Format collegevoorstel Schone Lucht Akkoord
Format collegevoorstel Schone Lucht Akkoord
Introductie
In dit document vindt u een format voor het opstellen van een collegevoorstel voor deelname aan het Schone Lucht Akkoord. De voorbeelden zijn gebaseerd op de voorstellen van al deelnemende gemeenten aan het Schone Lucht Akkoord (Deurne en Eindhoven). De elementen in dit voorstel dienen ter inspiratie, en bepaalde elementen komen meerdere keren terug. De specifieke invulling van elk voorstel varieert per gemeente.
Onderwerp: deelname aan het Schone Lucht Akkoord
A. Aanleiding en context
• Wat is de aanleiding voor dit voorstel? [Beschrijf de specifieke aanleiding voor de gemeente: wat ging aan dit voorstel vooraf?]
o Bijvoorbeeld: verkenning gewenst vanuit gemeenteraad of het college met betrekking tot een impuls aan de luchtkwaliteit.
• Wat is het Schone Lucht Akkoord? Het Schone Lucht Akkoord is een akkoord met als doel het duurzaam verbeteren van de luchtkwaliteit in Nederland. Het betreft een overeenkomst tussen het Rijk, provincies en talrijke gemeenten. Gezamenlijk streven deze betrokken partijen naar een gezondheidswinst van minstens 50 procent in 2030, vergeleken met 2016. Het akkoord omvat afspraken over diverse thema's, waaronder mobiliteit, mobiele werktuigen, industrie, houtstook, binnenvaart en havens, landbouw en participatie. Gemeenten die nog niet hebben getekend maar wel willen deelnemen, kunnen zich op elk moment aansluiten bij het Schone Lucht Akkoord. Deelnemers hebben de mogelijkheid om cofinanciering te ontvangen voor projecten via de Specifieke Uitkering Schone Lucht Akkoord (SpUk SLA). Hiernaast staat kennisontwikkeling en actieve kennisdeling centraal binnen het akkoord. Als een gemeente deelneemt, krijgt ze direct toegang tot reeds verworven kennis over specifieke thema's en pilots.
• Nadruk op gezondheidswinst Schone Lucht Akkoord: De GGD heeft herhaaldelijk aangetoond dat de kwaliteit van de lucht die we inademen directe invloed heeft op onze gezondheid. In het onderzoek getiteld Luchtkwaliteit en gezondheid in de provincie Noord- Brabant trekt de GGD een vergelijking met 4,9 gerookte sigaretten per persoon (van alle leeftijden) per dag. Uit verder onderzoek van het RIVM blijkt dat de gemiddelde levensduur in Nederland met acht maanden wordt verkort door de gevolgen van luchtvervuiling. Het verbeteren van de luchtkwaliteit draagt dus direct bij aan het bevorderen van de gezondheid. Het Schone Lucht Akkoord streeft ernaar dat tegen 2030 de lucht op de meeste locaties voldoet aan de advieswaarden van de Wereldgezondheidsorganisatie. Dit zou jaarlijks kunnen leiden tot het voorkomen van vier- tot vijfduizend vroegtijdige sterfgevallen.
• Doel van collegevoorstel: In dit collegevoorstel wordt deelname door [gemeente] aan het Schone Lucht Akkoord geadviseerd.
B. Voorstel
a. In te stemmen met deelname aan het Schone Lucht Akkoord.
b. Een verzoek in te dienen bij het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat om toe te treden tot het Schone Lucht Akkoord.
c. In te stemmen met de focus van inzet op thema # / thema’s # [focus van gemeente].
d. Binnen één jaar na ondertekening stellen wij een lokaal uitvoeringsprogramma luchtkwaliteit op.
e. [Eventueel de opzet voor de voorgestelde strategie en uitvoering als bijlage toevoegen]
C. Doelstelling en beoogd effect
• Door onze ondertekening onderstrepen wij als gemeente onze betrokkenheid bij de nationale ambitie om tegen 2030 een gezondheidswinst van 50% te realiseren ten opzichte van 2016.
• Als gemeente verbinden wij ons hiermee aan de uitvoering van een aantal vaste maatregelen om de bovenstaande doelen te behalen. Wij hebben tot 2030 de tijd om deze vastgestelde maatregelen te implementeren. De gemeente krijgt de ruimte om maatwerk te leveren en zelf te bepalen in welke mate wij de maatregelen willen uitvoeren.
• [Voeg eventuele specifieke doelen van de gemeente toe]
D. Argumenten voor toetreding tot het Schone Lucht Akkoord
• Toetreding draagt bij aan een gezondere leefomgeving voor inwoners en biedt concrete handvatten voor het ondernemen van acties om luchtkwaliteit te verbeteren.
• Daarmee zijn we als gemeente beter voorbereid op aankomende wettelijke eisen vanuit de Europese Unie wanneer deze komen.
• Het vereenvoudigt kennisdeling met andere organisaties (zoals gemeenten en provincies). Met de themagroepen en samenwerkruimte worden platforms geboden aan ambtenaren die vanuit verschillende organisaties aan dezelfde doelen werken.
• Het biedt een heldere invulling aan regionale samenwerking omdat de doelen of thema’s vanuit het SLA als kapstok kunnen dienen (met bijkomende voordelen zoals efficiënte inzet).
• De mogelijkheid om co-financiering vanuit het Rijk te benutten voor projecten en pilots. Dit kan worden gedaan door middel van SpUk-aanvragen, individueel of in samenwerkingsverband.
• Het is laagdrempelig: het is mogelijk om in te stappen met de huidige inzet op luchtkwaliteit.
• Er hoeft alleen inzet te worden gepleegd op de specifieke pilots of thema’s die relevant zijn
voor onze gemeente.
• De omgevingswet verplicht het maken van een koppeling tussen milieu en gezondheid. Het Schone Lucht Akkoord kan hier een concrete bijdrage aan leveren.
• Het Schone Lucht Akkoord biedt mogelijkheden voor koppelkansen met andere beleidsvelden en doelen, zoals mobiliteit en de energietransitie. Het loont om maatregelen ter verbetering van de luchtkwaliteit te integreren met deze beleidsdoelen.
• [Voeg argumenten met betrekking tot specifieke thema’s voor de gemeente toe]
E. Kanttekeningen
• Inspanningsverplichting en middelen: Het Schone Lucht Akkoord verlangt van de deelnemende gemeenten de uitvoering van vaste maatregelen en een toewijding aan de doelstellingen ervan. Concreet betekent dit dat we ons verplichten tot het volgende:
o Uitvoering van het Schone Lucht Akkoord binnen de eigen taken en verantwoordelijkheden, met een bereidheid tot samenwerking met andere partijen indien nodig.
Wij zetten in op de thema’s en maatregelen die van toepassing zijn op onze gemeente. Door beleidsdoelen te koppelen maximaliseren we de (beoogde) verbeteringen met minimale inzet.
o Ontwikkeling van specifieke lokale maatregelen in een decentraal uitvoeringsplan, waarbij de toewijding geldt tot 2030.
Binnen het decentraal uitvoeringsplan staan maatregelen ter verbetering van de luchtkwaliteit beschreven, waarbij het de gemeente (tot op zekere hoogte) vrij staat om te kiezen op welke wijze er invulling wordt gegeven aan de vaste maatregelen die het Schone Lucht Akkoord voorschrijft.
• Luchtkwaliteit is een grensoverschrijdend probleem: De impact van de gemeente ten opzichte van de opgave is relatief klein. De impact van onze eigen gemeente wordt direct beïnvloed door activiteiten in aangrenzende gemeenten of regio's.
Verbetering van de luchtkwaliteit heeft positieve effecten op de gezondheid van onze inwoners. Door actief deel te nemen aan regionale samenwerking kunnen we deze effecten optimaliseren. Als de regio breed inzet op de verbetering van de luchtkwaliteit, dan heeft onze gemeente hier ook profijt van.
• Gedurende de jaren van deelname zal er meer tijd nodig zijn voor het uitvoeren van de activiteiten dan in de daaropvolgende jaren.
Het kost tijd om de werkzaamheden eigen te maken, de benodigde capaciteit zal afnemen gedurende de eerste jaren. Daarbij kan zoveel mogelijk gebruik worden gemaakt van reeds gemaakte formats.
• [Voeg meer kanttekeningen vanuit de gemeente toe]
F. Kosten
a. [Kosten zijn sterk afhankelijk van de geplande inzet. Bepaal uw specifieke inzet]
b. De meerderheid van de vaste acties uit het Schone Xxxxx Akkoord kan geïntegreerd worden in de reguliere werkzaamheden.
G. Juridische aspecten
a. Uit het Schone Lucht Akkoord: ‘Partijen komen overeen dat de nakoming van de afspraken van het Schone Lucht Akkoord niet in rechte afdwingbaar is’.
b. Betrokken partijen hebben de optie om de overeenkomst jaarlijks op te zeggen. Deze termijn is kort genoeg om maatregelen met onverwacht hoge kosten te kunnen heroverwegen in het licht van actuele omstandigheden.
H. Communicatie
a. [Beschrijf eventueel de communicatie naar de gemeenteraad]
b. [Beschrijf eventueel de communicatie naar andere stakeholders]
I. Planning, uitvoering en evaluatie
a. [Planning traject, wanneer gaan we van start? Let hierbij op het opstellen van het decentraal uitvoeringsplan.]