REGLEMENT KEURMERKREGISTRATIE
REGLEMENT KEURMERKREGISTRATIE
De Stichting DOORZAAM beheert een register van uitzendondernemingen die voldoen aan de eisen voor het ‘Keurmerk leerwerk-intermediair’. Voor het vaststellen of ondernemingen voldoen aan de eisen maakt de Stichting gebruik van een door haar gecontracteerde controlerende instelling.
DEEL A: ALGEMEEN
Artikel 1 | Begripsbepalingen
In dit reglement wordt verstaan onder:
a) De Stichting: de Stichting DOORZAAM, gevestigd te Lijnden;
b) Het bestuur: het bestuur van de Stichting;
c) Controlerende instelling: een controlerende instelling waarmee de Stichting een overeenkomst heeft gesloten;
d) Register: het register van ondernemingen die aan de eisen van het keurmerk leerwerk-intermediair voldoen.
e) Audit: onderzoek door een controlerende instelling met als doel vast te stellen of een onderneming voldoet aan de eisen van het keurmerk leerwerk-intermediair;
f) Auditrapport: een rapport waarin de controlerende instelling gemotiveerd haar bevindingen weergeeft van de uitgevoerde audit;
g) Aangemelde onderneming: een onderneming die kenbaar heeft gemaakt het keurmerk leerwerk-intermediair te willen behalen;
h) Goedgekeurde onderneming: een onderneming die voldoet aan de eisen voor het keurmerk leerwerkintermediair en daarmee beschikt over het keurmerk;
i) Eigen verklaring: de verklaring die de onderneming die in aanmerking wil komen voor het keurmerk afgeeft waarin wordt gesteld dat de onderneming aan alle voor het keurmerk gestelde eisen voldoet.
j) Kritische tekortkomingen: afwijking van de kwaliteitscriteria (zie checklist) waardoor niet voldaan wordt aan de intenties van het keurmerk.
Artikel 2 | Werkingssfeer
1. Dit reglement is van toepassing op de controlerende instelling met wie de Stichting een overeenkomst heeft gesloten en op alle aanvragers, aangemelde ondernemingen en goedgekeurde ondernemingen uit hoofde van dit reglement.
DEEL B: DE AANVRAAG
Artikel 3 | Indiening aanvraag
1. De aanvragers van het keurmerk leerwerkintermediair dienen ondernemingen te zijn die in Nederland:
• Werknemers uitzenden bij een erkend leerwerkbedrijf gedurende hun
BBL-opleiding;
• Werknemers uitzenden naar een erkend leerbedrijf voor de betreffende Crebo-opleiding en hen faciliteren gedurende hun BBL-opleiding;
• Afdragen aan het Sociaal Fonds Uitzendbranche.
2. Voor de aanvraag dient gebruik te worden gemaakt van het daarvoor door de Stichting beschikbaar gestelde aanmeldingsformulier.
3. Een aanvraag voor het keurmerk leerwerk-intermediair wordt ingediend bij de Stichting.
4. De aanvraag bevat ten minste de volgende informatie:
a) Juridische naam onderneming;
b) Adres onderneming;
c) Registratienummer Kamer van Koophandel;
d) Rechtsvorm;
e) SBI-code(s) onderneming;
f) Naam bestuurder;
g) Naam contactpersoon;
5. Het formulier dient te zijn gedateerd en ondertekend door de aanvrager en te worden voorzien van een recent (niet ouder dan 3 maanden) uittreksel van de inschrijving in het Handelsregister bij de Kamer van Koophandel.
6. Door het indienen van de aanvraag verklaart de aanvrager bekend te zijn met de inhoud van dit reglement.
Artikel 4 | Toelatingsvoorwaarden
1. De Stichting zal een aanvraag in behandeling nemen als deze compleet is. Indien de aanvraag incompleet is, zal de Stichting verzoeken om aanvullende informatie. Indien deze niet binnen 4 weken is aangeleverd, wordt de aanvraag terzijde gelegd.
2. De Stichting kan aanvullende vragen stellen alvorens de aanvraag in behandeling te nemen. Deze vragen dienen binnen 4 weken beantwoord te zijn. Indien deze niet binnen 4 weken zijn beantwoord, wordt de aanvraag terzijde gelegd.
3. De Stichting kan een aanvraag afwijzen in geval:
a) Op voorhand duidelijk is dat de onderneming geschorst en doorgehaald wordt;
b) De onderneming nog in een traject zit waarbij tekortkomingen zijn vastgesteld waarvan herstel nog niet heeft plaatsgevonden.
DEEL C: REGISTRATIE ALS KEURMERK-HOUDER
Artikel 5 | Register
1. De Stichting houdt een register bij van ondernemingen die voldoen aan de eisen van het keurmerk leerwerkintermediair.
2. Een onderneming komt in aanmerking voor registratie indien de onderneming:
• Xxxx heeft aangemeld, zie artikel 3, indiening aanvraag;
• De zelfevaluatie heeft uitgevoerd en uit de zelfevaluatie blijkt dat aan alle eisen voor het keurmerk leerwerkintermediair is voldaan;
• De eigen verklaring volgens het voorgeschreven volledig en naar
waarheid heeft ingevuld, ondertekend en aangeleverd.
3. De Stichting heeft het recht om in het kader van de registratie aanvullende vragen te stellen aan de onderneming. Registratie zal eerst plaatsvinden nadat de aanvullende vragen afdoende zijn beantwoord en eventueel opgevraagde documenten volledig zijn geleverd.
4. Voor de registratie van een onderneming is de juridische naam en het registratienummer Kamer van Koophandel bepalend. In het register worden in ieder geval de volgende gegevens opgenomen:
a) Juridische naam onderneming;
b) Adres onderneming;
c) Registratienummer Kamer van Koophandel;
d) Datum registratie keurmerk.
5. Daarnaast legt de Stichting voor intern gebruik onder meer vast:
a) Naam contactpersoon;
b) Contactgegevens contactpersoon;
c) Datum aanmelding.
6. Elke onderneming wordt bij registratie in het register keurmerk leerwerk-intermediair ingeschreven onder een uniek registernummer.
7. Onderdelen van een onderneming die niet zijn opgenomen in het register mogen niet als goedgekeurd naar buiten treden.
8. Iedere in het register opgenomen onderneming is gehouden om wijzigingen in de onder lid 4 en lid 5 sub a) en sub b) beschreven gegevens per omgaande schriftelijk of elektronisch door te geven aan de Stichting.
9. Het register is voor wat betreft de gegevens genoemd onder lid 4 openbaar en wordt via de website van de Stichting toegankelijk gemaakt.
10. Bij een fusie tussen een onderneming die in het bezit is van het keurmerk leerwerkintermediair met een onderneming zonder het keurmerk, dan wel een overname van een onderneming door een andere onderneming waarbij één van de ondernemingen het keurmerk heeft behaald, dient de onderneming met het keurmerk dit per omgaande aan de Stichting te melden. De Stichting bepaalt of en op welk moment een audit uitgevoerd moet worden.
11. Verandering van rechtsvorm of omzetting naar een nieuwe entiteit bij een goedgekeurde onderneming dient te allen tijde gemeld te worden aan de Stichting. Met uitzondering van een naamsverandering bij gelijkblijvend inschrijvingsnummer van de Kamer van Koophandel, zal een verandering van rechtsvorm of omzetting leiden tot een nieuwe aanmelding bij de stichting en het vervallen van de oude inschrijving.
12. De Stichting heeft het recht om op basis van concrete signalen van derden met gegronde vermoedens van niet-naleven van de norm door een specifieke goedgekeurde onderneming aanvullende informatie op te vragen, aan welk verzoek de onderneming binnen 7 dagen dient te voldoen.
13. De Stichting kan ter verificatie van bovengenoemde ontvangen signalen de controlerende instelling opdracht geven een gerichte aanvullende audit bij een onderneming uit te voeren.
Artikel 6 | Verklaring van Registratie / gebruik keurmerklogo
Een onderneming die is opgenomen in het register heeft recht op:
a) Een certificaat, dat te downloaden is via de website van de Stichting;
b) Het gebruik van het keurmerklogo.
Onjuist of onterecht gebruik van het certificaat en/of het keurmerklogo kan leiden tot opschorting en uiteindelijk doorhaling.
Artikel 7 | Entreebedrag en jaarlijkse bijdrage
1. Een onderneming is bij aanmelding een entreebedrag verschuldigd aan de Stichting. Daarnaast zijn geregistreerde ondernemingen een jaarlijkse bijdrage verschuldigd aan de Stichting. De hoogte van het entreebedrag en de jaarlijkse bijdrage worden bepaald door het bestuur.
2. In geval van een in artikel 8 of 9 bedoelde opschorting resp. doorhaling blijft de betrokken onderneming de op het lopende jaar betrekking hebbende bijdrage onverkort verschuldigd.
Artikel 8| Opschorten registratie
1. Indien door de controlerende instelling een of meer kritische tekortkomingen zijn vastgesteld, moeten deze worden opgelost binnen een termijn van 3 maanden. Indien na die termijn de major tekortkomingen zijn blijven bestaan, informeert de controlerende instelling de Stichting en schort de Stichting de vermelding van de onderneming in het register op gedurende de tijd die de onderneming heeft om de tekortkoming(en) te corrigeren. Aan de opschorting kunnen voorwaarden worden gesteld.
2. De Stichting kan de vermelding van de onderneming in het register ook opschorten indien:
a) De onderneming niet voldoet aan haar financiële verplichtingen jegens de Stichting;
b) Er bij de audit zoals bedoeld in artikel 5 lid 13 major tekortkomingen zijn vastgesteld;
c) Er sprake is van misbruik van het keurmerklogo.
Artikel 9 | Doorhalen registratie
1. Doorhaling van de registratie van een onderneming vindt plaats:
a) De opschortingsgrond(en) uit artikel 8 niet binnen de gestelde termijnen is (zijn) opgeheven;
b) Op schriftelijk verzoek van de onderneming.
DEEL D: DE AUDIT
Artikel 10 | Voorwaarden voor de audit
1. De Stichting informeert de controlerende instelling welke ondernemingen het Keurmerk leerwerkintermediair hebben behaald en wat de registratiedatum is. De controlerende instelling plant de audits in zodanig dat elke onderneming tenminste eenmaal in 3 jaar ge-audit wordt. De onderneming kan de audit niet langer dan 4 weken na de voorgestelde datum laten inplannen.
2. De onderneming dient aan de controlerende instelling alle gegevens te verstrekken die nodig zijn ter beoordeling van de vraag of aan alle eisen van het keurmerk leerwerk-intermediair is voldaan. De onderneming staat onvoorwaardelijk in voor de juistheid, volledigheid en actualiteit van aan de controlerende instelling geleverde gegevens. Het staat de controlerende instelling vrij kopieën van relevante gegevens mee te nemen voor het dossier.
3. De onderneming dient de controlerende instelling alle medewerking te verlenen welke noodzakelijk is voor de uitvoering van een audit.
4. De onderneming dient datgene te doen wat voor een goede uitvoering van de audit noodzakelijk en dienstig is en is verplicht de bepalingen uit dit reglement na te leven.
5. De onderneming die in het register wordt opgenomen, dient alle onderdelen, vennootschappen en entiteiten waaruit zij bestaat en als goedgekeurd mee naar buiten treedt, te laten controleren op de eisen van het keurmerk leerwerkintermediair.
Artikel 11 | Rechten voortvloeiende uit het auditresultaat
Een onderneming waarbij tijdens een audit geen major tekortkomingen zijn geconstateerd blijft geregistreerd, zoals beschreven in deel C van dit reglement.
DEEL E: OVERIGE BEPALINGEN
Artikel 12 | Uitsluiting aansprakelijkheid
De Stichting aanvaardt geen aansprakelijkheid jegens aanvragers, goedgekeurde / aangemelde ondernemingen, controlerende instellingen en derden voor enige schade die voortvloeit uit of verband houdt met de uitvoering van dit reglement.
Artikel 13 | Geheimhouding
1. Alle bij de uitvoering van dit reglement betrokken personen en organisaties zijn bij de uitvoering van de bepalingen van dit reglement verplicht tot strikte geheimhouding van alle gegevens die vertrouwelijk worden verstrekt of waarvan zij redelijkerwijs kunnen aannemen dat deze van vertrouwelijke aard zijn. De bestuurders van de Stichting of leden van de andere organen van de Stichting zijn tot deze zelfde geheimhouding verplicht, indien en voor zover zij kennis nemen van gegevens van vertrouwelijke aard.
2. Het staat de Stichting vrij om op basis van de openbare registratie van uitzendondernemingen met het keurmerk leerwerk-intermediair, informatie te verstrekken aan derden.
Artikel 14 | Geschillen
1. Beslechting van geschillen verband houdende met de audit en/of verband houdende met de registratie in het register van de Stichting, worden beslecht conform het Reglement College van Beroep.
2. De Stichting is echter gerechtigd om een geschil betreffende inning van de door de onderneming verschuldigde financiële bijdrage aan de bevoegde burgerlijke rechter voor te leggen. Alsdan is de rechtbank xx bevoegd, ook wanneer de onderneming verkiest in het kader van dezelfde procedure een geschil als bedoeld in lid 1 van dit artikel aan de orde te stellen.
3. Het door de Stichting opgestelde Reglement College van Beroep maakt integraal onderdeel uit van dit reglement.
Artikel 15 | Inwerkingtreding
1. Het bestuur van de Stichting is bevoegd dit reglement te wijzigen.
2. Dit reglement treedt in werking na vaststelling door het bestuur van de Stichting.