beschikking
beschikking
RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
Sector kanton
Locatie ’s-Gravenhage
AD
Xxx.xx.: 1145192/12-80932
Datum: 3 mei 2012
Beschikking in de zaak van:
X
wonende te 's-Gravenhage, verzoekende partij, procederende in persoon,
tegen
BoitenLuhrs gerechtsdeunvaarders, gevestigd te 's-Gravenhage, verwerende partij,
gemachtigde: mevrouw Xxxxxxx.
Partijen worden aangeduid als X en BoitenLuhrs
1. Procedure
De kantonrechter heeft kennis genomen van:
- het verzoekschrift, ter griffie ingekomen op 22 februari 2012,
- het verweerschrift, ter griffie ingekomen op 29 maart 2012 van de gemeente Den Haag.
De mondelinge behandeling van het verzoek is gehouden op 5 april 2012. Hierbij is Verschenen X bijgestaan door X. Xxxxxx en G.H. Hannappel, namens de gemeente Den Haag. Op de mondelinge behandeling d.d. 19 april 2012 is X verschenen, bijgestaan door X. Xxxxxx. Namens BoitenLuhrs is mevrouw Xxxxxxx verschenen.
2. Feiten
2.1 X heeft een bijstandsuitkering ter hoogte van € 804,-- netto per maand. Zij huurt een woning. De huurprijs bedraagt € 525,06. X ontvangt van de Belastingdienst een huurtoeslag van € 251,-- per maand.
2.2 Bij vonnis van 5 juli 2011 van de kantonrechter te 's-Gravenhage is X veroordeeld tot betaling van de achterstallige huur. Krachtens dit vonnis heeft BoitenLuhrs gerechtsdeunvaarders te 's-Gravenhage onder de Belastingdienst beslag gelegd op de huurtoeslag die X maandelijks ontvangt.
3. Verzoek en verweer
3.1: X verzoekt de kantonrechter om te beslissen dat bij het beslag op de huurtoeslag de beslagvrije voet toegepast moet worden.
3.2. X heeft aan haar verzoek ten grondslag gelegd dat zij door het beslag op de huurtoeslag maandelijks ver onder de beslagvrije voet uitkomt, waardoor X, niet meer kan voorzien in haar minimale levensbehoefte.
X stelt zich op het standpunt dat de beslagvrije voet op grond van artikel 475f Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering op het beslag van de huurtoeslag van toepassing is. Volgens X is voldaan aan de voorwaarden zoals vermeld in dat artikel.
3.3 BoitenLuhrs heeft verweer gevoerd tegen het verzoek. Zij stelt zich op het standpunt dat er terzake het beslag op de huurtoeslag geen beslagverbod geldt. BoitenLuhrs is van mening dat in dit geval de beslagvrije voet niet van toepassing is.
4. Beoordeling
4.1 Tenzij de wet of een overeenkomst anders bepaalt, kan een schuldeiser zijn vordering op alle goederen van zijn schuldenaar verhalen (artikel 3:276 BW). In een aantal gevallen heeft de wet een uitzondering gemaakt, zoals in artikel 45 van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (Awir). Deze bepaling houdt in dat - ondermeer – een tegemoetkoming In de kosten van huur, te weten de huurtoeslag, niet vatbaar is voor beslag, tenzij het - kort gezegd - gaat om verrekening of verhaal van een vordering die is ontstaan uit verhuur. In dit geval heeft XxXxxxXxxxx in beginsel terecht beslag op de huurtoeslag kunnen leggen (zie punt 2.3)
4.2.Relevant voor onderhavig verzoek zijn de bepalingen van artikel 475b e.v. Rv waarin een beslagvrije voet wordt voorgeschreven voor beslag op periodieke betaling voor onder meer loon en uitkeringen op grond van sociale zekerheidswetten. De gedachte achter deze beslagvrije voet is dat de schuldenaar/debiteur in staat blijft om de lopende kosten van het bestaan te betalen.
De hoogte van de beslagvrije voet wordt berekend aan de hand van artikel 475d Rv. Uitgangspunt is - kort gezegd - 90% van de bijstandsnorm. Op grond van lid 5 onder
b. van genoemd wetsartikel wordt de beslagvrije voet onder meer verhoogd met de voor rekening van de schuldenaar komende woonkosten, verminderd met de ontvangen huurtoeslag, voor zover de woonkosten na deze vermindering meer bedragen dan de normhuur (met dien verstande dat aan de verhoging een maximum is gesteld van de maximale huurtoeslag).
4.3 In het onderhavige geval gaat het om het vaststellen van de beslagvrije voet. Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, zal de kantonrechter op de voet van artikel 475fRv de beslagvrije voet vaststellen.
Beslissing
De kantonrechter:
stelt met ingang van heden de beslagvrije voet vast op 841,94 per maand; compenseert de kosten in dier voege dat elk van de partijen de eigen kosten draagt
Deze beschikking is gegeven door kantonrechter mr. X.X. Xxxxxx en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 3 mei 2012.