Vraagspecificatie Eisen
Vraagspecificatie Eisen
Verbeteren van de glooiingsconstructie ter plaatse van de Slaakdam, Prins Xxxxxxxxxxxxx, Krabbenkreekdam tussen dp 707 en dp 724+28m met bijkomende werken in de gemeente Tholen.
Zaaknummer: 31052568
. . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Colofon
Uitgegeven door: Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Rijkswaterstaat Programma’s, Projecten en Onderhoud
Informatie:
Telefoon:
Fax: 0000-000 000
Uitgevoerd door:
Datum: 28 juni 2013
Status: Definitief
Versienummer: 1.0
Inhoudsopgave
1 INLEIDING 4
1.1 Objectoverview 4
2 VAN TOEPASSING ZIJNDE DOCUMENTEN 5
2.1 Bindende documenten 5
2.1.1 Normen en richtlijnen 5
2.1.2 Object- en projectspecifieke tekeningen/documenten 5
3 EISEN 6
3.1 Inleiding 6
3.2 Object eisen 7
3.2.1 Waterkering 7
3.2.2 Buitenberm, bovenbeloop, kruin en binnenbeloop 7
3.2.3 Onderhoudsstrook 8
3.2.4 Glooiingsconstructie 9
3.2.4.1 Algemeen 9
3.2.4.2 Steenzetting 9
3.2.4.3 Waterremmende onderlaag 10
3.2.4.4 Asfaltbekleding 10
3.2.4.5 Geotextiel 11
3.2.5 Voorland 12
3.2.6 Dijkmeubilair en overige constructies 12
3.3 Aspecteisen 15
3.3.1 Veiligheid 15
3.3.2 Gezondheid 15
3.3.3 Beschikbaarheid 15
3.3.4 Betrouwbaarheid 15
3.3.5 Vormgeving 15
3.3.6 Omgevingshinder 15
3.3.7 Uitvoering 18
3.3.8 Xxxxxx en onderhoud 19
3.3.9 Toekomstvastheid 19
3.3.10 Sloop 19
3.4 Externe raakvlakeisen 19
3.5 Interne raakvlakeisen 19
4 INFORMATIE 19
4.1 Verificatiemethoden 19
1 INLEIDING
1.1 Objectoverview
Het Werk omvat het Verbeteren van de glooiingsconstructie ter plaatse van de Slaakdam, Prins Hendrikpolder, Krabbenkreekdam tussen dp 707 en dp 724+28m met bijkomende werken in de gemeente Tholen. De lengte van het dijkvak is circa 1,7 kilometer.
De beschrijving van de huidige situatie van de projectlocaties is opgenomen in de Vraagspecificatie Algemeen. Overzichtstekeningen zijn opgenomen in paragraaf 2.1.2.
In de onderstaande figuur 1.1 is de objectenboom opgenomen. In voorliggend document worden de eisen beschreven waaraan het object, in dit geval de waterkering, dient te voldoen.
Waterkering
Buitenberm, bovenbeloop, kruin en binnenbeloop
Onderhoudsstrook
Glooiingsconstructie
Voorland
Dijkmeubilair en overige constructies
Figuur 1.1 Objectenboom waterkering
2 VAN TOEPASSING ZIJNDE DOCUMENTEN
2.1 Bindende documenten
2.1.1 Normen en richtlijnen
Normen en richtlijnen met betrekking tot de Vraagspecificatie Eisen staan in de Technische bijsluiter. Tevens zijn hierin ook alle aanvullende technische eisen opgenomen.
2.1.2 Object- en projectspecifieke tekeningen/documenten
Type | Code | Titel | Datum/ Versie | organisatie |
Tekening | ZLRW-2013-01081 | Situatie (1) bestaand en nieuw van dp707 tot dp715 | 28-06-2013 | Rijkswaterstaat |
Tekening | ZLRW-2013-01082 | Situatie (2) bestaand en nieuw van dp715 tot dp724+28m | 28-06-2013 | Rijkswaterstaat |
Tekening | ZLRW-2013-01083 | Verborgen glooiing bestaand en nieuw van dp714+49m tot dp717+46m | 28-06-2013 | Rijkswaterstaat |
Tekening | ZLRW-2013-01084 | Detail B – Dijkovergang van dp710+5m t/m dp711+50m | 28-06-2013 | Rijkswaterstaat |
Tekening | ZLRW-2013-01085 | Dwarsprofiel 1 bestaand en nieuw van dp707 tot dp711+50m | 28-06-2013 | Rijkswaterstaat |
Tekening | ZLRW-2013-01086 | Dwarsprofiel 2 bestaand en nieuw van dp711+50m tot dp714+49m | 28-06-2013 | Rijkswaterstaat |
Tekening | ZLRW-2013-01087 | Dwarsprofiel 3 bestaand en nieuw ter plaatse van dp714+86m | 28-06-2013 | Rijkswaterstaat |
Tekening | ZLRW-2013-01088 | Dwarsprofiel 4 bestaand en nieuw van dp714+49m tot dp717+46m | 28-06-2013 | Rijkswaterstaat |
Tekening | ZLRW-2013-01089 | Dwarsprofiel 5 bestaand en nieuw van dp717+46m tot dp720+77m | 28-06-2013 | Rijkswaterstaat |
Tekening | ZLRW-2013-01090 | Dwarsprofiel 6 bestaand en nieuw van dp720+77m tot dp724+28m | 28-06-2013 | Rijkswaterstaat |
Tekening | ZLRW-2013-01091 | Details 1 t/m 8 en A t/m B | 28-06-2013 | Rijkswaterstaat |
Tekening | ZLRW-2013-01092 | Transportroute | 28-06-2013 | Rijkswaterstaat |
Tekening | ZLRW-2013-01093 | Dwarsprofielen 100m, bestaand en ontwerp (basis) van dp707 t/m dp715 | 28-06-2013 | Rijkswaterstaat |
Tekening | ZLRW-2013-01094 | Dwarsprofielen 100m, bestaand en ontwerp (basis) van dp716 t/m dp724 | 28-06-2013 | Rijkswaterstaat |
Tekening | ZLRW-2013-01095 | Bouwbord | 28-06-2013 | Rijkswaterstaat |
Tekening | ZLRW-2013-01096 | Aansluitend profiel van Haaftenpolder en Oude polder St.Philipsland | 28-06-2013 | Rijkswaterstaat |
Tekening | ZLRW-2013-01097 | Omleiding fietsroute's | 28-06-2013 | Rijkswaterstaat |
Risicolijst | Slaakdam, Prins Xxxxxxxxxxxxx, Krabbenkreekdam 2014 | Volgt bij nota van inlichtingen | Rijkswaterstaat | |
Rapport | Diverse milieutechnische (bodem)onderzoeken | Volgt bij nota van inlichtingen | ATKB | |
De Opdrachtnemer dient zich vóór inschrijving op de hoogte te stellen van de meest actuele situatie van het werkgebied. Het werkgebied betreft een dynamisch tijgebied waardoor de aanwezigheid van slib/sediment/zand/begroeiing/zwerfvuil op de glooiingsconstructie en/of de vooroever ten opzichte van de bestaande situatie zoals aangegeven op de tekeningen kan afwijken. Als ten opzichte van de tekeningen het werkgebied gewijzigd is door invloed van getij en/of wind en/of de natuur, dan zijn deze afwijkingen voor rekening en risico van de Opdrachtnemer.
Bestaande situatie
3 EISEN
3.1 Inleiding
In deze paragraaf wordt toegelicht hoe de specificatie is opgesteld. Kenmerkend voor deze specificatie is de indeling naar diverse soorten eisen en de samenhang tussen de eisen. De eisen vallen uiteen in de volgende typen eisen:
• Objecteisen;
• Aspecteisen;
• Externe en interne raakvlakeisen.
Naast de objecteisen en raakvlakeisen worden aspecteisen geïdentificeerd. Deze beschrijven specifieke eigenschappen van het te ontwikkelen systeem, die geen directe bijdrage leveren aan de primaire functie.
Aspect | Toelichting | Relevant |
Veiligheid | Xxxxx met betrekking tot veiligheid tijdens realisatie en veiligheid in de gebruiksfase van gerealiseerde objecten, voor zowel de gebruiker als de omgeving. | Ja |
Gezondheid | Nee | |
Beschikbaarheid | Nee | |
Betrouwbaarheid | Nee | |
Vormgeving | Nee | |
Omgevingshinder | Eisen aan stof, geluid, trillingen, en stank tijdens de realisatie en gebruiksfase. Hieronder valt ook duurzaam bouwen. | Ja |
Uitvoering | Eisen aan de uitvoering van nieuw te bouwen en de aanpassing van bestaande objecten. | Ja |
Xxxxxx en onderhoud | Xxxxx met betrekking tot de beheerbaarheid van objecten en met betrekking tot de benodigde instandhoudingsvoorzieningen en relatie met onderhoudsprocessen (onderhoudbaarheid). | Ja |
Toekomstvastheid | Nee | |
Sloop | Nee |
3.2 Object eisen
Overzicht objecten: zie figuur 1.1
3.2.1 Waterkering
3.2.1.1 | Algemeen |
1. | Het te realiseren Werk moet voldoen aan de bij dit contract behorende tekeningen. |
2. | Alle materialen welke zijn benodigd om het Werk uit te kunnen voeren dienen te voldoen aan de eisen gesteld in de Technische Bijsluiter. |
3. | Nieuwe bekleding niet afdekken voordat deze is ingemeten door de Opdrachtgever. Deze wordt uiterlijk binnen 5 werkdagen na gereedmelding, door de Opdrachtgever ingemeten. |
Verificatiemethode: M |
3.2.1.2 | Verwijderen bestaande bekleding |
1. | De functie van de waterkering dient tijdens de uitvoering te allen tijde te worden gewaarborgd. |
2. | Het verwijderen van de bestaande bekleding en het verrichten van ontgravingen in de waterkering is alleen toegestaan in de periode van 1 april tot 1 oktober. De waterkering moet op 1 oktober weer bekleed zijn. |
3. | De bekleding mag maximaal op twee locaties tegelijk verwijderd worden. |
4. | Tijdens het Werk mag, onder het niveau van NAP +3,20m, de waterkering over een lengte van totaal maximaal 400 meter onbekleed zijn. |
5. | Indien de Werkzaamheden langer dan 7 dagen achtereen worden stilgelegd dient de waterkering onder het niveau van NAP +3,20m volledig te zijn bekleed. |
6. | Er dient voldoende materiaal en materieel op het Werk aanwezig te zijn om in geval van calamiteiten onbeschermde delen van de waterkering te kunnen verdedigen. |
Verificatiemethode: M |
3.2.2 Buitenberm, bovenbeloop, kruin en binnenbeloop
3.2.2.1 | Dijklichaam |
1. | Tijdens het verrichten van de Werkzaamheden mag geen ingraving in het object geschieden anders dan aangegeven op tekening. |
2. | De bestaande kleilaag mag tijdens de Werkzaamheden niet verontreinigd raken met bouwstoffen of ander bodemvreemd materiaal. |
3. | Het object dient vrij van puin, steen(slag), asfaltresten, geotextiel en dergelijke te worden opgeleverd. |
4. | Alle onverharde delen van het object waar geen gesloten grasmat aanwezig is, moeten ingezaaid worden met graszaadmengsel. |
Verificatiemethode: I |
3.2.2.2 | Grasbekleding |
1. | De grasbekleding op het object moet vanaf 1 maart tot aan het eind van de uitvoeringsperiode kort gehouden worden door regelmatig te maaien. |
2. | Indien een bestaande grasbekleding definitief wordt bedekt met grond dient de Opdrachtnemer deze voorafgaand aan de Werkzaamheden te maaien en te frezen met een diepte van 0,15 m. |
3. | Op de ingezaaide delen dient aan het eind van de onderhoudsperiode een gesloten grasbekleding aanwezig te zijn. |
Verificatiemethode: I |
3.2.3 Onderhoudsstrook
3.2.3.1 | Definitie |
1. | De constructie bestaat uit een asfaltverharding op een funderingslaag. |
Verificatiemethode: M |
3.2.3.2 | Asfaltverharding |
1. | Bestaand asfalt dat voorzien wordt van een nieuwe bitumineuze oppervlakbehandeling dient vrij te zijn van verontreinigingen en markeringen. |
2. | Er mag geen losse steenslag achterblijven na het aanbrengen van de bitumineuze oppervlakbehandeling. |
3. | Tussen twee asfaltlagen moet een kleeflaag aangebracht worden. |
Verificatiemethode: I |
3.2.3.3 | Fundering |
1. | De funderingslaag van de onderhoudsstrook dient te bestaan uit één van de volgende materialen: a. Hydraulische fosforslak; b. Hydraulische hoogovenslak; c. Hydraulisch granulaat van open steenasfalt (OSA). |
2. | Het materiaal dient aangebracht en verdicht te worden in lagen van maximaal 0,40 m dikte. |
3. | De gemiddelde verdichtingsgraad moet ten minste 101% van de éénpuntsproctordichtheid bedragen. De verdichtingsgraad per meetpunt moet ten minste 97% van de éénpuntsproctordichtheid bedragen. |
Verificatiemethode: M |
3.2.4 Glooiingsconstructie
3.2.4.1 Algemeen
3.2.4.1.1 | Tonrondte |
1. | Voorzover aangegeven op de bij dit contract horende tekeningen, moeten alle taluds waarop een nieuwe bekleding wordt aangebracht op 2/3 van de taludhoogte worden voorzien van een tonrondte van 1/100 van de horizontale lengte van het talud. |
2. | De tonrondte heeft alleen betrekking op het taluddeel met nieuwe bekleding. Als de bestaande ondertafel bijvoorbeeld wordt overlaagd, wordt de tonrondte alleen berekend en aangelegd over de boventafel. |
Verificatiemethode: M |
3.2.4.2 Steenzetting
3.2.4.2.1 | Inwassen zuilenbekleding |
1. | De zuilen moeten worden ingewassen met steenslag. De openingen tussen de zuilen dienen hierbij gevuld te worden conform de specificaties van de leverancier en de wijze zoals is beproefd in de golfgoot. Voordat begonnen wordt met inwassen dienen de openingen tussen de zuilen geheel schoon (gemaakt) te zijn. |
2. | Na het inwassen van beton- of basaltzuilen mag geen overtollige steenslag achterblijven. |
3. | Aan het eind van de onderhoudsperiode moet de uitgespoelde steenslag verwijderd worden van schor, slik en strand. |
Verificatiemethode: I |
3.2.4.2.2 | Betonzuilen |
1. | De constructie bestaat uit betonzuilen met aan de bovenzijde een open oppervlak van minimaal 7% en maximaal 17%. |
2. | Voor de ruimte tussen de betonzuilen geldt dat de middellijn van een cirkel die juist past boven in de openingen tussen de zuilen kleiner moet zijn dan 0,05 m. Bij ongelijke openingsvorm van onderzijde en bovenzijde van het type betonzuilen is de onderzijde hierbij maatgevend. |
3. | Opdrachtnemer dient 650 m2 extra betonzuilen 0,30 m/2300 kg/m3 te leveren en op te slaan in een depot met een transportafstand van 1 kilometer van het Werk. |
Verificatiemethode: M |
3.2.4.2.3 | Basaltzuilen |
N.V.T | |
3.2.4.2.4 | Reparatie basalt |
N.V.T | |
3.2.4.2.5 | Gekantelde betonblokken |
1. | De constructie moet bestaan uit aaneengesloten schone onbeschadigde betonnen vlakke- of Haringmanblokken die gekanteld in halfsteensverband zijn geplaatst. |
2. | De pasgaten nodig om tot een halfsteensverband te komen moeten volledig gevuld zijn met op maat gezaagde betonblokken, gietasfalt of asfaltmastiek en afgestrooid worden met steenslag 2/6 mm. |
3. | Tekort komende blokken worden door de Opdrachtgever ter beschikking gesteld in depot Nieuw-Vossemeer. |
Verificatiemethode: I |
3.2.4.2.6 | Koperslakblokken |
N.V.T | |
3.2.4.2.7 | Reparatie koperslakblokken |
N.V.T | |
3.2.4.3 Waterremmende onderlaag
3.2.4.3.1 | Materialen |
1. | Een waterremmende onderlaag dient te bestaan uit één van de volgende materialen: a. Klei (erosiebestendigheid 1 of 2); b. Mijnsteen; |
Verificatiemethode: A |
3.2.4.3.2 | Verdichting |
1. | Klei en mijnsteen dienen aangebracht en verdicht te worden in lagen van maximaal 0,40 m dikte. De verdichtingsgraad per meetpunt moet ten minste 97% van de éénpuntsproctordichtheid bedragen. |
Verificatiemethode: M |
3.2.4.3.3 | Blootstelling aan getij |
1. | De aan te brengen waterremmende onderlaag mag niet blootgesteld worden aan opkomend getijdewater voordat de hele waterremmende onderlaag is aangebracht, verdicht en afgedekt. |
Verificatiemethode: I |
3.2.4.4 Asfaltbekleding
3.2.4.4.1 | Gepenetreerde breuksteen |
1. | Een constructie van gepenetreerde breuksteen moet bestaan uit een vol-en-zat of |
volledig gepenetreerde laag breuksteen waarvan de holle ruimten tussen de breuksteen tot de onderliggende laag volledig gevuld is met gietasfalt. | |
2. | Bestaande constructies welke met gepenetreerde breuksteen worden overlaagd dienen te worden schoon gemaakt. |
3. | Indien op tekening staat voorgeschreven dat de gepenetreerde breuksteen moet worden afgestrooid met lavasteen, moet de gepenetreerde breuksteen volledig worden ingegoten en de toplaag van lavasteen zodanig worden aangebracht dat deze toplaag 60% van het oppervlak bedekt en voor 50% in de gietasfalt is ingebed en gehecht. |
Verificatiemethode: M |
3.2.4.4.2 | Waterslot en overgangsconstructie |
1. | Het waterslot moet bestaan uit een volledig gepenetreerde breuksteenconstructie die tot 10 cm in de waterremmende ondergrond is aangebracht. De overgangsconstructie moet bestaan uit een palenrij en betonbanden. De overgangsconstructie moet aan weerszijden volledig gepenetreerd zijn met gietasfalt of asfaltmastiek. |
Verificatiemethode: M |
3.2.4.4.3 | Open steenasfalt (OSA) |
1. | De constructie moety bestaan uit OSA die in één laag is aangebracht, zonder naden evenwijdig aan de dijk. Naden loodrecht op de dijk moeten uitgevoerd zijn als rechte las. |
Verificatiemethode: I |
3.2.4.4.4 | Waterbouwasfaltbeton |
N.V.T. | |
Verificatiemethode: I |
3.2.4.5 Geotextiel
3.2.4.5.1 | Geotextiel |
1. | De afzonderlijke banen geotextiel mogen evenwijdig aan of haaks op de kruinlijn van het dijklichaam worden aangebracht. Bij een evenwijdige ligging moet de onderliggende baan over de bovenliggende baan gelegd worden. |
2. | Onderliggende grond moet vrij zijn van materialen welke het doek kunnen beschadigen. |
Verificatiemethode: I |
3.2.4.5.2 | Overlap geotextiel |
1. | De overlap tussen twee banen geotextiel dient minimaal 0,50 m te zijn. |
Verificatiemethode: M |
3.2.5 Voorland
3.2.5.1 | Slikken en schorren |
1. | Van de huidige situatie dient voorafgaand aan de Werkzaamheden een nulmeting te worden uitgevoerd. Naast de geografische opname dient tevens een beschrijving ondersteund door foto’s gemaakt te worden. |
2. | De slikken of schorren in de werkstrook dienen op de oorspronkelijke hoogte te worden teruggebracht met een nauwkeurigheid van +/- 5 cm t.o.v. de nulmeting. |
3. | De slikken of schorren in de werkstrook dienen afwaterend van de dijk richting voorland afgewerkt te worden om te voorkomen dat er plassen water blijven staan. |
4. | Eventuele kreekjes binnen de werkstrook dienen ingemeten te worden en achteraf terug aangebracht te worden. |
5. | De Opdrachtnemer dient direct na het herstel van de werkstrook een gereed melding te doen bij de Opdrachtgever. |
6. | De voor de Werkzaamheden te gebruiken slikken en schorren moeten bij oplevering vrij zijn van steen en gebiedsvreemde materialen. |
7. | De watervoerende kreek tussen dp 717+50m en dp 721+50m dient watervoerend te blijven. Op deze locatie mag er geen opslag binnen de werkstrook plaats vinden. |
Verificatiemethode: M |
3.2.5.2 | Begrenzing werkstrook |
1. | Slikken of schorren buiten de werkstrook mogen niet worden betreden of worden gebruikt voor opslag van materialen. |
2. | De Opdrachtnemer dient de begrenzing van de werkstrook duidelijk te markeren. |
Verificatiemethode: I |
3.2.5.3 | Strand |
N.V.T. | |
3.2.6 Dijkmeubilair en overige constructies
3.2.6.1 | Algemeen |
1. | De positie van het aanwezige dijkmeubilair moet aan de nieuwe constructies aangepast worden. |
2. | De aanwezige trappen tussen de kruin en de onderhoudsstrook moetn aan het nieuwe constructieniveau aangepast worden. Ontbrekende/tekortkomende materialen moeten bijgeleverd worden. |
3. | Eén klappaal, één slagboom en 8 kunststof palen worden ter beschikking gesteld door de Opdrachtgever. |
Verificatiemethode: I |
3.2.6.2 | Dijkovergang |
1. | Er dient een nieuwe dijkovergang te worden gerealiseerd nabij dp 710 zoals aangegeven op de bij het contract behorende tekeningen. |
2. | Het binnendijkse fietspad moet aangepast worden aan de nieuwe situatie, volgens de bij het contract behorende tekeningen. |
3. | In de kruin van de dijk is een hoogspanningskabel aanwezig. Hier dient rekening mee te worden gehouden tijdens de aanleg van de dijkovergang. |
Verificatiemethode: I |
3.2.6.3 | Aanbrengen tijdelijke dijkovergang |
1. | Ten behoeve van transporten dient een tijdelijke dijkovergang te worden aangebracht tussen dp 706 en dp 707. |
2. | Ter bescherming van de aanwezige kabels en leidingen dient een tijdelijke overkluizing te worden aangelegd om schade te voorkomen. De Opdrachtnemer dient een ontwerp inclusief beschrijving van de uitvoeringswijze ter acceptatie in bij de Opdrachtgever en kabel- en leidingbeheerders. De overkluizing dient op de binnenberm en de kruin te worden gerealiseerd. |
3. | Na de in lid 2 genoemde werkzaamheden dient het dijklichaam ter plaatse in oorspronkelijke staat hersteld te worden. De dikte van de kleilaag in de nieuwe situatie dient minimaal 0,80 meter te bedragen. |
Verificatiemethode: I |
3.2.6.4 | Aanbrengen tijdelijke afrit N656 |
1. | Er moet een tijdelijke afrit nabij dp 724 aangebracht worden overeenkomstig de bij dit contract behorende tekeningen en deze moet gedurende de Werkzaamheden in stand gehouden worden. |
2. | De tijdelijke afrit dient na de uitvoering te worden ontmanteld en de situatie dient in de oorspronkelijke staat te worden teruggebracht. |
Verificatiemethode: I |
3.2.6.5 | Aanbrengen tijdelijke oprit N656 |
1. | Er moet een tijdelijke oprit nabij dp 711 aangebracht worden overeenkomstig de bij dit contract behorende tekeningen en gedurende de Werkzaamheden in stand houden. |
2. | De tijdelijke oprit dient na de uitvoering te worden ontmanteld en de situatie dient in de oorspronkelijke staat te worden teruggebracht. |
Verificatiemethode: I |
3.2.6.6 | Betonnen damwand |
1. | De Opdrachtnemer dient tussen dp 717+46m en dp 720+77m een gewapende betonnen damwand, bestaande uit damwandplanken, als teenconstructie te realiseren conform de bij het contract behorende tekeningen. |
2. | De damwand dient grond dicht te worden aangelegd. |
3. | Bij het plaatsen van de damwand dient rekening te worden gehouden met de aanwezigheid van mijnsteen en stenen in de ondergrond. De uitvoeringsmethode dient hierop aangepast te zijn. |
Verificatiemethode: I |
3.3 Aspecteisen
3.3.1 Veiligheid
3.3.1.1 | Afzetten werkterrein |
1. | De Opdrachtnemer dient het werkterrein op een dusdanige manier af te zetten dat een eenvoudige toegang van het werkterrein door onbevoegden bemoeilijkt wordt. De wijze van afzetten is ter keuze van de Opdrachtnemer. |
2. | Er mag geen geluidsapparatuur of geluid producerende apparatuur gebruikt worden, anders dan strikt noodzakelijk is voor de uitvoering en in verband met communicatie en veiligheid. |
Verificatiemethode: I |
3.3.2 Gezondheid
Niet van toepassing.
3.3.3 Beschikbaarheid
Niet van toepassing.
3.3.4 Betrouwbaarheid
Niet van toepassing.
3.3.5 Vormgeving
Niet van toepassing.
3.3.6 Omgevingshinder
3.3.6.1 | Transportroute |
1. | Het materieel en materialen moet aan- en afgevoerd worden over de transportroutes welke zijn aangegeven op de bij dit contract behorende tekeningen. Behalve de op tekening aangegeven transportroute, provinciale wegen en Rijkswegen zijn alle wegen binnen de gemeente (plaats van het Werk) verboden voor transporten ten behoeve van het Werk. |
2. | De transportroute blijft open voor alle verkeer. Om de veiligheid van de weggebruikers op deze route te waarborgen zal de Opdrachtnemer maatregelen moeten treffen. |
3. | De wijze van transport dient afgestemd te worden op de aanwezige infrastructuur en bebouwing om schade voortvloeiend uit transporten te voorkomen. |
4. | De Opdrachtnemer dient stofvorming en verstuiving door Uitvoeringswerkzaamheden te voorkomen. |
5. | De Opdrachtnemer dient vervuiling van de openbare wegen door bouwverkeer te voorkomen. |
6. | De werkhaven van de firma “Van Tilburg dient te allen tijde bereikbaar te zijn voor |
bestemmingsverkeer (zwaar verkeer). Opdrachtnemer dient bij aanleg van de verborgen glooiingsconstructie een tijdelijke wegconstructie te realiseren. | |
7. | In de Krabbenkreekdam wordt er door de firma “Van Oord” een doorlaatmiddel gerealiseerd gelijktijdig met de Werkzaamheden aan de steenbekleding. Tussen 1 maart 2014 en 7 april 2014 kan de Opdrachtnemer tussen dp 710 en dp 714+86m doorgaande transporten uitvoeren over de buitenberm. Tussen 7 april 2014 en 1 oktober 2014 is een doorgaande route niet meer mogelijk i.v.m. de bouwkuip tussen dp 713+20m en 713+95m voor de realisatie van het doorlaatmiddel Krabbenkreekdam. |
8. | Op de N656 van de Krabbenkreekdam is er langzaam verkeer toegestaan vanuit de werkhaven “Van Tilburg” richting rotonde St. Philipsland. |
9. | Opdrachtnemer mag geen gebruik maken van de parallelweg Krabbenkreekdam. |
10. | Tijdens de Werkzaamheden dient het bestaande fietspad langs de Slaakdam middels rijplaten beschermd te worden. |
Verificatiemethode: I |
3.3.6.2 | Tijdelijke fietsroutes |
1. | Voor aanvang van de Werkzaamheden dient de fietsroute overeenkomstig de bij het contract gevoegde tekening te worden ingesteld. De Werkzaamheden omvatten tevens het verwijderen en opslaan van bebording, het plaatsen van tijdelijke bebording en het afsluiten van de binnendijkse transportroute voor het fietsverkeer. |
2. | Na het verrichten van de Werkzaamheden dient de oorspronkelijke fietsroute te worden hersteld. |
3. | Het binnendijkse fietspad tussen dp 706 en dp 711 dient door de Opdrachtnemer te worden afgesloten gedurende de Werkzaamheden. |
Verificatiemethode: I |
3.3.6.3 | Transport over water |
1. | Bij aanvoer over water dient het lossen (deponeren) van de breuksteen plaats te vinden binnen de werkstrook, zoals aangegeven op de bij dit contract behorende tekeningen. |
2. | Transportbewegingen over mosselpercelen zijn niet toegestaan tenzij de Opdrachtnemer daar schriftelijk toestemming voor heeft van de betreffende perceel eigenaren. |
3. | De Opdrachtnemer dient maatregelen te nemen om schades aan mosselpercelen of visvakken en overlast voor vissers te voorkomen. Voor een overzicht van de bij de Opdrachtgever bekende mosselpercelen en visvakken wordt verwezen naar de indicatieve tekening met dieptelijnen. Daarnaast zijn er mogelijk nog vrije visvakken en vaste vistuigvissers nabij het werkgebied. |
4. | Indien de Opdrachtnemer voornemens is materialen over water aan te voeren dient dit tenminste 6 weken voor start aanvoer aan de Opdrachtgever kenbaar te worden gemaakt. |
5. | De werkhaven dient te allen tijde bereikbaar te zijn voor de scheepvaart. |
Verificatiemethode: I |
3.3.6.4 | Werktijden |
1. | Behoudens met voorafgaande schriftelijke toestemming van de Opdrachtgever mogen op de volgende dagen c.q. tijdstippen geen Werkzaamheden ter plaatse van het object worden verricht: tussen 19.00 uur en 7.00 uur en op zaterdagen, zondagen en feestdagen. |
Verificatiemethode: I |
3.3.6.5 | Warm asfalt |
1. | De Opdrachtnemer dient maatregelen te treffen om te voorkomen dat vogels in warm gietasfalt of asfaltmastiek terecht komen. |
Verificatiemethode: E |
3.3.6.6 | Zeegroentesnijders |
N.V.T. |
3.3.7 Uitvoering
3.3.7.1 | Gebruik Depots |
1. | Voor opslag van materialen komen de door de Opdrachtgever toegewezen depots en locaties in aanmerking. Deze depots en locaties zijn vanaf 1 februari 2014 beschikbaar voor de opslag van materialen. |
2. | De aan de Opdrachtnemer vervallen en af te voeren materialen dienen na afloop van de Werkzaamheden doch uiterlijk voor 1 februari 2015 uit de ter beschikking gestelde depots te zijn verwijderd. |
3. | Indien de Opdrachtnemer voornemens is om tijdelijke depot(s) in te richten, dan dient de locatie in overleg met de Opdrachtgever te worden vastgesteld. |
4. | Voorafgaand aan gebruik van de depots dient de Opdrachtnemer de situatie vast te leggen en deze bij oplevering in oorspronkelijk staat hersteld te hebben. |
5. | De door de Opdrachtgever toegewezen depots worden in het kader van het activiteitenbesluit aangemerkt als categorie B inrichtingen. (Alleen geschikt voor de opslag van bouwmaterialen) |
Verificatiemethode: I + M |
3.3.7.2 | Verblijfsruimte Opdrachtgever |
1. | Beschikbaar stellen van een verblijfsruimte vanaf 1 februari 2014 tot 15 november 2014 op een in overleg met de Opdrachtgever te bepalen locatie. De verblijfsruimte heeft een minimale grootte van 54 m2, daarin inbegrepen een vergaderruimte van 36 m2, daarnaast een keuken (warm en koud stromend water) en een wc met waterspoeling. |
2. | Kantoorinrichting: • Stoelen en tafels voor 8 personen; • 3 in hoogte verstelbare bureaus met afsluitbare laden en 3 bureaustoelen; • 1 afsluitbare brandveilige archiefkast; • Internetverbinding, snelheid minimaal 12 Mbps, met tenminste 2 vaste aansluitingen en voorzien van WIFI (draadloos internet); • 1 kleurenprinter met scanfunctie, HP OfficeJet Pro 8600A Plus e-AIO Wireless typenummer is HPCM750A-BEL, inclusief benodigd papier en inkt; • brandblusmiddelen; • ruimten voorzien van airconditioning, koeling, type splitsysteem. Het verblijf inclusief de inrichting dient te voldoen aan de vigerende Arbo regelgeving. |
3. | Normale invorderbare lasten zoals bijvoorbeeld precario en waterschapslasten worden geacht bij het gebruik te zijn inbegrepen. De keet aansluiten op de riolering, dan wel opvangen in een tank en deze regelmatig legen. De aansluitkosten en abonnementskosten, kosten voor de internetverbinding, elektriciteit en water zijn voor rekening van de Opdrachtnemer. |
4. | De Opdrachtnemer draagt zorg voor het verstrekken van koude en warme dranken, het schoonhouden, het verwarmen en elektrisch verlichten, het nodige drink- en waswater, zeep en schone handdoeken. |
Verificatiemethode: E |
3.3.8 Beheer en onderhoud
3.3.8.1 | Onderhoudstermijn |
1. | De onderhoudstermijn als bedoeld in § 27 UAV-GC 2005 eindigt op 1 juli 2015. |
Verificatiemethode: I |
3.3.9 Toekomstvastheid
Niet van toepassing.
3.3.10 Sloop
Niet van toepassing.
3.4 Externe raakvlakeisen
3.4.1 | Schade |
1. | Schades aan bestaande constructies, ontstaan ten gevolge van activiteiten die verband houden met de te verrichten Werkzaamheden volgens deze Overeenkomst, dienen door en voor rekening van de Opdrachtnemer voor de oplevering van het Werk hersteld te zijn. |
Verificatiemethode: I |
3.5 Interne raakvlakeisen
Niet van toepassing.
4 INFORMATIE
4.1 Verificatiemethoden
Type | ||
A | Analyse | Berekening, historische gegevens, voorgaande testen, analyse rapporten, datasheets van componenten …etc |
D | Demonstratie | Functionele werking aantonen |
I | Inspectie | Visuele controle, kleur, type, ontwerp, constructie, goed vakmanschap |
M | Meting | Test, evaluatie van de resultaten, prestatie |
E | Eigen keuze | Eigen keuze van de Opdrachtnemer |