Contract
C-192
Green Deal Bevorderen van de (consumenten)vraag naar collectieve duurzame warmte en koude in de Metropoolregio Amsterdam en Zuid-Holland
Partijen
1. De Minister van Economische Zaken, de heer H.G.J. Xxxx, handelend in zijn hoedanigheid van bestuursorgaan, hierna te noemen: EZ;
2. De Minister van Infrastructuur en Milieu, mevrouw M.H. Xxxxxx xxx Xxxxxx, handelend in haar hoedanigheid van bestuursorgaan, hierna te noemen: I&M;
Partijen genoemd onder 1 en 2 hierna samen te noemen: Rijksoverheid;
3. Gedeputeerde Staten van de Provincie Noord-Holland, handelend als bestuursorgaan, namens deze de heer X. xx Xxxxx, gedeputeerde Duurzaamheid, hierna te noemen: provincie Noord-Holland;
4. Gemeente Amsterdam, te dezen vertegenwoordigd door de xxxx X. Xxxxx, wethouder Duurzaamheid;
5. AEB Amsterdam, te dezen vertegenwoordigd door de xxxx X. xx Xxxxx, algemeen directeur;
6. Stichting Economic Board Amsterdam, te dezen vertegenwoordigd door xxxxxxx X. xxx Xxxx, wnd. directeur;
Partijen genoemd onder 3 tot en met 6 hierna samen te noemen: Partners MRA WK;
7. Gedeputeerde Staten van de Provincie Zuid-Holland, handelend als bestuursorgaan, namens deze de xxxx X. Xxxxx, gedeputeerde Energie, hierna te noemen: provincie Zuid-Holland.
Partijen 1 tot en met 7 hierna samen te noemen: Partijen.
Algemene overwegingen
1. Om onze welvaart ook voor toekomstige generaties te behouden is het nodig om het concurrentie- vermogen van onze economie te versterken en tegelijkertijd de belasting van het milieu en de afhankelijkheid van fossiele energie en schaarse grondstoffen te verminderen.
2. Creativiteit, ondernemerschap en innovatie zijn essentieel om deze omslag naar groene groei mogelijk te maken. Bedrijven, burgers en maatschappelijke organisaties nemen volop concrete initiatieven voor vergroening van economie en samenleving. Met de Green Deal Aanpak wil het kabinet deze dynamiek in de samenleving op groene groei optimaal benutten.
3. Green Deals bieden bedrijven, burgers en organisaties een laagdrempelige mogelijkheid om samen met de overheid te werken aan groene groei. Initiatieven uit de samenleving staan daarbij aan de basis. Daar waar deze tegen belemmeringen aanlopen die volgens initiatiefnemers kunnen worden aangepakt op rijksniveau, wil het kabinet zich inzetten deze weg te nemen of op te lossen om zo deze initiatieven te faciliteren en te versnellen. In een Green Deal leggen partijen hierover concrete afspraken schriftelijk vast.
4. De resultaten van een Green Deal kunnen gebruikt worden bij andere, vergelijkbare projecten, waardoor er navolging kan plaatsvinden en de reikwijdte van een Green Deal kan worden vergroot zonder dat daar specifieke ondersteuning vanuit de Rijksoverheid tegenover staat.
Specifieke overwegingen
1. Warmtenetten kunnen voordelen brengen in de prijs, betrouwbaarheid en duurzaamheid van energie. Om die te realiseren vragen aanbieders een consistent beleid en goed proces voor het samenbrengen van de vraag en het aanbod. De gebouweigenaren en gebruikers verlangen betaalbare energielasten.
2. EZ heeft in de brief aan de Tweede Kamer van 2 april 2015 inzake de Warmtevisie aangegeven dat het verduurzamen en verminderen van het energieverbruik van de warmtevoorziening cruciaal is. Slechts 3,6% van alle warmte in 2013 werd duurzaam geproduceerd en daarnaast werd circa 5% van de totale warmtevraag gedekt door restwarmtebenutting. Het restant werd ingevuld met aardgas.
3. Het ‘Energieakkoord voor duurzame groei’ van september 2013 is gesloten om, in het verlengde van Europese doelstellingen voor 2050, een basis te leggen voor een breed gedragen, robuust en toekomstbestendig energie- en klimaatbeleid.
4. De Metropoolregio Amsterdam – kortweg MRA – is het informele samenwerkingsverband van
36 gemeenten, de provincies Noord-Holland en Flevoland en de Stadsregio Amsterdam. De metropool- regio omvat het grondgebied van het noordelijk deel van de Randstad en strekt zich uit van IJmuiden tot Lelystad en van Purmerend tot de Haarlemmermeer (hierna: metropoolgebied). Onder de metropoolvlag werken de partners vanuit een gedeelde visie aan een krachtige, innovatieve economie, snellere verbindingen en voldoende en aantrekkelijke ruimte voor wonen, werken en recreëren.
De bundeling van krachten zorgt voor betere afstemming en snellere besluitvorming.
5. Het metropoolgebied is een relatief dichtbevolkt stedelijk gebied. In de regio is veel (rest)warmte aanwezig om woningen, bedrijven en tuinbouw van warmte te voorzien. En voor de toekomst wordt gewerkt aan het verder ontwikkelen van nieuwe, aanvullende duurzame bronnen, zoals geothermie, biomassa en zonnewarmte.
6. Bestaande warmtenetten kunnen worden uitgebreid en nieuwe warmtenetten kunnen worden aangelegd, die gevoed met duurzame warmte en/of restwarmte aanzienlijk bijdragen aan een transitie naar een duurzame energiehuishouding.
7. Binnen de MRA hebben 25 publieke en private partijen het initiatief genomen om een Samenwerkings- overeenkomst duurzame warmte en koude Metropool Regio Amsterdam aan te gaan (Samenwerkings- overeenkomst MRA warmte). Doel van deze Samenwerkingsovereenkomst is het uitvoering geven
aan het Uitvoeringsprogramma warmte- en koudenetten MRA, waarin het bevorderen van de consumentenvraag naar collectieve warmte een speerpunt is. Deze Samenwerkingsovereenkomst is op 4 juni 2015 ondertekend.
8. Het Uitvoeringsprogramma warmte- en koudenetten MRA heeft als doel CO2-besparing van 400 kton per jaar in 2040 door middel van warmtenetten. Aanleggen en uitbreiden en verduurzamen van warmtenetten levert een belangrijke bijdrage aan de transitie naar een duurzame energiehuishouding en bespaart primaire energie. Concreet is de opgave 400.000 woningequivalenten aansluiten oftewel circa 12PJ aan warmte.
9. De Partners MRA WK zorgen voor de samenwerking tussen Partijen en de 25 deelnemers aan de Samenwerkingsovereenkomst MRA warmte.
10. Op 3 oktober 2011 is de Green Deal warmte Zuid-Holland (Green Deal WZH) ondertekend door de Rijksoverheid en de Provincie Zuid-Holland. De ambitie van de Green Deal WZH is dat in Zuid-Holland in 2020 14% van de verwarming van gebouwen en kassen plaatsvindt op basis van duurzame warmte en restwarmte. Ter uitvoering van de Green deal WZH, de uitwerking en realisering van die ambitie voor 2020, is in oktober 2013 door de provincie met 25 publieke en private partijen een Samenwerkings- overeenkomst duurzame warmte en koude Zuid-Holland (Samenwerkingsovereenkomst WK ZH) ondertekend. Voor de uitvoering van het bijbehorende programma is er in het kader van de Samenwerkingsovereenkomst het Programmabureau Warmte en Koude Zuid-Holland (PB WKZH) ingericht. Het Programmabureau heeft een regisserende rol en voert samen met de deelnemers
aan de Samenwerkingsovereenkomst het programma uit.
11. Om de aanleg en de verduurzaming van warmtenetten in Noord-Holland en Zuid-Holland te stimuleren is een versnelling van de huidige groei noodzakelijk. Consumenten (eindgebruikers) hebben in deze groei en de transitie een centrale rol. Alleen met hun bereidheid om aan te sluiten op warmtenetten is versnelling mogelijk, zeker in de bestaande (woning)bouw. Om collectieve warmte aantrekkelijk te maken is nodig dat aanbieders en (potentiele) afnemers gezamenlijk nieuwe producten en proposities uitwerken.
12. In deze Green Deal worden de samenwerkingsverbanden uit de Noord- en Zuidvleugel van Nederland bij elkaar gebracht om hun kennis en expertise te bundelen om daarmee kansrijke initiatieven verder te krijgen. Daarbij zorgt de Provincie Zuid-Holland voor de samenwerking tussen de deelnemers van Samenwerkingsovereenkomst MRA warmte en de deelnemers aan de Samenwerkingsovereenkomst WK ZH. Deze Green Deal is dan ook van belang voor het bevorderen van warmte in Nederland als geheel.
13. In het kader van de Warmtevisie wordt versneld gestart met de evaluatie en de algehele herziening van de Warmtewet, de geconstateerde knelpunten zoals beschreven in de brief van EZ aan de Tweede Kamer van 7 juli 2014, zullen in dat traject worden meegenomen. Deze evaluatie en herziening is voor deze Green Deal ook van belang.
Komen het volgende overeen:
1. Doel
Artikel 1. Doel
Deze Green Deal omvat een aantal initiatieven om energie te besparen en de warmtevoorziening te verduurzamen met behulp van warmtenetten in het metropoolgebied MRA en in Zuid-Holland:
1. Het aantrekkelijk maken van duurzame collectieve warmte om de groei van het aantal aansluitingen hiervoor te versnellen. Dit vraagt om het oplossen van knelpunten en de ontwikkeling van nieuwe ‘proposities’. Het is nodig om de zogenaamde pull-factor voor duurzame collectieve warmte te vergroten.
2. Het uitwerken van concrete voorstellen van nieuwe en betere proposities in het metropoolgebied
en Zuid-Holland door de betreffende deelnemers met inbreng van wederzijdse expertise. Tijdens deze uitwerking kan ervaring worden opgedaan op basis van praktijkvoorbeelden en in samenwerking tussen leveranciers en klanten. Voor eventuele knelpunten zal in overleg tussen Partijen naar oplossingen worden gezocht.
2. Inzet en acties
Artikel 2. Inzet en acties Rijksoverheid
1. EZ zal:
- de Partners MRA WK en de provincie Zuid-Holland ondersteunen met kennis en kunde bij de in het metropoolgebied en Zuid-Holland geïnitieerde projecten door een contactpersoon te benoemen bij EZ;
- samen met de Partijen verkennen hoe uitvoering gegeven kan worden aan concepten voor nieuwe marktproposities, indien nodig zal EZ daarbij de uitvoerende en toezichthoudende instanties betrekken;
- indien wenselijk of noodzakelijk met Partijen een overleg starten waarin (nieuwe) oplossingen voor het aansluiten van de bestaande bouw op stadswarmtenetten worden verkend, bijvoorbeeld door het bevorderen van duidelijkheid en mogelijkheden binnen bestaande regels en/of het zoeken van (experimenteer) ruimte binnen de relevante wettelijke kaders op het gebied van bouwen, energie, warmte, wonen, huren en duurzaamheid;
- is bereid om binnen de relevante wettelijke kaders een financiële bijdrage van maximaal € 330.000,- beschikbaar te stellen ten behoeve van het uitvoeringsprogramma Warmte van de MRA voor zover dit in overeenstemming is met de toepasselijke staatssteunregels. Daartoe zal de stichting Economic
Board Amsterdam vóór 1 november 2015 een aanvraag indienen bij EZ , vergezeld van een projectplan, inclusief begroting.
2. I&M zal:
- de Partners MRA WK en de provincie Zuid-Holland ondersteunen met kennis en kunde bij de in het metropoolgebied en Zuid-Holland geïnitieerde projecten door een contactpersoon te benoemen bij I&M;
- indien wenselijk of noodzakelijk met Partijen een overleg starten waarin ruimte wordt gezocht (bijvoorbeeld experimenteerruimte) binnen de relevante wettelijke kaders om nieuwe oplossingen te verkennen op het gebied van ruimte en milieu.
Artikel 3. Inzet en acties Partners MRA WK
De Partners MRA WK zullen:
- zorgen voor samenwerking met de 25 deelnemers aan de Samenwerkingsovereenkomst MRA warmte, zijnde: AEB Amsterdam, Alliander Duurzame Gebiedsontwikkeling, Amsterdam Economic Board, Cofely Energy Solutions BV, Eneco Warmte en Koude, ENnatuurlijk, de Gemeenten Aalsmeer, Amstelveen, Amsterdam, Beverwijk, Haarlem, Haarlemmermeer, Heemskerk, Uithoorn, Velsen, Zaanstad, Greenport Aalsmeer, HVC, Nuon Warmte, OCAP, Omgevingsdienst IJmond, Provincie Noord-Holland, Stadverwarming Purmerend, Tata Steel, Veolia;
- langs vier sporen projecten initiëren, aanjagen of verbinden, zoals tussen de deelnemers in de Samenwerkingsovereenkomst MRA warmte is afgesproken. Het betreft de thema’s:
- ‘Focus op de klant’ – ontwikkelen van nieuwe marktproposities warmte en warmtelevering vanuit het perspectief van de klant;
- ‘Vergroten financierbaarheid van projecten’ – bijdragen aan ‘bankable’ business cases, koppelen van gebundelde initiatieven aan financieringsmogelijkheden en ontwikkelen verder instrumentarium;
- ‘Verbinden van partijen’ – aanbieden onafhankelijk procesmanagement en expertise, stakeholders aan tafel brengen, vraag en aanbod in kaart brengen en gezamenlijk transparante business cases ontwikkelen;
- ‘Vergroten van bewustzijn, kennis en innovatiekracht’ – Bijdragen aan kennisuitwisseling en ontwikkelen en versterken van het imago van warmte.
- een Programmaregisseur Warmte en Koude aanstellen die het Uitvoeringsprogramma warmte- en koudenetten MRA coördineert;
- samen met het Programmabureau Warmte Koude Zuid-Holland zorgdragen voor structurele afstemming over onderwerpen die in beide regio’s spelen.
Artikel 4. Inzet en acties van de provincie Zuid-Holland
De provincie Zuid-Holland zal:
− zorgen voor samenwerking tussen Partijen met de 25 deelnemers aan de Samenwerkingsovereenkomst WK ZH, zijnde: Afval- en energiebedrijf AVR, Alliander Duurzame Gebiedsontwikkeling, E.ON Benelux, Eneco Warmte en Koude, GDF SUEZ, Gemeenten Delft, Den Haag, Leiden, Pijnacker-Nootdorp, Rotterdam, Westland, Havenbedrijf Rotterdam, Het openbaar lichaam Drechtsteden, HVC Groep,
ING Bank, LTO Noord Glaskracht, Nuon Warmte, OCAP, Provincie Zuid-Holland, Rabobank International, Stedin Diensten, Stichting Warmtenetwerk, Warmtebedrijf Rotterdam, Westland Infra;
− als initiatiefnemer en deelnemer van het Programmabureau WKZH zorgdragen voor afstemming over initiatieven en ontwikkelingen op het gebied van warmte in haar regio met de Partners MRA WK.
Artikel 5. Samenwerking Partners MRA WK en Programmabureau WKZH
De Partners MRA WK en Programmabureau WKZH zullen:
- voor 1 januari 2016 voorstellen maken voor nieuwe en verbeterde warmteproposities, die de consumenten- vraag naar duurzame warmte bevorderen. De warmteproposities zullen zich richten op prijs, duurzaamheid, de combinatie met renovatie en alternatieve warmteoplossingen zoals duurzaam elektrisch;
- kansrijke warmteproposities uitwerken in pilots en/of praktijkvoorbeelden. Dit ten behoeve van het in gezamenlijkheid en met alle stakeholders oplossen van knelpunten en het bevorderen van de consumentenvraag naar collectieve warmte.
4. Slotbepalingen
Artikel 6. Uitvoering in overeenstemming met het Unierecht
De afspraken van deze Green Deal zullen in overeenstemming met het recht van de Europese Unie worden uitgevoerd in het bijzonder voor zover de afspraken vallen onder de werking van de Europese regels met betrekking tot aanbesteding, mededinging, staatssteun en technisch normen en voorschriften.
Artikel 7. Wijzigingen
1. Elke Partij kan de andere Partijen schriftelijk verzoeken de Green Deal te wijzigen. De wijziging behoeft de schriftelijke instemming van alle Partijen.
2. Partijen treden in overleg binnen zes weken nadat een Partij de wens daartoe aan de andere Partijen schriftelijk heeft medegedeeld.
3. De wijziging en de verklaringen tot instemming worden in afschrift als bijlagen aan de Green Deal gehecht.
Artikel 8. Werkgroep
Binnen 1 maand na ondertekening van deze Green Deal wordt door de Partners MRA WK een werkgroep opgericht, die wordt belast met de uitvoering van deze Green Deal. Hierin zullen in ieder geval zitting hebben de trekkers van het thema Warmtenetten, zoals aangewezen door de Stuurgroep Impuls Duurzaamheid van de MRA en het Programmabureau WK ZH.
Artikel 9. Evaluatie
1. Partijen zullen de uitvoering en werking van deze Green Deal voor 31 december 2018 evalueren.
2. De evaluatie zal worden verricht door de ondertekenende partijen en een verslag daarvan zal worden opgemaakt door EZ.
Artikel 10. Toetreding van nieuwe partijen
1. Er kunnen nieuwe partijen toetreden tot deze Green Deal.
2. Een nieuwe partij maakt haar verzoek tot toetreding schriftelijk bekend aan de programmaregisseur Warmte en Koude van de MRA.Zodra alle Partijen schriftelijk hebben ingestemd met het verzoek tot toetreding, ontvangt de toetredende partij de status van Partij van de Green Deal en gelden voor die Partij de voor haar uit de Green Deal voortvloeiende rechten en verplichtingen.
3. Het verzoek tot toetreding en de verklaring tot instemming worden als bijlage aan de Green Deal gehecht.
Artikel 11. Escalatieregeling
1. Er is sprake van een geschil indien één van de Partijen daarvan schriftelijk en gemotiveerd melding maakt aan de andere partij, waarna de Partijen binnen 30 werkdagen na een zodanige melding eerst met elkaar in overleg treden om te bezien of een oplossing van het geschil kan worden gevonden.
2. Indien het overleg niet binnen drie maanden leidt tot een oplossing van het geschil kunnen Partijen dit convenant opzeggen.
Artikel 12. Opzegging
Elke Partij kan deze Green Deal (te allen tijde) met inachtneming van een opzegtermijn van 3 maanden schriftelijk opzeggen.
Artikel 13. Citeertitel
De Green Deal kan worden aangehaald als Green Deal Bevorderen van de (consumenten)vraag naar collectieve duurzame warmte en koude in de Metropoolregio Amsterdam en Zuid-Holland.
Artikel 14. Nakoming
Partijen komen overeen dat de nakoming van de afspraken van de Green Deal niet in rechte afdwingbaar is.
Artikel 15. Inwerkingtreding
1. Deze Green Deal treedt in werking met ingang van de dag na ondertekening door alle Partijen en loopt tot 1 juli 2018.
2. Partijen nemen de uitvoering van alle in deze Green Deal genoemde afspraken zo snel mogelijk ter hand.
Artikel 16. Openbaarmaking
Deze Green Deal zal samen met andere afgesloten Green Deals openbaar worden gemaakt, onder andere
in de Staatscourant, waardoor anderen kennis kunnen nemen van de gesloten Green Deals, zodat navolging hiervan kan worden bevorderd.
Aldus overeengekomen en in tweevoud ondertekend te Diemen op 11 november 2015.
Minister van Economische Zaken,
H.G.J. Kamp
Minister van Infrastructuur en Milieu,
M.H. Xxxxxx xxx Xxxxxx
Gedeputeerde Staten van de Provincie Noord-Holland,
X. xx Xxxxx
Gemeente Amsterdam,
A. Choho
AEB Amsterdam,
X. xx Xxxxx
Stichting Amsterdam Economic Board,
X. xxx Xxxx
Gedeputeerde Staten van de Provincie Zuid-Holland,
X. Xxxxx