INTERCOMMUNALE VOOR WATERBEDELING IN VLAAMS-BRABANT (I.W.V.B.)
INTERCOMMUNALE VOOR WATERBEDELING IN VLAAMS-BRABANT (I.W.V.B.)
Opdrachthoudende vereniging
STATUTEN
Gecoördineerde tekst per 25 juni 2013
Benaming en vorm I.W.V.B.
Intercommunale voor Waterbedeling in Vlaams-Brabant - Opdrachthoudende vereniging.
Zetel van de vennootschap
Gemeentehuis
0000 Xxxxxxx (Alsemberg)
Alsembergsteenweg 1046
Tel. : (00)000.00.00
Correspondentieadres en secretariaat :
TMVW cvba Xxxxxxxxxxx 0
0000 Xxxx
Tel. : 09-240.02.11
Fax : 02-222.91.11
e-mail : xxxx@xxxx.xx website : xxx.xxxx.xx
Oprichting
Onder de vorm van een coöperatieve vennootschap. De statuten werden goedgekeurd door de buitengewone algemene vergadering van 24 februari 1988.
B.T.W.-nummer
BE 0233.690.420
Registratienummer
Register van de burgerlijke vennootschappen die de vorm van een handelsvennootschap hebben aangenomen : BRUSSEL, 1ste kantoor, boek 105, blad 73, vak 19.
Statuten en statutenwijzigingen
Statuten aangepast door de buitengewone algemene vergadering van 24 februari 1988.
Akte gepubliceerd in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad van 8 april 1988 onder nummer 880408-237.
Oprichting, statuten en gewijzigde statuten goedgekeurd bij ministerieel besluit van de ge- meenschapsminister van Binnenlandse Zaken en Ruimtelijke Ordening op 8 juli 1988.
Goedkeuring vermeld in het Belgisch Staatsblad van 25 augustus 1988 op bladzijde 11829.
Statuten gewijzigd door de algemene vergadering van 29 mei 1989, bekendgemaakt in de bijlagen tot het Belgisch Staatsblad van 27 oktober 1989, onder nummer 891027-312.
Gewijzigde statuten goedgekeurd bij ministerieel besluit van de gemeenschapsminister van Binnenlandse Aangelegenheden en Openbaar Ambt.
Statuten gewijzigd door de algemene vergadering van 25 mei 1992, bekendgemaakt in de bijlagen tot het Belgisch Staatsblad van 24 juni 1993, onder nummer 930624-77.
Gewijzigde statuten goedgekeurd op 12 februari 1993 door het ministerie van de Vlaamse gemeenschap.
Statuten gewijzigd door de algemene vergadering van 24 mei 1993, bekendgemaakt in de bijlagen tot het Belgisch Staatsblad van 08 januari 1994, onder nummer 940108-484 Gewijzigde statuten goedgekeurd op 10 december 1993 door het ministerie van de Vlaamse gemeenschap.
Statuten gewijzigd door de algemene vergadering van 30 mei 1994, bekendgemaakt in de bijlagen tot het Belgisch Staatsblad van 29 september 1994, onder nummer 940929-23 Gewijzigde statuten goedgekeurd op 01 september 1994 door het ministerie van de Vlaamse gemeenschap.
Statuten gewijzigd door de algemene vergadering van 17 juni 2002, bekendgemaakt in de bijlagen tot het Belgisch Staatsblad van 25 juli 2002, onder nummer 20020725-695.
Gewijzigde statuten gedeeltelijk goedgekeurd op 10 oktober 2002 door het ministerie van de Vlaamse gemeenschap.
Statuten gewijzigd door de algemene vergadering van 27 mei 2003, bekendgemaakt in de bijlagen tot het Belgisch Staatsblad van 07 juli 2003, onder nummer 03076609.
Gewijzigde statuten goedgekeurd op 07 april 2004 door het ministerie van de Vlaamse ge- meenschap.
Statuten gewijzigd door de algemene vergadering van 20 oktober 2003, bekendgemaakt in de bijlagen tot het Belgisch Staatsblad van 13 februari 2004 onder nummer 04023722.
Gewijzigde statuten niet goedgekeurd op 07 april 2004 door het ministerie van de Vlaamse gemeenschap.
Statuten gewijzigd door de algemene vergadering van 21 september 2004, bekendgemaakt in de bijlagen tot het Belgisch Staatsblad van 08 oktober 2004 onder nummer 04141413.
Gewijzigde statuten gedeeltelijk goedgekeurd op 23 december 2004 door de Vlaamse minis- ter van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering.
Statuten gewijzigd door de algemene vergadering van 20 december 2005, bekendgemaakt in de bijlagen tot het Belgisch Staatsblad van 13 maart 2006. onder nummer 06048464.
Gewijzigde statuten goedgekeurd op 03 april 2006 door het ministerie van de Vlaamse ge- meenschap.
Statuten gewijzigd door de algemene vergadering van 10 september 2012, bekendgemaakt in de bijlagen tot het Belgisch Staatsblad van 07 januari 2013 onder nummer 13004276.
Gewijzigde statuten goedgekeurd op 30 november 2012 door het ministerie van de Vlaamse gemeenschap.
Statuten gewijzigd door de buitengewone algemene vergadering van 25 juni 2013, bekend- gemaakt in de bijlagen tot het Belgisch Staatsblad van 04 september 2013 onder nummer 13139361.
Gewijzigde statuten goedgekeurd op 12 december 2013 door het ministerie van de Vlaamse gemeenschap.
INHOUD
TITEL I - NAAM, RECHTSVORM, DEFINITIES, DOEL, ZETEL, DUUR AANSPRAKELIJKHEID, DEELNEMERS 9
TITEL II - MAATSCHAPPELIJK KAPITAAL, AANDELEN, INBRENGEN 19
TITEL IV - INVENTARIS, BALANS, WINST EN WINSTVERDELING 81
TITEL V - UITTREDING, UITSLUITING, VERLENGING, VERVROEGDE ONTBINDING, VEREFFENING 91
Artikel 77 100
Artikel 78 101
Artikel 79 102
TITEL VI - ALGEMENE BEPALINGEN 103
Artikel 80 103
Artikel 81 104
BIJLAGE 1 105
BIJLAGE 2 107
BIJLAGE 3 108
BIJLAGE 4 109
BIJLAGE 5 109
BIJLAGE 6 109
TITEL I - NAAM, RECHTSVORM, DEFINITIES, DOEL, ZETEL, DUUR AANSPRAKELIJKHEID, DEELNEMERS
Artikel 1
De opdrachthoudende vereniging beheerst door de onderhavige statuten is een organisme van algemeen economisch belang onderworpen aan het Vlaams decreet van zes juli twee- duizend en één, houdende de intergemeentelijke samenwerking, hierna genaamd “het de- creet”, evenals artikel 26 van de wet van tweeëntwintig december negentienhonderd zesen- tachtig betreffende de intercommunales.
Zij wordt INTERCOMMUNALE VOOR WATERBEDELING IN VLAAMS BRABANT genoemd,
afgekort tot : I.W.V.B.
Voor al wat niet uitdrukkelijk geregeld is door het decreet, zijn op de opdrachtgevende ver- eniging de bepalingen van toepassing van het wetboek van vennootschappen die gelden voor de vennootschapsvorm van de coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijk- heid. Volgende artikelen uit het Wetboek van de Vennootschappen zijn aldus van toepassing
: de artikelen 15, 23, 57, 62, 99, 100 tot en met 106, 122, 124, 125, 130 tot en met 140, 183 tot en met 195 (voor zover verenigbaar met de aard van deze opdrachthoudende vereni- ging), 354, 393, 396, 397 tot en met 400, 414 tot en met 417, 427 tot en met 429, boek XI Herstructurering van vennootschappen en de artikelen 67 tot en met 80 in zoverre ze aanvul- lend zijn op de artikelen van het decreet.
De vereniging wordt in deze statuten aangeduid met de benaming “Opdrachthoudende ver- eniging”.
Zij mag alle verrichtingen doen en aan alle activiteiten deelnemen die met dit doel verband houden. Zij mag dit onder meer verwezenlijken door samen te werken met niet-deelnemende gemeenten of opdrachthoudende verenigingen.
Dit besluit zal door toedoen van de raad van bestuur worden gepubliceerd in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad.
De opdrachthoudende vereniging kan één of meer exploitatiezetels vestigen buiten haar ze- tel, gevestigd op het grondgebied van het Vlaamse Gewest.
Deze duurtijd valt binnen de termijn toegestaan door artikel 79, paragraaf 2, laatste alinea van het Vlaams decreet houdende intergemeentelijke samenwerking, waarbij de duurtijd van de opdrachthoudende vereniging beperkt wordt tot achttien jaar, ingaand op de datum van inwerkingtreding van voorvermeld decreet, zijnde tien november tweeduizend en één.
Verbintenissen voor een duur die haar bestaanstermijn overschrijdt, mag de opdrachthou- dende vereniging slechts aangaan in zoverre ze alle passende maatregelen treft opdat die verbintenissen zouden worden nagekomen. De uitoefening van het recht om niet aan de ver- lenging deel te nemen, mag er voor een deelnemer niet moeilijker of duurder door worden.
Een register van de deelnemers met aanduiding van de geografische secties waarvoor zij deelnemende zijn, is als Bijlage 1 bij onderhavige statuten gevoegd en maakt er wezenlijk deel van uit. Zij omvat, enerzijds, de gemeenten en, anderzijds, de deelnemende maat- schappij, met aanduiding van de aandelen die iedere deelnemer worden toegekend.
Wijzigingen aan het register ingevolge louter uitvoering van statutair vastgelegde procedu- res, zoals ingevolge de bepalingen inzake rendabele investeringen, worden aangebracht door de raad van bestuur, zonder toepassing van de procedure inzake statutenwijziging.
Dit register wordt door de algemene vergadering uitdrukkelijk in overeenstemming gebracht met de besluiten van de algemene vergadering van de opdrachthoudende vereniging inzake de toelating, het ontslag of de uitsluiting. De eventuele overdracht van aandelen aan nieuwe deelnemers vindt slechts plaats na deze in overeenstemming brenging.
De deelnemers zijn niet hoofdelijk aansprakelijk. Zij zijn slechts tot beloop van het bedrag van hun inschrijvingen aansprakelijk voor de maatschappelijke verbintenissen.
In onderhavige statuten verstaat men door :
1. "Waterproductie" :
De aankoop, de winning, de behandeling en de aanjaging van het water dat bestemd is voor het verbruik van de gebruikers van de dienst of van derde cliënten.
2. "Watertransport" :
De aanvoer van het drinkwater vanaf de productiepunten tot aan de punten waar het aan de gemeenten of aan de derde cliënten wordt geleverd.
3. "Waterdistributie" :
Het geheel van de verrichtingen die bijdragen tot de levering van drinkwater bestemd voor de gebruikers van de dienst, vanaf de punten van levering aan de gemeenten tot aan de tellers van de abonnees.
4. "Zuivering van het water" :
Het vergaren, het transport en de sanering van het afval- of regenwater.
5. "Waterproductie- en watertransportinstallaties" :
Alle kunstwerken en installaties voor winning, waterbehandeling, aanjaging, aanvoer, re- servoirs en watertorens-distributiehoofden en andere kunstwerken en installaties, zowel de toekomstige als de nu bestaande, bestemd om water te leveren zowel aan de ingang van het grondgebied van de gemeenten-deelnemers als aan de punten van de levering aan derde cliënten.
Alle onroerende goederen verbonden aan de productie en aan het transport van het wa- ter : magazijnen, werkplaatsen, laboratoria, garages en administratieve kantoren.
6. "Waterdistributie-installaties" :
Alle kunstwerken en installaties bestemd om het water te verdelen onder de abonnees - fysische of morele personen - tot aan de tellers die het mogelijk maken het door gezeg- de abonnees verbruikte watervolume te meten.
Alle onroerende goederen verbonden aan de waterdistributie.
7. "Vervangingswaarde" van een installatie :
Een waarde gelijk aan het bedrag van de uitgave die, volgens deskundigen, nodig zou zijn om de installatie weer in nieuwe staat op te bouwen of te verwerven.
8. "Inbrengwaarde" van een installatie :
De waarde van een installatie op het ogenblik dat ze tot gebruik wordt ingebracht.
Ze is gelijk aan de vervangingswaarde, verminderd met een bedrag gelijk aan het pro- duct van de jaarlijkse waardevermindering met de ouderdom van die installatie; ze zal evenwel niet lager kunnen zijn dan de residuele waarde. De residuele waarde van een installatie is de gebruikswaarde die, volgens deskundigen, dient toegekend te worden aan een nog in dienst zijnde installatie. De jaarlijkse waardevermindering van een instal- latie is gelijk aan haar vervangingswaarde verminderd met haar residuele waarde en gedeeld door het aantal jaren van haar vermoedelijke totale gebruiksduur. De inbreng- waarde wordt jaarlijks aangepast volgens de procedure vervat in artikel 24 van onderha- vige statuten.
Bij de vaststelling van de vermoedelijke totale gebruiksduur van een installatie, wordt re- kening gehouden met de staat van onderhoud van die installatie op het ogenblik van de inbreng.
9. "Boekwaarde van een installatie" :
De boekwaarde van een installatie is de inbrengwaarde, en in geval van nieuwe investe- ringen de vervangingswaarde, aangepast volgens de procedure vervat in artikel 24 van onderhavige statuten, verminderd met de aangepaste jaarlijkse afschrijvingen waarvan sprake in artikel 64 van onderhavige statuten.
De aangepaste waarde van de afschrijvingen wordt berekend op het einde van elk boek- jaar zoals bepaald in artikel 24 van onderhavige statuten.
De boekwaarde van de installaties die geldt op het einde van het boekjaar, is gelijk aan de som van de aldus vastgestelde boekwaarden toegepast op de installaties of fracties van een installatie waarover de opdrachthoudende vereniging sinds de eerste dag van het boekjaar heeft beschikt, en op de in de loop van het eerste semester van het be- schouwde boekjaar tot gebruik ingebrachte installaties.
10. "Stad of gemeente" :
Een notie die, qua bepalingen waaraan een territoriaal aspect vastzit, beperkt blijft tot het door de opdrachthoudende vereniging bediende grondgebied van de stad of van de gemeente.
11. "Deelnemende maatschappij" :
Rechtspersoon die de statutaire exploitatieopdracht uitvoert voor de opdrachthoudende vereniging.
12. "Aantal abonnees" :
Het aantal facturen (één enkele keer geteld voor de cliënten die volgens een andere pe- riodiciteit dan jaarlijks een factuur ontvangen of die gemuteerd zijn).
13. "Aantal woongelegenheden" :
Het aantal gefactureerde jaarlijkse vergoedingen.
14. "Densiteit" :
De densiteit van het verbruik op het grondgebied van een gemeente is gelijk aan het aantal verkochte m³ op het grondgebied van de gemeente, gedeeld door de lengte van de leidingen gelegen op dit grondgebied.
TITEL II - MAATSCHAPPELIJK KAPITAAL, AANDELEN, INBRENGEN
Artikel 9
Het kapitaal van de vennootschap is deels vast en deels veranderlijk.
• Het vaste gedeelte van het maatschappelijk kapitaal bedraagt achttienduizend zeshon- derd euro (18.600 EUR). Het is verdeeld in zevenhonderd vijftig aandelen E zonder ver- melding van nominale waarde, elk aandeel vertegenwoordigend één zevenhonderdvijftig- ste deel van het kapitaal. Het vaste gedeelte van het kapitaal mag nooit minder bedragen dan achttienduizend zeshonderd euro (18.600 EUR). Het vaste gedeelte van het kapitaal mag enkel worden verhoogd of verminderd bij besluit van de algemene vergadering ge- nomen met inachtneming van de wettelijke voorschriften voor statutenwijziging en met naleving van de wettelijke vormvereisten in verband met de vaststelling van de kapitaal- verhoging.
• Het kapitaal wordt niet geïndexeerd.
• Het kapitaal van de vennootschap is veranderlijk wat het bedrag betreft dat het vaste ge- deelte te boven gaat. Dat gedeelte van het kapitaal varieert ter oorzake van de toetreding of de uittreding van de deelnemers, van de kapitaalverhoging of de terugneming van de aandelen E. Daarvoor is geen wijziging van de statuten vereist.
De winstbewijzen A en D en de aandelen , B, C, E en F.
• Van de winstbewijzen A wordt een gelijk aantal toegekend enerzijds aan de gemeenten, anderzijds aan de deelnemende maatschappij, ter vergoeding van de inbreng van de niet- materiële waarden waarvan sprake in de artikelen 14-1 en 16-1 van onderhavige statuten.
• De B-aandelen zijn aandelen toegekend ter vergoeding van de inbreng tot gebruik van in- stallaties waarvan sprake in de artikelen 14-2 en 16-2 van onderhavige statuten.
Het aantal B-aandelen wordt bepaald volgens de inbrengwaarde van de installaties, naar evenredigheid van een aandeel per schijf van vierentwintig euro negenenzeventig cent (24,79 EUR) van die waarde.
De verdeling van de B-aandelen gebeurt naar evenredigheid van de boekwaarde van de gebruiksinbreng bepaald in artikel 8 van onderhavige statuten of in de meest benaderen- de verhouding. Elk jaar zal deze verdeling worden aangepast, daarbij als boekwaarde nemend die welke overeenstemt met de eerste dag van het boekjaar.
• De C-aandelen zijn aandelen toegekend ter vergoeding van de inbreng tot gebruik van in- stallaties waarvan sprake in de artikelen 21, 22 en 23 van onderhavige statuten. Komen voor de verdeling van de C-aandelen evenwel niet in aanmerking, de installaties verwe- zenlijkt met behulp van niet terug te betalen subsidies, in de mate dat de installaties niet rendabel zijn verklaard volgens wat bepaald is in artikel 22 van onderhavige statuten.
Bijzondere bepalingen zullen het geval regelen van de installaties die onder een bijzonder stelsel op kosten van de openbare overheid werden opgericht.
Het aantal C-aandelen wordt bepaald volgens de inbrengwaarde van de installaties, naar evenredigheid van één aandeel per schijf van vierentwintig euro negenenzeventig cent (24,79 EUR) van die waarde, gebracht op de referte-index bepaald in artikel 24 van onder- havige statuten.
De verdeling van de C-aandelen gebeurt naar evenredigheid van de boekwaarde van de gebruiksinbreng, bepaald in artikel 8 van onderhavige statuten of in de meest benaderen- de verhouding. Elk jaar zal deze verdeling worden aangepast, daarbij als boekwaarde nemend die welke overeenstemt met de eerste dag van het boekjaar.
• Het winstbewijs D wordt aan VIVAQUA. toegekend ter vergoeding van de inbreng waar- van sprake in artikel 15 van onderhavige statuten.
• De E-aandelen zijn toegekend ter vergoeding van het maatschappelijk kapitaal. Het even- tueel creëren en het aanbieden ter inschrijving van nieuwe maatschappelijke E-aandelen met het oog op de verhoging van het maatschappelijk kapitaal wordt beslist door de al- gemene vergadering voor wat het vaste gedeelte van het maatschappelijk kapitaal betreft en door de raad van bestuur voor wat het veranderlijk gedeelte van het maatschappelijk kapitaal betreft overeenkomstig de bepalingen van artikel 9 van deze statuten.
• Naast de inbrengen tot gebruik, worden de investeringen gefinancierd door eigen midde- len van de opdrachthoudende vereniging, door leningen of door verhoging van het maat- schappelijk kapitaal. Giften of toelagen kunnen ook ontvangen worden. De volstortings- waarde van een E-aandeel is gelijk aan het product van een bedrag van vierentwintig eu- ro negenenzeventig cent (24,79 EUR) met de aanpassingscoëfficiënt bepaald in artikel 24 van onderhavige statuten. Deze volstortingswaarde wordt afgerond tot twee cijfers na de komma. Elke inschrijving die binnen de vier maanden na het oproepen door de raad van bestuur niet werd volgestort, zal aanleiding geven tot vermeerdering van het bedrag van de inschrijving met een interest berekend aan de wettelijke rentevoet toegepast in burger- lijke aangelegenheden, vermeerderd met drie punten. De raad van bestuur mag volstor- tingsfaciliteiten toestaan.
• de F-aandelen zijn aandelen toegekend ter vergoeding van de inbreng tot gebruik van in- stallaties waarvan sprake in artikel 21 en 22 van onderhavige statuten. Het aantal F- aandelen wordt bepaald volgens de inbrengwaarde van de installaties, naar evenredig- heid van één aandeel per schijf van vierentwintig euro negenenzeventig cent (24,79 EUR) van die waarde, gebracht op de referteindex bepaald in artikel 24 van onderhavige statu- ten. De verdeling van de F-aandelen gebeurt naar evenredigheid van de boekwaarde van de gebruiksinbreng, bepaald in artikel 8 van onderhavige statuten of in de meest bena- derde verhouding. Elk jaar zal deze verdeling worden aangepast, daarbij als boekwaarde nemend die welke overeenstemt met de eerste dag van het boekjaar.
De winstbewijzen A en aandelen B, C, E en F toegekend aan de gemeenten worden voor- zien van het kencijfer 1 en van het kencijfer 2 wanneer ze aan de deelnemende maatschap- pij toegekend worden.
De aanpassingen van het aantal en van de verdeling van de aandelen en winstbewijzen, be- doeld in onderhavig artikel, gebeuren jaarlijks en worden hernomen in de bijlage 4 aan on- derhavige statuten. Ze zullen het voorwerp zijn van een mededeling aan de jaarvergadering.
Die verdeling zal ieder jaar worden aangepast volgens het aantal verkochte kubieke meter (m³).
Aan de jaarvergadering zal er mededeling van worden gedaan.
De C-, E- en F-aandelen kunnen slechts overgedragen worden aan de deelnemende ge- meenten en de deelnemende maatschappij mits akkoord van de raad van bestuur.
Dit artikel is niet van toepassing op de aanpassingen bedoeld in artikel 10 van onderhavige statuten.
Op het ogenblik van de oprichting van de opdrachthoudende vereniging, brengt elke ge- meente in :
1. a) binnen de wettelijke perken, het exclusief recht om, met substitutiebevoegdheid, alle kunstwerken of kanalisaties en alle apparaten nodig voor de distributie, voor de ont- vangst en het transport van het water, voor alle gebruik, te handhaven, te plaatsen of te doen plaatsen, te onderhouden of te doen onderhouden, te wijzigen of te doen wij- zigen, weg te nemen of te doen wegnemen op, boven of onder de straten, wegen, openbare pleinen en gebouwen van de gemeente;
b) binnen de wettelijke perken, de rechten van dezelfde aard die de gemeente bezit ten opzichte van de privé-eigendommen;
c) binnen de wettelijke perken, alle rechten die de gemeente bezit om de distributie en de productie van het water te verzekeren;
2. het gebruik van de in artikel 17 van onderhavige statuten bedoelde installaties waarvan zij eigenares is of waarvan zij het gebruik heeft, volgens de voorlopige staat en de inventaris waarvan sprake in de artikelen 17 en 19 van onderhavige statuten.
Op het ogenblik van de oprichting van de opdrachthoudende vereniging doet VIVAQUA in- breng van :
• haar bekwaamheid, ervaring en kennis op het gebied van productie en vervoer van drink- water;
• en van haar verbintenis om op elk ogenblik de vereiste hoeveelheid drinkwater ter be- schikking te stellen van de opdrachthoudende vereniging, nodig voor het dekken van haar behoeften.
1. De niet-materiële waarden die inzonderheid haar ervaring, haar bevoegdheid, de mede- werking van haar diensten, haar verbintenis om - zoals bepaald in artikel 21 van onder- havige statuten - te financieren en om tegen kostprijs te beheren, vertegenwoordigen.
2. Het gebruik van de in artikel 17 van onderhavige statuten bedoelde installaties waarvan zij eigenares is of waarvan zij het gebruik heeft, volgens de voorlopige staat en de inven- taris waarvan sprake in de artikelen 17 en 19 van onderhavige statuten.
De verschillende netten of installaties waarvan het gebruik wordt ingebracht in de opdracht- houdende vereniging, worden vermeld op een inventaris die het voorwerp is van bijlage 2 aan onderhavige statuten.
Deze inventarissen zijn zodanig opgemaakt dat de installaties van elke eigenaar kunnen worden geïdentificeerd.
1. het onderhoud van de ingebrachte installaties, met inbegrip van de herstellingen, te ver- zekeren;
2. de schadeloosstellingen, vergoedingen en belastingen te betalen die, met ingang van vierentwintig februari van het jaar van oprichting, verschuldigd zullen zijn uit hoofde van bedoelde installaties alsook van die welke later zouden worden aangelegd;
3. over te nemen en voor eigen rekening voort te zetten, de uitvoering - met uitsluiting van de leningen - van alle verplichtingen, contracten, aannemingen, huurovereenkomsten, abonnementen, verzekeringen, afgesloten uit hoofde van die installaties, alsmede de geschillen voortkomende van de exploitatie en die hun oorsprong hebben na vierentwin- tig februari van het jaar van oprichting.
Ook de artikelen 17 en 18 van onderhavige statuten zijn in dat geval toepasselijk.
De statuten van de opdrachthoudende vereniging worden in overeenstemming gebracht met de nieuwe toestand.
1. Aandelen C
De nieuwe investeringen omvatten de nieuwe, bijkomende, gewijzigde, heropgebouwde of vernieuwde installaties die nodig zijn om het doel van de opdrachthoudende vereni- ging te verzekeren.
De investeringen zijn jaarlijks het voorwerp van een werkenprogramma opgemaakt door de deelnemende maatschappij en vastgesteld door de raad van bestuur van de op- drachthoudende vereniging, vóór de jaarvergadering, na medegedeeld te zijn aan de deelnemers van de betrokken openbare sector.
De deelnemende maatschappij verbindt zich tot de financiering van de nieuwe investe- ringen bedoeld in de vorige alinea's. De voor de distributie deelnemende gemeenten hebben steeds het voorrecht om tussen te komen in de financiering van de nieuwe in- vesteringen tot op het moment dat hun aandeel, zowel in het geheel als voor elke ge- meente afzonderlijk in haar boekhoudkundige sector - waarvan sprake in artikel 40 van onderhavige statuten -, de helft bereikt van de totale boekwaarde der installaties die in de opdrachthoudende vereniging in gebruik zijn ingebracht.
Wat deze investeringen aangaat, verbinden de deelnemers zich ze in gebruik in te bren- gen in de opdrachthoudende vereniging.
De verplichtingen van de deelnemende maatschappij zoals omschreven in onderhavig artikel, vervallen voor de vijf jaren die de vervaldag van de opdrachthoudende vereni- ging voorafgaan. Tijdens die laatste jaren voert de maatschappij de door de gemeenten gevraagde werken evenwel uit, maar kan daarbij als voorwaarde stellen dat die ge- meenten gezegde werken volledig zouden financieren.
De nieuwe installaties die door de raad van bestuur aan de deelnemers worden ge- vraagd, worden in de opdrachthoudende vereniging in gebruik ingebracht aan de waar- de bepaald in artikel 8.8 van onderhavige statuten.
2. Aandelen E
Tot op het ogenblik dat de deelnemende maatschappij enerzijds en al de gemeenten- deelnemers samen zoals voor elke gemeente afzonderlijk in haar boekhoudkundige sec- tor anderzijds, elk de helft bezitten van de aandelen E, geniet de minderheidsgroep een recht op voorrang bij het inschrijven op de nieuwe gecreëerde aandelen. In geval van evenwicht, kan iedere groep inschrijven ten belope van de helft van de intekening.
De deelnemende maatschappij verbindt er zich toe, bij ieder uitgeven van nieuwe maat- schappelijke E-aandelen vol te storten in geld, in te tekenen op de aan de gemeenten aangeboden aandelen waarop door hen niet zou worden ingetekend. Deze verplichting vervalt gedurende de vijf jaren die de vervaldag van de opdrachthoudende vereniging voorafgaan.
3 Aandelen F
De nieuwe investeringen vertegenwoordigd door F-aandelen omvatten de nieuwe, bij- komende, gewijzigde, heropgebouwde of vernieuwde installaties die nodig zijn om het doel van de opdrachthoudende vereniging te verzekeren.
Deze hierbij betrokken investeringen zijn deze die in het werkenprogramma, waarvan sprake onder punt 1 van dit artikel, niet kunnen aanleiding geven tot de creatie van nieuwe C-aandelen.
De deelnemende maatschappij verbindt zich tot de financiering van deze nieuwe inves- teringen tot een begrensd bedrag. Voor het boekjaar 2005 is deze grens bepaald op vierhonderd negen en zestig duizend euro (469 000 EUR). Deze waarde wordt jaarlijks aangepast overeenkomstig de evolutie van de inbrengindex tijdens de 2 laatste voorbije boekjaren en waarvan sprake in artikel 24, § 3. Bijlage 6 van de statuten bevat een tabel waarbij de verdeling van het bovenvermelde grensbedrag onder de deelnemende ge- meenten is bepaald. Artikel 21, 1, vijfde en zesde lid is van toepassing.
De voor de distributie deelnemende gemeenten hebben steeds het voorrecht om tussen te komen in de financiering van de nieuwe investeringen vertegenwoordigd door F- aandelen en dit tot het grensbedrag vermeld voor hun gemeente in bijlage 6.
Wat betreft de installaties voor de verwezenlijking waarvan de deelnemers van de openbare sector een niet terug te betalen subsidie hebben ontvangen welke zij voor de financiering van die installaties hebben aangewend, zijn de inbrengwaarde en de vervangingswaarde ge- lijk aan de kostprijs bepaald zoals hierboven gezegd, evenwel verminderd met het gedeelte van die subsidie dat door de raad van bestuur niet rendabel wordt verklaard; dit besluit kan later door de raad van bestuur worden herzien en in dat geval worden er bijkomende C- aandelen uitgegeven in dezelfde verhouding.
Artikel 23
Nieuwe C of F-aandelen worden toegekend aan de gemeenten en aan de deelnemende maatschappij die het gebruik van de respectievelijk bedoelde nieuwe installaties in de op- drachthoudende vereniging inbrengen. De voordelen, verbonden aan die aandelen, worden toegekend pro rata temporis.
De vervangings- en de inbrengwaarde, bij de oprichting van de opdrachthoudende vereni- ging vastgesteld voor de op dat ogenblik ingebrachte installaties, worden beschouwd als zijnde vastgesteld op grond van de referte-index.
In de loop van het bestaan van de Intercommunale wordt voor ieder boekjaar waarin nieuwe inbrengen gebeuren, een "inbreng-index" berekend gelijk aan het rekenkundig gemiddelde van de groothandels- en van de consumptieprijzen voor de twaalf maanden van het bewuste boekjaar.
De index van de groothandelsprijzen werd voor het laatst officieel gepubliceerd voor de waarde van de maand december negentienhonderd achtentachtig.
In afwachting van de officiële publicatie van een nieuwe globale index, wordt de berekening van het aanpassingscoëfficiënt, het indexcijfer van de groothandelsprijzen vervangen door de eerst gepubliceerde voorlopige waarde van het indexcijfer van de industriële productie- prijzen, vermenigvuldigd met het omrekeningscoëfficiënt tussen beide indexen voor decem- ber negentienhonderd achtentachtig, gelijk aan acht komma achttien (8,18).
G december negentienhonderd achtentachtig IPI december negentienhonderd achtentachtig.
Vanaf één januari tweeduizend en twee wordt de index van de industriële productieprijzen met basis negentienhonderd tachtig is gelijk aan honderd (1980 = 100) vervangen door de index van de industriële productieprijzen basis tweeduizend is gelijk aan honderd (2000 = 100).
De vervangings- en de inbrengwaarde van die nieuwe inbrengen worden teruggebracht tot waarden uitgedrukt volgens de referte-index, door ze te vermenigvuldigen met het quotiënt van de deling van de referte-index door de inbreng-index voor het dienstjaar in de loop waar- van die inbrengen zijn gebeurd.
De aanpassingen geschieden op het einde van elk boekjaar, overeenkomstig volgende me- thode.
De vervangings- en de inbrengwaarde, teruggebracht zoals hierboven uiteengezet, tot waar- den uitgedrukt volgens de referte-index, worden vermeerderd of verminderd met zoveel volle schijven van vijf procent (5 %) als er begrepen zijn in het verschil tussen het rekenkundig gemiddelde van de indexen van de laatste vijf boekjaren en de referte-index.
Voor de eerste vier indexen na de oprichting, is gezegd "rekenkundig gemiddelde van de in- dexen van de laatste vijf boekjaren" het volgende :
• voor het eerste boekjaar : de index van dat eerste boekjaar;
• voor het tweede boekjaar : het rekenkundig gemiddelde van de index van dat tweede boekjaar en van viermaal de index van het eerste boekjaar;
• voor het derde boekjaar : het rekenkundig gemiddelde van de index van het derde boekjaar;
van de index van het tweede boekjaar;
van driemaal de index van het eerste boekjaar;
• voor het vierde boekjaar : het rekenkundig gemiddelde van de index van het vierde boekjaar;
van de index van het derde boekjaar; van de index van het tweede boekjaar;
van tweemaal de index van het eerste boekjaar.
TITEL III - RAAD VAN BESTUUR - COMMISSARISSEN-IBR - DIRECTIECOMITE - ALGEMENE VERGADERING
X. XXXX VAN BESTUUR Artikel 25
1. De opdrachthoudende vereniging wordt bestuurd door een raad van bestuur waarvan de leden door de algemene vergadering worden gekozen onder de door de deelnemers voorgedragen kandidaten.
Alleen natuurlijke personen kunnen lid zijn van de raad van bestuur. Dit geldt niet voor aangesloten privaatrechtelijke rechtspersonen zolang zij overeenkomstig artikel 80 van het decreet deel kunnen blijven uitmaken van de vereniging.
De vergaderingen van de raad van bestuur zijn niet openbaar.
2. De vergadering bepaalt het aantal mandaten waarin te voorzien is :
• Elke gemeentelijke deelnemer draagt minstens één (1) lid voor. Per volledige schijf van 40.000 inwoners wordt één (1) vertegenwoordiger toegevoegd met een maximum van drie (3).
• Een mandaat wordt toegewezen aan een kandidaat, voorgedragen door VIVAQUA.
• De deelnemende maatschappij heeft recht op evenveel mandaten als 25% - 1 van het totaal aantal gemeentelijke vertegenwoordigers, waarbij het bekomen resultaat van de vermenigvuldiging afgerond wordt naar het hoger geheel getal.
Indien de houders van aandelen met kencijfer 1 kandidaat-bestuurders voordragen die geen lid zijn van de gemeenteraad, maar van wie de deskundigheid met betrekking tot de statutair bepaalde doelstellingen manifest aantoonbaar is, wordt deze voordracht uitdruk- kelijk gemotiveerd.
In voorkomend geval is de onverenigbaarheid van het mandaat van bestuurder met de functie van werknemer van een deelnemend bestuur, voorzien in artikel 25, 2 alinea 5, niet van toepassing.
Zij mogen geen kandidaat voordragen of benoemen die werknemer is van een niet- gemeentelijke deelnemer of er een mandaat waarneemt.
Een niet-gemeentelijke deelnemer kan geen kandidaat voordragen of benoemen die lid is van een gemeenteraad.
Onverminderd bovenstaande alinea en andere wettelijke of decretale bepalingen die van toepassing zijn op de mandaten in een opdrachthoudende vereniging, bestaat er onvere- nigbaarheid tussen het mandaat van bestuurder en de volgende ambten, functies of mandaten :
• lid van een regering, zowel op federaal niveau als op niveau van de gewesten en gemeenschappen ;
• lid van een wetgevende vergadering, zowel op federaal niveau als op niveau van de gewesten en gemeenschappen ;
• lid van het Europees Parlement en van de Europese Commissie;
• provinciegouverneur of adjunct van de gouverneur van Vlaams-Brabant ;
• arrondissementscommissaris of adjunct-arrondissementscommissaris ;
• provinciegriffier ;
• lid van een bestuurs- of controleorgaan in of werknemer van een privaatrechtelijke rechtspersoon die activiteiten uitoefent in dezelfde beleidsdomeinen als de opdracht- houdende vereniging ;
• behoudens wat bepaald is in artikel 12,2, alinea 3, van het decreet, werknemer van een deelnemend openbaar bestuur, of van een administratie die is belast met hetzij de uitoefening van het gewoon toezicht op de lokale besturen, hetzij de uitoefening van een specifiek toezicht op grond van de doelstellingen van de opdrachthoudende vereniging.
De benoeming van de bestuurders gebeurt bij geheime stemming.
Niemand kan door meer dan één deelnemer worden voorgedragen of benoemd, noch mandaten gelijktijdig uitoefenen in de uitvoerende organen van meer dan drie dienstver- lenende of opdrachthoudende verenigingen. Deze bepaling geldt niet voor de deelne- mende privaatrechtelijke rechtspersonen zolang zij deel blijven uitmaken van de op- drachthoudende vereniging.
3. Bekomt een voorgedragen kandidaat de gewone meerderheid van de stemmen in de schoot van de algemene vergadering niet, dan dragen de vertegenwoordigers van de deelnemers die hem voorgedragen hebben, een andere kandidaat voor.
4. Aan de vergadering van de raad van bestuur wordt deelgenomen door twee rechtstreeks door verschillende gemeenten aangeduide afgevaardigden die lid zijn met raadgevende stem.
Deze gemeenteraadsleden zijn verkozen op een lijst waarvan geen enkele verkozene deel uitmaakt van het college van burgemeester en schepenen of aangesteld is als voor- zitter van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn.
De criteria voor aanduiding van deze afgevaardigden worden als volgt vastgesteld :
• twee bijkomende mandaten van bestuurder met raadgevende stem toegekend aan die gemeenten die het dichtst de 600.000 m³/jaar verbruik benaderen.
Na de vernieuwing van de gemeenteraden wordt aan de deelnemers, die voor de eerst- volgende zes jaar aan de voornoemde criteria voldoen, schriftelijk gevraagd de leden met raadgevende stem aan te duiden. Uiterlijk drie maand voor de datum van de voorziene aflossing wordt de volgende gemeente die aan de voornoemde criteria voldoet aange- schreven en dient zij binnen de 14 dagen te bevestigen dat zij een persoon zal aandui- den. Wanneer er een negatief antwoord komt of geen antwoord en indien uiterlijk twee maanden voor het einde van de voorziene aflossing de opvolger vooralsnog niet gekend zou zijn, verliest zij de mogelijkheid om een lid voor te dragen en wordt de volgende ge- meente die aan voornoemde criteria voldoet aangeschreven.
De duur van het mandaat van bestuurder is vastgesteld op zes jaar.
De duur van het mandaat van de commissarissen-IBR is bepaald op drie jaar. De mandaten zijn hernieuwbaar.
De vervanger voltooit het mandaat van zijn voorganger.
De bestuurders worden evenwel geacht van rechtswege ontslagnemend te zijn wanneer de deelnemer die hun kandidatuur heeft voorgedragen uitgesloten of uitgetreden is.
Het is elke bestuurder van de opdrachthoudende vereniging verboden :
a. Aanwezig te zijn bij een beraadslaging en besluitvormingen over zaken waarbij hij een rechtstreeks belang heeft, of waarbij zijn bloed- of aanverwanten tot en met de vierde graad een persoonlijk of rechtstreeks belang hebben.
Dit verbod strekt niet verder dan de bloed- en aanverwanten tot de tweede graad, zo het gaat om voordrachten van kandidaten, benoemingen, afzettingen en schorsingen.
b. Rechtstreeks of onrechtstreeks deel te nemen aan overeenkomsten afgesloten met de opdrachthoudende vereniging.
c. Als advocaat, notaris of zaakwaarnemer op te treden in rechtsgedingen tegen de op- drachthoudende vereniging. Het is hem verboden, in dezelfde hoedanigheid, ten behoe- ve van de opdrachthoudende vereniging te pleiten, raad te geven of op te treden in eni- ge betwisting, tenzij dit kosteloos gebeurt.
d. Op te treden als raadsman van een personeelslid in tuchtzaken.
De voorzitter wordt voorgedragen door de bestuurders afkomstig van de houders van aande- len met kencijfer 1 en die tevens gemeenteraadslid is, of burgemeester of schepen en de ondervoorzitter door de bestuurders afkomstig van de houders van aandelen met kencijfer 2.
De raad kiest zich een secretaris en bepaalt de duur van het hem verleend mandaat; dat mandaat kan worden vernieuwd.
De raad van bestuur vergadert na oproeping door de voorzitter.
De voorzitter is ertoe gehouden de raad binnen vijftien dagen samen te roepen op aanvraag van vier bestuurders. Xxxxxxx de voorzitter zou weigeren of verhinderd zou zijn de raad sa- men te roepen, dan zal deze samenkomen na oproeping door vier bestuurders.
Behoudens de dringende gevallen moeten de oproepingen schriftelijk (brief, e-mail, fax, …) zeven volle dagen vóór de zitting gebeuren; ze maken melding van de agenda. De vergade- ringen van de raad worden gehouden in de zetel of op elke andere plaats aangeduid in de oproeping.
De afgevaardigden met raadgevende stem tellen niet mee voor de berekening van een eventueel aanwezigheidsquorum.
2. Wordt dit quorum om te kunnen beraadslagen of besluiten niet bereikt in de raad, dan vergadert hij opnieuw binnen de veertien dagen en kan hij, ongeacht het aantal aanwe- zige of vertegenwoordigde bestuurders, voor zover beide groepen bestuurders aanwe- zig” vervangen door de woorden “voor zover tenminste één lid van de groep van be- stuurders aangeduid op voordracht van de houders van aandelen met kencijfer 1 aan- wezig of vertegenwoordigd zijn, geldig beraadslagen en besluiten over de punten die voor de tweede maal op de agenda werden ingeschreven. De oproepingsbrief voor deze bijeenkomst vermeldt onderhavige bepaling.
Iedere bestuurder heeft recht op één stem.
Een besluit is slechts geldig wanneer het genomen wordt met zowel de gewone meerderheid van de stemmen der aanwezige of vertegenwoordigde bestuurders als met de meerderheid van de stemmen der bestuurders verkozen op voordracht van de houders van aandelen met kencijfer 1.
De onthoudingen worden niet in aanmerking genomen bij het berekenen van de meerderhe- den.
Op gemotiveerd verzoek van de bestuurders, voorgedragen door de deelnemers van aande- len met kencijfer 2 wordt een beslissing die de plichten of verantwoordelijkheden verzwaren van deze deelnemers of hun rechten beperken, verdaagd naar de volgende vergadering.
Het daartoe bij de voorzitter neergelegde verzoek, dat gevoegd wordt bij de notulen van de vergadering en dat niet kan geweigerd worden, bevat een omstandige motivering en duidt de schending van het belang concreet aan, getoetst aan het belang van de vereniging.
De raad van bestuur vergadert opnieuw binnen een termijn van dertig dagen. Hij beslist over het agendapunt waarvan de beslissing verdaagd is, met de statutair vereiste meerderheid, op grond van een omstandige motivering die het verzoek tot verdaging beantwoordt.
Dit mag evenwel geen hinderpaal zijn voor het vervullen van het doel van de opdrachthou- dende vereniging, binnen de voorwaarden bepaald in het artikel 3.
Een lijst met een beknopte omschrijving van de besluiten wordt binnen de twintig dagen na het nemen van het besluit verzonden aan de Vlaamse Regering. Vanaf de dag van de ver- zending aan de Vlaamse Regering wordt de lijst gedurende minstens twintig dagen ter inza- ge gelegd van het publiek. Dezelfde lijst wordt gepubliceerd op de website van de opdracht- houdende vereniging.
De toezichthoudende overheid kan alle documenten en inlichtingen opvragen of die ter plaatse raadplegen. Ze bepaalt de informatiedrager en de vorm waarin de gegevens worden verstrekt.
Een afschrift van de besluiten van de opdrachthoudende verenigingen betreffende de rechtspositieregeling van het personeel, vermeld in artikel 69 van het decreet, dient binnen de twintig dagen na het nemen van het besluit naar de Vlaamse Regering te worden verzon- den.
Alle kennisgevingen of verzendingen tussen de opdrachthoudende vereniging en de toe- zichthoudende overheid gebeuren op de wijze, bepaald door de Vlaamse Regering.
De eensluidende afschriften en uittreksels worden ondertekend door de secretaris van de raad.
De gedetailleerde notulen van de raad van bestuur met bijgevoegd het stemgedrag van de individuele leden en alle documenten waar in de notulen naar verwezen wordt, liggen ter in- zage van de gemeenteraadsleden op het secretariaat van de deelnemende gemeenten.
Op verzoek van een raadslid kan het deelnemende bestuur vragen om de notulen en alle stukken waarnaar in de notulen wordt verwezen, elektronisch ter beschikking te stellen. De vereniging dient de gevraagde stukken elektronisch ter beschikking te stellen aan het deel- nemende bestuur. Het deelnemende bestuur kan ze vervolgens aan het raadslid bezorgen.
De vereniging kan tevens de stukken rechtstreeks ter beschikking stellen aan de raadsleden van de deelnemende besturen.
Dit artikel doet geen afbreuk aan de mogelijkheid van strafrechtelijke vervolging van de raadslieden wegens schending van het beroepsgeheim, overeenkomstig artikel 458 van het Strafwetboek (artikel 52, derde lid Decreet).
De commissarissen-IBR brengen verslag uit binnen de veertien dagen na deze mededeling.
Dertig dagen vóór de jaarvergadering deelt de raad van bestuur aan de deelnemers de on- der alinea 1 vermelde stukken mee, alsmede het verslag van de commissarissen-IBR.
De raad van bestuur wordt belast met de door de wet opgelegde publicatieverrichtingen en neerleggingen, onder meer wanneer het gaat :
• in voorkomend geval, om het verplaatsen van de zetel van de opdrachthoudende vereni- ging (artikel 5);
• in voorkomend geval, om het bijwerken van de lijst van de deelnemers (artikel 7);
• in voorkomend geval, om wijzigingen aangebracht aan de onderhavige statuten;
• om het jaarverslag, de balans, de resultatenrekening, de toelichting en het verslag van de commissarissen-IBR. Bij de neerlegging bij de Nationale Bank binnen de dertig dagen na de algemene vergadering wordt vermeld dat de rekeningen onderworpen zijn aan een administratieve toezichtprocedure. Binnen een termijn van dertig kalenderdagen wordt de Nationale Bank van België op de hoogte gebracht van het verstrijken van de termijn inza- ke het administratief toezicht.
De raad van bestuur kan één of meerdere gemeente(n) in afzonderlijke boekhoudkundige sectoren groeperen.
De raad van bestuur wordt gemachtigd de tarieven vast te stellen met naleving van de wette- lijk voorgeschreven formaliteiten. De raad van bestuur kan door de Vlaamse regering ge- machtigd worden om in eigen naam en voor eigen rekening over te gaan tot de onteigenin- gen die noodzakelijk zijn voor de verwezenlijking van haar statutaire doelstellingen.
De raad van bestuur is gehouden te beraadslagen over een kwestie die hem door de toe- zichthoudende overheid zou worden voorgelegd.
Zij bepaalt de vergoeding van de commissarissen-IBR, overeenkomstig de wettelijke bepa- lingen.
Jaarlijks wordt een per mandataris geïndividualiseerd overzicht van de in het voorbije boek- jaar ontvangen vergoedingen en presentiegelden gevoegd bij de documenten die aan de deelnemende gemeenten worden bezorgd.
De werkingsmodaliteiten van de verschillende organen worden neergeschreven in een bij de statuten gevoegd huishoudelijk reglement dat vastgesteld wordt bij een eenvoudige beslis- sing van het betrokken orgaan.
Artikel 47bis
1. De raad van bestuur mag in zijn schoot een beperkt directiecomité oprichten waaraan hij de nodige machten overdraagt om de uitvoering van de besluiten van de raad van be- stuur te verzekeren, de werkzaamheden van de raad voor te bereiden en dringende ge- vallen te behandelen.
Dit comité wint bij de deelnemende maatschappij alle inlichtingen in die het nodig acht om de raad van bestuur, die het moet bijstaan, voor te lichten.
2. Het aantal leden van het directiecomité bedraagt vijf (5).
3. De leden worden door de raad benoemd - en kunnen door hem worden afgezet - op voordracht van elkeen der beide groepen bestuurders, verkozen enerzijds op voordracht van de houders van aandelen met kencijfer 1 en anderzijds de deelnemers, houders van aandelen met kencijfer 2.
Aan de eerste groep worden drie (3) mandaten toegekend en aan de tweede groep twee
(2) mandaten.
Alleen natuurlijke personen kunnen lid zijn van het directiecomité. Dit geldt niet voor aangesloten privaatrechtelijke rechtspersonen zolang zij overeenkomstig artikel 80 van het decreet deel kunnen blijven uitmaken van de vereniging.
4. Het comité kiest onder zijn leden een voorzitter behorend tot de eerste groep en een on- dervoorzitter behorend tot de tweede.
5. Het comité vergadert op uitnodiging van zijn voorzitter of zijn ondervoorzitter.
6. De vergaderingen worden voorgezeten door de voorzitter van het comité en bij zijn af- wezigheid door het oudste lid van zijn groep.
Elk lid van het directiecomité heeft één stem. Elk lid van het directiecomité mag zich schriftelijk, voor een welbepaalde vergadering, laten vertegenwoordigen door een ande- re bestuurder uit dezelfde statutaire groep. Elke bestuurder mag slechts één volmacht hebben.
Het comité besluit bij eenparigheid, zoniet dient de raad van bestuur het besluit te ne- men.
7. Het directiecomité brengt de raad van bestuur zo spoedig mogelijk verslag uit over zijn besluiten.
8. De raad van bestuur mag aan het directiecomité elke opdracht toevertrouwen die hij nut- tig oordeelt.
9. Het directiecomité mag de raad van bestuur elke suggestie voorleggen die het oppor- tuun acht.
10. De vergaderingen van het directiecomité zijn niet openbaar. De gedetailleerde notulen met bijgevoegd het stemgedrag van de individuele leden en alle documenten waar in de notulen naar verwezen wordt, liggen ter inzage van de gemeenteraadsleden op het se- cretariaat van de deelnemende gemeente, onverminderd de decretale bepalingen inza- ke de openbaarheid van bestuur.
11. Een lijst met een beknopte omschrijving van de besluiten wordt binnen de twintig dagen na het nemen van het besluit verzonden aan de Vlaamse Regering. Vanaf de dag van de verzending aan de Vlaamse Regering wordt de lijst gedurende minstens twintig da- gen ter inzage gelegd van het publiek. Dezelfde lijst wordt gepubliceerd op de website van de opdrachthoudende vereniging. De toezichthoudende overheid kan alle documen- ten en inlichtingen opvragen of die ter plaatse raadplegen. Ze bepaalt de informatiedra- ger en de vorm waarin de gegevens worden verstrekt.
B. DE COMMISSARISSEN-IBR Artikel 48
1. De verrichtingen van de opdrachthoudende vereniging staan onder het toezicht van één of meerdere commissarissen aangeduid in de hoedanigheid van lid van het Instituut van Bedrijfsrevisoren en alle hen betreffende wetsbepalingen die hun ambt en bevoegdhe- den regelen zijn van toepassing
2. De algemene vergadering benoemt de commissarissen-IBR.
3. De commissarissen-IBR hebben een onbeperkt recht van toezicht en controle op de fi- nanciële toestand, op de jaarrekening en op de regelmatigheid vanuit wettelijk oogpunt, van de verrichtingen weer te geven in de jaarrekeningen van de opdrachthoudende ver- eniging. Zij mogen inzage nemen, zonder ze te verplaatsen, van de boeken, de brieven, de notulen en, in het algemeen, van alle geschriften van de opdrachthoudende vereni- ging.
Elk jaar brengen de commissarissen-IBR verslag uit aan de jaarvergadering betreffende de vervulling van hun opdracht. Zij vermelden hun vaststellingen en spreken zich uit, onder meer, over het feit dat de verrichtingen weergegeven door de boekhouding in overeenstemming zijn met de wet en de statuten van de opdrachthoudende vereniging.
C. ALGEMENE VERGADERING Artikel 49
De algemene vergadering is samengesteld uit de deelnemers. Elke vertegenwoordiger van die deelnemers moet drager zijn van een geldige volmacht.
Het aantal leden dat elke gemeente kan afvaardigen om te zetelen in de algemene vergade- ring wordt bepaald door twee criteria : de bevolkingscijfers en de kapitaalinbreng.
De verdeelsleutel wordt bepaald als volgt :
a) elke deelnemer die een kapitaalinbreng gedaan heeft, duidt één vertegenwoordiger in de algemene vergadering aan ;
b) indien een deelnemende gemeente meer dan twintigduizend (20.000) inwoners telt, kan zij een bijkomende vertegenwoordiger aanduiden.
De gemeenteraad bepaalt het aantal stemmen waarover iedere afgevaardigde beschikt, zonder dat het totale aantal stemmen waarover de gemeente statutair beschikt, overschre- den kan worden.
De gemeentelijke vertegenwoordiger in de algemene vergadering wordt aangesteld voor de duur van de legislatuur. De vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger in de al- gemene vergadering wordt herhaald voor elke vergadering.
De volmachten moeten tenminste vijf dagen vóór de vergadering in de zetel van de op- drachthoudende vereniging toekomen. De voorzitter van de vergadering kan evenwel, krach- tens een voor allen gelijkluidende beslissing, laattijdig ingediende volmachten toelaten.
Ingeval een deelnemer zich laat vertegenwoordigen door meerdere lasthebbers, moet de volmacht duidelijk maken voor hoeveel aandelen ieder van hen aan de stemming deelneemt. Is er niets gepreciseerd, dan wordt het aantal stemmen, verbonden aan de aandelen waar- over die deelnemer beschikt, gelijkelijk onder zijn lasthebbers verdeeld.
Die lasthebbers tekenen een aanwezigheidslijst voordat zij de vergadering betreden. De lijst wordt eenvormig verklaard door de stemopnemers van het bureau, en aan het proces- verbaal van de vergadering gehecht.
De vertegenwoordigers van de houders van aandelen met kencijfer 1 dienen door de ge- meenteraad aangeduid te worden onder de gemeenteraadsleden, de burgemeester en de schepenen van de gemeente. Zij mogen geen lid zijn van een bestuurs- of controleorgaan van de maatschappijen die houder zijn van aandelen met kencijfer 2. Voor de overige deel- nemers worden zij aangewezen door de organen die krachtens de wettelijke, reglementaire of statutaire bepalingen, bevoegd zijn te beslissen tot deelneming of toetreding.
Er bestaat een onverenigbaarheid tussen het mandaat van vertegenwoordiger op de alge- mene vergadering en dat van lid van één van de andere organen. De onverenigbaarheden voorzien in artikel 25, 2 zijn eveneens van toepassing op de leden van de algemene verga- dering.
De bestuurders en de commissarissen-IBR mogen eveneens de algemene vergadering bij- wonen; zij zijn niet stemgerechtigd. De commissarissen-IBR kunnen geen deelnemer verte- genwoordigen.
Zij kan, binnen de wettelijke perken, wijzigingen brengen in de statuten, onder voorbehoud dat zij zich gedraagt naar de desbetreffende bepalingen van onderhavige statuten.
Zij wordt voorgezeten door de voorzitter van de raad van bestuur of door de bestuurder die hem krachtens artikel 34 van onderhavige statuten vervangt.
Zij vormt een bureau bestaande uit de voorzitter, twee stemopnemers en een secretaris; de stemopnemers en de secretaris worden door haar aangeduid.
De zittingen van de algemene vergadering zijn openbaar.
Artikel 412 van het Wetboek van vennootschappen is van toepassing.
Behoudens in dringende gevallen worden de deelnemers dertig dagen van tevoren per aan- getekend schrijven of per drager tegen afgifte van ontvangstbewijs in kennis gesteld van de datum, de agenda van de algemene vergadering en de verslagen van de raad van bestuur en van de commissarissen-IBR.
In het geval voorzien in de laatste alinea van artikel 56 van onderhavige statuten, wordt de termijn op negentig (90) dagen gebracht. De oproepingsbrief vermeldt de bepaling van be- doelde alinea. Aan de deelnemende gemeenten wordt vijfenveertig (45) dagen na de oproe- pingsbrief, een rappel gestuurd.
Bij dezelfde gelegenheid worden de houders van E-aandelen verzocht binnen de acht (8) dagen de bijkomende punten te laten kennen die zij vragen op de agenda in te schrijven. Over deze bijkomende punten kan alleen worden beraadslaagd.
Ingeval de agenda wordt gewijzigd zoals hierboven gezegd, wordt tenminste vierentwintig
(24) uren vóór de datum van de algemene vergadering een aanvullende agenda aan de deelnemers gezonden.
Op verzoek van de deelnemers die samen tenminste één tiende van het totaal aantal B, C en E-aandelen bezitten, is de raad van bestuur of het college van commissarissen gehouden de algemene vergadering samen te roepen binnen de vijfenveertig (45) dagen na het hen gedane verzoek. De convocatie moet binnen de vijftien (15) dagen na het verzoek aan de deelnemers worden gezonden. De procedure omschreven in de alinea’s 2, 3, 4 en 5 van on- derhavig artikel, is van toepassing, tenzij in een dringend geval waartoe door het samenroe- pend orgaan wordt besloten. De termijnen, opgegeven in de bepalingen van onderhavig arti- kel, worden in dat geval respectievelijk vastgesteld op vijftien (15), tien (10) en één (1) da- gen.
De raad van bestuur moet ze ook bijeenroepen om verslag uit te brengen, te beraadslagen en te besluiten over het door de raad van bestuur opgesteld saneringsplan indien het netto- actief, ingevolge een geleden verlies, gedaald is tot een bedrag kleiner dan de helft van het vast gedeelte van het kapitaal en dit binnen de zestig (60) dagen te rekenen vanaf de vast- stelling van het verlies en onder de voorwaarden voorzien voor een statutenwijziging.
De raad van bestuur verantwoordt zijn voorstellen in dit saneringsplan dat uiterlijk drie (3) weken vóór de algemene vergadering aan alle deelnemers en aan de toezichthoudende overheid wordt voorgelegd, samen met de oproepingsbrief en alle bijbehorende documenten waaruit de noodzaak van het saneringsplan blijkt.
De algemene vergadering beslist onder de voorwaarden van een statutenwijziging.
De bestuurders en de commissarissen-IBR mogen eveneens de algemene vergadering bij- wonen; zij zijn niet stemgerechtigd. De commissarissen-IBR kunnen geen deelnemer verte- genwoordigen.
Binnen de twintig dagen na het nemen van het besluit wordt een afschrift van de voorstellen van de raad van bestuur van de opdrachthoudende vereniging in verband met het sane- ringsplan naar de Vlaamse Regering verzonden.
De algemene vergadering kan enkel besluiten:
1. als tenminste de gewone meerderheid van alle aandelen, globaal evenals de gewone meerderheid van de aandelen B1, C1, F1 vertegenwoordigd of aanwezig zijn;
2. inzake de punten ingeschreven op de agenda; deze omvat de voorstellen die uitgaan van de raad van bestuur, of die acht dagen vóór de vergadering aan de raad werden voorgelegd door deelnemers die tenminste één tiende van de uitgegeven B, C en E- aandelen vertegenwoordigen. Over deze bijkomende punten kan alleen worden beraad- slaagd.
In voorkomend geval vermeldt de oproepingsbrief onderhavige bepaling.
De werkingsmodaliteiten worden door het bureau van de algemene vergadering vastgesteld, binnen het kader van het door deze laatste bepaald inwendig reglement.
De wettelijk vereiste meerderheid is de gewone meerderheid, onder voorbehoud van het be- paalde in artikel 58.
De onthoudingen worden niet in aanmerking genomen bij het berekenen van de meerderhe- den.
Elke wijziging van de statuten dient het voorwerp uit te maken van een besluit van de ge- meenteraden.
Te dien einde wordt het ontwerp aan de deelnemers medegedeeld negentig (90) dagen vóór de algemene vergadering. Aan de deelnemende gemeenten wordt een rappel gestuurd ge- lijktijdig met de oproepingsbrief. De beslissingen terzake van de gemeenteraden bepalen het mandaat van de respectieve vertegenwoordigers op de algemene vergadering en worden bij het verslag gevoegd. De oproepingsbrief vermeldt de bepalingen van onderhavige alinea. Elke gemeenteraad die zijn standpunt niet tijdig heeft medegedeeld, wordt geacht zich ont- houden te hebben. De onthouding bepaalt het mandaat van de betrokken vertegenwoordi- ger(s) op de algemene vergadering.
De jaarvergadering hoort de verslagen van de raad van bestuur en van de commissarissen- IBR.
De algemene vergadering spreekt zich in het bijzonder uit over de balans, de resultatenreke- ning, de toelichting en de winstverdeling. Zij doet bij afzonderlijke stemming uitspraak over kwijting te geven aan de bestuurders en de commissarissen-IBR voor de uitoefening van hun mandaat.
Indien de jaarrekening niet wordt vastgesteld conform bovenvermelde procedure, dan wordt, binnen een termijn van negentig kalenderdagen, een nieuwe algemene vergadering bijeen- geroepen waaraan de gewijzigde rekeningen, met naleving van voorgaande procedure, wor- den voorgelegd.
Alle toetredingen van deelnemers worden aanvaard door de algemene vergadering. De toe- treding kan niet plaatsvinden in de loop van het jaar waarin verkiezingen voor een algehele vernieuwing van de gemeenteraden worden georganiseerd. Aan een toetreding kan geen te- rugwerkende kracht worden verleend. De toetreding van een gemeente tot of de uitbreiding van hun aansluiting, is afhankelijk van een daartoe strekkende beslissing van de gemeente- raad op basis van een onderzoek, eventueel vergelijkend in de mate dat er zich verschillen- de beheersvormen reëel aanbieden.
De toetredingsbeslissing van een opdrachthoudende vereniging wordt genomen door de al- gemene vergadering.
De wijzigingen in de statuten en zijn bijlagen worden artikelsgewijs aangebracht door de al- gemene vergadering met een drie vierden (3/4) meerderheid, zowel voor het geheel van de geldig uitgebrachte stemmen als voor de geldig uitgebrachte stemmen van de vertegen- woordigde gemeenten en op voorwaarde dat de gewone meerderheid van het aantal deel- nemende gemeenten haar instemming betuigt.
Wanneer het gaat om besluiten die een schending van de belangen van de opdrachthou- dende vereniging tot gevolg zouden hebben, evenals om besluiten betreffende essentiële elementen van het maatschappelijk pact (zoals onder meer doel, duur, kapitaal, resultaten, de verdeling en de reservering ervan, statuut van de organen van de opdrachthoudende ver- eniging, wijze van bestuur van de opdrachthoudende vereniging, modaliteiten van uittreding van de deelnemers en van de vereffening), heeft de deelnemende maatschappij het recht om mits een gemotiveerd verzoek, voorgelegd aan de voorzitter van de algemene vergade- ring, de schorsing te eisen van de algemene vergadering, indien zij menen dat door de be- slissing te nemen hun belangen zouden worden geschaad.
De voorzitter roept de algemene vergadering in voortzetting samen, die plaatsvindt binnen een termijn van vier (4) weken. Deze algemene vergadering neemt haar beslissing met de statutair vereiste meerderheid op grond van een omstandige motivering die het verzoek tot schorsing beantwoordt.
De uitoefening van voornoemd recht mag geen hinderpaal zijn voor het vervullen van het doel van de opdrachthoudende vereniging, binnen de voorwaarden bepaald in het artikel 3.
Het verslag van de algemene vergadering houdende wijziging van de statuten wordt, samen met de bijhorende documenten waaronder de beslissingen van de deelnemers, binnen een termijn van dertig kalenderdagen na zijn dagtekening aan de toezichthoudende overheid voorgelegd.
Een volledig gecoördineerde tekst van de statuten wordt neergelegd in de zetel van de op- drachthoudende vereniging, bij de toezichthoudende overheid en in de gemeentehuizen van elke deelnemende gemeente, binnen een termijn van negentig (90) kalenderdagen waarover de toezichthoudende overheid beschikt om goedkeuring te verlenen.
De afschriften van of uittreksels uit die processen-verbaal worden ondertekend door de voor- zitter van de raad van bestuur of door twee bestuurders.
Een lijst met een beknopte omschrijving van de besluiten wordt binnen de twintig dagen na het nemen van het besluit verzonden aan de Vlaamse Regering. Vanaf de dag van de ver- zending aan de Vlaamse Regering wordt de lijst gedurende minstens twintig dagen ter inza- ge gelegd van het publiek. Dezelfde lijst wordt gepubliceerd op de website van de opdracht- houdende vereniging. De toezichthoudende overheid kan alle documenten en inlichtingen opvragen of die ter plaatse raadplegen. Ze bepaalt de informatiedrager en de vorm waarin de gegevens worden verstrekt.
TITEL IV - INVENTARIS, BALANS, WINST EN WINSTVERDELING
Artikel 62
Het boekjaar begint op één januari en eindigt op éénendertig december.
2. Aan hen die het gebruik van installaties inbrengen en houder zijn van C1, C2, F1 en F2- aandelen, wordt voor ieder boekjaar een vergoeding betaald die wordt beschouwd als af- schrijvingsdotatie in hoofde van bedoelde inbrengers, gelijk aan drie procent (3%)
a. van de vervangingswaarde, op het eind van het boekjaar aangepast zoals gezegd in artikel 24 van onderhavige statuten, van de installaties die tot gebruik in de opdracht- houdende vereniging zijn ingebracht, waarover deze laatste vanaf de eerste dag van het boekjaar heeft beschikt en die niet zijn afgeschreven in de zin aangegeven in arti- kel 69 van onderhavige statuten;
b. van de vervangingswaarde van de installaties gebouwd tijdens het eerste semester van het afgelopen boekjaar.
De vergoedingen omschreven in 1 en 2 zijn te beschouwen als exploitatielasten van de op- drachthoudende vereniging.
Na het aanleggen van de wettelijke reserve wordt de nettowinst per sector als volgt verdeeld:
I. Eerste dividend gevormd door
a. Het bedrag dat nodig is om aan de B1- en B2-aandelen een som toe te kennen ge- lijk aan de intrest die, voor het beschouwd dienstjaar, is bepaald in de annuïteiten- tabel welke als bijlage 3 aan onderhavige statuten is gehecht.
b. Het bedrag dat nodig is om aan de C1- en C2-aandelen een som toe te kennen ge- lijk aan zes komma vijfentwintig procent (6,25%) van de boekwaarde van de tot ge- bruik ingebrachte installaties. De boekwaarde is vastgesteld in artikel 8.9 van on- derhavige statuten.
c. Het bedrag dat nodig is om aan de E1- en E2 aandelen een som toe te kennen ge- lijk aan zes komma vijfentwintig procent (6,25%) van de volstortingswaarde van een aandeel E van het beschouwde jaar.
De aandelen E toegekend in de loop van het boekjaar worden vergoed pro rata temporis.
d. Het bedrag dat nodig is om aan de F1 en F2-aandelen een som toe te kennen gelijk aan een jaarlijks te bepalen percentage van de boekwaarde van de tot gebruik in- gebrachte installaties. Het voormelde percentage wordt jaarlijks bepaald op de eer- ste bankwerkdag door de OLO (obligations linéaires – lineaire obligaties) met een resterende looptijd van 10 jaar te verhogen met 100 basispunten.
Indien de nettowinst niet volstaat om aan het geheel, gevormd door de aandelen B1 en B2, C1 en C2, E1 en E2, F1 en F2, de nodige sommen toe te kennen voor de be- taling van het eerste dividend, zal het recht op het dividend van elk van de catego- rieën aandelen B1 en B2, C1 en C2, E1 en E2, F1 en F2 in dezelfde mate vermin- derd worden door toepassing van de verhouding tussen de:
te verdelen nettowinst
vergoeding toe te kennen aan het geheel van de aandelen B1 en B2, C1 en C2, E1 en E2, F1 en F2
II. Vijf procent (5%) van het saldo in een reservefonds.
Tweede dividend, zijnde het saldo van de winst dat te verdelen blijft na de afnemingen bedoeld onder I en II van onderhavig artikel in de vorm van dividend, naar rata van vijftig procent (50%) aan de winstbewijzen A1 en vijftig procent (50%) aan de winstbewijzen A2.
De raad van bestuur zal, na inzage van het actief en passief van de opdrachthoudende ver- eniging, aan de deelnemers een interim-dividend kunnen toekennen aan te rekenen op de resultaten van het boekjaar.
De deelnemers geven de opdrachthoudende vereniging een onherroepelijke machtiging om elke som die zij haar verschuldigd zijn, af te houden van de hun toegekende dividenden.
Ingeval van wijziging van deze voorwaarden zullen de statuten, op verzoek van één van de partijen, aan een herziening onderworpen worden ten einde een billijke oplossing te vinden.
De waarde van de installaties die, met het akkoord van de opdrachthoudende vereniging, worden afgeschaft, gesloopt, vervangen of vernieuwd, en die, op het ogenblik van de af- schaffing, sloping, vervanging of vernieuwing niet volledig zijn afgeschreven, wordt na aftrek van de waarde van het afbraakmateriaal dat eigendom is van de inbrenger van het gebruiks- recht van de beschouwde installaties, afgenomen van de vervangings- en inbrengwaarde en onmiddellijk aan de inbrenger teruggestort. De raad van bestuur kan ze nochtans inschrijven op een speciale rekening en hij bepaalt hoe ze aan de inbrenger van het gebruiksrecht wordt terugbetaald.
TITEL V - UITTREDING, UITSLUITING, VERLENGING, VERVROEGDE ONTBINDING, VEREFFENING
Artikel 72
Onderhavige statuten werden opgemaakt met inachtneming van de financiële, economische en technische omstandigheden bestaande op het ogenblik dat ze door de algemene verga- dering werden goedgekeurd.
Mocht er in die omstandigheden een wijziging komen, dan zouden de statuten aan een her- ziening worden onderworpen om het aldus in aanmerking genomen evenwicht te herstellen.
Elke deelnemer heeft het recht zich tot de raad van bestuur te wenden om aan de algemene vergadering de statutaire wijzigingen voor te stellen die hem noodzakelijk voorkomen.
De algemene vergadering spreekt zich over die voorstellen uit overeenkomstig de procedure tot herziening van de statuten waarin de wet en onderhavige statuten voorzien.
In het bijzonder geval dat de fiscale bepalingen op één januari negentienhonderd achten- tachtig toepasselijk op de dividenden bedoeld in artikel 65 van onderhavige statuten zouden worden gewijzigd, zullen de statuten, op verzoek van één van de partijen, aan een herzie- ning onderworpen worden ten einde een billijke oplossing te vinden.
Artikel 72bis - vervalt
Artikel 73
Tijdens de bij de oprichting van een opdrachthoudende vereniging vastgestelde duur die, behoudens wat bepaald is in artikel 74A, achttien jaar niet mag overschrijden, is geen uittre- ding mogelijk.
Op verzoek van de gewone meerderheid van het totale aantal deelnemers en op voor- waarde dat dit verzoek gedragen wordt door een drievierde meerderheid van het aantal deelnemende gemeenten, kan de laatste algemene vergadering die het verstrijken van de duur voorafgaat, tot de verlenging beslissen met een drievierde meerderheid van het aantal stemmen. De daartoe strekkende gemeenteraadsbeslissingen worden bij het ver- slag van de algemene vergadering gevoegd en zijn gebaseerd op een onderzoek, even- tueel vergelijkend in de mate er zich verschillende beheersvormen reëel aanbieden.
Uiterlijk negentig kalenderdagen vóór de algemene vergadering die beslist over de ver- lenging wordt de agenda door de raad van bestuur aan alle deelnemers toegezonden.
De deelnemers die niet wensen te verlengen kunnen daartoe niet verplicht worden en houden op deel uit te maken van de opdrachthoudende vereniging op het einde van het jaar waarin tot de verlenging door de algemene vergadering is beslist. Vooraf leggen zij hun daartoe strekkende beslissing voor die wordt gevoegd bij het verslag van de algeme- ne vergadering. Ze moeten de door hen aangegane contractuele verbintenissen naleven, maar zijn voor het overige geen schadevergoeding verschuldigd. Artikel 76 in verband met het overnemen van het personeel is op hen van toepassing.
Deelnemers die nalaten over de verlenging te beslissen of hun beslissing mee te delen, worden geacht verder deel uit te maken van de opdrachthoudende vereniging.
De deelnemende maatschappij treedt uit de opdrachthoudende vereniging hetzij op het ogenblik van haar verlenging, hetzij op 31 december 2018. De deelnemende maatschap- pij-uittreder is geen schadevergoeding verschuldigd en de overname van het personeel van de opdrachthoudende vereniging kan haar niet worden opgedrongen. Bij haar uittre- ding zullen minstens de principes, verwoord in artikel 76, worden toegepast.
B. Indien de duur van een opdrachthoudende vereniging verstrijkt in de loop van het jaar waarin de verkiezingen voor een algehele vernieuwing van de gemeenteraden worden georganiseerd, wordt over de verlenging pas beslist in het daaropvolgende jaar, zowel door de betrokken gemeenteraden als door de eerste algemene vergadering in de loop van dat jaar. Zolang wordt de oorspronkelijke duurtijd verlengd.
C. Op verzoek van drievierde van het aantal deelnemende gemeenten, en aan de hand van de daartoe strekkende gemeenteraadsbeslissingen, kan de algemene vergadering met een drievierde meerderheid van het aantal stemmen tot de vervroegde ontbinding van een opdrachthoudende vereniging beslissen.
Bij ontbinding krachtens het voorgaande lid of door het verstrijken van de statutair be- paalde duur die niet verlengd wordt, wijst de algemene vergadering die de ontbinding vaststelt, de vereffenaars aan op dezelfde wijze als bepaald is voor de bestuurders. Een beperkt college van vereffenaars kan samengesteld worden op dezelfde wijze als een di- rectiecomité.
Alle andere organen vervallen op het ogenblik van de ontbinding.
Het voltallige personeel van de opdrachthoudende vereniging, wordt overgenomen, hetzij door de deelnemers, hetzij door de overnemers van de activiteit, in verhouding tot de ka- pitaalinbreng of overeenkomstig de onderling bereikte akkoorden, conform artikel 76 en zonder dat de personeelsleden door deze plicht tot overname gebonden zijn.
De nieuwe werkgever waarborgt de rechten die de vereniging op het ogenblik van haar ontbinding, hetzij statutair, hetzij contractueel voor de werknemers vastgesteld had. Het door een gemeente overgenomen personeel komt, met behoud van zijn geldelijk statuut, terecht in een overgangskader dat geen invloed heeft op de personeelsformatie en uitdo- vend is.
De gemeenten hebben een recht van voorkeur op overneming van de op hun grondge- bied gelegen installaties tegen boekwaarde, met voor het overige toepassing van artikel 76.
De betrokken deelnemer neemt niet deel aan de stemming. Hij dient tenminste twaalf weken vóór de algemene vergadering in kennis te zijn gesteld teneinde hem toe te laten zijn verde- digingsmiddelen te doen gelden, hetzij schriftelijk binnen de tien weken nadat een aangete- kende brief met het met reden omklede voorstel tot uitsluiting is verstuurd, hetzij mondeling tijdens de algemene vergadering.
Artikel 76
In geval van uitsluiting uit de opdrachthoudende vereniging, is de uitgesloten gemeente of de vereniging die eerder aan de opdrachthoudende vereniging toevertrouwde activiteit zal blij- ven uitoefenen, gehouden, naar schatting van experts, alle installaties of inrichtingen van hun eigenaars over te nemen die op haar grondgebied zijn gelegen en die uitsluitend be- stemd zijn voor de verwezenlijking van het maatschappelijk doel wat haar betreft.
Zij kan door de opdrachthoudende vereniging verplicht worden eveneens de installaties die hoofdzakelijk dienen in de distributie op haar grondgebied geheel of gedeeltelijk over te ne- men.
De bezittingen komen evenwel kosteloos aan de gemeente toe in zoverre zij werden gefi- nancierd door haar of dankzij subsidies van andere openbare besturen, in de mate dat deze laatsten nog niet aan de gemeente werden terugbetaald; over de bestemming van de ge- meenschappelijk gebruikte installaties en inrichtingen, evenals over de eraan verbonden las- ten moet tussen de partijen een overeenkomst worden gesloten.
De uitgesloten gemeente is eveneens gehouden tot het overnemen van de rechten, lasten en verplichtingen van de opdrachthoudende vereniging die verband houden met de distribu- tieactiviteit op haar grondgebied.
Daarenboven zal de uitgesloten gemeente of de maatschappij die de exploitatie op dit grondgebied overneemt het personeel in actieve dienst bij de beheersmaatschappij zelf in dienst nemen alsmede het personeel dat, met de rechten en verplichtingen tegenover dat personeel aangegaan, ter beschikking van deze laatste werd gesteld door VIVAQUA.
Zij zal tegelijkertijd de rechten en verplichtingen overnemen welke werden aangegaan te- genover de gepensioneerde personeelsleden en hun rechthebbenden. Deze overname zal gebeuren volgens de verhouding van de waarde der overgenomen installaties tot de waarde van het geheel der installaties van de opdrachthoudende vereniging.
De gemeente die uitgesloten wordt is verplicht om de schade te vergoeden - naar schatting van volgens punt B van voornoemd artikel aangeduide experts - die haar uitsluiting uit de opdrachthoudende vereniging en aan de andere deelnemers berokkent, in het bijzonder wat betreft de gevolgen van de uitsluiting op het gebied van de personeelslasten, ongeacht of de agenten, die door de opdrachthoudende vereniging of door een deelnemer in het raam van een met deze laatste gesloten exploitatiecontract rechtstreeks of onrechtstreeks voor de ver- loren activiteit waren aangesteld, al dan niet effectief worden overgenomen door de nieuwe exploitant. De schadevergoeding wordt vastgesteld overeenkomstig de gemeenrechtelijke regels inzake verbintenissen in het algemeen en deze voorzien in artikel 1149 van het Bur- gerlijk Wetboek in het bijzonder.
Op het ogenblik van de uitsluiting van een gemeente, neemt zij de rechten terug die zij had ingebracht in toepassing van artikel 14 van onderhavige statuten; zij is gerechtigd haar aan- deel in de opdrachthoudende vereniging te ontvangen, zoals het zal blijken uit de balans van het boekjaar waarin de uittreding zich werkelijk voordoet.
Met het oog hierop, na toepassing van artikel 77 van onderhavige statuten, worden de winst- bewijzen A en de aandelen B, C en F die de gemeente bezit, vernietigd. Aan de gemeente worden de door haar betaalde bedragen ter volstorting van de aandelen E in haar bezit, te- ruggestort en worden bedoelde aandelen vernietigd.
De gemeente die uitgesloten is ontvangt een deel van de beschikbare reserves, naar even- redigheid van de verhouding van de som van de door de gemeente sedert de oprichting van de opdrachthoudende vereniging ontvangen dividenden, tot de som van de aan al de deel- nemers toegekende dividenden; zij neemt deel in de tot dezelfde verhouding teruggebrachte winsten en verliezen.