LOGISTIEKE OPLEIDINGEN DUAAL
LOGISTIEKE OPLEIDINGEN DUAAL
“Onderwijs en bedrijfsleven slaan de handen in elkaar voor de leerweg van de toekomst.”
INFOBROCHURE SCHOOLJAAR 2022-2023
Inhoud
De opleiding Magazijnmedewerker duaal 5
De opleiding Bestuurder interne transportmiddelen duaal 6
De opleiding Logistiek duaal 7
Overeenkomst Alternerende Opleiding (OAO)
Sectoraal Basisattest‘bestuurder interne transportmiddelen’ 29
2
INFOBROCHURE logistiek duaal - SCHOOLJAAR 2022-2023
Duaal leren is in het schooljaar 2016/2017 gelanceerd als een innovatieve leerweg. Duaal leren houdt in dat leerlingen ervoor kunnen kiezen om hun opleiding niet volledig op school maar deels op school en deels op de werkvloer van een bedrijf te volgen. Het leertraject bestaat dus uit een school- en een bedrijfscomponent die goed op elkaar zijn afgestemd en samen een coherent en sluitend geheel vormen.
Duaal leren is gelijkwaardig aan alle andere vormen van secundair onderwijs: de leerlingen behalen net zo goed een volwaardige onderwijskwalificatie (of als dat niet lukt een beroepskwalificatie).
De leerlingen zijn beter voorbereid op de overstap naar de arbeidsmarkt omdat ze de vaardigheden en kennis voor een groot deel op de werkvloer verwerven. Met duaal leren slaan we een brug tussen onderwijs en het bedrijfsleven. Ondernemingen kunnen de talenten van (mogelijke) toekomstige medewerkers vanuit de praktijk leren kennen. Leerlingen worden opgeleid in een bedrijfsrealiteit met vakexperten als mentor waardoor ze ook arbeidsattitudes meekrijgen en vertrouwd geraken met de nieuwste technologie.
Bovendien zal de combinatie van leren op school en leren op de werkvloer de motivatie en de leergierigheid van de leerlingen een flinke boost geven. Onze arbeidsmarkt evolueert vandaag al naar een enorme krapte, in de toekomst zal dat niet snel beter worden. Het is dus van belang dat we de nieuwe arbeidskrachten die instromen heel erg goed voorbereiden en praktische kennis van een echte bedrijfssituatie zal daar zonder twijfel hard bij helpen.
Duaal leren verschilt van het systeem van stages of deeltijds leren/deeltijds werken. In duale trajecten vullen de school en het bedrijf elkaar aan, ze hebben een complementaire rol in het aanleren van competenties. Ze werken als gelijkwaardige partners samen aan het leertraject van leerlingen dat aan de hand van het standaardtraject wordt opgevolgd.
DUAAL
LEREN
3
INFOBROCHURE logistiek duaal - SCHOOLJAAR 2022-2023
Kiezen voor het opleiden van een jongere via duaal leren biedt heel wat voordelen
» Nieuw wervings– en instroomkanaal: gemotiveerde en arbeidsrijpe leerlingen uit de derde graad secundair logistiek beroepsonderwijs.
» Minimum 20u per week een leerling op jouw werkvloer.
» Overeenkomst alternerende opleiding, dit betekent een beperkte vergoeding.
» Professionalisering van je opleidings- en opvolgingssysteem.
» Erkenning van eigen medewerkers door toekenning van een rol als mentor.
» Gratis mentoropleiding door het SFTL.
» Tegemoetkomingen van de overheid: RSZ-korting voor je mentoren en voor leerlingen.
» Versterking van jongeren op de arbeidsmarkt door hen in een echte werksituatie te laten leren.
» Netwerk met onderwijs: je biedt scholen en leerkrachten de kans om evoluties op de logistieke arbeidsmarkt te volgen.
» Positief bedrijfsimago door mee te werken aan een nieuwe leerweg.
DUAAL LEREN BIEDT
HEEL WAT VOORDELEN
De opleiding Magazijnmedewerker duaal
De opleiding Magazijnmedewerker duaal wordt georganiseerd in het eerste en tweede leerjaar van de tweede graad (domein Economie & Organisatie) in het (deeltijds) beroepssecundair onderwijs en in het buitengewoon secundair onderwijs OV4 en OV3 (kwalificatie- en integratiefase).
In de opleiding magazijnmedewerker leert men specifieke werkzaamheden verrichten met betrekking tot goederenbehandeling en het naleven van kwaliteitsprocedures, hygiëne- en veiligheidsvoorschriften en leveringstermijnen teneinde de ontvangst, de opslag, het voorraadbeheer, de voorbereiding van bestellingen en de verzending van goederen, producten, grondstoffen, … te garanderen.
Het standaardtraject voor de opleiding Magazijnmedewerker duaal is gebaseerd op de volgende beroepskwalificatie:
» Beroepskwalificatie Magazijnmedewerker, niveau 2 van de Vlaamse kwalificatiestructuur
Alle standaardtrajecten zijn terug te vinden op de site
xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxx-xxxxx.
2
JAAR
De opleidingsduur bedraagt 2 opleidingsjaren, waarvan bij modulaire organisatie kan
worden afgeweken in functie van de individuele leerweg van een jongere.
De werkplekcomponent omvat gemiddeld op jaarbasis minstens 20 uur per week op de
20 U/ reële werkplek. Dit kan door 3 of 4 dagen per week te leren op de werkplek óf voltijds op de
WEEK werkplek te leren gedurende blokperiodes afgewisseld met periodes van voltijds school.
De opleiding Bestuurder transportmiddelen duaal
interne
De opleiding Bestuurder interne transportmiddelen duaal wordt georganiseerd in het eerste en tweede leerjaar van de tweede graad (domein Economie & Organisatie) in het (deeltijds) beroepssecundair onderwijs en in het buitengewoon secundair onderwijs OV4 en OV3 (integratiefase).
In de opleiding bestuurder interne transportmiddelen duaal leert men een gemotoriseerd intern transportmiddel waarop men zit of staat bij het rijden te besturen en leert men zich hierbij te houden aan de kwaliteitsprocedures en veiligheidsvoorschriften om laad- en loswerkzaamheden, opslag- en bevoorradingswerkzaamheden en werkzaamheden met betrekking tot het transporteren van ladingen uit te voeren. De leerling dient zijn opleidingstraject te vervullen binnen minimaal één van deze contexten van interne transportmiddelen, namelijk het besturen van een heftruck, reachtruck, stapelaar, orderverzameltruck, combitruck of pallettruck. Omdat de bestuurder interne transportmiddelen een veiligheidsfunctie is, is het van belang dat het naleven van veiligheidsregels benadrukt wordt bij leerlingen op het moment van instap in en matching met het bedrijf. De leerling dient 16 jaar te zijn om de opleiding aan te vatten en kan pas als werknemer na het traject tewerkgesteld worden als hij 18 jaar is.
Het standaardtraject voor de opleiding Bestuurder interne transportmiddelen duaal is gebaseerd op de volgende beroepskwalificatie:
» Beroepskwalificatie Bestuurder interne transportmiddelen, niveau 2 van de Vlaamse kwalificatiestructuur
Alle standaardtrajecten zijn terug te vinden op de site
xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxx-xxxxx.
Gezien de verschillende mogelijke interne transportmiddelen binnen de opleiding
Bestuurder interne transportmiddelen duaal dient de leerling zijn opleidingstraject te vervullen binnen minimaal één van deze opties, namelijk het besturen van een heftruck, reachtruck, stapelaar, orderverzameltruck, combitruck of pallettruck.
2
JAAR
De opleidingsduur bedraagt 2 opleidingsjaren, waarvan bij modulaire organisatie kan
worden afgeweken in functie van de individuele leerweg van een jongere.
20 U/ WEEK
De werkplekcomponent omvat gemiddeld op jaarbasis minstens 20 uur per week op
dereële werkplek. Dit kan door 3 of 4 dagen per week te leren op de werkplek óf voltijds op de werkplek te leren gedurende blokperiodes afgewisseld met periodes van voltijds school.
De opleiding logistiek duaal wordt georganiseerd in het eerste en tweede leerjaar van de derde graad (studiegebied handel) in het beroepssecundair onderwijs en in het buitengewoon secundair onderwijs OV4.
In de opleiding logistiek duaal leert men specifieke uitvoerende taken en werkzaamheden verrichten met betrekking tot goederenbehandeling (rekening houdend met kwaliteitsprocedures, hygiëne- en veiligheidsvoorschriften en leveringstermijnen) en de correcte uitvoering van de coördinatiemaatregelen superviseren die genomen worden door de leidinggevende met als doel de ontvangst, de opslag, het voorraadbeheer, de voorbereiding van bestellingen en de verzending van goederen, producten, grondstoffen,… te garanderen.
Omdat de besturing van interne transportmiddelen een veiligheidsfunctie is, is het van belang dat het naleven van veiligheidsregels benadrukt wordt bij leerlingen op het moment van instap in en matching met het bedrijf. De leerling dient 16 jaar te zijn om de opleiding aan te vatten en kan pas als werknemer na het traject tewerkgesteld worden als hij 18 jaar is.
Het standaardtraject voor de opleiding logistiek duaal is gebaseerd op de volgende beroeps- kwalificaties:
» Beroepskwalificatie Magazijnier,
niveau 3 van de Vlaamse kwalificatiestructuur
» Beroepskwalificatie Bestuurder interne transportmiddelen, niveau 2 van de Vlaamse kwalificatiestructuur
Alle standaardtrajecten zijn terug te vinden op de site
xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxx-xxxxx.
Gezien de verschillende mogelijke interne transportmiddelen binnen de opleiding logistiek
xxxxx dient de leerling zijn opleidingstraject te vervullen binnen minimaal één van deze opties, namelijk het besturen van een heftruck, reachtruck, stapelaar, orderverzameltruck, combitruck of pallettruck.
2
JAAR
De opleidingsduur bedraagt 2 opleidingsjaren, waarvan bij modulaire organisatie kan
worden afgeweken in functie van de individuele leerweg van een jongere.
20 U/ WEEK
De werkplekcomponent omvat gemiddeld op jaarbasis minstens 20 uur per week op de
reële werkplek. Dit kan door 3 of 4 dagen per week te leren op de werkplek óf voltijds op de werkplek te leren gedurende blokperiodes afgewisseld met periodes van voltijds school.
Om een leerling van xxxxx leren in je onderneming op te leiden, heb je een erkenning als leerwerkplek nodig
» voor elke alternerende opleiding waarvoor je een overeenkomst wil sluiten
» én voor elke vestiging waar je leerlingen wil opleiden.
Wanneer je een aanvraag indient via het digitale loket xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx wordt deze automatisch doorgestuurd naar het juiste partnerschap.
Een sectoraal partnerschap is samengesteld uit sectorale sociale partners, onderwijs- en opleidingsverstrekkers, VDAB, de departementen werk en onderwijs en Syntra Vlaanderen.
Aanvragen van bedrijven binnen de sector Transport & Logistiek (rsz kengetal 083 of paritair comité 140.03) en Grondafhandeling op Luchthavens (rsz kengetal 283 of paritair comité 140.04) worden door het Sectoraal Partnerschap van Transport, Logistiek en Afhandeling op Luchthavens behandeld.
Het partnerschap controleert of je aanvraag volledig is. Als je erkenningsaanvraag volledig is, zal het partnerschap binnen de 14 dagen na het indienen van je aanvraag een beslissing nemen. Je ontvangt hiervan een mail.
Pas wanneer je erkend bent als leerwerkplek kan je een overeenkomst met een leerling afsluiten. De erkenning is 5 jaar geldig en kan worden opgeheven als je onderneming gaandeweg niet meer voldoet aan de erkenningsvoorwaarden of haar plichten niet naleeft.
1. voldoende financiële draagkracht hebben om de continuïteit van de onderneming te waarborgen zodat de leerling zijn opleiding in deze onderneming kan voleindigen.
2. geen veroordelingen hebben opgelopen die de continuïteit van de onderneming in het gedrang brengen of die van die aard zijn dat de onderneming geen goede leeromgeving voor de lerende kan waarborgen. Het gaat hier bijvoorbeeld om arbeidsrechtelijke veroordelingen of RSZ-veroordelingen.
3. op vlak van de organisatie en de bedrijfsuitrusting voldoen om de opleiding op de werkplek van een leerling mogelijk te maken overeenkomstig het opleidingsplan.
ERKENNINGSVOORWAARDEN
Hieronder vind je de lijst van activiteiten die in het kader van de opleiding Magazijnmedewerker duaal, Bestuurder interne transportmiddelen duaal en Logistiek duaal op de werkplek aangeboden moeten worden om als bedrijf erkend te worden voor deze opleiding. Deze lijst is niet gelijk aan het opleidingsprogramma. Indien je bedrijf niet alle onderstaande activiteiten uitvoert, is een gedeeltelijke erkenning mogelijk.
🗹
OPLEIDING MAGAZIJNMEDEWERKER DUAAL ALGEMEEN
🞎 Werken in teamverband
🞎 Werken volgens de procedures/normen op vlak van hygiëne, (voedsel)veiligheid, milieu, kwaliteit en welzijn
🞎 Xxxxxxxx en opruimen van de werkplek
MAGAZIJNBEHEER
🞎 Ontvangen van goederen en producten
🞎 Controleren van de levering
🞎 Opvolgdocumenten van orders invullen en een lijst van de beschadigde producten en van defect materiaal opmaken
🞎 Picken volgens de instructies van de ordervoorbereiding en samenstellen van pakketten, partijen,...
🞎 Pakketten naar de verzend-, opslag- of productiezone brengen
🗹
OPLEIDING BESTUURDER INTERNE TRANSPORTMIDDELEN DUAAL1
🞎 Voorbereiden van het intern transportmiddel
🞎 Controleren van de toestand van het intern transportmiddel
🞎 Laden en lossen in en uit een extern transportmiddel
🞎 Verplaatsen van goederen van en naar diverse locaties
🞎 Stapelen en ontstapelen van goederen op diverse hoogten
🞎 Parkeren van het intern transportmiddel
1 Intern transportmiddel: gemotoriseerd intern transportmiddel waarop de bestuurder zit of staat tijdens het rijden (heftruck, reachtruck, stapelaar, orderverzameltruck, combitruck of pallettruck).
🗹
OPLEIDING LOGISTIEK DUAAL
ALGEMEEN
🞎 Werken in teamverband
🞎 Werken volgens de procedures op vlak van welzijn, veiligheid en milieu
🞎 Werken volgens kwaliteitsnormen
🞎 Xxxxxxxx en opruimen van de werkplek
MAGAZIJNBEHEER
🞎 Gebruik van arbeidsmiddelen en bediening van interne transportmiddelen (transpallet, meeloopstapelaar, …)
🞎 Organiseren van de dagelijkse werkzaamheden
🞎 Ontvangen van goederen en producten en controleren van de levering
🞎 Invullen van opvolgdocumenten van orders
🞎 Voorbereiden van de opslag goederen
🞎 Opslag van goederen
🞎 Picken van orders en samenstellen van pakketten
🞎 Pakketten naar de verzend-, opslag– of productiezone brengen
🞎 Verzenden van de goederen
🞎 Beheren en inventariseren van de voorraad
BESTURING INTERN TRANSPORTMIDDEL1
🞎 Voorbereiden van het intern transportmiddel
🞎 Controleren van de toestand van het intern transportmiddel
🞎 Laden en lossen in en uit een extern transportmiddel
🞎 Verplaatsen van goederen van en naar diverse locaties
🞎 Stapelen en ontstapelen van goederen op diverse hoogten
🞎 Parkeren van het intern transportmiddel
1 Intern transportmiddel: gemotoriseerd intern transportmiddel waarop de bestuurder zit of staat tijdens het rijden (heftruck, reachtruck, stapelaar, orderverzameltruck, combitruck of pallettruck).
Eén van de voorwaarden om erkend te worden, is dat men een mentor aanduidt die van onberispelijk gedrag is, minstens 25 jaar oud is en ten minste 5 jaar praktijkervaring heeft in het beroep (ingeval van een relevante vooropleiding kan dit teruggebracht worden naar 23 jaar en minder dan 5 jaar).
DE MENTOR IS
de persoon binnen de onderneming die wordt aangeduid om de opleiding van de leerling op de werkplek te begeleiden, op te volgen en te evalueren.
Indien de mentor nog geen mentoropleiding volgde, dient dit gerealiseerd te worden binnen een termijn van één jaar na erkenning.
Het SFTL biedt deze opleiding gratis aan. De opleiding komt tevens in aanmerking voor Vlaams OpleidingsVerlof (VOV). Dit laat de werkgever toe de loonkost voor de uren van deelname van zijn arbeider(s) aan de opleiding te recupereren.
3
DAGEN
De mentoropleiding is specifiek gericht op de begeleiding van leerlingen op
de werkvloer en bestaat uit drie dagen opleiding.
WERKPLEKBEGELEID(ST)ER 2 DAGEN
MENTOR 1 DAG
Daarnaast is er een vrijblijvend aanbod voor bedienden (HR, teamleaders) om, samen met de mentor, de mentoropleiding te volgen. Op deze manier bereik je al afstemming en samenwerking zodat een betere aanpak van duaal leren in je bedrijf kan gerealiseerd worden.
Na de mentoropleiding kunnen de mentor (en HR) nog verder geholpen worden bij de vertaling van (duaal) leren in het eigen bedrijf (zoals bijvoorbeeld startgesprek met de school, evaluatiegesprek met school en leerling, …). Het SFTL financiert deze coaching met een maximum van 20 uur per jaar per erkende vestiging.
Er kan ook een infosessie/ afstemmings-vergadering van 3 uur in je bedrijf plaatsvinden.
Er kunnen er maximaal 2 jongeren gelijktijdig worden opgeleid per mentor (en er kunnen nooit meer jongeren worden opgeleid dan er werknemers en/of zaakvoerders zijn in de onderneming). Bij verandering van mentor dient dit aangepast te worden in je erkenning met vermelding van de gegevens van de nieuwe mentor.
De trajectbegeleider van de school/centrum is belast met de opvolging van het opleidingsplan, de actualisatie ervan en de begeleiding van de leerling in overleg met de mentor. De trajectbegeleider, de klassenraad en de mentor bewaken de trajectvoortgang en competentieverwerving van de leerling. De mentor is een stemgerechtigd lid van de klassenraad.
Er zal dus geregeld en grondig overleg dienen plaats te vinden tussen de school en je bedrijf. De school heeft duidelijk omschreven doelstellingen, procedures en verwachtingen ten opzichte van je bedrijf. Het is belangrijk deze te integreren in de begeleiding op de werkvloer.
De mentor speelt een cruciale rol op vlak van competentie overdracht en bijsturing, maar ook op vlak van evaluatie en beoordeling. Het is van cruciaal belang dat de opleidingsverstrekker en je bedrijf/mentor goede afspraken maken m.b.t. de manier van evalueren van de leerling. De opleidingsverstrekker beschikt over instrumenten die als basis voor de evaluatie van het werkplekleren dienen.
Eventuele problemen die rijzen tijdens de opleiding en de uitvoering van de overeenkomst dienen onmiddellijk met de trajectbegeleider besproken te worden.
1 mentor kan maximaal
2 jongeren gelijktijdig opleiden.
TOELATINGSVOORWAARDEN
De voorwaarden om bij de start van de opleiding als regelmatige leerling te worden toegelaten zijn:
» voldaan hebben aan de voltijdse leerplicht;
» ofwel voldoen aan de toelatingsvoorwaarden
Magazijnmedewerker duaal:
» tot het eerste leerjaar van de tweede graad (deeltijds) beroepssecundair onderwijs / buitengewoon secundair onderwijs opleidingsvorm 4, waarop de opleiding magazijnmedewerker duaal zich situeert
» tot de integratiefase in opleidingsvorm 3 van het buitengewoon secundair onderwijs, waarop de opleiding magazijnmedewerker duaal zich situeert.
» tot de kwalificatiefase in opleidingsvorm 3 van het buitengewoon secundair onderwijs, waarop de opleiding magazijnmedewerker xxxxx zich situeert
Bestuurder interne transportmiddelen duaal:
» tot het eerste leerjaar van de tweede graad (deeltijds) beroepssecundair onderwijs / buitengewoon secundair onderwijs opleidingsvorm 4, waarop de opleiding bestuurder interne transportmiddelen duaal zich situeert
» tot de integratiefase in opleidingsvorm 3 van het buitengewoon secundair onderwijs, waarop de opleiding bestuurder interne transportmiddelen duaal zich situeert.
Logistiek duaal
» tot het eerste leerjaar van de derde graad bso, waarop de opleiding logistiek duaal zich situeert
» tot het buitengewoon secundair onderwijs in opleidingsvorm 4
» Voor de overstap van een niet-duale naar een duale opleiding binnen de 2e of 3e graad wordt het eerste leerjaar niet-duaal gelijk gesteld met het eerste jaar duaal. Voor overstap in een bepaalde graad van het eerste leerjaar niet-duaal naar het tweede jaar duaal bso moet de leerling voldoen aan de toelatingsvoorwaarden tot het tweede leerjaar van die graad.
» ofwel als zijinstromer beschikken over een gunstige beslissing van de klassenraad voor de opleiding logistiek duaal, bestuurder interne transportmiddelen duaal of magazijnmedewerker duaal.
Definitie zijinstromer: “jongeren die het onderwijs al hebben verlaten, al dan niet gekwalificeerd,
en die zich, na een onderbreking, opnieuw willen inschrijven voor een duaal structuuronderdeel”.
» Bovendien geldt als bijzondere toelatingsvoorwaarde, rekening houdend met beroeps- uitoefeningsvoorwaarden, voor de opleiding logistiek duaal en bestuurder interne transportmiddelen duaal dat de leerling medisch geschikt moet zijn bevonden voor de uitoefening van het beroep.
Die geschiktheidsverklaring is éénmalig en geldt voor de duur van de opleiding.
» Omdat de besturing van interne transportmiddelen een veiligheidsfunctie is dient de leerling 16 jaar te zijn om de opleiding bestuurder interne transportmiddelen duaal aan te vatten.
Bij aanvang van de opleiding wordt de jongere gescreend op arbeidsrijpheid. De klassenraad geeft een niet-bindend advies. Als werkgever bepaal je zelf met welke jongere(n) je graag in zee gaat. Een intakegesprek is zeker mogelijk!
Het is ook mogelijk om je bedrijf voor te stellen aan leerlingen die op zoek zijn naar erkende werkplekken. Je kan per opleiding en vestiging waarvoor je erkend bent aanduiden of er een beschikbare werkplek is. Per vestiging kan je een voorstellingstekst, foto’s en contactgegevens toevoegen. Hoe meer jongeren kunnen zien en aanvoelen wat het betekent om in uw onderneming te mogen leren, hoe groter de kans dat ze contact met u zullen opnemen. Een erkende werkplek wordt automatisch opgenomen in het zoekinstrument tenzij je
onderneming dat niet wil. Via de xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx (digitale loket) kan je concrete informatie en/of foto’s aan je onderneming toevoegen vanuit het tabblad ‘mijn werkplekken’.
Bij duaal leren is een
intakegesprek zeker mogelijk!
Scholen
De duale opleidingen kunnen georganiseerd worden in:
» Een school uit het voltijds secundair beroepsonderwijs
» Een centrum voor deeltijds beroepssecundair onderwijs
» Een school buitengewoon secundair onderwijs
» Een syntra-lesplaats
opleidings- verstrekkers
WAAR?
in het schooljaar 2022-2023
Klik hier om te weten te komen welk met welke scholen je kan gaan samenwerken
xxxxx://xxxx-xxxxxxxxx.xxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxxxxxxx/xx/xxxxx/xxxxxxxxxxx
Voor het schooljaar 2022-2023 kan je hier het aanbod van scholen terugvinden
» Voor Magazijnmedewerker duaal
» Voor Magazijnmedewerker duaal OV3
» Voor Bestuurder Interne Transportmiddelen duaal
Overeenkomst Alternerende Opleiding (OAO)
in het secundair onderwijs
De leerling wordt tewerkgesteld met een overeenkomst van alternerende opleiding (OAO) gedurende de duur van de opleiding.
De OAO is een tripartiete overeenkomst tussen de onderneming, de school en de leerling (een minderjarige leerling wordt vertegenwoordigd door de wettelijke vertegenwoordiger: vader, moeder of voogd).
De OAO omvat zowel het les- als het werkplekgedeelte. De beide delen vormen samen een voltijdse overeenkomst. Bijgevolg wordt de jongere opgeleid op de werkplek wanneer hij niet naar school gaat en geen recht op vakantie heeft.
De arbeidsduur van deze overeenkomst is gelijk aan de gemiddelde voltijdse wekelijkse arbeidsduur die van toepassing is in de onderneming overeenkomstig de CAO.
Meestal is dit gemiddeld 38 opleidingsuren per week (tenzij in een CAO de gemiddelde arbeidsduur wordt verminderd). De leerling wordt minstens 20 uur per week (gemiddeld op jaarbasis) op de reële werkplek opgeleid.
De OAO is een overeenkomst van bepaalde duur en mag niet langer lopen dan de duur van de alternerende opleiding. De duur van de opleiding bedraagt 2 opleidingsjaren, waarvan bij modulaire organisatie kan worden afgeweken in functie van de individuele leerweg van een jongere. Tijdens deze periode moeten de competenties van de opleiding aangeleerd worden. In het opleidingsplan wordt vastgelegd welke competenties op de werkplek aangeleerd zullen worden en welke in de lessen aan bod zullen komen. Het opleidingsplan vormt een verplichte bijlage bij de overeenkomst.
Het hoofddoel van de overeenkomst van alternerende opleiding is het aanleren van een beroep. Daarom betaalt de onderneming aan de leerling geen loon, maar een maandelijkse leervergoeding. Het exacte bedrag van de vergoeding hangt onder andere af van het opleidingsjaar van de leerling, maar bedraagt maximaal 661,30 euro per maand.
De OAO wordt opgesteld volgens het model dat vastgelegd is door de Vlaamse Regering. De leerling mag pas opgeleid worden op de werkplek zodra de overeenkomst ondertekend en gestart is. Er dient ook een kopie van de overeenkomst bezorgd te worden aan het Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming – Syntra Vlaanderen.
HANDIG!
In het digitale loket xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx kan je de OAO meteen digitaal opmaken. Je vindt er extra informatie en kan de overeenkomst
eenvoudig registreren bij het Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming – Syntra Vlaanderen.
Opgelet!
Vooraleer je een overeenkomst
kan afsluiten, moet je eerst erkend zijn.
De leervergoeding bij een OAO wordt berekend als een % van het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen. Als het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen stijgt (bij overschrijding van de spilindex), zal ook de leervergoeding stijgen.
De bedragen hieronder zijn wettelijk vastgelegd en moeten door iedereen gevolgd worden. Het is niet mogelijk de leerling een hogere of lagere vergoeding toe te kennen.
555,90 €
per maand
» De leerling heeft de tweede graad van het secundair onderwijs nog niet met succes beëindigd en zit in het eerste opleidingsjaar van de alternerende opleiding.
613,40 €
per maand
» De leerling heeft de tweede graad van het secundair onderwijs met succes beëindigd en start met een alternerende opleiding.
» De leerling heeft een eerste jaar van een alternerende opleiding met succes beëindigd. Hij/zij start in een tweede opleidingsjaar van een alternerende opleiding. Het kan eventueel ook om een eerste opleidingsjaar van een andere opleiding gaan.
661,30 €
per maand
» De leerling heeft het eerste jaar van de derde graad van het secundair onderwijs met succes beëindigd.
» De leerling heeft al twee opleidingsjaren van een alternerende opleiding met succes beëindigd. Het kan eventueel om verschillende opleidingen gaan.
» De leerling heeft de kwalificatiefase1 van het buitengewoon secundair onderwijs (OV3) met succes beëindigd.
De vergoeding heeft betrekking op zowel de werkplek- als de lescomponent. Onwettige afwezigheid (op de werkplek of op school) heeft bijgevolg een invloed op de leervergoeding evenals onbetaald verlof (schoolvakanties).
1 Kwalificatiefase in het Buitengewoon Secundair Onderwijs: Dit is de laatste fase van het Buitengewoon Secundair Onderwijs. Deze fase duurt 2 jaar. Hierin wordt de leerling opgeleid tot werk. De leerling doet een stage en een kwalificatieproef. Nadat een leerling voor deze laatste geslaagd is, krijgt hij of zij het ‘kwalificatiegetuigschrift’.
De leerling ontvangt de volledige vergoeding en betaalt geen RSZ-bijdragen tot 31 december van het jaar waarin hij of zij 18 jaar wordt. Vanaf 1 januari van het jaar waarin de leerling 19 jaar wordt, moet hij of zij RSZ- bijdragen betalen. Deze wordt volledig gecompenseerd door de werkbonus. Dit gebeurt automatisch. De leerling betaalt geen bedrijfsvoorheffing. Voor een leerling die in het buitenland woont zijn er mogelijke uitzonderingen.
De werkgever betaalt RSZ-bijdragen via een kwartaalaangifte.
De leerling heeft onvoorwaardelijk recht op gezinsbijslag tot en met de maand waarin hij/zij 18 jaar wordt. Ook daarna blijft de leerling gezinsbijslag ontvangen zolang hij/zij geen winstgevende activiteit uitvoert. De vergoedingen en sociale uitkeringen in het kader van duaal leren worden niet gezien als winstgevende activiteit.
Toeslagen (bv. voor zondagswerk +18-jarigen of ploegenwerk) moeten enkel verplicht worden betaald aan de leerling als ze voor leerlingen expliciet in de CAO vermeld worden.
Indien de extra legale voordelen niet geregeld zijn via een CAO (maar via individuele arbeidsovereen- komsten) heeft het bedrijf de keuze om deze al dan niet toe te kennen. Maaltijdcheques mogen worden toegekend, maar dat is geen verplichting.
De leerling met een OAO heeft geen recht op een eindejaarspremie, maar de onderneming kan deze premie geven.
Een leerling met een OAO bouwt betaalde vakantiedagen op. Het aantal dagen dat de leerling vorig jaar werkte (het vakantiedienstjaar) bepaalt de dagen waarop de leerling dit kalenderjaar (het vakantiejaar) recht heeft. De leerlingen hebben maximaal recht op 20 kalenderdagen betaalde vakantie per kalenderjaar. Voor de berekening van de vakantieduur van de leerling komen niet alleen de dagen dat de leerling werkelijk gewerkt heeft in aanmerking, maar ook lesdagen en andere gelijkgestelde activiteiten bij de opleidingsverstrekker in een OAO.
Een leerling die een duale opleiding volgt, heeft recht op hetzelfde aantal schoolvakantiedagen als de jongeren in een niet-duale opleiding in het voltijds onderwijs. De leerlingen nemen alle schoolvakanties op (herfstvakantie, kerstvakantie, krokusvakantie, paasvakantie en zomervakantie). Deze verlofdagen zijn onbetaald, uitgezonderd opgebouwde betaalde vakantiedagen (die enkel in schoolvakanties kunnen worden opgenomen). Als gevolg van het aantal onbetaalde vakantiedagen zal het maximaal recht van 20 betaalde kalenderdagen niet bereikt worden.
Onbetaalde vakantiedagen tijdens de schoolvakanties zijn geen gelijkgestelde dagen. Deze dagen worden met een code 30 aangegeven aan de RSZ. Deze code groepeert alle dagen waarop uw leerling niet ‘gewerkt’ heeft en waarvoor uw onderneming geen leervergoeding betaalt en uw leerling geen uitkering in het kader van de sociale zekerheid ontvangt.
Vakantiedagen worden steeds in overleg tussen onderneming en leerling vastgelegd. Voor een leerling arbeider betaalt het vakantiefonds of de Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie het enkel en dubbel vakantiegeld uit.
De leerling/wettelijke vertegenwoordiger, opleidingsverstrekker en onderneming kunnen over- eenkomen dat de leerling omwille van een leeropportuniteit wordt opgeleid tijdens een school- vakantie. Deze afwijking moet altijd in een bijlage bij de overeenkomst worden vastgelegd. Als er wordt afgeweken moet de leerling deze opleidingsdagen compenseren tijdens de lesweken op dagen waarop hij of zij volgens het uurrooster in de onderneming moet worden opgeleid en dit binnen hetzelfde schooljaar ( een schooljaar loopt van 01.09 tot en met 31.08 tenzij de overeenkomst vroeger eindigt).
Een leerling met een OAO bouwt betaalde vakantiedagen op.
Bij het afsluiten van een OAO heb je als werkgever bepaalde sociale verplichtingen waaraan kosten verbonden kunnen zijn. Deze verplichtingen zijn dezelfde als voor een werknemer met een arbeidsovereenkomst. Hierbij een overzicht:
1. DIMONA-AANGIFTE
Je moet voor de leerling een DIMONA-aangifte doen, uiterlijk op het ogenblik dat de leerling de ‘opleiding op de werkplek’ of de ‘lessen’ start op de eerste dag van de overeenkomst. Je kan de aangifte zelf doen. Bij type werknemer gebruik je de code OTH.
2. RSZ-AANGIFTE
Je moet aangesloten zijn bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ). Elk kwartaal moet je een RSZ-aangifte (ook gekend als DmFa) doen.
Tot 31 december van het jaar waarin de leerling 18 wordt valt de OAO onder de beperkte RSZ-onderwerping. Dat wil zeggen dat je alleen bijdragen moet betalen voor:
» jaarlijkse vakantie,
» arbeidsongevallen,
» beroepsziekten,
» enkele kleinere bijdragen
De bijdragen voor arbeidsongevallen en beroepsziekten kan je terugkrijgen (zie financiële incentives).
Vanaf 1 januari van het jaar waarin de leerling 19 wordt valt de OAO onder de volledige RSZ onderwerping, met RSZ-bijdragen zoals voor gewone werknemers. Deze meerkosten kan je bijna volledig terugkrijgen (zie financiële incentives).
Informatie over de RSZ-bijdragen van de leerling kan je terugvinden op pagina 18.
3. ARBEIDSONGEVALLENVERZEKERING
De onderneming moet een arbeidsongevallenverzekering afsluiten en jaarlijks een verzekeringspremie betalen. Je sluit deze verzekering af bij de start van de OAO en neemt hiervoor contact op met je verzekeringsagent.
4. PREVENTIE EN BESCHERMING OP HET WERK
Als je zelf geen interne dienst voor preventie en bescherming op het werk hebt, moet je je verplicht aansluiten bij een externe dienst bij de start van de OAO.
Er zal voorafgaandelijk aan de OAO voor minderjarige leerlingen altijd een medisch onderzoek doorgaan. Voor meerderjarige leerlingen, als de risico-analyse dit aangeeft.
5. WELZIJNSWET
In de wet op het welzijn is de leerling speciaal beschermd. Zo ben je verplicht een risicoanalyse uit te voeren en daarin rekening te houden met de onervarenheid van de leerling. Die risicoanalyse moet vaststellen aan welke risico’s de leerling is blootgesteld en welke preventiemaatregelen je moet nemen om deze risico’s op te vangen.
Een mogelijke maatregel bij het uitvoeren van sommige werkzaamheden zijn het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen. De jongere moet veilig aan de slag kunnen in je onderneming. Je moet, indien nodig, zorgen voor veiligheidsschoenen, een veiligheidshelm, een veiligheidsbril, gehoorbescherming,... De leerling is verplicht deze te dragen volgens de gebruiksvoorschriften binnen jouw onderneming.
6. WERKKLEDIJ
Je onderneming moet de nodige werkkledij aan de leerling geven en zorgen voor het onderhoud ervan. De leerling is verplicht deze te dragen volgens de gebruiksvoorschriften binnen je onderneming.
7. SOCIALE DOCUMENTEN
Bij de indiensttreding geef je aan de leerling een arbeidsreglement. Daarnaast bezorg je de leerling iedere maand een loonbrief en betaal je de netto leervergoeding aan de leerling.
Ten slotte bezorg je vóór 1 maart van het volgend kalenderjaar de leerling een individuele rekening en een belastingfiche 281.10.
8. CAO
Je onderneming valt voor de werkzaamheden onder een bepaald paritair comité. In een paritair comité worden CAO’s afgesloten. De arbeidsvoorwaarden (bv. arbeidsduur) en vergoedingen (bv. woon-werkverkeer, fietsvergoeding) zijn van toepassing op de leerling, tenzij leerlingen uitdrukkelijk uitgesloten worden in de CAO.
9. REISKOSTEN WOON-WERKVERKEER
Je onderneming komt op dezelfde manier als voor de gewone werknemers tussen in de kosten van het woon-werkverkeer met het openbaar of privé-vervoer Je onderneming moet bijdragen in de verplaatsingskosten van de leerling voor het woon-werkverkeer met het openbaar vervoer. Als de leerling naar de werkplek/opleidingsverstrekker gaat met het openbaar vervoer, dan schommelt de bijdrage rond 75% van de werkelijke vervoerprijs. Voor het woon-werkverkeer met privévervoer moet gekeken worden naar de cao van je sector of van je onderneming. Deze bijdrage heeft geen invloed op de kinderbijslag.
1. RSZ VERMINDERING VAN DE WERKGEVERSBIJDRAGEN VOOR LEERLINGEN
Tot 31 december van het jaar waarin de leerling 18 jaar wordt, kan je de RSZ-bijdragen voor
Meer info: xxx.xxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx-xxxx-xxxxxxxxxx-xx-xxx-xxxxxxxxxxxx- opleiding
Vanaf 1 januari van het jaar waarin de leerling 19 jaar wordt, valt de OAO onder de volledige RSZ-onderwerping en moet je meer bijdragen betalen.
Deze meerkosten kan je bijna volledig terugkrijgen via volgende maatregelen:
a) Je onderneming of vestiging is gevestigd in Vlaanderen:
De structurele vermindering (code 3000)
Meer info: xxx.xxxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxx/xxxxxxxxxxxx/xxxx/xx/xxxxxx/ instructions/deductions/structuralreduction_targetgroupreductions/
structuralreduction.html en/of
De doelgroepvermindering leerlingen (code 6310)
Meer info: xxx.xxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx-xxxx-xxxxxxxxxx-xx-xxx- alternerende-opleiding
Dedoelgroepvermindering leerlingen kan gecumuleerd worden met de structurele vermindering als deze van toepassing is.
b) Je onderneming of vestiging is gevestigd in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest:
De structurele vermindering (code 3000)
Meer info: xxx.xxxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxx/xxxxxxxxxxxx/xxxx/xx/xxxxxx/ instructions/deductions/structuralreduction_targetgroupreductions/
1 De Vlaamse Regering keurde op 7 oktober 2022 een decreet goed met de krachtlijnen van een ‘nieuwe premie kwalificerend werkplekleren’. Die vervangt 4 andere maatregelen, waaronder de doelgroepvermindering voor leerlingen in een alternerende opleiding (wordt afgeschaft vanaf 1 juli 2023). De operationalisering wordt momenteel uitgewerkt in een Besluit van de Vlaamse Regering.
2. STAGEBONUS
De stagebonus is een premie voor ondernemingen, gevestigd in Vlaanderen, die leerlingen opleiden in leren en werken of duaal leren met een overeenkomst van alternerende opleiding (OAO), een stageovereenkomst alternerende opleiding (SAO) of een deeltijdse arbeidsovereenkomst (DA). Om de stagebonus te kunnen krijgen sluit je een
overeenkomst:
» op een werkplek in het Vlaamse Gewest
» voor minstens 3 maanden in het schooljaar waarvoor de bonus wordt aangevraagd.
» De leeftijd van de jongere op 1 september van het schooljaar waarvoor de stagebonus voor het eerst werd aangevraagd bepaalt het bedrag van deze bonus
De reguliere stagebonus wordt toegekend wanneer de jongere jonger is dan 18 jaar bij eerste goedgekeurde aanvraag en bedraagt:
» 500 euro bij je 1e toekenning
» 500 euro bij je 2e toekenning
» 750 euro bij je 3e toekenning.
De verruimde stagebonus (wordt toegekend wanneer de jongere 18 jaar is of ouder bij eerste goedgekeurde aanvraag en bedraagt:
» 500 euro bij je 1e en 2e toekenning
Enkel als de jongere jonger dan 18 jaar was bij de eerste goedgekeurde aanvraag en de jongere voor het derde schooljaar bij dezelfde werkgever voor minstens drie maanden opgeleid werd, is er recht op een stagebonus van 750 euro. In alle andere gevallen is er recht op een stagebonus van 500 euro.
Als werkgever kunt u maximaal 3 keer per jongere een stagebonus krijgen.
Het departement WSE is bevoegd voor het toekennen van de stagebonus voor ondernemingen die in Vlaanderen gevestigd zijn en bepaalt na je aanvraag of je onder de reguliere of de verruimde stagebonus valt.
Op de site van het departement WSE is rond deze maatregel uitgebreide informatie terug te vinden: xxx.xxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxx
In het Brussels hoofdstedelijk gewest is er geen stagebonus, maar kan een mentorpremie toegekend worden.
Opde site van Actiris vind je alle nodige informatie. Opgelet, detoekenningsvoorwaarden zijn verschillend en zijn terug te vinden op xxx.xxxxxxx.xxxxxxxx/nl/werkgevers/duaal-
3. RSZ VERMINDERING VAN DE WERKGEVERSBIJDRAGEN VOOR MENTOREN
De “doelgroepvermindering voor mentors” is een lastenverlaging voor werkgevers gevestigd in Vlaanderen die opleidingen op de werkvloer organiseren voor jongeren of hun leerkrachten en die daarvoor één of meer werknemers als begeleider/opleider/ mentor inzetten.
De vermindering bedraagt maximaal 800 euro per kwartaal op de patronale RSZ-bijdragen op het loon voor de werknemer die de leerling opleidt, de mentor.
De werknemers die als mentor worden ingezet moeten:
» minstens 5 jaar beroepservaring hebben
» met succes een mentoropleiding hebben gevolgd (of over een ervaringsbewijs of pedagogisch diploma beschikken)
Meer informatie kan je vinden op de site van het departement WSE:
xxx.xxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxxxxx
Deze doelgroepvermindering werd sinds 01/07/2018 afgeschaft in Brussel.
4. DOELGROEPVERMINDERING VOOR JONGEREN (NA DE OPLEIDING)
Als je als onderneming in Vlaanderen een leerling na de opleiding in dienst neemt met een arbeidsovereenkomst, kan je in aanmerking komen voor doelgroepvermindering jongeren als aan bepaalde voorwaarden voldaan wordt.
Meer informatie:
xxx.xxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx-xxxx-xxxxxxxxxxxxxx-xxxxxxxx
Indien je een leerling in dienst neemt die woonachtig is in het Brussels hoofdstedelijk gewest kan je bovendien ook in aanmerking komen voor xxxxxx.Xxxxxxxx.
Meer informatie:
xxx.xxxxxxx.xxxxxxxx/nl/werkgevers/activa-brussels
Als je onderneming gevestigd is in het Brussels Hoofdstedelijk gewest en je een leerling in dienst neemt die woonachtig is in het Brussels hoofdstedelijk gewest kan je in aanmerking komen voor xxxxxx.Xxxxxxxx.
Meer informatie:
xxx.xxxxxxx.xxxxxxxx/nl/werkgevers/activa-brussels
De leerling is gedurende een langere opleidingsperiode op de werkvloer aanwezig om:
» een deel van zijn/haar competenties te leren op de werkvloer
(dit gaat verder dan enkel het inoefenen en toepassen van competenties die op school werden bijgebracht).
» opgeleid, begeleid én ook geëvalueerd te worden.
XXXXX XXXXX IS LEREN OP DE WERKPLEK
Dit betekent dat je als logistiek bedrijf voor een aantal uitdagingen staat om hier samen met de school een succes van te maken.
CHALLENGES
» De werkplek wordt een stukje schoolbank.
» De resultaten van de leerling op de xxxxxxxxx xxxxxx mee als schoolresultaat.
» De mentor wordt collega van de leerkracht.
XXXXX XXXXX
= LEREN OP DE WERKPLEK
CHALLENGE
XXXXX XXXXX
=
» ...
TIP
Van 1 maart 2018 tot 31 augustus 2019 liep het project ‘Jongeren in Logistiek (JIL)’ met financiële steun van het Europees Sociaal Fonds en Vlaanderen. In dit project werd door het SFTL met de partners DUOplus en WerKans samengewerkt om de opstart van de duale richting Logistiek te ondersteunen. De ervaringen die we hebben opgedaan willen we graag met je delen.
Er werd een wervend en inspirerend filmpje gemaakt met ervaringen van bedrijf, school en leerling die samengewerkt hebben in het kader van de opleiding Logistiek duaal.
?
FICHE 4 –
VOOR DE MENTOR /HR
Samen de leerling opleiden, begeleiden en evalueren
LEERLINGEN ONDERSTEUNEN IN HUN ONTWIKKELINGSPROCES, NAGAAN WELKE COMPETENTIES BEREIKT WERDEN EN BIJSTUREN
De leerling start zijn leertraject op de werkvloer. Hij wordt hierin begeleid door de school en door de werkvloer. Beiden leren de leerling competenties aan en
ondersteunen de leerling in de groei van zijn technisch én sociale vaardigheden. School, leerling en werkplek overleggen regelmatig om te overlopen wat goed
gaat, wat werkpunten zijn en hoe hier door iedereen aan kan gewerkt worden.
?
FICHE 3
– VOOR DE WERKGEVER OF ZIJN/HAAR AFGEVAARDIGDE
Contact en afstemming met de leerling
KENNISMAKING MET DE LEERLING EN DUIDELIJKE AFSPRAKEN MAKEN
De school zal de leerling oriënteren en screenen. Dit betekent dat de school nagaat of de leerling gemotiveerd is om een duaal traject te beginnen. De school
brengt, samen met de leerling, in kaart wat zijn sterke punten zijn, zijn werkpunten en hoe hieraan gewerkt kan worden. Er wordt gepeild naar de arbeidsrijphe
en –bereidheid van de leerling. Een leerling dient bereid te zijn (gemotiveerd zijn) om een duaal traject te starten, maar is daarom niet noodzakelijk volledig
arbeidsrijp. Het gaat om een leertraject waarin de groei van de leerling, in technische competenties en arbeidsattitudes centraal staat. Dit traject zal van
leerling tot leerling verschillen en bepaald worden door de manier waarop de mentor hiermee aan de slag kan/wil gaan. Afstemming en duidelijke afspraken
resulteren in een goede aanpak van het leerproces. We raden je daarom aan om de leerling en de school eerst te leren kennen en de nodige tijd te steken in
afspraken en afstemming alvorens over te gaan tot de opstart van een duaal traject met een leerling.
?
FICHE 2
– VOOR DE WERKGEVER OF ZIJN/HAAR AFGEVAARDIGDE
Contact en afstemming met de opleidingsverstrekker
SAMENWERKING MET EEN SCHOOL VORMGEVEN, DUIDELIJKE AFSPRAKEN MAKEN EN ZICHT KRIJGEN OP DE LEERMOGELIJKHEDEN VAN JE BEDRIJF
In een duaal traject wordt in je bedrijf een mentor aangesteld. Als (mentor van je) bedrijf ben je voor de leerling de ‘leerkracht op de werkvloer’. Xx xxx
leerling competenties aan die vaak niet aangeleerd kunnen worden op school en je evalueert die ook. Je werkt hiervoor nauw samen met de school en
de leerling. Dit vraagt de nodige doordachte voorbereiding en het maken van duidelijke afspraken met de school.
Een leidraad Notities
SAMENWERKEN MET WELKE SCHOLEN
🞎
Bekijk met welke school
1
je wenst samen te werken
🞎
In een duaal traject zijn verschillende personen betrokken op school en op het bedrijf. Informeer je over
wie welke rol opneemt
2
wat deze rollen inhouden en wie je contactpersonen zijn voor de school.
AFSTEMMEN MET DE SCHOOL EN DUIDELIJKE AFSPRAKEN MAKEN
🞎
Informeer bij de school waarom ze duaal leren ingericht hebben, welke visie ze hierover hebben en of dit
strookt met de visie van je bedrijf.
🞎
leren binnen je bedrijf
Leren op school en op de werkplek, dat is duaal leren. Het leertraject bestaat uit een scho
verantwoordelijk voor de volledige opleiding van de leerling. De leerling krijgt een overeenk
betaalde medewerker van het bedrijf en krijgt ook voldoende leerkansen aangeboden om
leerling een bewuste keuze voor een andere manier van leren. Als bedrijf is het ook bela
leertraject in je bedrijf.
Een leidraad
INFORMEREN EN BESLISSEN
🞎
Informeer je : je kan info
1
voor werkgevers/bedrijven terugvinden op de site van Syntra
Vlaanderen
🞎
Doe de zelfscan
2
van Syntra Vlaanderen om een idee te krijgen hoe goed je als bedrijf
reeds voorbereid bent om een duaal traject aan te bieden
🞎
Check op de site van het departement onderwijs of er onderwijsinstellingen
3
in de buurt
logistiek duaal aanbieden
🞎
Consulteer de infobrochure Logistiek duaal
4
van het SFTL
🞎
Bekijk volgend videofragment
5
dat een realistisch beeld geeft van een duaal leertraject.
🞎
Contacteer Xxxxxxx Xxxxxxxxxx, sectorconsulent voor het SFTL voor specifieke info rond
duaal leren in de logistieke sector : 0474/25.47.54 of xxxxxxx.xxxxxxxxxx@xxxx.xx
🞎
Bevraag je werknemers/collega’s/bedrijfsleiding/ syndicale afgevaardigden naar
LEIDRAAD voor logistieke bedrijven betreffende duaal leren (2021 -2022)
ONTHAAL EN DE BEGELEIDING VAN EEN LEERLING XXXXX XXXXX | COMMUNICATIE EN SAMENWERKING MET DE OPLEIDINGSVERSTREKKER
Het doel van deze leidraad is om een optimale samenwerking tussen de werkplek en de school tot stand te brengen. Bij de opstart moet het voor het bedrijf duidelijk zijn welke rol het in een duaal opleidingstraject dient op te nemen zodat de leerling in de best mogelijke omstandigheden opgeleid, begeleid en geëvalueerd kan worden. Cruciaal hierbij is dat het voor de mentor duidelijk is welke taken van hem worden verwacht en op wie hij1 kan rekenen voor ondersteuning vanuit zijn bedrijf en de school. De tips in deze leidraad kunnen je helpen om een duaal traject tot een succes te maken. Hierbij besteed je best voldoende aandacht aan elke fase binnen het volledige duale traject.
FASEN IN EEN DUAAL TRAJECT
?
INFORMEREN EN
CONTACT EN AFSTEMMING MET CONTACT EN AFSTEMMING
VOORBEREIDEN/BESLISSEN: DE OPLEIDINGSVERSTREKKER:
Duaal Leren binnen je
bedrijf.
Samenwerking met een
school/centrum vormgeven, duidelijke afspraken maken en zicht krijgen op de leer mogelijkheden van je bedrijf.
MET DE LEERLING:
Kennismaking met de leerling en duidelijke afspraken maken.
Je vindt een leidraad Je vindt een leidraad Je vindt een leidraad
op FICHE 1. op FICHE 2. op FICHE 3.
SAMEN DE LEERLING
OPLEIDEN, BEGELEIDEN EN EVALUEREN:
Leerlingen ondersteunen in hun leeren ontwikkelings proces, nagaan welke competenties bereikt werden en bijsturen.
Je vindt een leidraad op FICHE 4.
VEEL SUCCES!!
1 De verwijzing naar personen (trajectbegeleiders, mentoren, leerlingen) in dit document werd omwille van
de leesbaarheid herleid naar de ‘hij’ vorm. Uiteraard bedoelen we hiermee telkens ‘hij/zij/x’.
?
FICHE 1
– VOOR DE WERKGEVER OF ZIJN/HAAR AFGEVAARDIGDE
Informeren en voorbereiden/beslissen
Duaal
ol en een werkplekcomponent. School en werkplek zijn samen
omst alternerende opleiding (OAO) aangeboden op de werkplek. Hij is een
de competenties uit het leertraject aan te leren. Duaal leren is voor de
ngrijk om even de tijd te nemen om stil te staan bij het waarom van een duaal
rt de
met
Notities
id
DUAAL
LEREN
Er komt heel wat kijken bij de opstart van duaal leren. Er werd een checklist ontwikkeld om bedrijven te helpen met de opstart van duaal leren. Het biedt je een houvast om de zaken goed voor te bereiden en geeft je een plan van aanpak om alles goed te organiseren.
OM REKENING MEE TE HOUDEN
Een leidraad Notities
VOOR DE LEERLING START
🞎
Bespreek met de trajectbegeleider welke evaluatietools/documenten gebruikt worden en
hoe die worden gehanteerd door xxxxxx, de leerling en de school.
🞎
Bespreek met de trajectbegeleider hoeveel keer en wanneer je als mentor moet evalueren en hoe
🞎
Leg samen met de trajectbegeleider evaluatiemomenten op voorhand vast in een agenda
🞎
Vraag aan de trajectbegeleider uitleg over wat er in deze evaluatiemomenten besproken zal
worden, hoe je je er als mentor kan op voorbereiden en hoe je de leerling kan helpen om zich
hier op voor te bereiden
🞎
Vraag aan de trajectbegeleider de data van de klassenraden en beslis of je hier als mentor
wel of niet op aanwezig kan/wil zijn
DAGELIJKSE BEGELEIDING VAN DE LEERLING:
🞎
Volg de leerling dagelijks op en neem deze informatie mee in de begeleidings en
evaluatiegesprekken. Hiervoor kan een feedbackagenda
1
ondersteunend werken.
🞎
Voorzie dagelijks een moment met de leerling om te overlopen wat hij gedaan heeft.
Begeleid hem om dit neer te schrijven in de bewoordingen van de werkvloer
🞎
Sluit de week af met de leerling door met hem te overlopen wat goed ging tijdens de
voorbije week, wat minder goed ging en hoe jullie hier samen kunnen aan werken de volgende
week. Noteer dit, en geef dit door aan de school. Op de site van DUOplus
2
xxxx je als mentor
ondersteunend materiaal om zo’n gesprek met de leerling voor te bereiden.
1 Feedbackagenda ontworpen in het JIL project ter ondersteuning van mentor en leerling : xxxxx://xxx.xxxxxxxxxx.xx/xxxxx/xxxxxxxx/xxxxx/xxxxxxxxxx/0000.00.00_XXX%00-%00xxx
2 De mentor begeleidt de leerling : tips : xxxxx://xxx.xxxxxxxxxx.xx/x/xxxxx.xxx?xxxxxxxx0&x0x00
Een leidraad Notities
EEN LEERLING KOMT ZICH VOORSTELLEN OP HET BEDRIJF.
🞎
Bespreek met de trajectbegeleider hoe je als bedrijf wil kennis maken met de leerling.
(vb. sollicitatiegesprek met de leerling, kennismaking tussen de mentor en de leerling,
officieel opstartmoment met alle betrokkenen,…)
🞎
Nodig de leerling voor de opstart uit op je bedrijf
🞎
Bespreek met de leerling hoe hij zich voorbereid heeft op dit gesprek
🞎
Vraag aan de school feedback over de beginsituatie van de leerling (wat kan hij al, wat nog
niet, wat zijn aandachtspunten, hoe brengt de school dit in kaart, … )
🞎
Leg uit wat je bedrijf verwacht van de leerling
🞎
Vraag aan de leerling wat hij verwacht te leren in je bedrijf, waarom hij voor de opleiding en
je bedrijf kiest, …
🞎
Bespreek met de leerling en de school hoe je het verdere verloop ziet na zo’n eerste gesprek.
(wanneer wordt de leerling op de hoogte gebracht van de beslissing, door wie wordt hij op
de hoogte gebracht, … )
🞎
Geef feedback over het gesprek aan de leerling en aan de trajectbegeleider van de school.
Ook dit is voor de leerling een leermoment
🞎
Xxxxxx contactgegevens uit met de leerling
Xxxx de school kennen waar de leerling vandaan komt. Je kan op bezoek gaan, een rondleiding in
de school vragen, een opendeurdag bijwonen, de schoolwebsite bekijken, medewerkers bevragen,
vertegenwoordigers van de school uitnodigen op je bedrijf, …
🞎
Maak kennis met de leerkracht(en) en krijg zicht op de opleiding/cursussen die ze in school gebruiken
en de vakinhoud die de leerling meekrijgt.
🞎
Bevraag je eigen werknemers over (eventuele) eerdere samenwerkingen/ervaringen met de school
🞎
Nodig de trajectbegeleider (school) uit om je bedrijf voor te stellen, voorzie hier de nodige tijd voor
🞎
Leg de algemene werking van het bedrijf uit aan de trajectbegeleider
🞎
Stel kort de medewerkers voor die een rol zullen spelen in het leertraject van de leerling
🞎
Ga in gesprek met de trajectbegeleider over de minimale competenties die een leerling zou moeten
bezitten vooraleer te starten met zijn opleiding op je werkvloer (vb. gewenste basiscompetenties,
attitudes, heftruckopleiding, …)
🞎
Geef aan de trajectbegeleider een overzicht van geldende regels op de werkplek, geef die eventueel
mee om reeds met de leerling te kunnen bespreken op school
🞎
Wissel contactgegevens uit met de trajectbegeleider
interesse en mogelijkheden voor een duaal leertraject op je bedrijf
🞎
Stel jezelf de vraag waarom je als bedrijf duaal leren wil aanbieden, welke kansen dit
biedt voor je bedrijf en voor de duaal lerende ?
1 Info over duaal leren op de officiële site van Syntra Vlaanderen : xxx.xxxxxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxx-xxxxx/xxxxxxxxxxxxx
2 Zelfscan Syntra Vlaanderen : xxxxx://xxxxxxxx.xxxxxxxxxxxxxxxx.xx/
3 Onderwijsinstellingen die een duaal traject aanbieden in logistiek : xxxxx://xxxx-xxxxxxxxx.xxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxxxxxxx/xxx
4 Infobrochure logistiek duaal : xxxx://xxx.xxxx.xx/xxxxx/0000/xxxxxxxxxxxx-xxxxxxxxx-xxxxx-xxxxxxxxxx-0000-0000.xxx
5 Videofragment duale trajecten in de logistiek : xxxxx://xxx.xxxxxxx.xxx/xxxxx?xxXxxxXXXx0X0&xxxxxxxxxxxxx.xx&xx000
1 Lijst met scholen die logistiek duaal aanbieden : xxxxx://xxxx-xxxxxxxxx.xxxxxxxxxx.xx/xxxxx
2 Info op de site van DUOplus : xxxxx://xxx.xxxxxxxxxx.xx/x/xxxxx.xxx?xxxxxxxx0&x0x00&x0x000
ault.aspx/so
wijsaanbod/default.aspx/so
dbackagenda.pdf
Hou hierbij ook steeds de volgende zaken in de gaten:
» Stel duidelijk je verwachtingen en luister naar de verwachtingen van de school.
» Geef informatie aan de school over het gewenste profiel van leerling en schets de bedrijfscultuur zodat een goede matching van leerlingen met beschikbare werkplekken kan worden gerealiseerd.
» Bespreek alles tot in detail, vermijd veronderstellingen.
» Zorg voor een goede afstemming met de school, bevraag wat de leerling op school leert.
» Zorg voor een duidelijke uitklaring van elkaars rol in het leertraject van de leerling.
» Maak afspraken over een logische graduele opbouw van kennis, vaardigheden en attitudes op de werkplek en op school.
» Maak afspraken hoe er contact wordt gehouden met de school (trajectbegeleider, leerkracht) om tussentijdse doelen en leerwinst te bespreken.
» Bepaal samen hoe er zal geëvalueerd en opgevolgd zal worden, bepaal ook vooraf momenten om af te stemmen.
» Focus niet enkel op afwezigheden, motivatie, gedragsproblemen en praktische zaken MAAR ook op het leerproces zelf.
» Xxxxxx de leerling bij de evaluatie zodat hij/zij het leerproces mee in handen kan nemen.
» Vertel de school hoe ze je kunnen bereiken, hoe je het liefste hebt dat er teruggekoppeld wordt.
Het loopt echter niet altijd van een leien dakje. Bedrijven en mentoren, maar ook scholen en leerlingen kunnen inspiratie putten uit de filmpjes die in samenwerking met bedrijven uit de sector werden gerealiseerd. Herkenbare verhalen uit de praktijk van duaal leren bieden je inzichten en tips om de leersituatie van leerlingen te verbeteren.
Op de website xxxxxxxxxxxxx.xx is alle informatie over duaal leren gebundeld. In de rubriek thematische infofiches vind je de belangrijkste zaken op een rijtje. Xxxx handig om snel de antwoorden te vinden die je zoekt.
Ook de website xxxxxxxxxx.xxxxxxxxxx is een bron van informatie.
‘bestuurder interne transportmiddelen’
Om te slagen voor de opleiding Logistiek duaal dient de leerling de cluster ’bestuurder interne transportmiddelen’ te realiseren in zijn opleidingstraject. Dit betekent dat de leerling de competenties van minimaal één van de opties verwerft, namelijk het besturen van een heftruck, reachtruck, stapelaar, orderverzameltruck, combitruck of pallettruck.
Op vraag van Onderwijs Vlaanderen ontwikkelde een werkgroep van experten onder leiding van het SFTL basisproeven voor deze interne transportmiddelen.
Opleidingsverstrekkers beschikken meestal niet over de nodige infrastructuur om zelf de praktijkopleiding ‘interne transportmiddelen’ te kunnen organiseren. Daarom kunnen leerlingen voor deze opleiding en de bijhorende proef terecht bij een VDAB- Competentiecentrum, behalve voor de combi- en de orderverzameltruck (voor deze twee interne transportmiddelen zullen opleiding en proef dienen plaats te vinden in het bedrijf).
De leerling die voor een intern transportmiddel de proef met succes aflegt, verwerft een sectoraal basisattest onder de vorm van een badge met het SFTL-logo. Hierop staan, naast persoonlijke gegevens van de leerling en de datum (voorzijde), volgende basisvaardigheden vermeld (achterzijde):
» Manoeuvreren & vlot / veilig verplaatsen van ladingen en goederen (pallets);
» Stapelen en ontstapelen op beperkte hoogte in vrije ruimtes.
Voorafgaandelijk aan de praktijkproef moet op school de theorieproef met succes afgelegd zijn. Praktijkleerkrachten geven voor de heftruck, de pallettruck, de stapelaar en de reachtruck zelf de opleiding en nemen voor alle zes de interne transportmiddelen zelf de proeven af. Zij volgen voorafgaandelijk bij de VDAB Train-The-Trainer-opleidingen die hen hierop voorbereiden en hen hiervoor certificeren.
Het SFTL zorgt voor kwaliteitsborging van de proeven: een ‘dedicated’ SFTL-consulent wordt systematisch op de hoogte gesteld van het afnemen van proeven en monitort deze om te bewaken ze in gans Vlaanderen uniform en conform de voorgeschreven procedure worden afgenomen en beoordeeld. Hij verzorgt ook gans de administratieve omkadering.
Het SFTL-logo is een kwaliteitslabel! Het garandeert dat de badge geen vodje papier is. Het waarborgt dat de leerling voor het betreffende toestel heeft aangetoond wel degelijk over de basiscompetenties te beschikken die op de badge vermeld staan.
Sociaal Fonds Transport en Logistiek (SFTL) de Xxxx xx Xxxxxxxxxx 000
1090 Brussel
Xxxxxxx Xxxxxxxxxx, sectorconsulent 0474/25.47.54