DOOPSGEZINDE GEMEENTE UTRECHT
DOOPSGEZINDE GEMEENTE UTRECHT
REGLEMENT 2024
INHOUDSOPGAVE
Artikel 1 Ontstaan en werkgebied 4
Artikel 2 Kern van de Gemeente 4
Artikel 3 Vieren, leren, dienen en getuigen 5
Artikel 6 Einde van lidmaatschap of registratie 7
Artikel 7 Rechten en plichten 8
Artikel 8 De ledenvergadering 8
Artikel 9 Ritme en bijeenroepen 9
Artikel 10 Voorjaars- en xxxxxxxxxxxxxxxxxx 00
Artikel 11 Deelname en stemrecht 11
Artikel 14 Vertegenwoordiging 12
Artikel 15 Kerkenraadsvergaderingen 13
Artikel 16 Functies binnen de kerkenraad 14
Artikel 17 Verkiezing kerkenraadsleden 15
Artikel 20 Overige functionarissen 18
Artikel 21 Voortgangsgesprekken 19
Artikel 27 Financiële Commissie 23
Artikel 28 Commissie Maatschappelijke Zorg 24
Artikel 29 Begeleidingscommissie 24
Artikel 30 Commissie Beheer 25
Artikel 31 Samenwerkingsverbanden 25
Artikel 32 Verspreiding van het reglement 26
Artikel 33 Wijzigingen van het reglement 26
Artikel 34 Opheffing van de Gemeente 27
Artikel 35 Werking reglement 27
Artikel 36 Onvoorziene situaties 28
GEMEENTE
Artikel 1 Ontstaan en werkgebied
1.1 De Doopsgezinde Gemeente Utrecht, hierna te noemen ‘de Gemeente’ of afgekort tot DGU, is gesticht op 19 mei 1639. Zij is ontstaan door het samengaan van de al eerder verenigde Hoogduitse en Friese Doopsgezinden met de Vlaamse Doopsgezinden te Utrecht.
1.2 De Gemeente is gevestigd te Utrecht.
1.3 Het werkgebied van de Gemeente omvat de stad Utrecht en (delen van) omliggende burgerlijke gemeenten, zoals binnen de doopsgezinde gemeenten van de Ring Midden-Nederland is overeengekomen.
1.4 De Gemeente ziet zich als een deel van de wereldwijde christengemeenschap en als een deel van de mondiale gemeenschap van Anabaptisten. Zij is aangesloten bij de Algemene Doopsgezinde Sociëteit (ADS) en de Ring Midden-Nederland van Doopsgezinde Gemeenten.
Artikel 2 Kern van de Gemeente
2.1 De Gemeente is een gemeenschap van mensen die aan haar christelijk geloof uiting wil geven in woord en daad. Dit geloof wordt gevoed vanuit de Bijbel. Tegelijkertijd staat de Gemeente open voor de diversiteit aan wegen die naar God leiden.
2.2 De Gemeente tracht in de ontplooiing van haar gemeenteleven gestalte te geven aan de navolging van Xxxxx Xxxxxxxx. Alle bij de Gemeente betrokken personen zijn vrij om zelf keuzen te maken in hun overtuigingen, maar worden wel voortdurend uitgedaagd in gesprek met elkaar te zijn en te blijven.
2.3 De Gemeente is een open ontmoetingsplaats voor mensen die in deze wereld zoeken naar Gods woord, naar vrede en gerechtigheid.
2.4 De Gemeente staat in de doopsgezinde traditie, zoals mede verwoord
in de fundamenttekst van Xxxxx Xxxxxx: “Want niemand kan een
ander fundament leggen dan er al ligt, en dat is Xxxxx Xxxxxxxx” (1 Korintiërs 3:11). Zij ziet het als haar opdracht om deze traditie actualiserend en praktiserend door te geven aan mensen van straks.
Artikel 3 Vieren, leren, dienen en getuigen
3.1 De Gemeente tracht, al dan niet in interkerkelijk verband, aan het in Artikel 2 gestelde te voldoen o.a. door de volgende vier essentiële punten van het gemeenteleven na te streven:
Vieren:
- het houden van godsdienstoefeningen;
- het bedienen van doop en avondmaal. Leren:
- het geven van geloofsonderricht aan volwassenen en kinderen;
- het organiseren van jeugd- en jongerenwerk;
- het organiseren van eenmalige en periodieke bijeenkomsten in het kader van gemeentewerk.
Dienen:
- het verlenen van pastorale zorg;
- diensten aan de samenleving, onder meer door het verlenen van pastorale en diaconale zorg, zowel binnen als buiten de Gemeente en zowel binnen als buiten de doopsgezinde broederschap en ook door het samenwerken met en het ondersteunen van personen en verbanden die vanuit een zelfde opdracht denken en handelen.
Getuigen:
- het streven naar goede betrekkingen met andere doopsgezinde gemeenten en organisaties en met andere geloofsgemeenschappen;
- het verzorgen van in- en externe communicatie.
3.2 Tot alle vier genoemde essentiële punten van het gemeenteleven kunnen ook andere daartoe dienende activiteiten gerekend worden.
Artikel 4 Veilige gemeente
4.1 De Gemeente wil een veilige plek zijn voor iedereen die participeert. Dat is zo als mensen respectvol met elkaar omgaan, leiderschapsposities niet worden misbruikt, het onrecht van (seksueel) misbruik bestreden wordt en slachtoffers van misbruik zich gehoord en erkend weten.
4.2 In die gevallen waarin dat mislukt en mensen grensoverschrijdend gedrag ervaren, kan gebruik gemaakt worden van de voorzieningen, zoals een vertrouwenspersoon, die hiervoor bij de ADS zijn ingericht. Informatie over deze voorzieningen is op te vragen via het kantoor van de ADS en te lezen op de website van de ADS.
LEDEN EN VRIENDEN
Artikel 5 Leden en vrienden
5.1 Leden van de Gemeente zijn zij die:
a. naar doperse traditie na het afleggen van hun persoonlijke geloofsbelijdenis en door de doop ten overstaan van de Gemeente zijn toegetreden;
b. in een andere niet-doperse geloofsgemeenschap al gedoopt zijn en door het afleggen van hun persoonlijke geloofsbelijdenis ten overstaan van de Gemeente zijn toegetreden;
c. met attestatie van een andere doopsgezinde gemeente zijn overgekomen;
d. als zodanig zijn aangenomen op grond van een besluit van de kerkenraad op basis van een met redenen omkleed verzoek om toetreding.
5.2 Vrienden van de Gemeente zijn zij die met redenen omkleed te kennen hebben gegeven een formele relatie met de Gemeente te wensen, zonder te willen of kunnen voldoen aan de voorwaarden voor het lidmaatschap.
5.3 Na besluit door de kerkenraad wordt het lidmaatschap c.q. de registratie als vriend schriftelijk bevestigd en in de administratie van leden en vrienden vastgelegd.
5.4 Niemand kan verplicht worden een tweede doop te ontvangen.
5.5 Indien de kerkenraad afwijzend beslist over het lidmaatschap c.q. de registratie als vriend, wordt dit xxxxxxxx met redenen omkleed schriftelijk aan betrokkene medegedeeld, onder vermelding van de mogelijkheid tot beroep op de ledenvergadering. Indien beroep wordt aangetekend, organiseert de kerkenraad een ledenvergadering, die binnen twee maanden na ontvangst van het beroep zal worden gehouden en waarin bij gewone meerderheid van stemmen over de toetreding wordt beslist.
Artikel 6 Einde van lidmaatschap of registratie
6.1 Het lidmaatschap c.q. de registratie als vriend van de Gemeente eindigt:
a. door overlijden;
b. voor leden: nadat een verhuisbericht is ontvangen: door vertrek met attestatie naar een andere doopsgezinde gemeente (zie ook artikel 6.2 en 6.3);
c. na schriftelijke opzegging;
d. door een kerkenraadsbesluit, na voorafgaand overleg met betrokkene. Deze kan tegen dit besluit in beroep gaan bij een door de kerkenraad in te stellen vertrouwenscommissie van drie personen. Eén commissielid wordt aangewezen door de kerkenraad en één door betrokkene. Deze twee benoemen gezamenlijk het derde commissielid. De commissie brengt een bindend advies uit aan de kerkenraad.
lid binnen één maand met redenen omkleed te kennen geeft lid van de DGU te willen blijven.
a. de kerkenraad van een andere doopsgezinde gemeente of:
b. het bureau van de Algemene Doopsgezinde Sociëteit
tenzij dit lid binnen één maand na vertrek uitdrukkelijk te kennen geeft te willen blijven behoren tot de Gemeente.
Artikel 7 Rechten en plichten
7.3 Leden en vrienden hebben kiesrecht en kunnen verkozen worden in alle organen van de Gemeente tenzij in dit reglement anders is bepaald.
7.4 Leden en vrienden hebben het recht de ledenvergadering bij te wonen, deel te nemen aan de besprekingen en hebben stemrecht.
LEDENVERGADERING
Artikel 8 De ledenvergadering
8.1 De leden en vrienden van de Gemeente, overeenkomstig dit reglement bijeengeroepen, vormen tezamen de ledenvergadering.
8.3 Bij het bepalen van het aanwezige aantal leden en vrienden worden volmachtstemmen meegeteld die in overeenstemming met artikel
12.5 tot en met 12.9 verleend zijn.
8.4 Indien minder dan 10% van de leden en vrienden aanwezig is, kan de kerkenraad een nieuwe ledenvergadering uitschrijven die uiterlijk vier weken later zal plaatsvinden. In deze vergadering worden zonder getalsbeperking beslissingen genomen.
Artikel 9 Ritme en bijeenroepen
9.1 Jaarlijks worden tenminste twee ledenvergaderingen gehouden: een voorjaarsvergadering in de lente en een najaarsvergadering in de herfst.
9.3 Personen die geen lid of vriend zijn kunnen na toestemming van de kerkenraad en/of na een besluit van de ledenvergadering deelnemen aan de vergadering. Zij hebben geen stemrecht.
9.4 De kerkenraad is verplicht een door leden en/of vrienden aangevraagde vergadering zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen twee maanden na ontvangst van het verzoek plaats te laten vinden.
9.5 De uitnodiging voor een ledenvergadering, inclusief de agenda, een toelichting daarop en eventuele bijlagen, dienen uiterlijk twee weken van tevoren aan de leden en vrienden te worden verzonden.
9.6 Besluiten kunnen slechts worden genomen over zaken die op de vooraf toegezonden agenda staan vermeld.
9.7 De ledenvergaderingen worden geleid door de voorzitter van de kerkenraad of een door de kerkenraad gevraagde plaatsvervanger.
9.8 De conceptnotulen van een ledenvergadering worden zo spoedig mogelijk na iedere vergadering opgesteld en naar de leden en
vrienden gestuurd. Alle deelnemers aan de betreffende vergadering hebben het recht voorstellen voor wijzigingen bij de kerkenraad in te dienen.
Artikel 10 Voorjaars- en najaarsvergadering
10.1 In de voorjaarsvergadering komen in elk geval de volgende onderwerpen aan de orde:
a. Beleidsvoornemens voor het volgende seizoen:
bespreking en goedkeuring van het werkplan voor het komende jaar;
b. financiële verantwoording:
bespreking en goedkeuring van de jaarrekening over het afgelopen boekjaar, gehoord het rapport en advies van de Financiële Commissie. De goedkeuring houdt decharge van de kerkenraad in voor het gevoerde financiële beheer;
c. bespreking en goedkeuring van de notulen van de najaarsvergadering en van eventueel daarna gehouden ledenvergaderingen.
10.2 In de najaarsvergadering komen in elk geval de volgende onderwerpen aan de orde:
a. Beleidsverantwoording:
Bespreking en goedkeuring van het jaarverslag van de Gemeente, dat in ieder geval bestaat uit:
- het jaarverslag van de kerkenraad;
- het (de) jaarverslag(en) van de vrijgestelden;
- de jaarverslagen van de commissies, kringen en groepen.
b. Financiële voornemens:
Bespreking en goedkeuring van de begroting voor het komende boekjaar en vaststelling van de richtlijnen voor de bijdragen inclusief de aanbevolen minimumbijdrage van leden en vrienden
(zie artikel 7.2 en 22.2), gehoord het advies van de Financiële Commissie.
c. Bespreking en goedkeuring van de notulen van de voorjaarsvergadering en van eventueel daarna gehouden ledenvergaderingen.
Artikel 11 Deelname en stemrecht
11.1 Alle leden en vrienden van de Gemeente hebben het recht de ledenvergadering bij te wonen, kunnen deelnemen aan de besprekingen en hebben stemrecht.
Artikel 12 Stemmingen
12.1 Over personen wordt schriftelijk gestemd, over zaken wordt als regel gestemd bij handopsteken. Indien ten minste vijf van de aanwezige leden en vrienden dat xxxxxx kan ook over zaken schriftelijk worden gestemd. Onduidelijk ingevulde stembiljetten zijn ongeldig. Voor het vaststellen van het aantal geldig uitgebrachte stemmen worden blanco stemmen meegeteld;
12.2 Indien een schriftelijke stemming wordt gehouden, wordt ad hoc een telcommissie samengesteld uit de aanwezigen.
12.3 De ledenvergadering neemt besluiten met meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen, tenzij bij dit reglement anders is bepaald.
12.4 Indien bij de verkiezing van personen niemand bij eerste stemming de meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen verkrijgt, wordt een herstemming gehouden over de twee personen die bij eerste stemming de meeste stemmen verwierven. Wie van beiden bij tweede stemming de meeste stemmen verkrijgt, is verkozen. Wanneer beiden een gelijk aantal stemmen verwerven, beslist de kerkenraad over de te volgen handelwijze.
12.6 Een gemeentelid of vriend mag niet meer dan twee volmachtstemmen uitbrengen.
12.7 Volmachten kunnen alleen aan personen verleend worden, niet aan organen binnen de Gemeente, zoals kerkenraad of commissies. Indien een volmacht aan een orgaan binnen de Gemeente wordt verleend, is deze ongeldig.
12.8 Volmachten worden bij de kerkenraad schriftelijk ingediend met afschrift aan de gevolmachtigde. De volmachten dienen voor de opening van de vergadering door de kerkenraad ontvangen te zijn.
12.9 Volmachten dienen een met datum aangeduide vergadering te betreffen en gedateerd en ondertekend te zijn.
KERKENRAAD
Artikel 13 De kerkenraad
13.2 De kerkenraad bestaat uit ten minste drie, maar bij voorkeur vijf of meer leden en/of vrienden van de Gemeente onder de voorwaarde dat vrienden maximaal twee vijfde van de kerkenraadszetels kunnen bezetten.
13.3 De kerkenraad wordt bijgestaan door de vrijgestelde(n) als adviseur.
13.4 De kerkenraad geeft leiding aan de in Artikel 20 bedoelde betaalde functionarissen. Hij wijst daartoe voor ieder van deze functionarissen een contactpersoon aan en besluit over de bevoegdheden.
Artikel 14 Vertegenwoordiging
14.1 De kerkenraad vertegenwoordigt de Gemeente in en buiten rechte, met dien verstande dat tegenover derden de handtekeningen van
voorzitter en secretaris of van twee daartoe bij kerkenraadsbesluit gemachtigde kerkenraadsleden voldoende zullen zijn. De penningmeester is bevoegd binnen door de kerkenraad vast te stellen grenzen kwijting te verlenen en betalingen te doen. Deze grenzen worden door de kerkenraad eenmalig vastgesteld per zittingstermijn van de penningmeester.
14.3 De kerkenraad kan een of meer leden en/of vrienden van de Gemeente afvaardigen naar externe bijeenkomsten en verbanden en bepaalt de betreffende bevoegdheden. Deze afgevaardigden rapporteren tenminste jaarlijks aan de kerkenraad.
14.4 De kerkenraad besluit over het toetreden van leden en vrienden van de Gemeente en ook over beëindiging van het lidmaatschap resp. de formele relatie met de Gemeente overeenkomstig het bepaalde in Artikel 5 en Artikel 6.
Artikel 15 Kerkenraadsvergaderingen
15.1 De kerkenraad vergadert zo mogelijk maandelijks en ook wanneer de voorzitter of twee andere kerkenraadsleden dat xxxxxx.
15.2 Besluiten in de kerkenraad mogen worden genomen in een vergadering waarin ten minste de helft van het aantal zittende kerkenraadsleden aanwezig is en komen als regel tot stand door overleg. Indien door overleg geen besluit tot stand komt wordt besloten bij meerderheid van stemmen.
15.3 De kerkenraad kan zich in bijzondere gevallen, eventueel ook in de ledenvergadering, laten bijstaan door deskundigen die al dan niet lid of vriend zijn van de Gemeente. De bevoegdheden van deze deskundigen worden vastgesteld bij besluit van de kerkenraad.
15.4 Bij afwezigheid van voorzitter, secretaris of penningmeester wordt de waarneming binnen de kerkenraad in onderling overleg geregeld. Dit wordt in de notulen vastgelegd, evenals het begin en einde van de waarnemingsperiode.
15.5 De vrijgestelde(n) dan wel een van de vrijgestelden woont/wonen als adviseur de vergaderingen van de kerkenraad zo mogelijk bij.
15.6 Leden en vrienden van de Gemeente kunnen de vergaderingen van de kerkenraad als toehoorders bijwonen, tenzij de voorzitter besluit tot vertrouwelijk overleg. Toehoorders kunnen slechts op uitnodiging van de voorzitter van de betreffende vergadering deelnemen aan de besprekingen.
Artikel 16 Functies binnen de kerkenraad
16.1 Binnen de kerkenraad worden functies in onderling overleg verdeeld (voorzitter, secretaris, penningmeester). De verdeling wordt aan de leden en vrienden bekend gemaakt.
16.2 De voorzitter leidt de vergaderingen van de kerkenraad en de ledenvergaderingen.
16.3 De secretaris voert de correspondentie, houdt aantekening van ingekomen en uitgaande post, is verantwoordelijk voor de administratie van leden en vrienden, beheert het archief en verzendt convocaties en agenda’s voor kerkenraadsvergaderingen en ledenvergaderingen.
16.4 De penningmeester beheert de geldmiddelen van de Gemeente, is verantwoordelijk voor uitvoering van de boekhouding en het opstellen van jaarrekening en begroting.
16.5 De kerkenraad kan zich op onderdelen van zijn taak laten assisteren door een of meer leden of vrienden van de Gemeente, of door gespecialiseerde instanties buiten de Gemeente, waarbij de kerkenraad een besluit neemt over de aan hen toe te kennen bevoegdheden.
Artikel 17 Verkiezing kerkenraadsleden
17.1 De leden van de kerkenraad worden op een ledenvergadering verkozen op de wijze als in Artikel 12 is omschreven uit en door de leden en vrienden van de Gemeente voor een termijn van drie jaar.
17.2 De ledenvergadering kan op voorstel van de kerkenraad besluiten de zittingsperiode van een kerkenraadslid eenmaal met maximaal drie jaar te verlengen.
17.3 Afgetreden kerkenraadsleden zijn gedurende een termijn van minimaal één jaar na hun aftreden niet verkiesbaar voor een vacature in de kerkenraad.
a. ten minste één jaar lid of vriend zijn van de Gemeente;
b. die geen dienstverband met de Gemeente hebben;
c. geen familierelaties tot en met de tweede graad hebben met andere kerkenraadsleden, leden van de Financiële Commissie of personen met een dienstverband met de Gemeente.
17.5 Verkiezing geschiedt op voorstel van de kerkenraad die bij zijn voordracht zo mogelijk rekening houdt met de verhoudingen binnen het ledenbestand op het gebied van geslacht en leeftijd en voor zover mogelijk met regionale spreiding.
17.6 Ten minste tien leden en vrienden van de Gemeente kunnen gezamenlijk en schriftelijk bij de kerkenraad een of meer leden en/of vrienden van de Gemeente kandidaat stellen, mits deze voldoen aan de voorwaarden gesteld in artikel 17.4. Deze kandidaatstelling dient vergezeld te zijn van de schriftelijke instemming van de betrokken kandidaat/kandidaten.
FUNCTIONARISSEN
Artikel 18 Vrijgestelden
18.1 Om de Gemeente te ondersteunen om het in Artikel 2 en Artikel 3 genoemde vorm te geven, kan de ledenvergadering besluiten één of meer personen als herder en leraar vrij te stellen (vrijgestelde).
18.2 Deze vrijgestelde dient voor deze taak toegerust te zijn:
a. hetzij door het proponentschap van de ADS;
b. hetzij door de voorbereiding op het proponentschap aan het Doopsgezind Seminarium.
In bijzondere gevallen kan de ledenvergadering op voorstel van de kerkenraad besluiten hiervan af te wijken. Een op grond van een dergelijk besluit van de ledenvergadering aan te stellen vrijgestelde zal tenminste een met goed resultaat voltooide kerkelijke opleiding moeten hebben gevolgd en de bereidheid moeten hebben aanvullende scholing bij het Doopsgezind Seminarium te volgen.
18.3 De DGU is aangesloten bij de Instelling ten dienste van Doopsgezinde Gemeenten en Predikanten (IDGP). Vrijgestelden worden aangesteld volgens de richtlijnen en het reglement van de IDGP.
18.4 De arbeidsovereenkomst wordt in onderling overleg tussen de vrijgestelde en de kerkenraad opgesteld op grond van een machtiging door de ledenvergadering. De inhoud hiervan mag niet in strijd zijn met het reglement van de Gemeente. In de arbeidsovereenkomst worden de rechten en plichten van de vrijgestelde vastgelegd. Aan de arbeidsovereenkomst wordt een globale taakovereenkomst toegevoegd.
De relevante bepalingen van het reglement van de Gemeente worden geacht deel uit te maken van de arbeidsovereenkomst. Daartoe ontvangt de vrijgestelde een exemplaar van het reglement van de Gemeente.
Als richtlijn voor vorm en inhoud van de arbeidsovereenkomst dient het model van de IDGP.
18.5 De vrijgestelde is/wordt lid of vriend van de Doopsgezinde Gemeente Utrecht. Indien de vrijgestelde meer dan één gemeente dient, wordt het lidmaatschap in overleg tussen vrijgestelde en de betreffende gemeenten geregeld.
18.6 De vrijgestelde(n) dan wel één van de vrijgestelden woont/wonen als adviseur de vergaderingen van de kerkenraad zo mogelijk bij.
Artikel 19 Beroepingen
19.1 Indien een vacature ontstaat binnen de vrijgestelde(n) bereidt de kerkenraad op basis van een recent vastgesteld beleidsplan voorstellen voor ten aanzien van de omvang van de vacature, het profiel van een aan te trekken kandidaat, de samenstelling van een beroepingscommissie en een opdracht voor deze commissie. Vervolgens besluit de ledenvergadering over genoemde voorstellen en wordt bij positief besluit een beroepingsprocedure in gang gezet.
19.2 De beroeping wordt voorbereid door een beroepingscommissie bestaande uit tenminste drie personen, onder wie een afvaardiging van de kerkenraad. De leden die zitting nemen in de beroepingscommissie worden aangesteld door de ledenvergadering, maximaal één van hen mag vriend van de Gemeente zijn.
19.3 De niet uit de kerkenraad afkomstige leden van de beroepingscommissie worden benoemd volgens de procedure, geldend voor leden van de kerkenraad (zie artikel 17.4 tot en met 17.6).
19.4 De beroepingscommissie houdt rekening met de besluiten van de ledenvergadering en houdt wat betreft de te volgen procedure de regels aan van de IDGP.
19.5 De beroepingscommissie rondt haar werkzaamheden af met het opstellen van een gemotiveerde, enkelvoudige voordracht aan de kerkenraad.
19.6 Om tot een benoeming te komen wordt vervolgens de volgende procedure doorlopen, tenzij anders bepaald:
a. er wordt een kennismakingsgesprek belegd tussen de kandidaat en de kerkenraad in aanwezigheid van de beroepingscommissie;
b. na afloop van een kerkdienst waarin de kandidaat is voorgegaan vindt onder leiding van kerkenraad en/of beroepingscommissie een bijeenkomst plaats waarin de kandidaat en leden en vrienden van de Gemeente met elkaar kunnen kennismaken;
c. het kennismakingsgesprek is bedoeld om over en weer vragen te kunnen stellen en is uitsluitend informatief van karakter;
d. in een afzonderlijke ledenvergadering licht de beroepingscommissie de voordracht nader toe en wordt na discussie besloten over een eventueel beroep.
19.7 De ledenvergadering besluit vervolgens in een schriftelijke stemming al dan niet een beroep uit te brengen en neemt een beslissing ten aanzien van het voortbestaan van de beroepingscommissie.
19.8 Een beroep kan slechts worden uitgebracht indien ten minste 2/3 van de geldig uitgebrachte stemmen, voor het uitbrengen van een beroep is.
19.9 Het aannemen van het beroep dient schriftelijk te geschieden en houdt de aanvaarding in van alle in de arbeidsovereenkomst opgenomen voorwaarden en bepalingen.
Artikel 20 Overige functionarissen
20.1 De ledenvergadering kan de kerkenraad machtigen naast de vrijgestelde(n) één of meer functionarissen aan te stellen voor specifieke taken.
20.2 De rechten en plichten van deze werknemers worden geregeld bij arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht en voor zover van toepassing volgens de adviezen en/of modellen van de IDGP.
20.3 In bijzondere gevallen kan de kerkenraad maatregelen treffen ter voorziening in acute personeelsbehoefte voor de duur van maximaal één jaar.
Artikel 21 Voortgangsgesprekken
21.1 De kerkenraad draagt er zorg voor dat tenminste eenmaal per jaar met de vrijgestelde(n) en de overige functionarissen hun functioneren wordt besproken, in de DGU genaamd voortgangsgesprek.
21.2 Daartoe wijst de kerkenraad telkens twee leden uit haar midden aan. Desgewenst nodigen de aldus aangewezen personen, in overleg met de betrokken functionaris, een ter zake deskundig lid of vriend van de Gemeente uit als adviseur.
21.3 Een verslag van dit gesprek dient door beide partijen voor akkoord te worden getekend. In het personeelsdossier wordt aantekening van het houden van het gesprek gemaakt.
21.4 Volgens de regels van de IDGP wordt het feit dat het voortgangsgesprek met de vrijgestelde(n) heeft plaats gevonden gemeld aan de IDGP.
GELDMIDDELEN EN BEHEER
Artikel 22 Geldmiddelen
22.1 Het boekjaar van de Gemeente is gelijk aan het kalenderjaar.
22.3 De kerkenraad draagt er zorg voor dat voor transacties boven een met de Financiële Commissie afgestemde waarde altijd toestemming van twee personen noodzakelijk is.
22.4 Erfstellingen mogen slechts onder het voorrecht van boedelbeschrijving worden aanvaard. Schenkingen, erfstellingen en
legaten worden aan het vermogen toegevoegd, tenzij schriftelijk een bijzondere bestemming is aangegeven.
Artikel 23 Beleggingen
23.1 Belegging van de geldmiddelen dient op zorgvuldige wijze plaats te vinden.
Daarbij wordt gelet op aspecten zoals:
a. respecteren van de internationaal erkende rechten van de mens;
b. respecteren van de internationaal erkende rechten van het kind;
c. respecteren van godsdienstvrijheid;
d. verantwoord omgaan met het milieu;
e. bevorderen van duurzame ontwikkeling;
f. bevorderen van vreedzame samenleving van mensen en volkeren;
g. tegengaan van fraude en corruptie;
h. andere door de ledenvergadering vast te stellen criteria.
23.2 Als aanvaardbare beleggingen worden in ieder geval beschouwd:
a. investering in zgn. groot onderhoud van onroerende zaken die toebehoren aan de Gemeente;
b. leningen aan doopsgezinde gemeenten of doopsgezinde instellingen in Nederland en daarbuiten;
d. aandelen en deelnemingen in ontwikkelingsfondsen en/of microkredieten binnen en buiten de Doopsgezinde Broederschap.
23.3 Tot het beleggen van geldmiddelen kan slechts worden overgegaan, indien de vrij beschikbare middelen meer bedragen dan de verwachte uitgaven aan lopende kosten.
Artikel 24 Onroerend goed
24.2 Bij bouwkundige wijzigingen wordt tevoren advies ingewonnen bij deskundige rijks-, provinciale en/of gemeentelijke diensten.
24.4 De verhuur van andere onroerende zaken dan de kerkzaal en nevenruimten van het kerkgebouw geschiedt door de Commissie Xxxxxx (zie Artikel 30). Voorstellen voor nieuwe huurcontracten worden voor ingang ter goedkeuring voorgelegd aan de Kerkenraad.
Artikel 25 Archief
25.1 De verantwoordelijkheid voor het archief van de Gemeente berust bij de secretaris van de kerkenraad.
25.2 Voor het verzamelen en rubriceren (of opslaan) van de archiefgegevens heeft de ADS richtlijnen opgesteld. De DGU maakt hier desgewenst gebruik van.
25.3 Het archief van de laatste 25 jaar wordt bewaard op een daartoe geschikte wijze. Voor het raadplegen van dit archief is de medewerking van de secretaris van de kerkenraad vereist.
25.4 Het archief van de gehele daaraan voorafgaande tijd wordt (zo mogelijk) in bewaring gegeven bij Het Utrechts Archief. De toegankelijkheid hiervan is geregeld bij overeenkomst.
25.5 Bij opheffing van de Gemeente gaat de eigendom van het archief over op de ADS.
COMMISSIES
Artikel 26 Commissies
26.1 De kerkenraad wordt in de uitoefening van zijn taken bijgestaan en van advies gediend door al dan niet permanente commissies.
26.2 Deze commissies functioneren onder verantwoordelijkheid van de kerkenraad.
26.3 Voor het instellen en opheffen van commissies met een permanent karakter, behoeft de kerkenraad de instemming van de ledenvergadering.
26.4 Permanente Commissies zijn in ieder geval de Financiële Commissie, de Commissie Maatschappelijke Zorg, de Commissie Beheer en de Begeleidingscommissie. Xxxx, werkwijze, zittingsduur en samenstelling van deze commissies worden geregeld in Artikel 27 tot en met Artikel 30 van dit reglement.
26.5 Tijdelijke commissies zijn bijvoorbeeld de Beroepingscommissie en de Commissie voor de herziening van het reglement. De samenstelling, taken en werkwijze van deze commissies worden geregeld in Artikel 19 respectievelijk Artikel 33 van dit reglement.
26.6 De overige commissies regelen zelf taakverdeling en werkwijze.
26.8 Ten minste eenmaal per jaar vindt xxxxxxxxx overleg plaats tussen elk van de commissies en de kerkenraad.
26.9 In de najaarsledenvergadering wordt met inachtneming van de nodige vertrouwelijkheid verslag gedaan van de werkzaamheden van de commissies.
Artikel 27 Financiële Commissie
27.1 Tot de taak van de Financiële Commissie behoren o.a. de volgende punten:
a. onderzoek van de jaarrekening, verslag hiervan aan de ledenvergadering en advies over het verlenen van decharge;
b. advies aan de ledenvergadering over het beleggingsbeleid van de Gemeente;
c. advies aan de ledenvergadering over de begroting voor het volgende boekjaar;
d. adviezen, al of niet gevraagd, aan de kerkenraad over de inrichting van de financiële administratie en het financiële beleid van de kerkenraad (zie ook artikel 14.2, Artikel 22 en Artikel 23);
e. de financiële commissie controleert jaarlijks de boekhouding van commissies die over eigen financiële middelen beschikken. De bevindingen hiervan worden aan de ledenvergadering gerapporteerd.
27.2 De Financiële Commissie:
a. bestaat uit tenminste twee leden en/of vrienden van de Gemeente, waarbij ernaar gestreefd wordt dat het aantal leden in de meerderheid is;
c. In afwijking van het bepaalde in artikel 26.7 hebben leden van de Financiële Commissie een zittingstermijn van vijf jaar.
27.3 Leden van de kerkenraad, vrijgestelde(n), betaalde functionarissen, hun partners en familieleden tot en met de tweede graad, zijn niet verkiesbaar als lid van de Financiële Commissie, tenzij de ledenvergadering anders besluit.
Artikel 28 Commissie Maatschappelijke Zorg
28.1 De Commissie Maatschappelijke Zorg verricht diaconaal werk ten dienste van de leden en vrienden van de Gemeente en eventueel van andere personen en organisaties op religieus maatschappelijk vlak, al of niet in doopsgezind verband.
28.2 Zij vertegenwoordigt de Gemeente in samenwerkingsorganen voor maatschappelijk werk.
28.3 Leden van de Commissie zijn in elk geval: een vrijgestelde, zo mogelijk een lid van de kerkenraad en twee leden en/of vrienden.
28.4 De Commissie kan beschikken over financiële middelen die haar door de ledenvergadering, de kerkenraad of derden zijn toegewezen.
Artikel 29 Begeleidingscommissie
29.1 De Begeleidingscommissie voert regelmatig overleg met en begeleidt de vrijgestelde(n) in de uitoefening van hun werkzaamheden.
29.2 Op verzoek van een van de vrijgestelden of van leden of vrienden van de Gemeente kan de Begeleidingscommissie ook worden gevraagd om vrijgestelden en leden of vrienden te begeleiden in hun onderlinge relatie.
29.3 De Begeleidingscommissie bestaat uit ten minste twee leden van de Gemeente.
29.5 Al wat in de Begeleidingscommissie besproken wordt is strikt vertrouwelijk.
29.6 De Begeleidingscommissie kan op grond van het besprokene een advies uitbrengen aan de kerkenraad, gevraagd en ongevraagd.
Artikel 30 Commissie Beheer
30.1 De Commissie Xxxxxx verzorgt in overleg met de kerkenraad het beheer over en onderhoud van de onroerende zaken en de installaties en de inventaris van de Gemeente, inclusief de verhuur van de onroerende zaken uitgezonderd de kerkzaal en nevenruimten van het kerkgebouw (zie ook artikel 24.3 en 24.4) en begeleidt en ondersteunt de koster in de uitoefening van zijn taken.
30.2 De Commissie Xxxxxx vraagt voor uitgaven die een door de kerkenraad vastgesteld bedrag te boven gaan vooraf toestemming aan de kerkenraad.
30.5 De Commissie Xxxxxx telt ten minste drie en ten hoogste vijf leden en/of vrienden, waaronder zo mogelijk één lid van de kerkenraad.
30.6 De koster is als adviseur aanwezig bij de vergaderingen van de Commissie van Beheer.
SAMENWERKINGSVERBANDEN
Artikel 31 Samenwerkingsverbanden
31.1 De kerkenraad kan aan de ledenvergadering een gemotiveerd voorstel voorleggen om onder bepaalde voorwaarden een samenwerkingsverband aan te gaan met organisaties die kunnen
bijdragen aan de vervulling van het benoemde in Artikel 3 dan wel een dergelijk samenwerkingsverband te beëindigen.
De ledenvergadering neemt over een dergelijk voorstel een besluit bij meerderheid van stemmen.
31.2 Het beëindigen van verbintenissen met de ADS en de Ring Midden Nederland van Doopsgezinde Gemeenten is slechts mogelijk wanneer ten minste twee derde van de leden en vrienden zich daarvoor door middel van een schriftelijke stemming uitspreekt. Hierbij dienen de stemmen binnen vier weken na verzending van het desbetreffende voorstel te zijn ontvangen. Indien minder dan twee derde van de leden zich binnen de genoemde termijn schriftelijk uitspreekt, schrijft de kerkenraad een ledenvergadering uit. Hierin wordt het desbetreffende voorstel in een schriftelijke stemming aangenomen indien twee derde van de geldig uitgebrachte stemmen zich hiervoor uitspreekt.
SLOTBEPALINGEN
Artikel 32 Verspreiding van het reglement
32.1 Aan de leden en vrienden en functionarissen van de Gemeente wordt een exemplaar van het reglement ter beschikking gesteld.
32.2 Een exemplaar van het reglement wordt ter beschikking gesteld aan de ADS en aan de Ring Midden-Nederland van Doopsgezinde Gemeenten.
Artikel 33 Wijzigingen van het reglement
33.1 Het reglement van de Gemeente wordt eenmaal per tien jaar, al dan niet gewijzigd, vastgesteld door de ledenvergadering.
33.2 Tussentijdse wijziging kan plaatsvinden op voorstel van de kerkenraad of op schriftelijk verzoek van ten minste 5% van de leden en vrienden.
33.3 De voorbereiding van een herziening wordt opgedragen aan een commissie, bestaande uit minimaal één lid van de kerkenraad en ten minste twee leden en/of vrienden van de Gemeente.
De benoemingsprocedure voor deze leden en vrienden is gelijk aan die voor leden van de kerkenraad (zie Artikel 17).
33.4 Het ontwerp van het vast te stellen reglement dan wel een wijziging daarvan wordt met de oproep voor de betreffende ledenvergadering aan de leden en vrienden van de Gemeente toegezonden.
Artikel 34 Opheffing van de Gemeente
34.1 Het opheffen van de Gemeente is slechts mogelijk wanneer ten minste drie kwart van de leden en vrienden zich daarvoor door middel van een schriftelijke stemming uitspreekt. Hierbij dienen de stemmen binnen vier weken na verzending van het desbetreffende voorstel te zijn ontvangen. Indien minder dan twee derde van de leden zich binnen de genoemde termijn schriftelijk uitspreekt, schrijft de kerkenraad een ledenvergadering uit. Hierin wordt het desbetreffende voorstel in een schriftelijke stemming aangenomen indien drie kwart van de geldig uitgebrachte stemmen zich hiervoor uitspreekt.
34.2 De afwikkeling van zaken geschiedt in overleg met de ADS.
34.3 De bezittingen van de Gemeente vervallen aan de ADS, op voorwaarde dat deze bij het tot stand komen van nieuwe Doopsgezinde gemeenten in hetzelfde werkgebied als de DGU aan laatstgenoemde gemeenten zullen worden overgedragen.
Artikel 35 Werking reglement
35.1 Het reglement treedt in werking direct na vaststelling door de ledenvergadering.
35.2 Alle overeenkomsten die zijn aangegaan onder de werking van voorafgaande reglementen blijven van kracht totdat zij eventueel zijn
vervangen door nieuwe overeenkomsten die voldoen aan de bepalingen van het reglement.
Artikel 36 Onvoorziene situaties
36.1 In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet beslist de kerkenraad, zo mogelijk na raadpleging van de ledenvergadering.
36.2 De kerkenraad deelt dergelijke besluiten terstond mee aan de leden en vrienden van de Gemeente.
Aldus vastgesteld in de ledenvergadering van 14 april 2024.
G.I. Bruinsma voorzitter
X. Xxxxxxxxx secretaris
TREFWOORDEN
Administratie van leden en vrienden, 7, 16
ADS, 4, 6, 18, 24, 29, 30, 31
Agenda, 10, 16
Arbeidsovereenkomst, 18, 19, 21
Archief, 16, 24
Attestatie, 7, 8
Avondmaal, 5
Beëindigen, 29
Begroting, 12, 16, 26, 28
Beleidsplan, 19
Beroeping, 19
Beslissingsbevoegdheid, 9
Besluiten, 13, 17, 18, 20, 31
Bestuur, 14
Bevoegdheden, 14, 15, 16
Bijdrage, 22
Xxxxxxxxxxx, 16, 26
Xxxxxxxx, 11, 12, 22, 26
Burgerlijk recht, 21
Commissies, 11, 13, 25, 26
Communicatie, 6
DGU, 4, 8, 18, 21, 23, 24, 31
Diaconale zorg, 5
Dienen, 5, 10, 11, 13, 29, 30
Doop, 5, 7
Doopsgezind, 27
Duurzame ontwikkeling, 23
Erfstellingen, 22
Financiële Commissie, 26
Functionaris, 21
Fundament, 5
Geloofsbelijdenis, 6, 7
Geloofsgemeenschap, 7
Gemeenschap, 4
Gemeenteleven, 4, 5, 6
Gemeentewerk, 5
Getuigen, 5
Godsdienstvrijheid, 22
Grensoverschrijdend gedrag, 6
IDGP, 18, 19, 20, 21, 22
Inventaris, 28
Jaarrekening, 11, 16, 26
Jaarverslag, 11
Kerkelijk bureau, 24
Kerkenraadsbesluit, 8, 14
Kerkenraadsleden, 14, 15, 17
Kiesrecht, 9
Kinderen, 5
Koster, 24, 28, 29
Kringen, 11
Ledenvergadering, 7, 9, 10, 12,
13, 14, 15, 17, 18, 19, 20, 21, 22,
23, 25, 26, 27, 29, 30, 31, 32
Legaten, 22
Leren, 5
Minimumbijdrage, 12, 22
Misbruik, 6
Notulen, 11, 12, 15
Ongeldig, 12, 13
Onroerend goed, 14, 23, 24, 28
Ontmoetingsplaats, 5
Opheffen, 25, 30
Opheffing, 24
Opzegging, 8
Organen, 9, 13
Overlijden, 8
Pastorale zorg, 5
Penningmeester, 14, 15, 16
Permanente commissies, 25 Rechten van de mens, 22 Rechten van het kind, 22 Registratie, 7, 8
Reglement, 9, 13, 18, 19, 25, 30,
31
Xxxxxxxxxxx, 12, 18, 24
Ring Midden-Nederland, 4, 30
Samenleving, 5, 23
Samenwerkingsverband, 29
Secretaris, 14, 15, 16, 24, 32
Seminarium, 18
Xxxxxxxx, 12, 13, 20, 29, 30
Stemrecht, 9, 10, 12
Taakovereenkomst, 19
Telcommissie, 12
Toehoorders, 16
Toestemming, 10, 14, 22, 28
Traditie, 5, 6
Verhuizing, 8
Verhuur, 24, 28
Verkiezing, 13, 26
Verkozen, 9, 13, 17
Vertrouwenscommissie, 8
Volmacht, 13
Volmachtstemmen, 9, 13
Voortgangsgesprek, 21, 22
Voorzitter, 10, 14, 15, 16, 32
Vrijgestelde, 11, 14, 15, 18, 19,
21, 22, 27, 28
Werkplan, 11
Zittingsperiode, 17