ALSMEDE PLAN VAN AANPAK
RISICO INVENTARISATIE EN
-EVALUATIE VOOR MOLENS
ALSMEDE PLAN VAN AANPAK
VOOR:
Naam molen:
Plaats:
Registratienummer:
Disclaimer
Verantwoordelijkheid
De werkgever / moleneigenaar is zélf verantwoordelijk voor het hebben van een RI&E-document en plan van aanpak, evenals voor de volledigheid, actualiteit en waarheidsgetrouwheid ervan.
INHOUDSOPGAVE
VOORWOORD
U heeft er vast wel eens over gelezen, een Risico Inventarisatie en Evaluatie, in het kort een RI&E. Binnen de molenwereld is de RI&E sinds de introductie zestien jaar geleden een vast begrip en instrument. En vormt daarmee één van de steunpilaren onder het veiligheidsbeleid in het molenveld. U hebt nu in handen het model RI&E voor de molenbranche. Deze is in 2019 opnieuw gecertificeerd door het Steunpunt RI&E in Leiden en kunt u gebruiken voor uw molen(s).
Wat is het?
De RI&E bevat twee onderdelen. Het geheel bestaat uit een lijst met alle veiligheids- en gezondheidsrisico’s in uw molen én het is een plan voor het aanpakken van die risico’s. Het is geen doel op zich maar wel een belangrijk hulpmiddel om de veiligheid en het veilig werken binnen en rondom uw molen te verbeteren.
Zodra u weet welke risico’s verbonden zijn aan een werkende molen en wat de effecten kunnen zijn van die risico’s, kunt u de juiste risicobeperkende maatregelen nemen. Deze maatregelen komen in het Plan van Xxxxxx en dat plan geeft u inzicht in waarmee u aan de slag moet en wat de prioriteiten zijn.
Zelf doen?
Het opstellen van de RI&E met bijbehorend Plan van Aanpak voor uw molen kunt u zelf doen. Samen met de molenaar(s), eventueel uw molenmaker en zo mogelijk met één van de veiligheidscoaches van Het Gilde van Vrijwillige Molenaars inventariseert u de risico’s en bespreekt u de te treffen
maatregelen. Dit model RI&E geeft u ruim voldoende aanknopingspunten om dat te doen voor uw eigen molen(s).
Wat levert het op?
Na het invullen en bespreken van de RI&E heeft u een specifiek op uw molen gerichte inventarisatie van alle risico’s, en een bijbehorend Plan van Aanpak om iets aan die risico’s te doen. Daarmee heeft u een waardevol instrument in handen om de veiligheid op uw molen op een hoger peil te krijgen en te houden. Dat gaat nog meer gelden als u jaarlijks met de direct betrokkenen het Plan van Aanpak volgt op voortgang en bijstelt waar dat nodig is.
Ten slotte
De moleneigenaar heeft een zorgplicht als het gaat om de veiligheid van molenaar(s), andere vrijwilligers en bezoekers. Het is in ons aller belang dat er veilig gewerkt wordt op molens en er geen ongevallen gebeuren. Molens zijn open werktuigen en een ongeluk zit in een klein hoekje. Het gebruik van de RI&E op de molen kan dat ongeluk in dat kleine hoekje helpen voorkomen.
Xxxx Xxxx
Voorzitter van Het Gilde van Vrijwillige Molenaars
1. Inleiding en algemene gegevens
1.1 Inleiding 4
1.2 In zes stappen naar goede zorg voor arbeidsomstandigheden 6
1.3 Antwoord op de meest gestelde Arbo-vragen 7
1.4 Algemene gegevens van de molen, eigenaar en vrijwilliger(s) 12
2. Algemene RisicoInventarisatie
2.1 De organisatie van Arbo-zaken 14
2.2 Bijzondere groepen vrijwilligers 18
2.3 Bedrijfshulpverlening: voorbereiding op noodsituaties 20
2.4 Algemene voorzieningen in de molen en directe omgeving 24
2.5 Publiek en rondleidingen 26
2.6 Gevaarlijke stoffen 30
2.7 Bestrijdingsmiddelen 34
2.8 Lichamelijke belasting 38
2.9 Elektriciteit en bliksembeveiligingsinstallatie 40
2.10 Gereedschap, machines, gas en water 44
3. Specifieke inventarisatie
3.1 Draaiende delen, algemeen 50
3.2 Het gevlucht 54
3.3 Werken in de kap 56
3.4 Krui-installatie en kruien 60
3.5 Heffen en hijsen 62
3.6 Werken op hoogte en valgevaar 64
4. Extra aandachtspunten per bouwwijze
4.1 De stellingmolen 68
4.2 Grondzeiler en beltmolen 70
4.3 Watergedreven molen 72
5. Extra aandachtspunten per functie
5.1 De poldermolen 78
5.2 De korenmolen 82
5.3 De houtzaagmolen 86
5.4 De oliemolen 90
5.5 De pelmolen 94
6. Werken aan oplossingen
6.1 Opstellen van het plan van aanpak 98
6.2 Het stellen van prioriteiten 100
6.3 Verschillende soorten maatregelen 100
6.4 Het beschermingsniveau van de bedachte maatregel 101
6.5 Tot slot 101
7. Bijlagen
7.1 Woordenlijst 106
7.2 RI&E en toetsing Arbo-dienst verplicht? 108
7.3. Overzicht Nadere Inventarisatie verplichtingen 110
7.4 Adviestabel persoonlijke beschermingsmiddelen 111
7.5 Hulpmiddel risicoscore 113
7.6 Voorbeeld brandweer bereikbaarheidskaart 114
7.7 Adressenlijst 115
1.1 INLEIDING
De Arbo-wet is overal van toepassing waar sprake is van een gezagsverhouding. Dus ook bij vrijwilligerswerk. In de Arbo-wet zijn drie belangrijke partijen te onderscheiden: werkgever, werknemer en derden. De eigenaar heeft de rol van werkgever, de molenaar en vrijwilliger die van werknemer.
Derden kunnen bezoekers en voorbijgangers zijn. De eigenaar is eindverantwoordelijk voor de zorg voor veiligheid, gezondheid en welzijn of kortweg Arbo. De molenaar en vrijwilliger moeten hun medewerking verlenen. Belangrijke middelen om aan deze wettelijke zorgplicht voor Arbo te voldoen is de RisicoInventarisatie en -Evaluatie (RI&E) en het bijbehorende plan van aanpak.
Een RI&E is een systematische manier om knelpunten voor veiligheid, gezondheid en welzijn in kaart te brengen. De uitvoering van een RI&E en het opstellen van een plan van aanpak zijn wettelijk verplicht. Met een correct opgestelde RisicoInventarisatie en plan van aanpak voldoet u in beginsel aan de wettelijke zorgplicht voor veiligheid, gezondheid en welzijn, of kortweg Arbo.Voor u ligt de RI&E voor molens. Het is in Nederland het standaardwerk voor RI&E in molens. Het is tot stand gekomen door nauwe samenwerking tussen organisaties uit de molen én Arbo-wereld. Met dit boekje kunt u, samen met de vrijwilliger, de RI&E maken en het plan van aanpak opstellen. De RI&E is vooral bedoeld voor molenorganisaties waarin vrijwilligers werkzaam zijn. Daarnaast kan de RI&E gebruikt worden door bedrijven en lokale overheden om risico’s in de molen te inventariseren.
Deze map bevat een stappenplan, antwoorden op de meest gestelde vragen, vragenlijsten met toelichting en achtergrondinformatie. Heeft u een molenbedrijf met meer dan 40 uur betaalde arbeid dan is het gewenst dat u vóór uitvoering van de RI&E overleg voert met uw Arbo-dienst.Voor
bijzondere activiteiten, zoals groot onderhoud en verbouw is deze RI&E te beperkt.Vraag in dat geval advies.
In hoofdstuk 1 treft u een stappenplan aan. Aan de hand van dit stappenplan komt u in zes stappen tot een goede zorg voor Arbo. Het is belangrijk dat u volgens dit stappenplan te werk gaat: eerst de risico’s verzamelen, dan beoordelen en vervolgens vaststellen wie wanneer wat gaat doen biedt het meeste kans op succes. En succes wil in dit geval zeggen: vrijwilligers die het (nog) meer naar hun zin
hebben én een molen die in (nog) betere staat verkeert.Veiligheid en een goede zorg voor de molen en zijn mensen gaan namelijk hand in hand. In deze zin is zorg voor Arbo óók vanuit economisch opzicht een must! Arbo zorgt er ook voor dat het in stand houden en laten draaien van een molen beter beheersbaar wordt.
Verder vindt u in hoofdstuk 1 antwoorden op de meest gestelde Arbo-vragen. Ook wordt naar algemene gegevens gevraagd. U heeft zo alle belangrijke gegevens in een beknopt overzicht.Verder zijn deze gegevens ook nodig omdat de RI&E een wettelijk verplicht document is dat ook voor derden inzichtelijk moet zijn. Denk hierbij aan mensen van de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (voorheen de Arbeidsinspectie) of verzekeraars.Vervolgens treft u de vragenlijsten aan voor de Risico Inventarisatie.
In hoofdstuk 2, 3, 4 en 5 worden de vragen doorlopen en aangekruist. Op de linker pagina
vindt u een korte toelichting per vraag. Het doel van het onderwerp wordt hier belicht. Bedenk dat voor veel doelen niet alleen een praktische maar óók een wettelijke grondslag te vinden is. Op de rechterpagina antwoordt u met ja of nee en is er ruimte voor aantekeningen
per vraag. Ook kunt u aangeven of u het risico hoog, midden of laag inschat.
In hoofdstuk 6 vindt u een toelichting over het inschatten van risico’s. Naast de algemene
vragen bevat deze RI&E onderwerpen die voor (bijna) alle molens gelden.Tot slot vindt u aanvullende aandachtspunten naar bouw en functie van de molen.Voor deze vragenlijsten is onder meer gebruik gemaakt van het rapport “Veiligheid op wind- en watermolens” uitgegeven door Vereniging De Hollandsche Molen. Xxxx u bekend met dit rapport dan zult u ongetwijfeld elementen herkennen. Mist u elementen dan zijn deze op een andere wijze in deze Risico Inventarisatie verwerkt.
In hoofdstuk 6 is ook aandacht besteed aan het plan van aanpak. Een goed plan van aanpak is niet alleen wettelijk verplicht maar ook noodzakelijk om tot échte verbeteringen te komen. Uit ervaring is gebleken dat zonder een plan van aanpak de verbetermaatregelen onvoldoende of onvoldoende herkenbaar zijn. De eigenaar moet tenslotte ook verantwoording af kunnen leggen over de genomen maatregelen.
Tot slot vindt u in de bijlagen achtergrondinformatie, adressen en telefoonnummers van organisaties die ondersteuning kunnen bieden en is een lijst met websites en mailadressen opgenomen.
1.2 IN ZES STAPPEN NAAR GOEDE ZORG VOOR ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN
Goede arbeidsomstandigheden komen alleen tot stand wanneer eigenaar en vrijwilliger samenwerken.
Stap 1: informatie verzamelen.
U bent verplicht uw vrijwilligers van uw plannen op de hoogte te brengen. Zij moeten over uw plannen mee kunnen praten. Zij kunnen u waardevolle informatie geven; het gaat tenslotte om hún ar- beidsomstandigheden. Het is nodig om met uw vrijwilligers te praten over hun ervaringen. Het is goed mogelijk dat zij risico’s hebben opgemerkt. Als ze risico’s ervaren, hebben ze ook ideeën over oplossin- gen. En oplossingen waar u het samen over eens bent werken beter!
Stap 2: inventarisatie uitvoeren.
Bij deze stap is de betrokkenheid van een ervaren molenaar noodzakelijk. Het is nog beter om er meerdere vrijwilligers bij te betrekken. Het invullen van de vragenlijsten geeft snel een goed beeld van de plus- en minpunten op Arbo-gebied in en om de molen. Ga bij elke vraag gezamenlijk na wat er kan gebeuren en wat dan de gevolgen zijn. Xxxxx het antwoord van uw keuze aan in de lijsten.
Staat uw antwoord in de kolom “!” schat dan het risico in. U kruist in de laatste kolom uw risicoweging aan: hoog, midden of laag. Informatie over het inschatten van risico’s vindt u in de bijlage. Ga óók na of er risico’s zijn die niet in deze RI&E zijn opgenomen. Een voorbeeld van een risico dat niet in deze RI&E is opgenomen is het langdurig werken met beeldschermen. Of het omgaan met vleermuizen en de kans op hondsdolheid (rabiës). U vindt een overzicht van Nadere Inventarisatie Verplichtingen in tabel 7.3.
Stap 3: bepaal de prioriteiten.
U heeft al bepaald welke aandachtspunten het grootste gevaar voor de gezondheid of de veiligheid voor uw medewerkers vormen. Daarnaast kunt u ook nagaan welke maatregelen eenvoudig te nemen zijn. Of welke punten u om andere redenen erg belangrijk acht. Op basis van deze aspecten gaat u na met welke verbeteringen begonnen wordt. De punten uit de kolom “!” neemt u op in het plan van aanpak. Het plan van aanpak moet een praktisch werkplan worden. Gebruik de informatie uit hoofdstuk 6 als leidraad.
Stap 4: toetsing van de RI&E.
Als u uw RI&E wilt of moet laten toetsen door een Arbo-dienst of een kerndeskundige, bent u daar nu klaar voor. Een toelichting op het punt toetsen vindt u in de volgende paragraaf: ‘Antwoord op meest gestelde Arbo-vragen’. In 7.2 vindt u een stroomschema over toetsing.
Stap 5: aan de slag met het plan van aanpak.
U gaat verbeteringen aanbrengen in de arbeidsomstandigheden volgens de uitkomsten van de stappen 3 en (eventueel) 4.
Stap 6: eenmaal per jaar het plan van aanpak herzien.
Maak er een gewoonte van om eenmaal per jaar het plan van aanpak door te nemen en bij te stellen. Geef aan welke punten er zijn afgehandeld. Presenteer bijvoorbeeld op de jaarvergadering het bijge- werkte plan voor het komende jaar, net zoals u dat met financiële zaken doet. Licht ook toe wat u afgelopen jaar of jaren heeft gerealiseerd.
Op deze wijze krijgt uw zorg voor Arbo ‘SMOEL’.
1.3 ANTWOORD OP DE MEEST GESTELDE ARBO-VRAGEN
Wat is Arbo?
Dit zijn de Arbeidsomstandigheden waaronder het werk wordt gedaan. Het kan verder opgesplitst worden in veiligheid, gezondheid en welzijn.
Wat is de Arbo-wet?
De Arbeidsomstandighedenwet (Arbo-wet) regelt de algemene zorg voor veiligheid en gezondheid op het werk. De Arbo-wet geldt voor elke werkgever én werknemer in Nederland. Zorgen voor Arbo moet; daarom is het ook in de wet vastgelegd.We spreken dan ook vaak van een Arbo-zorgplicht. De eindverantwoordelijkheid voor deze Arbo-zorgplicht ligt bij de werkgever.
Xxxxx die ook voor vrijwilligers?
Zo gauw er sprake is van werken in een gezagsverhouding (ook al is dit stilzwijgend) is de Arbowet van toepassing. Vrijwilligers krijgen instructies of aanwijzingen van anderen. Of ze tekenen een contract. De moleneigenaren hebben dus de verantwoordelijkheid voor veiligheid en gezondheid van hun vrijwilligers. Dit is ook van toepassing als u de molen huurt of in gebruik c.q. beheer heeft. De gezaghebbende vervult de rol van werkgever terwijl de vrijwilliger de rol van werknemer vervult. In deze zin is een molenstichting, gemeente, waterschap of particulier de werkgever en de molenaar en
andere vrijwilligers werknemer. Dit geldt overigens óók voor de veiligheid en gezondheid van bezoekers en passanten. Dit laatste is eveneens in de Arbo-wet vastgelegd.
Waarom is Arbo belangrijk?
Goede arbeidsomstandigheden zijn voor iederéén van groot belang. Het helpt ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid voorkomen. Een goed Arbo-beleid kan organisaties zoals molenstichtingen méér opleveren. Goede arbeidsomstandigheden zorgen ervoor dat mensen in ‘hun molen’ beter fungeren.
Bovendien zal een veilige molen tal van voordelen hebben. Er zullen zich minder onverwachte situaties voordoen en in het onderhoud wordt beter voorzien.
Wat is een Risico Inventarisatie & Evaluatie (RI&E)?
Een RI&E is stapsgewijs nagaan of u veilig en gezond werkt. Het is een wettelijke verplichting die voortvloeit uit de Arbo-wet. De RI&E geeft inzicht in de aandachtspunten waaraan gewerkt moet worden.
Wat is een plan van aanpak?
In dit plan worden de aandachtspunten en de verbeteracties vastgelegd. Het plan vermeldt wat het aandachtspunt is, welke verbeteractie de organisatie heeft gekozen, wie verantwoordelijk is voor de uitvoering en wanneer het klaar is.
Waar kan ik de RI&E en het plan van aanpak inzien? Of een kopie krijgen?
U kunt dit opvragen bij uw werkgever of bij de preventiemedewerker.
Wat is een preventiemedewerker?
Elk bedrijf moet ten minste één preventiemedewerker aanstellen. Samen met de bedrijfsarts en andere arbodienstverleners werkt de preventiemedewerker aan gezond en veilig werken binnen het bedrijf.
Hieronder valt ook de RI&E en het Plan van Aanpak en de uitvoering er van. De drie wettelijke taken zijn: Het (mede) opstellen en uitvoeren van de Risico-inventarisatie en evaluatie (RI&E). Het adviseren en nauw samenwerken met de ondernemingsraad / personeelsvertegenwoordiging over de te nemen maatregelen voor een goed arbeidsomstandighedenbeleid en het (mede) uitvoeren van de maatregelen. Zie voor meer info: xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxxx/xxxxxxxxxxxxxxxxxxx/xxxxx
Hoe organiseer ik medezeggenschap?
De medewerkers die een bepaalde taak uitvoeren kennen die als geen ander. Geef hen een actieve rol bij het inventariseren van risico’s en nadenken over en het nemen van maatregelen
Kan ik vrijstelling krijgen voor de Risico Inventarisatie & Evaluatie?
Vanwege de ernst van de risico’s wordt u aangeraden altijd vast te stellen welke risico’s er zijn en hoe die het best beheerd kunnen worden.Voor molens is deze RI&E het beste middel hiervoor.
Welke rol speelt de Arbo-dienst?
De Arbo-dienst heeft twee functies bij de RI&E: ondersteuning bij de uitvoering en de toetsing van de RI&E. Een vrijwilligersorganisatie is niet verplicht zich te laten ondersteunen door een Arbo-dienst bij het maken van de RI&E.
Wie kan ik om ondersteuning vragen?
Heeft u ondersteuning nodig om punten nader te boordelen, dan zijn er verschillende mogelijkheden. Belangrijk is dat de persoon die u raadpleegt ter zake kundig is. Dat kan bijvoorbeeld een medewerker van de gemeente zijn of een molenmaker. U kunt Het Gilde van Vrijwillig Molenaars
raadplegen of de Arbo-dienst. U kunt ook een vrijwilliger vragen om zich in een specifiek onderwerp te verdiepen. Ook internet biedt mogelijkheden. In de bijlage vindt u een namen en adressenlijst.
Moet ik onze RI&E laten toetsen door een Arbo-dienst of kerndeskundige?
Zie bijlage 7.2.
Wat is de rol van de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid? (I-SZW)
De Arbeidsinspectie controleert. Zij doet dit door het uitvoeren van inspecties. Als u de Xxxxxxx overtreedt, bijvoorbeeld omdat u geen RI&E heeft of wanneer het plan van aanpak ontbreekt, krijgt u direct een boete. U bent verplicht om ongevallen waarbij ziekenhuisopname noodzakelijk is of een overlijden, onmiddellijk te melden aan ISZW
Wat zijn de beperkingen van deze Risico Inventarisatie?
Het gebruik van deze RI&E is beperkt tot het normale bedrijf van de molen in een vrijwilligersorganisatie. Heeft u een bedrijf met meer dan 40 uur betaalde arbeid dan is het nodig dat x xx Xxxx-dienst om ondersteuning vraagt voordat u de RI&E uitvoert. Ook voor bijzondere activiteiten, zoals groot onderhoud en verbouw is deze checklist te beperkt. Bij groot onderhoud moet door
de aannemer een Veiligheids- en Gezondheidsplan opgesteld worden. Zie ook de Arbo-pagina op de website xxx.xxxxxx.xx
Wanneer moet een RI&E worden herhaald?
Als er ingrijpende veranderingen plaatsvinden is het noodzakelijk dat deze RI&E wordt herhaald.
Wanneer wordt gesproken over ‘werken op de hoogte’?
Als de verticale afstand tussen voetzool en de vloer 2,5 meter of meer is. Dan moeten altijd maatregelen worden genomen om een val te voorkomen.
Wanneer wordt gesproken over ‘gevaarlijke bewegende delen’ van een werktuig? Gevaarlijke delen zijn in molens onder meer het gevlucht, de bonkelaar, assen, wielen, spillen en alle werktuigen die aan de molen verbonden zijn. Dus ook stenen, lui-installaties, brekers en pletters, de vijzel bij een poldermolen, vuisters van een oliemolen, etc. De gevolgen bestaan onder meer uit geraakt worden, meegetrokken of opgewikkeld worden door een draaiend deel. De molen is in zo’n geval niet te stoppen, de gevolgen zijn zeer ernstig.
Wat zijn de voornaamste risico’s van een molen?
De voornaamste risico’s bestaan uit valgevaar door hoogteverschillen en gevaren van draaiende delen.
Waaraan kan men zien of er in een molen aan Arbo gewerkt wordt?
• Er is een goed overleg over veiligheid en gezondheid tussen eigenaar en vrijwilliger. Er is een Risico Inventarisatie en een praktisch plan van aanpak. De belangrijkste werkafspraken zijn vastgelegd. De organisatie houdt rekening met bijzondere groepen mensen die werkzaam zijn in de molen of de molen bezoeken.Voorbeelden van bijzondere groepen zijn kinderen, leerling molenaars, zwangere vrijwilligsters, etc.
• De molen is gaaf, opgeruimd en schoon. Er is geen (ernstig) achterstallig onderhoud.
• De oorspronkelijke molen verkeert in goede staat van onderhoud. Er vinden geregeld inspecties plaats naar de bouwkundige staat van de molen. De molen voldoet aan basisveiligheidseisen die in het rapport ‘ Veiligheid op wind- en watermolens’ van de Hollandsche Molen zijn vastgelegd. Openingen in vloeren zijn afgeschermd en hekken, trappen en ladders verkeren in goede staat. Draaiende delen zijn conform de basiseisen afgeschermd.
• De technische installaties die in de loop der tijd zijn aangebracht voldoen aan hedendaagse veiligheidseisen.
• De mensen die op de molen werken zijn zich bewust van de risico’s. Zij nemen de juiste voorzorgsmaatregelen en werken conform de richtlijnen die van toepassing zijn.
• Bezoekers worden door vrijwilligers ontvangen en geattendeerd op risico’s. De mensen die in de molen werken zorgen dat gevaarlijke delen onbereikbaar zijn voor bezoekers.
• Hoewel er alles aan gedaan is om calamiteiten te voorkomen zijn de mensen en hun molen
• voorbereid op een eventuele noodsituatie.
AANTEKENINGEN AANTEKENINGEN
1.4 ALGEMENE GEGEVENS VAN DE MOLEN, EIGENAAR EN VRIJWILLIGER(S)
Naam van de molen: Bouw en functie: Adres:
Telefoon:
Eigenaar: Naam: Adres: Telefoon:
2. ALGEMENE RISICOINVENTARISATIE
2.1 De organisatie van Arbo-zaken 14
2.2 Bijzondere groepen vrijwilligers 18
2.3 Bedrijfshulpverlening: voorbereiding op noodsituaties 20
2.4 Algemene voorzieningen in de molen en directe omgeving 24
2.5 Publiek en rondleidingen 26
2.6 Gevaarlijke stoffen 30
2.7 Bestrijdingsmiddelen 34
2.8 Lichamelijke belasting 38
E-mail: | |||||
Vrijwilliger(s): | 2.10 Gereedschap, machines, gas en water | 44 | |||
Naam: | |||||
Naam: | |||||
Naam: | |||||
RI&E uitgevoerd door: | |||||
Datum opstellen RI&E: | |||||
Datum plan van aanpak: | |||||
Datum hulpverleningsplan: | |||||
Arbo kenmerken: | |||||
Aantallen bezoekers: | per | ||||
Aantal ongevallen over afgelopen drie jaar: | |||||
Datum en kenmerk toetsing: |
2.9 Elektriciteit en bliksembeveiligingsinstallatie 40
TOELICHTING BIJ 2.1
2.1.0 Preventiemedewerker: het aanstellen van een preventiemedewerker is verplicht voor elk bedrijf. Omdat er in een molen sprake is van ernstige risico’s is het raadzaam om ook in
vrijwilligersorganisaties een preventiemedewerker aan te stellen.Vaak is er al iemand aangewezen -of heeft iemand die taak op zich genomen - om de RI&E op te stellen en in samenspraak het plan van aanpak te coördineren. In dat geval is de preventiemedewerker al aangesteld. Geef er een officieel tintje aan!
2.1.1 Voorlichting: Zijn er nieuwe vrijwilligers die geen molenaar zijn en geen opleiding volgen? Of eigenaars die wel een molen bezitten, maar niet voldoende op de hoogte zijn van de molen als werktuig? Is er iemand beschikbaar voor vragen over veiligheid en gezondheid? Blijkt uit agenda’s e.d. wanneer en aan wie instructie en/of voorlichting is gegeven? Zijn de onderwerpen relevant? Etc.
Doel: iedereen die in een molen komt moet op de hoogte zijn van voor hem/haar
relevante risico’s. De bezoeker, de vrijwilliger, de leerling molenaar en de molenaar hebben elk een andere vorm van instructie nodig. Ook moet worden verteld hoe men met deze risico’s om moet gaan. (zie ook: bezoekers).
2.1.2 Werktijden: Te lange tijd in touw zijn leidt tot concentratieverlies en is dus een risico.
Doel: nooit langer dan 9 uur per dag of langer dan 5,5 uur onafgebroken in touw zijn. Hou er rekening mee dat iemand die op leeftijd is of niet fit is minder draagkracht heeft.
2.1.3 Toetsen van de RI&E: Zijn medewerkers voor meer dan 40 uur in loondienst of bent u een professionele eigenaar, dan moet deze RI&E worden getoetst door een kerndeskundige
of Arbo-dienst.
Doel: voldoen aan wettelijke zorgplicht (zie ook bijlage 7.2).
2.1.4 Ongewenst gedrag: Ongewenst gedrag is onder andere , pesten, (seksuele) intimidatie, discriminatie, agressie en geweld. Het zich niet houden aan de afspraken binnen de molen kan hier eventueel ook onder worden verstaan. Maak bijvoorbeeld afspraken over gedrag dat niet wordt geaccepteerd van bezoekers. Ook over het melden, bij wie men kan melden en de gevolgen van ongewenst gedrag
Doel: medewerkers beschermen tegen pesten, (seksuele) intimidatie, discriminatie, agressie en geweld; informeren over waar grenzen liggen en hoe hiermee om te gaan.
2.1.5 Ongevallenregistratie: Zijn eventuele ongevallen geregistreerd? Indien van toepassing: zijn er acties geweest om herhaling te voorkomen? Worden ernstige ongevallen bij Inspectie I-SZW en bij Het Gilde van Vrijwillig Molenaars gemeld?
Doel: vastleggen wat er is gebeurd en maatregelen nemen om herhaling te voorkomen. Een ongevalregistratie is verplicht.
2.1 De organisatie van Arbo-zaken
2.1.0 Is er een Preventiemedewerker aangesteld?
2.1.1 Is er voorlichting over veiligheid en gezondheid?
2.1.2 Zijn de werktijden te lang?
2.1.3 Dient uw RisicoInventarisatie getoetst te worden?
2.1.4 Is er voldoende instructie over pesten, (seksuele) intimidatie, discriminatie, agressie en geweld ongewenst gedrag en is het duidelijk bij wie men kan melden?
2.1.5 Worden incidenten en ongevallen geregistreerd en besproken met betrokkenen?
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
Risico
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
2.1.6 Overleg: Overleg tussen eigenaar en vrijwilliger over veiligheid voor bezoekers en vrijwilligers is absoluut noodzakelijk. Natuurlijk hoeft dit niet wekelijks maar het verdient wel aanbeveling om op vaste tijdstippen te overleggen. Bijzondere zaken, zoals een bijna-ongeval of een open dag, kunnen het noodzakelijk maken dat er vaker gericht overleg plaats vindt. Xxxxxx ook aandacht aan belastende factoren door een slechte onderlinge sfeer, problemen met publiek in de zin van onoverzichtelijk grote aantallen bezoekers of publiek met bedenkelijke omgangsvormen.
Doel: organiseren van het molen- en vrijwilligerswerk en het afstemmen van maatregelen om risico’s te beperken.
2.1.7 Verzekeringen: Zijn vrijwilligers adequaat verzekerd? Denk aan ongevallenverzekering, WA plus, etc. De richtlijnen van Het Gilde van Vrijwillige Molenaars en De Hollandsche Molen zijn richtinggevend.
Doel: in geval van juridische aansprakelijkheid of een ongeval zijn eigenaar en vrijwilliger enigszins beschermd tegen de financiële gevolgen.
2.1.8 Uitbesteding van werk: Bij uitbesteding van werk en groot onderhoud moeten heldere afspraken worden gemaakt. Dit is een wettelijke verplichting die voortvloeit uit het bouwprocesbesluit.
Doel: de veiligheid tijdens groot onderhoud optimaal waarborgen door gevaren te identificeren en goede afspraken te maken.
2.1.9 Klachten: Klachten kunnen wijzen op ernstige onderliggende problemen. Het is verstandig klachten altijd serieus te nemen en na te gaan of maatregelen noodzakelijk zijn.
Doel: voorkomen van escalatie waardoor schade aan personen, molen of reputatie ontstaat; welzijnsproblemen voorkomen.
2.1 De organisatie van Arbo-zaken
2.1.7 Is de vrijwilliger verzekerd voor wettelijke aansprakelijkheid en ongevallen? | Ja | Nee | Laag Midden Hoog |
2.1.8 Wordt bij groot onderhoud in samenspraak | Xx | Xxx | Xxxx |
met molenbouwer aandacht besteed aan een veiligheids- en gezondheidsplan? | Midden Hoog | ||
2.1.9 Zijn er klachten bekend van vrijwilliger, | Xx | Xxx | Xxxx |
2.1.6 Is er overleg met de eigenaar over veiligheid voor bezoekers en vrijwilligers?
eigenaar of omwonenden?
Ja Nee
Risico
Laag Midden Hoog
Midden Hoog
TOELICHTING BIJ 2.2
2.2 Bijzondere groepen vrijwilligers
Risico
2.2.1 Nieuwe vrijwilligers / leerling molenaars: Mensen die nog onvoldoende zijn voorgelicht over de risico’s. Met name de zaken die zij niet mogen doen zijn van belang. Denk aan het op eigen initiatief betreden van de kap of het uitvoeren van werkzaamheden zonder direct toezicht en instructie.
Doel: er is op de eerste dag helder (en bij voorkeur aantoonbaar) uitgelegd welke geboden en verboden er voor hen gelden.
2.2.2 Mensen die de taal onvoldoende beheersen: Dit kunnen zowel bezoekers zijn als vrijwilligers. Het kan dus gebeuren dat mensen waarschuwingsborden niet kunnen lezen, teksten verkeerd uitleggen of een andere interpretatie geven aan woorden.
Doel: mensen die de Nederlandse taal niet voldoende beheersen zijn net zo goed op de hoogte als mensen die dit wel doen. Is dit niet mogelijk dan moeten ze dezelfde beschermingsgraad krijgen, bijvoorbeeld door te werken met pictogrammen of door begeleiding.
2.2.3 Leeftijd: Jeugdigen zijn zich vaak niet bewust van de risico’s.Voor Jeugdigen jonger dan 18 jaar is er een expliciet verbod om met gevaarlijke werktuigen te werken. Ouderen zijn vaak minder soepel van lijf en leden, waardoor bijvoorbeeld werken in ongemakkelijke houdingen tot problemen kan leiden. Behoren uw vrijwilligers tot een van deze groepen dan moeten er mogelijk extra maatregelen worden genomen. Bij Jeugdigen is het raadzaam om met ouders afspraken te maken.
Doel: mensen jonger dan 18 of ouder dan 60 jaar geen extra risico’s laten lopen.
2.2.4 Gezondheidsklachten of beperkingen: Indien mensen aandoeningen of beperkingen hebben bestaat de kans dat zij extra risico’s lopen. Bijvoorbeeld: mensen met aandoeningen van het evenwichtsorgaan, mensen met een verminderd gezichtsvermogen, mensen met beperkingen van houding en beweging. Gebruikt iemand medicijnen die de rijvaardigheid beïnvloeden of gebruikt iemand bijvoorbeeld alcohol dan mag hij geen machines bedienen.Werken in een molen mag dan ook niet! Mensen met geestelijke beperkingen kunnen ook tot deze categorie behoren.
Doel: de genomen maatregelen in de molen zijn zodanig dat deze groep geen extra risico loopt.
2.2.1 Zijn er nieuwe vrijwilligers / leerling molenaars?
2.2.2 Zijn er vrijwilligers die de taal onvoldoende beheersen?
2.2.3 Zijn er vrijwilligers jonger dan 18 of ouder dan 60 jaar?
2.2.4 Zijn er vrijwilligers met gezondheidsklachten of beperkingen?
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
TOELICHTING BIJ 2.3
2.3.1 Bij meer dan 50 mensen in de molen is een gebruikersvergunning verplicht! Deze vraagt u aan bij de gemeente. Ook bij minder dan 50 mensen in de molen kan overleg met de brandweer zinvol zijn.
Doel: voorbereiding op noodsituaties, voldoen aan wetgeving.
2.3.2 Hulpverleningsplan: Is de molen en zijn de vrijwilligers adequaat voorbereid op noodgevallen? Is er een beknopt ontruimingsplan? Is er een beknopte instructie hoe te handelen bij noodgevallen?
Doel: eigenaar, vrijwilliger zijn voorbereid op noodsituaties. Voorbereiding op noodsituaties is verplicht.
2.3.3 Brandweeroefening: Zijn brandweer en ambulance adequaat voorbereid op de specifieke risico’s die zij lopen in een molen?
Doel: brandweer/ambulance zijn voorbereid op noodsituaties in de molen en zijn bekend met de specifieke risico’s die zij daar lopen.
2.3.4 Communicatie: Veel molens liggen afgelegen en zijn niet eenvoudig te bereiken. Communicatie in de vorm van een telefoon is daarom erg belangrijk.
Doel: in geval van een calamiteit kunnen alarmeren en/of bereikbaar zijn.
2.3.5 EHBO voorzieningen: Afhankelijk van het aantal mensen dat in de molen aanwezig kan zijn dienen er voldoende en geschikte middelen aanwezig te zijn. Ook moeten vrijwilligers weten hoe deze middelen moeten worden toegepast.
Doel: voldoen aan elementaire eisen.
2.3.6 Blusmiddelen zijn bij voorkeur aanwezig op elke verdieping. Daarnaast moet er ook instructie zijn hoe deze middelen moeten worden gebruikt. Bij voorkeur door training. Overleg met uw
plaatselijke brandweer. Let erop dat de middelen periodiek worden gekeurd (zie aanwijzingen fabrikant).
Doel: bij beginnende brand snel kunnen blussen zodat uitbreiding wordt voorkomen.
2.3 Bedrijfshulpverlening: voorbereiding op noodsituaties
2.3.1 Kunnen er op enig moment 50 of meer mensen aanwezig zijn in de molen?
2.3.2 Is er een ontruimingsplan / instructie voor ongevallen en brand?
2.3.3 Wordt er regelmatig een brandweeroefening georganiseerd op de molen?
2.3.4 Is er een mogelijkheid tot doeltreffende communicatie? (telefoon of xxxxxx)
2.3.5 Zijn er voldoende EHBO voorzieningen aanwezig en is er instructie voor een juist gebruik?
2.3.6 Zijn er voldoende blusmiddelen, zijn deze goed onderhouden en zichtbaar en is er instructie voor een juist gebruik?
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
Risico
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Risico
2.3.7 Vluchtroutes en nooduitgangen moeten ook praktisch bruikbaar zijn. Dat betekent vrij van obstakels, niet afgesloten, etc. Hoe meer mensen zich in de molen bevinden hoe belangrijker dit onderwerp is.
Doel: in geval van calamiteiten snel de molen kunnen ontruimen.
2.3.7 Uitvallen verlichting / voorzorg bij snel invallende duisternis (bij het uitvallen van de verlichting, bijv. zaklantaarns)
Doel: in voorkomende gevallen voldoende verlichting hebben om de ruimte veilig te verlaten.
2.3.8 Bij de uitvoering van risicovolle werkzaamheden bestaat er een grotere kans dat er een incident plaats vindt. Daarom is het belangrijk dat risicovol werk onder toezicht van een collega wordt uitgevoerd. Deze moet in staat zijn in te grijpen.
Doel: het voorkomen dat de betrokkene in hulpbehoevende toestand achter blijft.
2.3.9 Onweer: Onweer is een grillig natuurverschijnsel. In de opleiding tot molenaar wordt hier veel aandacht aan besteed.Toch is het raadzaam de afspraken vast te leggen, ook in relatie tot het publiek.
Doel: ongevallen en incidenten door bliksem voorkomen.
2.3.10 Beveiligingsplan: Is er een beveiligingsplan tegen vernieling en diefstal en is er overleg met politie of preventie-ambtenaar van de gemeente? Ga na of dit voor uw molen zinvol is.
Doel: (gevoel van) persoonlijke veiligheid vergroten, voorkomen van frustratie bij vrijwilligers; doelmatig besteden van financiële middelen.
2.3.7 Zijn vluchtroutes en nooduitgangen praktisch bruikbaar? (vrij van obstakels, niet afgesloten)
2.3.7 Zijn voor donkere ruimten voorzieningen getroffen? (bijvoorbeeld: aanwezigheid van zaklantaarns in geval van uitvallen van de verlichting)
2.3.8 Worden risicovolle werkzaamheden altijd door twee molenaars uitgevoerd?
2.3.9 Is er een procedure hoe om te gaan met onweer? (ook in relatie tot het publiek)
2.3.10 Is er een beveiligingsplan tegen vernieling en diefstal?
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
TOELICHTING BIJ 2.4
2.4.1 Orde en netheid: Veiligheid begint bij een molen die gaaf, opgeruimd en schoon is. Hiermee wordt de kans op ongelukken verminderd. Bovendien is hierdoor minder brandgevaar. Alle reden om periodiek in en rond de molen(s) op te ruimen. Men kan ook overwegen in goed overleg periodiek elkaars molen te beoordelen, bijvoorbeeld met ondersteuning van het Gilde.
Doel: bewustwording van ‘bedrijfsblindheid’.
2.4.2 Werkkleding en schoenen of klompen: Gezien de risico’s door draaiende delen en hoogteverschillen is het dragen van nauwsluitende werkkleding en goede (veiligheids)schoenen of klompen verplicht (zie ook de bijlage).
Doel: bescherming tegen veiligheids- en gezondheidsrisico’s.
2.4.3 Risicovolle delen: Vaststellen welke delen van deze molen bijzonder risicovol zijn is een eerste stap op weg naar beheersing van de risico’s.
Doel: duidelijk hebben welke delen van deze molen gevaarlijk zijn als deze in gebruik is. Noot: dit is een hulpmiddel om op een later tijdstip na te gaan of alle beheersmaatregelen zijn genomen.
2.4.4 Preventief onderhoud: Om een werktuig in goede staat te houden is een onderhoudsplan absoluut noodzakelijk. Dit kan op verschillende niveaus van dagelijks klein onderhoud. Goed onderhoud kan gebreken voorkomen en allerlei andere Arbo-zaken positief beïnvloeden.
Doel: bevorderen van de technische veiligheid door goed onderhoud. Voorkomen van gevaarlijke situaties / onnodige belasting door gebrek aan onderhoud.
2.4.5 Tekortkomingen / mankementen / reparaties: Is er ondanks het onderhoudsprogramma toch een storing dan is het verstandig dit volgens vaste afspraken te melden. Een klein mankement kan immers grote gevolgen hebben.
Doel: het zo snel mogelijk verhelpen van mankementen die een gevaar voor de molenaar, bezoekers en/of de molen zijn.
2.4.6 Toilet en handenwasgelegenheid.Kan soms lastig te realiseren zijn. Afspraken maken met ‘buren’ kan een tussenoplossing zijn.
Doel: voldoen aan basiseisen.
2.4.7 Omgevingsrisico’s: Brengt de omgeving waarin de molen staat risico’s met zich mee? Specifieke risico’s kunnen bijvoorbeeld veroorzaakt worden door de verkeerssituaties, door de aanwezigheid van water of door hoogteverschillen. Zo ja, zijn er dan afdoende beheersmaatregelen genomen? Overleg met de gemeente in geval van twijfel en leg de resultaten vast.
Doel: voldoen aan basiseisen.
2.4 Algemene voorzieningen in de molen en directe omgeving
2.4.1 Is er een programma voor orde en netheid?
2.4.2 Zijn er afspraken over standaard werkkleding en schoeisel? (persoonlijke beschermingsmiddelen)
2.4.3 Zijn de risicovolle delen voor deze molen specifiek benoemd, gemarkeerd en opgenomen in het logboek of ander bij de molen behorend ‘boekwerk’?
2.4.4 Is er een onderhoudsplan voor de molen?
2.4.5 Is er een procedure voor het melden van tekortkomingen / mankementen?
2.4.6 Zijn er een toilet en handenwasgelegenheid?
2.4.7 Zijn omgevingsrisico’s onderkend en zijn beheers maatregelen genomen?
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
Risico
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
2.5 Publiek en rondleidingen | Risico | ||
2.5.1 Wordt publiek altijd geïnstrueerd over gedragsregels in de molen en rond de molen? | Ja | Nee | Laag Midden |
Hoog | |||
2.5.2 Is in deze instructie specifiek aandacht voor | Ja | Nee | Laag |
TOELICHTING BIJ 2.5
2.5.1 Instructie van gedragsregels. Een molen is een gevaarlijk werktuig.Verblijf in de nabijheid
van gevaarlijke werktuigen vraagt om aangepast gedrag. Bezoekers zijn onbekend met de risico’s; hier moet rekening mee worden gehouden. En ook dat ze zich na instructie toch overmoedig kunnen
gedragen. Om dit in banen te leiden zijn drie dingen nodig: voorschriften, instructie en toezicht. Hieraan kan tegemoet worden gekomen door gedragsregels te vermelden op een bord bij de deur, een kort welkomstwoord met instructie en toezicht door de vrijwilliger. Bezoekers mogen niet zelfstandig door de molen dwalen!
Doel: incidenten en ongevallen met bezoekers voorkomen.
2.5.2. Kinderen op de molen: Bezoek van kinderen aan een molen brengt extra risico met zich mee omdat ze minder of geen oog hebben voor gevaar; ook niet na een waarschuwing. Kinderen vragen extra bescherming en moeten dus altijd begeleid worden door een volwassene. Op elke 5 kinderen moet er minimaal 1 begeleider zijn. Laat begeleiders mondeling beloven dat ze die kinderen niet uit
het oog verliezen. Begeleidt kinderen bij het traplopen en zorg dat ze nooit binnen aanraak-afstand van bewegende delen kunnen komen. Als er kinderen op de stelling komen dient een draaiend gevlucht te zijn afgeschermd met een solide barrière waar kinderen niet –of alleen met veel moeite- onderdoor of overheen kunnen komen. Houdt kinderen weg bij het stellinghek.Verstandelijk gehandicapten vormen een vergelijkbare risicogroep. Ook hier is begeleiding nodig. Jongeren, die nog wel eens stoer willen doen vormen een aparte risicogroep.Zorg dat stuurtouwen e.d. goed geborgd zijn.
Doel: ongevallen met kinderen voorkomen.
2.5.3 Risicovolle delen mogen niet toegankelijk zijn voor het publiek. Bij een draaiende molen zijn dit onder meer de kap en het gevlucht. Bij een stilstaande molen eventuele schakelaars van motoren die voor aandrijvingen van werktuigen in de molen zorgen. Instructie geven dat de kap niet mag worden betreden is onvoldoende. N.B. het gaat hier om technische maatregelen.
Doel: voorkomen dat in een onbewaakt ogenblik publiek in aanraking komt met bewegende delen en zo schade ondervindt.
2.5.4 Risicovolle werkzaamheden worden bij voorkeur uitgevoerd in afwezigheid van het publiek.Voorbeelden van risicovolle werkzaamheden zijn het openleggen van maal- en pelstenen in koren- en pelmolens en werkzaamheden waarbij de winderij in een houtzaagmolen wordt gebruikt. Ook werkzaamheden op hoogte of met giftige stoffen kunnen hiertoe behoren.
Doel: voorkomen dat bij een incident publiek schade ondervindt.
kinderen?
2.5.3 Zijn risicovolle delen voor het publiek ontoegankelijk gemaakt? Dit zijn onder meer toegang tot de kap, het gevlucht, schakelaars van aanwezige arbeidsmiddelen e.d.
2.5.4 Worden risicovolle werkzaamheden altijd in afwezigheid van publiek uitgevoerd?
Ja Nee
Ja Nee
Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
2.5.5 ‘Lastig’ publiek bij molens in dorpskernen en in de nabijheid van uitgaansgelegenheden etc. kan er publiek komen dat andere interesses heeft dan het bewonderen van molen en molenaar. Als dit voor kan komen is het verstandig hier vroegtijdig aandacht aan te besteden, bijvoorbeeld door hier afspraken over te maken.
Doel: effectief ondersteunen van de vrijwilliger, zodat deze weet hoe hij het best kan handelen.
2.5.6 Onbevoegd toegang hebben betekent dat men onopgemerkt een molen bezoekt. Bij een draaiende molen moet het niet mogelijk zijn dat publiek zonder instructie of toezicht toegang heeft. Dit betekent immers dat de ‘onbevoegde’ zich op geen enkele wijze bewust is van de gevaren.Vergelijk het maar met het onbeheerd achterlaten van een bouwsteiger in een woonwijk. Ook dit mag niet vanwege de risico’s zoals die in 2.5.1 en 2.5.2 zijn geschetst.
Doel: incidenten en ongevallen, al dan niet met ‘onbevoegden’, voorkomen.
2.5.7 Buiten gebruik stellen van stuurtouwen
is nodig om te voorkomen dat werktuigen door onbevoegden in werking worden gezet, met alle gevolgen van dien.
Doel: voorkomen dat onbevoegden een werktuig in beweging zetten.
2.5 Publiek en rondleidingen
2.5.5 Wordt het omgaan met ‘lastig’ publiek met vrijwil- ligers besproken?
2.5.6 Wordt voorkomen dat onbevoegden toegang hebben tot het molenerf?
2.5.7 Zijn stuurtouwen voor luiwerk e.d. geborgd tegen gebruik door bezoekers?
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
Risico
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
TOELICHTING BIJ 2.6
2.6 Gevaarlijke stoffen
Risico
2.6.1 Gevaarlijke stoffen: zijn herkenbaar aan witte rood omrande ruit met een symbool. Zie overzicht van gevaarsymbolen in bijlage 7.3. Gevaarlijke stoffen zijn onder meer olie, vet, verf en andere conserveringsmiddelen.Voorkom zoveel mogelijk het gebruik van stoffen die schadelijk zijn. Gebruik
bij voorkeur geen stoffen die giftig zijn (deze zijn herkenbaar aan het doodshoofd op de verpakking) , kankerverwekkend of mutageen zijn. Staat u gebruik van deze stoffen wel toe, laat u dan voorlichten door de leverancier of deskundige over een veilig en gezond gebruik.
Doel: nagaan of overige vragen beantwoord moeten worden. Zie ook 7.3 (Nadere Inventarisatie Verplichtingen). Zijn er wel gevaarlijke stoffen, maar zijn deze niet nodig op de molen, voer ze dan af naar een KCA-depot. Voor de overige stoffen moet u nagaan of u voldoende maatregelen genomen hebt.
2.6.2 Opbergen van stoffen: is van belang omdat stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid en voor het milieu. Dikwijls verhogen deze stoffen ook het brandgevaar, daarom dienen ze niet opgeslagen te worden in de buurt van hitte bronnen.
Doel: stoffen zo opbergen dat ze geen extra gevaren opleveren.
2.6.3 Informatie over stoffen: weten hoe een stof veilig gebruikt moet worden is een eerste vereiste. Zitten de middelen in de originele verpakking? Veel ongelukken gebeuren doordat bijvoorbeeld terpentine wordt overgegoten in een frisdrankfles. Dergelijke verpakkingen zijn verboden vanwege het grote risico. Zijn de aanwijzingen op de verpakking leesbaar en in de juiste taal? Is er voor stoffen met grotere risico’s een beknopt veiligheidsblad aanwezig?
Doel: voorkomen van ongelukken door een verkeerde verpakking; zorgen dat de gebruiker over de juiste informatie beschikt zodat hij de stof veilig kan gebruiken.
2.6.4 Doeken gedrenkt in olie/ontvlambare stoffen: Let op: een met (lijn)olie vervuild doek of papier uitsluitend in een gesloten container bewaren of buiten laten drogen i.v.m. brandgevaar door broei
Doel: voorkomen dat gebruikte doeken vlam vatten.
2.6.5 Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s) die nodig zijn voor een veilig gebruik, moeten ook aanwezig zijn. PBM’s bieden, ook bij zorgvuldige toepassing, een lage graad van bescherming! Doorgaans zal het gebruik beperkt zijn tot geschikte handschoenen om huidcontact met stoffen te vermijden.Voor adembescherming bij gebruik van giftige stoffen is deskundigheid absoluut vereist. Denk er aan dat blootstelling aan giftige stoffen grote gevolgen kan hebben. Bent u niet zeker of de middelen geschikt zijn, vraag dan informatie aan de leverancier of een deskundig persoon. Bijvoorbeeld een Arbo-coördinator of veiligheidskundige van de gemeente waarin uw molen staat.
Doel: schade aan de gezondheid voorkomen.
2.6.6 De staat van PBM’s: juist opgeborgen, schoon en ongeschonden. Adembescherming moet individueel worden verstrekt.
Doel: voorkomen dat men middelen gebruikt die niet (meer) geschikt zijn voor het doel.
2.6.1 Zijn er gevaarlijke stoffen aanwezig? (Herkenbaar aan het oranje vlak met kruis, doodshoofd, etc.)
Geen gevaarlijke stoffen aanwezig? Ga dan door naar 2.6.7
2.6.2 Zijn deze stoffen doelmatig (achter slot en grendel) opgeborgen?
2.6.3 Is informatie voor een veilig gebruik van de stof aanwezig?
2.6.4 Zijn de persoonlijke beschermingsmiddelen (PB M’s) die nodig zijn om veilig met deze stoffen te kunnen werken aanwezig?
2.6.5 Verkeren deze PBM’s in deugdelijke staat?
2.6.6 Verkeren deze PBM’s in deugdelijke staat?
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
2.6.7 Afvoeren van afval: afval van stoffen kan bijzonder brandgevaarlijk zijn. Berucht zijn doeken met olie (ook lijnolie) die tijdens het drogen aan de lucht spontaan in brand kunnen vliegen. Bovendien bevordert orde en netheid de algemene veiligheid op de molen.
Doel: bevorderen orde en netheid, brandpreventie.
2.6.8 Asbest in de molen of bijgebouwen: let op brandwerende voorzieningen, oude golfplaten en oude weerbestendige panelen. Ook lagers kunnen asbesthoudend materiaal bevatten, bijvoorbeeld Ferobestos halslagers. Schakel bij twijfel een deskundige van bijvoorbeeld de gemeente in, of behandel het materiaal alsof het asbest bevat.
Doel: nagaan of maatregelen nodig zijn. Let op: in verband met de grote risico’s mag u zelf geen asbesthoudend materiaal verwijderen. Dit moet gedaan worden door deskundigen. Zijn maatregelen niet nodig dan gaat u verder naar 2.7 Bestrijdingsmiddelen.
2.6.9 Herkennen van asbest: zoals u weet veroorzaakt het inademen van asbestvezels kanker bij mensen.Vaak is er rond de elektriciteitsmeter asbesthoudend materiaal. Bij asbesthoudend materiaal dat in goede staat verkeert is er geen gevaar voor het vrijkomen van asbestvezels, zolang het niet bewerkt wordt. Door asbesthoudend materiaal herkenbaar te maken wordt voorkomen dat per ongeluk asbestvezels vrijkomen door het bewerken van asbesthoudend materiaal.Voorbeelden van bewerkingen zijn zagen, slijpen, boren en breken.
Doel: onoordeelkundig omgaan met asbest voorkomen.
2.6.10 Asbest in het hulpverleningsplan: indien asbest is verwerkt, is het raadzaam deze informatie op te nemen in het hulpverleningsplan. Indien er onverhoopt brand uitbreekt moeten de hulpverleners op de hoogte zijn van de aanwezigheid van asbest in de molen.
Doel: zorgen dat hulpverleners de juiste maatregelen nemen in geval van een calamiteit.
2.6 Gevaarlijke stoffen
2.6.7 Wordt afval direct opgeruimd?
2.6.8 Is er asbest verwerkt in de molen?
Geen asbest in de molen? Ga dan verder met
2.7 Bestrijdingsmiddelen.
2.6.9 Zijn de asbestbevattende delen als zodanig herkenbaar? (sticker)
2.6.10 Indien asbest is verwerkt, is deze informatie dan opgenomen in het hulpverleningsplan?
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
Risico
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
TOELICHTING 2.7
2.7.1 Aanwezigheid van bestrijdingsmiddelen: vermijdt bij voorkeur het gebruik van bestrijdingsmiddelen. Heeft u nog middelen op de molen maar heeft u ze niet nodig, lever ze dan in bij de gemeente (KCA). Bedenk dat er vroeger uiterst giftige middelen vrij te verkrijgen waren. Lever dus ook oude middelen in en gebruik deze niet meer.
Doel: nagaan of verdere maatregelen nodig zijn.
2.7.2 Opbergen van bestrijdingsmiddelen: deze stoffen zijn vaak giftig en schadelijk voor de gezondheid. Ook blootstelling aan kleine hoeveelheden kan schadelijk zijn. Dit kan bijvoorbeeld als de verpakking met het middel is besmeurd.
Doel: middelen zo opbergen dat men er niet per ongeluk mee in contact komt.
2.7.3 Originele verpakking: een andere verpakking dan de oorspronkelijke betekent vaak een aanzienlijk veiligheidsrisico. Net als bij andere giftige stoffen komt het vaak voor dat de schadelijke inhoud van een fles wordt aangezien voor frisdrank etc.
Doel: voorkomen van ongelukken door een onjuiste verpakking.
2.7.4 Informatie over bestrijdingsmiddelen: weten hoe een stof veilig gebruikt moet worden is een eerste vereiste voor een juist gebruik. De gebruiksaanwijzing voor de stof moet aanwezig zijn in de Nederlandse taal.
Doel: informatie verschaffen voor een juist gebruik.
2.7.5 Blootstelling beperken: opname van bestrijdingsmiddelen kan plaatsvinden door huidcontact en inademen. N.B.Voor alle middelen geldt dat de gebruiksaanwijzing zorgvuldig moet worden gelezen en alle voorschriften van de fabrikant worden opgevolgd. Bij gebruik van een vloeistof geeft vernevelen een grotere kans op opname dan bijvoorbeeld aanbrengen met een kwast. Breng middelen bij voorkeur met een kwast aan. Is de stof in poedervorm of in korrels te krijgen, gebruik dan de korrel.Wees zeer terughoudend met vernevelen en/of gasvormige middelen.
Doel: schade aan de gezondheid door opname van bestrijdingsmiddelen voorkomen.
2.7.6 Xxxxxx dan 18? Laat hen geen bestrijdingsmiddelen gebruiken!
Doel: voorkomen dat er risicogroepen ontstaan waarvoor verdergaande maatregelen noodzakelijk zijn.
2.7 Bestrijdingsmiddelen
2.7.1 Worden bestrijdingsmiddelen in de molen toege- past of zijn deze aanwezig in de molen?
Heeft u geen bestrijdingsmiddelen of levert u ze in als KCA, ga dan verder met 2.8 Lichamelijke belasting.
2.7.3 Worden bestrijdingsmiddelen bewaard in de oor- | |||
spronkelijke verpakking? | Ja | Nee | Laag Midden Hoog |
2.7.4 Zijn de voorschriften voor een veilig gebruik van | Ja | Nee | Laag |
2.7.2 Worden deze stoffen bewaard in een geventileer de maar afgesloten kast?
het bestrijdingsmiddel aanwezig?
2.7.5 Worden deze middelen zo toegepast dat bloot stelling zoveel mogelijk wordt beperkt?
2.7.6 Worden bestrijdingsmiddelen door mensen jonger dan 18 toegepast?
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
Risico
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
2.7.7 Wasplaats: bij huidcontact moet men onmiddellijk de besmette plek kunnen wassen. Bovendien moet men na werkzaamheden zijn/haar handen kunnen wassen.
Doel: opname van bestrijdingsmiddelen in het lichaam voorkomen.
2.7.8 Aanwezigheid en juist gebruik PBM’s: het is noodzakelijk dat de PBM’s die de fabrikant voorschrijft, in goede staat verkeren, juist worden gebruikt en onderhouden en op de juiste wijze gereinigd en bewaard worden. Zie ook toxische stoffen.
Doel: schade aan de gezondheid voorkomen.
2.7.9 Afvoeren lege verpakkingen: lege verpakkingen worden vaak niet juist bewaard. Hierdoor kunnen ze een gevaarlijke bron van opname vormen, met name in kleine en slecht geventileerde ruimtes. Sluit de verpakkingen af en berg ze op; voer ze zo snel mogelijk af.
Opmerking: heeft u hinder van ongedierte laat dan de bestrijding hiervan bij voorkeur over aan specialisten, zoals medewerkers van de gemeente. Deze zijn hier speciaal voor opgeleid en
weten precies welk middel ze waar het best mogen en kunnen gebruiken. Kiest u er wel voor om bestrijdingsmiddelen op de molen aanwezig te hebben dan moet u voldoende voorzorgsmaatregelen nemen voor een veilige opslag en gebruik.
2.7.7 Is tijdens het gebruik van bestrijdingsmiddelen een doelmatige wasplaats met water en zeep voor- handen?
2.7.8 Zijn de voorgeschreven PBM’s aanwezig en worden die ook gebruikt?
2.7.9 Worden lege verpakkingen doelmatig afgevoerd?
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
Risico
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
TOELICHTING 2.8
2.8.1 Tillen van 23 kg: komen gewichten voor van 23 kg of meer dan moeten maatregelen worden genomen. Organiseer de werkzaamheden zo dat dit gewicht niet wordt overschreden. Laat bijvoorbeeld zakken van 30 kilo door twee mensen tillen. En gebruik de in de molen aanwezige hulpmiddelen op de juiste manier. Zorg ervoor dat mensen op de juiste wijze tillen.
Doel: gezondheidsproblemen door te zwaar tillen voorkomen.
2.8.2 Gebogen rug / onnatuurlijke houding: gebogen werken in een molen is niet altijd te voorkomen. Echter: langdurig in een onnatuurlijke houding werken kan leiden tot gezondheidsproblemen. Organiseer de werkzaamheden zo dat langdurig werken in een ongezonde houding zoveel mogelijk wordt voorkomen.Wordt de molen op enig moment aangepast hou dan rekening met dit punt.
Doel: gezondheidsproblemen door verkeerde houding voorkomen.
2.8.3 Zwaar duwen of trekken: komt het vaak voor dat zware voorwerpen worden geduwd of getrokken? Niet alleen tillen of een onnatuurlijke houding maar ook duwen en trekken van voorwerpen is een bron van gezondheidsrisico’s.
Doel: gezondheidsproblemen door overbelasting voorkomen.
2.8.4 Instructie: als er geregeld lichamelijk belastend werk voorkomt horen vrijwilligers ook instructie te krijgen over een juiste werkwijze. Regel dit op een hele praktische manier en werk bij voorkeur samen met andere moleneigenaren. Zie ook de toelichting bij het plan van aanpak.
Doel: de vrijwilliger weet waarom een juiste organisatie van het werk en een juiste werkhouding van belang is.
2.8.5 Technische middelen: worden de tilgewichten overschreden dan kunnen technische hulpmiddelen uitkomst bieden. Zie ook de toelichting bij het plan van aanpak.
Doel: tilwerkzaamheden terugbrengen tot een aanvaardbare belasting.
2.8.6 Organisatorische maatregelen: is er sprake van fysieke belasting dan kunt u deze ook beheersen door belastend werk door meerdere mensen uit te laten voeren of de werkduur te verkorten.
Doel: belastend werk terugbrengen tot een aanvaardbaar risico.
2.8 Lichamelijke belasting
2.8.1 Wordt er meer dan 23 kg getild?
2.8.2 Wordt er geregeld in een stand gewerkt waarin rug en/of ledematen sterk gebogen zijn?
2.8.3 Worden geregeld zware voorwerpen geduwd of getrokken?
2.8.4 Indien een van bovenstaande punten van toepassing is, krijgen vrijwilligers dan instructie over een juiste werkwijze?
2.8.5 Worden er technische maatregelen genomen om gezondheidsklachten door lichamelijke (over) belasting te voorkomen?
2.8.6 Worden er afdoende organisatorische maatregelen genomen om lichamelijke (over)belasting te voorkomen?
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
Risico
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
TOELICHTING 2.9
2.9.1 De elektrotechnische installatie wordt minstens 1x per 5 jaar gekeurd door een deskundige.
Doel: een elektrische installatie die aan de norm voldoet en dus aantoonbaar veilig is; bij mankementen aan de installatie stroomdoorgang door het lichaam beperken waardoor de dood wordt voorkomen; brandpreventie; voorbereiding op noodsituaties.
2.9.2 Periodiek testen: een aardlekschakelaar kan net als andere apparatuur defect raken. Aangeraden wordt eenmaal per kwartaal de aardlekschakelaar te testen. Zie de gebruiksaanwijzing.
Doel: controle van de beveiliging van de elektrische installatie.
2.9.3 Elektrische bedrading en aansluitpunten: dienen geen zichtbare schade te hebben, geaard te zijn en in deugdelijke staat te verkeren.
Doel: controle van de bedrading en aansluitpunten.
2.9.4 Dubbele isolatie van elektrisch handgereedschap is een productveiligheidseis.
Doel: bij mankementen aan het gereedschap stroomdoorgang door het lichaam voorkomen.
2.9.5 Bereikbaarheid verdeelkasten: bij incidenten of mankementen moet de verdeelkast zonder obstakels te bereiken zijn.
Doel: voldoen aan basisveiligheid.
2.9.6 Verdeelkasten ontoegankelijk voor onbevoegden: indien er een verdeelkast aan- wezig is, is het verstandig deze af te sluiten.
Doel: voldoen aan basisveiligheid.
2.9.7 Staat bliksemafleider: naast het feit dat de installatie getest hoort te worden, moet deze ook in goede staat verkeren. Ontbreken er delen of is bijvoorbeeld de aarding naar het wiekenkruis niet in orde dan kan de installatie niet naar behoren werken.
Doel: door te kijken of de delen in orde zijn ( ‘visuele’ inspectie) de bliksembeveiliging in goede staat houden.
2.9 Elektriciteit en bliksembeveiligings- installatie
2.9.1 De elektrotechnische installatie wordt minstens 1 x per 5 jaar gekeurd door een deskundige?
2.9.2 Wordt de aardlekschakelaar periodiek getest?
2.9.3 Zijn de elektrische bedrading en de aansluitpunten goed geïsoleerd, geaard en niet beschadigd
(geen canvas mantel)?
2.9.4 Zijn elektrische gereedschappen dubbel geïsoleerd?
2.9.5 Zijn de verdeelkasten goed bereikbaar?
2.9.6 Zijn de verdeelkasten gesloten?
2.9.7 Is de bliksemafleiderinstallatie in goede staat?
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
Risico
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
2.9.8 Periodieke keuring: bij sommige onderdelen is het nodig dat deze periodiek worden getest door een deskundige. Deze keuring heeft een tweeledig doel: zorgen dat de installatie zijn werk doet in geval van blikseminslag én aan derden kunnen laten zien dat de installatie in orde is. Meer informatie nodig? Informeer bij de Veiligheidscoach van Het Gilde van Vrijwillige Molenaars.
Doel: voldoen aan basiseisen; voldoen aan eisen verzekeringsmaatschappij.
2.9.9 Overspanningsbeveiliging en potentiaalvereffening: overspanningsbeveiliging beschermt elektronische apparatuur bij blikseminslag tegen overspanning, potentiaalvereffening voorkomt spanningsverschillen tussen onderdelen die stroom geleiden door ze onderling te koppelen. Meer informatie nodig? Informeer bij de Veiligheidscoach van Het Gilde van Vrijwillige Molenaars.
Doel: Kortsluiting apparatuur en het daardoor ontstaan van brand voorkomen.
2.9.8 Wordt de bliksemafleiderinstallatie periodiek gekeurd door een deskundige of experts van het Gilde?
2.9.9 Er is sprake van overspanningsbeveiliging en potentiaalvereffening?
Ja Nee
Ja Nee
Risico
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
TOELICHTING 2.10
2.10.1 Onderhoud gereedschap: gereedschap dat op een juiste manier is gereinigd, gesmeerd etc., blijft langer heel en geeft minder kans op storingen. Dus ook minder kans op ongelukken.
Doel: voldoen aan basisveiligheidseis.
2.10.2 Opbergen gereedschap: gereedschap dat op de juiste manier is opgeborgen blijft langer in goede staat. Dit is uiteindelijk veiliger.
Doel: voldoen aan basisveiligheidseis.
2.10.3 CE-markering: machines en gereedschappen die na 1995 in gebruik zijn genomen moeten een CE-merk hebben. Hieraan kunt u zien of het gereedschap aan basisveiligheidseisen voldoet. Deze veiligheidseisen vloeien voort uit de Europese wetgeving. Overleg desgewenst met een deskundige.
Doel: voldoen aan veiligheidseisen; voldoen aan wetgeving.
2.10.4 Besluit arbeidsmiddelen: machines en installatiedelen die geen CE-markering hebben moeten worden beoordeeld aan het besluit arbeidsmiddelen. Deze beoordeling moet worden uitge- voerd door een deskundige. Overleg met bijvoorbeeld de Arbo-coördinator van de gemeente of een veiligheidskundige.
Doel: voorkomen van ongelukken; voldoen aan veiligheidseisen; voldoen aan wetgeving.
2.10.5 Lawaai: Zijn er lawaaiige machines? Cirkelzagen, slijptollen en veel andere elektrische handge- reedschappen staan bekend om hun schadelijk geluid.
Doel: voorkomen van gehoorschade door het dragen van gehoorbeschermers.
2.10.6 Gasinstallatie: uitstromend gas van gasflessen en aangekoppelde apparaten kunnen enorme schade en ernstige verwondingen tot gevolg hebben. Dus bij voorkeur geen gas in de molen. Is er wel gas aanwezig dan moet u de benodigde maatregelen nemen om het gas veilig te kunnen gebruiken.
Doel: vaststellen van gevaren; nagaan of maatregelen nodig zijn.
2.10 Gereedschap, machines, gas en water
2.10.1 Zijn de gereedschappen goed onderhouden?
2.10.2 Zijn de gereedschappen goed opgeborgen?
2.10.3 Zijn machines, die na 1 januari 1995 in bedrijf genomen zijn, voorzien van CE-markering?
2.10.4 Voldoen de machines die voor 1 januari 1995 gebouwd zijn aan de richtlijn arbeidsmiddelen?
2.10.5 Zijn er lawaaïige machines?
2.10.6 Is er een gasinstallatie aanwezig?
Geen gas? Ga dan verder naar 3. Specifieke inventarisatie.
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
Risico
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Risico | |||
2.10.7 Zo ja, staan flessen opgesteld op een plek die is | Ja | Nee | Laag |
geventileerd op de buitenlucht? | Midden | ||
Hoog | |||
2.10.8 Wordt de installatie jaarlijks nagezien door een | Ja | Nee | Laag |
deskundige? | Midden Hoog | ||
2.10.9 Bestaat het risico van legionellabesmetting? | Ja | Nee | Laag |
Midden | |||
Hoog |
2.10.7 Ventilatie van gasflessen: propaan en butaan zijn zwaarder dan lucht. Bij een (mogelijke) kleine lekkage hoopt gas zich in de ruimte op en kan het ontploffen met alle gevolgen van dien. Stel flessen bij voorkeur zo op dat lekkend gas zich nooit in de molen kan verspreiden.
Doel: voorkomen dat lekkend gas zich kan ophopen; voorkomen van ontploffing en brand.
2.10.8 Wordt de installatie jaarlijks nagezien door een deskundige? Gasinstallaties hebben onderhoud nodig. Dit geldt met name voor het periodiek vervangen van de slangen. Ook moet de installatie periodiek worden gecontroleerd op een goede staat.
Doel: voldoen aan basisveiligheid door goed onderhoud; voorkomen van ontploffing en brand.
2.10.9 Waterleiding en legionella: is rekening gehouden met de mogelijkheid van legionella in het waterleidingsysteem van de molen? Van legionella worden mensen ziek door het inademen van druppels besmet water. Het toilet doorspoelen, ramen lappen en koffiezetten is dus geen probleem. Gebruik van bijvoorbeeld de tuinslang of een hogedrukspuit kan dat wel zijn.Vraag bij twijfel advies aan een deskundige.
Doel: legionellabesmetting van mensen voorkomen.
3. SPECIFIEKE INVENTARISATIE
3.1 Draaiende delen, algemeen 50
3.2 Het gevlucht 54
3.3 Werken in de kap 56
3.4 Krui-installatie en kruien 60
3.5 Heffen en hijsen 62
3.6 Werken op hoogte en valgevaar 64
TOELICHTING 3.1
3.1 Draaiende delen, algemeen
Risico
3.1.1 Afscherming van assen en spillen: draaiende delen vormen een ernstig risico. Dat geldt ook voor gladde assen! Loshangende kleding en haren kunnen worden opgewikkeld.Tussen een
vierkante as of spil en andere delen van de molen ontstaat gevaar voor knellen. Heeft zo’n gebeurtenis als opwikkelen of beknellen plaats, dan is ingrijpen niet meer mogelijk. De assen en spillen van een molen die bereikbaar zijn vormen daarom een gevaar. Zij moeten, zoveel mogelijk doelmatig worden afgeschermd. Kan men in een in gebruik zijnde molen met de as of spil in aanraking komen? Neem
dan passende maatregelen. Is het niet mogelijk een as of spil af te schermen dan moeten er andere maatregelen worden genomen. Deze bieden over het algemeen een minder goede bescherming en vragen dus uiterste zorgvuldigheid van betrokkenen.Wettelijk voorschrift is dat draaiende delen niet bereikbaar mogen zijn. Ze moeten worden beschermd door vaste afschermingen: materiaal dat alleen met gereedschap kan worden weggenomen. Dit betekent onder meer dat een bordje ‘verboden toegang’ naar een ruimte met assen en spillen onvoldoende is.
Doel: op een wijze die geen afbreuk doet aan de molen toch voldoen aan de richtlijn arbeidsmiddelen; ongelukken met draaiende delen voorkomen.
3.1.2 Afscherming van xxxxxx: wielen zijn gevaarlijker dan assen en spillen: de snelheid waarmee ze bewegen is groter, ze hebben meestal uitstekende delen en op de plaats waar twee wielen elkaar raken is er altijd ernstig knel- en pletgevaar.
Doel: op een wijze die geen afbreuk doet aan de molen toch voldoen aan de richtlijn arbeidsmiddelen; ongelukken met draaiende delen voorkomen.
3.1.3 Overige draaiende delen: ook voor andere bewegende delen is bovenstaande van toepassing. Let ook op het afschermen van spoorwiel en steenrondsels als de trap naar de (lui)zolder er langs gaat. Ook de regulateur(s) en het luiwerk moeten desgewenst afgeschermd worden!
Doel: op een wijze die geen afbreuk doet aan de molen toch voldoen aan de richtlijn arbeidsmiddelen; ongelukken met draaiende delen voorkomen.
3.1.4 Knuppelstroppen: zijn te beschouwen als uitstekende delen op assen en spillen. Zij leveren bijzonder gevaar op, mede doordat ze vaak scherpe delen hebben. De draairichting moet zo zijn dat uitstekende delen niet ‘hakken’, maar ‘duwen’. De knuppelstrop is bij voorkeur zo geplaatst dat deze buiten het bereik van ledematen ligt.
Doel: voorkomen dat men geraakt of meegenomen wordt door knuppelstroppen of delen ervan.
3.1.1 Zijn assen en spillen, die bereikbaar zijn als de molen in gebruik is, afdoende afgeschermd?
3.1.2 Zijn wielen en rondsels, die bereikbaar zijn als de molen in gebruik is, afdoende afgeschermd?
3.1.3 Zijn andere delen van open aandrijvingen afdoende afgeschermd?
3.1.4 Zijn knuppelstroppen in de juiste richting geplaatst?
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Risico | |||
3.1.5 Zijn knuppelstroppen op spillen zo geplaatst dat ze buiten bereik liggen? | Ja | Nee | Laag Midden |
Hoog | |||
3.1.6 Wordt de molen altijd stilgezet voor onderhoud aan draaiend werk? | Ja | Nee | Laag Midden |
Hoog | |||
3.1.7 Worden bij deze werkzaamheden altijd maat- regelen genomen tegen het onbedoeld in gebruik | Ja | Nee | Laag Midden |
3.1.5 Knuppelstroppen: zijn vaak langer dan nodig is, waardoor ze ver uitsteken. Een bijzonder slecht voorbeeld is een knuppelstrop op de koningsspil die zich op ooghoogte bevindt. Deze onmiddellijk afschermen.
Doel: voorkomen dat men geraakt of gegrepen wordt door knuppelstroppen of delen ervan.
3.1.6 Onderhoud van draaiende delen: veel ongelukken gebeuren door de slechte gewoonte om draaiende werktuigen te smeren, etc. Het gevolg hiervan is dat men op de hierboven aangegeven manieren door draaiende delen gegrepen kan worden. Het besluit arbeidsmiddelen schrijft voor dat draaiende delen onbereikbaar moeten zijn. Bij molens moet er gezorgd worden dat aan dezelfde mate van veiligheid wordt voldaan.
Doel: voorkomen van ongelukken tijdens onderhoud of inspectie.
Let op: mensen zijn zich niet bewust van routinehandelingen: we denken niet na, we doen! Met name deze eigenschap maakt ons zo kwetsbaar voor ongelukken.
3.1.7 Onbedoeld in beweging komen tijdens onderhoud of inspectie: veel ongelukken gebeuren doordat men het idee heeft dat men goed beschermd is omdat de molen immers stil staat. Er moeten tijdens werkzaamheden altijd maatregelen worden genomen om te voorkomen dat de molen, of een deel daarvan, in beweging komt. Het lekenkettinkje en borgpen zijn praktische en effectieve oplossingen. Bij werkzaamheden aan de vang moet het wiekenkruis vastgelegd worden met de roeketting.
Doel: voorkomen van ongelukken tijdens onderhoud of inspectie.
3.1.8 Veilig gedrag is belangrijk: het gaat hier immers om zo veilig mogelijk omgaan met gevaarlijke situaties.Veilig gedrag is daar een onderdeel van. De molenaar krijgt tijdens zijn opleiding instructie over het belang van nauwsluitende werkkleding, veiligheidsschoeisel en dagelijks onderhoud en een juist gebruik van de molen. De voorschriften moeten ook worden nageleefd: de eigenaar hoort hier, voor zover dat binnen zijn mogelijkheden past, ook op toe te zien. Sancties als men zich niet aan de regels houdt maken hier deel van uit.
Doel: zorgen dat de werkzaamheden volgens voorschrift worden uitgevoerd ten einde ongevallen en schade aan de molen te voorkomen.
nemen of in gebruik komen van de molen?
3.1.8 Wordt aantoonbaar aandacht geschonken aan veilig gedrag in relatie tot risicovolle taken?
(Het handhaven van de afspraken, het dragen van veilige kleding, een veilige haardracht, etc.)
Ja Nee
Hoog
Laag Midden Hoog
3.2.1 Afzetten gevlucht: Betreden van het deel waar het gevlucht draait is levensgevaarlijk.
Dat geldt zowel voor bezoekers als voor de molenaar. Een draaiend gevlucht moet dus altijd worden afgeschermd met een solide afzetting (net of hek) die aan de onder- en bovenzijde degelijk is bevestigd aan zowel de molenromp als het baliehek of de omheining van het molenerf. Als er bij een draaiend gevlucht publiek wordt toegelaten dient er altijd ook een personeelslid aanwezig te zijn (en te blijven) dat toezicht houdt.Xxxxxxxx ten allen tijde het zitten op of leunen tegen hekken. Wees creatief: zoek een oplossing die bij uw molen past maar wel maximale bescherming biedt.
Gebruik “Richtlijnen voor afscherming van het gevlucht” als leidraad.
Doel: voorkomen dat molenaar en/of bezoeker in een moment van onachtzaamheid in het gevlucht loopt.
3.2.2 Toegangsdeur tot het gevlucht: kan via een deur het gebied worden betreden waarin het gevlucht draait, dan moet deze op slot zijn en de sleutel moet uit het slot zijn genomen.
Doel: voorkomen dat molenaar en/of bezoeker in een moment van onachtzaamheid in het gevlucht loopt.
Let op: mensen zijn zich niet bewust van routine handelingen: we denken niet na, we doen! Met name deze eigenschap maakt ons zo kwetsbaar voor ongelukken.
3.2.3 Afspraken over gevaarlijk werk zijn nodig om doordacht veilig te werken. Aandachtspunten zijn:
- het gebruik van valbeveiliging bij werkzaamheden boven 2,5 meter (zie ook: valgevaar en werken op hoogte)
- het niet bij krachtige wind (6 Bft) werken in het gevlucht
- het afzetten van het gebied waar vallende voorwerpen neer kunnen komen
- het vergrendelen van het gevlucht bij werkzaamheden
- ervoor zorgen dat de molen altijd op de wind staat
Doel: bevorderen van basisveiligheid door standaard werkafspraken; voldoen aan zorgplicht.
3.2.4 Voorleggen en wegnemen van zeilen: spreek af én zorg ervoor dat degene die de zeilen voorlegt ook degene is die na gedane werkzaamheden de vang licht. Het lichten van de vang door
een ander (door bijvoorbeeld) roepen of geluid brengt zeer ernstige risico’s met zich mee en is niet toegestaan.
Doel: zorgen dat de molenaar in veiligheid is als het gevlucht in beweging komt.
3.2.5 Vergrendelingen van steek- en windborden: deze moeten geregeld worden gecontroleerd. Bedenk dat een vallend voorwerp van grote hoogte zeer ernstig letsel tot gevolg kan hebben.
Doel: voorkomen van letsel en schade door vallende voorwerpen.
3.2.1 a. Wordt het gedeelte waarover het gevlucht draait altijd doelmatig afgezet?
b. Indien er publiek wordt toegelaten op een draaiende molen is er dan toezicht bij het gevlucht georganiseerd?
Indien een van beide vragen of beide met nee beantwoord:
3.2.2 Wordt een eventuele toegangsdeur naar dit gedeelte altijd afgesloten?
3.2.3 Zijn afspraken over werkzaamheden aan het gevlucht vastgelegd?
3.2.4 Is het afgesproken én de gewoonte dat de molenaar die de zeilen voorlegt ook de vang licht?
3.2.5 Worden vergrendelingen van steek- en windborden geregeld gecontroleerd?
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
Hoog
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
3.3.1 Toegangsluik: zoals we gezien hebben is een toegangsluik dat afgesloten kan worden noodzakelijk om gevaarlijke situaties door bewegende delen te voorkomen. Daarnaast is een stevig luik noodzakelijk om bij werkzaamheden in de kap de vloeropening weer dicht te kunnen leggen. Jaarlijks komen er mensen om het leven omdat ze per ongeluk in een gat stappen.Weten dat het gat er is, biedt geen enkele bescherming. Zie ook: werken op hoogte en valgevaar.
Doel: voorkomen van valgevaar; voorkomen van toegang door onbevoegden.
3.3.2 Afspraken over stilzetten en in gebruik nemen zijn wenselijk om doordacht veilig te werken. In deze afspraken kunnen ook gebruiksbeperkingen worden vastgelegd.Voorbeelden van gebruiksbeperkingen zijn:
- het stilzetten van de molen als publiek op de molen komt
- het niet in gebruik nemen / stilzetten als de weersverwachting windkracht 7 of meer aangeeft
- het niet in gebruik nemen als periodieke inspectie van enig onderdeel daartoe aanleiding geeft (bijvoorbeeld een uitgebogen haak van een kruiketting)
Doel: bevorderen van basisveiligheid door standaard werkafspraken; voldoen aan zorgplicht.
3.3.3 Blokkeren van de vang: is een extra veiligheidsmaatregel om ervoor te zorgen dat de molen tijdens de werkzaamheden in de kap niet in beweging kan komen.Vergelijkt u het maar met reparatie van een machine: in elk geval de stekker uit het stopcontact.
Doel: ongelukken die ontstaan doordat de molen onbedoeld in beweging kan komen uitsluiten.
3.3.4 Smeren van lagers: werken aan draaiende delen is uiterst gevaarlijk. Er gebeuren veel en ernstige ongelukken mee. Daarom zijn in de wet verschillende artikelen te vinden die werkzaamheden verbieden die op deze wijze worden uitgevoerd. Afspraken over deze werkzaamheid worden bij voorkeur vastgelegd. De molen staat stil en smeervet wordt met een spaan aangebracht.
Doel: bevorderen van basisveiligheid door standaard werkafspraken; voldoen aan zorgplicht.
3.3.1 Is het toegangsluik in een goede conditie?
3.3.2 Zijn afspraken over het stilzetten en het in gebruik nemen van de molen vastgelegd?
3.3.3 Zijn de juiste maatregelen genomen om onbedoeld in gebruik nemen te voorkomen? (Blokkeren opge- legde vangbalk, etc.)
3.3.4 Worden de lagers altijd gesmeerd bij stilstaande molen?
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
3.3.5 Draaiende delen de bonkelaar, schijfloop en bovenwiel worden eveneens afgeschermd.Wordt de kap nooit betreden als de molen in gebruik is, dan is dit wellicht niet noodzakelijk. Ga dan wel na of de constructie in de kap in overeenstemming is met wat gebruikelijk is voor dit type molen. Let ook op uitstekende delen van stroppen, bouten, etc.
Doel: ongelukken met draaiende delen voorkomen.
3.3.6 Visuele inspectie van de kap bij draaiende molen is een werkzaamheid met hoge risico’s. De kap is immers vaak slecht verlicht, er zijn draaiende delen en er is nauwelijks uitzicht naar buiten, zodat zicht op de horizon ontbreekt. Is de molenaar niet fit door welke oorzaak dan ook, dan kan hij gemakkelijk zijn evenwicht verliezen. Is visuele inspectie bij een draaiende molen gewenst of noodzakelijk, voer dit dan alleen uit als alles in orde is: acceptabel weer, goede verlichting en een molenaar die fit is! Voer deze werkzaamheid met twee molenaars uit en hou voldoende afstand!
Doel: bevorderen van basisveiligheid door standaard werkafspraken; voldoen aan zorgplicht; zorgen dat de molenaar niet in hulpbehoevende toestand alleen achterblijft.
3.3.7 Inspectie vangstok en bijbehorende ophanging: een vangstok kan door houtrot breken en valt dan naar beneden. Het risico bestaat dat deze bovenop de molenaar terecht komt die op dat moment de vang bedient. Daarom dient de balk regelmatig gecontroleerd te worden. Dit geldt ook voor de ophanging. Als deze breekt, klapt de vang ongecontroleerd op het bovenwiel met kans op asbreuk of schade aan het gaande werk.
Doel: voorkomen van ongelukken en schade door slechte staat vang of bijbehorende ophanging.
3.3.5 Zijn draaiende delen in de kap juist afgeschermd?
a. bovenwiel
b. rondsel of bonkelaar
3.3.6 Wordt bij visuele inspectie de molenaar geassis- teerd door een tweede persoon die bij een calami- teit kan ingrijpen?
3.3.7 Wordt de vangstok en bijbehorende ophanging regelmatig geïnspecteerd?
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
Risico
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
3.4.1 Bevestigingspunten van schoren van het staartwerk: vormen kritische punten om veilig te kunnen kruien. De schoren moeten in goede staat verkeren om de krachten te kunnen
overbrengen. Zijn schoren en bevestigingspunten niet in orde dan bestaat de kans dat delen bezwijken tijdens het kruien of bijvoorbeeld tijdens een bui. Niet of moeilijk te bereiken punten moeten door deskundigen worden geïnspecteerd (bijv. Monumentenwacht).
Doel: voorkomen dat molendelen bezwijken tijdens kruien of gebruik; voorkomen van ongelukken.
3.4.2 Kruipalen: een brekende kruipaal tijdens gebruik kan het einde van de molen betekenen en ook grote gevaren inhouden voor mensen. Ze horen jaarlijks te worden gecontroleerd tot 30 cm onder het maaiveld. Ze zijn bij voorkeur wit geschilderd.
Doel: voorkomen dat molendelen bezwijken tijdens kruien of gebruik; voorkomen van ongelukken.
3.4.3 Stellingliggers en verankering schoren: ook de liggers en verankering van de schoren moeten in orde zijn. De hele krui-installatie is net zo deugdelijk als de zwakste schakel.
Doel: voorkomen dat molendelen bezwijken tijdens kruien of gebruik; voorkomen van ongelukken.
3.4.4 Staaldraad en/of kettingwerk: staaldraad en kettingwerk slijten tijdens het gebruik en door roest. Schakels passen op een gegeven moment niet meer goed in de nestenschijf van de lier waardoor deze beschadigd raakt. Geregeld inspecteren en tijdig vervangen is het advies! Kettingwerk mag nergens meer dan 10% van de nominale materiaaldikte of diameter zijn gesleten.Voor staalkabels zijn de afkeurmaatstaven: gebroken draden over een grote lengte (vleeshaken); breuk of beschadigde plaatsen op één plaats (breuknesten); duidelijke slijtage van de kabel aan de buitenzijde; corrosie één of meer kinken. Staaldraad op een grondzeiler vervangen door kettingwerk.
Doel: voorkomen dat molendelen bezwijken tijdens kruien of gebruik; voorkomen van ongelukken.
3.4.5 Doel: voorkomen dat molendelen bezwijken tijdens kruien of gebruik; voorkomen van ongelukken.
3.4.6 Doel: voorkomen dat molendelen bezwijken tijdens kruien of gebruik; voorkomen van ongelukken.
3.4.7 Doel: voorkomen dat molendelen bezwijken tijdens kruien of gebruik; voorkomen van ongelukken.
3.4.1 Zijn bevestigingspunten van schoren van het staart- werk in goede conditie?
3.4.2 Wordt jaarlijks tot ± 30 cm onder het maaiveld ge- controleerd of de kruipalen in goede conditie verkeren?
3.4.3 Zijn stellingliggers en verankering schoren in orde?
3.4.4 Is staaldraad en/of kettingwerk in orde?
3.4.5 Wordt voor bevestiging van kettingwerk deugdelijk materiaal gebruikt?
3.4.6 Zijn kruirad en munnik in goede conditie?
3.4.7 Is de kruilier in goede conditie?
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
3.5.1 Zijn historische hijs- en hefgereedschappen in | Ja | Nee | Laag |
goede staat? | Midden | ||
3.5.2 Worden nieuwe hefgereedschappen jaarlijks ge- | Ja | Nee | Hoog Laag |
3.5.1 Historische hijs- en hefgereedschappen zoals de steenkraan en het luiwerk kunnen worden gebruikt mits zij goed onderhouden zijn en in goede staat verkeren.Vanzelfsprekend is het van het grootste belang dat deze middelen alleen mogen worden gebruikt door een deskundige én voor het doel waarvoor ze zijn ontworpen! Let dus ook op het gewicht en de te overbruggen afstand waarvoor het gereedschap is ontworpen. Neem periodieke inspectie bij voorkeur op in een logboek.
Doel: voorkomen van ongelukken tijdens hijsen en heffen, voldoen aan zorgplicht.
3.5.2 Nieuwe hefgereedschappen anders dan de steenkraan dienen jaarlijks te worden gekeurd. Er hoort een kraanboek bij aanwezig te zijn waarin deze keuringen zijn aangetekend
en eventuele certificaten zijn opgenomen. Er moet een duidelijk opschrift met het aangegeven hefvermogen zijn. Bevestig de takel alleen op een plaats waar u er zeker van bent dat deze het te tillen gewicht kan dragen. Overleg bij twijfel met een deskundige, bijvoorbeeld uw molenmaker of de leverancier van de takel.
Doel: voorkomen van ongelukken tijdens hijsen en heffen, voldoen aan zorgplicht.
3.5.3 Stapelen van materialen: wordt er tijdens het stapelen van stenen, balen etc. voldoende rekening gehouden met het draagvermogen van de vloer? Wordt er zo gestapeld dat materiaal niet om kan vallen? Wordt er rekening gehouden met looppaden en vluchtwegen?
Doel: voorkomen van ongelukken tijdens hijsen en heffen, voldoen aan zorgplicht.
keurd?
3.5.3 Wordt er veilig gestapeld?
Ja Nee
Midden Hoog
Laag Midden Hoog
TOELICHTING 3.6
3.6.1 Trappen: trappen, ladders en hanetreden moeten de juiste constructie hebben: voldoende stevig zijn en de juiste vormgeving hebben. Uiteraard moeten ladders ook juist worden gebruikt. Hetzelfde geldt voor leuningen en hekwerken.
Doel: voorkomen van valgevaar, voldoen aan zorgplicht.
3.6.2 Vloeren, trappen, ladders en vergelijkbare materialen horen regelmatig te worden nagezien.Verkeren ze nu in goede staat? Hebben vloeren nog voldoende dikte? Zorg er voor dat ze regelmatig worden geïnspecteerd, bijvoorbeeld eenmaal per jaar. Denk er aan dat een val van hoogte zeer ernstige gevolgen kan hebben.
Doel: voorkomen van valgevaar, voldoen aan zorgplicht.
3.6.3 Looppaden en vloeren horen vlak te zijn, voldoende stroef en vrij van obstakels. Door xxxxxx op de vloer gebeuren jaarlijks veel ongelukken die niet noodzakelijk zijn. Denk er aan dat struikelen in de buurt van gevaarlijke delen fataal kan zijn.
Doel: voorkomen van struikelgevaar, voldoen aan zorgplicht.
3.6.4 Openingen in vloeren horen te zijn afgezet. Ontbreken er vloerdelen, leg de vloer dan dicht met delen van afdoende dikte of plaats een stevig hek. Afzetten met een touw of een licht hekje is absoluut onvoldoende.Vallen door gaten in de vloer kost jaarlijks veel mensenlevens.
Doel: voorkomen van valgevaar, voldoen aan zorgplicht.
3.6.5 (Lui- en spil)luiken: deze luiken moeten in goede staat verkeren en minimaal dezelfde dikte hebben als de omringende vloerdelen om valgevaar te voorkomen.
Doel: voorkomen van valgevaar, voldoen aan zorgplicht.
3.6.6 Doel: door veilig ontwerp voorkomen dat luiken open blijven staan.
3.6.7 Werken met valbeveiliging wordt altijd door twee mensen uitgevoerd.Valt er iemand dan is hij meestal niet meer in staat om zichzelf in veiligheid te brengen. Bedenk dat ook moderne valbeveiliging met een goedgekeurd harnas niet geschikt is om langer dan tien minuten in te hangen.
Gebruik de RI&E en de checklist voor werken met valbeveiliging op de website van Het Gilde van Vrijwillige Molenaars.
3.6 Werken op hoogte en valgevaar
3.6.1 Verkeren trappen, ladders en hanetreden in een deugdelijke staat?
3.6.2 Worden vloeren, trappen, ladders etc. periodiek geïnspecteerd?
3.6.3 Zijn looppaden, luiken en vloeren (incl. loopplan ken) van voldoende dikte, vrij van obstakels en goed beloopbaar?
3.6.4 Worden openingen in de vloeren doeltreffend afgezet?
3.6.5 Verkeren de (lui- en spil)luiken in goede staat?
3.6.6 Zijn vloerluiken adequaat beveiligd?
3.6.7 Wordt risicovol werk op hoogte door twee men sen uitgevoerd?
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
Risico
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
4. EXTRA AANDACHTSPUNTEN PER BOUWWIJZE
4.1 De stellingmolen 68
4.2 Grondzeiler en beltmolen 70
4.3 Watergedreven molen 72
TOELICHTING 4.1
4.1.1 Stelling: Verkeren met name de schoren en liggers en onderlinge verbindingen in goede staat?
Doel: voldoen aan basisveiligheid.
4.1.2 Stellinghek en stellingdek: het behoeft geen betoog dat een stellinghek of stellingdek in slechte staat aanzienlijke risico’s met zich meebrengt. Let ook op de afstand van de stellingdelen.
Het advies is om maximaal 3 cm afstand tussen beloopbare delen te hebben. Gaten voor de haak zijn maximaal 1 cm breder dan de toegepaste haken.
Doel: voldoen aan basisveiligheid.
4.1.3 Een schoprand is een middel om het valgevaar en gevaar door vallende voorwerpen te beperken. Er zijn ook andere mogelijkheden die dit gevaar beperken.
Doel: voldoen aan basisveiligheid.
4.1.4 Een val tussen stellingvloer of de schoprand / tussenschot van het stellinghek kan niet als de opening 12 cm of minder is. Is de opening groter dan lopen kinderen en bij toenemende opening ook volwassenen gevaar.
Doel: voldoen aan basisveiligheid.
4.1.5 Trappen en tussenvloeren moeten van een leuning zijn voorzien en in goede staat verkeren. De hoogteverschillen, bijvoorbeeld bij openstaande luiluiken, zijn bij een stellingmolen groter en dus wordt dit onderwerp nog belangrijker.
Doel: voldoen aan basisveiligheid.
4.1.6 Kruien bij een stellingmolen: wordt de hoek tussen kruiketting en stelling stomper dan 25° dan bestaat het gevaar dat de dichtstbijzijnde schoor van zijn ondersteuning wordt getild. De krui- installatie wordt dan een hefinstallatie!
Doel: voldoen aan basisveiligheid.
4.1.7 Het aantal aanwezigen op de stelling moet voor elke molen apart worden vastgesteld. De stelling kan overbelast raken; denk hierbij ook aan puntbelasting. Bij een calamiteit is de vluchtmogelijkheid beperkt. Bespreek met molenmaker en brandweer hoeveel mensen op de stelling kunnen worden toegelaten. Advies is om het aantal mensen op de stelling tot maximaal 10 te beperken, tenzij uit de beoordeling blijkt dat meer mensen op de stelling kunnen worden toegelaten. Denk ook aan puntbelasting / spreiding van mensen over de stelling.
4.1 De stellingmolen (aanvullende aandachts punten)
4.1.1 Verkeert de stelling in goede staat?
4.1.2 Verkeren het stellinghek en de stellingdek in goede staat en zijn deze juist uitgevoerd?
4.1.3 Is een schoprand rond de stelling aangebracht of is er een maatregel genomen die hetzelfde resultaat heeft?
4.1.4 Bestaat het risico om tussen de stellingvloer of schoprand en tussen schot of stellinghek te vallen?
4.1.5 Zijn leuningen xxx xxxxxxxxx, trappen en dergelijke in goede staat?
4.1.6 Wordt de regel over de maximale hoek van de kruiketting met het stellingdek nageleefd?
4.1.7 Zijn er afspraken over het aantal mensen dat tot de stelling wordt toegelaten?
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
Risico
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
TOELICHTING 4.2
4.2.1 Een hek met twee afsluitbare klaphekjes om de molen is afscherming van een draaiend deel: het gevlucht. Dit is een basisveiligheidseis.
Doel: voldoen aan basisveiligheid.
4.2.2 Voorkomen van valgevaar: een deugdelijk hek boven de inrijpoorten is noodzakelijk om valgevaar te voorkomen. De norm is een hoogte van 1.10 m en een verdeling gelijk aan die van het stellinghek, zodat bijvoorbeeld kinderen niet onder de leuning door kunnen schieten.
Doel: voldoen aan basisveiligheid.
4.2 Grondzeiler en beltmolen (aanvullende aandachtspunten)
4.2.1 Is er een deugdelijk hek met afsluitbare klaphekjes om de molen?
4.2.2 Is er een deugdelijk hek boven de inrijpoorten?
Ja Nee
Ja Nee
Risico
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
TOELICHTING 4.3
4.3.1 Voorbereiding op noodsituaties: is een geschikt reddingsmiddel voor drenkelingen aan- wezig? Bedenk dat u in snelstromend water niet of nauwelijks kunt staan. Geschikte reddingsmiddelen zijn onder meer een haak of een werpklos.
Doel: voorbereiding op noodsituaties: het redden van drenkelingen.
4.3.2 Veiligheid derden: is de directe omgeving van de molen tot verboden gebied verklaard voor zwemmers? Worden bezoekers en begeleiders erop gewezen dat klimmen op hekken levensgevaarlijk is? Is het waterwerk verboden gebied als de molen in gebruik is? Zijn stuwbrug- en waterloophekken in goede staat?
Doel: voldoen aan basisveiligheid.
4.3.3 Vallen en uitglijden: wordt er extra aandacht besteed aan de kwaliteit van loopplanken en vloeren? Denk ook aan uitglijden door natte en bemoste planken.
Doel: voldoen aan basisveiligheid voor de molenaar; voorkomen van uitglijden en vallen.
4.3.4 Vallen en uitglijden: is er rekening gehouden met de juiste kwaliteit veiligheidsschoeisel? Klompen zijn minder geschikt op natte en/of gladde ondergronden.
Doel: voldoen aan basisveiligheid voor de molenaar; voorkomen van uitglijden en vallen.
4.3.5 Onderhoud - smeerschema: is er een smeerschema voor stuw- en loosschuiven, slingers en tandheugels, etc? Zijn stuw- en loosschuiven gangbaar zodat ze door één persoon goed te bedienen zijn?
Doel: beperken van lichamelijke belasting; waterwerken in goede conditie houden.
4.3.6 Onderhoud - staat van kritische delen: is de bouwtechnische staat van molen en wa- terwerken in orde? Denk hierbij aan de fundering, de muur aan de waterzijde, spilbalken, lagerstoelen, stuw, stuwbrug, molenbrug, etc. Is het houtwerk in vochtige delen van de molen in goede staat? Raad- pleeg het rapport ‘Veiligheid op wind en watermolens’ pag. 45 e.v. als leidraad of schakel een deskundige in.
Doel: voldoen aan basisveiligheid.
4.3 Watergedreven molen (aanvullende aandachtspunten)
4.3.1 Zijn er voor specifieke noodsituaties doeltreffende maatregelen genomen?
4.3.2 Zijn er voldoende maatregelen genomen om te voorkomen dat mensen te water raken?
4.3.3 Is er voldoende aandacht besteed aan de stroef- heid van beloopbare delen om uitglijden te voor- komen?
4.3.4 Is er voldoende aandacht voor veiligheidsschoeisel om vallen en uitglijden te voorkomen?
4.3.5 Worden alle kritische punten tijdig gesmeerd?
4.3.6 Verkeren kritische punten van de watermolen in goede staat?
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
Risico
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
4.3.7 Verlichting: Is er voldoende verlichting in de wateraskelder of hel? Let ook op de hoeveelheid lucht en de kwaliteit van de verlichting: een verkeerd geplaatste lamp kan makkelijk verblindend werken.
Doel: voldoen aan basisveiligheid.
4.3.8 Bedieningsmiddelen: Zijn er voldoende geschikte bedieningsmiddelen aanwezig? Denk aan slingers, wrikhouten, traphouten en reserve-exemplaren.
Doel: voldoen aan basisveiligheid.
4.3.9 Veiligheid van arbeidsmiddelen: zijn slingers te borgen tegen wegnemen door onbevoeg- den en losschieten? Zijn schuiven te vergrendelen? Is de stortklep in de goot boven het bovenslagwiel in gesloten stand te vergrendelen? Wordt gebruik door onbevoegden voorkomen?
Doel: voldoen aan basisveiligheid.
4.3.10 Afscherming bewegende delen: is de turbine-inlaat zodanig afgeschermd dat naar binnen zuigen van drenkelingen en grof vuil uitgesloten is? Is aan de bovenstroomzijde een krooshek aangebracht? Is de uitvoering deugdelijk? Dat wil zeggen: is het hek zodanig uitgevoerd dat mensen te water worden weggehouden van de stuwschuiven?
Doel is menselijk letsel en schade aan de molen voorkomen.
4.3.11 Ziekte van Xxxx. Belangrijk is dat betrokkenen weten dat de kans bestaat op ziekte van Weil.Vraag na bij uw Waterschap wat de kans is op de ziekte van Weil. Het vroegtijdig herkennen van symptomen is van levensbelang.
Zie voor meer informatie :
xxxxx://xxx.xxxx.xx/xxxxxx-xx-xxxxxxxxxx-xxxxxx-xxx-xxxx
Doel: voorkomen van ziekte.
wezig?
Risico | |||
4.3.7 Zijn donkere ruimten goed verlicht? | Ja | Nee | Laag Midden Hoog |
4.3.8 Zijn voldoende geschikte bedieningsmiddelen aan- | Ja | Nee | Laag |
4.3.9 Zijn arbeidsmiddelen voldoende te vergrendelen, te borgen tegen wegnemen en/of wegschieten en tegen bediening door onbevoegden?
4.3.10 Zijn krooshekken aanwezig en juist uitgevoerd? Indien niet van toepassing: is de turbine-inlaat afge- schermd?
4.3.11 Is er aandacht besteed aan de ziekte van Xxxx?
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
5. EXTRA AANDACHTSPUNTEN PER FUNCTIE
5.1 De poldermolen 78
5.2 De korenmolen 82
5.3 De houtzaagmolen 86
5.4 De oliemolen 90
5.5 De pelmolen 94
TOELICHTING 5.1
5.1.1 Voorlichting: wordt voorlichting gegeven over specifieke risico’s van de poldermolen? Denk hierbij aan te water raken, de ziekte van Weil en uitglijden door gebruik van onjuist schoeisel of aangroei van loopplanken, etc.
Doel: voldoen aan basisveiligheid.
5.1.2 Afscherming bewegende delen: het scheprad of vijzel zijn bewegende delen, een vaste afscherming is vereist! Het is niet toegestaan te malen als de bescherming is weggenomen. Ook het groot onderwiel met het onderrondsel van een schepradmolen moeten een vaste afscherming hebben. Hetzelfde geldt voor de onderbonkelaar en het vijzelwiel van een vijzelmolen.z
Doel: voorkomen van ongelukken.
5.1.3 Afscherming bewegende delen: de luiken bieden toegang tot bewegende delen en moeten dus in goede staat verkeren en afgesloten zijn (vaste afscherming). Dit geldt met nadruk voor de luiken van de vloer.
Doel: voorkomen van ongelukken.
5.1.4 Afscherming bewegende delen / vallen: waterloophekken moeten in goede staat verkeren. Ze moeten deugdelijk zijn uitgevoerd. Een val in het water kan fataal zijn.
Doel: voorkomen van ongelukken.
5.1.5 Afscherming bewegende delen / vallen: de brug boven het krooshek moet aan de molenzijde voorzien zijn van een hek of leuning. Advies is om net voor het achterfront een drijfbalk aan te brengen.
Doel: voorkomen van ongelukken.
5.1.6 Afscherming bewegende delen: de waterloopdekken moeten betrouwbaar zijn. De aanwezige luiken horen tijdens het malen gesloten te zijn.
Doel: voldoen aan basisveiligheid.
5.1.7 Afscherming bewegende delen: het betreden van de ruimte achter de waterasdeur is bij een draaiende molen levensgevaarlijk. Ook hier moet er sprake zijn van een vaste afscherming: de deur is op slot als de molen draait.
Doel: voldoen aan basisveiligheid.
5.1 De poldermolen (aanvullende aandachts- punten)
5.1.1 Wordt er gerichte voorlichting gegeven over de risico’s in een poldermolen?
5.1.2 Is de afscherming van het opvoerwerktuig altijd op zijn plaats als er wordt gemalen?
5.1.3 Worden luiken van de schepradkast en het water loopdek altijd afgesloten tijdens het malen?
5.1.4 Verkeren de waterloophekken in deugdelijke staat?
5.1.5 Is de brug boven het krooshek in deugdelijke staat en van een leuning voorzien?
5.1.6 Zijn de waterloopdekken betrouwbaar en de lui ken afgesloten?
5.1.7 Is de toegang tot de wateras bij draaiende molen afgesloten?
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
Risico
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
5.1.8 Afscherming bewegende delen: is de afstand tussen de kroosbrug en het hek aan de molenzijde groter dan 1 meter dan een tweede krooshek aanbrengen. Er mag nooit het risico bestaan tussen krooshek en opvoerwerktuig terecht te komen. Een eventuele opening tussen krooshek en brug of ander deel moet in bovenaanzicht kleiner zijn dan 12 cm. Een dergelijk incident is bij een draaiende molen fataal.
Doel: voldoen aan basisveiligheid.
5.1.9 Arbeidsmiddelen: bestaat de mogelijkheid dat het opvoerwerktuig ook met elektro- of dieselmotoren aangedreven wordt, dan is beoordeling door een deskundige volgens het besluit arbeidsmiddelen noodzakelijk.Vaak wordt de aandrijving automatisch of op afstand gestart, wat levensgevaarlijk kan zijn.
Doel: voldoen aan basisveiligheid.
5.1.10 Biologische ziekten: Komen er in omringend water ratten voor? Zo ja, is men dan bekend met een mogelijke besmetting met de ziekte van Weil wanneer men te water raakt? Overleg bij twijfel met uw gemeente of het waterschap. Overleg dan ook over passende maatregelen na het te water geraken. Deze maatregelen kunnen regionaal verschillend zijn.
Doel: voorkomen van ziekte.
5.1.8 Bestaat het gevaar om tussen krooshek en opvoewerktuig in de waterloop terecht te komen?
5.1.9 Zijn de arbeidsmiddelen (elektro- of dieselmotor in combinatie met het opvoerwerktuig) beoordeeld door een deskundige aan de hand van het besluit arbeidsmiddelen?
5.1.10 Is de mogelijkheid van besmetting met de ziekte van Weil onderkend?
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
Risico
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
TOELICHTING 5.2
5.2.1 Voorlichting: Wordt er voorlichting gegeven over specifieke risico’s van de korenmolen: denk hierbij aan de schadelijkheid van meelstof bij inademen, het op een juiste wijze stapelen van balen (vanuit veiligheid en lichamelijke belasting), etc.
Doel: voldoen aan basisveiligheid.
5.2.2 Gezondheidsschadelijk stof: is afzuiging aanwezig, dan is het van belang dat filters ook worden gereinigd. Hiermee voorkomt of beperkt u de uitstoot van stof in de molen. Laat stof niet ophopen, gebruik liever een goede stofzuiger. Liever niet vegen. En zeker niet wegblazen!
Doel: voldoen aan basisveiligheid.
5.2.3 Afscherming bewegende delen: zijn de bewegende delen goed afgeschermd:
- de aandrijving van de jakobsladder
- het luiwerk
- pletterij
- de snaartouwen en snaartouwwielen
- het drijfwerk met riemen, snaren, e.d., de harpspil en wuifelaar
Streven is alle bewegende delen onbereikbaar te maken als de molen in bedrijf is.
Doel: voldoen aan basisveiligheid.
5.2.4 Kwaliteit kritische delen: verkeert de gehele maalgang in een goede conditie?
Doel: voldoen aan basisveiligheid.
5.2.5. Heffen en hijsen: bij het luien is er altijd sprake van risico door vallende balen meel of graan. Zorgen dat men er niet onder gaat staan is van belang.
Doel: voldoen aan basisveiligheid.
5.2.6 Heffen en hijsen: de steenkraan is een nostalgisch hefwerktuig, deze moet in goede staat verkeren. Ook de draaipunten in de vloer moeten optimaal in orde en vrij van opgehoopt stof of graan zijn. Controleer verder de schroefdraad op de spindel en in de moer. Gebruik hiervoor ook checklist op de website van Het Gilde van Vrijwillige Molenaars.
Doel: voldoen aan basisveiligheid.
5.2.7. Opruimen graankorrels: is nodig voor het voorkomen van valgevaar. Ook voor het knaagdiervrij houden van de molen!
Doel: voorkomen van valgevaar en tegengaan van knaagdieren.
5.2 De korenmolen (aanvullende aandachts- punten)
5.2.1 Wordt er gericht voorlichting gegeven over de risico’s in een korenmolen?
5.2.2 Wordt de uitstoot van stof beperkt?
5.2.3 Zijn bewegende delen optimaal afgeschermd?
5.2.4 Verkeren kritische delen (o.a. maalgang) in goede conditie?
5.2.5 Is tijdens het luien van zakken het deel waar de zak kan vallen verboden gebied?
5.2.6 Is de steenkraan in goede conditie? Wordt deze voor elk gebruik geïnspecteerd door de molenaar?
5.2.7.Worden gemorste graankorrels direct opgeruimd?
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
Risico
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Risico
5.2.8 Heffen en hijsen: de steenkraan moet gebruikt worden door een deskundige. De in de opleiding voorgeschreven veiligheidsmaatregelen behoren minutieus te worden opgevolgd. Publiek mag hierbij niet aanwezig zijn! Men mag nooit onder een hangende last doorlopen, dit gebied moet worden afgezet. Overweeg de loper te stutten als deze langere tijd blijft hangen. Zet de steenspil ook zo weg dat deze niet kan omvallen.
Doel: voldoen aan basisveiligheid.
5.2.9 Knel- en pletgevaar: bij het openleggen van een koppel bij het keren van maalstenen niet trekken maar duwen. Als bij het trekken de kraan breekt is ernstig letsel niet uitgesloten. Bij het keren van de lopersteen de handen nooit op de omtrek van de steen leggen i.v.m. de nauwe ruimte tussen maalsteen en steenbeugels. Let erop dat de schroefspindel minimaal 1 cm boven de spindelmoer blijft uitsteken.
Doel: voldoen aan basisveiligheid.
5.2.10 Arbeidsmiddelen: beoordeling van aangedreven arbeidsmiddelen, die niet van CE markering voorzien zijn, door een deskundige is noodzakelijk.
Doel: voldoen aan basisveiligheid.
5.2.11 Wegspringende delen: worden de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen gebruikt tijdens het scherpen van de stenen? Dit is in elk geval een veiligheidsbril (overzetbril).Worden stenen machinaal bewerkt dan zijn ook gehoorbescherming en een stofmasker (P3) nodig.
Doel: voldoen aan basisveiligheid.
5.2.8 Worden bij het openleggen van het maalkoppel de Veiligheidsmaatregelen minutieus opgevolgd? (Gebruik checklist hoofdstuk 3.5, blz. 49)
5.2.9 Wordt bij het keren van de stenen rekening gehouden met knel- en pletgevaar?
5.2.10 Heeft, bij een zowel elektrisch als op windkracht aangedreven molen, een risicobeoordeling plaatsgevonden volgens de richtlijn arbeidsmiddelen, door een deskundige op het gebied van machineveiligheid?
5.2.11 Worden de juiste persoonlijke beschermingsmid- delen gebruikt tijdens het scherpen van de maal- stenen?
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
TOELICHTING 5.3
5.3.1 Voorlichting: wordt er voorlichting gegeven over veiligheid van trek- en hijswerktuigen?
Denk hierbij aan eisen aan nieuwe werktuigen, historische werktuigen en voorlichting over gebruik van staaldraad in combinatie met ogen en klemmen. Denk ook aan afkeurmaatstaven voor touw- staaldraad- en kettingwerk, etc.Voorlichting en instructie draagt ertoe bij dat de molenaar zijn kennis op dit gebied vergroot en onderhoudt en dat hij op de hoogte is van een deugdelijk gebruik.
Doel: voldoen aan basisveiligheid.
5.3.2 Orde en netheid: zijn er vaste activiteiten gericht op orde en netheid? Bij een houtzaagmolen weegt een opgeruimde molen met vloeren die vrij zijn van obstakels nog zwaarder dan bij andere molens.
Doel: voldoen aan basisveiligheid.
5.3.3 Werkafspraken: zijn deze gemaakt? Vooral bij risicovol werk zoals slepen en opspannen is het van belang dat één persoon de leiding heeft. Deze ziet ook toe op permanente bediening van stuurtouwen, etc.
Doel: voldoen aan basisveiligheid.
5.3.4 Veiligheid voor bezoekers: is het werkvlak voor bezoekers tot verboden gebied verklaard? Bevinden bezoekers zich op een veilige afstand? Denk hierbij aan brekende staalkabels en wegrollende stammen! Of een val in bewegende delen.
Doel: voldoen aan basisveiligheid.
5.3.5 Horizontaal transport: is de winderij tegen overbelasting beveiligd, bijvoorbeeld door een trekkrachtbegrenzer aan de ophanging van de haalder? Wordt overbelasting op enige andere wijze voorkomen?
Doel: voldoen aan basisveiligheid.
5.3.6 Heffen en hijsen / horizontaal transport: zijn nieuwe hef- en trekgereedschappen in goede staat? Deze dienen jaarlijks gekeurd te worden door een deskundig bedrijf.
Doel: voldoen aan basisveiligheid.
5.3 De houtzaagmolen (aanvullende aandachts- punten)
5.3.1 Wordt er gericht voorlichting gegeven over de risico’s in een houtzaagmolen?
5.3.2 Zijn er extra afspraken over orde en netheid?
5.3.3 Zijn de werkafspraken duidelijk?
5.3.4 Is het werkvlak verboden voor bezoekers als er hout gesleept of op de slede wordt gebracht?
5.3.5 Wordt overbelasting van de winderij voorkomen?
5.3.6 Worden nieuwe hef- en trekgereedschappen jaar- lijks gekeurd?
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
Risico
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Risico
5.3.7 Heffen en hijsen: verkeren staaldraad en touw- en kettingwerk van historische hijs- en trekinrichtingen in goede staat? Wordt het materiaal ook op de juiste wijze toegepast? N.B. onoordeelkundig gebruik van deugdelijk materiaal kan alsnog tot breuken leiden.
Doel: voldoen aan basisveiligheid.
5.3.8 Vallen en uitglijden / horizontaal transport: verkeert de sleephelling in goede staat, is deze aan één zijde uitgevoerd met trapklossen?
Doel: voldoen aan basisveiligheid.
5.3.9 Kwaliteit van kritische delen: zijn alle delen van historische werktuigen in uitstekende staat? Denk aan winderijtrommels, krabbelraderen, palstokken, haalders. De conditie is van belang, maar ook de ophanging en lagering.
Doel: voldoen aan basisveiligheid.
5.3.10 Bewegende delen: wordt de molen gesmeerd als deze stilstaat? Denk onder meer aan de krukas, astappen, geleideschenen, etc. Is smeren bij stilstaande molen niet mogelijk, dan moet voor deze werkzaamheden een beknopte werkinstructie worden geschreven.Wordt het kot onder de zaagramen schoongemaakt terwijl de molen stilstaat? Is hiervoor geschikt gereedschap aanwezig? Zijn deze risico’s ook in de instructie opgenomen?
Doel: voldoen aan basisveiligheid.
5.3.11 Afscherming bewegende delen:
- Rond het krukwiel en de bonkelaar?
- Zijn de doorvoeren voor de zaagramen met de wuifelaars voorzien van hekken?
- Is de omgeving van de zaagramen, met name de voorkant, tot verboden gebied verklaard voor onbevoegden?
Doel: voldoen aan basisveiligheid.
5.3.12 Persoonlijke beschermingsmiddelen: zijn de juiste PBM’s aanwezig? Deze bestaan naast de gebruikelijke PBM’s ook uit veiligheidsschoenen met goede antislip en werkhandschoenen.
Doel: voldoen aan basisveiligheid.
5.3.13 Rollende, vallende en wegschietende delen: denk aan de volgende maatregelen:
- Het niet betreden van de vloerruimte onder de winderijen als deze worden gebruikt
- Nooit in het verlengde van het trek- of takelwerk gaan staan
- Tijdens gevaarlijk werk, zoals het binnenhalen en op de slede brengen van het hout, geen bezoekers op de zaagvloer
- Voorkom wegrollende stammen. Gebruik deugdelijke wiggen.
- Voorkom omvallende materialen Denk aan het juist oplatten van hout (ordelijk en nooit hoger dan 3x de breedte).
Doel: voldoen aan basisveiligheid.
5.3.7 Verkeren historische hef- en trekgereedschappen in goede staat en worden deze op de juiste wijze toegepast?
5.3.8 Verkeert de sleephelling in goede staat en is deze juist uitgevoerd?
5.3.9 Verkeren kritische delen in goede staat?
5.3.10 Worden bewegende delen gesmeerd en gereinigd als de molen niet in bedrijf is?
5.3.11 Wordt er gericht voorlichting gegeven over de risico’s in een houtzaagmolen?
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Hoog | |||
5.3.12 Zijn er extra afspraken over orde en netheid? | Ja | Nee | Laag |
Midden | |||
Hoog | |||
5.3.13 Zijn de werkafspraken duidelijk? | Ja | Nee | Laag Midden |
Hoog |
Laag Midden
TOELICHTING 5.4
5.4.1 Voorlichting: wordt er voorlichting gegeven over de specifieke risico’s van een oliemolen? Denk hierbij aan:
- het schoonmaken / betreden van een oliekelder
- gezondheidsschadelijk geluid
- brandpreventie
- risico’s door ‘vallende delen’ als stampers
- een sneller dan gebruikelijk draaiend gevlucht
- opbrengen van zaad onder de kantstenen
Doel: voldoen aan basisveiligheid.
5.4.2 Orde en netheid: wordt bijvoorbeeld gemorste olie altijd direct opgeruimd? Er bestaat gevaar voor uitglijden en vallen. Daarnaast kan op doeken drogende lijnolie spontaan ontbranden.
Doel: voldoen aan basisveiligheid.
5.4.3 Afscherming bewegende delen: zijn draaiende delen op de wentelaszolder juist afgeschermd? Denk aan
- de wentelas en het wentelaswiel, vooral ook vanwege de uitstekende spaken
- de heien en de stampers
- de uitsparing in de vloer voor het wentelaswiel
- de kranswielen met overwerkers
- de spinbollen van de roerwerken
Overweeg het deel van de wentelaszolder met een hekwerk af te sluiten van het begaanbare deel. Het achterliggende deel mag dan niet worden betreden als de molen in bedrijf is of kan komen.
Doel is het voorkomen van ongevallen door het onbereikbaar maken van draaiende delen.
5.4.4 Oliekelders: besloten ruimten. De oliekelders zijn, bij voldoende afmeting, te beschouwen als besloten ruimten. Besloten ruimtes zijn moeilijk toegankelijk en slecht geventileerd. Door ontbindings- processen kan de oliekelder gevuld zijn met giftig en/of zuurstof verdringend gas. Overkomt iemand iets in de oliekelder dan is hij alleen door brandweermensen te redden.
Let op: heeft de molen oliekelders die betreden kunnen worden dan is het noodzaak hiervoor aparte werkvoorschriften op te stellen. Deze voorschriften zijn specifiek voor uw molen.Vraag op dit punt ondersteuning, raadpleeg een deskundige. Hier is sprake van grote risico’s!
Doel: voldoen aan basisveiligheid.
5.4 De oliemolen (aanvullende aandachts- punten)
5.4.1 Wordt er voorlichting gegeven over de specifieke risico’s van een oliemolen?
5.4.2 Wordt er extra aandacht besteed aan orde en netheid?
5.4.3 Zijn draaiende delen zodanig afgeschermd dat zij onbereikbaar zijn als de molen in gebruik is?
5.4.4 Heeft de molen (een) oliekelder(s), zijn er dan met behulp van een deskundige werkafspraken gemaakt en vastgelegd over werkzaamheden?
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
Risico
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
5.4.5 Valgevaar: zijn luiken op oliekelders betrouwbaar, voldoende dik (minimaal 3 cm) en vergrendeld?
Doel: voldoen aan basisveiligheid.
5.4.6 Olie opslag in drums: zijn vaten geborgd tegen wegrollen? Is de vloer sterk genoeg om de totale opslag te kunnen dragen?
Doel: voldoen aan basisveiligheid.
5.4.7 Toestand van kritische delen: Spaken, vuisters, heien, stampers etc. Zijn deze delen heel, hebben ze geen overmatige slijtage en werken ze naar behoren? Gebruik hoofdstuk 10 van het rapport Veiligheid op wind en watermolens als leidraad.
Doel: voldoen aan basisveiligheid.
5.4.8 Bewegende delen: worden stampers en andere relevante onderdelen altijd geborgd bij werk- zaamheden als leeghalen, vullen, etc. ?
Doel: voldoen aan basisveiligheid.
5.4.9 Schadelijk geluid: is onderkend dat bij een in werking zijnde molen schadelijk geluid een probleem is? Zie bijlage persoonlijke beschermingsmiddelen.
Doel: voldoen aan basisveiligheid.
5.4.10 Brandpreventie:
- Is er deugdelijk blusmateriaal in de directe omgeving van de vuisters?
- Heeft de molenaar instructie gehad voor een juist gebruik van de blusser?
- Wordt de hoeveelheid brandbaar materiaal op de molen zoveel mogelijk beperkt?
- Is er een controlelijst aanwezig voor het verlaten van de molen?
Denk hierbij aan gedoofd vuur in de vuisters, afgesloten luchttoevoer, geen brandbaar materiaal in de nabijheid van hete delen, etc.
Doel: voldoen aan basisveiligheid.
5.4.5 Zijn olieluiken in goede staat en vergrendeld?
5.4.6 Worden oliedrums juist opgeslagen?
5.4.7 Verkeren kritische delen van de oliemolen in goede staat?
Hoog | |||
5.4.9 Wordt als de molen langdurig in bedrijf is gehoor- bescherming gebruikt? | Ja | Nee | Laag Midden |
Hoog | |||
5.4.10 Is extra aandacht besteed aan brandpreventie? | Ja | Nee | Laag |
Midden | |||
Hoog |
5.4.8 Zijn er werkafspraken over het borgen van heien en stampers tijdens werkzaamheden?
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
Risico
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Laag Midden
TOELICHTING 5.5
5.5.1 Voorlichting: wordt voorlichting gegeven over specifieke risico’s van de pelmolen? Denk aan risico’s van sneldraaiende delen, de noodzaak tot schoonhouden in verband met brandpreventie en schadelijk stof, etc.
Doel: voldoen aan basisveiligheid.
5.5.2 Afscherming bewegende delen: zijn de bewegende delen goed afgeschermd:
- de aandrijving van de jakobsladder
- de aandrijfwielen voor de warme en koude schepperij
- de pelspillen
- het ravenswiel of takrad
- de steenspilrondsels en het dodemanswiel
- de sleperij
- het luiwerk
- de snaartouwen en snaartouwwielen
- de harpspil en wuifelaar
- de aandrijving van de waaierij
- is het windgat zo uitgevoerd dat er geen vingers of handen in kunnen worden gestoken?
- Is het doppenhok afgesloten als de molen in bedrijf is?
Streven is alle bewegende delen onbereikbaar te maken als de molen in bedrijf is.
Doel: voldoen aan basisveiligheid.
5.5.3 Valgevaar: zijn er afdoende maatregelen genomen om valgevaar tegen te gaan? Aandachtspunten zijn:
- een deugdelijk luik van het grote- of gerstkaar
- de deksels van de steenkuipen en de groepen
- het sluiten van xxxxxxxxx
- het ordelijk stapelen van zakken
Doel: voldoen aan basisveiligheid.
5.5.4 Heffen en hijsen: zijn er afdoende maatregelen genomen om veilig te heffen en hijsen? Aandachtspunten zijn:
- Conditie van steenjijn met bijbehorende blokken en touwen
- Bevestiging jijntouw en topblok
- Conditie en uitvoering van xxxxxxxxx
- Gedeelte van de vloer waar de steen geplaatst wordt
- Onderstoppen van de steen na lichten en op zijn kant zetten
Doel: voldoen aan basisveiligheid.
5.5 De pelmolen (aanvullende aandachts- punten)
5.5.1 Wordt er gerichte voorlichting gegeven over de specifieke gevaren van een pelmolen?
5.5.2 Zijn bewegende delen van de pelmolen juist afge- schermd?
5.5.3 Zijn voldoende maatregelen genomen om valge- vaar te beperken?
5.5.4 Wordt er voldoende aandacht besteed aan heffen en hijsen?
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
Risico
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Laag Midden Hoog
Risico | |||
5.5.5 Worden gemorste graankorrels direct opgeruimd? | Ja | Nee | Laag |
Midden | |||
Hoog | |||
5.5.6 Wordt bij het keren van de stenen rekening gehou- den met knel- en pletgevaar? | Ja | Nee | Laag Midden |
Hoog |
5.5.5 Opruimen graankorrels: is nodig voor het voorkomen van valgevaar. Ook voor het knaagdiervrij houden van de molen!
Doel: voldoen aan basisveiligheid.
5.5.6 Knel- en pletgevaar: bij het openleggen van een koppel bij het keren van stenen niet trekken maar duwen. Als bij het trekken de kraan breekt is ernstig letsel niet uitgesloten. Bij het keren van de lopersteen de handen nooit op de omtrek van de steen leggen i.v.m. de nauwe ruimte tussen maalsteen en steenbeugels.
Doel: voldoen aan basisveiligheid.
5.5.7 Gezondheidsschadelijk stof: zijn maatregelen genomen om stofvorming tegen te gaan? Denk aan maatregelen op stelling- of pelzolder, de vloer, en tijdens het steenhakken. Stofvorming is ook vanuit het oogpunt van brandpreventie ongewenst. Zuig stof op, niet vegen en nooit stof wegblazen!
Doel: voldoen aan basisveiligheid.
5.5.7 Wordt stofvorming voldoende beperkt?
Ja Nee
Laag Midden Hoog
6.1 OPSTELLEN VAN HET PLAN VAN AANPAK
Het plan van aanpak is de schakel tussen verbeterpunten en daadwerkelijke oplossingen. Zonder het plan van aanpak is uw RI&E niet compleet en voldoet u niet aan de wettelijke eisen! Het plan van aanpak heeft een aantal kolommen waarin u de noodzakelijke gegevens invult.
Nr | Wat aanpak- ken | Beoogd resultaat | Maatregel | Wie voert uit | Wanneer is het klaar | Kos- ten/ budget | (Criteria voor) resultaat-evaluatie |
1 | Afscherming wiekenkruis | Als de molen draait is het wiekenrkuis altijd afgezet met het nieuwe hek | Voorzitter bestuur: Xxxx Xxxx | Xxxxxxxx: Koos Kruier | 1 mei 2019 | N.v.t. | Alle molenaars hebben het wiekenkruis afgezetvoordat ze gaan draiaen Bij overtreding van deze afspraak grijpt het bestuur volgens afspraak in: - 1e maal schriftelijke waarschuwing - 2e maal toegang tot de molen ontzegt |
2 | Brandpre- ventie | Olielampen met vlam worden niet meer / terwijl de sfeer be- houden blijft | Scecre- taris bestuur: Xxxx Xxxxxx | Elektrobe- xxxxx Xxxx | 1 juni 2019 | €300 | Alle olielampen zijn voorzien van dimbare LED |
3 | Veiligheid voor publiek | Publiek wordt geinformeerd over risico’s en gedragsre- gels. | Voorzitter bestuur: Xxxx Xxxx | Xxxxxxx- liger: Xxx Xxxx | 1 juni 2019 | € 120 | Bordje bij toegangshekken; Welkomstboodschap door vrijwilliger bij ontvangst van de gast |
4 | Inspectie valbeveiliging | Valbeveiliging is aantoon- baar gein- specteerd en veilig te gebruiken | Voorzitter bestuur: Xxxx Xxxx | Xxxxxxxx: Koos Kruier | Jaarlijks voor 1 oktober | € 25 | Set is voorzien van geldig keurmerk (volgende inspectie moet plaatsvinden voor 1 oktober 2020, etc). |
Een voorbeeld:
Hiervoor gaat u als volgt te werk:
1.Verzamel de punten waar “Nee” is geantwoord.
2. Bepaal welke het eerst moeten worden aangepakt (zie 6.2).
3 Bedenk een oplossing die het risico wegneemt of tot een acceptabel
niveau terugdringt (zie 6.3).Vraag advies op terreinen waar u niet zeker van bent.
4. Noteer de naam van de persoon die de maatregel uitvoert.
5. Noteer de datum wanneer u het ingevoerd wilt hebben.
6. Bespreek dit plan met vrijwilligers. 7.Voer het plan uit en hou de voortgang bij.
U kunt voor uw plan van aanpak de formulieren achter dit hoofdstuk gebruiken. U kunt ook ge- bruik maken van de functie op de Arbo-pagina van xxx.xxxxxx.xx.
Bespreek minstens eenmaal per jaar het plan van aanpak met de vrijwilligers om te kijken of het nog actueel is. Soms kan het nodig zijn om een nieuwe ronde te maken.
In de volgende paragrafen vindt u tips over het stellen van prioriteiten en het kiezen van maatregelen en het beschermingsniveau van de bedachte maatregelen.
6.2 HET STELLEN VAN PRIORITEITEN
Om een keuze te maken welke punten het eerst moeten worden aangepakt kan het stellen van de volgende vragen nuttig zijn:
• Hoe groot is het risico dat uw vrijwilligers of bezoekers lopen als u niets doet?
Of anders gezegd: hoe groot is de kans op een ongeval of ziekte en wat is dan het gevolg?
• Kunt u tijdelijk maatregelen nemen?
• Hoeveel mensen lopen risico?
• Wat is de omvang van het risico?
• Kunt u snel maatregelen nemen?
• Hoe belangrijk vinden uw vrijwilligers het dat er maatregelen genomen worden?
De actiepunten die prioriteit hebben gekregen zet u overzichtelijk bij elkaar in het plan van aanpak.
6.3 VERSCHILLENDE SOORTEN MAATREGELEN
Risico’s kunnen worden weggenomen of teruggedrongen door organisatorische, technische en gedragsmaatregelen.
De maatregel die u kiest moet geschikt zijn voor het doel: het risico moet worden weggenomen. Is dat niet mogelijk dan moet de kans of het effect worden beperkt. Discussiëren met betrokkenen over de xxxxxx’x die u voor ogen heeft helpt. Ga steeds samen na wat er kan gebeuren en wat de gevolgen hiervan zijn.
Organisatorische maatregelen worden bij voorkeur kort en bondig schriftelijk vastgelegd. Een voorbeeld van een organisatorische maatregel is bijvoorbeeld het aantal mensen dat gelijktijdig tot de molen wordt toegelaten.
Technische maatregelen moeten deugdelijk zijn en in overeenstemming met regels en voorschriften worden uitgevoerd. Afscherming van bewegende delen is complex. De gevolgen van ongevallen met bewegende delen van molens zijn zeer ernstig. Als het mis gaat behoren blijvend letsel of de dood van het slachtoffer tot reële mogelijkheden.Vraag bij twijfel toestemming (bijvoorbeeld aan de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed).
Gedragsmaatregelen bestaan altijd uit drie componenten: voorschriften, instructie en toezicht. Voorschriften worden onder meer gegeven door het Gilde tijdens de opleiding. Deze zijn min of meer vrijblijvend van aard. Het kan raadzaam zijn deze voorschriften voor uw molen expliciet vast te leggen. Soms bevatten contracten met vrijwilligers ook voorschriften, bijvoorbeeld over inge- bruikname van de molen bij een bepaald weertype of het draaien op bepaalde dagen.Toezicht kan bijvoorbeeld worden uitgeoefend door de eigenaar maar ook door opleiders en zelfs door colle- ga-molenaars. Het is raadzaam over toezicht vooraf heldere afspraken te maken.
6.4 HET BERSCHERMINGSNIVEAU VAN DE BEDACHTE MAATREGEL.
Ga na op welke wijze u het risico wilt terugdringen. Gebruik de onderstaande volgorde:
1. Kijk of u het risico geheel kunt wegnemen.
2. Is dat niet mogelijk ga dan na welke maatregel u kunt nemen om het risico zoveel mogelijk te beperken.
3. Het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen is altijd een laatste toevlucht wanneer u op korte termijn niets anders kunt doen.
Deze volgorde is niet vrijblijvend. Deze is terug te vinden in de Arbo-wet. Bedenk altijd dat de moleneigenaar uit moet kunnen leggen waarom hij bepaalde maatregelen heeft genomen of achterwege heeft gelaten. Hij is immers verantwoordelijk en aansprakelijk.
6.5 TOT SLOT
Bij een creatieve aanpak zijn effectieve beheersmaatregelen te bedenken. Om tot een creatieve aanpak te komen is het nodig dat u stapsgewijs werkt. Bespreek telkens het risico dat u voor ogen heeft en de mogelijke oplossingen.
In de praktijk is het doorgaans niet mogelijk om de aandachtspunten in één jaar op te lossen.
Openstaande punten worden daarom jaarlijks overgeheveld, zodat er jaarlijks een praktisch plan
is om de arbeidsomstandigheden in de molen te verbeteren. Maak er een vaste gewoonte van om, bijvoorbeeld na de jaarwisseling, een vergadering te beleggen. Bespreek de openstaande punten en stel in overleg het nieuwe plan vast.
Op sommige molens wordt één centraal punt gebruikt om alle bijzonderheden over de molen vast te leggen: het logboek. Het logboek bevat de RisicoInventarisatie, een ongevallenregister, het noodplan, certificaten van keuringen, etc. Kortom alles wat relevant is inzake veiligheid en gezondheid.
Heeft u twijfels over de door u gekozen oplossing? Overleg dan met collega’s, of een deskundige. Gebruik de ondersteuning die Vereniging De Hollandsche Molen, het Gilde van
Vrijwillige Molenaars en het Ambachtelijk Korenmolenaarsgilde en het het Gyld Fryske Mounders bieden. Zoek de Veiligheidscoach op!
Vergeet internet niet als belangrijke informatiebron. Gebruik desgewenst de mogelijkheid om via e-mail vragen te stellen. Gebruik de adressenlijst uit de bijlage.
SUCCES GEWENST MET UW ZORG VOOR EEN VEILIGE EN GEZONDE MOLEN
Naam molen: Plaats: Datum: Registratienummer:
Nr.:
Aandachtspunt en plaats:
P:
Maatregel:
Advies door:
Uitvoering door:
Datum gereed:
Naam molen: Plaats: Datum: Registratienummer:
Nr.:
Aandachtspunt en plaats:
P:
Maatregel:
Advies door:
Uitvoering door:
Datum gereed:
Naam molen: Plaats: Datum: Registratienummer:
Nr.:
Aandachtspunt en plaats:
P:
Maatregel:
Advies door:
Uitvoering door:
Datum gereed:
Naam molen: Plaats: Datum: Registratienummer:
Nr.:
Aandachtspunt en plaats:
P:
Maatregel:
Advies door:
Uitvoering door:
Datum gereed:
7.1 WOORDENLIJST
Arbeidsmiddel
Benaming voor alle hulpmiddelen die nodig zijn in een werkomgeving.
Arbeidsomstandighedenwet
Kortweg: Arbo-wet: dit is de algemene wet die de zorg voor veiligheid en gezondheid in het werk regelt. De concrete regels staan in het Arbo-besluit en de Arbo-regeling.
Arbo
Veiligheid, gezondheid en welzijn in het werk
Arbo-Informatiebladen
Informatiebladen van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid met praktische informatie over Arbo-onderwerpen, zoals schadelijk geluid en bedrijfshulpverlening. Dit is géén wet maar een praktische uitwerking van de wet met voorbeelden.
Arbo-besluit
Besluiten die aan de Arbo-wet zijn verbonden en waarin praktische onderwerpen zijn uitge- werkt (bijvoorbeeld het Besluit Arbeidsmiddelen).
Bedrijfshulpverleningsorganisatie
Voorbereiding van een organisatie op noodsituaties. Gaat over alarmeren van hulpverleners, het ontruimen bij brand, het verlenen van eerste hulp bij een ongeval, het blussen van een beginnende brand, het opleiden van medewerkers, etc.
Besluit arbeidsmiddelen
Wettelijke bepalingen die de te stellen eisen aan arbeidsmiddelen beschrijft. Is een verplichting van de werkgever / gebruiker.
CE markering
Verklaring dat een product voldoet aan basiseisen. Is een verplichting van de fabrikant/ leverancier.
Gevaar
Potentiële kans op schade.
Gezondheid (Arbo)
Het tegengaan van de kans op lichamelijke en geestelijke kwalen (ziekte) bij werknemers, door de arbeidssituatie, zowel op korte als op lange termijn. Zowel fysieke omstandigheden (lawaai, gevaarlijke stoffen) als niet-fysieke arbeidsomstandigheden (werkdruk, stijl van leidinggeven) kunnen leiden tot ziekte!
Molen
Een open werktuig met draaiende delen. Een bijzonder kenmerk is dat de draaiende delen niet door ingrijpen onmiddellijk te stoppen zijn. Daarnaast is er gewoonlijk sprake van grote hoogteverschillen.
Molenaar
Deskundig persoon die bevoegd is om een molen te bedienen.
Moleneigenaar
Juridische eigenaar van de molen.
PAGO
Periodiek Arbeids Gezondheidskundig Onderzoek: maatregel in de Arbo-wet waarin werk- nemers het recht hebben hun gezondheid te laten onderzoeken op belastende factoren in het werk. Dit is in beginsel niet bedoeld voor Vrijwilligersorganisaties, tenzij er specifieke situaties zijn (bijv. langdurig zwaar werk, veel lawaai of blootstelling aan stoffen). Raadpleeg bij twijfel een deskundige.
Persoonlijke Beschermings Middelen (PBM’s)
Middel voor bescherming van de medewerker. Belangrijk is dat een PBM geschikt is voor het doel. Ze worden gratis door de werkgever ter beschikking gesteld.Voorbeelden van PBM’s zijn: overall, veiligheidsschoeisel, gehoorbescherming, etc.
Plan van aanpak
Praktisch werkplan waarin de verbeterpunten die voortkomen uit de RI&E staan vermeld
Risico
De kans op én het gevolg van een bepaalde gebeurtenis.
RisicoInventarisatie en -Evaluatie (RI&E)
Document waarin de kenmerken en aandachtspunten over veiligheid, gezondheid en welzijn van een organisatie staan vermeld.
Vaste afscherming
Afscherming die niet zonder speciale middelen verwijderd of geopend kan worden.
Veiligheid (Arbo)
Het beperken van de kans op incidenten die kunnen leiden tot lichamelijk letsel van werknemers.
Veiligheid (molen)
Het beperken van de kans op incidenten die kunnen leiden tot schade aan de molen.
Vrijwilliger
Onbetaalde werknemer.
Werkgever
Degene die eindverantwoordelijk is voor de organisatie. In veel gevallen zal dat in deze context de moleneigenaar zijn.
7.2 RI&E EN TOETSING ARBO-DIENST VERPLICHT?
Vanwege de ernst van de risico’s worden alle moleneigenaren geadviseerd een RI&E op te stellen. Een plan van aanpak is onlosmakelijk hiermee verbonden.Toetsing door een erkende deskundige of Arbodienst is niet altijd verplicht.
Zie voor meer informatie: xxxx://xxx.xxx.xx/xxxxxxxxx/xxxxxxxx-xxx-xx-xxx/
Moet u uw RI&E toetsen?
A. U bent wettelijk gesproken niet verplicht een RI&E op te (laten) stellen.
Vanwege uw eigen veiligheid als molenaar adviseren wij u niettemin dit toch te doen.
B. U bent wettelijk gesproken verplicht een RI&E op te (laten) stellen, maar niet verplicht deze te laten toetsen door een gecertificeerde Arbo-dienst.
C. U bent wettelijk gesproken verplicht een RI&E op te (laten) stellen, maar niet verplicht deze te laten toetsen door een gecertificeerde Arbo-dienst. U dient deze Molen-RI&E echter wel aan te vullen met onderdelen die betrekking hebben op verzuimbeleid e.d. in verband met uw werknemers. Om die reden adviseren wij u gebruik te maken van de diensten van een gecertificeerde Arbo-dienst.
D. U bent wettelijk gesproken verplicht een RI&E op te (laten) stellen en verplicht deze te laten toetsen door een gecertificeerde Arbo-dienst. Daarbij moet u deze Molen-RI&E uitbreiden met onderdelen die betrekking hebben op verzuimbeleid e.d. in verband met uw werknemers. Dit dient te geschieden door een gecertificeerde Arbo-dienst.
7.3. OVERZICHT NADERE INVENTARISATIE VERPLICHTINGEN 7.4 ADVIESTABEL PERSOONLIJKE BESCHERMINGSMIDDELEN
Opmerking
Veiligheidsschoeisel kan bestaan uit schoenen of geschikte klompen.
X.X. Xxxxxxx zijn minder geschikt voor natte, gladde ondergronden.
Vraag voor aanschaf advies. Denk ook aan instructie en periodiek onderhoud.
Verricht werkzaamheden met vanggordel altijd onder toezicht.
Vraag voor aanschaf advies.
Denk bij mechanische be- werking ook aan instructie en een juist gebruik, reini- gen en opbergen van het masker.
Als er stof bij vrij komt deze werkzaamheden bij voorkeur niet binnen ver- richten. Bij veel stof is een P-3 masker zelfs onvoldoende.
Maak gebruik van de informatie die nog geboden wordt m.b.t. keuze van de juiste middelen.
Persoonlijke beschermingsmiddel
Nauwsluitende werkkle- ding. Veiligheidsschoeisel.
Bij werken met ruw of scherp materiaal: geschikte handschoenen.
Valbeveiliging: harnasgordel.
Bij handmatige bewerking: Handschoenen, bril of gelaatsscherm.
Bij mechanische bewerking: Handschoenen, gelaats- scherm, gehoorbescher- ming en P-3 stofmasker.
Gehoorbescherming.
Werkzaamheid
Alle werkzaamheden.
Zeilen verwisselen / evt. andere werkzaamheden op een hoogte > 2.5 meter.
Stenen billen.
Werken in de oliemolen.
• Jeugdigen: zie 2.2.3.
• Zwangere werknemers: extra aandacht en afspraken maken
• Psychosociale arbeidsbelasting: Zie 2.1.4.
• Explosieveiligheid: bij korenmolens met anders dan op windkracht aangedreven maalstenen: laat een deskundige een aanvullende beoordeling opstellen.
• Gevaarlijke stoffen en kankerverwekkende of mutagene stoffen: voorkom het werken met gezondheidsschadelijke stoffen. Is dit niet mogelijk laat dan een aanvullende inventarisatie uitvoeren door een deskundige.
• Biologische agentia: zie 2.10.9 Legionella en 4.3.11 Ziekte van Xxxx. Denk ook aan rabiës (hondsdolheid) indien vleermuizen op de molen en Lyme. Is er contact met dode dieren?
• Fysieke(lichamelijke) belasting: zie 2.8.
• Beeldschermwerk: zo nodig inventariseren. Zie xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxxx/ computerwerk
• Lawaai: meten en beoordelen van schadelijk geluid. Bijvoorbeeld op een oliemolen of anders dan wind aangedreven werktuigen.
• Trillingen: werken met trillend handgereedschap. Bijvoorbeeld stenen billen met een pneumatische hamer.
• Kunstmatige optische straling: bijvoorbeeld lasers.
• Elektromagnetische velden: bijv. bij elektrisch aangedreven werktuigen (aanvullend laten beoordelen door deskundige)
• Persoonlijke beschermingsmiddelen: zie ook 7.4
7.5 HULPMIDDEL VOOR RISICOSCORE
12
Hoog
10
Midden
8
Laag
8
Hoog
Score
Dood
Ernstig
Herstelbaar
Effect
Opmerking
Doel is voorkomen van huidcontact.
Denk bij schilderwerk aan voldoende ventilatie.
Vraag advies aan de leverancier.Volg de aanwij- zingen in de gebruiks- en toepassingsvoorschriften nauwgezet op. Na afloop de kleding in de was doen.
Haakse slijpers zijn gevaar- lijke werktuigen, neem goe- de voorzorgsmaatregelen. Vraag bij twijfel advies.
Persoonlijke beschermingsmiddel
Handschoenen of beschermende creme
Handschoenen en geschikte werkkleding.
Eventueel geschikte adembescherming.
Veiligheidsbril of gelaats- scherm, gehoorbescher- ming, handschoenen.
Werkzaamheid
Schilderen en smeren.
Toepassen bestrijdings- middelen
Ontroesten met haakse slijper
Bespreek een voorval dat u in gedachten heeft.Vervolgens kiest u het effect van dat voorval. Daarna kiest u de waarschijnlijkheid. Het getal in de kolom score corresponeert met onderstaande maatregelen.
Werkzaamheden stilleggen
12
Onmiddellijk tijdelijke maatregelen nemen,o verweeg het werk stil te leggen
10
Verbetering binnen een half jaar realiseren, tijdelijke maatregelen nemen
8
Maatregelen:
Waarschijnlijkheid
Een voorbeeld. Op uw stellingmolen is het een goede gewoonte om de luiluiken open te laten staan. De afstand van de steenzolder tot de begane grond is acht meter. U gaat er van uit dat een willkeurig persoon ‘even niet oplet’ en in het gat van het luiluik stapt. Het effect dat bij dit
voorbeeld hoort is ‘ernstig’ of ‘dood’. U kiest voor ‘dood’.Vervolgens kiest u de waarschijnlijkheid dat iemand in het gat stapt. U heeft net gelezen dat er jaarlijks veel mensen in de bouw om
het leven komen doordat er gaten in de vloer zitten. Maar omdat het niet zo erg druk is
op de molen, kiest u voor ‘midden’. Bij ‘dood’ en ‘midden’ hoort risico getal 10: ‘Onmiddelijk tijdelijke maatregelen nemen, overweeg het werk stil te leggen’. U besluit de luiluiken onmiddellijk te sluiten en van kettinkjes te voorzien, zodat deze niet open kunnen blijven staan.
7.6 VOORBEELD BRANDWEER BEREIKBAARHEIDSKAART
Objectgegevens
Aanrijroute
Beschrijving aanwezige personen
Beschrijving aanwezige gevaarlijke stoffen
Waarschuwingsadressen
Bijzonderheden
Vul een kaart als deze samen met de preventieambtenaar in. Zorg ervoor dat de kaart in goed overleg bij de brandweer komt.
7.7 ADRESSENLIJST
Vereniging De Hollandsche Molen Gilde van Vrijwillige Molenaars
Zeeburgerdijk 139 Xxxxxxxxx 0
0000 XX Xxxxxxxxx 1829 HZ Oudorp (NH)
xxx@xxxxxx.xx xxxxxxxxxx@xxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx
xxx.xxxxxx.xx xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx
Rijkdienst voor de Monumentenzorg Ambachtelijke Korenmolenaarsgilde
Postbus 1600 Xxxxxxxxxxxx 0
0000 XX Xxxxxxxxxx 1861 ME Bergen (NH)
xxxx@xxxxxxxxxxxxxxxx.xx xxxx@xxxxxxxxxxxxxx.xx
xxx.xxxxxxxxxxxxxxxx.xx xxx.xxxxxxxxxxxxxx.xx
Nuttige internetadressen
xxxxx://xxx.xxxxxx.xx/xxxxxxxxxx Site van De Hollandsche Molen
xxxxx://xxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxx/xxxxxxxxxx Site van Het Gilde van Vrijwillige Molenaars
Site van Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
AANTEKENINGEN AANTEKENINGEN
PERSONEN EN INSTANTIES DIE AAN DEZE PUBLICATIE HUN MEDEWERKING HEBBEN VERLEEND:
Vereniging De Hollandsche Molen Het Gilde van Vrijwillige Molenaars Ambachtelijk Korenmolenaarsgilde Het Gyld Fryske Mounders Arbeidsinspectie
ArboNed ArboUnie
Federatie Monumentenwacht Nederland Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed Stichting De Groninger Molen
Verschillende individuele personen die, vaak gelieerd aan deze instellingen, hun beste kennis en kunde hebben gegeven.