Convenant
Convenant
Centrum voor Jeugd en Gezin
Krimpen aan den IJssel
2013
Partijen,
a. Gemeente Krimpen aan den IJssel, rechtsgeldig vertegenwoordigd door de portefeuillehouder, de xxxx Xxx Xxxxxxx;
b. XXX Xxxxxxxx; rechtsgeldig vertegenwoordigd door xxxxxxx Xxxxxxxxxx Xxxxxxx
c. FlexusJeugdplein, rechtsgeldig vertegenwoordigd door xxxxxxx Xxxxxx Xxxxx
d. Kwadraad, rechtsgeldig vertegenwoordigd door xxxxxxx Xxxxx Xxxxxxxx
e. Bureau Jeugdzorg Stadsregio Rotterdam, rechtsgeldig vertegenwoordigd door xxxxxxx Xxxxxxxx Xxxxxx
overwegende dat
a. bij de ontwikkeling en opvoeding van kinderen de universele rechten van kinderen daarbij centraal staan;
b. jeugdigen er bij gebaat zijn om op te groeien in een positieve pedagogische omgeving;
c. zij de ambitie delen dat er een samenhangende jeugdhulpstructuur nodig is, om de opvoeding zo veel mogelijk te versterken;
d. zij deze ambitie willen verwezenlijken via het bundelen van hun krachten en kennis door samenwerking en afstemming in het Centrum Jeugd en Gezin.
komen het volgende overeen:
Artikel 1 Doel van de samenwerking
Doel van de samenwerking en afstemming is het beleggen van een sterke en positieve basis voor jeugd en ouders (bouwend aan de pedagogische civil society) en aanvullend hierop het realiseren van een samenhangende jeugdhulpstructuur, dat er op gericht is de opvoeding zo veel mogelijk te versterken.
Artikel 2 Betekenis convenant
Dit convenant is feitelijk gericht op de samenwerking tussen partijen en houdt derhalve niet automatisch in dat inkoop van producten via genoemde partijen is gegarandeerd.
Artikel 3 Uitgangspunten
1. Partijen erkennen conform het Verdrag inzake de Rechten van het kind
- dat kinderen recht hebben op ontwikkeling en bescherming;
- dat ouders de eerste verantwoordelijkheid hebben voor de opvoeding en recht hebben op opvoed- en opgroeisteun;
- dat bij alle maatregelen betreffende kinderen de belangen van het kind de eerste overweging vormen.
2. Ouders zijn in eerste instantie zelf verantwoordelijk voor het opvoeden en opgroeien van kinderen. De partijen leveren een bijdrage aan het versterken van deze basis, de zogenoemde pedagogische civil society. Soms is er specifieke hulp nodig bij het opvoeden of opgroeien. Deze hulp richt zich op het kind en op het versterken van de kracht van de ouders en de sociale omgeving. Hierbij dient rekening gehouden te worden met hetgeen in lid 1 is vermeld.
3. Partijen delen de volgende uitgangspunten en resultaten
- De diensten en jeugdhulp dienen antwoord op de behoeften en vragen van jongeren en opvoeders te geven.
- De voorzieningen en professionals richten zich op versterking van de eigen kracht van kinderen, jongeren, opvoeders en sociale netwerken.
- Algemene voorzieningen zijn uitnodigend en voorzieningen hebben een hoog bereik. Ze kennen geen onnodige barrières voor diverse bevolkingsgroepen om er gebruik van te maken.
- Ondersteuning vindt in een zo vroeg mogelijk stadium plaats, via outreachend werken en via een goede signalering van risico’s of problemen.
- Als ouders de verantwoordelijkheid voor de opvoeding niet meer kunnen dragen en de veiligheid van het kind in het geding is, nemen de gemeente en professionals hun verantwoordelijkheid.
- Hulp bij het opvoeden en opgroeien heeft een tijdelijk karakter. Hulp is zo zwaar als nodig en duurt zo lang als nodig. Hulp wordt zoveel mogelijk dichtbij georganiseerd en in verbinding met lokale voorzieningen.
- De geboden diensten zijn zoveel mogelijk op wetenschappelijke inzichten en ervaring met betrekking tot de effectiviteit gestoeld. De voorzieningen werken bovendien efficiënt en klantvriendelijk. Er is geen onnodige bureaucratie en men werkt kosteneffectief.
- Als er hulp en steun aan jongeren en gezinnen nodig is, dan is deze samenhangend en goed gecoördineerd: één gezin, één plan. Bovendien is het aantal betrokken professionals bij een gezin (volg tijdelijk of tegelijk) zo klein mogelijk.
- De professionals verzamelen gegevens over hun bereik, de kwaliteit van de processen en de resultaten die ze boeken. Ze laten zien wat goed gaat en waar ver- beteringen mogelijk zijn. Ze benutten de gegevens om de kwaliteit van het werk (steeds) verder te verbeteren.
Artikel 4 Hoofdprocessen van het Centrum voor Jeugd en Gezin
Binnen het Centrum voor Jeugd en Gezin worden de volgende kerntaken onderscheiden:
1. Signaleren, analyseren en (indien nodig) inschakelen van hulp of bescherming.
2. Ondersteuning en dienstverlening: voorlichting, informatie, advies, consultatie en hulp.
3. Integraal jeugdhulp organiseren.
4. Monitoren, screenen en vaccineren.
5. Samenwerken met onderwijs.
6. Samenwerken met de overige partners, zoals gezondheidszorg, voorschoolse partners, sport en welzijnspartners, kerken, veiligheid en wooncorporaties en partners werk en inkomen.
Artikel 5 Samenwerking
In het Centrum voor Jeugd en Gezin participeren meerdere partijen en dit convenant legt de hoofdlijnen van de samenwerking van deze partijen vast. Bij de samenwerking is het van belang dat:
a. ieders specifieke deskundigheid wordt erkend en wordt ingezet;
b. instellingen en medewerkers elkaar snel en gemakkelijk kunnen vinden;
c. er duidelijkheid bestaat over wie het aanspreekpunt is voor het gezin. Indien meer partners jeugdhulp bieden aan een cliënt, overleggen deze partners met elkaar om een gezamenlijke aanpak vast te stellen;
d. partijen in het Centrum voor Jeugd en Gezin het eigen primaire proces zo nodig aanpassen ter bevordering van een optimale probleemanalyse en hulpverleningsaanpak;
e. via uitvoeringsovereenkomsten en de daarbij behorende prestatieafspraken invulling wordt gegeven aan de benodigde randvoorwaarden van de Centrum voor Jeugd en Gezin en de deelnemende partijen;
f. partijen bereid zijn het Centrum voor Jeugd en Gezin verder te ontwikkelen waarbij ze naar elkaar uitspreken de samenwerking langs de inhoud vorm te geven, zoals uitgewerkt wordt in een werkplan Centrum voor Jeugd en Gezin waarbij er ruimte is voor “colour locale”;
g. In een op te stellen samenwerkingsovereenkomst "balie welzijn, zorg en opvoeden" wordt vastgelegd hoe (een aantal) partijen namens het Centrum voor Jeugd en Gezin Krimpen participeren in de "Balie welzijn, zorg en opvoeden".
Artikel 6 Afstemming
1. Partijen stemmen aanbod en aanpak kwalitatief en kwantitatief met elkaar af op de vraag naar opvoed- en opgroeisteun.
2. Procescoördinatie en operationele aansturing op de samenwerking wordt door partijen via mandatering aan de regisseur Centrum voor Jeugd en Gezin gegeven, passend binnen wet- en regelgeving.
3. Indien wijzigingen in wet- en regelgeving, maatschappelijke ontwikkelingen en/of de vragen van ouders en kinderen daartoe aanleiding geven, werken partijen samen om innovatie in aanbod en aanpak te bewerkstelligen.
4. Partijen brengen hun expertise in het Centrum voor Jeugd en Gezin in en nodigen deskundigen uit relevante expertise in te brengen, zodanig dat het Centrum voor Jeugd en Gezin kan uitgroeien naar een kwalitatief hoogwaardig expertisecentrum.
Artikel 7 Bereikbaarheid
Iedere partner draagt er zorg voor dat hij op uitvoerend niveau en op managementniveau goed bereikbaar is voor de andere partners voor het voeren van overleg over de jeugdhulp aan een cliënt.
Artikel 8 Eigen verantwoordelijkheid van iedere partner
Ondanks de intensieve samenwerking tussen de partners met als doel de jeugdhulp aan cliënten zoveel mogelijk te bieden in de vorm van een gezamenlijke aanpak, blijft iedere partner, ten opzichte van de cliënt en ten opzichte van de andere partners, zelf verantwoordelijk voor:
- de kwaliteit van de jeugdhulp die hij aan een cliënt biedt;
- het volgen van de resultaten daarvan;
- het verlenen van hulp vanuit het principe; 1 gezin, 1 plan, 1 regisseur.
- het erbij halen van expertise bij een partner of naar een andere instelling indien hij, in samenspraak met de CJG regisseur, vaststelt dat hij zelf niet in staat is om passende jeugdhulp te bieden;
- het opschalen van jeugdhulp indien blijkt dat de cliënt, door welke oorzaak dan ook, niet de jeugdhulp ontvangt die hij dringend behoeft.
Artikel 9 Privacy
Partijen hanteren bij de uitwisseling van gegevens de handreiking "Samenwerken in de jeugdketen, een instrument voor gegevens uitwisseling" van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Artikel 10 Sluitende Aanpak
In het Centrum Jeugd en Gezin wordt zowel op beleidsniveau als op casusniveau aansluiting gezocht bij de sluitende aanpak risicojeugd.
Artikel 11 De positie van de cliënt
1. De partners spannen zich in de cliënt vanaf 12 jaar, en/of zijn wettelijk vertegenwoordiger indien de cliënt nog geen 16 jaar oud is, vroegtijdig te betrekken bij het ontwikkelen van een gezamenlijke aanpak van zijn problematiek en zoveel mogelijk in te spelen op zijn wensen en behoeften.
2. De partners dragen er zorg voor dat de cliënt en/of zijn wettelijk vertegenwoordiger over de uitkomsten van het overleg over de (wijziging van de) gezamenlijke aanpak zo spoedig mogelijk wordt of worden geïnformeerd.
3. De partners dragen er zorg voor dat hun klachtenprocedures zo worden aangepast dat de cliënt met zijn onvrede over de samenwerking tussen twee of meer partners, of over jeugdhulp die door twee of meer partners gezamenlijk wordt geboden, zich tot de klachtencommissie kan wenden van de instelling bij wie de coördinator werkzaam is.
4. De partners dragen er daarnaast zorg voor dat informeel door cliënten geuite onvrede over de samenwerking tussen de partners en over de door de partners gezamenlijk geboden jeugdhulp wordt geanalyseerd met het doel de samenwerking en de gezamenlijke jeugdhulp te verbeteren.
Artikel 12 De Stuurgroep CJG
Onder regievoering van de gemeente is een Stuurgroep CJG ingericht die de verantwoordelijkheid draagt voor de samenwerking van de partners. De Stuurgroep CJG heeft als taken:
- het bevorderen van de samenwerking tussen alle partners;
- het volgen van deze samenwerking en van de resultaten daarvan;
- het leveren van input/informatie welke van invloed kan zijn op de begroting van het CJG en het afleggen van verantwoording over de besteding van gelden aan de externe partijen die onderdelen van de gezamenlijke taakuitvoering financieren;
- het afleggen van verantwoording aan het gemeentebestuur over de samenwerking van de partners en de resultaten daarvan;
- afspraken te maken over de uitvoering van de werkzaamheden en genoemde functies en dit te realiseren volgens de uitgangspunten middels een werkplan;
- het maken van onderlinge afspraken over de verder invulling, taakverdeling en verantwoordelijkheden van de stuurgroep en legt dit ter goedkeuring voor aan de gemeente.
Artikel 13 Toezicht en het geven van aanwijzingen door de gemeentebesturen
1. De partners verzamelen jaarlijks actuele cijfermatige informatie en beleidsinformatie over de geboden jeugdhulp, over het verloop van de samenwerking en de mogelijke knelpunten daarin en over de tevredenheid van cliënten over de samenwerking. Ten behoeve van dit laatste punt wordt minimaal eens per jaar de tevredenheid van cliënten door de partners gemeten. Deze gegevens worden ten behoeve van het afleggen van verantwoording en het uitoefenen van toezicht aangeboden aan het gemeentebestuur.
2. Het gemeentebestuur van Krimpen aan den IJssel houdt toezicht op de samenwerking tussen de partners en op de resultaten die daarmee worden bereikt.
3. Naar aanleiding van het uitgeoefende toezicht kunnen het gemeentebestuur de Stuurgroep CJG of een of meer partners aanwijzingen geven over de nakoming van de afspraken in deze samenwerkingsovereenkomst.
Artikel 14 Toetreding
1. Toetreding van een organisatie tot de samenwerkingsovereenkomst is mogelijk indien de organisatie:
- instemt met het doel van de samenwerkingsovereenkomst;
- bereid is de afspraken in deze overeenkomst na te leven.
2. Op een schriftelijk verzoek om toetreding beslist het gemeentebestuur. De organisatie kan door de Stuurgroep CJG worden voorgedragen voor toelating tot de samenwerkingsovereenkomst indien uit onderzoek van de Stuurgroep CJG blijkt dat de verzoekende organisatie aan de voorwaarden voldoet zoals omschreven in lid 1.
3. Een partner die de samenwerkingsovereenkomst wenst op te zeggen, informeert het gemeentebestuur schriftelijk over deze opzegging met vermelding van de redenen van de opzegging. De opzegtermijn bedraagt drie maanden.
Artikel 15 Wijziging convenant
Indien één der partijen van mening is, dat één of meer onderdelen van het convenant niet realiseerbaar is (zijn), of het convenant op basis van gewijzigde omstandigheden aanpassing behoeft dan wordt hierover met alle betrokken partijen overleg gevoerd. Wijziging en aanvulling behoeft instemming van de partijen.
Artikel 16 Geschillen
De partijen verplichten zich geschillen inzake uitvoering van het convenant te allen tijde eerst onderling, zonder tussenkomst van de rechter, te beslechten. Wanneer de partijen er niet uitkomen is de rechtbank te Rotterdam bevoegd kennis te nemen van geschillen tussen partijen.
Artikel 17 Inwerkingtreding en looptijd
1. Dit convenant treedt in werking op het moment van ondertekening en geldt tot 1 januari 2015 Partijen treden 1 december 2014 in overleg over voortzetting van dit convenant.
2. Alvorens dit convenant wordt verlengd, evalueren partijen de uitvoering en werking ervan.
ONDERTEKENING:
Plaats: Krimpen aan den IJssel Datum: 18 maart 0000
Xxxxxxxx Xxxxxxx xxx xxx XXxxxx
Ondertekenaar: de xxxx Xxx Xxxxxxx, wethouder jeugd c.a.
CJG Rijnmond
Ondertekenaar: xxxxxxx Xxxxxxxxxx Xxxxxxx
FlexusJeugdplein
Ondertekenaar: xxxxxxx Xxxxxx Xxxxx
Kwadraad
Ondertekenaar: xxxxxxx Xxxxx Xxxxxxxx
Bureau Jeugdzorg Rotterdam Ondertekenaar: xxxxxxx Xxxxxxxx Xxxxxx