopie van deze documenten overmaken aan de aannemer. De onderaannemer verbindt zich ertoe enkel een beroep te doen op zelfstandige uitvoerders, indien de werkzaamheden gelijk zijn aan de werkzaamheden die zij verrichten in het thuisland (dubbele gelijksoortigheid: sector en aard van de werkzaamheden).
- periodieke controle: de aannemer is gerechtigd om op elk moment volgens zijn discretionaire bevoegdheid een volledige controle te laten verrichten, desgevallend door externe instantie, van de (detacherings) documenten, de vereiste documenten opgesomd in deze overeenkomst, de geldigheid van de eventuele detachering, de naleving door de onderaannemer van alle wettelijke verplichtingen en dergelijke meer. Dit geschiedt ten laste van de aannemer. De uitvoerders van de onderaannemer moeten steeds de betreffende geldige A1 verklaringen, een Limosa melding, een medisch attest en de arbeidsovereenkomst of overeenkomst zelfstandige samenwerking en alle andere voorgeschreven documenten voor kunnen leggen op eerste verzoek. De uitvoerders die niet in het bezit zijn van deze documenten en alle overige documenten opgelegd door de toepasselijke regelgeving zullen, onverminderd de toezichtsplicht van de onderaannemer, door de aannemer onmiddellijk van de arbeidsplaats verwijderd worden. Indien de onderaannemer fouten ontdekt in documenten door de aannemer of door derden opgesteld, zal hij de aannemer hiervan op de hoogte stellen teneinde zo mogelijk deze fouten te corrigeren. Indien correctie onmogelijk blijkt, gelden de regels van het gemeen recht.
6.3 Het is de onderaannemer verboden om in uitvoering van deze overeenkomst een overeenkomst tot onderaanneming aan te gaan, onverminderd het beroep op zelfstandige uitvoerders dan na voorafgaand schriftelijk akkoord van de aannemer. De onderaannemer is verantwoordelijk voor de naleving van de toepasselijke wetgeving en de arbeidsreglementering ten opzichte van de werknemers waarop hij desgevallend een beroep doet voor een opdracht (detachering). Dit omvat, maar is niet beperkt tot:
- arbeidstijd en rusttijd: de arbeidsorganisatie dwz de normale grenzen van de arbeidsduur, de overuren, de zondagsarbeid, de nachtarbeid en de feestdagen;
- bedrag van het minimumloon: de minimale loonbarema’s vastgesteld in collectieve arbeidsovereenkomsten die bij koninklijk besluit algemeen verbindend zijn verklaard;
- gelijke behandeling: het principe van niet-discriminatie
- veiligheid, gezondheid en hygiëne op het werk
- naleving van alle bepalingen inzake detachering, inclusief het verzekeren van een voldoende tewerkstelling in de staat van herkomst;
- bijhouden van sociale documenten die de inspectiediensten toelaten controle uit te oefenen op de materies bedoeld bij de richtlijn 96/71/EG betreffende de detachering van werknemers
- …
Voor wat betreft gedetacheerde werknemers gelden de specifieke verplichtingen die voortvloeien uit het Europees recht: de Belgische arbeidsreglementering is zodoende in zoverre het Europees dit oplegt.
Indien de onderaannemer voor het uitvoeren van de werken op zijn beurt beroep doet op sub-onderaannemers, dient dit door de onderaannemer schriftelijk te worden gemeld aan de aannemer. Per onderaannemer moet er een verantwoordelijke aanwezig zijn op de werf.
Indien de onderaannemer buitenlandse werkkrachten aanwendt, dient door de onderaannemer van ieder die de werf betreedt 3 werkdagen voor aanvang van de werken de nodige documenten worden overgemaakt aan de aannemer.
De onderaannemer bevestigt dat hij zijn verplichting om tijdig het verschuldigde loon aan zijn werknemers te betalen naleeft en zal naleven. Hij doet die verplichting ook naleven aan zijn onderaannemers en door derden waarop hij een beroep doet.
De hoofdaannemer deelt aan de onderaannemer mee dat de nodige inlichtingen mbt het verschuldigde loon opgenomen zijn via xxx.xxxx.xxxxxx.xx (thema Sociaal overleg, minimumlonen en detachering, arbeidsvoorwaarden). De onderaannemer bevestigt de mededeling van de hoofdaannemer te hebben ontvangen met betrekking tot de internetsite waarop de inlichtingen betreffende het verschuldigde loon zijn opgenomen en ziet erop toe dat ook zijn onderaannemers of derden waarop hij een beroep doet, kennis nemen van deze internetsite.
6.4 De onderaannemer zal de goede uitvoering van de overeengekomen opdrachten verzekeren en in voorkomend geval instaan voor de naleving van de overeengekomen planning en uitvoerings-termijnen. Ingeval de onderaannemer de hem toevertrouwde opdrachten niet kan voort-zetten, zal hij de aannemer onmiddellijk op de hoogte brengen, zodat deze laatste de nodige maatregelen kan nemen, inclusief het aan een derde toevertrouwen van de betrokken opdrachten.
6.5 De leidinggevende of verantwoordelijke aangestelde van de onderaannemer moet het Nederlands machtig zijn, op de werf aanwezig zijn en de communicatie en coördinatie verzorgen tussen de aannemer, de onderaannemer en de werknemers van deze laatste. Mocht er geen leidinggevende of verantwoordelijke aangestelde van de onderaannemer aanwezig zijn op de werf zoals hiervoor bepaald, heeft de aannemer het recht de werken op te schorten.
6.6 Aanwezigheidsregistratie (checkinatwork): Indien de bij deze overeenkomst bedoelde werken onderworpen zijn aan de registratie van de aanwezigheden in toepassing van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, zorgt de onderaannemer ervoor dat elke persoon die in zijn opdracht de plaats betreedt waar de bij deze overeenkomst bedoelde werken worden uitgevoerd, wordt geregistreerd vooraleer deze plaats te betreden. Hij zorgt er ook voor dat de nodige gegevens die betrekking hebben op zijn onderneming daadwerkelijk en correct worden geregistreerd en worden doorgestuurd naar de gegevensbank van de RSZ.
Zoals bepaald door bovengenoemde wet, wijst de hoofdaannemer de onderaannemer op de bepalingen van artikel 16§1,3° en §2, 4° en §3 van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens.
Elke onderaannemer die na ontvangst van het voorafgaande en schriftelijk akkoord van de hoofdaannemer de uitvoering van een deel van of van het volledige in onderaanneming gegeven werk aan een derde toevertrouwt, zorgt ervoor dat de maatregelen die in de vorige alinea’s vermeld staan worden nageleefd door deze onderaannemer. Dit geldt voor alle niveaus van onderaanneming.
Registratiemodaliteiten:
1. De onderaannemer verbindt er zich toe een registratiewijze toe te passen die voldoet aan de waarborgen vastgesteld bij de voormelde wetgeving betreffende de registratie van de aanwezigheden en deze ter beschikking te stellen van of op te leggen aan de onderaannemers waarop hij op zijn beurt een beroep doet.
Dezelfde verplichting geldt op gelijkaardige wijze ook voor elke onderaannemer, ongeacht op welk niveau van onderaanneming hij zich bevindt. Modaliteit heeft steeds voorrang op modaliteit 2.
2. Indien de hoofdaannemer een registratie-systeem ter beschikking stelt op de werf, is de onderaannemer ertoe gehouden het registratiesysteem te
gebruiken en het ter beschikking te stellen van en op te leggen aan de onderaannemers waarop hij op zijn beurt een beroep doet. De hoofdaannemer informeert de onderaannemer over de soorten registratiemiddelen die op de plaats waar de werken worden uitgevoerd kunnen worden gebruikt. De onderaannemer staat zelf in voor de administratieve kosten die horen bij dit registratiesysteem voor zijn personeel en onderaannemers. Dit geldt ook voor eventuele sub-onderaanneming(en).
De onderaannemer is ertoe gehouden de hoofdaannemer te vergoeden voor alle mogelijke kosten en verliezen (inclusief de door de hoofdaannemer opgelopen boetes) als gevolg van de niet-naleving van de voormelde wetgeving.
6.7 Bij het niet-naleven ervan, is de aannemer wettelijk verplicht, zonder voorafgaande ingebrekestelling, de toegang tot de werf te weigeren en/of de betaling van de factuur uit te stellen tot gehele voltooiing. De aannemer behoudt zich het recht voor om, zonder voorafgaande ingebrekestelling, 100 EUR per inbreuk in te houden op de facturen, behoudens mogelijkheid een hoger bedrag in te houden indien de geleden schade voor de aannemer hoger is.
Artikel 7. Autoriteit en verantwoorde -lijkheid ten opzichte van de werknemers van de onderaannemer.
7.1 De autoriteit en verantwoordelijkheid ten opzichte van de uitvoerder(s)-werknemers behoren toe aan de onderaannemer. Een uitvoerder kan nooit onder gezag staan van de aannemer. De onderaannemer en de aannemer verbinden zich ertoe strikt de bepalingen van de wet van 27 juli 1987 na te leven. De aannemer is bijgevolg gerechtigd om de uitvoerders slechts richtlijnen mee te geven inzake de uitvoering van de opdrachten volgens de lijnen uiteengezet in deze overeenkomst. De aannemer zal daarentegen geen enkel werkgeversgezag uitoefenen ten aanzien van de uitvoerders. De dagelijkse leiding van het personeel (uitvoerder-werknemers) wordt uitgevoerd onder de eigen verantwoordelijkheid van de onderaannemer. De aannemer treedt enkel op als coördinator.
7.2 Het is de aannemer uitdrukkelijk verboden om zich te mengen inzake aangelegenheden die te maken hebben met de arbeidsvoorwaarden van de arbeiders van de onderaannemer.
7.3 In het kader van deze overeenkomst kan de aannemer evenwel volgende specifieke instructies geven aan de onderaannemer:
- correcties betreffende de uitvoering van de uitbestede opdracht indien de uitvoering ervan niet voldoet aan de kwaliteitsnormen die gelden binnen de opdracht
- de algemene organisatie van de bouwplaats en de eerbiediging van het werfreglement en de andere reglementen die gelden op de betreffende bouwwerf
- de dringende en voorlopige maatregelen die noodzakelijk zijn om schade aan het bouwwerk of delen van het bouwwerk in aanbouw te voorkomen.
De instructies worden desgevallend aangepast aan de reële uitvoering van het werk en worden schriftelijk bevestigd, echter zonder het werkgeversgezag van de onderaannemer te beïnvloeden.
Artikel 8. Overdracht en onderaanneming
8.1 Behoudens voorafgaand schriftelijk akkoord, is het de onderaannemer verboden huidige overeenkomst aan een derde over te dragen of geheel of gedeeltelijk door een derde te laten uitvoeren in onderaanneming. Het niet nakomen van dit verbod zal als een ernstige tekortkoming in hoofde van de onderaannemer worden beschouwd.
8.2 De onderaannemer die een beroep wenst te doen op een sub-onderaannemer of uitzendkracht, zal bij de aanvraag tot toestemming, te richten aan de aannemer, de volgende gegevens bijvoegen: de nodige identificatiegegevens van de sub-onderaannemer, een duidelijke omschrijving van de werf, de plaats en belangrijkheid van de werf van diens sub-onderaannemer.
8.3 Indien de aannemer schriftelijk instemt met een door de onderaannemer voorgestelde sub-onderaannemer, zal de onderaannemer er over waken dat de betrokken sub-onderaannemer alle wettelijke en reglementaire verplichtingen naleeft.
8.4 Tevens zal de onderaannemer er over waken dat de sub-onderaannemer geen sociale en/of fiscale schulden bezit. De onderaannemer is hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de fiscale en/of sociale schulden van en voor de lonen (al dan niet) betaald door zijn sub-onderaannemer.
8.5 De onderaannemer verbindt zich ertoe iedere sub-onderaannemer te melden aan de aannemer. De onderaannemer verklaart bekend te zijn met het gegeven dat de aannemer iedere onderaannemer en tevens sub-onderaannemer dient te melden bij de RSZ (unieke werfmelding).
8.6 Bij gebreke aan voorafgaande melding door de onderaannemer, zal de aannemer 10% van de waarde van de werken (excl. BTW) die niet tijdig werden gemeld, inhouden op de afrekening van de onderaannemer, tot de RSZ)boete volledig voldaan is.
8.7 Indien de onderaannemer niet of niet voorafgaandelijk meldt dat hij een beroep doet op een sub-onderaannemer, is de onderaannemer gehouden de aannemer te vergoeden voor de boetes, die desgevallend aan de aannemer worden opgelegd wegens niet)naleving van de verplichting tot melding aan de aannemer (art. 30bis RSZ-wet).
8.8 De onderaannemer wordt er uitdrukkelijk op gewezen dat hij in geen geval een beroep mag doen op een sub-onderaannemer of derde, voor wie op het ogenblik dat de overeenkomst wordt aangegaan, in de databank van de RSZ en de fiscus een vermelding staat dat hij sociale en/of fiscale schulden heeft en/of niet terbeschikkingstelling van werknemers en het welzijn en de veiligheid van de werknemers op het werk.
8.9 De onderaannemer is gehouden tot vrijwaring van de aannemer voor alle kosten, inhoudingen van rechtswege, vergoedingen, boetes, intresten,… die omwille van de niet-naleving van de bepalingen in dit artikel worden opgelegd aan of worden gevorderd van de aannemer. De aan de aannemer opgelegde of van de aannemer gevorderde bedragen zullen worden gecompenseerd met de nog aan de onderaannemer verschuldigde bedragen.
Artikel 9. Borgtocht
9.1 Tot waarborg van de goede uitvoering van zijn verplichtingen zal een inhouding gebeuren van 10% op de netto waarde der facturatie, welke als volgt wordt vrijgegeven:
- 50% bij de voorlopige oplevering
-50 procent bij de definitieve oplevering, met eventuele inhouding van de herstellingskosten voor gebreken, vergoeding voor diefstal, verlies, termijnoverschrijding, minwaarde en mingenot.
9.2 De borg kan gesteld worden door inhoudingen op facturen, hetzij in speciën op een geblokkeerde rekening, hetzij in publieke fondsen op een geblokkeerde rekening hetzij in de vorm van een gezamenlijke borgstelling, hetzij per bankwaarborg. De borg kan eveneens worden gesteld door een krediet-instelling of verzekeringsonderneming die voldoet aan de voorgeschreven voorschriften. Een bewijs van borgstelling dient binnen de 30 dagen vanaf ondertekening van de onderaannemingsovereenkomst afgeleverd te worden aan de aannemer. Bij ontstentenis hiervan zullen de bedragen automatisch ingehouden worden bij de betalingen van de aannemer aan de onderaannemer.
9.3 De onderaannemer voorziet een borgstelling/bankgarantie waarbij de vervaldatum van zijn garantie niet eerder is dan de datum van de definitieve oplevering. Indien de definitieve oplevering van de werf om welke reden ook uitgesteld wordt, dient de termijn van zijn bankgarantie over deze periode verlengd te worden, zonder enige nadelige kosten ten laste van de aannemer.
9.4 De bankwaarborg of inhoudingen worden vrijgegeven na eenvoudig schriftelijk verzoek vanwege de onderaannemer en voor zover aan alle voorwaarden hiertoe is voldaan.
Artikel 10. Buitengerechtelijke ontbinding
10.1 De aannemer is gerechtigd de overeenkomst te ontbinden, onder voorbehoud van al zijn rechten, ingeval:
- de onderaannemer een ernstige wanprestatie begaat
- de onderaannemer zijn verplichtingen, voortvloeiend uit onderhavige overeenkomst, niet naleeft, dan wel de regels van de kunst niet respecteert
- er sprake is van vereffening, faillissement of financiële onvermogendheid in welke zin dan ook van de onderaannemer
- de verplichtingen uit hoofde van fiscale of sociale verplichtingen niet worden nageleefd
De aannemer zal de onderaannemer schriftelijk in gebreke stellen om, voor zover als mogelijk, de nodige rechtzettingen te doen.
Indien de onderaannemer geen of onvoldoende gevolg geeft aan deze ingebrekestelling, heeft de aannemer het recht de werken te laten uitvoeren door derden, mits tegensprekelijke vaststelling van de staat der werken. Als tegensprekelijke vaststelling volstaat een overzicht van de aannemer, dan wel van ieder ander bevoegd persoon die hiertoe door partijen werd aangeduid.
10.2 In geval van ontbinding ten laste van de onderaannemer, is deze een schade-vergoeding verschuldigd ten belope van 20% van de totaal overeengekomen aannemings-som, behoudens indien de aannemer bewijst dat de werkelijke schade hoger ligt.
Artikel 11. Oplevering – controle der werken
11.1 De onderaannemer verbindt er zich toe, naarmate de werken vorderen, de door zijn personeel veroorzaakte verontreinigingen en achtergelaten afval zorgvuldig te doen verdwijnen van de werf. Het gebruik van containers voorzien door de aannemer is verboden, behoudens andersluidend schriftelijk akkoord tussen partijen. Indien de onderaannemer zonder akkoord gebruikmaakt van de containers, zal 2% van de waarde van onderaannemings-overeenkomst worden afgehouden van de factuur.
Indien de aannemer kan aantonen dat de kosten hoger liggen, kunnen de werkelijk gemaakte kosten verhaald worden op de onderaannemer.
11.2 De aannemer kan op elk ogenblik iedere niet-conforme uitvoering doen stopzetten of de materialen weigeren die niet in overeenstemming zijn met de voorgeschreven kwaliteit.
11.3 De inbezitneming van de door de onderaannemer uitgevoerde werken, hun aanwending, de afwezigheid van klachten gedurende een bepaalde tijd of de volledige betaling van de werken van de onderaannemer, kunnen niet worden ingeroepen als zijnde daden die gelden als stilzwijgende aanvaarding.
11.4 Wanneer de werken voltooid zijn, doch ten vroegste wanneer de aannemer van de opdrachtgever zelf de voorlopige oplevering heeft bekomen, vraagt de onderaannemer schriftelijk aan de aannemer om tot gunning van de voorlopige oplevering over te gaan. Er zal een proces-verbaal van voorlopige oplevering worden opgemaakt en door beide partijen ondertekend, waarin de gebreken en/of tekortkomingen worden vastgesteld, alsook een datum wordt bepaald waartegen eventuele herstellingen of aanvullende werken op eigen risico moeten worden uitgevoerd en voltooid.
11.5 Ten vroegste een jaar of twee jaar na de voorlopige oplevering (conform lastenboek), vraagt de onderaannemer schriftelijk aan de hoofdaannemer over te gaan tot definitieve oplevering. De definitieve oplevering zal evenwel niet worden gegund vooraleer de aannemer zelf de definitieve oplevering heeft bekomen voor het geheel van de werken, vervat in de aanneming van de onderaannemer.
Artikel 12. Risico -overdracht
Tenzij de aannemer in gebreke is de voorlopige oplevering te gunnen, blijft het risico op het geheel of gedeeltelijk tenietgaan van de werken of op schade of diestal op de werf tot aan de voorlopige oplevering bij de onderaannemer.
Artikel 13. Aansprakelijkheid en vrijwaring
13.1 De onderaannemer is aansprakelijk voor de goede uitvoering van de in artikel 1 omschreven werken. Hij is verplicht de aannemer te vrijwaren voor alle aanspraken en vorderingen die de bouwheer en/of derden doen gelden tegen de aannemer voor de door de onderaannemer uitgevoerde werken en leveringen. De onderaannemer is aansprakelijk voor alle gebreken die de in onderaanneming gegeven werken aantasten.
13.2 In geval van schade, veroorzaakt tijdens de uitvoering van de werken door de onderaannemer, zijn werknemers, zijn aangestelden of zijn sub- onderaannemers, zal de onderaannemer:
- alle verlies of schade dragen aan het materiaal, de werfinstallaties, de gereedschappen en/of aan het bouwwerk
- alle lichamelijke en/of materiële schade aan het personeel en aangestelden van de aannemer en/of diens opdrachtgever en/of derden vergoeden, zowel deze veroorzaakt door hemzelf, door zijn werknemers, zijn aangestelden of sub-onderaannemers, door zijn werktuigen of zijn gereedschappen.
13.3 Tijdens de uitvoering van de overeenkomst heeft de onderaannemer de uitsluitende en volledige bewaring over de te bewaren goederen, onder andere grondstoffen, werfuitrusting,… De onderaannemer verplicht zich ertoe ten aanzien van deze materialen, bouwstoffen en andere onderdelen, alsook de bouwwerken waarin voorgenoemde stoffen reeds of nog niet verwerkt en/of opgenomen, alle nuttige en/of nodige maatregen te treffen met het oog op de bescherming, de instandhouding en de integriteit ervan. De aannemer wijst bovendien alle aansprakelijkheid af voor ongevallen die zouden kunnen voortkomen uit het gebruik van haar materiaal door de onderaannemer. Materialen toebehorend aan de aannemer mogen enkel gebruikt worden door bevoegde en daarvoor opgeleide personen.
13.4 Conform de bepalingen inzake de hoofdelijke aansprakelijkheid voor lonen, ingeschreven in de Loonbeschermingswet van 12 april 1965, wordt onderhavige overeenkomst onmiddellijk en van rechtswege ontbonden lastens de onderaannemer, vanaf het moment dat de bevoegde inspectiediensten de kennisgeving omtrent de niet correcte verloning door de onderaannemer of diens sub-onderaannemer(s) hebben toegezonden aan de aannemer.
13.5 De aannemer houdt zich het recht voor de onderaannemer tot bij de definitieve oplevering aansprakelijk te stellen voor zichtbare gebreken.
13.6 De onderaannemer staat in voor het herstel van de hem toerekenbare lichte verborgen gebreken die tot 10 jaar na de gunning van de definitieve oplevering aan het licht komen.
13.7 De onderaannemer is, in toepassing van de artikelen 1792 en 2270 BW gedurende een termijn van 10 jaar aansprakelijk voor het geheel of gedeeltelijk tenietgaan van het gebouw, hetzij ingevolge gebreken in de bouw, hetzij ingevolge ongeschiktheid van de bouw, hetzij ingevolge ongeschiktheid van de grond of voor zware gebreken die de stevigheid van het gebouw of het bouwwerk bedreigen. Deze aansprakelijkheid vangt aan bij de definitieve oplevering.
13.8 De onderaannemer zal de aannemer vrijwaren voor iedere vordering ingesteld ten opzichte van de aannemer op grond van artikel 544 BW.
13.9 De onderaannemer is gebonden tot vrijwaring van de aannemer voor alle kosten, vergoedingen, boetes, intresten en andere vergoedingen die worden gevorderd van de aannemer omwille van de niet-naleving door de onderaannemer van de verplichtingen, opgenomen in onderhavige overeenkomst.
Artikel 14. Verzekeringen
14.1 Uiterlijk bij het afsluiten van de aannemingsovereenkomst en in ieder geval voor aanvang van de werken, zal de onderaannemer de hiernavolgende polissen onderschrijven:
- polis BA-uitbating
- polis arbeidsongevallen voor alle werknemers op de bouwplaats
- polis tienjarige aansprakelijkheid
14.2 De onderaannemer waakt er over dat elke polis wordt afgesloten met afstand van verhaal ten opzichte van de aannemer, diens aangestelden en diens opdrachtgever. De onderaannemer overhandigt op eerste verzoek een schriftelijke bevestiging van het afsluiten van deze verzekeringen, alsmede het bewijs van betaling van de premies. De onderschrijving van voornoemde verzekeringspolissen ontlast de onderaanne-mer niet van de verplichtingen die hij op zich neemt in uitvoering van huidige overeenkomst.
Artikel 15. Veiligheid op de werf
15.1 De onderaannemer is verplicht alle nodige veiligheidsmaatregelen te nemen ter vrijwaring van de veiligheid in het algemeen op de werf alsook de
instandhouding ervan, in het bijzonder dient hij te waken over de maatregelen inzake veiligheid en de gezondheid van de personen die bij de uitvoering van de werken betrokken zijn. De onderaannemer staat zelf in voor de collectieve en persoonlijke beschermingsmaatregelen. Indien collectieve beschermingsmaatregelen door de aannemer werden voorzienop de werf, staat de onderaannemer steeds zelf in voor de volledigheid, conformiteit en controle ervan. Materialen mogen enkel gebruikt worden door competente personen die de juiste opleidingen hebben gevolgd. Xxxxxxx neemt de onderaannemer alle gepaste preventiemaatregelen, conform de Welzijnswet van 4 augustus 1996 en aanvullingen, haar uitvoeringsbesluiten en in het bijzonder conform het KB van 25 januari 2001 en aanvullingen met betrekking tot de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen.
15.2 De onderaannemer verbindt er zich toe alle toepasselijke veiligheidsregels nauw-keurig na te leven en te doen naleven door diens werknemers, aangestelden en/of sub-onderaannemers en is aansprakelijk voor alle gevolgen die voorspruiten uit een eventuele overtreding van deze regels. De onderaannemer zal erop toezien dat zijn mandatarissen, agenten, personeelsleden en zelfstandige uitvoerders op de hoogte worden gesteld van alle bepalingen van de Preventiewet van 4 augustus 1996 en haar uitvoeringsbesluiten, alsook de bepalingen van het ARAB en de Codex. De aannemer zal de onderaannemer en zijn uitvoerders informeren over de beroepsrisico’s bij de aannemer, de bescherming en preventiemiddelen bij de aannemer, de organisatie van de eerste hulp bij de aannemer, de brandbestrijding en de evacuatie van personen bij binnenwerken bij de aannemer, zoals voorzien in de preventie-wetgeving en zijn uitvoeringsbesluiten.
15.3 Er wordt benadrukt dat indien de onderaannemer de hierboven bedoelde verplichtingen niet of gebrekkig naleeft, de aannemer de nodige maatregelen kan treffen, op kosten van de in gebreke blijvende onderaannemer.
15.4 De aannemer zal de boetes die hem wegens de niet-naleving van de verplichtingen door de onderaannemer worden opgelegd, doorrekenen en compenseren met de nog aan de onderaannemer verschuldigde bedragen.
15.5 Het herhaaldelijk niet-naleven van de veiligheidsvoorschriften kan aanleiding zijn tot het weigeren van de toegang tot de werf of tot ontbinding van de overeenkomst. Dit kan echter niet ingeroepen worden als termijnsverlenging en er kan geen beroep worden gedaan op schade- of verbrekingsvergoedingen.
15.6 Elke ongeval, van welke aard ook, dient gemeld te worden aan de aannemer.
15.7 De aannemer behoudt zich het recht voor om, in het kader van de verplichtingen die hem opgelegd zijn door de wetgeving inzake welzijn op het werk, aan de werknemers die de onderaannemer op de bouwplaats tewerkstelt instructies te geven bestemd om hun veiligheid of die van de andere op de werf tewerkgestelde werknemers te verhogen.
15.8 De aannemer is verplicht, uiterlijk 3 werkdagen voor aanvang, het veiligheidsplan, de ondertekende verklaring van het bouwplaatsreglement en een ondertekend exemplaar van het contract volledig ingevuld te bezorgen aan de aannemer. Bij niet-naleven ervan, behoudt de aannemer zich het recht voor om zonder voorafgaande ingebrekestelling 100 EUR/week (of meer, indien geleden schade voor aannemer hoger is) te vorderen van de onderaannemer en dit in te houden van de facturen.
Artikel 16. Afwijkingen
Afwijkende en/of aanvullende bedingen vervat in de algemene voorwaarden van de onderaannemer blijven vreemd aan onderhavige overeenkomst.
Artikel 17. Wijziging overeenkomst
Deze overeenkomst vervangt alle vroegere offertes, verkoopsvoorwaarden, factuur-voorwaarden, inclusief alle formuleringen, brieven, verklaringen, waarborgen of overeenkomsten betreffende het voorwerp van deze overeenkomst. Deze overeenkomst kan alleen worden gewijzigd bij een schriftelijke en door alle partijen ondertekend addendum bij de overeenkomst. Indien bijzondere voorwaarden gesteld in de onderaannemingsovereenkomst hiervan afwijken, primeren deze bijzondere voorwaarden.
Artikel 18. Partiële nietigheid
De gehele of partiële nietigheid van een of meer bedingen (of gedeelten ervan) van onderhavige overeenkomst en/of bijlagen die er integraal deel van uitmaken, zal geen invloed hebben op de geldigheid van de overige bedingen. Partijen zullen te goeder trouw onderhandelen teneinde de (deels) ongeldige bedingen te vervangen door andere, geldige bedingen, die de inhoud ervan zoveel mogelijk benaderen en zo goed mogelijk aansluiten bij de inhoud en de geest van onderhavige overeenkomst.
Artikel 19. Publiciteit
De onderaannemer onthoudt zich van elke publiciteit of affichage, buiten hetgeen met de aannemer is overeengekomen.
Artikel 20. Afval
Alle afval, restanten, verpakkingen of etc dienen dagelijks aan het einde van de werken door de onderaannemer verzameld en van de werf verwijderd te worden. Indien de aannemer afval dient te verwijderen, zal dit gebeuren op kosten van de onderaannemer.
Artikel 21. Toepasselijk recht en bevoegde rechtbanken
21.1 Huidige overeenkomst wordt beheerd door het Belgisch recht.
21.2 Eventuele geschillen met betrekking tot de uitvoering, de interpretatie en het einde van huidige overeenkomst ressorteren onder de exclusieve bevoegdheid van de Rechtbanken van het gerechtelijk arrondissement Antwerpen, afdeling Turnhout en dit enkel met voorbehoud voor eventuele vorderingen in tussenkomst lastens de onderaannemer in een procedure waarin de aannemer betrokken is en die aanhangig is voor een andere rechtbank.
21.3 De onderaannemer verklaart, op eenvoudig verzoek van de aannemer, bereid te zijn vrijwillig tussen te komen in procedures, gevoerd door de opdrachtgever ten opzichte van de aannemer, indien deze, hetzij rechtstreeks, hetzij onrechtstreeks, betrekking hebben op de door de onderaannemer uitgevoerde werken en hij dientengevolge door de aannemer in vrijwaring wordt geroepen.