Stichting Algemeen Pensioenfonds KLM
Stichting Algemeen Pensioenfonds KLM
Amstelveen, versie 7.0 van 1 juni 2021
Introductie
De ondergetekenden:
I. de KONINKLIJKE LUCHTVAART MAATSCHAPPIJ N.V., gevestigd te Amstelveen,
hierna te noemen “KLM”, partij ter ene zijde,
II. de STICHTING ALGEMEEN PENSIOENFONDS KLM, gevestigd te Amstelveen,
hierna te noemen “Fonds”, partij ter andere zijde,
Overwegende dat
1. KLM de uitvoering van de Pensioenovereenkomst heeft ondergebracht bij het Pensioenfonds;
2. de wederzijdse rechten en plichten van Partijen bij de uitvoering van de Pensioenovereenkomst zijn neergelegd in de vanaf 1 januari 2021 van kracht zijnde uitvoeringsovereenkomst die -na overeenkomst tussen Partijen- kan worden gewijzigd;
3. KLM heeft aangegeven geen wijzigingen in de uitvoeringsovereenkomst te zullen aanbrengen anders dan in overleg met CAO-partijen;
4. CAO-partijen in 2020 nieuwe afspraken hebben gemaakt die hebben geleid tot aanpassing van de Pensioenovereenkomst per 1 januari 2021;
5. het Fonds met ingang van 1 januari 2021 een pensioenregeling uitvoert die zich onder de International Financial Reporting Standards classificeert als een toegezegde bijdrage regeling. Deze regeling wordt hierna een Collective Defined Contribution (CDC)-regeling genoemd;
6. de met ingang van 1 januari 2021 gewijzigde Pensioenovereenkomst er onder andere in voorziet dat de premie met ingang van 2021 wordt berekend volgens een vaste premiemethodiek zoals beschreven in deze uitvoeringsovereenkomst;
7. indien de vaste premie in enig boekjaar onvoldoende is voor het realiseren van de beoogde pensioenbouw, de deelnemers in boekjaar mogelijk evenredig minder pensioen opbouwen en dat de Werkgever niet verplicht kan worden om een hogere premie dan de CDC-premie te betalen;
8. de CDC-regeling voorts tot gevolg heeft dat zowel de bijstortverplichting voor de Werkgever als het recht van het Fonds om ten gunste van de Werkgever tot premiekorting en premierestitutie over te gaan, is komen te vervallen;
9. partijen tevens zijn overeengekomen met ingang van 1 januari 2021 een premiereserve in het Fonds aan te houden, een en ander zoals nader bepaald in deze Uitvoeringsovereenkomst;
10. partijen in verband met gewijzigde afspraken omtrent de wijze van financiering met ingang van 1 januari 2021 de laatst getekende uitvoeringsovereenkomst wensen te vervangen door een nieuwe overeenkomst;
11. KLM door middel van het sluiten van deze gewijzigde Uitvoeringsovereenkomst het Fonds, mede namens CAO-partijen, opdracht geeft de Pensioenovereenkomst per 1 januari 2021 uit te voeren, welke opdracht door het Fonds is aanvaard onder de voorwaarden die zijn neergelegd in deze Uitvoeringsovereenkomst;
komen partijen met ingang van 1 januari 2021 het navolgende overeen:
Inhoud
2
4
6
8
9
10
11
5.2 Toets kostendekkende premie, minimale premiedekkingsgraad en werking premiereserve 12
5.2.1 Toets kostendekkende premie: dotatie aan premiereserve 12
5.2.2 Toets kostendekkende premie: onttrekking aan premiereserve 12
5.2.3 Minimale Premiedekkingsgraad 12
5.2.4 Verlaging opbouwpercentage 12
5.3 De betaling van de premie 13
15
6.2 Besluitvorming en voorwaarden waaronder indexering plaatsvindt 15
6.3 Extra indexatie (Incidentele toeslagverlening) en herstel gemiste opbouw 16
6.4 Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx 00
0 Xxxxxxxxxxxxxxxxx-Xxxxxx pensioenaanspraken en pensioenrechten
17
8 Grondslagen met betrekking tot de waardering van de pensioenen en financiering.
18
8.2 Verwachte rendementscurve 18
8.5 Gehuwdheids- c.q. partnerfrequentie en leeftijdsverschil 19
8.8 Arbeidsongeschiktheidsrisico 19
8.9 Uitzending en sociale verzekering 19
9 Technische voorzieningen en Reserves
21
9.1 Technische voorzieningen 21
23
11 Inwerkingtreding, wijzigingen, looptijd en opzegging van de overeenkomst
24
Bijlagen
A. Overeenkomst betreffende uitvoering Pensioenregeling van KLM Health Services B.V. tussen Stichting Algemeen Pensioenfonds KLM en Koninklijke Luchtvaartmaatschappij N.V.
B. Overeenkomst betreffende uitvoering Pensioenregeling KLM tussen Stichting Algemeen Pensioenfonds KLM en KLM Flight Academy
C. Addendum met betrekking tot de vergoeding van de kosten voor pensioenuitvoering (BTW)
D. Addendum inzake uitwisseling persoonsgegevens
E. Addendum inzake financiering van de pensioenregeling van Stichting Algemeen Pensioenfonds (betreft vrijwillige netto pensioenregeling)
1 Definities
1. Actuariële en bedrijfstechnische nota (ABTN): het door de wet voorgeschreven beleidsdocument dat voortvloeit uit artikel 145 van de pensioenwet.
2. Actuariële grondslagen: het Fonds stelt de omvang van de verwachte uitgaande kasstromen vast op basis van verwachte marktontwikkelingen en voor het Fonds prudente verzekeringstechnische grondslagen waaronder begrepen de voorzienbare trend in overlevingskansen. De Actuariële grondslagen zijn vastgelegd in de Actuariële en bedrijfstechnische nota van het Fonds en worden periodiek geëvalueerd.
3. Beleidsdekkingsgraad: De Beleidsdekkingsgraad wordt berekend als een voortschrijdend gemiddelde van de Nominale dekkingsgraden over 12 maanden. De berekening van de Beleidsdekkingsgraad wordt gebaseerd op de dekkingsgraden per het einde van elk van de twaalf kalendermaanden voorafgaand aan het moment van vaststelling.
4. Boekjaar: Het boekjaar van het Fonds beslaat 12 maanden, die gelijklopen met het kalenderjaar (vanaf 1 januari tot en met 31 december).
5. CAO-partijen: Koninklijke Luchtvaart Maatschappij N.V (KLM) en de door haar voor het grondpersoneel in Nederland erkende werknemersorganisaties.
6. Eigen vermogen: het Eigen vermogen is het verschil van de som van de beleggingen, de vorderingen en overlopende activa onder aftrek van de overige schulden en overlopende passiva enerzijds en de technische voorzieningen en de Premiereserve voor deelnemers anderzijds.
7. EURIBOR-percentage: rentepercentage voor leningen met een looptijd van 6 maanden met dien verstande dat het op de tiende werkdag van enig boekjaar geldende EURIBOR- percentage voor leningen met een looptijd van zes maanden van toepassing zal zijn gedurende dat gehele boekjaar. Bij het vervallen van de rentebenchmark EURIBOR zal het bestuur een geschikte alternatieve rentebenchmark hanteren.
8. Gedempte kostendekkende premie: De kostendekkende premie is het wettelijk ijkpunt bij de beoordeling van de feitelijke premie die het Fonds in rekening brengt. Op grond van artikel 128 lid 2 van de Pensioenwet kan de premie worden gedempt. De kostendekkende premie wordt gedempt op basis van verwacht rendement. De grondslagen voor de verwachte rendementscurve worden vermeld in artikel 8.2.
9. Kostendekkende premie: kostendekkende premie als bedoeld in artikel 128 van de Pensioenwet.
10. Minimaal Vereist Eigen vermogen: het Minimaal Vereist Eigen vermogen zoals gedefinieerd bij of krachtens artikel 131 van de Pensioenwet.
11. Nominale dekkingsgraad: de verhouding tussen het vermogen inzake de bij het Fonds ondergebrachte pensioenregelingen en de technische voorzieningen van het Fonds.
12. Pensioenreglementen: de door het Fonds op grond van de statuten vastgestelde pensioenreglementen zoals die nu luiden en in de toekomst komen te luiden en de pensioenreglementen die nog op enigerlei wijze van kracht zijn.
13. Premiedekkingsgraad: De Premiedekkingsgraad is de verhouding tussen de premie beschikbaar voor inkoop van onvoorwaardelijke onderdelen van de pensioenovereenkomst (risico fonds) en de actuarieel benodigde premie voor inkoop van de onvoorwaardelijke onderdelen van de pensioenovereenkomst (risico fonds).
15. Technische voorzieningen: voorzieningen om alle uit de pensioenregeling voortkomende pensioenverplichtingen te kunnen nakomen. De technische voorzieningen worden berekend op basis van verwachte uitgaande kasstromen die voortvloeien uit de opgebouwde onvoorwaardelijke pensioenverplichtingen: De waarde wordt bepaald door deze verwachte uitgaande kasstromen te verdisconteren met een door DNB gepubliceerde actuele rentetermijnstructuur.
16. Vereist Eigen Vermogen: het Vereist Eigen Vermogen zoals gedefinieerd bij of krachtens artikel 132 van de Pensioenwet. Het Vereist Eigen Vermogen is het vermogen dat behoort bij de evenwichtssituatie van het Fonds. In die situatie is het Eigen vermogen zodanig vastgesteld dat met de wettelijk vastgestelde zekerheidsmaat van 97,5% ten aanzien van de als onvoorwaardelijk aangemerkte onderdelen van de pensioenovereenkomst wordt voorkomen dat de som van de beleggingen, de vorderingen en overlopende activa onder aftrek van de overige schulden en overlopende passiva van het Fonds binnen één jaar minder is dan de technische voorzieningen. Bij de vaststelling van het Vereist Eigen Vermogen wordt uitgegaan van de strategische beleggingsmix.
2 Algemene bepalingen
1. De laatst getekende uitvoeringsovereenkomst d.d. 29 juni 2015 komt te vervallen en wordt vervangen door de onderhavige overeenkomst met bijlagen.
Op basis van de Pensioenwet (artikel 1 Pw) mag een Ondernemingspensioenfonds (als het Algemeen Pensioenfonds KLM) aan één onderneming (i.c. KLM) zijn verbonden of aan een ‘groep’ als bedoeld in artikel 24b van Boek 2 van het burgerlijk Wetboek. Tevens kan er sprake zijn van een eerdere verbondenheid van de onderneming bij de groep (art. 122 PW). Voorts is het een pensioenfonds toegestaan meerdere pensioenregelingen uit te voeren ten behoeve van verschillende doelgroepen.
2. Indien door het Fonds, in overleg met KLM, binnen bovengenoemd kader tot de aansluiting van een of meerdere nieuwe werkgever(s) en/of de uitvoering van een of meerdere extra pensioenregeling(en) wordt besloten, zal de overeenkomst die als basis daarvoor geldt, in een afzonderlijke bijlage bij deze uitvoeringsovereenkomst worden opgenomen.
Tenzij uit de tekst anders blijkt, zijn op deze overeenkomst de definities van toepassing zoals die zijn opgenomen in de pensioenreglementen en de statuten van het Fonds.
3. Als bijlage bij de onderhavige overeenkomst zijn opgenomen:
1) Overeenkomst betreffende uitvoering pensioenregeling KHS tussen Stichting Algemeen Pensioenfonds KLM en KLM Health Services
- Alsmede Volmachtverklaring KLM Health Services B.V. aan Koninklijke Luchtvaartmaatschappij N.V.
- Alsmede Uittreksel Handelsregister Kamer van Koophandel inzake KHS 100% dochter KLM
2) Overeenkomst betreffende uitvoering pensioenregeling KLM tussen Stichting Algemeen Pensioenfonds KLM en KLM Flight Academy
- Alsmede Volmachtverklaring KLM Flight Academy aan Koninklijke Luchtvaartmaatschappij N.V.
- Alsmede Uittreksel Handelsregister Kamer van Koophandel inzake KFA 100% dochter KLM
3) Afspraken met betrekking tot de vergoeding van de kosten voor pensioenuitvoering (BTW)
4) Uitwisseling persoonsgegevens
5) Financiering van de pensioenregeling van Stichting Algemeen pensioenfonds KLM (betreft de vrijwillige netto pensioenregeling).
3 Rol partijen
1. Stichting Algemeen Pensioenfonds KLM (het Fonds) erkent dat de inhoud van de pensioenregeling in het algemeen een aangelegenheid is van het overleg tussen CAO-partijen en dat de pensioenreglementen van het Fonds een vastlegging zijn van de pensioenovereenkomst die in dit arbeidsvoorwaardelijk overleg tussen werkgever en werknemers is overeengekomen.
2. Bij wijziging van de pensioenovereenkomst zal het Fonds het pensioenreglement aanpassen indien het Fonds geen bezwaren heeft met betrekking tot de uitvoerbaarheid en de financierbaarheid en de wijziging niet in strijd komt met wettelijke voorschriften en deze past binnen de doelstellingen en uitgangspunten vastgelegd door het Fonds (op basis van het bepaalde in artikel 102a van de Pensioenwet).
3. Tenzij sprake is van formele aanwijzingen door de toezichthouders of de Belastingdienst, kan het Fonds het pensioenreglement slechts op eigen initiatief wijzigen indien de wijziging niet in strijd komt met de inhoud van de pensioenovereenkomst.
4. Het Fonds kan uitvoeringsbesluiten bij het pensioenreglement vaststellen indien deze niet in strijd komen met de inhoud van de pensioenovereenkomst.
4 Gegevensuitwisseling
KLM en het Fonds verbinden zich over en weer om elkaar de medewerking te verlenen die nodig is voor een goede uitvoering van de in het arbeidsvoorwaardenoverleg overeengekomen pensioenovereenkomst. Dit houdt onder andere het volgende in:
1. KLM zal het Fonds alle relevante gegevens verstrekken die nodig zijn voor een juiste uitvoering van het pensioenreglement zoals bijvoorbeeld de in- en uitdiensttredingen, arbeidsongeschiktheid, het overlijden, het salaris en de wijzigingen in het salaris van alle van werknemers die onder de pensioenregeling vallen. De gegevens die het Fonds nodig heeft om de pensioenregeling uit te voeren en de wijze van aanlevering van die gegevens is in een aparte overeenkomst tussen KLM en het Fonds opgenomen.
2. Voor zover KLM en het Fonds gebruik maken van dezelfde actuariële adviseur, verbinden partijen zich met deze adviseur zodanige afspraken te maken dat sprake is van een strikte scheiding van de werkzaamheden en gegevensverwerking voor respectievelijk KLM en het Fonds. De externe actuaris van het Fonds verwerkt de van het Fonds verkregen gegevens uitsluitend in het kader van de dienstverlening aan het Fonds, tenzij tussen het Fonds, KLM en de actuaris anders wordt overeengekomen.
5 Premiebeleid
In dit hoofdstuk wordt in artikel 5.1 vastgesteld welke premie bij de werkgever in rekening wordt gebracht en de manier waarop de hoogte van de kostendekkende premie wordt bepaald. Tevens wordt aangegeven welke procedures in werking treden indien de premie niet kostendekkend is.
In artikel 5.3 wordt aangegeven op welke wijze en de termijnen waarin de verschuldigde premie moet worden voldaan en wordt ook ingegaan op de procedures welke gelden bij het niet nakomen van premiebetalingsverplichtingen door de werkgever.
In artikel 5.4 wordt ingegaan op de procedures die gelden indien de door het Fonds gestelde grenzen in het kader van de haalbaarheidstoets worden overschreden.
1. De jaarlijks door de werkgever aan het Fonds ter beschikking te stellen en verschuldigde pensioenpremie is gelijk aan 25,5% van de Premiegrondslag. Deze vaste premie is alleen bedoeld voor pensioenopbouw in dat kalenderjaar en bevat geen retrospectieve elementen. De vaste premie is inclusief kosten- en risico-opslagen en een termijnopslag voor maandelijkse betaling.
2. De vaste premie die beschikbaar is voor de geambieerde pensioenopbouw is gelijk aan de vaste premie onder aftrek van kosten- en risico-opslagen voor arbeidsongeschiktheid, wezenpensioen, de AOW-aanvulling expats, de administratiekosten en de termijnopslag voor maandbetaling. De hoogte van deze opslagen wordt vastgelegd in de Actuariële en Bedrijfstechnische Nota (ABTN) van het Fonds. Toekomstige aanpassingen in de kosten- en risico-opslagen en maandelijkse termijnopslag worden uit de vaste premie gefinancierd en aangepast nadat overleg hierover met CAO-partijen heeft plaatsgevonden.
3. De vaste premie is inclusief de deelnemersbijdrage voor de verzekering van het ouderdomspensioen, nabestaandenpensioen, wezenpensioen en arbeidsongeschiktheidspensioen.
4. De vaste premie wordt verhoogd met:
a) een deelnemersbijdrage in geval van de verzekering van het facultatief nabestaandenpensioen
b) een leeftijdsafhankelijke deelnemersbijdrage in geval van verzekering van het Anw-hiaat.
5. De grondslagen waarover premiebetalingen worden geheven (Premiegrondslag en Bijdragegrondslag) worden vermeld in artikel 5.3.
Per 1 januari 2021 zijn de volgende opslagen opgenomen in de vaste premie:
Opslag arbeidsongeschiktheidsrisico: | 1,3% |
Opslag wezenpensioen: | 0,1% |
Opslag voor uitzending en sociale verzekering: | 0,1% |
Opslag voor administratiekosten: | 0,6% |
Termijnopslag: | 0,5% |
5.2 Toets kostendekkende premie, minimale premiedekkingsgraad en werking premiereserve
De kostendekkende premie zoals bedoeld in dit artikel wordt door het Fonds jaarlijks vastgesteld op basis van artikel 128 van de Pensioenwet.
Voor de vaststelling van de rentegrondslag ter vaststelling van de premiedekkingsgraad als genoemd in artikel 5.2.3. hanteert het fonds het gemiddelde van de door DNB gepubliceerde rentetermijnstructuur voor pensioenfondsen over de periode van 30 september tot en met 30 november voorafgaand aan het boekjaar waarvoor de aanvullende financieringstoets als gesteld in artikel 5.2.3. wordt uitgevoerd.
5.2.1 Toets kostendekkende premie: dotatie aan premiereserve
Als de door de Werkgever betaalde vaste premie exclusief termijnopslag en verhoogd met de deelnemersbijdrage voor de verzekering van het facultatief nabestaandenpensioen en verzekering van het Anw-hiaat pensioen in enig jaar hoger is dan de kostendekkende premie zal het Fonds het verschil tussen deze betaalde premies en de vastgestelde kostendekkende premie toevoegen aan de Premiereserve.
5.2.2 Toets kostendekkende premie: onttrekking aan premiereserve
Als de door de Werkgever betaalde vaste premie exclusief termijnopslag en verhoogd met de deelnemersbijdrage voor de verzekering van het facultatief nabestaandenpensioen en verzekering van het Anw-hiaat pensioen in enig jaar lager is dan de kostendekkende premie zal het Fonds middelen uit de Premiereserve aanwenden om het verschil op te heffen, tot de Premiereserve is uitgeput. Daarbij wordt rekening gehouden met de gestelde voorwaarden en volgorde van onttrekkingen aan de Premiereserve zoals vastgelegd in artikel 9.3 lid ii.
5.2.3 Minimale Premiedekkingsgraad
De door het Fonds gestelde ondergrens aan de hoogte van de Premiedekkingsgraad bedraagt 69%. Deze ondergrens is gelijk aan de berekende ex-ante vastgestelde Premiedekkingsgraad voor boekjaar 2021 uitgaande van (fictieve) voortzetting van financieringsafspraken en pensioenreglement 2006 zoals geldend per 31 december 2020.
Als de ex-ante vastgestelde Premiedekkingsgraad van enig boekjaar lager is dan de gestelde ondergrens zal het Fonds middelen uit de Premiereserve aanwenden om deze ondergrens te bereiken, tot de Premiereserve is uitgeput. Daarbij wordt rekening gehouden met de gestelde voorwaarden en volgorde van onttrekkingen aan de Premiereserve zoals gesteld in artikel 9.3 lid ii.
5.2.4 Verlaging opbouwpercentage
Indien de verwachting is dat de premiereserve op enig moment ex-ante onvoldoende is om aan de in 5.2.2 en 5.2.3 beschreven situatie te voldoen, zal het Fonds CAO-partijen informeren en treden partijen daarover in overleg. Indien de onder 5.2.2 beschreven toets de aanleiding is en partijen
niet tot overeenstemming komen, zal het Fonds de opbouwpercentages in dat jaar naar evenredigheid verlagen. Het bestuur hanteert bij zijn besluitvorming hierover een procedure die is vastgelegd in de ABTN van het Fonds. Indien de onder 5.2.3 beschreven toets de aanleiding is en partijen niet tot overeenstemming komen, zal het Fonds de opbouwpercentages voor het ouderdomspensioen en daarvan afgeleide pensioenaanspraken in dat jaar naar evenredigheid verlagen na overleg met CAO-partijen.
5.3 De betaling van de premie
1. De vaste premie wordt uitgedrukt in de Premiegrondslag zoals gedefinieerd in het pensioenreglement. De deelnemersbijdrage voor de verzekering van het facultatief nabestaandenpensioen wordt uitgedrukt in de Bijdragegrondslag zoals gedefinieerd in het pensioenreglement. De deelnemersbijdrage voor de verzekering van het Anw- hiaatpensioen is een leeftijdsafhankelijk premiebedrag. De hoogte van deze premie is opgenomen in het pensioenreglement en wordt jaarlijks per 1 januari geïndexeerd met het percentage waarmee het verzekerde bedrag van het Anw-hiaatpensioen conform het pensioenreglement wordt aangepast. Afdracht van de deelnemersbijdragen vindt plaats indien voor de verzekering van het facultatief nabestaandenpensioen en/of Anw- hiaatpensioen is gekozen.
2. De kosten verbonden aan de uitvoering van de pensioenregelingen zijn voor rekening van het Fonds, waartoe in de hiervoor genoemde vaste premie een vergoeding is opgenomen als omschreven in artikel 5.1. Daarnaast valt jaarlijks een bedrag aan uitvoeringskosten vrij uit de technische voorzieningen ter financiering van de uitvoeringskosten. Direct op de beleggingen betrekking hebbende kosten (zoals kosten van vermogensbeheer, onderhoudskosten onroerend goed e.d.) drukken rechtstreeks op de opbrengst van de beleggingen.
3. Voorafgaand aan de definitieve vaststelling van de jaarpremie wordt jaarlijks uiterlijk 1 maart een voorlopige schatting gemaakt van de in dat jaar af te dragen premie, die bij de KLM in rekening wordt gebracht en die ultimo van het jaar wordt verrekend met de definitief verschuldigde premie. Vooruitlopend op deze voorlopige premienota wordt jaarlijks uiterlijk de 5e werkdag een prolongatienota bij KLM in rekening gebracht op basis van een voorlopige schatting van de in dat jaar af te dragen premie.
4. De KLM verbindt zich om maandelijks omstreeks de 23e dag van de maand 1/12 deel van de uit de voorgaande leden voortvloeiende bedragen (waarin begrepen de door de KLM op het salaris van de deelnemers in te houden bijdragen) te voldoen aan het Fonds. Bij te late betaling wordt het geldende EURIBOR-percentage verhoogd met +2% in rekening gebracht. Het EURIBOR percentage zoals hiervoor genoemd wordt daarbij niet lager dan 0% gesteld zodat er een minimale vergoeding van +2% in rekening wordt gebracht. De vergoeding is verschuldigd over het openstaande bedrag vanaf het moment van sommering.
5. De KLM heeft de mogelijkheid om de premie op kwartaalbasis te voldoen. KLM geeft uiterlijk eind december voorafgaand aan het premiejaar aan of zij van deze mogelijkheid gebruik wil maken. De premiebetalingen zullen alsdan omstreeks de 23e dag van de maand volgend op kwartaaleinden voldaan worden aan het Fonds. Indien de KLM van
deze mogelijkheid gebruik maakt, wordt de termijnopslag uit artikel 5.1 vervangen waarbij de vergoeding zal worden afgeleid uit de rendementscurve zoals gebruikt bij de vaststelling van de actuarieel benodigde premie als onderdeel van de gedempt kostendekkende premie.
6. De premies en koopsommen, verschuldigd voor hen wier deelnemerschap krachtens de statuten van het Fonds wordt geacht voort te duren na beëindiging van de dienstbetrekking voor de pensioendatum (artikel 15 lid 3 van de statuten, versie d.d. 26 mei 2021), worden rechtstreeks aan het Fonds betaald.
7. De totale definitieve jaarpremie en deelnemersbijdragen voor de verzekering van het facultatief nabestaandenpensioen en Anw-hiaat worden uiterlijk binnen zes maanden na afloop van het kalenderjaar voldaan aan het Fonds.
9. Gedurende de in onderdeel 8 bedoelde situatie informeert het Fonds tevens elk kwartaal het arbeidsvoorwaardelijk overleg, gepensioneerden en de Ondernemingsraad van de KLM.
Op grond van artikel 143 van de Pensioenwet voert een pensioenfonds periodiek een haalbaarheidstoets uit. De haalbaarheidstoets geeft inzicht in de samenhang tussen de financiële opzet, het verwachte pensioenresultaat en de risico’s die daarbij gelden. Het Fonds treedt in overleg met de werkgever en werknemersorganisaties (overlegpartijen) om te bezien of maatregelen genomen moeten worden indien bij de jaarlijkse haalbaarheidstoets blijkt dat
• het verwachte pensioenresultaat op fondsniveau niet boven de door het Fonds te kiezen ondergrens voor het pensioenresultaat blijft dan wel
• het pensioenresultaat op fondsniveau in een wettelijk vastgesteld slecht weerscenario meer dan het hiervoor door het Fonds gestelde maximum, afwijkt van het verwachte pensioenresultaat op fondsniveau.
Bij de vaststelling van het lange termijn beleggingsbeleid is het bestuur gehouden een optimale verhouding tussen het risico op onderdekking en te betalen pensioenpremie na te streven. Om dit doel te bereiken mag de inzet van derivatenconstructies onderdeel zijn van het beleggingsbeleid.
6 Indexatiebeleid
In dit hoofdstuk worden de maatstaven indexering (toeslagverlening) weergegeven en wordt ingegaan op besluitvorming en voorwaarden waaronder indexatie plaatsvindt.
Daar waar in dit hoofdstuk wordt gesproken over indexering en indexatie wordt gedoeld op de wettelijke terminologie toeslagverlening en toeslag zoals gedefinieerd in artikel 1 van de Pensioenwet.
De opgebouwde pensioenaanspraken van de deelnemers worden jaarlijks per 1 januari geïndexeerd met maximaal het percentage van de Algemene loonrondes zoals gedefinieerd in het pensioenreglement.
De premievrije pensioenaanspraken van de gewezen deelnemers en de ingegane pensioenen worden jaarlijks per 1 januari geïndexeerd met maximaal het prijsindexcijfer zoals gedefinieerd in het pensioenreglement.
6.2 Besluitvorming en voorwaarden waaronder indexering plaatsvindt
Het Fonds kent een voorwaardelijk indexatiebeleid.
Het besluit over het toekennen van indexatie wordt jaarlijks door het bestuur genomen. De besluitvorming wordt in beginsel gedaan op de Beleidsdekkingsgraad en vermogenspositie per eind november van het jaar voorafgaand aan de toekenning. Indien de omstandigheden dit naar het oordeel van het bestuur noodzakelijk maken (bijzondere omstandigheden) kan het bestuur afwijken van de hieronder omschreven systematiek.
a. Bij een Beleidsdekkingsgraad lager dan 110% mag geen indexatie worden verleend.
b. Boven een Beleidsdekkingsgraad van 110% geldt de indexatieregel die stelt dat er genoeg vermogen beschikbaar moet zijn om de nu te verlenen indexatie naar verwachting ook in de toekomst te kunnen realiseren.
c. Het indexatiepercentage dat maximaal kan worden toegekend wordt uitgedrukt als een percentage van de door het fonds gehanteerde maatstaf bedoeld in artikel 6.1 en bedraagt maximaal 100%. Vervolgens wordt dat percentage toegepast op de feitelijk in dat jaar gerealiseerde maatstaf. De systematiek van de berekening van dit percentage wordt uitgewerkt in het onderdeel sub d.
1 Uitgaande van de parameters zoals gesteld in artikel 23a lid 2 van het besluit FTK.
maximaal het netto rendement op beursgenoteerde aandelen dat volgt uit artikel 23a, lid 1 onderdeel b, Besluit nFTK. De hieruit te verlenen indexatie wordt uitgedrukt als percentage ten opzichte van de maatstaf.
6.3 Extra indexatie (Incidentele toeslagverlening) en herstel gemiste opbouw
Extra indexatie om in het verleden niet toegekende indexatie of in het verleden doorgevoerde vermindering van pensioenaanspraken en pensioenrechten te compenseren kan worden verleend op basis van de wettelijke voorwaarden gesteld in artikel 137 van de Pensioenwet.
Een herstel van gemiste opbouw doordat de kostendekkende premie zoals vastgesteld in artikel
5.2 op enig moment hoger was dan de in artikel 5.1 bepaalde premie kan worden hersteld ingeval het bepaalde in artikel 137 van de Pensioenwet hiervoor de ruimte biedt.
Extra indexatie en herstel van gemiste opbouw op basis van artikel 137 van de Pensioenwet is mogelijk indien het vermogen van het Fonds groter is dan het maximum van het vermogen waarbij
a. die indexatie geen gevolgen heeft voor de indexatie in de toekomst overeenkomstig het bepaalde in artikel 6.2 sub b,
b. de Beleidsdekkingsgraad het niveau van het vereiste dekkingsgraad behorend bij het Vereist Eigen Vermogen, bedoeld in artikel 132 van de pensioenwet behoudt.
In enig jaar wordt ten hoogste een vijfde deel van het vermogen dat voor deze indexatie beschikbaar is, zoals bepaald conform dit artikel, aangewend.
6.4 Voorwaardelijkheidsverklaring
Voor de voorwaardelijke toeslagverlening als bedoeld in dit hoofdstuk is geen reserve gevormd en wordt geen premie betaald. De toeslagverlening wordt uit beleggingsrendement gefinancierd.
7 Vermogenstekorten-Korten pensioenaanspraken en pensioenrechten
In de situatie dat de Beleidsdekkingsgraad onder het niveau van de Dekkingsgraad behorende bij het Vereist Eigen Vermogen ligt, kan het Fonds met inachtneming van de toepasselijke wet- en regelgeving pensioenaanspraken en pensioenrechten korten. Het bestuur heeft de verantwoordelijkheid om de belangen van alle betrokkenen bij het Fonds evenwichtig af te wegen. Een besluit tot korting van pensioenaanspraken en pensioenrechten zal aan dit vereiste voldoen.
Het Fonds informeert CAO-partijen, (gewezen-) deelnemers en pensioengerechtigden schriftelijk over het besluit tot korting van de pensioenaanspraken en –rechten met inachtneming van de wettelijke termijnen.
De korting als bedoeld in dit artikel kan op zijn vroegst worden gerealiseerd drie maanden nadat de pensioengerechtigden hierover zijn geïnformeerd en één maand nadat CAO-partijen en (gewezen-) deelnemers hierover zijn geïnformeerd.
De spreidingsperiode voor kortingen wordt ingekort indien blijkt dat de korting per jaar, in het geval van hanteren van de maximale termijn die wordt gebruikt bij het herstelplan, onder een niveau van 0,5%-punt blijft. Kortingen tot 0,5%-punt worden echter direct doorgevoerd.
8 Grondslagen met betrekking tot de waardering van de pensioenen en financiering.
Bij de vaststelling van de Technische voorzieningen en voor de vaststelling van de kostendekkende premie ten behoeve van verslagleggingsdoeleinden als bedoeld in de Pensioenwet, zal de nominale rentetermijnstructuur zoals gepubliceerd door DNB per 1 januari van enig boekjaar (premie) c.q. de balansdatum (voorziening) worden gehanteerd.
8.2 Verwachte rendementscurve
a. Bij de vaststelling van de verwachte rendementscurve ter vaststelling van de Gedempte kostendekkende premie zoals genoemd in artikel 5.2 en voor toepassing in herstelplannen wordt gebruik gemaakt van een netto meetkundig rendement op de strategische beleggingsportefeuille zoals bedoeld in artikel 23a, lid 6 van het Besluit FTK. Daarbij wordt door het Fonds gebruik gemaakt van de in het artikel 23a Besluit FTK vermelde parameters tenzij er zich omstandigheden voordoen waardoor het Fonds het wenselijk acht om af te wijken van deze parameters. Voor de vaststelling van de parameters zoals bedoeld in artikel 23a, wordt een bestuurlijk proces doorlopen. Dit bestuurlijk proces wordt vastgelegd in de ABTN van het Fonds. Het Fonds wijkt gemotiveerd af van de in artikel 23a Besluit FTK vermelde parameters en besluitvorming over deze afwijking vindt plaats na overleg met CAO-partijen.
Voor de vaststelling van de Gedempte kostendekkende premie geldt dat:
b. Het rendement voor vastrentende waarden zoals gedefinieerd in het eerste lid onderdeel g voor 5 jaar wordt vastgezet voor het eerst op basis van de rente per 30 september 2015 en laatstelijk vastgesteld op basis van de rente per 30 september 2020.
d. Bij de bepaling van de opslag voor het Vereist Eigen Vermogen als bedoeld in het voorgaande lid c wordt uitgegaan van de stand van het Vereist Eigen Vermogen per eind september van enig boekjaar.
De rendementscurve zal aangepast worden bij wijzigingen in het strategisch beleggingsbeleid.
De overlevings- en sterftekansen worden ontleend aan door het Actuarieel Genootschap gepubliceerde Prognosetafel. Hierbij worden door het Bestuur zo nodig correcties gehanteerd. Bij publicatie van nieuwe (geactualiseerde) AG prognosetafels gecorrigeerd met ervaringssterfte hanteert het bestuur deze zo spoedig mogelijk na bekendwording (per eerst volgende maandeinde), tenzij het bestuur anders beslist.
Voor ingegane wezenpensioenen wordt geen rekening gehouden met sterfte vóór de einddatum van het wezenpensioen.
De sterftekansen uit de prognosetafel worden gecorrigeerd voor ervaringssterfte. De correcties op de sterftekansen zijn leeftijdsafhankelijk. De tabel met correctiefactoren is opgenomen in Actuariële en bedrijfstechnische nota (ABTN) van het Fonds.
8.5 Gehuwdheids- c.q. partnerfrequentie en leeftijdsverschil
Alle (gewezen) deelnemers worden geacht gehuwd te zijn. Vervolgens wordt voor alle deelnemers, alsmede de gewezen deelnemers en gepensioneerden, voor wie een nabestaandenpensioen is verzekerd, verondersteld dat de mannelijke c.q. vrouwelijke deelnemers, gewezen deelnemers of gepensioneerden gehuwd zijn met een vrouw c.q. man waarbij wordt uitgegaan van een vast leeftijdsverschil welke is afgeleid van het actuele leeftijdsverschil van de verzekerdenpopulatie. Per 1 januari 2021 worden alle deelnemers, alsmede die gewezen deelnemers en gepensioneerden, voor wie een nabestaandenpensioen is verzekerd, ondersteld gehuwd te zijn met een twee en een half jaar jongere vrouw respectievelijk met een twee en een half jaar oudere man. Dit leeftijdsverschil is vastgelegd in de ABTN van het Fonds.
Gevolgen van toe- en uittredingen worden buiten beschouwing gelaten.
De kosten verbonden aan de administratie van de pensioenen worden jaarlijks vastgesteld en gefinancierd door middel van een in de premie begrepen opslag als vermeld in hoofdstuk 5 en de vrijval uit de Technische voorzieningen voor de voorziene uitkeringen. De hoogte van deze opslagen wordt periodiek getoetst en vastgelegd in de ABTN van het Fonds. Op 1 januari 2021 bedraagt de opslag voor administratiekosten 0,6% van de Premiegrondslagsom.
8.8 Arbeidsongeschiktheidsrisico
Aangenomen is dat de kosten verbonden aan de toekenning van arbeidsongeschiktheidspensioenen en de vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid, kunnen worden gefinancierd uit de opslag voor arbeidsongeschiktheidsrisico. De hoogte van deze opslag wordt periodiek getoetst en vastgelegd in de ABTN van het Fonds. Op 1 januari 2021 bedraagt de opslag voor arbeidsongeschiktheidsrisico 1,3% van de Premiegrondslagsom.
Voor nog niet gemelde maar mogelijk wel ontstane schade uit hoofde van arbeidsongeschiktheid wordt een bedrag ter grootte van de in de premie begrepen opslag voor arbeidsongeschiktheidsrisico van de laatste twee jaren als voorziening aangehouden.
8.9 Uitzending en sociale verzekering
Aangenomen is dat de kosten verbonden aan de vergoeding voor derving van Nederlandse sociale verzekeringsuitkeringen voor de reeds op 1 januari 2021 uitgezonden deelnemers gedekt kunnen worden door een premieopslag. De hoogte van deze opslag en de Premiegrondslag hiervoor wordt periodiek getoetst en vastgelegd in de ABTN van het Fonds. Op 1 januari 2021 bedraagt de opslag voor uitzending en sociale verzekering 0,1% van de Premiegrondslagsom.
Leeftijdsvaststelling
Verondersteld is dat de deelnemers op 1 juli van hun geboortejaar zijn geboren zodat de leeftijden per de balansdatum worden gesteld op het met een half jaar vermeerderde verschil tussen het boekjaar en het geboortejaar.
9 Technische voorzieningen en Reserves
De technische voorziening van het Fonds worden berekend als de contante waarde van de verwachte uitgaande kasstromen die voortvloeien uit de tot de datum van vaststelling opgebouwde onvoorwaardelijke (niet geïndexeerde) pensioenaanspraken over de verstreken deelnemerstijd.
Bij arbeidsongeschiktheid wordt de contante waarde van de pensioenaanspraken berekend op basis van blijvende arbeidsongeschiktheid tot de pensioendatum. De technische voorziening wordt verhoogd met een opslag ter dekking van toekomstige uitvoeringskosten. Deze opslag wordt periodiek getoetst en is vastgelegd in de ABTN van het Fonds. Op 1 januari 2021 bedraagt deze opslag 2,4%.
Voor nog niet gemelde maar mogelijk wel ontstane schade uit hoofde van arbeidsongeschiktheid wordt een bedrag ter grootte van de in de premie begrepen opslag voor arbeidsongeschiktheidsrisico van de laatste twee jaren als voorziening aangehouden.
Het deel van het vermogen waartegenover geen verplichtingen vanuit het Fonds staan. Aan het eind van elk boekjaar worden de gerealiseerde vermogensverschillen, inclusief de op de balans tot uitdrukking gebrachte herwaarderingsverschillen en actuariële resultaten, voor zover niet aangewend voor toevoeging aan daarvoor aangewezen voorzieningen en reserves, via de Rekening van Baten en Lasten, ten gunste van deze reserve gebracht.
i. In 2021 zal KLM ten behoeve van deelnemers aan het Pensioenreglement 2021 eenmalig een bedrag van € 49.029.487 storten ten behoeve van een door het Fonds te vormen bestemde reserve (Premiereserve).
ii. XXX xxxxxxxx hebben afgesproken dat
a. voor een periode van vijf jaar de extra kosten vanwege aanpassing van de pensioenregeling (verlaging van de opbouwfranchise en het opbouwpercentage) uit de bestemde Premiereserve zal worden gefinancierd. De extra kosten voor het jaar 2021 zijn op basis van de gedempt kostendekkende premiesystematiek ex-ante ingeschat op € 1,7 miljoen euro. De kosten worden ex-ante op 1 januari van het boekjaar onttrokken aan de Premiereserve. De kosten worden jaarlijks ex post na afloop van het boekjaar bij vaststelling van de jaarrekening definitief vastgesteld.
b. De benodigde verhoging van de Technische voorziening die voortkomt uit aanpassing van de toekomstige pensioenopbouw voor deelnemers die reeds per 31 december 2020 arbeidsongeschikt zijn wordt per 1 januari 2021 gefinancierd uit de gevormde Premiereserve. Het betreft hier een verlaging van het opbouwpercentage en franchise per 1 januari 2021. Dit bedrag is primo 2021 vastgesteld op € 1,25 miljoen euro
c. Het positieve verschil tussen de betaalde vaste premie en de vastgestelde kostendekkende premie wordt jaarlijks toegevoegd aan de Premiereserve conform het gestelde in artikel 5.2.1. Dit verschil wordt ex-ante in de maand december voorafgaand aan het boekjaar ingeschat en op 1 januari van het boekjaar
toegevoegd aan de Premiereserve. Na afloop van het boekjaar bij vaststelling van de jaarrekening wordt de dotatie definitief vastgesteld en verrekend met het bedrag dat ex-ante is vastgesteld.
d. Middelen uit de Premiereserve worden aangewend om de beoogde pensioenopbouw kostendekkend te financieren zoals gesteld onder 5.2.2 waarbij voor de vaststelling van de beschikbare middelen rekening wordt gehouden met de inschatting van de benodigde onttrekking aan de Premiereserve voor de jaren 2021 tot en 2025 zoals genoemd onder punt a. Deze middelen worden ex-ante in de maand december voorafgaand aan het boekjaar ingeschat en op 1 januari van het boekjaar onttrokken aan de Premiereserve. Na afloop van het boekjaar bij vaststelling van jaarrekening wordt de benodigde onttrekking definitief vastgesteld en verrekend met het bedrag dat ex-ante is vastgesteld.
e. Middelen uit de Premiereserve worden aangewend als de in enig jaar ex-ante vastgestelde Premiedekkingsgraad lager is dan de gestelde ondergrens conform het gestelde in artikel 5.2.3 waarbij voor de vaststelling van de beschikbare middelen rekening wordt gehouden met de inschatting van de benodigde onttrekking aan de Premiereserve voor de jaren 2021 tot en 2025 zoals genoemd onder punt a. Deze middelen worden ex-ante in de maand december voorafgaand aan het boekjaar ingeschat en op 1 januari van het boekjaar onttrokken aan de Premiereserve. Na afloop van het boekjaar bij vaststelling van jaarrekening wordt de benodigde onttrekking definitief vastgesteld en verrekend met het bedrag dat ex- ante is vastgesteld.
iii. Aan de bestemde Premiereserve wordt jaarlijks fondsrendement toegevoegd. Als de middelen conform het reguliere beleggingsbeleid worden belegd zal dit het fondsrendement zijn, anders het specifiek op deze middelen behaalde rendement.
iv. Het vermogen tegenover de bestemde premiereserve wordt buiten beschouwing gelaten bij de vaststelling van de (beleids-)dekkingsgraad.
v. Indien het Fonds, vanwege de financiële positie, een korting moet gaan doorvoeren als bedoeld in artikel 134 van de Pensioenwet, geldt dat eerst de Premiereserve wordt aangesproken om de korting voor alle deelnemers, alsmede de gewezen deelnemers en gepensioneerden in relatief gelijke mate te verlagen of te voorkomen.
10 Geschillen
1. Deze overeenkomst wordt beheerst door Nederlands recht.
b. Wanneer één der partijen tijdens het in lid 2.a bedoelde overleg meent dat zulk een overeenstemming niet te bereiken is, kan zij per aangetekend schrijven aan de wederpartij mededelen dat zij een geschil aanwezig acht hetwelk zij aan arbitrage wenst te onderwerpen.
c. Binnen drie dagen na ontvangst van de in lid 2.b genoemde kennisgeving zullen partijen in overleg treden over de vorming van een scheidsgerecht.
Vaststelling van het aantal leden van het scheidsgerecht en benoeming van de leden geschiedt door partijen in onderling overleg.
d. Indien partijen er niet in slagen om na veertien (14) dagen overleg een scheidsgerecht in te stellen dan zal het geschil worden beslecht overeenkomstig het reglement van het Nederlands Arbitrage Instituut (NAI).
e. Het scheidsgerecht conform het NAI zal bestaan uit drie arbiters. De benoeming van deze arbiters vindt plaats volgens de lijstprocedure, als geregeld in het NAI-reglement. De arbitrage vindt plaats in Amsterdam. Samenvoeging van het arbitraal beding met een ander arbitraal beding zoals voorzien in artikel 1046 van het Wetboek van Burgerlijke rechtsvordering, is uitgesloten. Het scheidsgerecht beslist naar de regelen des rechts.
f. Het scheidsgerecht bepaalt de wijze waarop het geschil zal worden behandeld en de termijnen welke daarbij in acht moeten worden genomen. Het scheidsgerecht zal evenwel geen beslissing nemen zonder ieder van beide partijen gelegenheid te hebben gegeven zich te doen horen en ten minste één schriftelijke conclusie in te dienen.
Bij de behandeling van het geschil kunnen partijen zich door gemachtigden doen vertegenwoordigen en door personen te hunner keuze doen bijstaan.
Het scheidsgerecht bepaalt bij zijn beslissing in welke verhouding de kosten van arbitrage door partijen moeten worden gedragen.
g. De uitspraak van het scheidsgerecht is bindend voor partijen.
11 Inwerkingtreding, wijzigingen, looptijd en opzegging van de overeenkomst
1. De overeenkomst is aangegaan op 1 juni 2021 en treedt in werking per 1 januari 2021.
2. Deze uitvoeringsovereenkomst treedt in de plaats van de uitvoeringsovereenkomst die op 29 juni 2015 is vastgesteld en per 1 januari 2015 in werking is getreden.
3. Partijen kunnen wijzigingen in en aanvullingen op deze overeenkomst overeenkomen. Deze zijn slechts geldig indien ze schriftelijk zijn vastgelegd in een aanvulling of supplement op deze overeenkomst, die door beide partijen is ondertekend.
4. Deze overeenkomst is aangegaan voor onbepaalde tijd en kan worden opgezegd met inachtneming van een opzegtermijn van 6 maanden.
Aldus overeengekomen en getekend in tweevoud te Amstelveen op 1 juni 2021
KONINKLIJKE LUCHTVAART MAATSCHAPPPIJ N.V.
drs. E.R. Swelheim RC mr. M.I. Kartman
Managing Director & Chief Financial Officer EVP Human Resources & Industrial
Relations
STICHTING ALGEMEEN PENSIOENFONDS KLM
drs. X.X. xx Xxxx mr. drs. X.X. xx Xxxx
Vicevoorzitter Vicevoorzitter
Stichting Algemeen Pensioenfonds KLM
Bijlage KHS bij de uitvoeringsovereenkomst
Overeenkomst betreffende uitvoering Pensioenregeling van KLM Health Services B.V. tussen Stichting Algemeen Pensioenfonds KLM en Koninklijke Luchtvaartmaatschappij N.V.
Amstelveen, versie 7 van 1 juni 2021
Introductie
De ondergetekenden:
I. KLM Health Services B.V., gevestigd te ( 1117 CJ) Schiphol-Oost aan Stationsplein 236, en de aan haar gelieerde onderneming hierna te noemen: “KHS”, in deze overeenkomst conform bijgevoegde volmacht vertegenwoordigd door
Koninklijke Luchtvaart Maatschappij N.V., gevestigd te (1182 GP) Amstelveen aan de Amsterdamseweg 55, hierna te noemen: ”KLM”, partij ter ene zijde
II. Stichting Algemeen Pensioenfonds KLM, gevestigd te (1183 AV) Amstelveen aan de Prof. E.M. Meijerslaan 1, hierna te noemen: “het Fonds”, partij ter andere zijde;
Overwegende dat
a. KHS pensioenovereenkomsten met zijn werknemers heeft gesloten. Deze pensioenovereenkomsten nader zijn uitgewerkt in Pensioenreglement 2001 (de B-regeling), een Prepensioenreglement (bijlage bij Pensioenreglement 2001) en Pensioenreglement 2006 (X-regeling).
b. Het Fonds de pensioenuitvoerder is van de pensioenregelingen van KLM (Grondpersoneel Nederland);
c. KHS tot 1 januari 2011 de pensioenregeling van KHS bij het Pensioenfonds KHS had ondergebracht. Deze pensioenuitvoerder per 1 januari 2011 is geliquideerd. KHS vervolgens aan het Fonds heeft gevraagd per 1 januari 2011 de uitvoering van haar pensioenregelingen op zich te nemen;
d. Het Fonds zich bereid heeft verklaard alleen Pensioenreglement 2001 (B-regeling), onder de naam Pensioenreglement KLM Health Services, te gaan uitvoeren en de huidige drie deelnemers aan het Pensioenreglement 2006 (X-regeling) te laten deelnemen aan het al bestaande Reglement 2006 van het Fonds;
e. In verband met de liquidatie van Pensioenfonds KHS:
- Pensioenfonds KHS op 31 december 2010 de bij Pensioenfonds KHS ondergebrachte pensioenverplichtingen heeft overgedragen aan het Fonds;
- KHS per 1 januari 2011 het voor haar personeel geldende pensioenreglement 2001 (B- regeling), onder de naam Pensioenreglement KLM Health Services bij het Fonds heeft ondergebracht;
-
f. Het Fonds met ingang van 1 januari 2021 voor zowel KLM als voor KHS een pensioenregeling uitvoert waarbij beoogd is dat deze onder de International Financial Reporting Standards typeert als een toegezegde bijdrage regeling (CDC-regeling). De premie wordt hiertoe met ingang van 2021 berekend volgens een vaste premiemethodiek. Ingeval de vaste-premie in enig boekjaar onvoldoende is voor het realiseren van de beoogde pensioenbouw betekent dit dat de deelnemers in het betreffende boekjaar mogelijk minder pensioen opbouwen; KHS kan niet verplicht worden om een hogere premie dan de overeengekomen premie te betalen. Er geldt ook geen overschotten- en tekortenregeling.
g. Partijen voor de wijze waarop en de voorwaarden waaronder de uitvoering van de pensioenregeling van KHS door het Fonds zal plaatsvinden alsmede de overige rechten en verplichtingen wensen aan te sluiten bij de uitvoeringsovereenkomst van het Fonds en KLM, met dien verstande dat het Fonds en KHS de in deze bijlage opgenomen specifieke en afwijkende afspraken die gelden tussen het Fonds en KHS wensen vast te leggen in deze bijlage bij de uitvoeringsovereenkomst.
komen met ingang van 1 januari 2021 overeen als volgt:
1 Uitvoering van de pensioenregeling van KHS
Het Fonds zal vanaf 1 januari 2011 zorg dragen voor een goede uitvoering van de pensioenregeling van KHS. Het bepaalde in de geldende uitvoeringsovereenkomst van het Fonds en KLM is van overeenkomstige toepassing, tenzij hierna hier van wordt afgeweken
De uitvoering van de pensioenregeling zal plaatsvinden met inachtneming van het volgende:
a. Het Fonds voert slechts één pensioenregeling van KHS uit, zijnde de B-regeling (Reglement 2001) onder de naam Pensioenreglement KLM Health Services, en staat daarin geen uitzonderingen toe.
b. Het Fonds past haar eigen indexatiebeleid en haar eigen indexatiemaatstaf ten aanzien van de pensioenregeling van KHS toe.
c. Het Fonds heeft op basis van de binnen het fonds gehanteerde grondslagen en rekening houdend met het lagere ambitieniveau in Pensioenreglement KLM Health Services, voor de regeling van KHS met ingang van 1 januari 2021 een doorsneepremie berekend van 21,0% van het jaarsalaris voor de deelnemers aan de B-regeling. In de doorsneepremie zijn opslagen opgenomen voor de volgende onderdelen:
• opslag arbeidsongeschiktheidsrisico: 1,2%
• opslag wezenpensioen: 0,1%
• opslag voor administratiekosten: 1,2%
• termijnopslag: 0,4%
De hoogte van de premie kan in de toekomst wijzigen.
Indien deelnemers voor het facultatief nabestaandenpensioen (FNP) zijn verzekerd, wordt een deelnemersbijdrage van 1,6% van de pensioengrondslag zoals gedefinieerd in Pensioenreglement KLM Health Services gevraagd.
Voor deelnemers aan de pensioenregeling voor het KLM grondpersoneel wordt een gelijke premie gevraagd als van toepassing voor het KLM grondpersoneel (thans 25,5%).
d. Wijzigingen op enig moment in de premiestelling voor de pensioenregelingen van KLM en/of
invoering op enig moment van een nieuwe financieringsopzet bij het Fonds zullen op hetzelfde moment ook gelden voor de (gewezen) deelnemers van KHS en de op hen van toepassing zijnde pensioenregeling van KHS.
e. Mogelijke toekomstige wijzigingen in de pensioenregeling van KHS zullen ertoe moeten leiden dat de verschillen tussen de regeling van het Fonds en de pensioenregeling van KHS kleiner worden.
f. Door KHS overeengekomen wijzigingen in de pensioenregeling van KHS zullen alleen worden uitgevoerd na voorafgaande expliciete goedkeuring door het Bestuur van het Fonds.
g. KHS heeft KLM gemachtigd namens haar de bijlage bij de uitvoeringsovereenkomst te tekenen (zie aanhangsel bij deze bijlage).
h. Op basis van de uitvoeringsovereenkomst tussen het Fonds en KLM N.V. geldt een bepaling met betrekking tot inhaalindexatie. Deze is ook van toepassing voor de pensioenregeling van KHS, in die zin dat deze inhaalindexatie alleen betrekking heeft op eventueel opgelopen indexatieachterstand op en vanaf 1 januari 2011.
i. KHS krijgt door de aansluiting bij het Fonds geen recht op rechtstreekse vertegenwoordiging in het Bestuur of andere organen van het Fonds.
j. Het Fonds houdt voor deelnemers aan de pensioenregeling van KHS een premiereserve KHS aan. Voor deelnemers aan de KHS pensioenregeling vinden geen onttrekkingen en dotaties plaats aan de premiereserve die is gevormd voor de deelnemers aan de pensioenregeling voor het KLM grondpersoneel. Dotaties en onttrekkingen aan de premiereserve KHS vinden plaats conform het gestelde in de paragraaf 9.3 ii sub c tot en met e alsmede het gestelde in de paragraaf 9.3 iii tot en met v van de Uitvoeringsovereenkomst tussen het Fonds en KLM N.V.
Voor de toepassing van deze dotaties en onttrekkingen wordt uitgegaan van de premie zoals bepaald in artikel 1 sub c van deze overeenkomst en de kostendekkende premie en premiedekkingsgraad bepaald voor de deelnemers aan de KHS pensioenregeling.
Aldus overeengekomen en getekend in tweevoud te Amstelveen op 1 juni 2021
KONINKLIJKE LUCHTVAART MAATSCHAPPPIJ N.V.
Drs. E.R. Swelheim RC mr. M.I. Kartman
Managing Director & Chief Financial Officer EVP Human Resources & Industrial
Relations
STICHTING ALGEMEEN PENSIOENFONDS KLM
Drs. X.X. xx Xxxx Mr. Drs. X.X. xx Xxxx
Vicevoorzitter Vicevoorzitter
Bijlage 1: volmachtverklaring KLM Health Services B.V. aan Koninklijke Luchtvaartmaatschappij N.V.
Bijlage 2: uittreksel Handelsregister Kamer van Koophandel inzake KHS 100% dochter KLM
VOLMACHT
Deonder&;etekende
KLM Health Services B.V., statutair gevestigd te Schiphol-Oost (adres: 11 li CJ), Stationsplein 2S6), hierna te noemen: "KHS",
Verklaart bij dez.en volmacht te verlenen aan:
De Koninklijke Luchtvaart Maatschappij N.V., statutair gevestigd te Amstelveen (adres:
J J 85! GP), Xxxxxxxxxxxxxx 00, hierna te noemen: "KLM·
om voor en namens KHS de bijlage 'overeenkomst betreffende uitvoering pensioenregeling van KLM Health Services tU8sen Stichting Algemeen Pensioenfonds KLM en Koninklijke Luchtvaart Maatschappij N.V.' bij de uitvoeringsovereenkomst tussen Stichting Algemeen Pensioenfonds KLM en KLM te ondertekenen.
Dez.e volmacht geldt derhalve ook in bet geval dat de ge,•olmachtigde optreedt als wederpartij (Selbsteintritt) ofals vertegenwoordiger van de wederpartij van volmachtgever. De1.e volmacht blijft van kracht en waarde tot KHS de1.e jegens de gevolmachtigde schriftelijk zal hebben herroepen.
Getekend te Schiphol 20 december 2010
Naam: Functie:
drs. O.B.A. Veldhuijz.en van Zanten Algemeen directeur
Dossiernum.mer: 34091331 Blad 00001
Uittreksel uit het handelsreqister van de Kamers Vdn Koophandel
Deze 1�schr�Jving valt ender het beheer Vd� de Kamer var. Koop�andel voor Amsterdam
Rechtspersoon:
F-.echtsvorrr, Naa:n
Statutaire zetel
Eerste inschrijving ir. het handelsreg.:.ster
Akte van cprichting
Akte laats�e sta�uten-
:Besloten vennoctschap .........................
:KL� Eealth Services �.v. ......................
: Sch1p:1.ol ......................................
:05-07-1995
:J0-06-1995
wijziging
Maatschappe:ijk �apitaa:
:: E2U1R-069 -02. 07 5058 , .JO.... .• .• .• .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .• .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .•.•..•...
Geplaatst :<apitaa: Gestort kap.:.taal
Onderneming: 3andelsna(a)m(en) Adres Correspondentieadres Telefoonnumner(s) Faxnummer
Da1:um vestiging
De rechtspersoon drijft de o�derneming 5edrijfsomschrijv.:.ng
Werkzame personen
�nig aandee:houder:
:EUR 13.151,60 .................................
:EUR 16.1.51,60 .................................
:KL� P.ealth Services B.V. ......................
(SPL/AG),
:Stationsplein 236, 11:7CJ Schipho ........... .
:Postb�s 770J 111721 Schiphol ........
: 02064 9518 7 ....................................
:0206488174 ....................................
:07-04-1995 ....................................
sinds: 30-06-1995 ....................................
:Xxxxxxxxxxxxxxx.xxx aan wer�gevers bij de ......
uitvoering van hun verplicttingen uit hoofde .. van wetgeving inzake arbeicso�standigheden en . daarmee ver:)anci houdende regelinqen ...........
: 281 .......................................... .
Naa:n :Konir:klij ke Luchtvaart �aa-cschappij N.V. ......
Adres
Ins�hrijving handelsre onder doss.:.ernumme.::-
g.:.ster :X.xxxxxxxxxx.xx•.-Jeg 55, 1182,::;X Xxxxxxxxxx ..........
: 33014286 ......................................
:30-06-1995 ....................................
Znig aandee:xxxxxx xxxxxx
Bestuurder(s):
'aa:n :Veldh�i�zen va� Xxxxxx, Xxxxx Xxxxxx Xxxxx ....
. 9-12-2010 Blad 00002 volgt.
uossie=nurr:mer: 34091331
Geboorteda�um en -plaa�s Infunctietreding
X0.xxx 3evoegdheid
Blad 00002
:01-08-1957, Goi.:da .............................
: 29-03-2000 ....................................
: Directeur .....................................
:Allee::1/zelfstar:dig bevoegd ....................
1
Er kun�en fu�ctionarissen zijn die een uitsluitenci tot vestigingen beperkte bev�egdheid nebben; deze worden alsdan ve=meld op het uittrcksel van de betreffende vestiging(en).
Vesti ing(en) : Hande sna(a)m(en)
.Adres
: KL¥: Health Services ...........................
KL¥- Travel Cl1.r:1.c .............................
:Oude Torenst=aat 47 -49 cul:1.nan, 12113V ......
Hilversur.r .....................................
3andelsna(a)m(en)
Adres 3andelsna(a)m(en)
.Adres
3andelsna(a)m(en) Adres
:KLK Health Services ...........................
KLK Travel Clir:ic .............................
:Hofweg 9, 2.511AA 's-Gravenr:age ................
:KL� Health Services ...........................
:X.X. xxx xxx Xxxxxxxxxxx 9C -1, 3062MB ........
Rotterdarr. .....................................
:CAREPORT ......................................
:Strawinskylaan 257 wTC, Toren D, 1077XX .......
Ams terdar.r .....................................
3andelsna(a)m(en) Adres
: KI.J( Travel Clir:ic .............................
:Raadh·.Jisstraat 15, 1Cl6CB Amsterdam ...........
A_leen qeld�g ind�en door de ka�er vocrzien van een ondertekening.
A.11sterdarr., :)9-12-201C
Uittreksel is vervaardigd cm 10.41 uur
Voor ·.nttreksel
X. Xxxxxxxx plv. d1.recteur
Bijlage bij de Uitvoeringsovereenkomst tussen de Stichting Algemeen Pensioenfonds KLM en Koninklijke Luchtvaart Maatschappij N.V.
OVEREENKOMST
BETREFFENDE
UITVOERING PENSIOENREGELING KLM
tussen
STICHTING ALGEMEEN PENSIOENFONDS KLM
en
KLM Flight Academy
(ook onder handelsnaam: KLM LUCHTVAARTSCHOOL B.V.)
(1) KLM Flight Academy, ook onder handelsnaam KLM Luchtvaartschool B.V., gevestigd te (9761 TA) Eelde aan de Burgemeester J.G. Legroweg 43, hierna te noemen: "KFA", partij ter ene zijde
en
(2) Stichting Algemeen Pensioenfonds KLM, gevestigd te (1183 AV) Amstelveen aan de Prof.
E.M. Meijerslaan 1, hierna te noemen: "Fonds", partij ter andere zijde;
OVERWEGENDE DAT:
a. Het Fonds de pensioenuitvoerder is van het pensioenreglement KLM (Grondpersoneel Nederland);
b. KFA met ingang van 1 januari 2011 zich heeft aangesloten bij de pensioenregeling voor KLM grondpersoneel;
c. KFA werknemers met ingang van 1 januari 2011 laat deelnemen aan het vigerende Pensioenreglement van het Fonds;
d. Het pensioenreglement 2006 bij ingang van 1 januari 2011 op de werknemers van KFA van toepassing is geworden. Dit reglement per 1 juni 2021 in naam is gewijzigd in Pensioenreglement 2021 (hierna: het Pensioenreglement);
e. Partijen de rechten en verplichtingen wensen vast te leggen in deze overeenkomst. Deze overeenkomst geldt als een aanvulling op de bestaande Uitvoeringsovereenkomst tussen het Fonds en de Koninklijke Luchtvaart Maatschappij (hierna te noemen KLM), zoals voor het eerst overeengekomen op 1 januari 2007 en nadien gewijzigd.
KOMEN OVEREEN ALS VOLGT:
Artikel 1 Uitvoering van de pensioenregeling
Het Fonds draagt vanaf 1 april 2011, met terugwerkende kracht tot 1 januari 2011, zorg voor een goede uitvoering van de pensioenregeling (zoals opgenomen in het Pensioenreglement) voor de deelnemers werkzaam bij KFA. De uitvoering van de pensioenregeling vindt plaats met inachtneming van het navolgende.
Artikel 2 Uitvoeringsovereenkomst
De Uitvoeringsovereenkomst tussen het Fonds en KLM is van overeenkomstige toepassing voor KFA. In aanvulling hierop zullen de volgende aanvullende dan wel afwijkende bepalingen eveneens van toepassing zijn tussen het Fonds en KFA.
Artikel 3 Pensioenovereenkomst
De pensioenovereenkomst zoals overeengekomen in het arbeidsvoorwaardelijk overleg tussen KFA en de bij dat overleg betrokken werknemersorganisaties is in overeenstemming met het Pensioenreglement. Het Pensioenreglement zelf is de uitwerking van de pensioenovereenkomst die in het arbeidsvoorwaardelijk overleg tussen KLM en de betrokken werknemersorganisaties is overeengekomen. Enkel een wijziging van die pensioenovereenkomst kan leiden tot een wijziging van de pensioenregeling.
Artikel 4 Het Pensioenreglement
De medewerkers van KFA nemen vanaf 1 januari 2011 deel aan het Pensioenreglement van het Fonds en verwerven derhalve vanaf dat moment pensioenaanspraken. Toekomstige wijzigingen van het Pensioenreglement zijn ook van toepassing voor de medewerkers van KFA, (gewezen) deelnemers en overige (aanspraak)gerechtigden.
Artikel 5 Pensioengrondslag
In afwijking van hetgeen in het Pensioenreglement is vastgelegd met betrekking tot de bruto pensioengrondslag, geldt voor de deelnemers van KFA de volgende vaststelling van de bruto pensioengrondslag: 12 x het vaste maandsalaris, zoals vastgesteld per 1 januari van het betreffende jaar, vermeerderd met 8% vakantietoeslag en, indien en voor zover van toepassing, tevens vermeerderd met een vaste maandelijkse garantietoeslag.
Artikel 6 Deelnemersbijdrage
Voor (een deel van) de deelnemers van KFA aan het Pensioenreglement kunnen afwijkende premiebijdragen gelden.
Artikel 7 Overschotten- en tekortenregeling
Op basis van de uitvoeringsovereenkomst tussen het Fonds en KLM N.V. geldt vanaf 1 januari 2021 niet langer een overschotten- en tekortenregeling.
Artikel 8 Vrijwaring
KFA vrijwaart het Fonds voor elke claim op aanspraken Nabestaanden- en/of Arbeidsongeschiktheidspensioen op grond van verzekeringen van voor 1 april 2011.
Artikel 9 Gegevensaanlevering KFA
Er zullen nadere afspraken worden gemaakt over de wijze waarop het Fonds de gegevens ten behoeve van de uitvoering van de pensioenregeling voor de groep deelnemers werkzaam bij KFA wenst aangeleverd te krijgen.
Artikel 10 Vertegenwoordiging in het bestuur
KFA kan aan de uitvoering van de pensioenregeling bij het Fonds geen direct recht ontlenen op een rechtstreekse vertegenwoordiging in het Bestuur of andere organen van het Fonds.
Aldus overeengekomen en getekend in tweevoud te Amstelveen op 1 juni 2021
KONINKLIJKE LUCHTVAART MAATSCHAPPPIJ N.V.
drs. E.R. Swelheim RC mr. M.I. Kartman
Managing Director & Chief Financial Officer EVP Human Resources & Industrial Relations
STICHTING ALGEMEEN PENSIOENFONDS KLM
drs. X.X. xx Xxxx mr. drs. X.X. xx Xxxx
Vicevoorzitter Vicevoorzitter
Bijlage 1: Volmachtverklaring KFA aan Koninklijke Luchtvaartmaatschappij N.V.
Bijlage 2: uittreksel Handelsregister Kamer van Koophandel inzake KFA 100% dochter KLM
De ondergetekende
KLM Flight Academy, statutair gevestigd onder handelsnaam KLM Luchtvaartschool B.V. te Eelde (adres: 9761 TA, Burgemeester J.G. Legroweg 43), hierna te noemen “KFA”,
Verklaart bij dezen volmacht te verlenen aan:
De Koninklijke Luchtvaart Maatschappij N.V., statutair gevestigd te Amstelveen (adres: 1182 GP,
Xxxxxxxxxxxxxx 00), xxxxxx te noemen: “KLM”,
Om voor en namens KFA de bijlage ‘Overeenkomst betreffende uitvoering Pensioenregeling van KLM Flight Academy tussen Stichting Algemeen Pensioenfonds KLM en Koninklijke Luchtvaart Maatschappij N.V.’ bij de uitvoeringsovereenkomst tussen Stichting Algemeen Pensioenfonds KLM en KLM te ondertekenen.
Deze volmacht geldt derhalve ook in het geval dat de gevolmachtigde optreedt als wederpartij (Selbsteintritt) of als vertegenwoordiger van de wederpartij van volmachtgever.
Deze volmacht blijft van kracht en waarde tot KFA deze jegens de gevolmachtigde schriftelijk zal hebben herroepen.
Getekend te Eelde,
2 juni 2021
Naam: Xxxx xx Xxxxx
Functie: Algemeen Directeur
Uittreksel Handelsregister Kamer van Koophandel
KvK-nummer 04040577
Pagina 1 (van 2)
Rechtspersoon
RSIN 800059177
Rechtsvorm Besloten Vennootschap
Statutaire naam KLM Luchtvaartschool B.V.
Statutaire zetel Eelde (Drenthe) Eerste inschrijving handelsregister 20-06-1991
Datum akte van oprichting 18-06-1991
Datum akte laatste statutenwijziging
14-12-2011
Geplaatst kapitaal EUR 18.151,60
Gestort kapitaal EUR 18.151,60
Deponering jaarstuk De jaarrekening over boekjaar 2018 is gedeponeerd op 20-02-2019.
Onderneming
Handelsnamen KLM Luchtvaartschool B.V. KLM Flight Academy
Startdatum onderneming 18-06-1991
Activiteiten SBI-code: 8541 - Niet-universitair hoger onderwijs
Werkzame personen 35
Vestiging
Vestigingsnummer 000018117813
Handelsnamen KLM Luchtvaartschool B.V. KLM Flight Academy
Bezoekadres Xxxx. X.X. Xxxxxxxx 00, 0000XX Xxxxx
Postadres Xxxxxxx 0, 0000XX Xxxxxxxxxxx
Telefoonnummer 0503098200
Faxnummer 0503098310
Datum vestiging 18-06-1991
Activiteiten SBI-code: 8541 - Niet-universitair hoger onderwijs
Exploiteren van educatieve voorzieningen op luchtvaartgebied en het uitvoeren van daarmee in verband staande werkzaamheden
Werkzame personen 35
Enig aandeelhouder
Naam Koninklijke Luchtvaart Maatschappij N.V.
Bezoekadres Xxxxxxxxxxxxxx 00, 0000XX Xxxxxxxxxx Ingeschreven onder KvK-nummer 33014286
Enig aandeelhouder sedert 18-06-1991
Bestuurder
Xxxx xx Xxxxx, Xxxx
2019-03-28 11:15:13
Xxxxxxxxxxxxx xx -xxxxxx 00-00-0000, Xxxxxxxxxxxxx
Dit uittreksel is gewaarmerkt met een digitale handtekening en is een officieel bewijs van inschrijving in het Handelsregister. In Adobe kunt u de handtekening bovenin het scherm controleren. Meer informatie hierover vindt u op xxx.xxx.xx/xxx. De Kamer van Koophandel adviseert dit uittreksel alleen digitaal te gebruiken zodat de integriteit van het document gewaarborgd en de ondertekening verifieerbaar blijft.
Uittreksel Handelsregister Kamer van Koophandel
KvK-nummer 04040577
Pagina 2 (van 2)
Datum in functie 04-03-2019 (datum registratie: 05-03-2019)
Titel Directeur
Bevoegdheid Alleen/zelfstandig bevoegd
Gevolmachtigde
Naam ten Xxxxxxxx, Xxxxxxxx Xxxxxx
Geboortedatum en -plaats 06-10-1970, Voorschoten
Datum in functie 15-07-2001
Titel Manager Finance & Support
Inhoud volmacht Xxxxxxxx procuratie om tezamen met een directeur, een algemene of bijzondere
procuratiehouder de vennootschap in en buiten rechte te vertegenwoordigen
Aanvang (huidige) volmacht 21-02-2012
2019-03-28 11:15:13
Uittreksel is vervaardigd op 28-03-2019 om 11.15 uur.
Dit uittreksel is gewaarmerkt met een digitale handtekening en is een officieel bewijs van inschrijving in het Handelsregister. In Adobe kunt u de handtekening bovenin het scherm controleren. Meer informatie hierover vindt u op xxx.xxx.xx/xxx. De Kamer van Koophandel adviseert dit uittreksel alleen digitaal te gebruiken zodat de integriteit van het document gewaarborgd en de ondertekening verifieerbaar blijft.
Aldu O\crccnockomcn en gclckcnd in t,,ccvoud tc Am leh ccn op .�X. xxxxxxx 2017
KONINKLIJKE L IITVAAR r MAA rsc1 IAPPPIJ ·. V.
APPROVED: AMS/D. 2-1.J I (()20 17 GOEDGEKEUR 1t_(!i
drs. E.R. Swelheim RC ir. A.W. Slagt
Managing Director & Chief Financial Officer VP Human Resources & Industrial Relations
STICHTING ALGEMEEN PENSIOENFONDS KLM
drs. X.X. xx Xxxx RC Vicevoorzitter
mr. drs. X.X. xx Xxxx Vicevoorzitter
STICHTING ALGEMEEN PENSIOENFONDS KLM EN KONINKLIJKE LUCHTVAART MAATSCHAPPIJ N.V. |
UITWISSELING PERSOONSGEGEVENS ADDENDUM BIJ DE UITVOERINGSOVEREENKOMST TUSSEN DE KONINKLIJKE LUCHTVAART MAATSCHAPPIJ N.V. EN STICHTING ALGEMEEN PENSIOENFONDS KLM |
Dit ADDENDUM is gesloten op1 juni 2021.
TUSSEN:
1) Stichting Algemeen Pensioenfonds KLM, een stichting, rechtsgeldig opgericht en bestaand naar Nederlands recht en geregistreerd bij het handelsregister van de Kamer van Koophandel onder nummer 41200089 , waarvan de hoofdvestiging gevestigd is te Amstelveen, Nederland (het “Fonds”); en
2) Koninklijke Luchtvaart Maatschappij N.V., een naamloze vennootschap, rechtsgeldig opgericht en bestaand naar Nederlands recht en geregistreerd bij het handelsregister van de Kamer van Koophandel onder nummer 33014286, waarvan de hoofdvestiging gevestigd is te Amstelveen, Nederland (“KLM”),
het Fonds en KLM hierna gezamenlijk te noemen de “Partijen” en ieder afzonderlijk een “Partij”.
OVERWEGENDE DAT:
(A) het Fonds en KLM een uitvoeringsovereenkomst hebben gesloten, waarin de afspraken over de uitvoering van (de) pensioenovereenkomst(en) tussen KLM en haar werknemers zijn vastgelegd (de “Overeenkomst”);
(B) de uitvoering van de taken van het Fonds is uitbesteed aan de betreffende groepsvennootschap(pen) van Blue Sky Group (hierna “Blue Sky Group”) en dat Blue Sky Group handelt op basis van mandaten voortvloeiende uit dienstverleningsovereenkomst(en) tussen het Fonds en Blue Sky Group;
(C) KLM Persoonsgegevens (zoals hieronder gedefinieerd) van Deelnemers verzamelt en verwerkt waarvan zij het doel van en de middelen voor vaststelt en daarom kwalificeert als (zelfstandig) verwerkingsverantwoordelijke in de zin van artikel 4 lid 7 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (“AVG”);
(D) het Fonds Persoonsgegevens (zoals hieronder gedefinieerd) van Deelnemers verzamelt en verwerkt waarvan zij het doel van en de middelen voor vaststelt en daarom kwalificeert als (zelfstandig) verwerkingsverantwoordelijke in de zin van artikel 4 lid 7 van de AVG;
(E) in het kader van de Overeenkomst en de uitvoering van de pensioenregeling van het Fonds Partijen, direct en/of indirect, Persoonsgegevens van Deelnemers aan elkaar verstrekken en/of elkaar daar toegang tot verlenen (“Gegevensuitwisselingen”);
(F) Partijen in aanvulling op artikel 2 van de Overeenkomst overeenstemming hebben bereikt over de nadere invulling van de voorwaarden waaronder de Gegevensuitwisselingen in overeenstemming met de AVG zullen plaatsvinden. Partijen wensen die voorwaarden uit te werken en vast te leggen in dit Addendum.
PARTIJEN KOMEN OVEREEN als volgt:
1. DEFINITIES
Partijen hanteren in dit Addendum de onderstaande definities:
Autoriteit | de toezichthoudende autoriteit zoals bedoeld in artikel 51 van de AVG |
Beveiligingsincident | Betekent een beveiligingsincident waardoor de bescherming van Persoonsgegevens op enig moment is doorbroken of waardoor Persoonsgegevens blootgesteld zijn aan verlies of onrechtmatige verwerking dan wel de onrechtmatige verwerking van Persoonsgegevens redelijkerwijs niet kan worden uitgesloten |
Blue Sky Group | De betreffende groepsvennootschap(pen) van Blue Sky Group, te weten: Blue Sky Group Holding B.V., en/of BSG Asset Management B.V. en/of BSG Fund Management B.V. en/of BSG Pension Management B.V. waarmee het Fonds dienstverleningsovereenkomst(en) is overeengekomen |
Datalek | een inbreuk op de beveiliging van Persoonsgegevens zoals bedoeld in artikel 4 lid 12 van de AVG |
Deelnemer | Heeft de betekenis die daaraan wordt toegekend in de geldende pensioenreglement(en) van het Fonds dan wel de Overeenkomst |
Overeenkomst | De uitvoeringsovereenkomst tussen KLM en het Fonds gedateerd juni 2015, inclusief enige daaruit voortvloeiende of opvolgende overeenkomst(en) |
Persoonsgegeven(s) | alle informatie over een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon zoals bedoeld in artikel 4 lid 1 van de AVG |
Privacywetgeving | Alle toepasselijke privacy wet- en regelgeving, waaronder begrepen maar niet beperkt tot de AVG en de Uitvoeringswet AVG |
2. KWALIFICATIE VAN DIT ADDENDUM
2.1 Dit Addendum heeft uitsluitend als doel het nader specificeren van hetgeen bepaald is in art. 2 van de Overeenkomst, teneinde de Gegevensuitwisselingen tussen Partijen conform de AVG in te richten.
2.2 Dit Addendum heeft niet als doel het wijzigen van de Overeenkomst zoals deze geldt tussen het Fonds en KLM.
2.3 In het geval van inhoudelijke tegenstrijdigheden tussen dit Addendum en de Overeenkomst, dienen de bepalingen uit dit Addendum te prevaleren, voor zover verband houdend met de verwerking van Persoonsgegevens.
2.4 Bepalingen uit de Overeenkomst, waarin dit Addendum niet nader voorziet, gelden onverlet voor de uitleg en uitvoering van hetgeen in dit Addendum is bepaald, tenzij deze bepalingen uit de Overeenkomst kennelijk onverenigbaar zijn met dit Addendum.
3. GEGEVENSUITWISSELINGEN
3.1 KLM zal de in Bijlage 1 omschreven Persoonsgegevens, direct en/of indirect, voor zover dat in overeenstemming is met de AVG, aan het Fonds verstrekken en/of daar toegang tot verlenen. KLM zal alle redelijke inspanning leveren om ervoor te zorgen de in Bijlage 1 omschreven Persoonsgegevens volledig en correct zijn.
3.2 Het Fonds zal de in Bijlage 2 omschreven Persoonsgegevens, direct en/of indirect, voor zover dat in overeenstemming is met de AVG, aan KLM verstrekken en/of daar toegang tot verlenen. Het Fonds zal alle redelijke inspanning leveren om ervoor te zorgen de in Bijlage 2 omschreven Persoonsgegevens volledig en correct zijn.
3.3 Partijen zullen het principe van ‘minimale gegevensverwerking’ zoals bedoeld in artikel 5 lid 1 sub c van de AVG naleven en aldus niet meer Persoonsgegevens aan elkaar verstrekken en/of (doen) inzien dan noodzakelijk is voor de doeleinden waarvoor de Gegevensuitwisselingen plaatsvinden.
4. BEVEILIGING EN AANSPRAKELIJKHEID
4.1 Partijen zullen passende technische en organisatorische maatregelen nemen om de Persoonsgegevens in het kader van de Gegevensuitwisselingen te beveiligen tegen verlies en/of enige vorm van onrechtmatige verwerking conform het bepaalde in artikel 32 van de AVG. Partijen zullen daartoe in ieder geval, maar niet uitsluitend, de beveiligingsmaatregelen zoals opgenomen in Bijlage 3 treffen.
4.2 Indien een Partij jegens de andere Partij toerekenbaar tekortschiet in de nakoming van haar verplichtingen op grond van Artikel 3.1, is die Partij voor de hierdoor door de andere Partij geleden en/of te lijden schade, met in achtneming van artikel 82 AVG, volledig aansprakelijk.
4.3 Iedere Partij is verantwoordelijk en aansprakelijk voor het nakomen van de verplichtingen (onder de Privacywetgeving dan wel de verplichtingen die voortvloeien uit dit Addendum) van derden die de betreffende Partij heeft ingeschakeld om haar te assisteren bij de Gegevensuitwisselingen.
5. VERWERKINGSACTIVITEITEN
5.1 Partijen zijn gedurende en na de looptijd van dit Addendum en de Overeenkomst gerechtigd tot iedere verwerkingsactiviteit met betrekking tot de Persoonsgegevens van Deelnemers, voor zover mogelijk op grond, en binnen de kaders, van Privacywetgeving.
5.2 Partijen zullen geen gebruiksaanwijzingen dan wel beperkingen aan elkaar opleggen met betrekking tot de verwerking van de Persoonsgegevens, behoudens enige gebruiksaanwijzingen en beperkingen die zijn vastgesteld in de Overeenkomst.
6. NALEVING PRIVACYWETGEVING
6.1 Voor de verwerking van Persoonsgegevens zoals beschreven in dit Addendum en de Overeenkomst zijn Partijen zelfstandig verwerkingsverantwoordelijke zoals bedoeld in artikel 4 lid 7 van de AVG. Partijen bepalen zelfstandig de doelen van en middelen voor hun verwerkingsactiviteiten en kwalificeren aldus niet als gezamenlijke verwerkingsverantwoordelijken als bedoeld in artikel 26 van de AVG.
6.2 Partijen zijn ieder zelfstandig verplicht om de Privacywetgeving na te leven. Partijen zullen de Persoonsgegevens in overeenstemming met toepasselijke Privacywetgeving verwerken. Dit betekent bijvoorbeeld maar niet uitsluitend dat Partijen zelfstandig verantwoordelijk zijn om de Persoonsgegevens niet langer te bewaren in een vorm die het mogelijk maakt Deelnemers te identificeren dan voor de doeleinden waarvoor de Persoonsgegevens worden verwerkt noodzakelijk is (behoudens in het geval van wettelijke bewaarplichten), om technische en organisatorische maatregelen te nemen om de Persoonsgegevens te beveiligen tegen verlies en/of enige vorm van onrechtmatige verwerking conform het bepaalde in artikel 32 van de AVG en om uitoefening aan de rechten van betrokkenen conform het bepaalde in artikel 12 tot en met artikel 22 van de AVG te geven.
6.3 Voor zover wettelijk of anderszins verplicht, verlenen Partijen zo snel mogelijk over en weer hun volledige medewerking na een verzoek om te kunnen voldoen aan Privacywetgeving, bijvoorbeeld maar niet uitsluitend in het kader van een verzoek van de Autoriteit. Indien een Partij een verzoek van een betrokkene ontvangt in het kader van de Gegevensuitwisselingen en dit verzoek valt niet onder haar verantwoordelijkheid maar onder de verantwoordelijkheid van de andere Partij, stelt zij die andere Partij daar uiterlijk binnen één kalenderweek, na ontvangst van het verzoek, (via de contactgegevens vermeld in Bijlage 4) van op de hoogte.
7. BEVEILIGINGSINCIDENTEN
In het geval van een Beveiligingsincident en/of Datalek met betrekking tot de Persoonsgegevens van Deelnemers in het kader van de Gegevensuitwisselingen zal een Partij de andere Partij binnen 72 uur na de ontdekking van het Beveiligingsincident en/of het Datalek (via de contactgegevens vermeld in Bijlage 4) informeren. De Partij waarbij het Beveiligingsincident en/of het Datalek plaatsvindt, zal zelf de melding zoals bedoeld in artikel 33 van de AVG doen aan de Autoriteit en indien noodzakelijk aan de Deelnemers overeenkomstig artikel 34 van de AVG.
8. GEHEIMHOUDING
Partijen verplichten zich om met de Persoonsgegevens strikt vertrouwelijk, zorgvuldig en overeenkomstig de instructies uit dit Addendum en de Overeenkomst om te gaan. Partijen dragen er zorg voor dat al hun medewerkers en/of voor hun werkzame derden die op enige wijze betrokken zijn bij de Persoonsgegevens contractueel tot geheimhouding hiervan verplicht zijn.
9. LOOPTIJD
9.1 Tenzij anders bepaald in deze clausule 9, gaat dit Addendum van kracht per bovengenoemde datum en blijft deze in werking en van kracht voor de duur van de Overeenkomst.
9.2 Dit Addendum eindigt van rechtswege op de dag volgend op de dag waarop de Overeenkomst eindigt en indien daar geen nieuwe Overeenkomst voor in de plaats komt. Indien Partijen vaststellen dat dit Xxxxxxxx enige tijd dient te worden verlengd, zullen zij tijdig in overleg treden over of en onder welke voorwaarden zij dit Addendum wensen te verlengen.
9.3 Dit Addendum kan niet tussentijds worden beëindigd.
10. GARANTIES
Partijen garanderen elkaar dat:
a. de Gegevensuitwisselingen voldoen aan de eisen van de AVG en dat de Gegevensuitwisselingen te rechtvaardigen zijn met een beroep op ten minste één van de grondslagen uit artikel 6 van de AVG (waaronder in ieder geval begrepen de grondslagen zoals bedoeld in artikel 6 lid 1 sub a, sub b, sub c en sub f en lid 4 AVG) en uit artikel 9 van de AVG voor zover het bijzondere categorieën van Persoonsgegevens betreffen.
11. SLOTBEPALINGEN
11.1 Indien één of meer bepalingen van dit Addendum in rechte nietig wordt verklaard of, om welke reden dan ook, anderszins nietig mocht blijken te zijn, zal daardoor de geldigheid van de overige bepalingen van deze dit Xxxxxxxx niet worden aangetast. In een dergelijk geval zullen Partijen in overleg treden teneinde de nietige bepaling te vervangen door een bepaling (die niet nietig is) en die zo min mogelijk afwijkt van de nietig geachte bepaling waarbij mede wordt gelet op het doel en de strekking van de betreffende bepaling en dit Addendum.
11.2 Geen van de Partijen kan haar rechten of verplichtingen onder dit Addendum, tenzij anders is bepaald in dit Addendum, overdragen zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van de andere Partij. Ter voorkoming van onduidelijkheid wordt toestemming van KLM, voor de overdracht van de rechten en verplichtingen onder dit Addendum van het Fonds aan Blue Sky Group (voor zover dit voortvloeit uit te uitbesteding van de taken van het Fonds aan Blue Sky Group zoals bedoeld onder B van dit Addendum), geacht te zijn gegeven.
11.3 Partijen doen hierbij afstand van hun recht om gehele dan wel partiële ontbinding, vernietiging of nietigverklaring van dit Addendum in te roepen en komen overeen dat voor zover rechtens toegestaan, eventuele dwaling van één der Partijen op grond van artikel 6:228 lid 2 BW zonder gevolg en voor rekening van de dwalende zal blijven.
12. TOEPASSELIJK RECHT EN FORUMKEUZE
12.1 Op dit Addendum Overeenkomst en op alle contractuele en niet-contractuele verplichtingen die ontstaan uit of die verband houden met dit Addendum, is Nederlands recht van toepassing.
12.2 Eventuele geschillen tussen Partijen naar aanleiding of in verband met dit Addendum, zullen conform hetgeen daarover is bepaald in de Overeenkomst worden afgehandeld. Bij afwezigheid van een dergelijke bepaling zullen de onderstaande clausules 12.3 en 12.4 van toepassing zijn:
12.3 Eventuele geschillen tussen Partijen naar aanleiding of in verband met dit Addendum zullen zoveel mogelijk door middel van redelijk overleg tot een oplossing worden gebracht.
12.4 In het onverhoopte geval dat het overleg als bedoeld in Artikel 12.3 niet binnen vier weken tot een oplossing leidt, zal het geschil worden voorgelegd aan de exclusief bevoegde rechter te Amsterdam.
HANDTEKENINGENPAGINA
Stichting Algemeen Pensioenfonds KLM
door: drs. X.X. xx Xxxx datum: 1 juni 2021
Stichting Algemeen Pensioenfonds KLM
door: mr. drs. X.X. xx Xxxx datum: 1 juni 2021
Koninklijke Luchtvaart Maatschappij N.V.
door: drs. E.R. Swelheim RC
datum:
Koninklijke Luchtvaart Maatschappij N.V.
door: mr. M.I. Kartman
datum:
BIJLAGE 1 – PERSOONSGEGEVENS VAN KLM
KLM zal de in deze Bijlage omschreven Persoonsgegevens direct en/of indirect, voor zover dat in overeenstemming is met de AVG, aan het Fonds verstrekken en/of daar toegang tot verlenen:
Categorieën van betrokkenen
Deelnemers
Categorieën van persoonsgegevens
- Gewone Persoonsgegevens (bijvoorbeeld NAW gegevens, contactgegevens (e-mail adres, telefoonnummer, personeelsnummers)
- Gevoelige of bijzondere Persoonsgegevens (bijvoorbeeld Burgerservicenummer (BSN), arbeidsongeschiktheid, financiële gegevens (bijvoorbeeld pensioengegevens).
Doeleinden gegevensuitwisseling
- Uitvoering van de Overeenkomst
- Uitvoering van de pensioenregeling door het Fonds
- Voldoen aan een wettelijke verplichting
BIJLAGE 2 - PERSOONSGEGEVENS VAN HET FONDS
Het Fonds zal de in deze Bijlage omschreven Persoonsgegevens direct en/of indirect, voor zover dat in overeenstemming is met de AVG, aan KLM verstrekken en/of daar toegang tot verlenen:
Categorieën van betrokkenen
Deelnemers
Categorieën van persoonsgegevens
- Gewone Persoonsgegevens (bijvoorbeeld NAW gegevens, contactgegevens (e-mail adres, telefoonnummer, personeelsnummers)
- Gevoelige of bijzondere Persoonsgegevens (bijvoorbeeld Burgerservicenummer (BSN), arbeidsongeschiktheid, financiële gegevens (bijvoorbeeld pensioengegevens).
Doeleinden gegevensuitwisseling
- Uitvoering van de Overeenkomst
- Uitvoering van de pensioenregeling door het Fonds
- Voldoen aan een wettelijke verplichting
BIJLAGE 3 – BESCHRIJVING VAN TECHNISCHE EN ORGANISTORISCHE BEVEILIGINGSMAATREGELEN
Technische en organisatorische beveiligingsmaatregelen omvatten, maar zijn niet beperkt tot:
(a) het voorkomen van toegang tot verwerkingssystemen voor persoonsgegevens door onbevoegden (fysiek toegangsbeheer),
(b) het voorkomen van het gebruik van verwerkingssystemen voor persoonsgegevens zonder toestemming (logisch toegangsbeheer),
(c) ervoor zorgen dat personen die bevoegd zijn om een Persoonsgegevensverwerkingssysteem te gebruiken, uitsluitend toegang verkrijgen tot die Persoonsgegevens waartoe zij bevoegd zijn om in te zien en te gebruiken, overeenkomstig hun toegangsrechten en dat tijdens de verwerking of ingebruikname en na opslag, de Persoonsgegevens niet kunnen worden gelezen, gekopieerd, aangepast of verwijderd zonder toestemming (gegevenstoegangsbeheer),
(d) ervoor zorgen dat Persoonsgegevens niet zonder toestemming kunnen worden gelezen, gekopieerd, aangepast of vernietigd tijdens een elektronische transmissie, vervoer of opslag op opslagmiddelen, en dat de doelentiteiten voor een doorgifte van Persoonsgegevens door middel van gegevensoverdrachtsfaciliteiten kunnen worden vastgesteld en geverifieerd (gegevensoverdracht controle),
(e) het waarborgen van de vaststelling van een auditspoor om vast te leggen of en door wie Persoonsgegevens ingevoerd, aangepast of verwijderd zijn in of van verwerkingssystemen voor Persoonsgegevens (invoer controle),
(f) ervoor zorgen dat verwerkte Persoonsgegevens uitsluitend overeenkomstig de instructies worden verwerkt (controle van instructies),
(g) ervoor zorgen dat Persoonsgegevens worden beschermd tegen onopzettelijke vernietiging of verlies (beschikbaarheids controle),
(h) ervoor zorgen dat Persoonsgegevens die zijn verzameld voor uiteenlopende doeleinden afzonderlijk kunnen worden verwerkt (scheidingscontrole),
(i) het uitwerken van bovengenoemde maatregelen in beleid en procedures
(j) het periodiek evalueren van voormelde beleid en procedures en het implementeren van de bovengenoemde informatiebeveiligingsmaatregelen in de organisatie van iedere Partij.
KONINKLIJKE LUCHTVAART MAATSCHAPPIJ N.V.
Drs. E.R. Xxxxxxxx RC Chief Financial Officer
ir. A.W. Slagt
Executive Vice President HR & Industrial Relations
STICHTING ALGEMEEN PENSIOENFONDS KLM
Drs. X.X. xx Xxxx RC Vicevoorzitter
G.K.R. Lagendaal Vicevoorzitter