Huishoudelijk reglement van ATV “De Volharding”
Huishoudelijk reglement van ATV “De Volharding”
Inhoud
Algemene Bepalingen
Artikel 1 Algemeen
Artikel 2 Termijn pacht
Artikel 3 Lidmaatschap
Artikel 4 Correspondentie adres Artikel 5 Bijlagen
Toelating van leden
Artikel 6 Aanmelding lid
Lidmaatschap
Artikel 7 Algemene verplichtingen Artikel 8 Diefstal
Artikel 9 Opzegging door de vereniging Artikel 10 Ontzetting
Contributie en bijdragen
Artikel 11 Financiële verplichtingen Artikel 12 Betalingsvoorwaarden Artikel 13 Restitutie bij opzegging
Bestuurlijke organisatie
Artikel 14 Bestuur
Artikel 15 Bestuurstaken Artikel 16 Dagelijks bestuur Artikel 17 Voorzitter
Artikel 18 Secretaris
Artikel 19 Penningmeester
Artikel 20 Organen en commissies Artikel 21 Commissies opzet
Artikel 22 Kascontrolecommissie bestuur Artikel 23 Kascommissie functies Artikel 24 Tuincontrolecommissie Artikel 25 Periodiek overleg
Artikel 26 Commissie samenstelling
Artikel 27 Bekendmaking samenstelling commissie Artikel 28 Machtiging commissie
Artikel 29 Ad-hoc commissies
Artikel 30 Verslaglegging commissies
Complexregels
Artikel 31 Sluiting en openingstijden tuincomplex Artikel 32 Onderhoudsverplichting eigen tuin Artikel 33 Tuinreglement bijlage A
Artikel 34 Recht van opstal
Artikel 35 Verbod beroepsmatig tuinieren Artikel 36 Onderpand opstallen
Artikel 37 Overdracht tuin aan andere leden Artikel 38 Kennis van statuten en reglementen Artikel 39 Opvolgplicht statuten en reglementen Artikel 40 Verplichte onderhoudsbeurten Artikel 41 Verenigingseigendommen
Ereleden en leden van verdienste
Artikel 42 Algemeen
Overdracht tuin en opstallen
Artikel 43 Beëindiging lidmaatschap
Artikel 44 Waarde schatting en vervalplicht eigendommen
Algemene ledenvergadering
Artikel 45 Agendapunten
Artikel 46 Presentielijst
Artikel 47 Vergaderstructuur
Artikel 48 Verkiezingen Artikel 49 Geldigheid stemmen Artikel 50 Stemwijze
Artikel 51 Bestuurskandidatuur
Sanctiebepalingen
Artikel 52 Algemeen
Artikel 53 Commissie sanctiebepaling Artikel 54 Taken en bevoegdheden Artikel 55 Overtreding
Artikel 56 De klacht c.q. melding Artikel 57 Betrokken lid
Artikel 58 Mondelinge behandeling Artikel 59 Behandeling
Artikel 60 Getuigen en deskundigen Artikel 61 Op te leggen straffen Artikel 62 Straffen
Artikel 63 Uitspraak
Artikel 64 Tenuitvoerlegging
Reglementswijziging
Artikel 65 Algemeen
Artikel 66 Goedkeuring leden
Bijlage A Tuinreglement
Algemene Bepalingen
Artikel 1 - Algemeen
In gevallen waarin het Huishoudelijke Reglement niet voorziet berust de beslissing, behoudens de verantwoording aan de Algemene ledenvergadering, bij het bestuur.
Artikel 2 - Termijn pacht
De pacht (tuinhuur) wordt aangegaan voor de periode 1 januari tot en met 24 december van dat jaar.
Artikel 3 - Lidmaatschap
Lid van de vereniging kan zijn een ieder die woont in Alkmaar e.o. en die voldoet aan de voorwaarden gesteld in artikel 5 van de statuten.
Artikel 4 - Correspondentie adres
Leden zijn verplicht bij verhuizing hun nieuwe adres aan het secretariaat door te geven.
Artikel 5 - Bijlagen
Alle bijlagen, gemerkt A,B……Z, die zijn bijgevoegd bij dit huishoudelijk reglement, zijn evenzo bindend als het reglement zelf.
Toelating van leden
Artikel 6 - Aanmelding lid
1. Aanmelding als aspirant-lid geschiedt door het invullen van een aanmeldingsformulier, waarbij alle door de vereniging gevraagde informatie moet worden verstrekt.
2. Eventuele plaatsing op de wachtlijst geschiedt in volgorde van binnenkomst van de aanmelding.
3. Voor elk nieuw lid geldt dat het eerste tuinjaar een proefjaar is, waarin wordt bekeken of het nieuwe lid zich aan de in het tuinreglement vastgelegde regels houdt. Indien naar het oordeel van het bestuur het nieuwe lid in ge- breke is zal het lidmaatschap niet worden verlengd. Het bestuur zal deze beslissing mondeling en schriftelijk aan het betreffende lid meedelen.
4. Bij aanvaarding door de vereniging ontvangt het nieuwe lid een welkomstmap, met daarin ondermeer de statu- ten, het huishoudelijk reglement en relevante informatie.
5. Bij acceptatie van een nieuw lid ná 1 oktober gaat het lidmaatschap eerst in per 1 januari van het nieuwe kalen- derjaar. Het bestuur kan dispensatie verlenen om eerder op de voor hem gereserveerde tuin te gaan beginnen, echter eerst na betaling van inschrijfgeld en borgsom.
Lidmaatschap
Artikel 7 – Algemene verplichtingen
De leden van de vereniging zijn verplicht:
1. de statuten en reglementen van de vereniging na te komen;
2. de belangen van de vereniging niet te schaden;
3. de door de overheid aan de vereniging gegeven voorschriften en/of aanwijzingen, ter zake van het gebruik van tuinen, na te leven;
4. alle overige verplichtingen, die de vereniging in naam van haar leden aangaat, of die voortvloeien uit het lidmaatschap van de vereniging, te aanvaarden en na te komen;
5. zich op de terreinen van de vereniging te onthouden van propaganda op politiek of godsdienstig terrein.
Artikel 8 - Diefstal
1. Een lid dat zich schuldig maakt aan diefstal van zaden, gereedschappen, gewassen of andere zich op de ter- reinen van de vereniging bevindende voorwerpen wordt met onmiddellijke ingang geroyeerd. Tevens wordt het betrokken lid de toegang tot het tuinencomplex ontzegd. Men mag dan het complex niet meer betreden zonder toestemming van de voorzitter of diens vervanger en uitsluitend in het bijzijn van een be- stuurslid.
2. Het hierboven vermelde is ook van toepassing indien diefstal van de genoemde goederen wordt gepleegd door iemand die zich met toestemming van het betrokken lid op het complex bevindt, alsmede indien die diefstal wordt gepleegd door iemand die zich bevindt in gezelschap van het betrokken lid of van degene die met toestemming van het betrokken lid op het complex aanwezig is. In al deze gevallen zal worden ge- handeld als ware de diefstal door het betrokken lid gepleegd.
Van diefstal zal altijd aangifte worden gedaan bij de politie. Er zal geen terugbetaling van pachtgelden plaats- vinden en de gewassen en andere op de tuin(en) van de betrokkene aanwezig activa kunnen verbeurd worden verklaard.
Artikel 9 – Opzegging door de vereniging
Opzegging van het lidmaatschap door de vereniging kan plaatsvinden indien:
1. het onderhoud van de tuin(en) naar oordeel van het bestuur onvoldoende is;
2. bij oneigenlijk gebruik van de grond;
3. het lid in gebreke blijft te voldoen aan de regels van het tuinreglement en/of de afspraken van de algemene ledenvergadering.
In alle gevallen dient een opzegtermijn van tenminste 1 maand in acht te worden genomen.
Artikel 10 - Ontzetting
Leden die zich ernstig misdragen, de vereniging ernstig benadelen of op enigerlei wijze de belangen van de vereniging ernstig schaden, kunnen door het bestuur voor ontzetting worden voorgedragen.
Het lid waar van het bestuur besloot het voor te dragen voor ontzetting kan door het bestuur tot de datum van het besluit van de Algemene Ledenvergadering worden geschorst. Gedurende de periode dat hij/zij geschorst is heeft het lid geen toegang tot de terreinen van de vereniging, tenzij met schriftelijke toestemming van het bestuur.
Besluit de Algemene Ledenvergadering tot ontzetting, dan bepaalt het bestuur het tijdstip waarop de eigendommen van de geroyeerde van de verenigingsterreinen verwijderd moeten zijn. Blijft de geroyeerde in gebreke zijn eigendommen binnen de gestelde tijd te verwijderen, dan vervallen deze aan de vereniging. Verwijdering of overdracht van bedoelde eigendommen is niet toegestaan voordat de financieel aangelegenheden met de betrokkene zijn geregeld.
Contributie en Bijdragen
Artikel 11 - Financiële verplichtingen
De financiële verplichtingen, verbonden aan het lidmaatschap van de vereniging, bestaan uit de volgende elementen:
1. Waarborgsom tuin, sleutel(s) en waternippel
Bij aanvang van het lidmaatschap wordt per tuin een waarborgsom geheven. Over de waarborgsom wordt geen rente vergoed. De waarborgsom wordt benut ter verrekening van de door het lid niet nagekomen verplichtin- gen. Als geen verrekening plaatsvindt, wordt de waarborgsom na beëindiging van het lidmaatschap aan het lid terugbetaald.
Waternippel en sleutel(s) worden in bruikleen gegeven tegen betaling van een borg. Bij beëindiging van het lidmaatschap volgt bij inlevering restitutie.
De hoogte van waarborgsom, waternippel en sleutel(s) worden vastgesteld door de algemene ledenvergadering.
2. Contributie
De leden betalen een contributie waarvan de hoogte jaarlijks wordt vastgesteld door de algemene ledenverga- dering.
3. Inschrijfgeld
Nieuwe leden betalen inschrijfgeld, waarvan de hoogte wordt vastgesteld door de vereniging.
4. Pacht (tuinhuur)
De leden betalen een pachtprijs (tuinhuur) per m2. De pachtprijs kan jaarlijks worden vastgesteld op basis van indexering door de gemeente Alkmaar. Bij de inning wordt het tweede, door de voorzitter (of zijn vervanger) van Xx Xxxxxxxxxx ondertekende, exemplaar van het pachtcontract, als betalingsbewijs afgegeven.
Artikel 12 - Betalingsvoorwaarden
1. De leden dienen hun financiële verplichtingen te voldoen voor aanvang van het verenigingsjaar. Het bestuur zal tijdig door middel van een convocatie of mededeling aankondigen wanneer de betalingen kunnen geschie- den. Indien niet op door de vereniging aangegeven dagen aan de verplichtingen is voldaan zal een bedrag van € 10, - extra in rekening worden gebracht, tenzij het lid niet in staat is geweest de huur tijdig te voldoen en het bestuur daarvan schriftelijk op de hoogte heeft gebracht, dit ter beoordeling van het bestuur.
2. Betaling in twee termijnen is mogelijk. Het bestuur kan met een lid een regeling treffen.
3. Alle kosten, die het gevolg zijn van nalatigheid in de betalingen, kunnen op het betrokken lid worden verhaald.
4. Het bestuur is gerechtigd om administratiekosten en de wettelijke rente te vorderen van hen die aan een oproe- ping tot betaling geen gehoor geven. De hoogte van de administratiekosten zal door het bestuur worden vastge- steld. Artikel 7 lid 5 van de statuten is van toepassing voor het betreffende lid.
Artikel 13 - Restitutie bij opzegging
1. Bij opzegging van het lidmaatschap bestaat geen recht op restitutie van de reeds verschuldigde contributie, terwijl alle nog verschuldigde betalingen dienen te worden voldaan.
2. Bij verkoop van eventueel aanwezige opstallen zal een terugbetaling kunnen plaatsvinden van pacht over de nog niet verstreken volledige kwartalen van het betreffende verenigingsjaar.
Bestuurlijke organisatie
Artikel 14 - Bestuur
1. Het bestuur bestaat uit minimaal 3 en maximaal 7 personen en benoemd uit haar midden een dagelijks bestuur, waarvan tenminste de voorzitter, de secretaris en de penningmeester deel uitmaken.
2. Het dagelijkse bestuur is belast met de lopende zaken van de vereniging.
3. Het bestuur vergadert zo dikwijls als dit door de voorzitter of de meerderheid van de bestuursleden nodig wordt geoordeeld, doch tenminste eenmaal per jaar. Besluiten kunnen alleen worden genomen indien meer dan de helft van het aantal bestuurleden aanwezig is. Bij staking van de
stemmen wordt het voorstel geacht te zijn verworpen.
4. Een tussentijds gekozen bestuurslid neemt in het rooster van aftreden de plaats in van zijn voorganger.
5. Bij periodieke aftreding van het bestuur dient er rekening mee te worden gehouden, dat xxxxxx secretaris en penningmeester tegelijk kunnen aftreden.
6. In tussentijds ontstane vacatures wordt in de eerstvolgende algemene vergadering voorzien. Bloed- en aan- verwantschap tussen twee bestuursleden tot en met de tweede graad ingesloten is niet geoorloofd.
7. Kandidaatsstelling voor een bestuursfunctie door de leden dient schriftelijk aan de secretaris ter kennis te worden gebracht voor de aanvang van de algemene vergadering waarin de verkiezing zal plaatsvinden.
8. Om tot bestuurslid verkiesbaar te zijn moet de kandidaat zich bereid hebben verklaard een bestuursfunctie te aanvaarden.
Artikel 15 - Bestuurstaken
Het bestuur heeft de uitvoerende macht en het beheer der gelden en houdt toezicht op naleving van de statuten en het huishoudelijke reglement.
Het bestuur kan alleen rechtsgeldige besluiten nemen als meer dan de helft der bestuursleden ter vergadering aan- wezig is.
Het bestuur vergadert zo dikwijls als de voorzitter dit nodig oordeelt of wanneer twee (2) leden van het bestuur dat wensen.
Laatst bedoelde vergadering moet binnen een week na de daartoe geuite wens worden belegd.
Artikel 16 - Dagelijks bestuur
Het dagelijks bestuur bestaande uit voorzitter, secretaris en penningmeester, is belast met de dagelijkse werkzaamheden en is verantwoording schuldig aan het bestuur.
Artikel 17 - Voorzitter
De voorzitter is verantwoordelijk voor:
a. het leiden van de algemene ledenvergadering en de bestuursvergaderingen,
b. het vaststellen van de agenda van de te houden vergadering in samenspraak met de secretaris,
c. stipte nakoming van de statuten en huishoudelijke reglement met de daarin aan hem op te dragen werk- zaamheden.
Artikel 18 - Secretaris
De secretaris is verantwoordelijk voor:
a. Het bijhouden van de notulen van de vergaderingen,
b. Het voeren van de correspondentie,
c. Het bekendmaken van bestuursmededelingen,
d. Het in goede staat houden van het archief,
e. De verzorging van het algemene ledenregister,
f. Het jaarlijks op de algemene vergadering schriftelijk verslag uitbrengen van het afgelopen verenigingsjaar,
g. De verder door het bestuur, na overleg met de secretaris aan hem op te dragen werkzaamheden. Onverminderd zijn verantwoordelijkheid kan hij taken laten uitvoeren door de overige bestuursleden en aan nader door het bestuur in overleg met de secretaris aan te wijzen personen.
Artikel 19 - Penningmeester
De penningmeester beheert de gelden der vereniging. Hij is verantwoordelijk voor:
a. het innen en het ontvangen van de contributies, de pacht, de algemene bijdrage en andere te ontvangen gel- den,
b. het bijhouden van alle inkomsten en uitgaven,
c. het jaarlijks namens het bestuur schriftelijk verslag uitbrengen op de algemene vergadering over de finan- ciële positie van de vereniging, in het bijzonder over het afgelopen verenigingsjaar,
d. beheer en administratie van de door de vereniging ingestelde reservefondsen of andere fondsen voor een bepaald doel. Tevens dient hij een door het bestuur vooraf goedgekeurde begroting voor het komende ver- enigingsjaar in op de algemene vergadering,
e. het opstellen van een lijst van alle bezittingen der vereniging.
De penningmeester is verplicht afgedragen gelden of aan zijn zorg toevertrouwde gelden van de vereniging op verantwoorde wijze te bewaren.
De penningmeester behoeft de machtiging van het bestuur om bedragen groter dan € 2.500,00 te betalen uit de liquide middelen of ingestelde fondsen of belegde gelden.
Artikel 20 - Organen en commissies
1. Organen van de vereniging zijn:
a. de algemene ledenvergadering;
b. het bestuur;
c. commissies, belast met een nader omschreven taak en aan wie daarbij beslissingsbevoegdheid is toe- gekend.
2. Het bestuur en de algemene ledenvergadering zijn bevoegd permanente en tijdelijke commissies in te stellen en de leden van die commissies te benoemen, te schorsen en te ontslaan. Alle commissies handelen onder verant- woordelijkheid van het bestuur, met uitzondering van de kascontrolecommissie.
Artikel 21 - Opzet commissies
1. Het bestuur kan commissies instellen ter behartiging van bijzondere belangen. Zij worden gevormd uit de le- den.
2. De commissies houden op te bestaan zodra de aan haar opgedragen taak is volbracht of haar opdracht wordt ingetrokken. Dit is niet van toepassing op de kascontrolecommissie.
3. Aan elke commissie wordt een bestuurslid toegevoegd met een adviserende stem. Omtrent de wijze van wer- ken treedt hij/zij in overleg met het bestuur. Dit is niet van toepassing op de kascontrolecommissie.
Artikel 22 - Kascontrolecommissie Bestuur
De kascontrolecommissie bestaat uit een eerste en tweede kascontrolelid, aangevuld met een plaatsvervangend kascontrolelid.
Op de algemene vergadering treedt het eerste kascontrolelid af, waarbij het tweede en het reserve kascontrolelid opschuiven.
In de vacature van het reserve kascontrolelid dient de algemene vergadering te voorzien.
Artikel 23 - Kascontrolecommissie Functies
De kascontrolecommissie is belast met de materiële, formele en economische controle van het financieel beheer door het bestuur.
Artikel 24 - Tuincontrolecommissie
Het toezicht op de naleving en uitvoering van het Tuinreglement is door het bestuur gedelegeerd aan de Tuincon- trolecommissie. In de tussentijds ontstane vacatures wordt in de eerstvolgende algemene ledenvergadering voor- zien. Binnen de commissies wordt een woordvoerder gekozen, die de commissie naar het bestuur en eventueel naar buiten vertegenwoordigt.
Artikel 25 - Periodiek Overleg
De commissie vergadert zo dikwijls als de voorzitter van de commissie dit nodig oordeelt of wanneer twee com- missieleden dat wensen. Bij het in gebreke blijven van de voorzitter treedt het bestuur in diens plaats.
Artikel 26 - Commissie samenstelling
Commissies bestaan uit tenminste drie leden.
Zij kunnen na overleg met het bestuur, extern advies inwinnen.
Zij geven schriftelijk verslag aan het bestuur van hun handelingen en bevindingen.
Artikel 27 - Bekendmaking Commissie samenstelling
De samenstelling van de commissies worden, zodra deze zijn ingesteld, bekend gemaakt aan de leden.
Artikel 28 - Machtiging Commissie
Alvorens tot uitvoering van zaken wordt overgegaan dient machtiging te zijn verkregen van het bestuur.
Artikel 29 - Ad-hoc Commissie
Het bestuur kan besluiten tot het instellen van ad-hoc commissie, die niet in strijd mogen zijn met hetgeen bepaald is in de statuten.
De te stellen regels dienen zoveel mogelijk overeen te komen met hetgeen in het huishoudelijk reglement is gere- geld ten aanzien van bestaande commissies.
Artikel 30 - Verslaglegging commissies
De kascontrolecommissie doet aan de algemene ledenvergadering verslag van haar bevindingen. De overige com- missies kunnen aan de algemene ledenvergadering verslag uitbrengen, indien het bestuur daartoe besluit.
Leden
Artikel 31 - Sluiting en Openingstijden Tuincomplex
Leden, ereleden, leden van verdienste, begunstigers, vertegenwoordigers van de Federatie van Amateurtuinders- verenigingen Alkmaar e.o. hebben recht van toegang tot het tuincomplex. Anderen, dan voornoemden, hebben slechts toegang tot het complex met toestemming van het bestuur.
Het complex is gedurende het gehele jaar toegankelijk, met uitzondering van de tijd tussen zonsondergang en zonsopgang. Gedurende deze periode mag er niemand op de tuin aanwezig zijn.
Artikel 32 - Onderhoudsverplichting eigen tuin
Ieder lid heeft de vrije beschikking over de aan hem/haar toegewezen tuin, doch is verplicht deze in zijn geheel van de aanvang af in goede staat te brengen en te houden.
De commissie belast met de tuincontrole zal in gevallen van verwaarlozing het betreffende lid hiervan aanzegging doen. Bij het niet uitvoeren van deze aanzegging zal de genoemde commissie het bestuur hiervan in kennis stellen. Het bestuur treft zonder uitzondering de maatregelen zoals die in dit huishoudelijke reglement beschreven zijn.
Artikel 33 - Tuin Reglement bijlage A
Ieder lid zal kennis nemen van en zich houden aan hetgeen in het Tuinreglement, bijlage A bij dit huishoudelijk reglement, is beschreven.
Artikel 34 - Recht van opstal
Ieder lid heeft het recht, tenzij het hem bij de verhuur van de tuin uitdrukkelijk is verboden, op de aan hem toege- wezen tuin, een broeikas en/of andere opstallen te plaatsen, mits deze voldoen aan hetgeen in het tuinreglement omschreven is.
Artikel 35 - Verbod beroepsmatig tuinieren
Overeenkomstig de doelstelling van de vereniging dienen de tuin en de opstallen voor de ontspanning van het lid en zijn gezinsleden. Het uitoefenen van beroepsmatig tuinieren is daarom niet toegestaan.
Artikel 36 - Onderpand opstallen
Leden worden geacht de, op de aan hen toegewezen tuin, aanwezige opstallen en beplantingen in eigendom te be- zitten. Deze strekken volledig tot onderpand van de uit het lidmaatschap en de huurovereenkomst voortvloeiende financiële verplichtingen.
Artikel 37 - Overdracht tuin aan andere leden
De leden mogen hun tuin slechts aan andere leden overdragen door tussenkomst van het bestuur van de vereniging.
Artikel 38 - Kennis van Statuten en Reglementen
Ieder lid wordt geacht de bepalingen van de statuten, het huishoudelijk reglement en de bijlagen te kennen.
Artikel 39 - Opvolgplicht Statuten en Reglementen
De leden zijn verplicht de statuten van de vereniging alsmede het huishoudelijk reglement en de bijlagen, daartoe ook behorend de besluiten van de algemene ledenvergadering stipt op te volgen, ook al waren zij niet bij de be- sluitvorming aanwezig en zijn te dien opzichte volledig aansprakelijk voor de gedragingen van hun gezinsleden en bezoekers.
Artikel 40 - Verplichte Onderhoudsbeurten
1. De leden zijn verplicht deel te nemen aan de algemene werkzaamheden ten behoeve van de vereniging.
2. Het aantal verplichte werkbeurten wordt vastgesteld door het bestuur.
Artikel 41 -Verenigingseigendommen
Eigendommen van de vereniging dienen op eerste aanvraag van het bestuur te worden ingeleverd.
Ereleden en leden van verdienste
Artikel 42 - Algemeen
Ereleden worden benoemd door de Algemene ledenvergadering en leden van verdienste door het bestuur.
Overdracht tuin en opstallen
Artikel 43 - Beëindiging lidmaatschap
1. Het lidmaatschap dient schriftelijk, uiterlijk op 1 november opgezegd te worden.
2. Bij beëindiging van het lidmaatschap kan het lid gehouden worden de in gebruik gegeven tuin "zwart" op te leveren. Bij in gebreke blijven zal de vereniging ter bestrijding van de kosten een bedrag van maximaal
€ 500,00 in rekening brengen.
Een vertrekkend lid, wiens tuin wordt overgedragen aan een ander lid of een aspirant-lid, dient de niet- overgenomen eigendommen zo spoedig mogelijk na datum van overdracht te verwijderen. Wordt hieraan niet binnen 1 maand voldaan, zonder dat hieromtrent schriftelijk een andere regeling is overeengekomen, dan ver- vallen de eigendommen aan de vereniging.
3. Bij ontzetting uit het lidmaatschap stelt het bestuur zich direct in verbinding met betrokkene over het verwijde- ren van opstallen die zich op zijn tuin bevinden.
4. Bij beëindiging van het lidmaatschap beoordeelt het bestuur of de tuin en opstallen in overeenstemming zijn met het huishoudelijk reglement. Opstallen, die daarmee in strijd zijn, dienen door het lid te worden verwij- derd, anders worden deze op kosten van het lid verwijderd.
5. Als een lid, bedoeld in art 5 lid 2 van de statuten te kennen geeft dat hij/zij de tuin van het vertrekkende lid wil huren in plaats van de tuin welke hij/zij op dat moment in huur heeft, heeft dit lid voorkeur boven het aspirant- lid, maar zal hij/zij de tuin welke hij/zij verlaat “zwart” moeten opleveren, tenzij een aspirant-lid genoegen neemt met de opstallen en beplanting zoals die op de tuin aanwezig zijn.
6. Als aspirant-lid nr. 1 geen tuin met beplanting en/of opstallen wenst, gaat de voorkeur uit naar het eerstvolgen- de aspirant-lid dat de tuin wil aanvaarden in de staat waarin deze zich bevindt.
Artikel 44 - Waarde schatting en vervalplicht eigendommen
1. Als bij beëindiging van het lidmaatschap de vertrekkende huurder niet in staat is om zijn tuin, om welke reden dan ook, "zwart" op te leveren en er geen overeenstemming bereikt kan worden met een nieuwe huurder over verkoop van beplanting en/of opstallen, wordt de waarde geschat door het bestuur van de vereniging.
2. Onder bepaalde voorwaarden kan de vereniging de opstallen overnemen en om deze door te verkopen aan een andere tuinder.
3. De eigenaar, of zijn/haar wettelijke vertegenwoordiger, van de beplanting en/of opstallen heeft het recht van beroep bij het bestuur van de vereniging. In geval van beroep is de uitspraak van het bestuur bindend, ook in- dien de waarde lager wordt vastgesteld.
4. Neemt een vertrekkend lid of diens wettelijke vertegenwoordiger geen genoegen met de vastgestelde taxatie- prijs, ook niet na een eventueel beroep, dan krijgt deze gedurende 1 maand de tijd de beplanting en/of opstallen van de tuin te verwijderen, zonder daarbij schade aan de grond of aan de vereniging toe te brengen.
5. Als bovenbedoelde goederen, te weten de beplanting en/of opstallen, na vastgestelde datum niet van de tuin zijn verwijderd vervallen bovenbedoelde goederen aan de vereniging.
Algemene ledenvergadering
Artikel 45 - Agendapunten
De leden hebben het recht onderwerpen en voorstellen aan de agenda toe te voegen, waartoe een schriftelijk ver- zoek, voorzien van de benodigde toelichting, tenminste 7 dagen voor de algemene ledenvergadering bij de het se- cretariaat moet zijn ingediend.
Artikel 46 - Presentielijst
Ieder lid dat de algemene ledenvergadering bezoekt tekent de presentielijst.
Artikel 47 - Vergaderstructuur
1. In de vergadering voert een lid het woord nadat hem door de voorzitter toestemming is verleend.
2. Indien aan een lid het woord is verleend, is het lid gehouden zich aan het onderwerp van de beraadslaging te houden.
3. Xxxxx het lid daarvan af, dan zal de voorzitter hem tot de orde roepen. Wijkt de spreker ten tweeden male van het onderwerp af, dan kan de voorzitter hem het woord ontnemen.
4. De voorzitter verleent aan niemand over eenzelfde onderwerp meer dan tweemaal het woord, tenzij de algeme- ne ledenvergadering anders beslist.
5. De voorzitter besluit de beraadslagingen, waarna zo nodig tot stemming wordt overgegaan.
6. Elke motie van orde betreffende het in behandeling zijnde voorstel of onderwerp moet, om als onderwerp van beraadslaging te kunnen uitmaken, door tenminste 5 leden worden voorgesteld of ondersteund. Deze motie sluit elke bespreking in de vergadering en wordt terstond in behandeling genomen.
7. Bij een behandeling van een motie van orde worden de leden alleen in de gelegenheid gesteld hun mening kenbaar te maken over de vraag “of het al dan niet wenselijk is, dat de motie van orde gesteld is”, waarna tot stemming over de motie wordt overgegaan.
8. Maakt een lid zich bij herhaling schuldig aan verstoring van de orde in de algemene ledenvergadering, dan kan de algemene ledenvergadering op voorstel van de voorzitter besluiten hem de verdere aanwezigheid in die ver- gadering te ontzeggen.
Artikel 48 - Verkiezingen
1. In de vergadering waar verkiezingen van een of meer personen aan de orde is, wijst de voorzitter drie (3) leden, geen bestuursleden zijnde, aan tot leden van het stembureau.
2. Zij onderzoeken of het aantal stembriefjes gelijk is aan het aantal der aanwezige leden volgens de presentielijst.
3. Nadat de stemmen zijn opgenomen deelt een der leden van het stembureau de uitslag mede aan de voorzitter.
4. Na afloop van de stemming worden de stembriefjes terstond vernietigd.
Artikel 49 - Geldigheid stemmen
Stembriefjes zijn ongeldig als:
1. zij meer namen vermelden dan het aantal personen dat moet worden gekozen,
2. zij andere namen bevatten dan die van de kandidaat of kandidaten, voor wie de stemming wordt gehouden,
3. zij een aanduiding bevatten van de persoon door wie de stemming is uitgebracht,
4. zij de kandidaat niet duidelijk aanwijzen (onleesbaar),
5. zij blanco zijn uitgebracht.
Het stembureau beslist over de geldigheid van een stembiljet, direct na de opening, de voorzitter van het stembu- reau gehoord hebbende.
Artikel 50 – Stemwijze
1. Xxxxxxxx over zaken geschiedt bij hand opsteken. Bij staking van stemmen over zaken is het voorstel verwor- pen. Indien één van de stemgerechtigde leden de uitkomst van de stemming betwijfelt, wordt een stembureau benoemd en volgt mondelinge stemming op basis van de presentielijst.
2. Xxxxxxxx over personen geschiedt:
- bij acclamatie op voorstel van de voorzitter of één van de stemgerechtigden, mits hiertegen geen be- zwaar door een van de andere stemgerechtigden wordt aangetekend;
- door middel van een schriftelijke stemming.
Bij een stemming over personen wordt een kandidaat gekozen op basis van de volgende procedure:
- Benoemd wordt degene die bij de eerste stemming de volstrekte meerderheid (= meer dan 50% van het aantal uitgebrachte geldige stemmen) heeft behaald;
- indien deze stemming geen uitsluitsel heeft gegeven, degene die bij een tweede vrije stemming de vol- strekte meerderheid heeft behaald;
- indien bij de tweede stemming geen van de kandidaten een volstrekte meerderheid heeft verworven, volgt een derde stemming tussen de twee kandidaten, die bij de tweede stemming het hoogste aantal stemmen hebben behaald; indien bij de derde stemming de stemmen staken, beslist het lot, door het stembureau daartoe getrokken.
Artikel 51 - Bestuur kandidatuur
Indien niet meer dan een (1) kandidaat voor een functie is gesteld, wordt deze geacht bij acclamatie te zijn geko- zen.
Sanctiebepalingen
Artikel 52 - Algemeen
1. De bepaling van sancties in Amateurtuindersvereniging “ De Volharding” vindt plaats op grond van dit hoofd- stuk.
2. Dit reglement wordt vastgesteld en gewijzigd door de algemene vergadering van voornoemde vereniging.
3. Waar in dit hoofdstuk wordt gesproken over commissie wordt daarmede bedoeld de commissie sanctiebepaling van Amateurtuindersvereniging “De Volharding”.
4. Waar in dit hoofdstuk wordt gesproken van “betrokkene” wordt daarmede bedoeld het lid van Amateurtuin- dersvereniging “ De Volharding” tegen wie melding is gedaan of die beroep heeft ingesteld tegen een uitspraak van de commissie.
5. Waar in dit hoofdstuk wordt gesproken van leden wordt daarmede bedoeld de bij de Amateurtuindersvereniging “ De Volharding” aangesloten leden.
6. Alle leden van de vereniging zijn aan de bepalingen van dit hoofdstuk onderworpen.
7. De leden zijn verplicht op eerste verzoek alle door de commissie voor de beoordeling of behandeling van een zaak benodigde verzochte medewerking te verlenen en informatie te verstrekken.
8. Alleen het bestuur is bevoegd aan leden straffen op te leggen.
Artikel 53 - Commissie sanctiebepaling
1. De commissie bestaat uit een voorzitter, een secretaris en een lid, alsmede uit een plaatsvervangend lid.
2. Het bestuur en tenminste drie leden kunnen voor de commissie één of meer kandidaten stellen.
3. Een kandidaat dient meerderjarig te zijn en tegenover de commissie schriftelijk te verklaren dat hij/zij een be- noeming zal aanvaarden. Benoemde leden treden in functie de dag na hun benoeming.
4. In een tussentijdse vacature wordt door de eerstvolgende algemene vergadering voorzien. Indien het aantal tus- sentijdse vacatures in een commissie twee of meer bedraagt, kan de commissie – na overleg met het bestuur – een schriftelijke verkiezing houden.
5. Het lidmaatschap van de commissie is niet verenigbaar met een bestuursfunctie.
6. De commissie is tijdelijk en komt bijeen als er een beroep op wordt gedaan.
Artikel 54 - Taken en bevoegdheden
1. Het bestuur behandelt overtredingen in eerste instantie. De commissie sanctiebepaling behandelt het beroep op een uitspraak van het bestuur.
2. De commissie beoordeelt op grond van de melding of een overtreding is begaan. Komt de commissie bij de behandeling van de zaak tot het oordeel dat een andere overtreding is begaan dan waarvan melding is gedaan, dan kan zij - mits de betrokkene zich daartegen heeft kunnen verweren - voor die andere overtreding een straf opleggen.
3. De commissie kan ieder lid, orgaan of commissie van de vereniging verzoeken door de commissie gestelde vragen schriftelijk of ter zitting mondeling te beantwoorden.
4. De leden van commissie sanctiebepaling mogen niet aan de behandeling van een zaak deelnemen indien zij persoonlijk bij die zaak betrokken zijn.
Artikel 55 - Overtreding
1. Een overtreding in de zin van dit reglement is elk handelen of nalaten:
a. waardoor een bepaling in de Statuten of reglementen van de vereniging niet wordt nagekomen, dit re- glement hieronder begrepen;
b. dat in strijd is met een besluit van de commissie of de algemene vergadering, uitvoeringsbesluiten van de commissie hieronder begrepen;
c. waardoor de belangen van de vereniging worden geschaad;
d. waarin een lid de bepalingen van de pachtcontracten niet of onvoldoende nakomt;
e. waarbij een lid zich jegens een ander lid, een orgaan, of een commissie niet gedraagt naar hetgeen door de redelijkheid en billijkheid wordt verlangd.
2. Onder een overtreding wordt bovendien verstaan het niet, niet tijdig of niet naar behoren nakomen van verplich- tingen, alsmede het gelegenheid bieden of aansporen tot het vergemakkelijken van of het behulpzaam zijn bij het begaan van een overtreding.
3. Een overtreding is strafbaar indien er sprake is van opzet, schuld, nalatigheid of onzorgvuldigheid van het be- trokken lid. Het bewijs van een overtreding is geleverd indien de commissie op grond van feiten en omstandig- heden de overtuiging heeft dat de betrokkene de overtreding heeft begaan. De commissie kan het bewijs mede gronden op stukken, verklaringen, foto’s, beeldmateriaal, met dien verstande dat het bewijs niet kan worden ge- grond op één enkel stuk.
Artikel 56 - De melding c.q. klacht
1. De commissie of een lid kan bij het bestuur van de vereniging schriftelijk melding doen c.q. een klacht depone- ren van een overtreding en daarmede een zaak aanhangig maken.
2. Een melding/klacht bevat:
a. naam, voorletters en adres van degene die de melding/klacht doet, behalve wanneer de melding/klacht afkomstig is van de commissie;
b. een zo nauwkeurig mogelijke omschrijving van de overtreding,
c. een aanduiding welke bepaling in de statuten of reglementen of welk besluit zou zijn overtreden,
d. een zo volledig mogelijke omschrijving van tijd en plaats van de overtreding,
e. zo mogelijk de namen, voorletters en adressen van getuigen, die over de overtreding uit eigen wetenschap kunnen verklaren.
3. De melding/klacht vormt de grondslag voor de behandeling van een zaak.
4. De commissie neemt een zaak niet in behandeling indien:
a. de melding/klacht niet volledig is of niet voldaan is aan het verzoek van de vergadering om binnen de gestelde termijn de ontbrekende gegevens te verstrekken;
b. de melding anoniem is gedaan;
c. het feit waarvan melding wordt gedaan meer dan twee jaar vóór de datum van melding heeft plaatsgevonden, tenzij de aangever naar het oordeel van de vergadering voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij/zij niet eerder melding kon doen en de melding zo spoedig mogelijk nadien heeft gedaan.
5. Het doen van een valse melding levert een overtreding van dit reglement op.
Artikel 57 - Betrokken lid
1. De commissie zendt de melding na ontvangst aan het betrokken lid.
2. Het betrokken lid kan binnen tien dagen tegen de melding schriftelijk verweer voeren.
3. Op verzoek van het betrokken lid kan de commissie deze termijn verlengen tot ten hoogste één maand. Beide termijnen worden gerekend vanaf de datum van toezending van de melding aan de betrokkene.
4. Het betrokken lid kan zich door een raadsman doen bijstaan. Is de raadsman niet een advocaat, dan overlegt de raadsman bij het schriftelijk verweer een schriftelijke volmacht van de betrokkene. Tijdens een mondelinge be- handeling kan door de aanwezige commissie mondeling een raadsman worden gemachtigd. Voor deze raads- man gelden dezelfde rechten en verplichtingen als voor de betrokken commissie.
5. Op verzoek van het betrokken lid kan de commissie de correspondentie in de zaak aan de raadsman toezenden.
Artikel 58 - Mondelinge behandeling
Het betrokken lid kan om een mondelinge behandeling verzoeken. Verzoekt het betrokken lid daar niet om, dan kan de commissie een mondelinge behandeling gelasten, indien zij deze gewenst acht. Wanneer geen mondelinge behandeling is vastgesteld, wordt de zaak schriftelijk afgedaan.
Artikel 59 - Behandeling
1. De commissie bepaalt wie bij een zitting toegang heeft.
2. Indien het betrokken lid niet ter zitting is verschenen, gaat de commissie na of het betrokken lid behoorlijk is opgeroepen. Heeft geen behoorlijke oproeping plaatsgevonden of meent de commissie om een andere reden dat uitstel van de behandeling gewenst is, dan stelt zij de behandeling tot een nader te bepalen datum uit. Het be- trokken lid wordt hiervan door de secretaris schriftelijk in kennis gesteld.
3. Indien een getuige of deskundige niet ter zitting is verschenen, kan de commissie besluiten de zitting uit te stel- len, dan wel de zaak voor zover mogelijk te behandelen en voor de niet verschenen getuige of deskundige op een andere datum voort te zetten.
4. Het betrokken lid en zijn raadsman mogen de gehele zitting bijwonen.
5. De commissie kan een ieder, wiens gedrag daartoe aanleiding geeft, het verder bijwonen van de zitting ontzeg- gen.
6. De commissie stelt de betrokkene en andere te horen personen zo nodig vragen. Het betrokken lid kan ver- zoeken aanvullende vragen te mogen stellen. Aan dit verzoek wordt voldaan, tenzij de vragen naar het oordeel van de voorzitter niet ter zake dienende zijn.
7. Indien de commissie meent dat er wellicht sprake is van een andere overtreding dan waarvan melding is gedaan, deelt zij dit het betrokken lid mee en stelt zij het betrokken lid in de gelegenheid daartegen verweer te voeren.
8. De secretaris maakt van een mondelinge zitting een zakelijke samenvatting die door de voorzitter en secretaris van de commissie wordt ondertekend.
Artikel 60 - Getuigen en deskundigen
1. De commissie is bevoegd voor een zitting getuigen en deskundigen op te roepen. De commissie doet hiervan en van hun namen en deskundigheid mededeling aan het betrokken lid.
2. Het betrokken lid kan zelf voor een zitting ten hoogste drie getuigen of deskundigen oproepen en doet hiervan uiterlijk drie dagen voor de zitting schriftelijk mededeling aan de secretaris onder opgave van hun namen en adressen. Van de deskundige wordt bovendien opgave gedaan van zijn deskundigheid. Alleen met voorafgaande toestemming van de commissie kan de betrokkene meer dan drie getuigen of deskundigen oproepen.
3. Leden, die als getuige of deskundige worden opgeroepen, zijn verplicht te verschijnen. Ook niet-leden kunnen als getuige of deskundige worden opgeroepen.
4. Getuigen en deskundigen kunnen alleen ter zitting worden gehoord. Indien een getuige of deskundige ter zitting redelijkerwijs niet aanwezig kan zijn, kan hij met toestemming van de voorzitter een door hem ondertekende schriftelijke verklaring overleggen, welke aan het betrokken lid ter inzage wordt gegeven.
5. Getuigen en deskundigen zijn verplicht naar waarheid te verklaren. De commissie kan hen verzoeken een zake- lijke samenvatting van hun verklaring te ondertekenen.
6. Het niet naar waarheid verklaren door leden van de vereniging levert een overtreding op.
Artikel 61 - Op te leggen straffen
De commissie heeft het recht, na de behandeling van de melding/klacht, aan de betrokkene een straf op te leggen. Deze straf kan onmiddellijk ingaan dan wel opgelegd worden. Naar het oordeel van de vergadering kan deze ook voorwaardelijk ingaan dan wel opgelegd worden. De betrokkene kan dan in de gelegenheid worden gesteld om de overtreding, binnen een door de commissie vastgestelde termijn, te doen ophouden. Als na het verstrijken van de opgelegde termijn en na beoordeling van de vergadering, de overtreding is gestopt, kan de commissie besluiten tot het niet uitvoeren van de straf.
1. Als straf kan worden opgelegd:
a. een berisping;
b. een geldboete tot een maximum van € 500,00 (vijfhonderd euro);
c. de kosten van uitvoering van werkzaamheden, bij in gebreke blijven van de bepalingen van het tuinre- glement, door een extern bedrijf;
d. beëindiging lidmaatschap door opzegging door de vereniging onder vermelding van de reden;
e. ontzetting conform statutaire bepalingen.
2. Indien het betrokken lid meer overtredingen heeft begaan, kan voor elke overtreding afzonderlijk een straf wor- den opgelegd. De commissie kan ook volstaan met het opleggen van één straf.
3. Indien de betrokkene binnen de termijn van de voorwaardelijk opgelegde straf weer een overtreding begaat, kan de commissie beslissen het voorwaardelijke gedeelte alsnog in een onvoorwaardelijke straf om te zetten en daarnaast een straf op te leggen voor de nieuwe overtreding.
Artikel 62 - Straffen
1. Een berisping kan als straf worden opgelegd, indien de commissie meent met een eenvoudige waarschuwing te kunnen volstaan.
2. Een geldboete kan als straf worden opgelegd, indien de betrokkene door de overtreding geldelijk voordeel heeft behaald, of de belangen van de vereniging of van een andere vereniging heeft geschaad, of wanneer de commis- sie een geldboete, al dan niet in combinatie met een andere straf passend acht.
3. Opdracht aan externen op kosten van betrokkene kan worden verstrekt als de betrokkene de werkzaamheden vastgelegd in het huishoudelijk reglement niet nakomt,
4. Een schorsing kan worden opgelegd als betrokkene geen gevolg geeft aan tenminste twee schriftelijke ver- zoeken tot actie. In een algemene ledenvergadering kan betrokkene worden voorgedragen voor ontzetting.
Artikel 63 - Uitspraak
1. Een uitspraak van een commissie komt tot stand door een met gewone meerderheid genomen besluit. De com- missieleden hebben elk één stem.
2. Indien de commissie van oordeel is dat de in de melding bedoelde overtreding noch enige andere overtreding is begaan, spreekt zij de betrokkene vrij.
3. Indien de commissie van oordeel is dat de in de melding bedoelde overtreding of een andere overtreding is be- gaan, deelt zij aan de betrokkene mee voor welke overtreding welke straf wordt opgelegd.
4. Bij het bepalen van de straf en de strafmaat worden zoveel mogelijk in gelijksoortige zaken dezelfde maatstaven aangelegd.
5. In geval van een schriftelijke behandeling doet de commissie zo spoedig als mogelijk uitspraak. Heeft een mon- delinge behandeling plaatsgevonden, dan doet de commissie uiterlijk veertien dagen na de datum van de behan- deling uitspraak, tenzij de commissie voor beraadslaging meer tijd nodig heeft. In het laatste geval doet de commissie uiterlijk één maand na de zittingsdatum uitspraak.
6. Elke uitspraak wordt schriftelijk gedaan en aan de betrokkene bij aangetekende brief met bericht van ontvangst toegezonden.
7. De uitspraken van de commissie zijn onherroepelijk en voor de betrokkene en alle leden van de vereniging bin- dend.
Artikel 64 - Tenuitvoerlegging
1. Het bestuur ziet toe op de tenuitvoerlegging van straffen.
2. Het betrokken lid is verplicht medewerking aan de tenuitvoerlegging van een straf te verlenen. Het daarmede in gebreke blijven levert een overtreding op.
3. De tenuitvoerlegging van een door de commissie opgelegde straf vangt aan op de datum waarop zij uitspraak doet, tenzij de commissie anders bepaalt.
4. Het bestuur kan de tenuitvoerlegging van een straf opschorten, indien ten aanzien van de opgelegde straf nieu- we feiten of omstandigheden blijken die met een grote mate van zekerheid tot een vrijspraak of een lichtere straf zouden hebben geleid. Een dergelijk verzoek tot herziening moet schriftelijk door de betrokkene zijn gedaan met een uitvoerige motivering van die feiten en omstandigheden. Het bestuur kan het verzoek alleen in behan- deling nemen, indien op dat moment geen mogelijkheid van beroep openstaat.
5. Het verzoek tot herziening kan slechts eenmaal worden gedaan.
Reglementswijziging
Artikel 65 - Algemeen
1. Geen veranderingen in dit reglement zullen van kracht zijn tenzij zij door tenminste 2/3 van het aantal op de algemene ledenvergadering aanwezige leden zijn goedgekeurd.
2. Invoering en wijziging van reglementen wordt 3 weken van tevoren schriftelijk aan de leden bekendgemaakt.
3. De leden worden geacht alle stukken daarover te hebben bestudeerd, zodat voorlezing artikelsgewijs achterwege kan blijven.
4. Alleen amendementen/voorstellen tot wijziging van reglementen, die tenminste 7 dagen voor de betreffende vergadering bij het secretariaat zijn ingediend, worden in behandeling genomen.
5. Bij aanneming worden de wijzigingen onmiddellijk van kracht.
Artikel 66 - Goedkeuring leden
Bij goedkeuring door de Algemene Ledenvergadering van het onderliggende Huishoudelijk Reglement met genoemde bijlagen zijn alle voorgaande versies vervallen verklaard.
Aldus vastgesteld in de algemene ledenvergadering van 23 februari 2012
Het bestuur:
w.g. de xxxx X. Xxxxxxx, voorzitter
x.x. xxxxxxx X. Xxxxxxx-Xxxx, secretaris
w.g. de xxxx X. Xxxx, penningmeester