de sociale partners van de sector Lokale besturen
Addendum ‘Duaal leren’ bij het sectorconvenant 2021
- 2022 afgesloten tussen de Vlaamse Regering en
de sociale partners van de sector Lokale besturen
Tussen de VLAAMSE REGERING,
hierbij vertegenwoordigd door:
- Xxxxxxx Xxxxx Xxxxxxx, De Vlaamse minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale economie en Landbouw,
- De heer Xxx Xxxxx, De Vlaamse minister van Onderwijs, Sport, Dierenwelzijn en Vlaamse Rand,
- De heer Xxxx Xxxxxx, De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Bestuurszaken, Inburgering en Gelijke Kansen,
hierna de “Vlaamse Regering” genoemd,
en de SOCIALE PARTNERS VAN SECTOR LOKALE BESTUREN,
met als vertegenwoordigers voor de werkgevers:
- De xxxx Xxxx Xxxxxxxx, Algemeen Directeur VVSG;
- De xxxx Xxxx Xxx Xxxxxxxxxxxxx, Directeur Mens VVSG;
met als vertegenwoordigers voor de werknemers:
- De xxxx Xxxxxxxxx Xxxxxxxxxxxx, Nationaal secretaris ACV LRB;
- De heer Xxxxx Xxx Xxx Xxxxx, Federaal secretaris ACOD LRB;
- Xxxxxxx Xxxxxxxx Xxxxxxxxx, Voorzitter regio Vlaanderen VSOA LRB;
hierna “de sector” genoemd,
Wordt overeengekomen wat volgt:
Verbintenissen van de Vlaamse Regering
Artikel 1. De Vlaamse Regering verbindt er zich toe in het kader van voorliggende overeenkomst tijdens de periode van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2022 een maximale toelage van 147.786 EUR uit te betalen aan Vlaamse Vereniging van Steden en Gemeenten vzw, Xxxxxxxxxxxxxxxxx 0-0, 0000 Xxxxxxx (ondernemingsnummer: 0451.857.573 - bankrekeningnummer: XX00 0000 0000 0000) ter financiering van acties ter versterking van de werkcomponent van duaal leren.
Artikel 2. De in dit addendum opgenomen engagementen zijn inspanningsverbintenissen en resultaatsverbintenissen. Bij de afrekening wordt de verantwoording van de inspanningen én van de resultaten beoordeeld:
- 80% is inspanningsfinanciering die wordt toegekend op basis van vooraf vastgelegde inspanningsverbintenissen
- 20% is resultaatsfinanciering die wordt toegekend op basis van vooraf vastgelegde resultaatsverbintenissen. 20 % van het in artikel 1 vermelde bedrag wordt uitbetaald in zoverre de resultaatsverbintenissen behaald zijn. Als een verbintenis niet wordt behaald, wordt de twintig procent a rato van het aantal behaalde resultaatsverbintenissen uitbetaald;
- De storting van de subsidie wordt geregeld via het Ministerieel Besluit houdende toekenning van een projectsubsidie aan Vlaamse Vereniging voor Steden en Gemeenten vzw ter uitvoering van het addendum “Duaal leren” bij het sectorconvenant (2021-2022) afgesloten tussen de Vlaamse Regering en de sociale partners van de sector Lokale besturen.
Verbintenissen van de sector
Artikel 3. De sector Lokale besturen verbindt zich ertoe om, vertrekkende van een sectorale visie op de werkcomponent van duaal leren, de sectorale realiteit en de sectorspecifieke uitdagingen en prioriteiten een aantal doelgerichte acties op te zetten ter versterking van de werkcomponent van duaal leren.
De acties geformuleerd in dit addendum hebben betrekking op:
- de kwantiteit van leerwerkplekken voor het secundair onderwijs
- de kwaliteit van leerwerkplekken voor het secundair onderwijs
- het inzetten op het duaal leren in het hoger- en volwassenenonderwijs
Artikel 4. De sector verbindt er zich toe de subsidie uitsluitend aan te wenden ter uitvoering van deze acties.
Artikel 5. Ter verantwoording en ter evaluatie van deze overeenkomst bezorgt de sector ten laatste op 31 januari 2022 een voortgangsrapport en ten laatste op 31 januari 2023 een eindrapport aan het departement Werk en Sociale Economie. Het voortgangs- en eindrapport omvatten:
- de rapportering over de verschillende initiatieven ter realisering van het actieplan;
- de toetsing van de realisaties van de resultaatsverbintenissen en de doelstellingen vermeld in het addendum ‘duaal leren’;
- de verantwoording van de aanwending van de ontvangen subsidiebedragen (enkel voor het eindrapport).
Het departement Werk en Sociale Economie bezorgt de richtlijnen inzake de rapportering tijdig aan de sector.
Omgevingsanalyse
1. Sector in cijfers en trends
Het Sectoraal partnerschap Lokale besturen is opgestart op 2 juli 2018 en neemt alle bevoegdheden uit het decreet OAO op met uitzondering van de klachtenprocedure. Die bevoegdheid is momenteel overgedragen aan het Vlaams Partnerschap. De bevoegdheid op de controle op de uitvoering van de overeenkomst tot uitvoering van een alternerende opleiding wat betreft de opleiding op de werkplek gebeurt in combinatie met het Vlaams Partnerschap alsook de (tijdelijke) uitsluiting van een werkplek.
De sector van de lokale besturen kent momenteel (oktober 2020) 796 erkende werkplekken voor duaal leren/Leren en Werken. Het merendeel van de erkenningen is nog steeds binnen Leren en Werken (58%), maar opvallend is dat in het voorbije schooljaar 2019-2020 het aandeel van duaal leren in de erkenningsaanvragen groter was (55% duaal leren vs 45% Leren en Werken). Het aandeel van duaal leren binnen het totaal van alle erkenningen bij de lokale besturen neemt dus stelselmatig toe. Dat uit zich ook in het aandeel van de sector lokale besturen binnen het totaal aantal goedgekeurde erkenningsaanvragen over alle sectoren heen. Binnen de duale opleidingen bedraagt het aandeel van de lokale besturen 6% van alle goedgekeurde aanvragen, terwijl dit binnen Leren en Werken slechts 2% bedraagt.
Als we vervolgens kijken naar de afgesloten overeenkomsten, dan zien we dat het aandeel van de lokale besturen binnen alle sectoren toeneemt. Sinds 2016 zijn 9% van alle afgesloten overeenkomsten binnen duaal leren afgesloten bij de lokale besturen en 3% binnen Leren en Werken. De sector van de lokale besturen leidt met andere woorden relatief veel leerlingen op, zeker binnen de duale opleidingen. In absolute cijfers gaat het over 783 overeenkomsten over alle schooljaren heen sinds schooljaar 2016-2017.
Wanneer we inzoomen op de sector van de lokale besturen zelf, dan zien we dat het aandeel van de zorgopleidingen het overgrote deel van de erkenningen en de overeenkomsten op zich neemt. Binnen de duale opleidingen zijn de opleiding kinderbegeleider duaal (42,8%), verzorgende/zorgkundige duaal (37,4%) en de groenopleidingen duaal (13,0%), samen goed voor 93% van alle erkenningen. Ook binnen Leren en Werken is er een overwicht van de erkenningen voor de zorg- en groenopleidingen, al is het daar minder uitgesproken. De opleiding begeleider in de kinderopvang (17,5%), verzorgende & verzorgende/zorgkundige (28,1%) en de groenopleidingen (12,5%) komen het vaakst voor. Andere opleidingen die regelmatig worden aangevraagd, zijn logistiek helper in de zorg (7,6%), keukenopleidingen (6%), polyvalent onderhoudswerker gebouwen (4,5%), administratief medewerker en (assistent-)podiumtechnicus (4,1%)
Als we kijken naar de evolutie over de jaren heen, dan valt op dat er elk jaar een toename was in het aantal ingediende erkenningsaanvragen. Echter, in schooljaar 2019-2020 zien we een sterke afname van het aantal ingediende aanvragen ten opzichte van de jaren ervoor. Dit heeft ongetwijfeld deels te maken met de coronacrisis. Anderzijds zien we dat ook in de maanden daarvoor reeds een afname merkbaar was. Dit duidt er waarschijnlijk ook op dat de besturen die het meest interesse betoonden en sterk geloven in duaal leren reeds hun aanvragen in de schooljaren daarvoor gedaan hebben, in het bijzonder in de zorgsector. Een verdere groei van het aantal erkende werkplekken binnen de sector lokale besturen zal vermoedelijk gestager gaan dan de jaren voordien.
Tabel 1: Aantal ingediende erkenningsaanvragen per schooljaar voor de sector lokale besturen
Het is opvallend dat het aantal overeenkomsten per schooljaar ieder jaar verder toeneemt – ook in het schooljaar 2019-2020, wat toch onverwacht is gezien de coronacrisis. Des te meer omdat werkplekken zoals de buitenschoolse kinderopvang en diensten voor gezinszorg meestal overeenkomsten afsluiten in de maand maart. In 2020 was dit net de periode van de eerste lockdown, waarbij het allesbehalve evident was om leerlingen te kunnen opleiden.
Tabel 2: Aantal afgesloten overeenkomsten alternerend leren bij lokale besturen
Er is wel een tegengestelde beweging merkbaar tussen overeenkomsten afgesloten binnen de duale opleidingen en de opleidingen binnen Leren en Werken. Terwijl de overeenkomsten binnen duaal leren verder toenemen, zien we een jaarlijkse afname van het aantal overeenkomsten binnen Leren en Werken. De groei binnen duaal leren is echter groter dan de afname binnen Leren en Werken, waardoor het totaal aantal overeenkomsten jaarlijks wel nog steeds toeneemt.
Ten slotte nemen we er ook nog de cijfergegevens van de HIVA-studie1 ‘Evaluatie van Decreet van 10 juni 2016 tot Regeling van Bepaalde Aspecten van Alternerende Opleidingen’ bij. Hoewel het aantal bevraagde deelnemers uit lokale besturen te beperkt was om representatief te zijn (respons van 16% = 43 deelnemers), geven de resultaten wel een indicatie van wat er leeft bij lokale besturen rond duaal leren. Gevraagd naar de redenen om deel te nemen aan duaal leren, valt op dat het aantrekken van bijkomend personeel (toekomstige werknemer opleiden) dé belangrijkste reden is voor de lokale besturen (98% van de ondervraagde lokale besturen geeft dit aan). Niet toevallig zijn er dan ook veel erkenningen voor duaal leren binnen de publieke zorg. Een ander cijfer gaat over de problemen die mentoren ondervinden binnen duaal leren/alternerend leren. Slechts 11% geeft aan dat ze problemen ondervinden bij de begeleiding van leerlingen in hun leertraject. Gevraagd naar welke problemen zij juist ondervinden, blijken ‘te veel administratie’ en ‘geen tijd voor eigen werk’ de twee voornaamste redenen te zijn. Deze bevraging dateert wel van vóór de
1 Deze studie werd nog niet gepubliceerd, maar de resultaten per sector werden wel toegelicht op de Klankbordgroep sectoren.
coronacrisis en zoals reeds gezegd, zijn de cijfers slechts indicatief, niet representatief voor alle werkplekken binnen de sector.
2. Uitdagingen en opportuniteiten duaal leren
• Uitdagingen
De sector van de lokale besturen kampt met enkele uitdagingen wat duaal leren betreft:
1) voldoende werkplekken vinden binnen zorgopleidingen: Het merendeel van de erkenningen binnen de sector zijn voor zorgopleidingen: Kinderbegeleider & verzorgende/zorgkundige (al dan niet duaal). Reeds vóór de coronacrisis was het niet altijd evident om voldoende werkplekken te vinden voor leerlingen en meer in het bijzonder binnen de buitenschoolse kinderopvang en de gezinszorg. De specifieke context van beide werkplekken (split shifts, belang om je snel en makkelijk te kunnen verplaatsen, voldoende klanten, ….) speelt daarin een belangrijke rol. Door de coronacrisis is dit nog bemoeilijkt. Er is veel onzekerheid en ook wat besmettingsvrees bij cliënten en personeel. Ook is het lang niet zeker dat er voldoende kinderen of klanten gevonden kunnen worden.
2) Meer leerlingen laten doorstromen naar de publieke zorgsector: De nood aan bijkomend personeel in de zorgsector is groot. De coronacrisis heeft dat nog eens extra duidelijk gemaakt. Daarom blijft het ook een uitdaging om meer leerlingen warm te maken voor duale zorgopleidingen. Dit is enigszins paradoxaal, aangezien we nu reeds moeite hebben om voldoende werkplekken te vinden om de huidige groep leerlingen op te leiden, in het bijzonder in de buitenschoolse kinderopvang en de gezinszorg. Zoals gezegd, spelen daarbij praktische problemen een belangrijke rol. Het zal dus een uitdaging zijn om de duale zorgopleidingen zo te kunnen inrichten dat er tegemoet gekomen wordt aan deze praktische problemen, zodat er op termijn meer leerlingen kunnen instromen in deze duale opleidingen.
3) De coronacrisis zet extra druk op de begeleiding binnen de zorgsector: Op plaatsen waar leerlingen binnen de zorgsector wel nog terecht kunnen, zet de coronacrisis extra druk op de mogelijkheden van mentoren om hun leerlingen goed te begeleiden. Door de grote drukte (o.a. omwille van uitvallend personeel) en bijkomende taken om hygiënische redenen, is de ruimte voor mentoren om hun leerlingen te begeleiden kleiner geworden. Er moet over gewaakt worden dat zowel de mentor als de leerlingen tijdens het leertraject nog voldoende ondersteund worden.
4) Een zekere mate van verzadiging wat nieuwe werkplekken in de publieke zorgsector betreft: Zoals aangehaald bij de contextanalyse zijn de meeste werkplekken in de sector van de lokale besturen terug te vinden in de zorgsector. Niet toevallig, aangezien deze sector met de meeste personeelstekorten te kampen heeft en dit voor besturen de voornaamste reden is om deel te nemen aan duaal leren. Naarmate meer en meer scholen de duale opleiding verzorgende/zorgkundige en kinderbegeleider gaan organiseren, verwachten we een verdere toename van het aantal werkplekken, maar tegelijkertijd zal deze groei veel gestager gaan. De lokale besturen die sterk geloven in duaal leren, gaan hier reeds op ingezet hebben. Voor publieke zorgorganisaties die nog niet deelnemen, zal er meer overtuigingskracht nodig zijn. Anderzijds zijn de werkplekken in de zorg ook niet oneindig en moet het ook qua begeleiding haalbaar blijven. Daarom zal er voor een verdere toename van het aantal werkplekken bij de
lokale besturen ook gekeken moeten worden naar potentiële werkplekken binnen andere diensten, waar de nood aan bijkomend personeel minder acuut is.
5) van meer werkplekken naar sterke werkplekken: naast de kwantiteit is ook de kwaliteit van de werkplekken van belang. De uitdaging is om van de werkplekken die er de voorbije jaren zijn bijgekomen ook sterke werkplekken te maken. Dan denken we in de eerste plaats aan een verdere verbetering van de kwalitatieve begeleiding van de leerlingen op de werkplek. Daarbij kijken we vooral naar de rol van de mentor. Xxxx heeft de mentor nood aan om zijn rol nog beter te kunnen invullen? Maar ook breder is het belangrijk om te weten hoe duaal leren echt wordt ervaren door de mensen op het werkveld. Onze uitdaging is nagaan hoe we de leerkansen op de werkvloer voor leerlingen kunnen vergroten.
6) zorgen voor een betere samenwerking tussen scholen en werkplekken: Nog te vaak zijn de opleiding op school en op de werkvloer twee gescheiden werelden. Terwijl de samenwerking en interactie tussen school- en werkcontext de sterkte uitmaakt van duaal leren. We moeten op zoek gaan naar meer samenwerking tussen trajectbegeleiders, mentoren en praktijkleerkrachten over leerinhouden, competentieopvolging en evaluatie, informatieoverdracht, …
• Opportuniteiten
1) Vijf jaar ervaring binnen duaal leren: De voorbije jaren hebben vele lokale besturen ervaring opgedaan met duaal leren. Uit deze ervaring kunnen we goede praktijken vinden, die we kunnen uitdragen naar lokale besturen die pas met duaal leren van start gaan of die nog moeten overtuigd worden om met duaal leren aan de slag te gaan. Zo kunnen we zowel de kwantiteit aan werkplekken als de kwaliteit van de werkplekken verhogen.
2) Coronacrisis kan trigger zijn om met duaal leren van start te gaan: De coronacrisis zorgt enerzijds voor veel onzekerheid, maar kan anderzijds ook een trigger voor duaal leren zijn, omdat publieke diensten op zoek zijn naar meer ‘vaste stagiairs’ waar ze langduriger een beroep op kunnen doen. Leerlingen duaal leren bieden dan meer zekerheid. Ook kan door het regelmatig tijdelijk uitvallen van personeel (o.a. door quarantaine/besmetting) de vraag naar duale leerlingen toenemen, al moet er steeds over gewaakt worden dat het leerproces van de leerling blijft vooropstaan.
3) Hererkenning van werkplekken duaal leren/alternerend leren: Een erkenning geldt voor 5 jaar. Het is belangrijk om voor de werkplekken waarvan de erkenning stilaan tot een einde komt, in een eenvoudige, maar toch kwalitatieve hererkenningsprocedure te voorzien. We willen zo veel mogelijk werkplekken behouden. Tegelijk is de hererkenning hét moment om met een aantal besturen waarmee niet zo veel contact bestaat, opnieuw contact te leggen en de kwaliteit van de werkplek onder de loep te nemen en hen daarbij te ondersteunen waar nodig.
Sectoraal actieplan: visie en acties
Op basis van de omgevingsanalyse, uitdagingen en opportuniteiten hebben we 22 acties bepaald die we in de komende 2 jaren gaan uitvoeren om de kwaliteit en kwantiteit aan werkplekken duaal leren bij de lokale besturen te verhogen en de mogelijkheden van duaal leren in het hoger en
volwassenenonderwijs te onderzoeken. Voor elke actie is een specifieke fiche voorzien met meer uitleg en een concrete inspanningsverbintenis.
1. Kwantiteit van werkplekken in het secundair onderwijs | Actie 1: contacteren lokale besturen ifv (her)erkenningen werkplekken Actie 2: contacteren lokale besturen ifv reactivering van de erkende werkplek(ken) Actie 3: werkplekken met erkenningen voor niet-duale opleidingen stimuleren een bijkomende erkenning voor een duale opleiding aan te vragen Actie 4: ondersteunen van trajectbegeleiders in hun zoektocht naar werkplekken Actie 5: Centraal aanmeld- en matchingsysteem voor werkplekken duaal zorgkundige – luik gezinszorg Actie 6: Deelname aan infosessies van scholen en pedagogische onderwijsdiensten van de onderwijsnetten Actie 7: Opmaken en verspreiden van infobrochures voor relevante duale opleidingen Actie 8: Elektronische nieuwsupdate duaal leren voor erkende en geïnteresseerde lokale besturen Actie 9: Infosessies voor werkplekken ifv specifieke duale opleidingen (eventueel ism scholen en andere sectororganisaties) Actie 10: Financiële ondersteuningspremie voor lokale besturen Actie 11: Overleg ifv aanpak problemen met standaardtrajecten kinderbegeleider en zorgkundige duaal |
2. Kwaliteit van werkplekken in het secundair onderwijs | Erkennen van leerwerkplekken • Actie 1: het onderzoeken en behandelen van de erkenningsaanvragen van de werkplekken binnen de sector lokale besturen • Actie 2: contacteren lokale besturen ifv hererkenningen werkplekken Begeleiden van mentoren • Actie 1: Organisatie sectorspecifieke mentoropleiding zorgberoepen en technisch uitvoerende beroepen • Actie 2: contacteren mentoren die de mentoropleiding nog moeten volgen Opvolgen en begeleiden van erkende leerwerkplekken • Actie 1: Advies verlenen op vraag van het lokaal bestuur aan de school • Actie 2: Verspreiden van de brochure alternerend leren bij lokale besturen voor personeelsdiensten van lokale besturen • Actie 3: Aanspreekpunt voor de onderneming zijn, opvolgen op basis van meldingen/klachten/signalen van scholen. Inzetten op samenwerking/kennisdeling tussen onderwijs- en werkpartners • Actie 1: Goede praktijken verzamelen in een digitale brochure • Actie 2: intervisiesessies tussen scholen en werkplekken uit bepaalde regio’s |
3. Hoger en volwassenen- onderwijs | Actie 1: De sector volgt de beleidsvoorbereiding op en neemt actief deel aan de overlegmomenten en klankbordgroepvergaderingen mbt de uitrol van duaal leren binnen het volwassenenonderwijs en het hoger onderwijs |
Actie 2: Deelname aan werkgroepen/klankbordgroepen mbt de opmaak van relevante BKD’s, standaardtrajecten en opleidingsprofielen binnen secundair onderwijs, volwassenenonderwijs en hoger onderwijs |
1. Acties met betrekking tot de kwantiteit van werkplekken in het secundair onderwijs
Visie
Om de kwantiteit aan werkplekken te verhogen, is het belangrijk om in eerste instantie de reeds erkende werkplekken te behouden. We zullen in de komende twee jaar dan ook actief inzetten op de hererkenning van werkplekken bij lokale besturen wiens erkenning afloopt. We proberen ook werkplekken bij besturen wiens erkenning niet gaat vervallen, maar die weinig tot geen leerlingen opleiden, te reactiveren.
Daarnaast willen we besturen die reeds inzetten op alternerend leren via niet-duale opleidingen ook stimuleren om een erkenning aan te vragen voor gelijkaardige duale varianten van de reeds erkende opleiding.
Zoals gezegd, zit het merendeel van de erkenningen bij werkplekken in de publieke zorg en (in mindere mate) bij groendiensten. De voorbije jaren hebben we daar dan ook op het vlak van promotie en communicatie het meest op gefocust. De kans dat zij nog nooit van duaal leren gehoord hebben, is dan ook klein(er). Om de publieke zorg en groendiensten die nog niet meedoen, toch mee te krijgen, zullen we dus meer moeten inzetten op het echt overtuigen van deze diensten van de meerwaarde van duaal leren, in plaats van louter de promotie en bekendmaking ervan. Wat deze diensten betreft, willen we de komende jaren werk maken van meer gerichte prospectie.
Daarnaast mikken we echter wel terug op grootschaligere communicatieacties voor technische diensten en culturele/gemeenschapscentra, aangezien daar tot nu toe, slechts een beperkt aantal diensten vertrouwd zijn met duaal leren. De keuze voor bepaalde opleidingen die daarvoor het meest in aanmerking komen, dienen we nog te maken. De focus zal steeds liggen op duale opleidingen en dus niet op opleidingen binnen Leren en Werken.
Daar maken we echter één uitzondering op, m.n. voor de opleiding (assistent-)podiumtechnieken, omdat er voor die opleiding tot nu toe te weinig scholen zijn die de duale variant van de opleiding aanbieden. We zien echter wel mogelijkheden binnen de culturele en gemeenschapscentra van lokale besturen om deze opleiding aan te bieden. Het is ook een knelpuntberoep en door de coronacrisis hebben jongeren in deze opleiding het niet altijd makkelijk om een werkplek te vinden. De mogelijkheden binnen de culturele centra zijn wisselend en afhankelijk van de crisis met bijhorende maatregelen. Maar op de termijn van een geheel schooljaar is er, ondanks de crisis, wel nog steeds een aanbod aan voorstellingen, waardoor deze opleiding binnen de sector lokale besturen wel nog aan bod kan komen.
Samengevat focust onze visie op deze 4 pijlers:
1) het aantal erkende werkplekken behouden en uitbreiden waar mogelijk,
2) gerichte prospectie mbt duale zorg- en groentrajecten (zij zijn vertrouwd met duaal leren),
3) meer generieke promotie en communicatie in technische diensten en culturele centra. De keuze voor deze diensten en geen andere maakt deel uit van de visie,
4) bewust kiezen voor duaal leren en niet Leren en Werken op één uitzondering na, m.n. (assistent)podiumtechnicus).
Acties
Actie 1: contacteren lokale besturen ifv (her)erkenningen werkplekken | |
Omschrijving | Elk lokaal bestuur die één of meerdere werkplekken in het kader van duaal leren/alternerend leren aanbiedt en van wie de erkenning dreigt te vervallen na vijf jaar wordt gecontacteerd ifv een hererkenning. Aan besturen die tot nu toe weinig ervaring hebben met duaal leren en/of waarmee weinig contact bestaat, wordt gevraagd om een plaatsbezoek te kunnen afleggen. Doel is om naast de interesse voor en de mogelijkheden van een hererkenning ook de kwaliteit van de werkplek na te gaan via een gestandaardiseerde vragenlijst en om eventuele knelpunten mbt duaal leren te detecteren, waarbij we als sectororganisatie het bestuur kunnen ondersteunen. Daarnaast blijft het ook de bedoeling om bij nieuwe erkenningsaanvragen steeds een plaatsbezoek af te leggen of minstens een telefonisch contact te hebben. Voor diegene die reeds heel wat ervaring hebben opgebouwd kan dit voldoende zijn. |
Timing | Continu |
Betrokken partners | Departement WSE via xxxxxxxxxxxxx.xx |
Inspanningsverbintenissen | 90% procent van de lokale besturen die een nieuwe erkenningsaanvraag doet of met werkplekken waarvan de erkenning dreigt te vervallen, worden gecontacteerd en bereikt, via telefoon of een plaatsbezoek. |
Actie 2: contacteren lokale besturen ifv reactivering van de erkende werkplek(ken) | |
Omschrijving | Lokale besturen die één of meerdere werkplekken in het kader van duaal leren/alternerend leren aanbieden, maar die tot nu toe weinig ervaring hebben met duaal leren en/of waarmee er weinig contact is, worden gecontacteerd om na te gaan in welke mate de werkplek kan gereactiveerd worden en welke ondersteuning nodig is. Daarbij wordt toelichting gegeven over de mogelijkheden van duaal leren en de (financiële) incentives. |
Timing | Continu |
Betrokken partners | Departement WSE via xxxxxxxxxxxxx.xx |
Inspanningsverbintenissen | 50% van de besturen die minstens drie jaar erkend zijn en gedurende deze periode minder dan drie leerlingen hebben opgeleid, worden gecontacteerd. |
Actie 3: werkplekken met erkenningen voor niet-duale opleidingen stimuleren een bijkomende erkenning voor een duale opleiding aan te vragen | |
Omschrijving | Elk lokaal bestuur die één of meerdere erkenning(en) heeft voor niet-duale opleidingen, zal gecontacteerd worden met de vraag of ze ook een duale variant van dezelfde opleiding of een gelijkaardige opleiding wensen aan te bieden, indien dit nog niet gebeurd is. |
Timing | voorjaar 2021 en voorjaar 2022 |
Betrokken partners | Departement WSE via xxxxxxxxxxxxx.xx |
Inspanningsverbintenissen | 90% procent van de lokale besturen met erkende werkplekken voor louter niet-duale opleidingen worden gecontacteerd. |
Actie 4: ondersteuning van trajectbegeleiders in hun zoektocht naar werkplekken | |
Omschrijving | Trajectbegeleiders van scholen kunnen Diverscity contacteren als ze moeite ondervinden om een werkplek te vinden voor hun leerlingen. We bekijken dan welke werkplekken bij lokale besturen uit de omgeving eventueel in aanmerking komen en contacteren hen om na te gaan in welke mate er interesse is om een leerling duaal leren op te leiden. We informeren scholen hoe en waar ze naar geschikte werkplekken kunnen zoeken en gaan, indien nodig samen op zoek. Vooral bij de diensten gezinszorg en buitenschoolse kinderopvang is er regelmatig de vraag van scholen naar werkplekken. Als sectororganisatie doen we dit uiteraard ook voor andere opleidingen. |
Timing | Op vraag |
Betrokken partners | Trajectbegeleiders van scholen |
Inspanningsverbintenissen | Elke school met een dergelijke vraag, krijgt de nodige ondersteuning, mits ze zelf ook redelijke inspanningen leveren om werkplekken te vinden. |
Actie 5: Centraal aanmeld- en matchingsysteem voor werkplekken duaal zorgkundige – luik gezinszorg | |
Omschrijving | Om de scholen te ondersteunen in hun zoektocht naar een werkplek bij een dienst voor gezinszorg wordt gewerkt met een centraal aanmeldsysteem. De scholen melden vrijwillig via het centraal aanmeldsysteem alle leerlingen in de opleiding zorgkundige aan in functie van de matching met een dienst gezinszorg. VIVO vzw, Diverscity & Zorggezind bezorgen een link naar de ingevulde databank aan alle diensten voor gezinszorg en aanvullende thuiszorg. Met de sector van de gezinszorg werd de afspraak gemaakt om alle leerlingen uit te nodigen op een gesprek. Na het gesprek noteert de dienst het resultaat van het gesprek in de databank. De databank heeft dus tot doel om reeds in het begin van het schooljaar de leerling en werkplek gezinszorg met elkaar te matchen, zodat leerlingen niet halverwege het schooljaar tot de |
constatatie komen dat ze geen werkplek binnen de gezinszorg vinden en daardoor hun opleiding niet kunnen afwerken. Leerlingen die geen werkplek vinden, kunnen dan kiezen tijdig terug te keren naar het voltijds onderwijs of toch te blijven zoeken naar een werkplek. Voor ons als sectororganisatie geeft het een duidelijk beeld waar er tekorten zijn, waardoor we ook gerichter bijkomend actie kunnen ondernemen om zo veel mogelijk leerlingen een werkplek te bieden binnen de gezinszorg. | |
Timing | mei 2021 tem november 2021 en mei 2022 tem november 2022 |
Betrokken partners | VIVO Zorggezind De diensten voor gezinszorg en aanvullende thuiszorg |
Inspanningsverbintenissen | Opmaak van een centraal aanmeldsysteem en opvolging van de matching tussen leerlingen en werkplekken binnen de diensten gezinszorg. Als sectororganisatie zorgen we voor de bekendmaking van het systeem bij de diensten gezinszorg (via nieuwsbrieven, mailings en telefoons). |
Actie 6: Deelname aan infosessies van scholen en pedagogische onderwijsdiensten van de onderwijsnetten | |
Omschrijving | De sector ondersteunt trajectbegeleiders en opleidingsverstrekkers in hun zoektocht naar werkplekken door hen te informeren over: - de werking van de sector - hoe werkplekken te vinden - hoe werkplekken te overtuigen Als sector nemen we ook deel aan de kick-offs duaal leren wanneer deze opnieuw zouden worden georganiseerd. De onderwijskoepels organiseerden de voorbij jaren voor nieuwe scholen een infosessie waar we als sector ook een rol in opnemen, samen met VIVO. Ook gaan we in op vragen van scholen om deel te nemen aan infosessies voor potentiële werkplekken duaal leren. |
Timing | Op vraag van scholen en pedagogische begeleidingsdiensten |
Betrokken partners | De onderwijskoepels & GO! Scholen Departement werk & sociale economie VIVO |
Inspanningsverbintenissen | We engageren ons om in de mate van het mogelijke trajectbegeleiders en opleidingsverstrekkers alle nodige informatie te bezorgen om voldoende werkplekken te vinden en stellen onze expertise ter beschikking waar gewenst. |
Actie 7: Opmaken en verspreiden van infobrochures over relevante duale opleidingen | |
Omschrijving | De sector heeft infobrochures opgemaakt over de opleidingen verzorgende/zorgkundige duaal (ism VIVO), kinderbegeleider duaal (ism VIVO), groenopleidingen duaal en grootkeukenopleidingen duaal. Naast het updaten van deze bestaande brochures, zullen er ook nieuwe infobrochures opgemaakt worden voor duale technische opleidingen (voor technische diensten) en voor de (duale) opleidingen (assistent-)podiumtechnieken voor culturele en gemeenschapscentra. Deze infobrochures zullen verspreid worden aan scholen die deze opleidingen aanbieden en aan potentiële werkplekken, via onze website, nieuwsbrieven, mailings, … Deze infobrochures bevatten alle relevante info over de opleiding, de voorwaarden, de doelgroep van leerlingen, de (financiële) incentives, … De relevante technische opleidingen zullen we bepalen aan de hand van volgende criteria: - de mate waarin bepaalde opleidingen nu reeds aangevraagd worden door lokale besturen, - de mate waarin er een relevant aanbod van scholen is die voldoende leerlingen opleiden, - op basis van een bevraging bij minstens 10 lokale besturen (steden en kleinere gemeenten) naar de interesse in bepaalde technische profielen. |
Xxxxxx | Xxxxxx/update: - voorjaar 2021: opmaak van nieuwe infobrochures technische opleidingen en (assistent-)podiumtechnieken + - juli & augustus 2021 en 2022: update van alle infobrochures. Verspreiding: - mei/juni 2021 en 2022 - herhaling september 2021 en 2022 |
Betrokken partners | VIVO Eventueel andere sectororganisaties indien interesse |
Inspanningsverbintenissen | Opmaak en verspreiding van de infobrochures voor volgende opleidingen: - verzorgende/zorgkundige duaal - kinderbegeleider duaal - opleidingen grootkeuken duaal - groenopleidingen duaal - technische opleidingen duaal (nog te bepalen welke in aanmerking komen) - (assistent-)podiumtechnieken (duaal) |
Actie 8: Elektronische nieuwsupdate duaal leren voor erkende en geïnteresseerde lokale besturen | |
Omschrijving | Diverscity stuurt minimaal drie keer per schooljaar een nieuwsupdate met relevante informatie over duaal leren voor erkende en geïnteresseerde lokale besturen. - geüpdatete infobrochures - nieuwe mentoropleidingen - nieuwe wetgeving of gewijzigde richtlijnen - nieuwe financiële incentives - goede praktijken - … |
Timing | Xxxxxxxx drie keer per schooljaar in functie van specifiek nieuws |
Betrokken partners | geen |
Inspanningsverbintenissen | De nieuwsupdate wordt minstens drie keer per schooljaar verstuurd. |
Actie 9: Infosessies voor werkplekken ifv specifieke duale opleidingen (eventueel ism scholen en andere sectororganisaties) | |
Omschrijving | We willen meer technische diensten en culturele/gemeenschapscentra overtuigen om mee stappen in het verhaal van duaal leren. Daarom organiseren we specifieke infosessies rond relevante duale opleidingen (technische duale opleidingen en opleiding podiumtechnieken). |
Xxxxxx | Xxx-juni 2021 en mei-juni 2022 |
Betrokken partners | - eventueel Cult! – Netwerk cultuurhuizen - eventueel scholen met relevante opleidingen |
Inspanningsverbintenissen | In elke provincie organiseren we een infosessie rond technische opleidingen en opleidingen (assistent-)podiumtechnieken. |
Actie 10: Financiële ondersteuningspremie voor lokale besturen | |
Omschrijving | We voorzien, met VIA-middelen2, een ondersteuningspremie voor alle publieke zorgdiensten die leerlingen duaal verzorgende/zorgkundige of kinderbegeleider duaal opleiden. We onderzoeken of er vanaf schooljaar 2021-2022 ook middelen kunnen voorzien worden ter ondersteuning van lokale besturen die leerlingen in andere duale opleidingen opleiden. |
Timing | - Aanvragen kunnen het hele jaar door |
2 Deze actie wordt momenteel gefinancierd met VIA-middelen, maar ondersteunt de vraag naar leerlingen duaal leren. De actie past dus inhoudelijk binnen dit addendum, maar wordt er dus niet mee gefinancierd. Indien er ook voor het opleiden van leerlingen in niet-VIA-sectoren een ondersteuningspremie zou voorzien worden, dan kan het wel zijn, dat de middelen van het duaal addendum hiervoor gebruikt worden. Een bestuur krijgt voor dezelfde leerling echter nooit twee keer een vergoeding.
- september 2021 en 2022: bekendmaking van de ondersteuningspremie - oktober-november 2021 en 2022: afrekening ondersteuningspremie | |
Betrokken partners | - leden van de VIA-stuurgroep (overheidsvakbonden, GSD-V, VVSG) |
Inspanningsverbintenissen | - voorzien budget voor de uitbetaling van de ondersteuningspremie binnen zorgopleidingen - communicatie over deze ondersteuningspremie via website, mailings, digitale nieuwsupdate, brochures en plaatsbezoeken. |
Actie 11: Overleg ifv aanpak problemen met standaardtrajecten kinderbegeleider en zorgkundige duaal | |
Omschrijving | Als we op termijn meer leerlingen warm willen maken om in een duale opleiding kinderbegeleider en zorgkundige in te stappen om zo meer leerlingen naar de sector toe te leiden, moet het probleem aan werkplekken in de duale opleidingen verzorgende/zorgkundige duaal (luik gezinszorg) en kinderbegeleider duaal (luik BKO) opgelost worden. Om dit te probleem te kunnen aanpakken, moeten we in overleg met de onderwijspartners, VIVO en Zorggezind bekijken op welke manier beide standaardtrajecten in de toekomst vormgegeven moeten worden. In de loop van 2021 wensen we hier met alle betrokken partners rond de tafel te zitten en de verschillende mogelijkheden te bespreken. |
Timing | Voorjaar 2021 |
Betrokken partners | VIVO Zorggezind Onderwijspartners: OVSG, Katholiek Onderwijs Vlaanderen, GO! Ahovoks Departement WSE |
Inspanningsverbintenissen | We zorgen voor een overleg in het voorjaar van 2021 met alle betrokken partners om dit te bespreken. |
2. Acties met betrekking tot de kwaliteit van werkplekken in het secundair onderwijs
Visie
Sterke werkplekken zijn nog belangrijker dan voldoende werkplekken. Kwaliteit gaat met andere woorden boven kwantiteit. In de opstartfase van het duaal leren is er veel aandacht gegaan naar het vinden van nieuwe werkplekken. In de komende 2 jaar willen we onze focus nog meer verleggen naar de kwaliteit van de leertrajecten en een goede begeleiding van de leerlingen. Zoals reeds gezegd spelen mentoren daarin een belangrijke rol samen met de trajectbegeleiders en praktijkopleiders in de scholen.
Als sectororganisatie willen we de mentoren via de eigen mentoropleidingen maximaal blijven ondersteunen. We houden onze eigen opleidingen regelmatig tegen het licht en passen aan/breiden de opleiding uit waar nodig. Mentoren die reeds erkend zijn en de opleiding nog niet gevolgd hebben, worden gecontacteerd en in contact gebracht met ons aanbod. Gezien de coronamaatregelen fysieke bijeenkomst regelmatig bemoeilijken, voorzien we ook in digitale varianten van onze mentoropleidingen.
Om een goede start te verzekeren en de verwachting over duaal leren scherp te stellen, blijven we de komende jaren inzetten op plaatsbezoeken voor opstartende werkplekken bij lokale besturen. We focussen daarbij op de besturen en werkplekken die nog maar weinig ervaring hebben met duaal leren. Ook voor de hererkenningen zetten we in op plaatsbezoeken, waarbij we focussen op die besturen waarmee er weinig contact is en die de voorbije jaren weinig ervaring hebben opgedaan met duaal leren. Voor de ervaren lokale besturen kan soms een telefonisch contact volstaan. Voor alle erkenningen wordt er naast een administratieve controle, sowieso steeds een persoonlijk contact voorzien. Bij de hererkenningen van de werkplekken zullen we vertrekken van een vaste vragenlijst waarbij we peilen naar de ervaring met duaal leren, de wijze waarop de begeleiding op de werkvloer momenteel gebeurt en hoe de samenwerking met de school verloopt.
Naast de mentoren zijn ook de trajectbegeleiders en praktijkleerkrachten van belang voor een succesvol en sterk duaal leertraject. In de komende jaren willen we de samenwerking tussen hen gaan versterken door hen op regelmatige tijdstippen samen te brengen. Dit moet resulteren in een betere opvolging en evaluatie van de leerlingen en een goede afstemming van de leerdoelen tussen school en werkplek. Daarnaast blijven we een hulplijn voor zowel werkplekken als scholen met al hun specifieke vragen rond duale leertrajecten bij de lokale besturen.
Ten slotte zijn er vandaag al veel goede voorbeelden te vinden van kwaliteitsvolle werkplekken. We willen die goede praktijken meer in de kijker zetten en hen als ambassadeurs en inspiratiebron binnen de sector naar voor dragen.
Acties
1. Erkennen van leerwerkplekken
Actie 1: het onderzoeken en behandelen van de erkenningsaanvragen van de werkplekken binnen sector lokale besturen | |
Omschrijving | grondige administratieve controle en plaatsbezoek (overlopen activiteitenlijsten, rol van de mentor, administratieve taken, financiële voordelen, informatie mentoropleiding, controle model 596.2). We proberen zoveel mogelijk plaatsbezoeken af te leggen. Bij erkenningsaanvragen van werkplekken die reeds veel ervaring hebben met duaal leren, kan een telefonisch overleg volstaan. |
Timing | Continu |
Betrokken partners | Eventueel andere sectororganisaties ifv de activiteitenlijsten |
Inspanningsverbintenissen | Voor 90% van de erkenningsaanvragen vindt een plaatsbezoek of een telefonisch overleg plaats. |
Actie 2: contacteren lokale besturen ifv hererkenningen werkplekken | |
Omschrijving | Elk lokaal bestuur dat één of meerdere werkplekken in het kader van duaal leren/alternerend leren aanbiedt en van wie de erkenning dreigt te vervallen na vijf jaar wordt gecontacteerd ifv een hererkenning. Aan besturen die tot nu toe weinig ervaring hebben met duaal leren en/of waarmee weinig contact bestaat, wordt gevraagd om een plaatsbezoek in te plannen. Doel is om naast de interesse voor en de mogelijkheden van een hererkenning ook de kwaliteit van de werkplek na te gaan via een gestandaardiseerde vragenlijst en om eventuele knelpunten mbt duaal leren te detecteren, waarbij we als sectororganisatie het bestuur kunnen ondersteunen. |
Timing | Continu |
Betrokken partners | Departement WSE via xxxxxxxxxxxxx.xx |
Inspanningsverbintenissen | 90% procent van de lokale besturen met werkplekken waarvan de erkenning dreigt te vervallen, worden gecontacteerd en bereikt, via telefoon of een plaatsbezoek.. |
2. Begeleiden van mentoren
Actie 1: Organisatie sectorspecifieke mentoropleiding zorgberoepen en technisch uitvoerende beroepen | |
Omschrijving | We blijven eigen mentoropleidingen organiseren op maat van de zorgberoepen en de technisch uitvoerende beroepen. De bestaande mentoropleiding wordt uitgebreid met een halve dag intervisie en er wordt een digitale variant van de opleiding voorzien. Zeker in deze coronaperiode is een extra uitwisselingsmoment en een digitale versie van de opleiding zeer relevant. |
Timing | - In voor- en najaar van 2021 en 2022 wordt er minstens in elke provincie één mentoropleiding voorzien |
Betrokken partners | Externe mentoropleiders |
Inspanningsverbintenissen | - Organiseren van mentoropleidingen - Opvolgen van het aantal deelnemers aan de mentoropleiding - Opmaak rapport Tevredenheidsevaluatie mentoropleiding |
Actie 2: contacteren mentoren die de mentoropleiding nog moeten volgen | |
Omschrijving | Mentoren die erkend worden hebben één jaar de tijd om de mentoropleiding te volgen. Mentoren die dit nog niet gedaan hebben, worden gecontacteerd door de sectorconsulenten van Diverscity, zodat zij tijdig de mentoropleiding kunnen volgen. Indien de mentor de opleiding niet tijdig volgt, wordt de erkenning ingetrokken. |
Het biedt tevens de opportuniteit te polsen naar hun ervaring met het begeleiden van leerlingen, in het bijzonder tijdens deze coronacrisis. Zo kunnen we opnieuw nagaan of er extra ondersteuning nodig is. | |
Timing | Continu |
Betrokken partners | Geen |
Inspanningsverbintenissen | 90% van de mentoren die de mentoropleiding nog moeten volgen, worden minstens drie maanden vooraf per mail of telefoon gecontacteerd om hen te informeren over de verplichte de mentoropleiding en hen te verwijzen naar ons aanbod van mentoropleidingen. |
3. Opvolgen en begeleiden van erkende leerwerkplekken
Actie 1: Advies verlenen op vraag van het lokaal bestuur tav school | |
Omschrijving | Lokale besturen en scholen met vragen rond duaal leren kunnen met al hun vragen bij de helpdesk van Diverscity terecht. |
Timing | Continu |
Betrokken partners | Departement WSE Departement Onderwijs |
Inspanningsverbintenissen | Alle besturen en scholen krijgen een antwoord op hun vraag binnen een redelijke termijn (meestal binnen 1 week). |
Actie 2: Verspreiden brochure alternerend leren bij lokale besturen voor personeelsdiensten lokale besturen | |
Omschrijving | We updaten de brochure ‘alternerend leren bij lokale besturen’ jaarlijks en verspreiden ze naar alle erkende werkplekken. In de brochure staan de belangrijkste FAQ’s over de overeenkomst alternerende opleiding. De brochure is op maat van de personeelsdiensten van de lokale besturen gemaakt. Op die manier kunnen we er voor zorgen dat administratief de opstart en verloop van een OAO bij de erkende lokale besturen vlot kan verlopen. |
Timing | - juli-augustus 2021 en 2022: update van de brochure - september 2021 en 2022: verspreiding van de brochure via website, nieuwsupdate, mailings, plaatsbezoeken, … |
Betrokken partners | Departement WSE Departement Onderwijs |
Inspanningsverbintenissen | Jaarlijkse update van de brochure alternerend leren bij lokale besturen en verspreiding naar alle erkende werkplekken. |
Actie 3: Aanspreekpunt voor de onderneming zijn, opvolgen op basis van meldingen/klachten/signalen van scholen | |
Omschrijving | Bij specifieke probleemmeldingen, klachten of signalen van werkplekken of scholen proberen we als Diverscity het eerste aanspreekpunt te zijn en te kijken hoe we de werkplekken kunnen ondersteunen in een betere leertraject voor de jongeren op de werkvloer. Problemen tussen scholen en werkplekken zullen ook besproken worden met de pedagogische begeleidingsdiensten van de onderwijsnetten. Bij formele klachten bezorgen we alle relevante informatie aan het Vlaams Partnerschap, dat de klacht via een formele klachtenprocedure zal behandelen. |
Timing | Op vraag |
Betrokken partners | - scholen - pedagogische begeleidingsdiensten onderwijsnetten - werkplekken - Vlaams Partnerschap duaal leren |
Inspanningsverbintenissen | Scholen en werkplekken die een probleem signalen of indien bepaalde knelpunten zelf worden vastgesteld, zullen we dit steeds in overleg met de betrokken besturen/scholen bekijken hoe dit kan aangepakt worden. Bij conflicten tussen scholen en werkplekken, proberen we een bemiddelende rol op te nemen. Bij formele klachten bezorgen we alle relevante informatie aan het Vlaams Partnerschap, dat de klacht via een formele klachtenprocedure zal behandelen. |
4. Inzetten op samenwerking/kennisdeling tussen onderwijs- en werkpartners
Actie 1: Goede praktijken verzamelen in een digitale brochure | |
Omschrijving | We verzamelen in de komende periode verschillende getuigenissen van lokale besturen die een goed leertraject op de werkvloer tot stand hebben gebracht. We geven daarbij extra aandacht aan goede voorbeelden wat betreft de begeleiding op de werkvloer. Al deze goede praktijken worden gebundeld in een digitale brochure die als inspiratie kan dienen voor andere lokale besturen. |
Timing | najaar 2022 |
Betrokken partners | - scholen - werkplekken duaal leren - leerlingen |
Inspanningsverbintenissen | Opmaak en verspreiding van een digitale brochure met goede praktijken per mail, website, nieuwsupdate, … |
Actie 2: intervisiesessies tussen scholen en werkplekken uit bepaalde regio’s | |
Omschrijving | In de komende jaren willen we de samenwerking tussen trajectbegeleiders, praktijkleerkrachten en mentoren versterken door hen op regelmatige tijdstippen samen te brengen. Dit moet resulteren in een betere opvolging en evaluatie van de leerlingen en een goede afstemming van de leerdoelen tussen school en werkplek. |
Timing | In 2021 nemen we dit samen met VIVO op en bekijken we om in één of twee provincies dergelijk initiatief op poten te zetten. Na een grondige evaluatie wordt bekeken om dit initiatief in 2022 te herhalen in één of twee andere provincies. |
Betrokken partners | VIVO Werkgevers/mentoren Scholen/trajectbegeleiders/praktijkleerkrachten |
Inspanningsverbintenissen | De sector verbindt er zich toe te onderzoeken hoe de samenwerking/kennisdeling tussen onderwijs- en werkpartners bevorderd kan worden. We starten minstens met één traject in 2021 en bekijken of we dit in 2022 kunnen herhalen in andere regio’s en binnen andere opleidingen. |
3. Acties naar het hoger en volwassenenonderwijs
Visie
De Vlaamse overheid wil het concept van duaal leren op termijn verder uitrollen in het hoger onderwijs en volwassenenonderwijs. Als sector van de lokale besturen willen we mee bekijken op welke wijze dit kan gebeuren. We zullen blijven deelnemen aan de overlegmomenten daarover wanneer we als sector worden uitgenodigd. Verder is het interessant om te bekijken welke de succesvoorwaarden waren die naar voor kwamen uit de ESF-proefprojecten. Ten slotte blijven we ook steeds bereid om mee te werken aan overlegmomenten voor de opmaak van BKD’s/standaardtrajecten die voor onze sector van belang zijn, zowel voor het secundair onderwijs als voor het hoger - en volwassenenonderwijs.
Acties
Actie 1: De sector volgt de beleidsvoorbereiding op en neemt actief deel aan de overlegmomenten en klankbordgroepvergaderingen mbt de uitrol van duaal leren binnen volwassenenonderwijs en hoger onderwijs | |
Omschrijving | Als sector van de lokale besturen willen we mee bekijken op welke wijze we duaal leren verder kunnen uitrollen binnen hoger onderwijs en volwassenenonderwijs. We zullen actief blijven deelnemen aan de overlegmomenten rond de beleidsontwikkelingen daaromtrent. We kijken daarbij ook naar de succesvoorwaarden die uit de ESF-proefprojecten zijn gekomen. |
Timing | Op vraag |
Betrokken partners | - Andere sectororganisaties - Departement WSE - Departement Onderwijs - stakeholders uit hoger- en volwassenenonderwijs |
Inspanningsverbintenissen | Actieve deelname aan overlegmomenten mbt de beleidsontwikkelingen duaal leren in hoger en volwassenenonderwijs. |
Actie 2: Deelname aan werkgroepen/klankbordgroepen mbt de opmaak van relevante BKD’s, standaardtrajecten en opleidingsprofielen binnen secundair onderwijs, volwassenenonderwijs en hoger onderwijs | |
Omschrijving | Als sector van de lokale besturen willen we blijven meewerken aan de uitwerking van BKD’s en standaardtrajecten, zowel binnen volwassenenonderwijs, hoger onderwijs als secundair onderwijs voor relevante opleidingen binnen de sector. |
Timing | Op vraag |
Betrokken partners | - Andere sectororganisaties - Departement WSE - Departement Onderwijs - stakeholders hoger - en volwassenenonderwijs |
Inspanningsverbintenissen | Actieve deelname aan overlegmomenten voor de opmaak van relevante BKD’s, standaardtrajecten en opleidingsprofielen. |
Rode draden
Intersectorale samenwerking | Volgende acties zijn in overleg met andere sectororganisaties Kwantiteit - Actie 5: Centraal aanmeld- en matchingsysteem voor werkplekken duaal zorgkundige – luik gezinszorg => In samenwerking met VIVO - Actie 6: Deelname aan infosessies van scholen en pedagogische onderwijsdiensten van de onderwijsnetten => In samenwerking met VIVO - Actie 7: Opmaak en verspreiding van infobrochures relevante duale opleidingen => In samenwerking met VIVO Kwaliteit - samenwerking onderwijs/werkpartners: Actie 2: intervisiesessies tussen scholen en werkplekken uit bepaalde regio’s => in samenwerking met VIVO |
Actie 9: Infosessies voor werkplekken ifv specifieke duale opleidingen => In samenwerking met Cult! – netwerk cultuurhuizen (ev.) Kwaliteit – erkennen van leerwerkplekken Actie 1: het onderzoeken en behandelen van de erkenningsaanvragen van de werkplekken binnen sector lokale besturen (ifv de activiteitenlijst) => In samenwerking met andere sectororganisaties wordt er afgestemd welke activiteiten essentieel zijn om een opleiding te kunnen aanbieden door een lokaal bestuur. We stemmen daar actief rond af met andere relevante sectororganisaties. Als we meer focussen op technische opleidingen en podiumtechnieken, zal er daarrond ook verdere afstemming nodig zijn met sectororganisaties zoals Volta, Constructiv en podiumkunsten. We blijven ook steeds deelnemen en een actieve bijdrage leveren aan de klankbordgroep sectoren, georganiseerd door het departement WSE. | |
Acties als gevolg van de impact van corona (relance toets) | Volgende acties worden (versterkt) uitgevoerd nav de impact van de coronacrisis: De sector monitort de impact van Corona op de leerwerkplekken en neemt indien mogelijk acties die hieraan tegemoet komen. Dit is belangrijk voor sectoren die zwaar getroffen zijn door Corona, b.v. de zorgsector. Kwantiteit - Actie 5: Centraal aanmeld- en matchingsysteem voor werkplekken duaal zorgkundige – luik gezinszorg => extra ondersteuning ifv vinden van werkplekken in de gezinszorg Actie 7: Opmaken en verspreiden infobrochures relevante duale opleidingen => focus op opleiding ((assistent-)podiumtechnieken Actie 8: Elektronische nieuwsupdate duaal leren voor erkende en geïnteresseerde lokale besturen => specifieke aandacht voor wijzigingen nav de corona- maatregelen Actie 9: Infosessies voor werkplekken ifv specifieke duale opleidingen (ev. ism scholen en andere sectororganisaties) => focus op opleiding ((assistent-)podiumtechnieken. Actie 11: Overleg ifv aanpak problemen met standaardtrajecten kinderbegeleider en zorgkundige duaal => bespreking werkwijze huidige standaardtrajecten kinderbegeleider en verzorgende/zorgkundige duaal ifv verhogen mogelijke instroom van leerlingen in beide opleidingen. Kwaliteit – begeleiden van mentoren Actie 1: - Organisatie sectorspecifieke mentoropleiding zorgberoepen en technisch uitvoerende beroepen |
=> uitbreiding van de opleiding met intervisiemoment => digitale variant van de mentoropleidingen voorzien Actie 2: - contacteren mentoren die de mentoropleiding nog moeten volgen => polsen naar de haalbaarheid van de begeleiding op de werkvloer in tijden van corona Kwaliteit - samenwerking onderwijs/werkpartners: Actie 2: intervisiesessies tussen scholen en werkplekken uit bepaalde regio’s => aandacht voor de begeleiding op de werkvloer in tijden van corona | |
Acties die bijdragen tot het optimaliseren/ vernieuwen van de werking | Kwaliteit – begeleiden van mentoren Actie 1: - Organisatie sectorspecifieke mentoropleiding zorgberoepen en technisch uitvoerende beroepen => uitbreiding van de opleiding met intervisiemoment => digitale variant van de mentoropleidingen voorzien Kwaliteit - samenwerking onderwijs/werkpartners: Actie 2: intervisiesessies tussen scholen en werkplekken uit bepaalde regio’s => Dit moet resulteren in nieuwe werkwijzen/instrumenten/afspraken om een betere opvolging en evaluatie van de leerlingen en een goede afstemming van de leerdoelen tussen school en werkplek mogelijk te maken. |
Resultaatsverbintenissen
We plannen in totaal 246 plaatsbezoeken en 275 telefonische contacten ifv de erkenning, hererkenning en opvolging van werkplekken. De bedoeling is dat voor minimaal 90% van de nieuwe erkenningsaanvragen en minimaal 90% van de hererkenningsaanvragen er een plaatsbezoek zal plaatsvinden of minstens een telefonisch contact. Bovendien willen we ook minstens 90% van de lokale besturen die reeds een erkenning voor een niet-duale opleiding hebben contacteren met de vraag een duale variant of aanverwante opleiding aan te bieden. Ten slotte contacteren we ook minstens 50% van de lokale besturen die de voorbije drie jaar minder dan drie leerlingen hebben opgeleid. Uiteraard kan een lokaal bestuur soms meerdere erkenningen hebben en is het dus zinvol om soms meerdere erkenningsaanvragen samen te behandelen of een plaatsbezoek ifv een hererkenning te combineren met een reactivering van een werkplek bij datzelfde bestuur. Dus het aantal plaatsbezoeken en telefonische contacten komt dus niet 100% overeen met het aantal (her)erkenningsaanvragen of aantal besturen met een inactieve werkplek. Op basis van onderstaande cijfers kwamen we tot de vooropgestelde streefcijfers wat plaatsbezoeken en telefonische contacten betreft:
Schatting aantal plaatsbezoeken en telefonische contacten mbt nieuwe erkenningsaanvragen voor 2021 en 2022:
• Aantal nieuwe erkenningsaanvragen 2019: 228
• Aantal afzonderlijke werkplekken: 144
• Aantal afzonderlijke lokale besturen: 81
• Aantal nieuwe erkenningsaanvragen 2020 (tem 1 december 2020): 178
• Aantal afzonderlijke werkplekken: 118
• Aantal afzonderlijke lokale besturen: 59
Voor 2021 houden we rekening met een verdere lichte daling van het aantal nieuwe erkenningsaanvragen aangezien de aanhoudende coronaproblematiek al zeker in het voorjaar van 2021 speelt en aangezien reeds veel geïnteresseerde lokale besturen een aanvraag deden. Dit komt erop neer dat we rekenen op een 150-tal nieuwe erkenningsaanvragen voor een 100-tal afzonderlijke werkplekken. Rekening houdend met het feit dat er soms meerdere aanvragen per werkplek en per bestuur ingediend worden, gaan we uit van een 75-tal plaatsbezoeken in dit kader en een 25-tal telefonische contacten.
Voor 2022 verwachten we opnieuw een grotere toename van het aantal nieuwe erkenningsaanvragen gezien de bijkomende inspanningen naar culturele centra en technische diensten. We verwachten een 200-tal nieuwe aanvragen op 133 afzonderlijke werkplekken (2/3de van het aantal aanvragen). We gaan ervan uit dat we in dat kader 100 plaatsbezoeken afleggen (75% van het aantal werkplekken) en 33 telefonische contacten (25% van het aantal werkplekken).
Schatting aantal plaatsbezoeken en telefonische contacten mbt (her)erkenningsaanvragen voor 2021 en 2022:
• Aantal erkenningsaanvragen 2016: 111
• Aantal afzonderlijke werkplekken 2016: 53
• Aantal afzonderlijke lokale besturen 2016: 27
• Aantal erkenningsaanvragen 2017: 156
• Aantal afzonderlijke werkplekken 2017: 101
• Aantal afzonderlijke lokale besturen 2017: 69
We rekenen ook hier op ongeveer 75% van de afzonderlijke werkplekken die een plaatsbezoek zouden krijgen in 2021 en 2022 in functie van een hererkenning, met andere woorden 40 plaatsbezoeken in dit kader en een 13-tal telefonische contacten in 2021 en 76 plaatsbezoeken en 25 telefonische contacten in 2022.
Lokale besturen met een inactieve werkplek (minder dan 3 leerlingen in de voorbije 3 jaar)
Om exacte aantallen te weten te komen, zouden we dit moeten opvragen bij departement WSE op basis van de cijfers in Werkplekduaal. Momenteel is het voor ons moeilijk om hier een exacte inschatting van te maken. Er zijn momenteel ca. 428 verschillende vestingen erkend voor één of meerdere opleidingen. We vermoeden dat ongeveer 25% van deze vestigingen minder dan 3 leerlingen opgeleid hebben in de voorbije 3 jaar. Dit komt overeen met 107 vestigingen. We hopen zo veel mogelijk van deze vestigingen de komende jaren minstens telefonisch te kunnen bereiken en indien nodig gaan we nog eens langs voor meer uitleg over duaal leren. We denken dat 90% telefonisch (96 telefoontjes) bereikt zal worden en 10% via een plaatsbezoek (11 plaatsbezoeken)
Lokale besturen met een erkenning voor Leren&Werken zonder erkenning voor een aanverwante duale opleiding
• Aantal erkenningen: 174
• Aantal afzonderlijke werkplekken: 128
• Aantal afzonderlijke lokale besturen: 88
We willen het merendeel van deze werkplekken contacteren, en in het geval van meerdere erkenningen bij dezelfde vestiging bekijken of er ook een duale variant van de erkende opleiding aangevraagd kan worden. In dit geval gaan we uit van meer telefonische contacten dan plaatsbezoeken. We schatten het aantal telefonische contacten op 65% (83 werkplekken) en plaatsbezoeken op 35% (45 werkplekken), die we in de komende 2 jaar zullen afleggen.
In totaal geeft dat volgend overzicht:
Resultaatsverbintenis | 2021 | 2022 |
Aantal plaatsbezoeken (per jaar) in het kader van erkenning en opvolging van leerwerkplekken | 143 | 204 |
Aantal telefonische contacten (per jaar) in het kader van erkenning en opvolging van leerwerkplekken | 125 | 150 |
Aantal op te volgen mentoren | > 270 mentoren < 540 mentoren |
Ook ‘virtuele’ bezoeken kunnen in rekening gebracht worden. Dit zijn online vergaderingen van een 2-tal uur. Deze virtuele bezoeken tellen voor 1/4de werkdag (twee virtuele bezoeken staan dus gelijk aan 1 plaatsbezoek). Tijdens periodes waarin het omwille van wettelijke restricties op het vlak van de pandemie covid-19 crisis niet mogelijk is om fysiek langs te gaan op de werkplek, staat een virtueel bezoek gelijk aan een plaatsbezoek (telt dus 1/2de werkdag).
Budgetcategorieën
Budgetcategorie 1
Voor het duaal addendum kiezen we binnen budgetcategorie 1 voor Categorie 1: minstens 100 werkdagen per jaar > minstens 200 werkdagen in 2 jaar en dus 24.500 euro/ jaar – 49.000 euro voor 2 jaar (zoals voorgesteld in het sjabloon). In ons geval zal dit een combinatie zijn van plaatsbezoeken en telefonische contacten (en in beperkte mate mails).
Zoals in onze acties 1, 2 en 3 bij de kwantiteit van werkplekken en acties 1 en 2 bij de kwaliteit van werkplekken beschreven staat, zetten we sterk in op plaatsbezoeken. Op basis van de cijfergegevens van het aantal erkenningsaanvragen uit het verleden, denken we in 2021 en 2022 samen 347 plaatsbezoeken af te leggen in het kader van de (her)erkenningen en opvolging van werkplekken Daarnaast voorzien we ook nog 275 telefonische contacten in de komende 2 jaar.
Budgetcategorie 2
Inschaling categorie:
Categorie 3: > 270 mentoren < 540 mentoren
Algemene bepalingen inzake financiering, beëindiging, wijziging, evaluatie, controle en toezicht van de overeenkomst
Financiering
Twintig procent van het in artikel 1 vermelde bedrag wordt uitbetaald in zoverre de resultaatsverbintenissen zijn behaald. Als een resultaatsverbintenis niet wordt behaald, wordt de twintig procent a rato van het aantal behaalde resultaatsindicatoren uitbetaald.
Beëindiging
Het addendum wordt afgesloten voor een periode van twee jaar. Het addendum kan niet stilzwijgend worden verlengd.
Het addendum eindigt hetzij bij het verstrijken van de looptijd, hetzij bij onderlinge overeenkomst tussen de partijen, hetzij door opzegging. De partijen kunnen op elk moment het addendum opzeggen, mits ze een opzegtermijn van zes maanden in acht nemen. De kennisgeving van de opzegging gebeurt per aangetekende brief. De opzeggingstermijn begint te lopen vanaf de eerste werkdag na de kennisgeving. Het addendum kan door de Vlaamse Regering worden beëindigd zonder inachtname van een opzegtermijn en zonder dat het aanleiding kan geven tot de betaling van een vergoeding als het algemeen belang dat in buitengewone omstandigheden vereist. Als bij de evaluatie door het departement Werk en Sociale Economie wordt vastgesteld dat de representatieve werkgevers- en werknemersorganisaties op ernstige wijze tekortschieten in de verwezenlijking van de beoogde doelstellingen, kan de Vlaamse Regering het addendum eenzijdig beëindigen zonder opzegtermijn en zonder dat het aanleiding kan geven tot de betaling van een vergoeding.
Evaluatie
Het departement Werk en Sociale Economie voorziet richtlijnen voor de inhoudelijke en financiële rapportage. Bij de opvolgingsmomenten en evaluaties wordt nagegaan of de aangegane verbintenissen ook effectief zijn bereikt.
Controle en toezicht
De sociaalrechtelijke inspecteurs van het departement Werk en Sociale Economie zijn belast met het toezicht op de naleving van de bepalingen van deze overeenkomst.
Opgemaakt in drie originele exemplaren waarvan elke partij een exemplaar ontvangt te Brussel op
Namens de Vlaamse Regering,
De Vlaamse minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale Economie en Landbouw,
Xxxxx XXXXXXX
De Vlaamse minister van Onderwijs, Sport, Dierenwelzijn en Vlaamse Rand,
Xxx XXXXX
De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Bestuurszaken, Inburgering en Gelijke Kansen,
Xxxx XXXXXX
Namens de sociale partners van de sector Lokale besturen, met als vertegenwoordigers voor de werkgevers:
De xxxx Xxxx XXXXXXXX, Algemeen Directeur VVSG
De xxxx Xxxx XXX XXXXXXXXXXXXX,
Directeur Mens VVSG
en met als vertegenwoordigers voor de werknemers:
De xxxx Xxxxxxxxx XXXXXXXXXXXX, Nationaal secretaris ACV LRB
De heer Xxxxx XXX XXX XXXXX, Xxxxxxxx secretaris ACOD LRB
Xxxxxxx Xxxxxxxx XXXXXXXXX, Voorzitter regio Vlaanderen VSOA LRB