Uitvoeringsovereenkomst tussen Stichting BIZ Bergen Centrum en gemeente Bergen
Uitvoeringsovereenkomst tussen Stichting BIZ Bergen Centrum en gemeente Bergen
Ondergetekenden,
De gemeente Bergen, hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door wethouder drs. M.R.F. Wiesehahn – Vrijman, en handelend ter uitvoering van het besluit van het college van burgemeester en wethouders van 30 augustus 2022 hierna te noemen: 'de gemeente',
en
Stichting BIZ Bergen Centrum, hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door (namen) ………………………….
in hun hoedanigheid van respectievelijk voorzitter, secretaris en penningmeester, hierna te noemen 'de Stichting'.
Hierna gezamenlijk genoemd 'Partijen'
nemen in overweging dat,
• de Stichting, kenbaar heeft gemaakt voor het centrum van Bergen te willen komen tot de instelling van een bedrijveninvesteringszone, zoals bedoeld in de Wet op de bedrijveninvesteringszones en de gemeente Bergen heeft verzocht hieraan medewerking te verlenen;
• de Stichting uitsluitend als statutaire doelstelling heeft het uitvoeren van activiteiten in de openbare ruimte en op het internet, die gericht zijn op het bevorderen van de lee@aarheid of de veiligheid in de bedrijveninvesteringszone of de ruimtelijke kwaliteit of de economische ontwikkeling van de bedrijveninvesteringszone;
• de Stichting het BIZ-plan Bergen Centrum 2024-2028 heeft opgesteld, dat onderdeel uitmaakt van deze overeenkomst (bijlage 2), waarin zij aangeeft hoe zij voornemens is de BIZ-subsidie te besteden;
• de Stichting voldoet aan de vereisten zoals gesteld in artikel 7 van de Wet op de bedrijveninvesteringszones;
• de Stichting de gelden voor de bedrijveninvesteringszone naar eer en geweten zal beheren en ter bekostiging daarvoor jaarlijks bij de gemeente een subsidieaanvraag zal indienen;
• partijen, mede gelet op de inzet van publieke gelden, te allen tijde een transparante en een democratisch verantwoorde werkwijze zullen hanteren;
Paraaf 1
• de gemeente te kennen heeft gegeven zich te zullen inspannen om te komen tot een bedrijveninvesteringszone voor het gebied;
• partijen thans een uitvoeringsovereenkomst als bedoeld in artikel 7 lid 3 van de Wet op de bedrijveninvesteringszones en artikel 4:36 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) wensen af te sluiten.
komen het volgende overeen:
Artikel 1. Begrippen
In deze overeenkomst wordt verstaan onder:
1. Belastingobject: de onroerende zaak bedoeld in artikel 16 van de Wet waardering onroerende zaken;
2. Bijdrageplichtige: de gebruiker, zijnde degene die bij het begin van het kalenderjaar al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht een in de bedrijveninvesteringszone gelegen belastingobject gebruikt;
3. BIZ: bedrijveninvesteringszone;
4. BIZ-bijdragen: bestemmingsbelasting die op verzoek van gebruikers jaarlijks wordt geheven om met de opbrengst activiteiten te realiseren als bedoeld in artikel 1, lid 2, van de Wet;
5. Subsidie: de op basis van de verordening en de Wet te verlenen subsidie voor de bedrijveninvesteringszone;
6. Businessplan: BIZ plan Bergen Centrum 2024 - 2028;
7. College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bergen (NH);
8. BIZ-Gebied: de aangewezen bedrijveninvesteringszone in de gemeente waarbinnen de BIZ- bijdrage wordt geheven;
9. Ondernemer: degene die bij het begin van het kalenderjaar het gebruik of genot heeft al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht van een in de bedrijveninvesteringszone gelegen belastingobject;
10. Onroerende zaak: de onroerende zaak, bedoeld in hoofdstuk 111 van de Wet waardering onroerende zaken;
11. Perceptiekosten: kosten voor heffing en invordering van de BIZ-bijdragen door gemeente Bergen;
12. Stichting: Stichting BIZ Bergen Centrum, als bedoeld in artikel 7 van de Wet;
13. Verordening: Verordening Bedrijveninvesteringszone Bergen Centrum 2024 - 2028;
14. Wet: de Wet op de bedrijveninvesteringszones.
Artikel 2. Doel overeenkomst
De overeenkomst is gebaseerd op artikel 7, lid1, lid 3 en lid 5 van de Wet en beoogt de afspraken tussen Partijen te regelen met betrekking tot de instelling van een BIZ in het onder artikel 4 genoemde gebied in de gemeente Bergen. Verder worden de afspraken en verplichtingen tussen Partijen om te komen tot uitvoering van de BIZ, de dienstverlening door de gemeente in deze BIZ alsmede de verlening van een BIZ-subsidie in de overeenkomst vastgelegd.
Artikel 3. Duur van de overeenkomst
1. De overeenkomst eindigt na afwikkeling van alle rechten en verplichtingen na afloop van het laatste subsidiejaar, tenzij partijen uiterlijk zes maanden daarvoor besluiten deze te verlengen, een en ander met inachtneming van artikel 4 en artikel 5 van de Wet. In dat geval eindigt de overeenkomst na afwikkeling van alle rechten en verplichtingen na afloop van het nieuw vastgestelde laatste subsidiejaar.
2. Voorts eindigt deze overeenkomst op de dag dat het college vaststelt, dat blijkens de uitslag van de draagvlakmeting zoals genoemd in artikel 4 van de Wet niet wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 5 van de Wet.
3. Voorts eindigt deze overeenkomst na een besluit daartoe van de gemeenteraad nadat tussentijds is gebleken van onvoldoende steun bij de bijdrageplichtigen, een en ander overeenkomstig artikel 6 van de Wet.
4. Voorts kan de gemeente deze overeenkomst beëindigen indien de Stichting:
• in surseance van betaling verkeert dan wel failliet is verklaard;
• niet voldoet aan de eisen die ter zake in artikel 7, lid 2, van de Wet worden gesteld;
• handelt in strijd met haar statuten;
• zich niet houdt aan haar verplichtingen die voortvloeien uit deze overeenkomst.
Artikel 4. Omschrijving gebied waarop deze overeenkomst betrekking heeft
Het gebied waarvoor de BIZ wordt ingesteld is afgebakend op de kaart die als bijlage bij de verordening is toegevoegd.
Artikel 5 Verplichtingen Stichting
De Stichting stelt het college zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte van:
a. meer dan ondergeschikte veranderingen in haar financiële situatie;
b. een (voorgenomen) wijziging van de statuten;
c. verandering of beëindiging van activiteiten.
Artikel 6 Verantwoordelijkheid gemeente
Ten behoeve van een goede uitgangspositie voor het onderhoud van de openbare ruimte verplicht de gemeente Bergen zich om tijdens de duur van deze overeenkomst de kwaliteit van het onderhoud en schoonhouden minimaal te handhaven op het niveau dat vereist is op grond van de Wet. Deze verplichting geldt voor de periode en het gebied waarover BIZ-subsidie wordt verleend.
Artikel 7 Verordening BIZ Bergen Centrum 2024 - 2028
1. De gemeenteraad wordt uiterlijk in oktober 2023 voorgesteld een verordening vast te stellen, zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet.
2. In deze verordening wordt bepaald, dat een BIZ-bijdrage wordt geheven van gebruikers van de in de BIZ gelegen onroerende zaken, die niet in hoofdzaak tot woning dienen.
3. Het tarief van de BIZ-bijdrage is opgenomen in de Verordening Bedrijveninvesteringszone Bergen Centrum 2024 - 2028
Artikel 8 Draagvlakmeting
1. De gemeente voert na het vaststellen door de gemeenteraad van de verordening een draagvlakmeting uit zoals bedoeld in artikel 4, lid 1 van de Wet om te onderzoeken of er voldoende steun bestaat onder de bijdrageplichtigen.
2. De Stichting zal zich inspannen om voldoende draagvlak te creëren.
Artikel 9 Aanvraag BIZ-subsidie
1. De Stichting dient jaarlijks, vóór 1 november van het kalenderjaar voorafgaand aan het betreffende subsidiejaar, schriftelijk een subsidieaanvraag in bij het college. In afwijking hiervan wordt voor het jaar 2024 het activiteitenplan en de bijbehorende begroting 2024 zoals opgenomen in het plan en die als bijlage bij deze verordening zijn gevoegd aangemerkt als de in dit artikel bedoelde subsidieaanvraag, zoals bedoeld in artikel 7 van de Wet.
2. De subsidieaanvraag bevat een begroting en een activiteitenplan. In dit activiteitenplan geeft de Stichting aan welke activiteiten zij voornemens is uit te voeren, die zijn gericht op de openbare ruimte en op het internet, het bevorderen van xxx@xxxxxxx of veiligheid in de BIZ of de ruimtelijke kwaliteit of de economische ontwikkeling van de BIZ, zoals beschreven in artikel 1 van de Wet.
3. De eerste subsidieaanvraag bevat een afschrift van de statuten van de Stichting zoals deze gelden op de datum van de subsidieaanvraag. Indien sprake is van een statutenwijziging dan dient een afschrift van de gewijzigde statuten meegezonden te worden bij de eerstvolgende subsidieaanvraag.
4. De in lid 2 genoemde begroting en het activiteitenplan dienen uiterlijk op 1 november te zijn ingediend.
5. Onverminderd het bepaalde in artikel 4:5 van de Algemene Wet Bestuursrecht kan het niet tijdig en/of onvolledig indienen van een schriftelijk subsidieaanvraag tot gevolg hebben dat de uitbetaling van het voorschot wordt opgeschort.
6. Het niet goedkeuren van de stukken door de gemeente heeft tot gevolg dat de uitbetaling van het voorschot van de subsidie wordt opgeschort. De gemeente zal vier weken nadat de stukken alsnog zijn goedgekeurd overgaan tot uitbetaling van het voorschot van de subsidie.
7. Deze overeenkomst laat onverlet, dat de Stichting ook andere subsidies of giften kan ontvangen om haar doelstellingen te bereiken. Indien hiervan sprake is, dient de Stichting zulks in haar verantwoording transparant te maken.
Artikel 10 Beslistermijn BIZ-subsidieverlening
1. Het college beslist op een BIZ-verzoek binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag, gerekend vanaf het moment van aanlevering van alle benodigde stukken.
2. De beslissing kan eenmaal met ten hoogste vier weken worden verdaagd.
Artikel 11 Hoogte BIZ-subsidie en verplichting Stichting
1. Het college verstrekt de Stichting jaarlijks een BIZ-subsidie. Deze subsidie bedraagt de daadwerkelijk in het kalenderjaar te ontvangen BIZ-bijdragen, verminderd met de perceptiekosten voor de heffing en invordering van de BIZ-bijdragen. De perceptiekosten bedragen voor de jaren 2024-2028 3% van de begroting. De gemeente heeft besloten deze voor de eerste BIZ periode niet in mindering te brengen op de subsidie.
2. Terugbetalingen als gevolg van vermindering van de WOZ-waarde en eventuele oninbaarheid van openstaande vorderingen leiden tot een lager subsidiebedrag en komen voor rekening en risico van de Stichting.
3. Eventuele minderopbrengsten van de BIZ-bijdragen ten opzichte van de ingeschatte of begrote opbrengst zijn voor rekening en risico van de Stichting.
4. De subsidie wordt overgemaakt op de bankrekening van de Stichting.
5. De Stichting verplicht zich de activiteiten te verrichten waarvoor de BIZ-subsidie wordt verstrekt, een en ander in overeenstemming met artikel 7, lid 3 van de Wet.
6. Op de subsidieverlening zijn naast de Verordening, de Wet en de Algemene Wet Bestuursrecht van toepassing.
Artikel 12 Bevoorschotting BIZ-subsidie
De gemeente betaalt de BIZ-subsidie uit in twee voorschottermijnen, namelijk:
1. Vóór 1 februari van het kalenderjaar 90% van de begrote subsidie;
2. Vóór 31 december van het kalenderjaar het restant van de subsidie.
Artikel 13 Jaarverslag, verantwoording na afloop Subsidiejaar
1. Uiterlijk 30 september van het kalenderjaar volgend op het subsidiejaar brengt de Stichting een financieel en inhoudelijk verslag uit aan het college van de door haar gerealiseerde activiteiten:
a. door het inzichtelijk maken van een jaarrekening, alsmede van een verslag van de uitgevoerde activiteiten;
b. door het schriftelijk overleggen van de jaarrekening en het bestuursverslag incl. een samenstellingsverklaring van een ona)ankelijk accountant;
c. het bestuursverslag binnen het jaarverslag bevat in ieder geval een verantwoording van de uitvoering van het activiteitenplannen en de in deze overeenkomst benoemde prestatieafspraken.
2. De Stichting geeft de gemeente desgevraagd alle inlichtingen die voor de beoordeling van de uitvoering van deze overeenkomst van belang kunnen zijn, en stelt de gemeente uit eigen beweging onverwijld op de hoogte van bijzondere ontwikkelingen en onvoorziene knelpunten, die relevant zijn voor de uitvoering van deze overeenkomst. De gemeente toetst de verantwoording aan het businessplan van de Stichting, aan de begroting, de Wet, het gemeentelijk beleid en deze overeenkomst.
3. De Stichting kan het college schriftelijk en met redenen omkleed uitstel van maximaal vier weken vragen voor het uitbrengen van de hiervoor genoemde verslagen. Dit verzoek moet uiterlijk twee weken voor het verstrijken van de hiervoor genoemde datum bij het college worden ingediend. Uiterlijk twee weken na ontvangst van het verzoek om uitstel beslist het college of het verzoek wordt ingewilligd.
Artikel 14 Vaststelling BIZ-subsidie en eindafrekening
1. Binnen acht weken na ontvangst van het jaarverslag stelt het college de hoogte van BIZ subsidie over het voorgaande subsidiejaar definitief vast.
2. Wanneer een deel van de BIZ-subsidie niet is besteed, wordt dit verschoven naar het volgende subsidiejaar.
3. Wanneer het vastgestelde bedrag hoger is dan het verstrekte voorschot, zal de gemeente het verschil binnen zes weken aan de Stichting uitbetalen.
4. Wanneer (bijvoorbeeld door oninbare posten of gehonoreerde bezwaar- en beroepschriften) het vastgestelde bedrag lager is dan het verstrekte voorschot, zal dit verschil worden verrekend met de uit te betalen BIZ-subsidie van het dan volgende subsidiejaar, dan wel zal de Stichting het verschil binnen zes weken aan de gemeente betalen. De Stichting draagt het risico van minderopbrengsten van de BIZ-bijdragen ten opzichte van de begrote geraamde opbrengst.
5. Wanneer de Stichting kennelijk in gebreke blijft bij de uitvoering van het activiteitenplan, kan het college besluiten het vast te stellen subsidiebedrag daarop aan te passen.
Artikel 15 Beëindiging van de BIZ
1. De Stichting kan de gemeente, indien zij voldoet aan de voorwaarden die worden genoemd in artikel 6 van de Wet, verzoeken de verordening in te trekken.
2. Indien de gemeenteraad daartoe besluit stopt de subsidieverstrekking met ingang van de datum van het intrekken van de verordening;
3. Bij beëindiging van de BIZ, op welke manier dan ook:
a. zal de eindafrekening plaatsvinden naar deze datum met dien verstande, dat indien een batig saldo overblijft, dit door de Stichting conform haar statuten zal worden besteed, indien een tekort overblijft, dit voor rekening en risico van de Stichting blijft.
b. wordt deze overeenkomst na de eindafrekening ontbonden.
Artikel 16 Opschortende en ontbindende voorwaarden
1. Deze overeenkomst komt tot stand onder de opschortende voorwaarde, dat uit de (definitieve) draagvlakmeting blijkt, dat er voldoende bijdrageplichtige ondernemers instemmen met de invoering van de BIZ-verordening, dat wil zeggen dat wordt voldaan aan artikel 5 van de Wet.
2. Deze overeenkomst wordt voorts aangegaan onder de ontbindende voorwaarde dat de Gemeenteraad de Verordening in 2023 zal vaststellen.
Artikel 17 Overleg
1. Partijen overleggen tenminste één keer per jaar over onder meer de voortgang van de uitvoering van het activiteitenplan, relevante ontwikkelingen en plannen van de Stichting voor de volgende subsidiejaren. De Stichting neemt het initiatief tot dit overleg.
2. In het vijfde jaar vindt voor 1 juli een evaluatie plaats, waarna partijen gezamenlijk besluiten of de BIZ zal worden verlengd.
Artikel 18 Geschillen
Partijen kunnen eventuele geschillen die voortvloeien uit deze overeenkomst voorleggen aan een door hen gezamenlijk te benoemen mediator. Indien van toepassing worden de kosten van deze mediation ieder voor de helft gedragen. Wanneer deze mediation niet tot een oplossing tussen Partijen leidt, zijn zij vrij het geschil aan de daartoe bevoegde rechter voor te leggen.
Artikel 19 Slotbepaling
1. Partijen streven ernaar geschillen betreffende de uitleg, uitvoering of nakoming van deze overeenkomst in onderling overleg op te lossen.
2. Aanvullende dan wel afwijkende bedingen zijn alleen van kracht indien partijen deze schriftelijk hebben vastgelegd en ondertekend.
3. Deze overeenkomst komt tot stand (niet eerder dan) na een positief besluit van het bevoegde orgaan en ondertekening door beide partijen.
Artikel 20 Bijlagen
Tot deze overeenkomst behoren de volgende bijlagen:
a. BIZ-plan van Aanpak Bergen Centrum 2024 -2028 incl. gebiedsa@akening;
b. Statuten Stichting BIZ Bergen Centrum.
Aldus overeengekomen en in tweevoud opgemaakt te Bergen op (datum).
Namens gemeente Bergen Namens Stichting BIZ Bergen Centrum
drs. M.R.F. Wiesehahn – Vrijman ………………..
Wethouder Economische Zaken Voorzitter
……………….. Secretaris
……………………. Penningmeester