Specifieke werkafspraken Jeugd behorend bij de raamovereenkomsten
Specifieke werkafspraken Jeugd behorend bij de raamovereenkomsten
Dit document ‘specifieke werkafspraken jeugd’ is een specifieke operationele vertaling van de aanbestedingsleidraden met bijlagen, Nota van Inlichten en Algemene inkoopvoorwaarden Sociaal Domein, behorende bij de raamovereenkomsten Jeugd voor het onderdeel contractmanagement. Dit document is
een addendum van het document ‘Basisdocument werkafspraken behorend bij de raamovereenkomsten Wmo, Jeugd, BW/MO/B&P, Participatie’, en heeft eveneens een dynamisch karakter. De actuele versie is te vinden op de website van de MGR.
Versie 17-05-2022 - Deze versie vervangt alle eerdere versies, mondeling of schriftelijk.
Versie 1.2
Mei 2022
Inhoud
3.2 Gemiddelde doorlooptijden 4
4.3 Hoe dienen aanbieders dit te vermelden 6
5. Toetreding als reguliere aanbieder gedurende de looptijd van de overeenkomst 6
8.1 Onderdelen buiten de opdracht 8
8.2 Jeugdhulp in het buitenland 9
1. Toelichting
Uit de aanbestedingsleidraden en nota van inlichtingen zijn enkele thema’s benoemd die verdere toelichting nodig hebben en specifiek zijn voor Jeugd. Gezien het basis document voor alle domeinen geldt, is er voor gekozen om onderwerpen enkel geldend voor jeugd in een addendum nader te beschrijven.
De inhoud van deze specifieke werkafspraken is onderhevig aan wijzigingen. Het betreft een document in ontwikkeling. Samen zullen we komen periode met thema’s aan de slag gaan. Gedurende de contractperiode kan het zijn dat deze specifieke werkafspraken om wijziging, aanscherping of aanvulling vragen. Dit is een gezamenlijk proces waar u als aanbieder bij betrokken bent. Tot wijziging zijn dit de geldende specifieke werkafspraken.
Indien een aanbieder problemen ondervindt met de uitvoering van de specifieke werkafspraken indien er specifieke werkafspraken ontbreken, maken zij hiervan melding bij de contractmanager MGR (kan ook centraal via het algemeen mailadres: xxxx@xxxx.xx).
Er wordt gezamenlijk gekeken naar oplossingen, aanpassingen en noodzakelijke afstemming met alle aanbieders van jeugd. Uniformiteit is hierbij het uitgangspunt.
2. Vervoer
Voor vervoer van jeugdige van en naar de locatie(s) van de aanbieder worden de volgende uitgangspunten gehanteerd:
1. Ondersteuning vindt zo veel mogelijk plaats in de thuisomgeving van de jeugdige (“zo thuisnabij mogelijk”).
2. Indien de ondersteuning noodzakelijkerwijs op locatie van de aanbieder plaatsvindt, ligt de verantwoordelijkheid voor het vervoer van de jeugdige naar en van de locatie van de aanbieder primair bij de ouders/verzorgers.
3. In de uitzonderlijke gevallen dat de jeugdige niet zelf, met de hulp van ouders/verzorgers of van het sociaal netwerk het vervoer kan
organiseren, organiseert de aanbieder het vervoer zelf. De gemeentelijke toegang geeft hiervoor een indicatie af. De aanbieder ontvangt hiervoor een vaste vergoeding per rit (enkele reis) die jaarlijks wordt geïndexeerd zoals ook de tarieven jeugdhulp worden geïndexeerd.
4. Indien de aanbieder niet in staat is het vervoer zelf te organiseren, regelt de gemeentelijke toegang dat vervoer wordt ingezet, bijvoorbeeld vanuit het leerlingenvervoer.
Zowel bij 3 als 4 is het noodzakelijk dat tijdig geschakeld wordt met de gemeentelijke toegang van de Opdrachtgever.
Onderwerp | Code | Tarief (prijspeil 2022) | Inzet |
Vervoer jeugdhulp | 42A03 | € 11,26 (enkele reis) | Na indicatie gemeentelijke toegang |
3. Pilot Plekken/Trajecten
De zeven regiogemeenten hebben besloten naast de PxQ-methodiek met twee andere bekostigings-/afrekensystematieken voor aanbieders te gaan werken, namelijk trajecten en plekken (voor segmenten 3 en 4 Jeugd). Het werken met drie afrekenmethodieken binnen hetzelfde segment én binnen één regio is op langere termijn onwenselijk. Een definitieve keuze is nu niet goed mogelijk omdat de voor- en nadelen van beide methodieken op dit moment nog onvoldoende duidelijk en niet evidence based te onderbouwen zijn. Niettemin heeft de regio Noord-Limburg ervoor gekozen om te gaan werken met zowel plekken en trajecten. Dit om met beide (verdere) ervaring op te doen en te onderzoeken welke methodiek het best bijdraagt aan de transformatiedoelen die we als regio willen bereiken. Dat betekent dat de regio vanaf 2022 binnen segment 3 Jeugd (subsegmenten 'terug naar school’ en 'duurzame daginvulling’) én geheelsegment 4 Jeugd (Ambulant)werkt met twee afrekenmethodieken. De gemeenten Beesel, Gennep, Horst aan de Maas, Peel en Maas, Venray kiezen voor trajecten. De gemeenten Venlo en Bergen kiezen voor plekken. Deze systematiek geldt voor deze twee gemeenten enkel voor de regionale aanbieders.
3.1 Budgetten
Op genoemden producten wordt niet middels het berichtenverkeer gedeclareerd, maar middels een vooraf bepaald maandelijks voorschot. Deze voorschotten zijn in december 2021 bepaald op basis van historie en gekeken naar de sterfhuisconstructie voor indicaties die doorlopen in 2022.
De inschatting is lastig met de komst van nieuwe toetreders en veranderende dynamiek in de producten. Om te voorkomen dat aanbieders jeugdhulp leveren en niet betaald krijgen, of te weinig hulp leveren en teveel betaald krijgen, zijn verschillende momenten ingebouwd voor herschikking van het betalen van deze maandelijkse voorschotten op basis van de afgenomen plekken op dat moment. Welke eind februari, eind mei en eind juli zullen plaatsvinden. De bepaling van de voorschotten geschiedt op basis van de door de aanbieder verstuurde berichten via het berichtenverkeer. En wordt berekend op basis van de het startbericht (305) en het stopbericht (307).
3.2 Gemiddelde doorlooptijden
De volgende producten vallen onder de plekkensystematiek en zullen uitgesloten zijn van betaling via het berichtenverkeer. Erachter staat de gemiddelde looptijd voor het product.
Segment | Product | Gem. looptijd per traject |
Segment 3 - Dagbesteding en -behandeling | 41L11 - Naschoolse dagbehandeling | 12 |
Segment 3 - Dagbesteding en -behandeling | 41L12 - Schoolvervangende dagbehandeling 1 | 12 |
Segment 3 - Dagbesteding en -behandeling | 41L13 - Schoolvervangende dagbehandeling 2 | 12 |
Segment 3 - Dagbesteding en -behandeling | 41L21 – Zaterdagopvang | 12 |
Segment 3 - Dagbesteding en -behandeling | 41L22 - Naschoolse dagbesteding | 12 |
Segment 3 - Dagbesteding en -behandeling | 41L23 - Schoolvervangende dagbesteding | 12 |
Segment 4 – Ambulant | 45L01 - Ambulante hulp duurzaam 1 | 12 |
Segment 4 – Ambulant | 45L02 - Ambulante hulp duurzaam 2 | 12 |
Segment 4 – Ambulant | 45L03 - Ambulante hulp duurzaam 3 | 12 |
Segment 4 – Ambulant | 45L11 - Ambulante hulp perspectief 1 licht | 6 |
Segment 4 – Ambulant | 45L12 - Ambulante hulp perspectief 1 midden | 9 |
Segment 4 – Ambulant | 45L13 - Ambulante hulp perspectief 1 zwaar | 12 |
Segment 4 – Ambulant | 45L22 - Ambulante hulp perspectief 2 midden | 8 |
Segment 4 – Ambulant | 45L23 - Ambulante hulp perspectief 2 zwaar | 10 |
Segment 4 – Ambulant | 54L01 - GGZ licht | 6 |
Segment 4 – Ambulant | 54L02 - GGZ midden | 9 |
Segment 4 – Ambulant | 54L03 - GGZ zwaar | 11 |
Segment 4 – Ambulant | 54L50 - Dyslexie diagnostiek | 6 |
Segment 4 – Ambulant | 54L51 - Dyslexie Behandeling | 18 |
3.3 Bandbreedtebrief
Tot juli 2022 gaan we de dynamiek van het vernieuwde jeugdzorglandschap volgen. Eind juli stellen we het definitieve budget en plekken vast. Dit zal passend zijn bij de in jeugdhulp genomen jeugdigen en de te verwachten instroom/uitstroom tot en met het einde van het jaar. Op dit nog te stellen budget
/ plekken wordt vervolgens gestuurd. Vanaf dat moment wordt overproductie enkel gefinancierd mits hier schriftelijke goedkeuring voor is vanuit contractmanagement. De spelregels t.a.v. financiering en afrekening worden opgenomen in de bandbreedtebrief die in de loop van het komend jaar met jullie gedeeld wordt.
3.4 Berichtenverkeer
De uiteindelijke verrekening aan het eind van het jaar geschiedt op basis van het startbericht (305) en het stopbericht (307). Onderstaand de definities die we hiervoor hanteren.
Definitie JW305-bericht (Start dienstverlening)
Binnen 5 werkdagen na de daadwerkelijke datum waarop de hulp / ondersteuning is gestart.
Specificatie: De hulp / ondersteuning geldt vanaf het opstellen van het behandelplan, met de afspraak dat binnen maximaal 2 weken (10 werkdagen) na het opstellen van het behandelplan de daadwerkelijke hulp is gestart.
Definitie JW307-bericht (Stop dienstverlening)
Binnen 5 werkdagen na de daadwerkelijke datum waarop de hulp beëindigd is.
4. Wachtlijsten/wachttijden
4.1 Treeknormen
Opdrachtnemer start de feitelijke dienstverlening binnen 6 weken nadat hij daartoe een opdracht Heeft. Indien sprake is van wettelijke termijnen (Treeknormen) dient opdrachtnemer de feitelijke dienstverlening binnen deze termijnen te starten. Opdrachtnemer treedt met de gemeente in gesprek indien hij de feitelijke dienstverlening niet binnen 6 weken na opdrachtverlening kan starten.
4.2 Richtlijnen
Opdrachtnemer registreert de wachttijden en doorlooptijden voor de inwoner en stelt deze op verzoek aan de MGR beschikbaar. De wachttijd is de tijd tussen de opdrachtverlening/verwijzing en de start van de feitelijke dienstverlening.
4.3 Hoe dienen aanbieders dit te vermelden
Aanbieders vermelden de wachtlijsten en wachttijden op hun website.
5. Toetreding als reguliere aanbieder gedurende de looptijd van de overeenkomst
Indien dit voor uw organisatie van toepassing was, heeft u in oktober 2021 bericht gekregen van de MGR dat u geduid wordt als micro-aanbieder. Eenmaal per jaar bestaat er de mogelijkheid om bewijsstukken aan te leveren waaruit blijkt dat u een reguliere aanbieder bent. Het nieuwe tarief geldt dan per 1 januari van het daarop volgende jaar. In de aanbestedingsleidraden is hierover het volgende opgenomen:
Micro-aanbieders zijn organisaties welke voldoen aan ten minste twee van de volgende drie criteria:
• Balanstotaal van maximaal 350.000 EUR
• Netto omzet van maximaal 700.000 EUR
• Maximaal 10 fte personeel
De eerstvolgende mogelijkheid tot aanlevering van bewijsstukken is er tot 1 september 2022. Opdrachtnemer dient onderstaande bewijsstukken aan te leveren:
• Het gemiddelde balanstotaal over de afgelopen drie boekjaren.
• De gemiddelde netto omzet over de afgelopen drie boekjaren.
• Overzicht huidig aantal fte medewerkers in vaste en tijdelijke dienst.
Dit dient de Opdrachtnemer vervolgens te onderbouwen met de jaarrekeningen van de 3 voorgaande jaren waaruit de balanstotalen en de netto omzet blijken en een actueel (geanonimiseerd) personeelsoverzicht.
6. Medische verwijsroute
Jeugdigen en gezinnen die jeugdhulp nodig hebben, kunnen daarvoor terecht bij de toegangsteams van de gemeenten. Jeugdhulp kan ook worden ingezet na een verwijzing van een huisarts, jeugdarts of medisch specialist. In de Nota van Inlichtingen bij de aanbestedingen van de nieuwe raamovereenkomsten is over de medische verwijsroute opgenomen dat gemeenten hierover meer afstemming wensen. Er is vanuit gemeenten beperkt zicht op deze verwijsstromen, de onderliggende problemen, de te behalen doelen en de hulp die hiervoor nodig is.
Daarbij komt het ook vaak voor dat hulptrajecten verlengd worden zonder dat er geschakeld wordt met de oorspronkelijke verwijzer. Die is daarvan meestal dan ook niet op de hoogte.
Gemeenten willen het zicht op deze verwijzingen vergroten en de samenwerking tussen de partijen (medische verwijzer, aanbieder en gemeentelijke toegang) verbeteren om zo de inwoners van onze gemeenten gezamenlijk de best passende ondersteuning te bieden. Idealiter zou er rond elke medische verwijzing naar en verlenging van jeugdhulp afstemming moeten zijn. Gezien de tijdsinvestering die dit van alle betrokkenen vraagt, is dit niet haalbaar en niet doelmatig.
Het doel blijft om meer zicht op en afstemming te hebben over de inzet van jeugdhulp na medische verwijzingen. Het proces om bij dit doel te komen, staat nog niet in januari 2022, en zal nog nader moeten worden uitgewerkt. Gemeenten hebben de intentie om daarbij verwijzers en de jeugdhulpaanbieders nauw te betrekken. Tot die tijd blijft de huidige werkwijze zoals die is, waarbij gemeenten zowel verwijzers als aanbieders oproepen om waar nodig de afstemming met elkaar en met de gemeentelijke toegang te zoeken en ook om bij zelfverwijzingen contact op te nemen met oorspronkelijke verwijzer of de gemeentelijke toegang.
Gemeenten hebben de behoefte aan meer zicht en afstemming ook vertaald naar de Verordening Jeugdhulp. Daarin is onder meer opgenomen dat:
De huisarts, de medisch specialist of de jeugdarts kan alleen verwijzen naar een jeugdhulpaanbieder die een contract of subsidierelatie met de gemeente heeft.
Bij een verwijzing door de huisarts, de medisch specialist of de jeugdarts moet de jeugdhulpaanbieder, als en voor zover deze van oordeel is dat de inzet van jeugdhulp nodig is, in contact treden met het college over de in te zetten jeugdhulp.
De Jeugdhulpaanbieder voorkomt alle (schijn van) belangenverstrengeling rondom verwijzingen en hulpverlening. Daaronder worden in elk geval verstaan zelfverwijzingen en intercollegiale verwijzingen. De jeugdhulpaanbieder moet in die gevallen in contact treden met het college over de in te zetten jeugdhulp.
Begin 2022 komen de gemeenten/MGR bij de aanbieders terug hoe dit proces gezamenlijk vorm te geven. Zie voor verdere richtlijnen ook de Toelichting op de medische verwijsroute op de site van de MGR.
7. Stapelingsmatrix
Op de site van de MGR kan een aanbieder de stapelingsmatrix vinden waarin precies staat beschreven welke diensten al of niet met elkaar gecombineerd kunnen worden. De toegang van de gemeenten en de aanbieder weten zo precies welke combinaties mogelijk zijn.
Zie hiervoor het ‘Handboek voor verwijzers jeugdhulp’.
8. Afbakening voorzieningen
Een aantal voorzieningen in de jeugdhulp zijn uitgezonderd van deze inkoop.
8.1 Onderdelen buiten de opdracht
De volgende onderdelen vallen niet onder deze opdracht:
• Landelijke inkoop jeugdhulp via raamovereenkomsten van de VNG (LTA).
• Regionale jeugdvoorzieningen: jeugdbescherming, jeugdreclassering, Integrale Crisishulp Jeugd, Jeugdzorgplus, beschermingstafel, expertteam, Veilig Thuis, coördinatie integrale vroeghulp en deelname downteam.
• Voorliggende voorzieningen die buiten jeugdhulp vallen:
⮚ Alle diensten in het kader van preventie en/of algemene voorzieningen, zoals vrij toegankelijke trainingen, weerbaarheidstrainingen of sociale vaardigheidstrainingen.
⮚ Jeugdhulp die wordt vergoed vanuit de Zorgverzekeringswet zoals fysiotherapie, ergotherapie of oefentherapie.
⮚ Onderwijsgerelateerde ondersteuning zoals huiswerkbegeleiding, begeleiding bij dyscalculie of intelligentieonderzoeken.
• Complementaire zorg: onder andere oosterse geneeswijzen, natuurgeneeskunde, emotioneel en fysiek lichaamswerk, hypnotherapie, enz.
• Mindfulness en kinderyoga.
• Voor zover aanbieders ook diensten via een persoonsgebonden budget (PGB) leveren, worden afspraken gemaakt hoe zich dit verhoudt tot de raamovereenkomsten en budgetafspraken.
• De voorgeschreven medicijnen voor psychische klachten in een ambulant traject (Zorgverzekeringswet)
• Trainingen: Vrij toegankelijke trainingen, zoals weerbaarheidstrainingen, sociale vaardigheidstrainingen of soortgelijk zijn per definitie nooit een maatwerkvoorziening, behalve als dit onderdeel uitmaakt van een integrale behandeling en aan de eisen hiervoor wordt voldaan.
• Reguliere vormen van (kinder)opvang.
8.2 Jeugdhulp in het buitenland
Aanbieder dient te voldoen aan het Afsprakenkader buitenlands zorgaanbod jeugd: xxxxx://xxx.xx/xxxxx/xxx/000000_xxxxxxx_xxxxxxxxxxx_xxxxxxx_xxxxxx_xxxx_xx_xxxxxxxx.xxxxxxxx%0X/00000000_xxxxxxxxxxxxxx-xxxxxxxxxxx- zorgaanbod_20170627.pdf
Een aanbieder verleent slechts buitenlandse dienstverlening aan een jeugdige indien hij met de betreffende gemeente heeft afgestemd dat dit het juiste aanbod is voor de jeugdige.