INFORMATIEPAKKET
INHOUD
INFORMATIEPAKKET
CULTUREEL ERFGOED
VOOR TWEEDE KAMERLEDEN
Samengesteld door de overkoepelende erfgoedorganisaties:
Federatie Instandhouding Monumenten, Erfgoedvereniging Heemschut en Erfgoedplatform van Kunsten �92
OVERKOEPELENDE ERFGOEDORGANISTIES
INHOUD 2
FEDERATIE INSTANDHOUDING MONUMENTEN (FIM)
De Federatie Instandhouding Monumenten is de collectieve belangenbehartiger van particu liere erfgoedorganisaties in Nederland. FIM komt op voor de belangen van gebouwde, archeologische, groene en mobiele monumenten. Opge richt in december 2009 telt de brancheorganisatie inmiddels meer dan 40 leden. Belangen behartiging en beleidsbeïnvloe ding doet de FIM richting nationale en provinciale over heden, via gerichte lobby naar politici en bestuurders, maar ook door contacten met colle ga-organisaties. De FIM infor meert overheden over urgente kwesties, en brengt (onge vraagd) advies uit over lange termijn ontwikkelingen in de sector. Onze leden hebben hier bij een cruciale rol. Zij zijn het die knelpunten signaleren, geconfronteerd worden met de praktische uitvoerbaarheid van wet en regelgeving en wensen of noden hebben om hun taak naar behoren uit te kunnen oefenen.
ERFGOEDVERENIGING BOND HEEMSCHUT
De Bond Heemschut, opgericht in 1911, zet zich al meer dan 100 jaar onafgebroken in voor het behoud van cultureel erf goed. Heemschut betekent letterlijk het schutten (bescher men) van het heem (de eigen omgeving). Met ruim 5000 leden zet de erfgoedvereniging zich in voor de bescherming van waardevolle objecten en gebie den. Dit werk doet Heemschut met de inzet van vrijwilligers.
Alle provincies en de stad
Amsterdam hebben een eigen onafhankelijke Heemschut- commissie. Op basis van mel dingen ondernemen de com missies actie om gebouwen en gebieden te redden. Want nog steeds gaat veel waardevols in ons land verloren. Naast com missies heeft Heemschut ook werkgroepen, die zich op spe cifieke terreinen inzetten, zoals monumentale kunst en jong erfgoed na 1965.
ERFGOEDPLATFORM VAN KUNSTEN ’92
Het Erfgoedplatform van Kunsten ’92 is een informeel samenwerkingsverband om de positie en het belang van erf goed te versterken. De leden komen een aantal keer per jaar bijeen om de actualiteiten binnen hun organisaties en bredere maatschappelijke tendensen die raken aan erf goed door te nemen. Het plat form komt ook tussentijds bijeen wanneer maatschappe lijke en politieke actualiteiten vragen om een actie of reactie. De platformleden houden elkaar op de hoogte over inte ressante ontwikkelingen die de aandacht van het Erfgoedplat form behoeven. FIM en Heemschut zijn beiden lid van het platform.
In dit informatiepakket staan we stil bij:
DE DEFINITIE VAN ERFGOED
1 WAT VALT ER ONDER CULTUREEL ERFGOED?
2 ERFGOED IN WET- EN REGELGEVING
3 HET BELANG VAN ERFGOED
4 FINANCIERING VAN ONS CULTUREEL ERFGOED
LEESWIJZER
Dit informatiepakket gaat over het stelsel voor de instandhouding van gebouwde, landschappelijke en mobiele monumenten.
Centraal staan de ruimtelijke en sociale opgaven die in verband staan met het behoud en beheer van monumenten. Informatie over bijvoorbeeld kunstcollecties en musea valt buiten het aandachts gebied van dit document.
De Erfgoedmonitor presenteert feiten en cijfers over het erfgoed in Nederland. Met de Erfgoedmonitor geeft de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed inzicht in de ontwikkeling en staat van het erfgoed in Nederland. Een vaste set van indicatoren op het gebied van archeologie, gebouwde monumenten, historisch landschap en musea en collecties wordt periodiek gemeten. Hiermee worden trends en ontwikkelingen in de tijd zichtbaar gemaakt.
WAT IS ERFGOED?
“Uit het verleden geërfde materiële en immateriële bronnen, die in de loop van de tijd tot stand zijn gebracht door de mens of zijn ontstaan uit de wisselwerking tussen mens en omgeving, die mensen onafhankelijk van het bezit ervan, identificeren als een weerspiegeling en uitdrukking van zich voortdurend ontwikkelende waarden, overtuigingen, kennis en tradities, en die aan hen en toekomstige generaties een referentiekader bieden.” (Erfgoedwet artikel 1.1 c)
INHOUD 4
Cultureel erfgoed is overal in onze samenleving aanwezig. Denk aan histori sche of bijzondere gebouwen, maar ook aan archieven en (kunst)collecties, landgoederen, tuinen, parken, begraafplaatsen, archeologische terreinen, mobiel en digitaal erfgoed en de verhalen en ander immaterieel erfgoed die we met elkaar doorgeven. Erfgoed vertelt over waar we vandaan komen, wie wij zijn en hoe we ons ontwikkelen. Iedereen beleeft ons erfgoed dage lijks op allerlei manieren: jong en oud, in musea, vanaf een terrasje in een historische binnenstad, fietsend over een eeuwenoude dijk, surfend van achter je computer of tijdens een dorpsfeest. Erfgoed is een cadeau uit het verleden dat waarde toevoegt aan ons dagelijks leven!
1
WAT VALT ER ONDER CULTUREEL ERFGOED?
FACTS & FIGURES
RIJKSMONUMENTEN
= 1.000
BESCHERMDE STADS- EN DORPSGEZICHTEN
INHOUD 6
BESCHIKBAAR BUDGET
SIM PERIODE 2018-2023
(GEMIDDELD PER JAAR) = 1.000.000
472
2
plus
13IN NEDERLAND
C6IRCA2.000
Rijksmonumenten zijn gebouwen en archeologische terreinen van nationaal belang, die we willen behouden om hun schoon- heid en cultuurhistorische of wetenschappelijke betekenis.
Nederland heeft ongeveer 62.000 gebouwde en 1.400 archeo- logische rijksmonumenten. De RCE wijst rijksmonumenten aan namens de minister van OCW. De rijksoverheid bezit ongeveer
2.000 rijksmonumenten.
WERELDERFGOEDEREN
IN
CARIBISCH GEBIED
826
PROVINCIALE MONUMENTEN
GEMEENTELIJKE MONUMENTEN
= 10.000
WEDEROPBOUW GEBIEDEN
30
ZONDER
BESCHERMDE STATUS
AANTAL
VRIJWILLIGERS
CIRCA
109.0
= 10.000
00
BESCHERMDE STATUS
BOUWVOORRAAD NEDERLAND
AANTAL BEZOEKERS
OPEN MONUMENTENWEEKEND = 100.000
GRONDGEBIED VAN NEDERLAND
31.500
WAARVAN
WOONHUIZEN
78 mln
Sim
46 mln
Woonhuisregeling
(2022)
76.000
CIRCA
<1%
VAN DE TOTALE BOUWVOORRAAD IN NEDERLAND HEEFT EEN BESCHERMDE STATUS ALS RIJKS-, GEMEENTELIJK OF PROVINCIAAL MONUMENT
900.000
1987
1987 1991 1995 2000 2005 2010 2015 2020 2021 2022 2023
2023 1,3 mln
11% ENIGERLEI WIJZE RIJKSBESCHERMD IS
VAN HET GRONDGEBIED VAN
NEDERLAND BETREFT ERFGOED DAT OP
Bijvoorbeeld beschermde stads- en dorpsgezichten en Werelderfgoedlocaties, zoals de Beemster of
de Koloniën van Weldadigheid
WAT VALT ER ONDER CULTUREEL ERFGOED? INHOUD 7
MONUMENTEN
In Nederland begon de bescherming van monumenten officieel in het jaar 1875, toen binnen het Ministerie van Binnenlandse Zaken de afdeling Kunsten en Wetenschappen werd opgericht. Zij verleende subsidies voor het restaureren van oude gebouwen. In 1903 werd vervolgens een rijks commissie aangesteld om een inventaris van alle rijksmonumenten in het land te maken. Het bleef lang een commissie, tot het in 1946 de Rijksdienst voor de Monumentenzorg werd. In 1954 werd het Cultuurgoederenverdrag van Den Haag getekend, waarin besloten werd dat monumenten die gekenmerkt worden door het blauwwitte schildje, bijzondere bescherming in oorlogstijd verdienen. In 1961 kreeg Nederland haar eerste Monumen tenwet, als een van de laatste landen in West-Europa. In 1988 kreeg de Monumentenwet een update en werden gemeenten verplicht handhavend op te treden bij verminking, sloop of gebrekkig onderhoud. Daarnaast ont wikkelden veel gemeenten een eigen monumentenbeleid met een register van gemeentelijke monumenten. De Monumentenwet 1988 is op 1 juli 2016 overgegaan in de Erfgoedwet. Onderdelen van de Monumentenwet die de fysieke leefomgeving betreffen, vallen nu onder de Omgevingswet.
De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) is hoofdverantwoordelijk
voor de bescherming van ’s lands culturele erfgoed en voert namens de minister van OCW de regelgeving rond monumenten uit en beheert het register van Rijksmonumenten.
Kijken we puur naar huizen, panden en gebouwen, dan heeft minder dan 1% van de totale bouwvoorraad een beschermde status als rijks, gemeen telijk of provinciaal monument.
ARCHEOLOGIE
Op veel plekken liggen overblijfselen uit het verleden in de grond, bijvoor beeld fundamenten van Romeinse forten. Meer dan 1.400 van deze terrei nen zijn rijksmonument. Sommige bevinden zich in de bodem of onder water, zoals scheepswrakken. Namens de minister van OCW wijst de RCE archeologische rijksmonumenten aan en verleent de dienst subsidies voor onderhoud.
WAT VALT ER ONDER CULTUREEL ERFGOED? INHOUD 8
IMMATERIEEL ERFGOED
Gewoonten, sociale praktijken, feesten en ambachten zijn immaterieel erfgoed. Het Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland helpt namens de rijksoverheid bij de zorg ervoor. Op de internationale lijst van het Unesco verdrag staat vanuit Nederland o.a. het ambacht van molenaar en de corsocultuur. In december 2023 werd het Zomercarnaval in Rotterdam en de techniek van graslandbevloeiing aan deze internationale lijst toe gevoegd.
Het Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland (KIEN) helpt beoefe naars van immaterieel erfgoed met het borgen (ontwikkelen, promoten, doorgeven) van hun immaterieel erfgoed, onder andere door het opstellen van een nationale inventarislijst. Daarnaast adviseert het KIEN overheden over immaterieel erfgoed en stimuleert het debat daarover en faciliteert kennisontwikkeling over het onderwerp.
Verantwoordelijk voor het culturele werelderfgoed in Nederland is de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed voert het werelderfgoedbeleid in samenwerking met de beheerders van de wererlderfgoederen (vaak lokale overheden) uit.
De in 1947 opgerichte Nationale UNESCO Commissie is een onafhankelijke commissie die de Nederlandse regering adviseert over het werelderfgoed beleid. Haar taak is UNESCO, de overheid en beheerders van werelderfgoed met elkaar te verbinden en UNESCO in Nederland bekend te maken.
ARCHIEVEN
Een archief is een verzameling van documenten, bijeengebracht door (overheids)instanties, kerken, verenigingen, (adelijke) families of personen. Op grond van de Archiefwet zijn gemeenten, provincies, Waterschappen en de Rijksoverheid verplicht om deze documenten te bewaren. Ook kan het om andere redenen gewenst zijn een archief te bewaren, bijvoorbeeld van wege (kunst)historisch belang. Het Nationaal Archief beheert de grootste collectie archieven in Nederland. De collectie bestaat uit belangrijke docu menten van de Rijksoverheid, archieven van de provincie Zuid-Holland en particuliere archieven. Het ministerie van OCW draagt bij aan de kosten van bewaring en presentatie van de rijksarchieven uit de provincie door de Regionale Historische Centra, die in elke provinciehoofdstad met uitzonde ring van Zuid-Holland zijn gevestigd.
WAT VALT ER ONDER CULTUREEL ERFGOED? INHOUD 9
DIGITAAL ERFGOED
Digitaal cultureel erfgoed is cultureel erfgoed in digitale vorm. Het kan gaan om gedigitaliseerd cultureel erfgoed en om cultureel erfgoed wat van nature digitaal is zoals digitale film, fotografie, documenten en program- matuur. Deze vorm van digitaal cultureel erfgoed wordt ook wel digital born genoemd.
DEN Kennisinstituut cultuur & digitale transformatie ondersteunt en inspi reert erfgoedinstellingen en erfgoedprofessionals bij het digitaal vaardig en toekomstbestendig maken van de sector. Het werkt nauw samen met Europeana, de portalwebsite over het digitale culturele erfgoed van Europa.
MOBIEL ERFGOED EN MARITIEM ERFGOED
Mobiel erfgoed is erfgoed dat beweegt. Alle voertuigen die erfgoedwaarde hebben vallen onder deze term. In Nederland beschikken we over ongeveer 1 miljoen historische voertuigen. Het grootste deel van het mobiel erfgoed bestaat uit auto’s, bussen, motorfietsen en brommers. Maar ook grotere historische voertuigen zoals schepen, treinen, trams en vliegtuigen vallen onder mobiel erfgoed. In Nederland is het grootste deel van het mobiele erfgoed in particulier bezit. Het mobiele erfgoed in Nederland wordt geregistreerd en geïnventariseerd in het Nationaal Register Mobiel Erfgoed (NRME). Het Nationaal Register Mobiel Erfgoed is ontwikkeld door de stichting Mobiele Collectie Nederland (MCN), met steun van het Ministerie van OCW.
WERELDERFGOED
Erfgoed dat bijzonder is voor de hele wereld, krijgt de status van wereld- erfgoed en komt op de Werelderfgoedlijst van Unesco. Een voorbeeld is de grachtengordel van Amsterdam. Nederland heeft op dit moment (voorjaar 2024) dertien Werelderfgoederen. De bijzondere en unieke waarde van ieder werelderfgoed is vastgelegd in het Statement of Outstanding Univer sal Values (OUV). In Nederland krijgt Werelderfgoed voorrang bij verdeling van instandhoudingssubsidies.
2
ERFGOED IN
WET- EN REGELGEVING
ERFGOED IN WET- EN REGELGEVING INHOUD 11
De Rijksoverheid, gemeenten, provincies en eigenaren zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de zorg voor ons cultureel erfgoed. Deze verantwoor delijkheid en toezicht op ons cultureel erfgoed is wettelijk geborgd in twee wetten: de Erfgoedwet (per 1 juli 2016) en de Omgevingswet (per 1 januari 2024). Ook de herziening van de Archiefwet is van belang voor de erfgoedsector.
ERFGOEDWET
In de Erfgoedwet is vastgelegd hoe met ons erfgoed wordt omgegaan,
wie welke verantwoordelijkheden daarbij heeft en hoe het toezicht daarop wordt uitgeoefend. De sectorale versnippering van de erfgoedwetgeving en de behoefte aan duidelijkheid waren de belangrijkste aanleiding om één integrale Erfgoedwet op te stellen voor het beheer en behoud van ons cultureel erfgoed. De Erfgoedwet harmoniseert bestaande wet- en regel- geving, schrapt overbodige regels en legt de verantwoordelijkheid voor de bescherming van het cultureel erfgoed zoveel mogelijk bij het erfgoedveld zelf: musea, collectiebeheerders, archeologen, eigenaren en overheden.
Ten slotte zijn de internationale verplichtingen die Nederland op het gebied van cultureel erfgoed is aangegaan, in de wet meegenomen.
AANWIJZING RIJKSMONUMENTEN
De Erfgoedwet geeft de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap de bevoegdheid om een onroerende zaak als rijksmonument aan te wijzen.
Denk hierbij aan een gebouw, een park of ondergrondse, archeologische resten. Het aantal rijksmonumenten neemt nog slechts op beperkte schaal toe. De nadruk ligt op de structurele verbetering van het rijksmonumenten bestand en niet op het vergroten van de omvang ervan. Nieuw in de Erfgoedwet is de instandhoudingsplicht voor Rijksmonumenten. Dit houdt in dat een eigenaar er zorg voor draagt dat zijn of haar rijksmonument zodanig wordt onderhouden, dat het behoud ervan gewaarborgd is.
Meer informatie over de aanwijzing van rijksmonumenten: xxx.xxxxxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxxx/xxxxxxxxxx/xxxxxxxxxxxxxxx
ERFGOED IN WET- EN REGELGEVING INHOUD 12
BELEIDSDOORLICHTING ERFGOED, ERFGOEDBALANS EN DOORLICHTING VAN DE ERFGOEDWET
Op dit moment is er een herziening van de Erfgoedwet gaande. Eens in de zeven jaar dient de Minister een beleidsdoorlichting te houden: een syntheseonderzoek naar de doeltreffendheid en de doelmatigheid van het gevoerde beleid. Ook is in 2023 de Erfgoedbalans verschenen.
Op basis van artikel 1.3 van de Erfgoedwet is het wettelijk voorgeschreven om een vierjaarlijks rapport over ‘de ontwikkeling van de staat van het cultureel erfgoed in Nederland’ te publi ceren. De doorlichting (evaluatie) van de Erfgoedwet volgt vijf jaar na de inwerkingtreding in 2016 en is een toezegging aan de Eerste Kamer. Vanwege de inhoudelijke samenhang heeft het Ministerie van OCW ervoor gekozen deze drie zaken tot één rapport samen te brengen.
Het rapport constateert een viertal belangrijke ontwikkelingen van buiten de erfgoedsector:
– De samenstelling van de bevolking is de afgelopen decennia aanzienlijk veranderd, en die ontwikkeling gaat door. Dit heeft gevolgen voor welk erfgoed we in de toekomst willen beschermen.
– De maatschappij stelt andere vragen over erfgoed dan vroeger. De nadruk ligt tegenwoordig vaker op de maatschappelijke betekenis van erfgoed en de vraag hoe het erfgoed verbonden kan worden met andere maatschappelijke domeinen en partijen binnen én buiten het cultuurveld.
– Er komen grote ruimtelijke opgaven op het terrein van woningbouw, verduurzaming en klimaatadaptatie op Nederland af, die flinke gevolgen voor het erfgoed kunnen hebben.
– De capaciteit en deskundigheid ten aanzien van erfgoed bij gemeenten is sterk afgenomen.
Op 12 juni 2023 heeft de Kamer de beleidsreactie van de staatssecretaris van OCW op het rapport ontvangen. In de beleidsreactie schrijft zij dat de Kamer in de tweede helft van 2024 een overzicht van wenselijke wijzigingen van de Erfgoedwet zal ontvangen.
Bepaalde onderdelen van de wettelijke bescherming van het cultureel erfgoed verhuizen naar de nieuwe Omgevingswet. De vuistregel hierbij is: duiding van erfgoed in de Erfgoedwet, omgang met erfgoed in de fysieke leefomgeving in de Omgevingswet. De RCE heeft een brochure gemaakt over de Erfgoedwet.
ERFGOED IN WET- EN REGELGEVING INHOUD 13
OMGEVINGSWET
Samen met de Erfgoedwet maakt de Omgevingswet een integrale bescher ming van ons cultureel erfgoed mogelijk. De Omgevingswet beoogt een samenhangende benadering van diverse belangen in de fysieke leef omgeving. Een van die belangen is cultureel erfgoed.
Voor gebouwde of aangelegde monumenten betekent dit dat de vergun ningverlening voor het wijzigen van rijksmonumenten is geregeld in de Omgevingswet. Ook aanwijzing en omgang met beschermde stads en dorpsgezichten gebeurt op grond van de Omgevingswet. Datzelfde geldt voor de omgang met archeologie in de fysieke leefomgeving (vergunning verlening en integratie in de planvorming).
Meer informatie over cultureel erfgoed onder de Omgevingswet: xxx.xxxxxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxxx/xxxxxxxxxxxx
NOTA RUIMTE
De Nationale Omgevingsvisie (2020) geeft erfgoed een belangrijke plaats bij veranderingen in de leefomgeving. Erfgoed en de leefomgeving zijn van nationaal belang, ook bij onder andere de energietransitie, verstedelijking en klimaatadaptatie. Op dit moment werkt het ministerie van BZK aan een nieuwe Nota Ruimte. De nieuwe Nota Ruimte biedt een langetermijnvisie op ons land en zal antwoord geven op de vraag hoe we met de schaarse ruimte omgaan en tege lijkertijd onze ambities kunnen waarmaken. Hoe we met elkaar vorm en richting willen geven aan de grote opgaven waarvoor we gesteld staan. Daarin kijken we vooruit naar 2030, 2050 en naar 2100.
Sinds maart 2024 is de FIM officieel toegetreden tot het Overlegorgaan Fysieke Leefomgeving. In het OFL ontmoeten rijksoverheid, burgers, bedrijven en andere maatschappelijke organisa ties elkaar voor overleg en samenwerking over de fysieke leefomgeving – de omgeving waar we wonen, werken, reizen en recreëren.
Als OFL-lid zal de FIM bijdragen aan het ontwikkelen van beleid voor de fysieke leefomgeving en het nemen van zorgvuldige beslissingen, o.a. bij de totstandkoming van de nieuwe Nota Ruimte.
ERFGOED IN WET- EN REGELGEVING INHOUD 14
ARCHIEFWET
De huidige Archiefwet uit 1995 is nog geënt op het papieren tijdperk en daarom verouderd. Modernisering van de Archiefwet is nodig om ervoor te zorgen dat overheidsorganisaties ook digitale informatie goed opslaan en toegankelijk houden. Daarom heeft het kabinet in november 2021 een voorstel voor een nieuwe Archiefwet ingediend. Dit voorstel moet nog langs de Eerste en Tweede Kamer. Vanuit cultuurhistorisch oogpunt zijn xxxxxxx xxx belangrijk. Het Nationaal Archief geeft uitvoering aan de Archiefwet.
De Inspectie Overheidsinformatie en Erfgoed houdt toezicht op de archief vorming en het archiefbeheer van de centrale overheid.
3
HET BELANG
VAN ERFGOED
HET BELANG VAN ERFGOED INHOUD 16
Cultureel erfgoed brengt mensen samen en is van grote waarde voor de samenleving op ruimtelijk, sociaal en economisch vlak. Cultureel erfgoed helpt onszelf te oriënteren in tijd en ruimte. Het plaatst onze huidige maat schappij in de context van de geschiedenis en geeft ons identiteit.
Erfgoed zorgt ook voor typische ruimtelijke kenmerken en kwaliteiten waar door een dorp in Groningen er echt anders uitziet dan in Brabant. Deze waar devolle en karakteristieke uitingen willen we doorgeven aan de generaties die na ons komen zodat zij hierop kunnen voortbouwen.
Erfgoed heeft ook belangrijke economische waarden. Historische steden en dorpen trekken veel toeristen en zorgen voor een aantrekkelijk woon en werkmilieu. Uit onderzoek (Atlas voor Gemeenten, 2015) blijkt dat de nabij heid van monumenten zorgt voor hogere WOZwaarden van vastgoed en hogere waardering voor de leefbaarheid.
SOCIALE COHESIE
De erfgoedsector wordt gedragen door vrijwilligers. Mensen die zich inzet ten voor het behoud van onze culturele identiteit, iconische monumenten en tradities. Maar niet alleen voor die vrijwilligers kan het trots zijn op ons cultureel erfgoed verbindend werken. In een tijd van polarisatie moeten we de intrinsieke waarde van ons cultureel erfgoed benutten om mensen weer sociaal betrokken te krijgen en met elkaar in verbinding te brengen.
RUIMTELIJKE TRANSITIES
Nederland staat voor enorme ruimtelijke transities. Door erfgoed te nemen als uitgangspunt voor beslissingen over hoe we willen wonen, leven en werken kunnen erfgoed en de erfgoedsector bijdragen aan een oplossing voor een groot aantal maatschappelijke opgaven, zoals:
WONINGBOUW
Nederland heeft snel behoefte aan meer duurzame en betaalbare wonin gen. Maar de strijd om de ruimte woedt voort. Veel beoogde bouwlocaties hebben nadelen vanwege klimaatproblematiek, duurzaamheid en/of bio diversiteit. Dat leidt voortdurend tot discussie en vertraging. De ruimte is schaars, daarom is er op veel plaatsen behoefte aan inbreidingslocaties.
HET BELANG VAN ERFGOED INHOUD 17
Dat zijn dus altijd plekken met een geschiedenis. Deze geschiedenis kan heel goed benut worden om bijzondere woonmilieus met een eigen karak ter te bouwen, in plaats van alledaagse eenheidsworst.
LANDBOUWTRANSITIE
De Nederlandse intensieve landbouweconomie trekt een zware wissel op onze leefomgeving. We komen in de knel met stikstofbeleid, biodiversiteit en waterkwaliteit. Hervorming naar een ander landbouwsysteem biedt grote kansen voor natuur, recreatie en toerisme. Erfgoed en andere doelen gaan hierin goed samen op. Kennis van het verleden kan de weg wijzen naar een toekomstbestendig landgebruik. Doordat mensen meer gaan thuiswerken wordt het ¬platteland een interessanter woongebied. Trans formatie van historisch waardevolle agrarische complexen is een belang rijke pijler van deze transitie.
ENERGIETRANSITIE
Duurzame energiemaatregelen, zoals zonneparken en windmolenparken, drukken vaak een duidelijk zichtbaar stempel op het landschap. Ons erf goed en cultuurlandschap kunnen daarbij voor planmakers en ontwerpers een grote bron van inspiratie zijn. Door rekening te houden met de karakte ristieken van het landschap voegen ze extra kwaliteit toe. Daarom is het van belang om bewuste afwegingen met kennis van het landschap te maken en in dialoog met bewoners tot planuitwerking te komen. Een gebiedsproces op basis van landschappelijke kwaliteiten leidt uiteindelijk tot projecten met meer draagvlak onder de bevolking en minder juridische procedures.
KLIMAATADAPTATIE
Klimaatadaptatie gaat nu vaak over toekomstgerichte innovatie en hoe we met nieuwe technieken de veranderingen het hoofd bieden en de klimaat verandering tegen gaan. Echter klimaatadaptatie vraagt ook om een mentaliteitsverandering in de manier hoe wij ons verhouden tot onze natuurlijk leefomgeving. Erfgoed en cultuurhistorie geven ons handvatten om deze verstoorde balans met de natuurlijke omgeving te herstellen. Een beter begrip van historisch stads, bodem, water en landschapsbeheer is van vitaal belang om te zorgen voor de noodzakelijke verandering in bewustzijn. Gevolg hiervan is ook dat klimaatactie breder gedragen en inclusiever wordt.
HET BELANG VAN ERFGOED INHOUD 18
OMGEVINGSKWALITEIT
Cultureel erfgoed is één van de pijlers voor een veilige en gezonde sociale en fysieke leefomgeving. Erfgoed vormt daarbij mede het uitgangspunt voor alle nieuwe ontwikkelingen. Mensen waarderen erfgoed in hoge mate. Aan de andere kant slibt Nederland dicht. De ‘verdozing’ slaat toe. De over heid heeft een sleutelrol als het gaat om de balans te bewaken tussen bedrijvigheid en leefbaarheid, waarbij bereikbaarheid en mobiliteit belang rijke thema’s zijn. Door aandacht te schenken aan de kwaliteit van de omge ving versterken we ons landschap en regionale identiteit. Inwoners zijn dan ook vaak trots en betrokken, of het nu gaat om het meedenken over nieuw beleid of een recreatief bezoek aan een bijzondere stad of streek.
4
FINANCIERING VAN ONS CULTUREEL ERFGOED
FINANCIERING VAN ONS CULTUREEL ERFGOED INHOUD 20
PARTICULIERE FINANCIERING
Het behoud van erfgoed en monumenten wordt voor het grootste gedeelte gefinancierd door particulieren, bijvoorbeeld door de ruim 31.000 eige naarbewoners van woonhuisrijksmonumenten of de ruim 500 eigenaren van particuliere historische buitenplaatsen. Naast deze financieringsstroom van individuele eigenaren, zetten ook particuliere monumentenorganisaties zich in voor het behoud en beheer van monumenten. Denk bijvoorbeeld aan de vele lokale stadsherstelorganisaties of de nationaal opererende Xxxxxxxx xx Xxxxxx Monumenten.
Daarnaast is er een groot aantal particuliere fondsen actief die de restaura tie van monumenten of de herbestemming van gebouwd erfgoed financieel ondersteund. De twee belangrijkste fondsen noemen we hieronder,
maar er zijn er meer: xxx.xxxxxxxx.xx/xxxxxxxxx/xxxxxx aanvraagmogelijkheden/andereculturelefondsen
HET CULTUURFONDS
Het Cultuurfonds (voorheen bekend als het Prins Bernhard Cultuurfonds of het Anjerfonds) ondersteunt projecten en initiatieven op het gebied van uitvoerende kunsten, monumentenzorg, geschiedenis & letteren en natuur behoud. Het Cultuurfonds investeert elk jaar € 35 tot € 40 miljoen in cultuur en natuur in meer dan 3.500 projecten in Nederland en het Caribisch deel van ons Koninkrijk. Specifiek voor erfgoed heeft het Cultuurfonds jaarlijks ongeveer € 3,6 miljoen beschikbaar voor erfgoed projecten. Dit is een optel som van de bestedingen van het landelijk bureau, de 12 provinciale afde lingen en de bestedingen in Suriname.
VRIENDENLOTERIJ
De VriendenLoterij steunt organisaties die zich inzetten voor cultuur, sport en welzijn. Jaarlijks is een budget van circa 100 miljoen euro beschikbaar, waarvan ongeveer € 4,5 miljoen aan de instandhouding van monumenten wordt besteed.
FINANCIERING VAN ONS CULTUREEL ERFGOED INHOUD 21
FINANCIERING DOOR DE RIJKSOVERHEID
De monumentenzorg is een goed voorbeeld van een publiekprivate samenwerking bij het verwezenlijken van een maatschappelijk doel: de instandhouding van cultureel erfgoed. De essentie van deze relatie is dat de overheid beperkingen oplegt op het eigendomsrecht bij de aanwijzing van rijksmonumenten. Immers, eigenaren krijgen specifieke regels opge legd over de omgang met en onderhoud van hun eigendom. Als tegemoet koming in de hogere kosten die deze beperkingen met zich meebrengen (eigenaren zijn genoodzaakt om specialistisch vakmanschap in te huren en duurdere materialen te gebruiken om werkzaamheden te mogen uitvoe ren) ontvangen eigenaren subsidie voor de hogere kosten van het onder houd van hun pand of woning. Gemiddeld ligt deze subsidie rond de 4060% op kosten die verband houden met de instandhouding van het monument, niet met verbetering van het wooncomfort (een nieuwe keuken of badkamer is derhalve niet subsidiabel, maar gevelonderhoud bijvoor beeld wel).
VERKENNING FINANCIERINGSSTELSEL MONUMENTENZORG
Op 12 juni 2023 is de Tweede Kamer geïnformeerd over de eerste fase van de verkenning van het financieringsstelsel van de monumentenzorg, zoals de staatssecretaris in haar Hoofdlijnenbrief Cultuur (23 mei 2022) heeft aangekondigd. Tevens geeft de brief een tussen stand van al genomen maatregelen, waarvan de belangrijkste zijn:
1) Verhoging van de SIM met € 20 miljoen per jaar tot en met 2025;
2) Structurele verhoging van het SIM-budget met € 3 miljoen (bekostigd door de in Voorjaarsnota uitgekeerde loon- en prijsbijstelling hiervoor in te zetten);
3) In 2023 wordt eenmalig € 15 miljoen extra budget beschikbaar gesteld via de provinciale restauratieregelingen om een aantal urgente restauraties van grote monumenten te kunnen ondersteunen;
4) Eenmalige verhoging van € 7,5 miljoen van het NRF-fonds voor de verduurzaming van niet-woonhuis monumenten (DMLplus);
5) Subsidies aan het Molenfonds (€ 2,5 miljoen) en het Boerderijenfonds (€2 miljoen).
In de brief kondigt de staatssecretaris werksessies en verdiepende gesprekken te gaan voeren met de sector over wat nodig is om monumenten in stand te houden. Ook zal samen met de provincies, gemeenten en de sector verkend worden hoe een meer gecoördineerde aanpak van onderhoud en restauratie van grote monumenten vorm kan krijgen. Op basis daarvan wordt uitgewerkt hoe kwaliteit, samenhang en stabiliteit binnen het financieringsstelsel voor monu mentenzorg kunnen worden versterkt en vernieuwing concreet vorm kan krijgen. De uitkomsten daarvan zullen in de eerste helft van 2024 naar de Tweede Kamer worden gestuurd.
FINANCIERING VAN ONS CULTUREEL ERFGOED INHOUD 22
In de beleidsbrief van 12 juni 2023 over de monumentenzorg geeft de toen malige staatssecretaris Xxxxx Xxxx het volgende overzicht:
“Alles bij elkaar stelt OCW voor de instandhouding van rijksmonumenten jaar- lijks circa € 160 miljoen beschikbaar aan eigenaren via subsidies. Het NRF beheert ongeveer € 550 miljoen (dit is in werkelijkheid € 589 miljoen, red. FIM) voor laagrentende leningen voor restauratie en verduurzaming. Daarnaast zijn sinds 2018 dankzij extra begrotingsmiddelen voor de monumentenzorg vanuit het vorige kabinet meerdere incidentele subsidieregelingen voor restauratie van rijksmonumenten gerealiseerd. Voorbeelden zijn de Iconenregeling
(€ 35 miljoen), de Subsidieregeling restauratie rijksmonumenten 2019–2020
(€ 60 miljoen) en subsidies aan onder meer het Molenfonds (€ 3 miljoen) en het Boerderijenfonds (€ 5 miljoen). Ook zijn vanuit het vorige kabinet middelen ingezet voor onder andere het ontwikkelen van kerkenvisies in het kader van het programma Toekomst Religieus Erfgoed (circa € 15 miljoen).”
SUBSIDIEREGELINGEN EN FONDSEN VOOR INSTANDHOUDING MONUMENTEN
SUBSIDIE INSTANDHOUDING MONUMENTEN (SIM)
De Instandhoudingssubsidie is bestemd voor reguliere onderhoudskosten op basis van een 6-jarig onderhoudsplan. Het subsidiepercentage bedraagt 40% voor eigenaren die hun rijksmonument bedrijfsmatig gebruiken. Voor overige eigenaren en Professionele organisaties voor monumentenbehoud (POM) is het subsidiepercentage 60%. Aanvullend op de subsidie voor het reguliere onderhoud van het rijksmonument kan de eigenaar subsidie aan vragen voor het uitvoeren van een verduurzamingsonderzoek. De Rijks dienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) beoordeelt de subsidieaanvragen, wijst ze toe (of af) en verdeelt het beschikbare budget. Het geld wordt uit- gekeerd in jaarlijkse voorschotten. Afhankelijk van de hoogte van de ver leende subsidie stelt de RCE na 6 jaar de subsidie vast aan de hand van een verantwoording. Het Restauratiefonds zorgt voor de uitbetaling van de voorschotten en de verrekening met de uiteindelijk vastgestelde subsidie.
In 2023 is voor € 94,4 miljoen aan SIM-subsidie uitgekeerd.
FINANCIERING VAN ONS CULTUREEL ERFGOED INHOUD 23
WOONHUISREGELING (WHR)
In 2019 is de fiscale aftrek voor onderhoud aan rijksmonumentenpanden vervangen een subsidieregeling van het ministerie van OCW, de zoge naamde Woonhuisregeling (Whr). Particuliere eigenaren van rijksmonu menten met een woonfunctie, kunnen jaarlijks van 1 maart tot en met
30 april een aanvraag indienen voor de instandhoudingssubsidie woon huis-rijksmonumenten (woonhuissubsidie). De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) behandelt de subsidieaanvraag. In 2022 is voor
€ 46,5 miljoen aan Whr-subsidie uitgekeerd.
SUBSIDIEREGELING TIENJARIGE ONDERSTEUNING ICONISCHE RIJKSMONUMENTEN
In 2019 heeft de rijksoverheid eenmalig 35 miljoen euro beschikbaar gesteld voor de restauratie en verduurzaming van 12 ‘iconische monumen ten’ voor een periode van 10 jaar. Museum Boijmans van Beuningen in Rotterdam (€ 7,5 miljoen), Abdij Rolduc in Kerkrade (€ 7 miljoen), de
Sint-Janskathedraal in Den Bosch (€ 5 miljoen), dierentuin Artis (€ 4 miljoen) en Diergaarde Blijdorp (€ 4 miljoen) zijn grote monumenten die subsidie hebben ontvangen. Ook Kasteel Amerongen (€ 2 miljoen), Landgoed Middachten (€ 2 miljoen), de Portugese Synagoge en begraafplaats Xxxx Xxxx (€ 2 miljoen) ontvingen een financiële impuls. Daarnaast kregen de museumhuizen van Xxxxxxxx xx Xxxxxx (€ 0,5 miljoen), kerken van de Oude Groninger Kerken (€ 0,5 miljoen), Landgoed Elswout (€ 0,5 miljoen) en het Waterloopbos in Marknesse (Flevoland € 0,5 miljoen) een bijdrage.
PROVINCIALE RESTAURATIEREGELINGEN
Het Rijk stelt aan provincies jaarlijks een budget van 20 miljoen euro beschikbaar waarmee zij restauratieprojecten kunnen subsidiëren. Elke provincie richt hiervoor zijn eigen subsidieregeling in. De meeste provincies matchen dit bedrag, waardoor er ongeveer € 40 miljoen per jaar beschik baar is voor grotere restauratieprojecten in Nederland.
FINANCIERING VAN ONS CULTUREEL ERFGOED INHOUD 24
SUBSIDIE HERBESTEMMING
Deze subsidie steunt eigenaren financieel in het doen van haalbaarheids- onderzoek naar herbestemming van gebouwen met cultuurhistorische waarden, zowel gebouwen met als zonder formele monumentenstatus komen in aanmerking. Ook biedt de regeling de mogelijkheid om gedu rende zo’n onderzoek de hoogstnoodzakelijke maatregelen te financieren voor het wind en waterdicht maken van het monument. De regeling betreft uitsluitend herbestemming en is dus niet bestemd om restauratie of onder houd van een monument mee te financieren. Jaarlijks is bijna € 3,4 miljoen beschikbaar voor de regeling, waarvan € 2,19 miljoen voor haalbaarheids onderzoeken, € 0,5 miljoen ten behoeve van verduurzamingsonderzoeken en € 0,7 miljoen voor het wind- en waterdicht maken van monumenten.
PROGRAMMA ERFGOED DEAL
Sinds 2019 loopt het stimuleringsprogramma Erfgoed Deal waarmee pro jecten worden ondersteund die cultureel erfgoed betrekken en benutten bij de aanpak van gebiedsgerichte transitieopgaven op het gebied van klimaat adaptatie, energietransitie en verduurzaming, landbouwtransitie, woning bouw en mobiliteit.
De rijksoverheid zal in de periode 2019-2025 € 32,5 miljoen investeren. Provincies, gemeenten en waterschappen zullen dit bedrag matchen waar door tenminste € 65 miljoen geïnvesteerd zal worden in de versterking van cultureel erfgoed in de leefomgeving.
UITVOERINGSAGENDA VERDRAG VAN FARO
Nederland heeft in januari 2024 het Verdrag van Faro ondertekend. De drie belangrijkste doelen in het verdrag zijn meedoen en meebeslissen in de erf goedpraktijk stimuleren, erfgoed inzetten voor sociaalmaatschappelijke doelen en openstaan voor andere erfgoedopvattingen. Om samen met het erfgoedveld het gedachtegoed van het Verdrag van Faro duurzaam onder deel van de erfgoedpraktijk te maken heeft de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed de Uitvoeringsagenda Faro in het leven geroepen. Het totale budget voor de Uitvoeringsagenda Faro bedraagt € 6 miljoen, waarvan € 4,8 miljoen beschikbaar is voor de ondersteuning van initiatieven vanuit de samenleving. Deze middelen komen in drie rondes beschikbaar voor het erfgoedveld. Voor de eerste ronde in 2023 is een bedrag van € 1,3 miljoen uitgekeerd. Voor een tweede (2024) en derde (2025) aanvraagperiode is vooralsnog € 1,5 en € 2 miljoen gereserveerd.
FINANCIERING VAN ONS CULTUREEL ERFGOED INHOUD 25
VERDUURZAMING VAN MONUMENTEN
Voor verduurzaming kunnen eigenaren van rijksmonumenten ook terecht bij de Subsidieregeling verduurzaming maatschappelijk vastgoed (DUMAVA, toegankelijk voor niet-woonhuis rijksmonumenten). Voor deze regeling van BZK was in 2023 € 170 miljoen beschikbaar. In juni 2024 komt de derde ronde vrij met een verhoogd budget van
€ 237,5 miljoen.
Monumenten konden totnogtoe vaak niet voldoen aan gestelde isolatieeisen. Zo hebben de meeste monumenten bijvoorbeeld geen spouwmuur, mag er geen buitengevelisolatie worden aangebracht en kan dubbel of triple glas niet toegepast worden vanwege de monumentale waarde. Per 1 januari 2024 zijn de isolatiewaarden verlaagd, waardoor monumenteigenaren beter van de duurzaamheidssubsidies zoals de subsidieregelingen verduurzaming voor vereni gingen van eigenaars (SVVE) en de investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing (ISDE) gebruik kunnen maken.
NATIONAAL RESTAURATIEFONDS
Het Nationaal Restauratiefonds beheert € 589 miljoen in een revolverend fonds waaruit jaarlijks circa € 90 tot € 100 miljoen aan leningen aan eige- naren van rijksmonumenten wordt verstrekt; laagrentend voor restauratie en verduurzaming, en marktconform voor aanvullende werkzaamheden om de gehele instandhoudingsopgave te financieren. Voor gemeentelijke en provinciale monumenten beheert het Nationaal Restauratiefonds circa
€ 130 miljoen aan fondsen, voor met name provincies en grote monumen ten gemeenten. Hieruit verstrekt het NRF op jaarbasis circa € 30 tot € 40 miljoen aan leningen aan eigenaren van gemeentelijke en provinciale monumenten, voornamelijk voor restauratie en aanvullende werkzaam heden. Door de revolverende werking van de fondsen wordt rijksgeld nu al voor een vierde keer uitgezet, regionaal voor gemeentelijke (en provinciale monumenten) voor de tweede keer en komt in de toekomst weer beschik baar voor nieuwe projecten. Bijstortingen van provincies zijn noodzakelijk om te kunnen voorzien in de behoefte van eigenaren.
FINANCIERING VAN ONS CULTUREEL ERFGOED INHOUD 26
MONDRIAAN FONDS
Het Mondriaan Fonds is het landelijke stimuleringsfonds voor beeldende kunst en cultureel erfgoed. Het stimuleert de productie en presentatie van beeldende kunst en erfgoed uit Nederland in binnenland en buitenland.
Regelingen en specifieke ondersteuning voor erfgoed bestaan o.a. voor erf goed innovatie, erfgoedvrijwilligers, en de restauratie van mobiel erfgoed.
In totaal is er circa € 35 miljoen per jaar beschikbaar beeldende kunst en cultureel erfgoed. Ongeveer de helft van het te besteden budget gaat naar erfgoed.
FONDS VOOR CULTUURPARTICIPATIE
Het Fonds voor Cultuurparticipatie stimuleert het meedoen aan cultuur. Het Fonds voor Cultuurparticipatie is een Rijkscultuurfonds van het minis- terie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW). De opdracht van het fonds is cultuur toegankelijk maken voor iedereen. Het werkt daarbij samen met verschillende organisaties. Zoals culturele instellingen, verenigingen, erfgoedinstellingen, scholen, andere fondsen, overheden en maatschap pelijke instellingen. Jaarlijks is er een totaalbudget beschikbaar van € 32 miljoen (zie jaarverslag 2022), waarvan circa € 6,5 miljoen voor cultureel erfgoed.
BOERDERIJENFONDS
Het Boerderijenfonds is een initiatief van stichting Agrarisch Erfgoed Nederland en is in 2020 van start gegaan door een bijdrage van € 5 miljoen van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Tot op heden hebben 25 bijzondere herbestemmingsprojecten van agrarisch erfgoed financiële ondersteuning ontvangen. Voor ondersteuning komen in aan merking projecten met een totale begroting van minimaal € 200.000.
Een financiële bijdrage bedraagt maximaal 25 % van de ingediende begro ting, tot een maximumbedrag van € 250.000. Bij de uitvoering van het fonds wordt samengewerkt met het Nationaal Restauratiefonds.
FINANCIERING VAN ONS CULTUREEL ERFGOED INHOUD 27
MOLENFONDS
In Het Molenfonds van vereniging De Hollandsche Molen wordt geld samengebracht voor het molenbehoud in Nederland. Uit het fonds kunnen bijdragen worden toegekend voor restauraties en groot onderhoud, educa tieprojecten, zodat basisscholen met de klas een molen kunnen bezoeken, én voor projecten voor en door jongeren. Ook voert het Molenfonds de draaipremie regeling uit voor de Provincie Zeeland en verzorgt de stimule ringsregeling voor het opleiden van molenmakersleerlingen.
In het fonds worden financiële bijdragen van het ministerie van OCW, het Cultuurfonds, VriendenLoterij en particuliere donateurs bijeengebracht.
Sinds 2016 is via het Molenfonds zo’n € 12,5 miljoen beschikbaar gesteld voor het behoud en beleven van de 1.200 molens in Nederland.
INHOUD
XXX.XXXXXXXXXXXX.XX XXX.XXXXXXXXX.XX XXX.XXXXXXX00.XX XXXXXXXXXXXXXX.XX