Versie: juli 2020
Versie: juli 2020
De RI&E is een arbowettelijke verplichting waarin nieuwe risico’s als COVID-19
ook in opgenomen moeten zijn. Dit document is versie 1 van de gemeente
specifieke vragenlijst corona-RI&E. Deze vragenlijst wordt getest bij vijf
xxxxxxxxx en naar verwachting verschijnt in september een nieuwe versie.
RI&E-module Corona
Wij zijn vóór
Met dank aan:
Inhoud
Welke naam gebruiken we nu? 3
Randvoorwaarden voor gebruik Corona-module RI&E. 3
Uitgangspunten 3
Gemeente specificiteit 3
Toelichting begrippen 4
Risicogroepen 5
Adembescherming 5
Desinfectie 5
Vervoer 5
Maatregelen verantwoord werken bij burgers en bedrijven 5
Risicoklassen vragenlijst 6
Gebruikte bronnen 6
RI&E-Module Corona 7
Organiseren 7
Implementeren 11
Borgen 12
WELKE NAAM GEBRUIKEN WE NU?
XXXXX-00, Xxxxxx, XXXX-XxX-0, deze namen zijn allemaal in omloop als het gaat om de huidige epidemie. Het ziekmakende virus heeft officieel SARS-CoV-2 en de ziekte die het veroorzaakt heet COVID-19. En in het taalgebruik wordt ‘Corona’ gebruikt voor zowel het virus als de ziekte.
De RI&E-module richt zich primair op het voorkomen van blootstelling aan het virus. Om die reden wordt voorgestel om te spreken over de ‘Corona’-module, waarbij ‘Corona’ verwijst naar het virus SARS-CoV-2-virus. Daar waar de ziekte wordt bedoelt is steeds COVID-19 gebruikt
RANDVOORWAARDEN VOOR GEBRUIK CORONA-MODULE RI&E.
Deze Corona-RI&E-module is een aanvulling op het reguliere RI&E-instrument van de gemeentelijke sector. Dit betekent dat de aspecten uit het reguliere arbobeleid die raakvlakken hebben met de infectiepreventie van het corona-virus in deze module niet aan bod komen. De vooronderstelling in deze module is dat de basis arbozorg aanwezig is of dat men zicht heeft op de verbeterpunten. Zonder volledig te zijn moet u denken aan:
• Aanwezigheid preventiemedewerker.
• Overleg en afstemming tussen management en medezeggenschapsorgaan over arbobeleid.
• Contract met een Arbodienst of een maatwerkregeling waarbij een bedrijfsarts en andere kerndeskundigen beschikbaar zijn.
• De aanwezigheid van een opgeleide, getrainde en geoefende BHV-organisatie.
• Een beleid op het gebied van psychosociale arbeidsbelasting.
• Gebouwbeheer op orde (klimaatbeheersing, legionellabeheersing, schoonmaak).
UITGANGSPUNTEN
De volgende uitgangspunten zijn gehanteerd bij het opstellen van deze RI&E-module:
• De informatie van het RIVM is het referentiepunt voor de risicobeoordeling en de te nemen maatregelen vanuit het oogpunt van infectiepreventie.
• De informatie van de Rijksoverheid is het referentiepunt als het gaat om handhavingsbeleid.
• Daarnaast is een aantal andere bronnen gebruikt ter toetsing op de volledigheid en correctheid van deze vragenlijst. Zie ‘Gebruikte bronnen’.
• De stellingen zijn enigszins generiek. Dit voorkomt dat de vragenlijst frequent bijgewerkt moet worden bij veranderend overheidsbeleid t.a.v. COVID-19. Er zijn verwijzingen opgenomen naar onderliggende, gedetailleerde informatie. Die zal men in voorkomende gevallen moeten lezen.
GEMEENTE SPECIFICITEIT
De vragenlijst bevat gemeente specifieke vragen. Hiervoor zijn functiegroepen binnen de gemeentelijke sector geclusterd naar blootstellingprofiel. Een blootstellingprofiel zegt iets over de mate en frequentie van besmettingsgevaar en de beïnvloedingsmogelijkheden op dat besmettingsgevaar. Want binnen gemeentelijke instellingen (kantoor, gemeentewerf, GGD etc.) zijn door regels de toegang en het gedrag van medewerkers en burgers te beïnvloeden. Bij het werken van medewerkers bij bedrijven en burgers thuis en in de publieke ruimte (zoals parkeerbeheer, groenwerk) is het gedrag van burgers minder goed te beïnvloeden. Er horen dus andere maatregelen bij de verschillende situaties. Daarnaast moet rekening worden gehouden met agressief gedrag van burgers (bewust spugen of aanraken met de dreiging van besmetting met het coronavirus).
1 xxxxx://xxx.xxxx.xx/xxxxxxxxxxx-xxxxx-00/xxxxxx-xxxxxxxxxx
2 xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxxx/xxxxxxxxxxx-xxxxx-00
DE VOLGENDE BLOOTSTELLINGPROFIELEN ZIJN OPGESTELD.
RISICO KLASSE (1) | BLOOTSTELLINGSPROFIEL | FUNCTIEGROEP (2) |
1 | Werkzaam in gebouwen of terreinen met geen of weinig fysieke publiekcontacten | Kantoor: Xxxxxxxx, repro, archief, beleidsfuncties Buitendienst: Magazijn, Civiel grijs, chauffeurs/ beladers |
2 | Werken in de publieke ruimte met geen of weinig fysieke publiekscontacten. | Buitendienst: Groen, Begraafplaatsen, Reiniging. |
3 | Werkzaam in gebouwen of terreinen in combinatie met fysieke publiekscontacten uit hoofde van de functie Werkzaam bij burgers en/of bedrijven | Kantoor: receptie, portiersloge en bewaking, schoonmaak eigen, catering en kantine, kassa werkplek. Buitendienst: Milieustraat, functies met publiekscontacten |
4 | Werkzaam in de publieke ruimte en publiekscontacten uit hoofde van de functie. | Buitendienst: Toezichthouders extern. |
(1) Risicoklasse: kwalitatieve maat waarbij 1 een laag risico en 4 een hoger risico voorstelt omdat men meer contacten met fysieke nabijheid heeft en het gedrag van derden moeilijker te beïnvloeden is.
(2) Functiegroep: deze lijst is niet volledig, ze is aangereikt door A&O fonds Gemeenten. Hier opgenomen ter illustratie.
TOELICHTING BEGRIPPEN
Risicogroepen
Sommige mensen hebben een grotere kans om ernstig ziek te worden of te overlijden door het coronavirus dan anderen. Deze kwetsbaarheid heeft gevolgen voor medewerkers of het wel of niet veilig is om naar het werk komen. Overleg hierover met de bedrijfsarts in voorkomende gevallen is nodig.
En het heeft gevolgen voor situaties waarin door medewerkers werkzaamheden bij burgers worden uitgevoerd die tot een risicogroep behoren. Dat kan gevolgen hebben voor de veiligheid van de burger.
De risicogroepen zijn in het algemeen ouderen boven de 70 jaar en volwassenen met een onderliggend lijden, zoals long-, hart, en nierziekten en diabetes. Voor de exacte invulling van het begrip ‘risicogroep’ wordt verwezen naar de informatie van het RIVM: xxxxx://xxx.xxxx.xx/xxxxxxxxxxx-xxxxx-00/xxxxxxxxxxxxx .
Op basis van de huidige literatuur lijken zwangere vrouwen geen verhoogd risico te hebben om geïnfecteerd te worden met SARS-CoV-2 virus en het ontwikkelen van COVID-19.
Adembescherming
Er zijn twee typen adembescherming in relatie tot het Coronavirus:
• FFP2 masker met CE-markering: primair bedoeld voor bescherming van je zelf tegen besmetting.
• Chirurgische mondneus-masker IIR: primair bedoeld om de verspreiding van het virus te voorkomen.
Voor BHV-situaties wordt een FFP2 masker voorgeschreven. In andere gevallen waar adembescherming zinvol is, wordt een chirurgisch mondneus-masker IRR. voorgeschreven. Voor de onderbouwing van deze keuze die is gemaakt in deze module is gebruikt gemaakt van de aanwijzing van het RIVM: xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxxx/xxxxxxxxxxx-xxxxx-00/xxxxxxxxxx/ publicaties/2020/04/11/factsheet-verdeling-pbm
Om elk misverstand te voorkomen: daar waar normaliter adembescherming nodig is om het werk veilig uit te kunnen voeren (zoals FFP1, FF2, FFP3, onafhankelijke adembescherming) is dat nu ook. In die situaties wordt dus nu niet afgeschaald naar een FFP2 of chirurgisch neusmondmasker.
Desinfectie
Bij handdesinfectie heeft water en zeep en het gebruik van papieren tissues de voorkeur. Een andere optie is het gebruik van desinfecterende gel (bij voorkeur zonder isopropylalcohol). Producten met ethanol worden afgeraden. Dit is een kanker- verwekkende stof, daarvoor geldt een vervangingsplicht en maakt het nodig dat ook de aanvullende registratieplicht nodig is conform artikel 4.13 en 4.14 Arbobesluit. Zie ook xxxxx://xxx.xxxx.xx/xxxxxxxxxxx-xxxxx-00/xxxxxxx.
Vervoer
We maken onderscheid tussen woon-werkverkeer en werkverkeer. De aanwijzingen volgen het (handhavings-)beleid van de Rijksoverheid. Zie o.a. xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxxx/xxxxxxxxxxx-xxxxx-00/xxxxxxx-xxxxxxxx-xxxxxxx-xxxxxxxxxxx/xxxxxxx- met-de-auto-of-taxi
Voor de RI&E-vragenlijst is het uitgangspunt dat samen reizen ontmoedigd dient te worden uit het oogpunt van infectiepreventie, ook als het handhavingsbeleid samen reizen toelaat. Dan hebben we het over zowel woon-werkverkeer als werkverkeer met auto (dienstreizen, vrachtauto (vuilophaaldienst) of voertuigen met een cabine (groen, reiniging e.d.)). Dit betekent in de regel voor gemeentelijke vervoersmiddelen een beperking van het aantal inzittende en gedragsregels ten aanzien van zitplaatsen en reiniging. Zie de toelichting in de vragenlijst.
Maatregelen verantwoord werken bij burgers en bedrijven
Bij het werken bij burgers of bedrijven wordt vooraf uitgevraagd of er mensen zijn met gezondheidsklachten of bewezen Corona besmetting of dat mensen behoren tot een kwetsbare groep. Vervolgens worden altijd de algemene regels gevolgd, eventueel met aanvullende maatregelen.
Algemene regels voor werken bij burgers en bedrijven
• Afstand houden tot de gesprekspartner
• Zo min mogelijk deurklinken en oppervlakken aanraken.
• Geen toiletbezoek op de bezoeklocatie.
• Na bezoek: reinig de handen buiten met meegebracht water en zeep. Droog af met papieren handdoekjes.
Een andere optie is het gebruik van desinfecterende gel (zonder ethanol en bij voorkeur zonder isopropylalcohol).
Uitvoeren van (huis)bezoek/werkzaamheden bij mensen die behoren tot de risicogroep
• Alleen als hiervoor een noodzaak is, anders opnieuw inplannen.
• Hanteer de algemene regels voor werken bij burgers en bedrijven (zie hierboven).
Uitvoeren van (huis)bezoek bij mensen met corona, mensen met lichte gezondheidsklachten:
• Alleen als hiervoor een noodzaak is, anders op afstand afhandelen (telefoon, videobellen) of opnieuw inplannen.
• Hanteer de algemene instructies voor werken bij burgers en bedrijven.
• Gebruik onderstaande beschermingsmaatregelen tenzij uit een Taak-Risico-Analyse blijkt dat deze maatregelen niet nodig zijn:
• Gebruik adembescherming chirurgisch neusmondmasker IRR.
• Draag eventueel andere PBM voor extra bescherming:
- Wegwerp handschoenen, elke kwaliteitsklasse volstaat
- Wegwerpoverall
- Wegwerpsloffen
- Veiligheidsbril (wegwerp of anders desinfecteren)
• Na (huis)bezoek: loop naar de buitendeur, doe overall, sloffen en vervolgens de handschoenen uit. Zet als laatste de adembescherming af. Zet de (wegwerp)veiligheidsbril af en raak hierbij het gezicht niet aan. Doe de persoonlijke beschermingsmiddelen in een zak. Desinfecteer de veiligheidsbril als een niet-wegwerp exemplaar is gebruikt. Reinig de handen buiten met meegebracht water en zeep. Droog af met papieren handdoekjes. Een andere optie is het gebruik van desinfecterende gel (zonder ethanol en bij voorkeur zonder isopropylalcohol).
Risicoklassen vragenlijst
In RI&E-vragenlijsten worden normaliter de items voorzien van een risicoklasse. Daarmee kan de gebruiker acties prioriteren op basis van risico op een gebeurtenis. Er is voor gekozen om hier de risicoklasse achterwege te laten.
De argumentatie hiervoor is als volgt. We gaan ervan uit dat de verbeterpunten die het gebruik van deze module oplevert, niet worden afgewogen ten opzichte van andere arboverbetermaatregelen. Daarnaast vormt het geheel van maatregelen zoals met de vragenlijst wordt geïnventariseerd een samenhangend geheel om besmetting van medewerkers, hun huisgenoten en werkcontacten te voorkomen. Het heeft weinig toegevoegde waarde daarbinnen nog een onderscheid in risicoklassen aan te brengen. Het is aan de gemeentelijke overheid zelf (management, medezeggenschapsorgaan) om te bepalen in welke volgorde verbetermaatregelen opgepakt worden. Het belang van infectiepreventie voor het Coronavirus is evident.
GEBRUIKTE BRONNEN
Naast de informatie van het RIVM en de Rijksoverheid zijn de volgende bronnen geraadpleegd:
• Algemene handreiking COVID-19 SER xxxxx://xxx.xxx.xx/xx/xxxxx/xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx/Xxxxxxxxxxx/xxxxxxxxxxx-xxxxx-00
• Arbo-inf@ct, kennisnieuwsbrief: xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxx.xx/xxxx-xxxxxxxxxxxxx/xxxx-xxxxx
• NVvA informatiepagina: xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxx-00/
• VNG, verantwoord openstellen: gemeentelijke organisatie en dienstverlening xxxxx://xxx.xx/xxxxxxxxx/xxxxxxxxxxx-xxxxxxxxxxx- gemeentelijke-organisatie-en-dienstverlening
RI&E MODULE CORONA
# | STELLING | BEOOR- DELING | TOELICHTING | MAATREGELSUGGESTIES |
ORGANISEREN
1 | De verantwoor- delijkheid voor het Corona- beleid is belegd binnen de organisatie. | De verantwoordelijkheid voor het Corona-beleid is belegd bij een werkgroep of bij een persoon. Voorwaarde is dat relevante stakeholders zijn aangesloten. De taken van deze Corona werkgroep of - verantwoordelijke zijn: • Zorg dragen voor uitwerking van maatregelen om besmetting met het Corona- virus te voorkomen naar de organisatieonderdelen. • Organiseren van centraal en eventueel ook decentraal aanspreek- en communicatiepunt voor medewerkers en leidinggevenden. • Organiseren van de naleving van de maatregelen. | De verantwoordelijkheid voor het Corona-beleid wordt belegd. | |
Er is aansluiting op de reguliere arbo infrastructuur binnen de organisatie (preventiemedewerker, arbo- contactpersonen, BHV- organisatie) en afstemming met de arbodienstverleners (arbodienst, bedrijfsarts en andere kerndeskundigen). | ||||
2 | Er is een commu- nicatieplan waar uitvoering aan wordt gegeven. | Er is een communicatieplan, dit is onlosmakelijk verbonden met de Corona-verantwoordelijke (werkgroep of functiona- ris). Aandachtspunten in het communicatieplan zijn: • Duidelijke informatie, in woord en beeld over de maat- regelen. • Inzicht over hoe de organisatie ervoor staat in relatie tot de Corona- epidemie. | Er wordt een communicatieplan opgesteld. | |
3 | De gedragsregels voor medewerkers over gezondheids- klacht en, risico- groep en thuisblij- ven of werken zijn vastgelegd. | In gedragsregels voor medewerkers zijn de volgende afspraken vastgelegd: • Als je klachten hebt kun je dan werken en wanneer ga je in quarantaine? (*) • Als je huisgenoten klachten hebben kun je dan werken? (*) • Als je behoort tot een risicogroep mag je dan weer wer- ken op je werkplek? Consulteer de Bedrijfsarts hierover. • Voor medewerkers die betrokken zijn bij vitale processen kunnen afwijkende regels worden opgesteld. Waar kun je naar toe met vragen over gezondheidsklachten of een kwetsbare naaste en wel of niet werken? Let op dat dit medische gegevens zijn en niet door werkgever ver- werkt mogen worden. Hierbij is hulp van de bedrijfsarts/ Arbodienst vereist. (*) Raadpleeg de informatie van de Rijksoverheid. | Gedragsregels voor me- dewerkers over gezond- heidsklachten, risicogroep en thuisblijven of werken worden vastgelegd. | |
4 | De hygiëneregels voor medewerkers om besmetting tegen te gaan, zijn vastgelegd. | De algemene hygiëneregels zijn vastgelegd en gecommu- niceerd met medewerkers. Daarbij worden de RIVM-regels gevolgd. Het gaat om: • Xxxxxx wassen bij aankomt op het werk en vóór vertrek naar huis, vóór en na toiletgebruik, vóór en na gebruik lunchruimte. En verder zo vaak als nodig. • Afstand houden (1,5 meter of meer) • Geen handcontact met collega’s en derden. • Niezen/hoesten in elleboog. • Hygiënisch werken. • Toiletgebruik: deksel dicht bij doorspoelen. | De hygiëneregels voor medewerkers om besmet- ting tegen te gaan, worden vastgelegd. | |
Het belang van deze hygiëneregels is onder meer dat men al twee dagen voor dat men symptomen heeft anderen kan infecteren. Van de 1,5 meter afstand wordt alleen afgeweken als er geen alternatieven zijn. Zie vraag 8 en 9. | ||||
5 | Thuiswerken is voorgeschreven of wordt gesti- muleerd om het besmettingsrisico te verminderen. | Waar functies het toelaten is thuiswerken het uitgangspunt. Dit beperkt het risico van besmetting van zowel de medewerkers en huisgenoten als de collega’s. Het thuiswerken wordt gefaciliteerd. • Ergonomische hulpmiddelen zijn beschikbaar voor een goede thuiswerkplek. • Voorlichting over een goede inrichting en werkhouding thuis. • Aandacht voor hoe men vanuit huis op een goede ma- nier kan samenwerken en binding houdt met collega’s en de organisatie. • Duidelijkheid over werktijden, beschikbaarheid en facili- teiten | Thuiswerken wordt het uitgangspunt. Thuiswerken wordt gefaciliteerd. Afspraken over thuiswer- ken worden opgesteld. |
6 | Er zijn afspraken over het woon- werkverkeer. | Reizen van en naar het werk vormt een potentieel besmet- tingsrisico. Is het verantwoord en toegestaan om met het openbaar vervoer te reizen, om samen te reizen? Is een aan- passing van werktijden nodig om de spits te vermijden? Het overheidsbeleid is bepalend welke vormen zijn toegestaan. Zie in de toelichting onder vervoer. De gemeente zal zelf de risicoafweging moeten maken wat verantwoord is. | Afspraken over woon- werkverkeer worden vastgelegd en gecommu- niceerd. | |
7 | Er zijn afspraken over werkverkeer en dienstreizen. | Dienstreizen zijn verantwoord en in lijn met het overheidsbe- leid. Er zijn regels over werkverkeer, dat wil zeggen rijden in auto’s, vrachtauto’s en andere vervoersmiddelen: • Uitgangspunt is om samen reizen c.q. samen rijden te voorkomen. • Samenreizen gebeurt met een reserveringssysteem. Dit is nodig om achteraf vast te kunnen stellen wie met elkaar in nauw contact is geweest. • Bij instappen vindt een gezondheidsscheck plaats. Bij klachten die wijzen op besmetting met het Corona- virus stapt deze medewerker niet in. • Bij samen reizen wordt een niet-medisch mondmasker gebruikt • Houd onderling zoveel mogelijk afstand. Dit geldt ook bij in- en uitstappen. • Stel een maximum aantal inzittende vast, mede op basis van het actuele overheids- en handhavingsbeleid. • Ventileer het vervoersmiddel met buitenlucht (geen recirculatie). • Neem telkens op dezelfde plek plaats. • Zorg voor optimale hygiëne door de bedieningsmidde- len voor en na dienst of bij wisseling van chauffeur te reinigen (stuur, versnellingspook, deurklink, touchscreen, etc.) met een goed ontvettend reinigingsmiddel (bijvoor- beeld schoonmaakdoekjes). • Tanken/koffie drinken/ontbijt/WC-bezoek op tankstation; ook hier rekening houden met de afstand en na bezoek handen wassen met water en zeep. • Materiaal bijvullen/werkplaatsbezoek; houd afstand uiteraard en was je handen. | Afspraken over dienstrei- zen worden opgesteld. Afspraken over werkver- keer worden opgesteld. | |
8 | De werkplek en het werk is zo ge- organiseerd dat 1,5 meter afstand houden mogelijk is. | We beoordelen hier de werkplek en het werk in kantoor, werkplaats, werf en buitenwerk inclusief de raadszittingen. In andere vragen worden de volgende aspecten nader uitgewerkt: • Bezoek van burgers, leveranciers en werkverkeer. • Werkzaamheden bij burgers en bedrijven. | Het werk wordt zo ge- organiseerd dat geen fysieke nabijheid nodig is. Buitenwerk wordt afgezet en medewerkers dragen een hesje. | |
Het werk en de werkplek zijn zo ingericht dat geen fysieke aanwezigheid van collega’s (burgers, …) niet nodig is of dat afstand gehouden kan worden. Denk aan de volgend aspecten: • Andere organisatie van het werk: kan met afstand creë- ren of het scheiden in tijd fysieke aanwezigheid worden beperkt? Denk aan beeldbellen, digitale hulpmiddelen inzetten, spreiden van werktijden en pauzes, flexibele uren, werken in diensten, aanpassing volgorde taken. • Tussen werkplekken is minimaal 1,5 meter ruimte. Hetzelf- de geldt voor zitplaatsen in vergaderruimtes, overleg- ruimtes en kantines. Dit is circa 9 m 2 per persoon. • Balie- en wachtruimtes zijn ingericht dat 1,5 meter af- stand gewaarborgd is. • Loop- en transportroutes inclusief trappen zijn zo aan- gelegd dat zo min mogelijk ‘gekruist’ wordt met andere personen (bijvoorbeeld éénrichting). • Bij buitenwerk wordt de werkplek afgezet en dragen medewerkers hesjes. |
9 | Werk en werkplek- ken waar de 1,5 meter niet haalbaar is, is de veiligheid geborgd. | Het werk is aantoonbaar niet anders te organiseren dat 1,5 meter afstand kan worden gehouden en het werk is niet uit te stellen, dan zijn extra maatregelen nodig. Laat zo nodig een Taak-Risico-Analyse opstellen. Denk aan de volgende maatregelen: • Schermen • Persoonlijke beschermingsmiddelen. • Extra hygiëne maatregelen | Toon aan dat het werk niet is uit te voeren met 1,5 meter afstand. Organiseer het werk en de werkplek zo dat de veiligheid geborgd is. | |
Aandachtspunten bij persoonlijke beschermingsmiddelen zijn: • Goede instructie geven: Handschoenen en mondmasker video. • Maskers niet hergebruiken en tijdig vervangen. • Bij alle adembeschermingsmiddelen (mondkapjes) is een goed sluitende pasvorm belangrijk. Omdat elk gezicht anders is, brengen fabrikanten op diverse plekken buig- zame delen aan. Deze moeten correct in vorm worden gebracht om de gewenste bescherming te bieden. Mannen hebben geen gezichtsbeharing. • Maskers om jezelf te beschermen zijn FFP2 (met CE-certi- ficaat). • Maskers om verspreiding te voorkomen: chirurgische maskers IRR | Verzorg instructies over goed gebruik van per- soonlijke beschermings- middelen. | |||
Zorg dat de luchtbehan- deling op orde is (zie 15.) | ||||
10 | Er zijn afspraken over omgang met derden in | Onder gebouwen en terreinen wordt verstaan alle panden van of in gebruik door de gemeente waar medewerkers wer- ken, inclusief de raadszaal en publiek tribune (in tegenstelling | Stel gedragsregels op voor derden (leveran- ciers, burgers, onderaan- | |
gebouwen en | tot werk van medewerkers bij | nemers) Beoordeel de | ||
terreinen. | burgers en bedrijven of in de publieke ruimte, dat komt aan | wenselijkheid van externe | ||
bod bij vraag 11 en 12) | contacten. Beperk de | |||
bezoekersbewegingen. | ||||
• De wenselijkheid en noodzaak van externe contacten is beoordeeld. • Er zijn gedragsregels en die zijn gecommuniceerd met externe contacten (raadsleden, burgers, bezoekers, leveranciers, opdrachtnemers). • Bezoekersbeweging binnen in de ruimte zijn beperkt tot strikt noodzakelijke (looproutes, toegang dosering e.d.). | ||||
11 | Er zijn afspraken over omgang met derden in de publieke ruimte. | • De gemeente communiceert over de gedragsregels voor burgers in de publieke ruimte. • Medewerkers die hun taak in de publieke ruimte uitvoe- ren zijn goed geïnstrueerd over de gedragsregels in hun contact met burgers. | Stel gedragsregels op voor burgers in de publie- ke ruimte. Instructie voor medewerkers die hun taak in de publieke ruimte uitvoeren. | |
12 | Er zijn afspraken voor werkzaamhe- den bij burgers en bedrijven. | Voor werk bij burgers en bedrijven zijn gedragsregels opge- steld en die worden gevolgd. Zie de toelichting onder Maatregelen voor verantwoord wer- ken bij burgers en bedrijven. | Gedragsregels voor verantwoord werken bij burgers en bedrijven wordt opgesteld. | |
13 | Er zijn afspraken over de opvang van medewerkers | In de omgang met burgers kunnen medewerker bedreigd worden dat ze besmet worden of bespuugd of ongewild aangeraakt worden. Organiseer opvang, bijvoorbeeld via de | Opvang wordt georganiseerd voor medewerkers die | |
na spuuginci- | arbodienst. Denk hierbij ook aan het aanbieden van contact- | slachtoffer zijn geworden | ||
denten of ander | onderzoek en aangifte bij de politie. | van een spuugincident of | ||
situaties waarbij | op een andere manier | |||
gevaar op directe | mogelijk besmet zijn | |||
besmetting speelt. | geraakt met het Corona- | |||
virus. | ||||
14 | Het gebouwbe- heer is op orde bij op- | Stel vast als na een lange periode van een lage bezetting of leegstand weer wordt opgestart, dat alle aspecten van het gebouwbeheer weer op niveau zijn. Denk aan: water (door- | Stel vast als na een lange periode van een lage bezetting of leegstand | |
start na periode | spoelen leidingen en douches luchtbehandeling, ventilatie, | weer wordt opgestart, | ||
van lage bezet- | verwarming, schoonmaak, afvalverwijdering, verlichting e.d.). | dat alle aspecten van het | ||
tingsgraad of | gebouwbeheer weer op | |||
leegstand. | niveau zijn. | |||
15 | De luchtbehande- ling is op orde. | Als de bezetting van werkruimtes lager is dan vóór de CO- VID-19-epidemie dan kan men ervan uitgaan dat bij de normale bedrijfsstand van de luchtbehandeling de ventilatie voldoende is. Is de bezetting van de werkruimte niet veranderd, was er al sprake van te weinig ventilatie, zorg dan dat dit wordt aangepast. De ondergrens voor goede venti- latie is 25 m 3 /uur per medewerker of 3m 3 /uur/m 2 vloerop- pervlak. Enkele praktische opties voor goed ventileren zijn: • Ventilatiesystemen ’s ochtends eerder aanzetten of ’s nachts laten draaien. • Regelmatig de ramen openzetten en bij voorkeur gedu- rende de werkdag openhouden. | Stel vast op de luchtbe- handeling op orde is.
|
16 | Er zijn hygiëne maatregelen op de werkplek | Denk hierbij aan: • Mogelijkheden om de deuren te openen zonder aan te raken. Maar niet als de veiligheid in het geding is (brand- deuren, vergroot valgevaar). • Beperkende maatregelen voor gebruik van liften. • Dispensers om handen te wassen en oppervlakken en hulpmiddelen schoon te maken. • Schoonmaak. Met name deurklinken en contactopper- vlakken. • Bij flex- en aanlandplekken worden beeldscherm, tele- foon en headset ook schoongemaakt. | Voorzie werkplekken van voldoende hygiënemaat- regelen, namelijk [zelf invullen] Markeer flex/aanlandplekken waar aan is gewerkt zodat die worden schoongemaakt na gebruik | |
17 | Sanitaire ruimtes zijn op orde. | Toilet: • Dispensers op het toilet om de bril schoon te maken. • Aanwijzing om deksel te sluiten bij doortrekken. • Ventilatie van de toiletruimte • Voorkeur voor wegwerp handdoeken boven handdoek- rollers. Zet hand blowers buiten gebruik. • Hygiëneregels zijn opgehangen. • Aangepast schoonmaakregime (frequenter schoonma- ken van deurklinken, toilet en andere contactoppervlak- ken). Douches: • Leidingen zijn doorgespoeld. Voorkom bij doorspoelen inademen van druppels door douchekop in emmer met water onder te dompelen of doek om douchekop te hangen. Dit is nodig om Legionellabesmetting te voorko- men omdat bij langdurige leegstand het risico hierop is verhoogd. • Pas het schoonmaakregime aan (frequenter schoonma- ken van deurklinken, douche en andere contactopper- vlakken). | Stel vast op de sanitaire ruimtes op orde zijn. |
# | STELLING | BEOOR- DELING | TOELICHTING | MAATREGELSUGGESTIES |
IMPLEMENTEREN
1 | Er is aandacht voor de psychosociale aspecten van de 1,5-meter- economie. | Er is aandacht aan de gevolgen van de 1,5-meter-economie op de psychosociale belasting van medewerkers. Dat bete- kent dat er in ieder geval aandacht is voor de volgende punten: • Veranderende werkprocessen door de COVID-19-epide- mie kan ertoe leiden dat medewerkers meer ondersteu- ning nodig hebben (feedback, instructie). • Thuiswerk: balans werk- privé, collegiaal contact en con- tact leidinggevende- medewerker zijn anders dan als je fysiek in de organisatie werkt. • De binding met de collega’s en de organisatie veran- dert: de omgang met collegá’s en burgers en relaties is anders, het gevoel van ‘weekenddienst’, of vaker alleen werken. • Een deel van de mensen ervaart de epidemie als ang- stig en dit nemen ze mee naar het werk. • Het vraagt van leidinggevende een andere stijl van communiceren. | Leidinggevende besteden aandacht aan de psychosociale belasting van het werk tijdens de Corona epidemie. Leidinggevenden worden opgeleid om hun medewerkers goed te ondersteunen. | |
2 | De Corona- afspraken zijn vertaald in gedragsregels per functie, team of vestiging en die worden nage- leefd. | Alle Corona-maatregelen en - procedures worden vertaald naar gedragsregels per functie, team of locatie, zodat elke medewerker weet wat hij/zij moet doen. En collega’s en leidinggevende spreken elkaar daar op aan. Er wordt tenminste een onderscheid gemaakt naar de volgende functiekarakteristieken: • Werkzaam in gebouwen of terreinen en geen of weinig fysieke publiekcontacten • Werken in de publieke ruimte en geen of weinig fysieke publiekscontacten • Werkzaam in gebouwen of terreinen in combinatie met fysieke publiekscontacten uit hoofde van de functie • Werkzaam bij burgers en/of bedrijven • Werkzaam in de publieke ruimte en publiekscontacten uit hoofde van de functie. Zie Gemeente specificiteit | Stel gedragsregels op voor functies of teams. | |
3 | Gebouw en werk- plekken worden voldoende schoongehouden om besmettingsrisico’s te verkleinen. | Dagelijks schoonmaken van oppervlakken waar mensen aan werken, bij intensief contact van meerdere personen op een dag: vaker schoonmaken. • Water en zeep is in principe voldoende. Zie desinfectie. • Er wordt geen gebruik gemaakt van elkaars gereed- schappen, vervoersmiddelen, mobiel, enz. tenzij deze vooraf gereinigd zijn met desinfecterend middel. | Het schoonmaakregime wordt aangepast. | |
4 | De BHV- organi- satie is afgestemd op het Corona besmet- tingsrisico. | In de organisatie van de BHV- organisatie zijn de volgende punten op orde: • De bezetting van de BHV- organisatie is op orde. Dat wil zeggen dat de aanwezigheid van BHV-ers gewaarborgd is als een deel van de medewerkers niet op de werkplek aanwezig is. • Ten aanzien van reanimatie wordt het advies in verband met het Coronavirus gevolgd van de Nederlandse Re- animatie Raad. • Bij ontruiming en bij terugkeer blijft, zoveel als kan, de 1,5 m afstand van elkaar gehandhaafd. • Op de verzamelplaats wordt 1,5 m van elkaar gehand- haafd in alle richtingen (9m2 p.p.). • Indien dit niet mogelijk is, dan gebruiken de aanwezigen bij voorkeur geschikte mondkapjes. • BHV en personeel zijn op de hoogte van nieuwe proce- dures. • Opgehangen instructies, verspreid in het pand en op de verzamelplaats, worden aangepast. • Het ontruimingsplan wordt, indien nodig, op maat aan- gepast op de volgende onderdelen: • ontruimingswijze; plaats en grootte van de verza- melplaats; • gefaseerde terugkeer na een ontruiming. • Nieuwe procedures worden geoefend door opdrachten, table-top instructie enz. Dit kan deels op afstand door online vergaderplatforms. | De BHV-organisatie wordt aangepast op de volgende punten: |
# | STELLING | BEOOR- DELING | TOELICHTING | MAATREGELSUGGESTIES |
BORGEN
1 | Periodiek wordt gekeken wat de stand van zaken is en waar bijstelling nodig is. | • De werkgroep of persoon die verantwoordelijk is voor het Corona-beleid neemt periodiek actie om vast te stellen of alle maatregelen nog werken. Dit is nodig om voldoende alertheid te houden. De evaluatie leidt tot een bijstelling van het beleid en de activiteiten. • De evaluatie wordt gedeeld met het hoogste manage- ment in de organisatie en het medezeggenschapsor- gaan. | Evalueer het Corona- beleid. |