HOOFDSTUK 1 DEFINITIES
Bijzondere werktijden bedienaren kunstwerken
HOOFDSTUK 1 DEFINITIES
ARTIKEL 1.1 DEFINITIES
Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:
a. arbeidstijd: de tijd dat de medewerker onder gezag van de werkgever arbeid verricht;
b. bedienaar kunstwerken: medewerker van de directie Beheer en Uitvoering die een arbeidsovereenkomst heeft in de functie van operationeel medewerker en feitelijk de functie van bedienaar kunstwerken uitvoert;
c. cao: cao provinciale sector
d. sectormanager: de sectormanager van de sector Netwerkmanagement en Gebruik van de directie Beheer en Uitvoering;
e. normrooster: een overzicht voor het gehele jaar waarin per bedienaar kunstwerken is aangegeven wanneer en binnen welke tijden de bedienaar kunstwerken diens werkzaamheden moet verrichten, waarbij in het rooster ook de roostervrije dagen als de niet-vooraf-ingeplande werkdagen zijn aangegeven;
f. roostervrije dag: dag waarop de bedienaar kunstwerken geen dienst heeft;
g. niet-vooraf-ingeplande werkdagen: werkdagen opgenomen in het normrooster, waarop de bedienaar kunstwerken niet vooraf is ingeroosterd voor het verrichten van arbeid;
h. werkrooster: een overzicht waarin ook de extra diensten zijn aangegeven die een bedienaar kunstwerken, naast de diensten op basis van het normrooster, daadwerkelijk heeft verricht wegens onvoorziene omstandigheden;
i. planner: de medewerker die belast is met de planning van de werkzaamheden en het opstellen van de roosters;
j. hoogseizoen: de periode vanaf april tot en met september.
HOOFDSTUK 2 BEDIENING BRUGGEN, SLUIZEN EN PONTVEREN
ARTIKEL 2.1 BEDIENING BRUGGEN EN SLUIZEN
De bediening van de bruggen, sluizen en pontveren vindt plaats op de door de Gedeputeerde Staten vastgestelde tijden. Hiernaast kunnen buiten deze vastgestelde tijden extra verzoeken tot openingen worden gedaan.
HOOFDSTUK 3 ARBEIDSDUUR BEDIENAREN KUNSTWERKEN
ARTIKEL 3.1 ARBEIDSDUUR BEDIENAREN KUNSTWERKEN
1. De arbeidsduur per jaar van de bedienaren kunstwerken is gelijk aan de arbeidsduur die op grond van artikel 5.1 van de cao jaarlijks wordt vastgesteld. Bij een deeltijddienstverband geldt een evenredig deel daarvan, afhankelijk van het deeltijdpercentage.
2. De arbeidsduur per week kan variëren van minimaal gemiddeld 28 uur per week gerekend over een tijdvak van 16 weken tot maximaal gemiddeld 48 uur over een tijdvak van 16 weken.
3. Er is sprake van overwerk conform artikel 4.4.2 van de cao indien de voor de bedienaar kunstwerken geldende arbeidsduur, zoals genoemd in het eerste lid, wordt overschreden.
a. Gedurende het hoogseizoen geldt echter dat sprake kan zijn van overwerk, indien de bedienaar kunstwerken gemiddeld méér dan 42 uur per week gerekend over de periode van het hoogseizoen, heeft gewerkt. Het voorgaande geldt bij een volledige arbeidsduur van 36 uur per week. In geval van een afwijkende arbeidsduur (groter of kleiner in omvang) geldt een evenredig deel daarvan, afhankelijk van de arbeidsduur.
HOOFDSTUK 4 OP- EN VASTSTELLING ROOSTERS
ARTIKEL 4.1 NORMROOSTER
1. De dagen waarop de bedienaar kunstwerken werkzaamheden verricht worden vastgelegd in een normrooster.
2. In het normrooster worden tevens de niet-vooraf-ingeplande werkdagen en roostervrije dagen opgenomen.
3. Het normrooster wordt jaarlijks opgesteld.
4. In afwijking van het bepaalde in het derde lid kan gedurende het jaar een nieuw normrooster worden opgesteld dan wel het bestaande normrooster worden gewijzigd.
5. Bij de opstelling van het normrooster wordt zoveel als mogelijk rekening gehouden met de omvang van het dienstverband van de bedienaren kunstwerken, met de arbeidsduur die op grond van artikel 5.1 van de cao en met de door Gedeputeerde Staten vastgestelde bedieningstijden. Hiernaast worden de bepalingen van de Arbeidstijdenwet en het Arbeidstijdenbesluit nageleefd.
6. Het concept-normrooster wordt aan de bedienaren kunstwerken bekend gemaakt. Zij kunnen gedurende 14 dagen verzoeken tot aanpassing van het concept-normrooster indienen bij de planner.
7. Het normrooster wordt door de sectormanager vastgesteld. Bij de
vaststelling wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de in het voorgaande lid bedoelde wijzigingsverzoeken. Het besluit wordt uiterlijk 4 weken vóór de inwerkingtreding van het normrooster bekendgemaakt aan de bedienaren kunstwerken.
ARTIKEL 4.2 WERKROOSTER
1. De niet-vooraf ingeplande diensten worden in het werkrooster vastgelegd.
2. Bij de opstelling van het werkrooster wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van de niet- vooraf-ingeplande werkdagen van de bedienaren kunstwerken zoals vermeld in het normrooster.
3. Indien er geen niet-vooraf-ingeplande werkdagen beschikbaar zijn, kan de planner met instemming van de bedienaar roostervrije dagen inzetten.
4. Bij de opstelling van het werkrooster wordt rekening gehouden met de omvang van het dienstverband van de bedienaren kunstwerken, met de arbeidsduur zoals vermeld in artikel 3.1 en met de door Gedeputeerde Staten vastgestelde bedieningstijden. Hiernaast wordt rekeninggehouden met de bepalingen van de Arbeidstijdenwet en het Arbeidstijdenbesluit.
5. De planner maakt het werkrooster zo snel als mogelijk is bekend.
ARTIKEL 4.3 RUILEN VAN EEN DIENST
1. Het is de bedienaren kunstwerken toegestaan onderling een dienst te ruilen. Indien een ruiling gewenst is, is het de verantwoordelijkheid van de betrokken bedienaar kunstwerken om te zorgen voor een geschikte ruiling van diensten.
2. Er vindt geen ruiling plaats indien dat voor één van de betrokkenen strijd oplevert met de voorschriften die bij of krachtens de Arbeidstijdenwet zijn vastgesteld.
3. Een ruiling wordt altijd vooraf voorgelegd aan de planner.
HOOFDSTUK 5 BEREKENING VAN DE TOELAGE ONREGELMATIGE DIENST
ARTIKEL 5.1 BEREKENING VAN DE TOELAGE ONREGELMATIGE DIENST
1. Grondslag voor de berekening en uitbetaling van de toelage onregelmatige dienst is het in artikel 4.1 bedoelde normrooster en het in artikel 4.2 bedoelde werkrooster.
2. Het geldende salaris per gewerkt uur voor de toelage onregelmatige dienst wordt berekend volgens de wijze zoals omschreven in artikel 4.3.2 van de cao.
HOOFDSTUK 6 VERLOF
ARTIKEL 6.1 OPNAME VERLOF
1. Indien de bedienaar kunstwerken (vakantie)verlof wenst op te nemen, dient deze vooraf een aanvraag in bij de planner.
2. Bij deze aanvraag wordt uitgegaan van het aantal uren dat de bedienaar volgens het normrooster op de desbetreffende dag(en) zou moeten werken. In geval van verlof op een niet-vooraf-ingeplande werkdag, geldt dat voor de bepaling voor het aantal uren verlof, gekeken dient te worden naar de contractomvang de bedienaar kunstwerken en de reeds ingeplande diensten op die dagen(en) in de desbetreffende week.
3. Aanvragen voor vakantieverlof tijdens het hoogseizoen, dienen vóór de vaststelling van het normrooster voor dat desbetreffende jaar, waar het gewenste verlof betrekking op heeft, te zijn ingeleverd.
HOOFDSTUK 7 RELATIE MET DE ALGEMENE WERTIJDENREGELING
ARTIKEL 7.1 RELATIE MET DE ALGEMENE WERKTIJDENREGELING
De regeling Algemene werktijden is niet van toepassing op de bedienaren kunstwerken.
HOOFDSTUK 8 SLOTARTIKELEN
ARTIKEL 8.1 INWERKINGTREDING
1. Deze regeling is vastgesteld op 29 november 2022, nummer 0000000/0000000.
2. Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2023.
Toelichting
ALGEMENE TOELICHTING
De aard en met name het tijdstip waarop de bediening van de Noord-Hollandse bruggen en sluizen plaatsvindt brengt met zich mee dat de regeling Algemene werktijden niet toepasbaar is voor de bedienaren kunstwerken.
De arbeidstijden van de bedienaren kunstwerken zijn o.a. vastgelegd in het normrooster. De opstelling wordt gebaseerd op de door Gedeputeerde Staten vastgestelde bedieningstijden voor de bruggen, sluizen en pontveren. In verband daarmee is het noodzakelijk dat voor deze groep medewerkers een bijzondere werktijdenregeling wordt vastgesteld. Artikel 5.2, tweede lid, van de cao biedt daarvoor het juridisch kader.
Vanwege de insourcing van de brugbediening per 1 november 2020, en de daarmee veranderende werkwijze, is een wijziging van de oude bijzondere werktijdenregeling nodig. Met deze nieuwe regeling wordt hieraan voldaan.
Deze bijzondere werktijdenregeling bevat o.a. de uitgangspunten die worden gehanteerd voor de vaststelling van het normrooster en het werkrooster van de bedienaren kunstwerken, waarbij rekening wordt gehouden met de bepalingen van de cao met betrekking tot de vaststelling van de arbeidsduur en de bepalingen met betrekking tot de berekening van de van toepassing zijnde vergoedingen.
Naast deze regeling wordt tevens een handleiding opgesteld. In deze handleiding zullen de nadere werkafspraken op basis van de bepalingen uit deze bijzondere werktijdenregeling worden opgenomen.
ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING
Alleen de artikelen die een nadere toelichting behoeven zijn opgenomen.
ARTIKEL 3.1 ARBEIDSDUUR BEDIENAREN KUNSTWERKEN
Het bepaalde in lid 2 van dit artikel is afhankelijk van de arbeidsduur van de bedienaar kunstwerken. In geval van bijv. een deeltijddienstverband geldt het bepaalde in dit lid naar rato van het deeltijdpercentage.
De arbeidsduur per jaar voor de bedienaar kunstwerken is gelijk aan de arbeidsduur zoals die op grond van artikel 5.1 van de cao jaarlijks wordt vastgesteld. Indien deze arbeidsduur wordt overschreden, is sprake van overwerk in de zin van de cao. Als bedienaar kunstwerken heb je te maken met seizoenswerk. In het hoogseizoen wordt méér gewerkt dan in de wintermaanden.
Voor het hoogseizoen geldt dat indien de bedienaar kunstwerken gemiddeld méér dan 42 uur per week heeft gewerkt, gerekend over de periode van het hoogseizoen, voor het meerdere sprake is van overwerk. Het voorgaande geldt bij een volledige arbeidsduur van 36 uur per week. Bij een afwijkende arbeidsduur, geldt een evenredig deel daarvan.
ARTIKEL 4.1 NORMROOSTER
Ruim voor aanvang van het nieuwe kalenderjaar wordt het normrooster vastgesteld. Hierbij spelen verschillende factoren een rol, zoals:
- de voor dat jaar vastgestelde of nog vast te stellen arbeidsduur;
- de bedieningstijden;
- de omvang van het dienstverband van de bedienaren kunstwerken;
- de regels die bij of krachtens de Arbeidstijdenwet zijn vastgesteld;
- de individuele wensen van de bedienaren kunstwerken met betrekking tot hun werktijden.
Het concept-normrooster wordt vóór de inwerkingtreding voorgelegd aan de bedienaren kunstwerken. Zij hebben gedurende 14 dagen de gelegenheid om wijzigingen voor te stellen.
Hierdoor wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de individuele wensen van de bedienaren kunstwerken.
In het normrooster staat wanneer een bedienaar kunstwerken:
- is ingeroosterd voor een bepaalde dienst
- een roostervrije dag heeft
Dit betreft geen vakantieverlof. Een roostervrije dag is geen werkdag. Werken op een roostervrije dag gebeurt in goed overleg met de bedienaar kunstwerken. Indien de bedienaar kunstwerken instemt met een verzoek tot werken, dan geldt dit als overwerk (conform artikel 4.4.2 van de cao).
In het normrooster zullen de roostervrije dagen zoveel als mogelijk is, aaneengesloten zijn.
- welke dagen niet-vooraf-ingeplande werkdagen zijn
Deze dagen zijn werkdagen. De bedienaar kunstwerken is daarom op deze dagen beschikbaar voor arbeid. Op deze dagen is in het normrooster niet bepaald of er daadwerkelijk een dienst moet worden gewerkt en/of hoeveel uur een dienst is. Of inzet op een niet-vooraf-ingeplande werkdag daadwerkelijk nodig is, hangt namelijk van diverse factoren af.
Indien de bedienaar kunstwerken daadwerkelijk dient te worden ingezet, zal voor de bepaling hoeveel uur gewerkt is, gekeken worden naar de feitelijk gewerkte uren op die dag.
Naleving van de arbeid- en rusttijden zoals vastgelegd in de Arbeidstijdenwet en het Arbeidstijdenbesluit heeft voor de werkgever prioriteit. De planner is verantwoordelijk voor het opstellen van roosters die in overeenstemming zijn met de regelgeving op dit punt. De direct leidinggevende (de unitmanager) is verantwoordelijk voor het toezicht daarop en keurt de werkelijk gerealiseerde roosters (inclusief overwerk) daartoe goed.
ARTIKEL 4.2 WERKROOSTER
Wijzigingen en of aanvullingen op het normrooster worden verwerkt in het werkrooster. Bijvoorbeeld als invulling wordt gegeven aan een niet-vooraf-ingeplande werkdag.
ARTIKEL 4.3 RUILEN VAN EEN DIENST
Indien een ruiling van een dienst gewenst is, is het de verantwoordelijkheid van de betrokken bedienaar (bedienaren) om te zorgen voor een geschikte ruiling van diensten. Een gewenste ruiling wordt altijd vooraf voorgelegd aan de planner.
Een ruiling kan gevolgen hebben voor de daadwerkelijke toelage onregelmatige dienst van de betrokken bedienaren.
De ruiling van een dienst wordt verwerkt in het werkrooster.
ARTIKEL 5.1 BEREKENING VAN DE TOELAGE ONREGELMATIGE DIENST
Het normrooster en werkrooster zijn de basis voor de berekening van de toelage onregelmatige dienst (ORT). Artikel 4.3.2 van de cao geeft aan hoe de ORT wordt berekend.
ARTIKEL 6.1 OPNAME VERLOF
In het tweede lid van dit artikel is aangegeven dat indien (vakantie) verlof gewenst is op een niet- vooraf-ingeroosterde werkdag, er voor de bepaling van het aantal uren verlof, gekeken dient te worden naar de contractomvang van de bedienaar kunstwerken én de reeds ingeplande diensten op de overige dagen van de desbetreffende week.
Voorbeeld: medewerker heeft een contract van 36 uur. In het normrooster is de medewerker in de week waar het gewenste verlof plaatsvindt, ingepland voor 3 diensten van in totaal 27 uur.
In het normrooster zijn in die week ook 2 niet-vooraf-ingeplande werkdagen opgenomen. Als een medewerker op één van die dagen verlof wenst aan te vragen, dan wordt hierbij uitgegaan van 4,5 uur aan verlof voor die dag. Indien de tweede dag wel gevraagd wordt te werken en in die week wordt voldaan aan de te werken uren en wordt er geen verlof geregistreerd.
In lid 3 is aangegeven dat vakantieaanvragen voor in het hoogseizoen (periode april tot en met september), vóór de vaststelling van het normrooster dienen te zijn aangevraagd door de bedienaar kunstwerken. Hierdoor kan bij de vaststelling van het normrooster zoveel mogelijk
rekening worden gehouden met gewenste vakanties in het hoogseizoen. Het kan voorkomen dat een vakantieaanvraag voor in het hoogseizoen, ná de vaststelling van het normrooster wordt ingediend. Het gevolg hiervan is dat de kans dat een dergelijke aanvraag gehonoreerd kan worden klein is. Het normrooster en daarmee de bezetting is namelijk reeds ingepland. In de handleiding kunnen bijvoorbeeld werkafspraken worden opgenomen, zodat zoveel mogelijk medewerkers in aanmerking komen om in een bepaald jaar in het hoogseizoen te genieten van vakantie.
Deze werkwijze heeft geen nadelige gevolgen voor de ORT van de medewerker. Ook tijdens vakantie heeft de medewerker recht op ORT.