NL
NL
COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN
Brussel, 22.10.2009 COM(2009)566 definitief
Voorstel voor een
BESLUIT VAN DE RAAD
betreffende de sluiting, namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de regering van de Faeröer betreffende wetenschappelijke en technologische samenwerking, waarbij de Faeröer geassocieerd worden met het zevende kaderprogramma voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) van de Europese Gemeenschap
TOELICHTING
Betreft: Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting van een Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de regering van de Faeröer betreffende wetenschappelijke en technologische samenwerking, waarbij de Faeröer geassocieerd worden met het zevende kaderprogramma voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) van de Europese Gemeenschap.
1. Op 15 juni 2009 heeft de Raad de Europese Commissie gemachtigd te onderhandelen over een Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de regering van de Faeröer betreffende wetenschappelijke en technologische samenwerking, waarbij de Faeröer geassocieerd worden met het zevende kaderprogramma (EG) voor onderzoek en ontwikkeling (2007-2013).
2. De onderhandelingen tussen de twee partijen zijn beëindigd en hebben geresulteerd in de aangehechte ontwerpovereenkomst, die op 13 juli 2009 is geparafeerd en in overeenstemming is met de door de Raad gegeven onderhandelingsrichtsnoeren.
3. De overeenkomst is gebaseerd op de beginselen van wederzijds profijt, wederkerigheid van mogelijke deelname aan programma's en activiteiten die betrekking hebben op de overeenkomst, non-discriminatie, doeltreffende bescherming van de intellectuele eigendom en billijke verdeling van de intellectuele eigendomsrechten.
4. De overeenkomst doet voor juridische entiteiten uit de Faeröer dezelfde deelname- en financieringsrechten en -verplichtingen als voor in de EU-lidstaten gevestigde juridische entiteiten ontstaan. Voorts voorziet de overeenkomst in de deelname van vertegenwoordigers van de Faeröer als waarnemer zonder stemrechten aan de KP7-programmacomités en aan de raad van bestuur van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek.
5. Deze W&T-associatieovereenkomst zal, met name door middel van regelmatige vergaderingen van het desbetreffende Gemengd Comité, bijdragen tot de structurering en verbetering van de wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de EG en de Faeröer, in het kader waarvan specifieke samenwerkingsactiviteiten kunnen worden gepland.
6. Deze overeenkomst treedt in werking op de datum waarop de partijen diplomatieke nota's uitwisselen waarin zij elkaar ervan in kennis stellen dat hun respectieve voor de inwerkingtreding van de overeenkomst noodzakelijke interne procedures zijn voltooid en blijft van kracht tijdens de resterende duur van het zevende kaderprogramma van de EG.
7. Voorgesteld wordt dat onderhavige overeenkomst voorlopig van toepassing moet zijn met ingang van 1 januari 2010 behoudens sluiting ervan op een latere datum.
In het licht van bovenstaande overwegingen verzoekt de Commissie de Raad:
– namens de Europese Gemeenschap het bijgevoegde besluit goed te keuren;
– de Faeröerse autoriteiten ervan in kennis te stellen dat de Europese Gemeenschap de voor de inwerkingtreding van de overeenkomst noodzakelijke procedures heeft voltooid.
2009/aaa (CNS) Voorstel voor een
BESLUIT VAN DE RAAD
betreffende de sluiting, namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de regering van de Faeröer betreffende wetenschappelijke en technologische samenwerking, waarbij de Faeröer geassocieerd worden met het zevende kaderprogramma voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) van de Europese Gemeenschap
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 170, juncto artikel 300, lid 2, eerste alinea, eerste zin, en lid 3, eerste alinea,
Gezien het voorstel van de Commissie1,
Gezien het advies van het Europees Parlement2, Overwegende hetgeen volgt:
(1) De Commissie heeft namens de Gemeenschap met de regering van de Faeröer onderhandeld over een Overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking (hierna “de overeenkomst” genoemd).
(2) De overeenkomst is, behoudens sluiting ervan op een latere datum, door de vertegenwoordigers van de partijen op …. te ondertekend.
(3) De overeenkomst moet namens de Europese Gemeenschap worden gesloten, BESLUIT:
Artikel 1
De Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de regering van de Faeröer betreffende wetenschappelijke en technologische samenwerking wordt namens de Europese Gemeenschap goedgekeurd.
1 PB C […] van […], blz. […].
2 PB C […] van […], blz. […].
Artikel 2
De Commissie stelt het door de Gemeenschap in het bij artikel 4, lid 1, van de overeenkomst ingestelde Gemengd Comité in te nemen standpunt vast.
Artikel 3
De voorzitter van de Raad gaat namens de Europese Gemeenschap over tot de in artikel 5, lid 2, van de overeenkomst bedoelde kennisgeving.
Artikel 4
Het besluit wordt in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt. Gedaan te Brussel,
Voor de Raad De voorzitter
BIJLAGE OVEREENKOMST
TUSSEN DE EUROPESE GEMEENSCHAP EN DE REGERING VAN DE FAERÖER
BETREFFENDE WETENSCHAPPELIJKE EN TECHNOLOGISCHE SAMENWERKING
DE EUROPESE GEMEENSCHAP,
hierna "de Gemeenschap" genoemd, enerzijds,
DE REGERING VAN DE FAERÖER
hierna "de Faeröer" genoemd, anderzijds,
hierna de "partijen" te noemen,
OVERWEGENDE het belang van de huidige wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Faeröer en de Gemeenschap en hun wederzijds belang bij de versterking ervan in verband met de totstandbrenging van de Europese onderzoeksruimte;
OVERWEGENDE dat reeds onderzoekers van de Faeröer succesvol aan door de Gemeenschap gefinancierde projecten hebben deelgenomen;
OVERWEGENDE het belang dat beide partijen erbij hebben de wederzijdse toegang van hun onderzoekinstituten tot onderzoek- en ontwikkelingsactiviteiten op de Faeröer enerzijds en de kaderprogramma's van de Gemeenschap voor onderzoek en technologische ontwikkeling anderzijds aan te moedigen;
OVERWEGENDE dat de Faeröer en de Gemeenschap er belang bij hebben in deze programma's tot wederzijds voordeel samen te werken;
OVERWEGENDE dat het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie bij Besluit nr. 1982/2006/EG3 het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (hierna het “zevende EG-kaderprogramma” genoemd) hebben aangenomen;
3 PB L 412 van 30.12.2006.
OVERWEGENDE dat de regering van de Faeröer deze overeenkomst namens het Koninkrijk Denemarken sluit ingevolge de wet betreffende de sluiting van overeenkomsten krachtens internationaal recht door de regering van de Faeröer4;
OVERWEGENDE dat, onverminderd de toepasselijke bepalingen van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, deze overeenkomst en alle daarin vermelde activiteiten op generlei wijze afbreuk zullen doen aan de bevoegdheden van de lidstaten om met de Faeröer bilaterale activiteiten op het gebied van wetenschap, technologie, onderzoek en ontwikkeling uit te voeren en in voorkomend geval daartoe overeenkomsten te sluiten,
ZIJN OVEREENGEKOMEN HETGEEN VOLGT:
ARTIKEL 1
Toepassingsgebied
1. Onder de in deze overeenkomst en de bijlagen ervan vastgestelde of bedoelde voorwaarden worden de Faeröer geassocieerd met het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013), zoals vastgesteld bij Besluit nr. 1982/2006/EG, Verordening (EG) nr. 1906/20065 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013), en bij de Beschikkingen 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG van de Raad.
2. Alle besluiten die uit bovengenoemde besluiten voortvloeien, daaronder begrepen de besluiten tot oprichting van de structuren die nodig zijn voor de uitvoering van het zevende kaderprogramma van de EG via onderzoeksactiviteiten op grond van de artikelen 169 en 171 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap zijn op de Faeröer van toepassing.
3. Behalve de in lid 1 bedoelde associatie kan de samenwerking bovendien de volgende vormen aannemen:
– regelmatige discussies over de hoofdlijnen en prioriteiten van het onderzoeksbeleid en de onderzoeksplanning van de Faeröer en de Europese Gemeenschap;
– discussies over de vooruitzichten en ontwikkeling van de samenwerking;
– tijdige verschaffing van informatie over de tenuitvoerlegging van programma’s en onderzoeksprojecten van de Faeröer en de Gemeenschap en over de
4 Rondschrijven van de Deense regering nr. 126 van 26 september 2005 xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxxx.xx/Xxxxx/X0000.xxxx?xxx00000.
5 PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1-18.
resultaten van de in het kader van deze overeenkomst verrichte werkzaamheden;
– gezamenlijke vergaderingen;
– bezoeken en uitwisselingen van onderzoekers, ingenieurs en technici;
– geregelde en permanente contacten tussen programma- of projectbeheerders van de Faeröer en de Gemeenschap;
– deelname van deskundigen aan seminars, symposia en workshops.
ARTIKEL 2
Voorwaarden met betrekking tot de associatie van de Faeröer met het zevende kaderprogramma van de EG
1. Juridische entiteiten uit de Faeröer nemen aan acties onder contract en activiteiten van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek met betrekking tot het zevende EG-kaderprogramma deel onder dezelfde voorwaarden als juridische entiteiten uit de lidstaten van de Europese Unie, met inachtneming van de voorwaarden als bepaald of bedoeld in de bijlagen I en II. Voor onderzoeksentiteiten uit de Faeröer gelden, rekening houdend met de wederzijdse belangen van de Gemeenschap en de Faeröer, voor de indiening en beoordeling van voorstellen en voor de toekenning en sluiting van subsidieovereenkomsten en/of contracten op grond van communautaire programma's dezelfde voorwaarden als die welke van toepassing zijn op subsidieovereenkomsten en/of contracten die op grond van dezelfde programma's met in de Gemeenschap gevestigde onderzoekentiteiten worden gesloten.
Juridische entiteiten uit de Gemeenschap nemen aan onderzoekprogramma's en
-projecten op de Faeröer wat betreft onderwerpen die overeenstemmen met die van het zevende EG-kaderprogramma onder dezelfde voorwaarden deel als juridische entiteiten van de Faeröer, met inachtneming van de in de bijlagen I en II vastgestelde voorwaarden. Een juridische entiteit die gevestigd is in een ander land dat met het zevende EG-kaderprogramma is geassocieerd (een geassocieerd land), heeft krachtens deze overeenkomst dezelfde rechten en verplichtingen als in een lidstaat gevestigde juridische entiteiten, mits het geassocieerde land waar de entiteit is gevestigd, is overeengekomen om juridische entiteiten uit de Faeröer dezelfde rechten en verplichtingen te verlenen.
2. De Faeröer betalen vanaf de datum van toepassing van deze overeenkomst voor elk jaar van de looptijd van het zevende EG-kaderprogramma een financiële bijdrage in de algemene begroting van de Europese Unie. De financiële bijdrage van de Faeröer wordt toegevoegd aan het bedrag dat jaarlijks op de algemene begroting van de Europese Unie is uitgetrokken voor vastleggingskredieten om te voldoen aan de financiële verplichtingen in verband met de verschillende soorten maatregelen die nodig zijn voor de uitvoering, het beheer en het functioneren van het zevende EG-
kaderprogramma. De regels voor de berekening en de betaling van de financiële bijdrage van de Faeröer zijn in bijlage III uiteengezet.
3. Vertegenwoordigers van de Faeröer nemen als waarnemer deel aan de comités van het zevende EG-kaderprogramma als ingesteld bij Besluit nr. 1999/468/EG6. De vertegenwoordigers van de Faeröer mogen echter niet aanwezig zijn bij de stemmingen in de comités. De Faeröer worden in kennis gesteld van het resultaat. De in dit lid bedoelde deelname heeft dezelfde vorm, met inbegrip van de procedures voor het ontvangen van informatie en documentatie, als de deelname van vertegenwoordigers van de lidstaten van de Europese Unie.
4. Vertegenwoordigers van de Faeröer nemen als waarnemer deel aan de raad van bestuur van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek. De in dit lid bedoelde deelname heeft dezelfde vorm, met inbegrip van de procedures voor het ontvangen van informatie en documentatie, als de deelname van vertegenwoordigers van de lidstaten van de Europese Unie.
ARTIKEL 3
Bevordering van de samenwerking
1. De partijen stellen alles in het werk om in het kader van hun toepasselijke wetgeving het vrije verkeer en het verblijf van onderzoekers die aan onder deze overeenkomst vallende activiteiten deelnemen en het grensoverschrijdende verkeer van goederen die bestemd zijn om in het kader van die activiteiten te worden gebruikt, te vergemakkelijken.
2. Partijen zorgen ervoor dat geen belasting wordt geheven over geldoverdrachten tussen de Gemeenschap en de Faeröer, voor zover dit geld benodigd is voor de uitvoering van onder deze overeenkomst vallende activiteiten.
ARTIKEL 4
Comité onderzoek EG-Faeröer
1. Er wordt een gemeenschappelijk comité opgericht, het "Comité onderzoek EG- Faeröer", dat onder meer de volgende taken heeft:
– de tenuitvoerlegging van deze overeenkomst bewerkstelligen, evalueren en aan een onderzoek onderwerpen;
– alle maatregelen die de samenwerking zouden kunnen verbeteren en uitbreiden, bestuderen;
– regelmatige discussies houden over de hoofdlijnen en prioriteiten van het onderzoeksbeleid en de onderzoeksplanning op de Faeröer en de Gemeenschap en over de vooruitzichten voor toekomstige samenwerking;
– aanbrengen, behoudens de binnenlandse goedkeuringsprocedures van elke partij, van technische wijzigingen van deze overeenkomst naarmate dit vereist kan zijn.
2. Het comité kan op verzoek van de Faeröer de regio's van de Faeröer aanwijzen die voldoen aan de criteria die zijn opgenomen in artikel 5, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1083/20067 van de Raad en derhalve in aanmerking komen voor deelname aan onderzoeksacties op grond van het werkprogramma "Onderzoekspotentieel" op grond van het specifiek programma "Capaciteiten".
3. Het Comité onderzoek EG-Faeröer, dat wordt samengesteld uit vertegenwoordigers van de Commissie en van de Faeröer, stelt zijn reglement van orde vast.
4. Het Comité onderzoek EG-Faeröer komt ten minste om de twee jaar bijeen. Buitengewone vergaderingen worden op verzoek van een van beide partijen gehouden.
ARTIKEL 5
Slotbepalingen
1. De bijlagen I, II, III en IV maken integrerend deel uit van deze overeenkomst.
2. Deze overeenkomst wordt hierbij gesloten voor de overblijvende duur van het zevende EG-kaderprogramma. Zij treedt in werking op de datum waarop de partijen elkaar in kennis stellen van de voltooiing van de daartoe vereiste procedures. Zij wordt met ingang van 1 januari 2010 voorlopig toegepast.
Deze overeenkomst kan alleen schriftelijk worden gewijzigd met instemming van beide partijen. Voor de vankrachtwording van de wijzigingen geldt dezelfde
procedure als voor de overeenkomst zelf, namelijk langs diplomatieke weg. Elk van beide partijen kan deze overeenkomst te allen tijde beëindigen door daarvan zes maanden tevoren langs diplomatieke weg schriftelijk kennisgeving te doen. Projecten en activiteiten die lopen op het ogenblik waarop deze overeenkomst wordt beëindigd en/of afloopt, worden onder de in deze overeenkomst neergelegde voorwaarden voortgezet totdat zij zijn voltooid. De partijen regelen in onderlinge overeenstemming de eventuele andere gevolgen van de beëindiging.
3. Indien een partij de andere partij meedeelt dat hij de overeenkomst niet zal sluiten, wordt hierbij onderling overeengekomen dat:
– de Gemeenschap de Faeröer hun bijdrage in de algemene begroting van de Europese Unie, als bedoeld in artikel 2, lid 2, zal terugbetalen;
– bedragen die door de Gemeenschap zijn vastgelegd in verband met de deelname van juridische entiteiten van de Faeröer aan acties onder contract, met inbegrip van in artikel 2, lid 5, bedoelde vergoedingen, evenwel door de Gemeenschap worden afgetrokken van de bovengenoemde terugbetaling;
– projecten en activiteiten die in het kader van deze voorlopige toepassing zijn opgezet en die op het ogenblik van de bovengenoemde mededeling gaande zijn, worden onder de in deze overeenkomst neergelegde voorwaarden voortgezet totdat zij zijn voltooid.
4. Indien de Gemeenschap besluit het zevende EG-kaderprogramma te herzien, stelt zij binnen één week na de vaststelling van deze herzieningen door de Gemeenschap de Faeröer in kennis van de juiste inhoud ervan. Als de onderzoeksprogramma's worden herzien of uitgebreid, kunnen de Faeröer de onderhavige overeenkomst opzeggen met een opzegtermijn van zes maanden. Deze kennisgeving van het voornemen om deze overeenkomst op te zeggen of uit te breiden, wordt binnen drie maanden na de vaststelling van het besluit van de Gemeenschap gedaan.
5. Wanneer de Gemeenschap een nieuw meerjarig kaderprogramma voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie vaststelt, kan deze overeenkomst op verzoek van een van de partijen onder onderling overeen te komen voorwaarden worden herzien of hernieuwd.
6. Deze overeenkomst is van toepassing, enerzijds, op ieder grondgebied waar het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap van toepassing is, onder de in dat verdrag neergelegde voorwaarden, en, anderzijds, op het grondgebied van de Faeröer.
7. Deze overeenkomst wordt in tweevoud opgesteld in de Bulgaarse, de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische, de Zweedse en de Faeröerse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek
VOORWAARDEN VOOR DE DEELNAME VAN JURIDISCHE ENTITEITEN UIT DE LIDSTATEN VAN DE EUROPESE UNIE EN UIT DE FAERÖER
I. Voorwaarden voor de deelname van juridische entiteiten uit de Faeröer aan acties onder contract van het zevende EG-kaderprogramma
1. Op de deelname en de financiering van op de Faeröer gevestigde juridische entiteiten aan acties onder contract van het zevende kaderprogramma van de EG zijn de voorwaarden van toepassing die voor "geassocieerde landen" zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013)8. Indien de Gemeenschap voorziet in de tenuitvoerlegging van de artikelen 169 en 171 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, zullen de Faeröer in staat worden gesteld om deel te nemen aan de krachtens deze bepalingen tot stand gebrachte juridische structuren, behoudens de regels tot oprichting van dergelijke juridische structuren.
Op de Faeröer gevestigde juridische entiteiten komen voor deelname aan acties onder contract overeenkomstig de artikelen 169 en 171 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap onder dezelfde voorwaarden in aanmerking als juridische entiteiten die in de lidstaten zijn gevestigd.
Op de Faeröer gevestigde juridische entiteiten komen onder dezelfde voorwaarden als juridische entiteiten die in de lidstaten zijn gevestigd, in aanmerking voor EIB-leningen ter ondersteuning van onderzoeksdoelstellingen die onder het zevende kaderprogramma van de EG (risicodelende financieringsfaciliteit) ressorteren.
2. Juridische entiteiten uit de Faeröer worden evenals juridische entiteiten uit de Europese Gemeenschap in aanmerking genomen voor de selectie van een relevant aantal onafhankelijke deskundigen voor de taken en onder de voorwaarden zoals bedoeld in de artikelen 17 en 27 van Verordening (EG) nr. 1906/2006, en voor deelname aan diverse werkgroepen en raadgevende comités van het zevende EG-kaderprogramma, rekening houdend met de voor de hun toegewezen taken vereiste vaardigheden en kennis.
3. In overeenstemming met Verordening (EG) nr. 1906/2006 en het Financieel Reglement van de Europese Gemeenschap dienen subsidieovereenkomsten en/of
-contracten die door de Europese Gemeenschap worden gesloten met een juridische entiteit uit de Faeröer met het oog op de uitvoering van acties onder contract, te voorzien in controles en audits die door of op gezag van de Commissie of de
8 PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1-18.
II. Voorwaarden voor de deelname van juridische entiteiten uit de lidstaten van de Europese Unie aan Faeröerse onderzoekprogramma's en -projecten
1. Een voorwaarde voor de deelname van in de Gemeenschap gevestigde juridische entiteiten die krachtens het nationale recht van een van de lidstaten van de Europese Unie of het Gemeenschapsrecht zijn opgericht, aan projecten van Faeröerse programma's voor onderzoek en ontwikkeling kan zijn dat hieraan tevens wordt deelgenomen door ten minste één Faeröerse juridische entiteit. Voorstellen voor deze deelname moeten, indien nodig, gezamenlijk met de Faeröerse juridische entiteit(en) worden ingediend.
2. Rekening houdend met de aard van de samenwerking tussen de Faeröer en de Gemeenschap op dit gebied zijn, met inachtneming van het bepaalde in punt 1 en bijlage II, de rechten en verplichtingen van in de Europese Gemeenschap gevestigde juridische entiteiten die aan onderzoekprojecten van Faeröerse programma's voor onderzoek en ontwikkeling deelnemen en de voorwaarden voor de indiening en beoordeling van voorstellen en voor de toekenning en sluiting van subsidieovereenkomsten en/of -contracten in dergelijke projecten, onderworpen aan de Faeröerse wettelijke en bestuursrechtelijke maatregelen die de tenuitvoerlegging van programma's voor onderzoek en ontwikkeling regelen en in voorkomend geval de voorschriften inzake de nationale veiligheid, die ook voor Faeröerse juridische entiteiten gelden, zodat gelijke behandeling gewaarborgd is.
Financiering van in de Gemeenschap gevestigde juridische entiteiten die aan onderzoekprojecten van Faeröerse programma's voor onderzoek en ontwikkeling deelnemen, is onderworpen aan de Faeröerse wettelijke en bestuursrechtelijke maatregelen die de tenuitvoerlegging van programma's voor onderzoek en ontwikkeling regelen en in voorkomend geval de voorschriften inzake de nationale veiligheid, die gelden voor niet-Faeröerse juridische entiteiten die aan onderzoekprojecten van Faeröerse programma's voor onderzoek en ontwikkeling deelnemen. Indien niet in financiering voor niet-Faeröerse juridische entiteiten wordt voorzien, dragen communautaire juridische entiteiten hun eigen kosten, met inbegrip van hun relatieve aandeel in de kosten van algemeen beheer en administratie van het project.
3. Voorstellen voor onderzoek op alle gebieden moeten bij de Faeröerse Raad voor Onderzoek (Granskingarráðið) worden ingediend.
4. De Faeröer houdt de Gemeenschap regelmatig op de hoogte van de lopende Faeröerse programma's en de mogelijkheden voor in de Gemeenschap gevestigde juridische entiteiten om daaraan deel te nemen.
BEGINSELEN INZAKE DE TOEKENNING VAN INTELLECTUELE- EIGENDOMSRECHTEN
I. Toepassing
II. Intellectuele-eigendomsrechten van juridische entiteiten van de partijen
1. Elke partij zorgt ervoor dat de intellectuele-eigendomsrechten van juridische entiteiten van de andere partij die deelnemen aan activiteiten die overeenkomstig deze overeenkomst worden uitgevoerd, en aanverwante rechten en verplichtingen die uit een dergelijke deelname voortvloeien, worden behandeld in overeenstemming met de ter zake geldende internationale overeenkomsten die op partijen van toepassing zijn, met inbegrip van de TRIPS-overeenkomst (overeenkomst inzake de handelsaspecten van de intellectuele eigendom, die door de Wereldhandelsorganisatie wordt beheerd), de Conventie van Bern (Akte van Parijs 1971) en de Conventie van Parijs (Akte van Stockholm 1967).
2. Juridische entiteiten uit de Faeröer die aan acties onder contract van het zevende EG-kaderprogramma deelnemen, hebben met betrekking tot intellectuele eigendom rechten en verplichtingen onder de voorwaarden die zijn vastgelegd in Verordening (EG) nr. 1906/2006 en in de dienovereenkomstig met de Gemeenschap gesloten subsidieovereenkomsten en/of -contracten, waarbij moet worden voldaan aan het bepaalde in punt 1. Daar waar juridische entiteiten van de Faeröer deelnemen aan acties onder contract van het zevende EG-kaderprogramma die op grond van artikel 169 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap ten uitvoer worden gelegd, hebben de Faeröer dezelfde rechten en verplichtingen met betrekking tot intellectuele eigendom als de deelnemende lidstaten, zoals vastgelegd in de desbetreffende verordening van het Europees Parlement en de Raad en in het dienovereenkomstig met de Gemeenschap gesloten contract, waarbij moet worden voldaan aan het bepaalde in punt 1.
III. Intellectuele-eigendomsrechten van de partijen
1. Tenzij door de partijen uitdrukkelijk anders is overeengekomen, zijn de volgende regels van toepassing op kennis die door de partijen is verkregen in het kader van werkzaamheden zoals bedoeld in artikel 1, lid 3, van deze overeenkomst:
a) de partij die dergelijke kennis genereert, is eigenaar van die kennis. Indien het respectieve aandeel in het werk niet kan worden vastgesteld, is die kennis de gezamenlijke eigendom van de partijen;
b) de partij die eigenaar is van die kennis, verleent de andere partij toegangsrechten daartoe voor de uitvoering van werkzaamheden zoals bedoeld in artikel 1, lid 3, van deze overeenkomst. Dergelijke toegangsrechten worden verleend vrij van royalty’s.
2. Tenzij door de partijen uitdrukkelijk anders overeengekomen, zijn de volgende regels van toepassing op wetenschappelijke publicaties van de partijen:
a) indien een partij in tijdschriften, artikelen, rapporten, boeken, video-opnamen of computerprogramma's wetenschappelijke en technische gegevens, informatie en resultaten publiceert die het resultaat zijn van en betrekking hebben op in het kader van deze overeenkomst uitgevoerde werkzaamheden, wordt de andere partij een wereldwijd geldend, niet-exclusief, onherroepelijk recht met vrijstelling van xxxxxxx'x verleend om die werken te vertalen, te reproduceren, te bewerken, te verspreiden en openbaar te maken;
b) op alle voor publicatie bestemde exemplaren van gegevens en informatie die door het auteursrecht worden beschermd en die in het kader van dit punt tot stand zijn gekomen, dient de naam van de auteur(s) van het werk te worden vermeld, tenzij de auteur uitdrukkelijk daarvan af wenst te zien. Tevens moet op een duidelijk zichtbare plaats worden verwezen naar de medewerking en de steun van de partijen.
3. Behalve indien door de partijen uitdrukkelijk anders overeengekomen, zijn de volgende regels van toepassing op geheim gehouden informatie van de partijen:
a) wanneer aan de andere partij informatie betreffende in het kader van deze overeenkomst uitgevoerde werkzaamheden wordt meegedeeld, stelt elke partij vast welke informatie zij niet openbaar wenst te maken;
b) de ontvangende partij kan onder eigen verantwoordelijkheid speciaal ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze overeenkomst niet openbaar te maken informatie meedelen aan instanties of personen die onder haar gezag vallen;
c) met voorafgaande schriftelijke toestemming van de partij die geheime informatie verstrekt, kan de ontvangende partij deze geheime informatie op grotere schaal verspreiden dan anders was toegestaan krachtens punt b). De partijen werken samen procedures uit voor het aanvragen en verkrijgen van voorafgaande schriftelijke toestemming voor die verspreiding op ruimere schaal; elke partij verleent deze goedkeuring voor zover dit in het kader van haar binnenlands beleid en haar nationale voorschriften en wetten mogelijk is;
d) niet-documentaire geheim gehouden of andere vertrouwelijke informatie die wordt verstrekt tijdens seminars en andere bijeenkomsten tussen vertegenwoordigers van de partijen welke in het kader van deze overeenkomst zijn georganiseerd, of informatie die voortkomt uit de detachering van personeel, het gebruik van voorzieningen of acties onder contract, blijft vertrouwelijk wanneer de ontvanger van deze geheim gehouden of andere vertrouwelijke of
bevoorrechte informatie overeenkomstig punt a) op het moment van de mededeling op de hoogte is gebracht van het vertrouwelijke karakter van de meegedeelde informatie.
e) elke partij tracht ervoor te zorgen dat geheim gehouden informatie die zij krachtens de punten a) en c) ontvangt, wordt beheerd zoals in die punten is bepaald. Indien één van de partijen zich realiseert dat zij niet in staat is, of naar verwachting redelijkerwijs mogelijk niet in staat zal zijn de in de punten a) en c) vervatte bepalingen inzake niet-verspreiding na te leven, stelt zij de andere partij daar onmiddellijk van in kennis. De partijen overleggen vervolgens om een passende gedragslijn te bepalen.
REGELS VOOR DE FINANCIËLE BIJDRAGE VAN DE FAERÖER IN HET ZEVENDE EG-KADERPROGRAMMA
I. Berekening van de financiële bijdrage van de Faeröer
1. Overeenkomstig Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen en Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002 van de Commissie van 23 december 2002 tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen wordt de financiële bijdrage van de Faeröer in het zevende EG-kaderprogramma elk jaar vastgesteld in evenredigheid met en als aanvulling op het bedrag dat jaarlijks op de algemene begroting van de Europese Unie beschikbaar is voor vastleggingskredieten die benodigd zijn voor de tenuitvoerlegging, het beheer en het functioneren van het zevende EG-kaderprogramma.
2. De evenredigheidsfactor voor het bepalen van de Faeröerse bijdrage wordt bepaald door de verhouding tussen het bruto binnenlands product van de Faeröer tegen marktprijzen en de som van de bruto binnenlandse producten van de lidstaten van de Europese Unie en de Faeröer samen tegen marktprijzen. Deze verhoudingen worden voor de lidstaten berekend op basis van de voor datzelfde jaar meest recente statistische gegevens van Eurostat die op het tijdstip waarop het voorontwerp van algemene begroting van de Europese Unie wordt bekendgemaakt beschikbaar zijn, en voor de Faeröer op basis van de meest recente statistische gegevens van de Nationale Statistische Autoriteit van de Faeröer (Hagstova Føroya) voor datzelfde jaar die op het tijdstip waarop het voorontwerp van algemene begroting van de Europese Unie wordt bekendgemaakt beschikbaar zijn.
3. Zo spoedig mogelijk en uiterlijk op 1 september van het jaar vóór elk begrotingsjaar deelt de Commissie de Faeröer, samen met de nodige achtergrondinformatie, het volgende mee:
– de bedragen van de vastleggingskredieten op de staat van uitgaven van het voorontwerp van begroting van de Europese Unie die betrekking hebben op het zevende EG-kaderprogramma;
– het op basis van het voorontwerp van begroting geraamde bedrag van de bijdrage van de Faeröer in verband met zijn deelname aan het zevende EG- kaderprogramma overeenkomstig de punten 1, 2 en 3.
Zodra de algemene begroting definitief is vastgesteld, deelt de Commissie de Faeröer de in de eerste alinea bedoelde met de deelname van de Faeröer corresponderende definitieve bedragen op de staat van uitgaven mee.
II. Betaling van de financiële bijdrage van de Faeröer
1. Uiterlijk in januari en juni van elk begrotingsjaar doet de Commissie aan de Faeröer een verzoek tot storting in verband met de bijdrage van de Faeröer in het kader van deze overeenkomst. Dit verzoek tot storting betreft de betaling van respectievelijk:
zes twaalfden van de bijdrage van de Faeröer uiterlijk 30 dagen na ontvangst van het verzoek tot storting. De uiterlijk 30 dagen na ontvangst van het in januari gedane verzoek te betalen zes twaalfden worden evenwel berekend op basis van het bedrag dat in de staat van ontvangsten van het voorontwerp van algemene begroting is opgenomen. Het aldus betaalde bedrag wordt geregulariseerd bij de betaling van de zes twaalfden, uiterlijk 30 dagen na ontvangst van het uiterlijk in juni gedane verzoek tot storting.
Voor het eerste jaar van de uitvoering van deze overeenkomst doet de Commissie binnen 30 dagen na de voorlopige toepassing ervan een eerste verzoek tot storting. Indien dit verzoek na 15 juni wordt gedaan, dan betreft het de betaling, binnen 30 dagen, van twaalf twaalfden van de bijdrage van de Faeröer, berekend op basis van het bedrag dat in de staat van ontvangsten van de begroting is opgenomen.
2. De bijdrage van de Faeröer wordt uitgedrukt en betaald in euro. Betalingen van de Faeröer worden als in de begroting opgenomen ontvangsten geboekt voor de Gemeenschapsprogramma's onder de passende begrotingslijn van de staat van ontvangsten van de algemene begroting van de Europese Unie. Het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Unie is van toepassing op het beheer van de kredieten.
3. De Faeröer betalen hun bijdrage in het kader van deze overeenkomst volgens het in punt 1 vermelde tijdschema. Voor elke te late betaling van de bijdrage wordt door de Faeröer moratoire rente op het resterende bedrag vanaf de vervaldatum betaald. De rentevoet voor op de vervaldag niet voldane schuldvorderingen is het door de Europese Centrale Bank op haar basisherfinancieringsoperaties toegepaste percentage dat geldt op de eerste kalenderdag van de maand van de vervaldag en wordt gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie, reeks C, vermeerderd met anderhalf procentpunt.
Ingeval de betaling van de bijdrage zo lang uitblijft dat de uitvoering en het beheer van het programma ernstig in gevaar komen, wordt de deelname van de Faeröer aan het programma voor het betreffende begrotingsjaar door de Commissie geschorst als na 20 werkdagen na verzending van een formele aanmaningsbrief aan de Faeröer de bijdrage nog steeds niet is betaald, onverminderd de verplichtingen van de Gemeenschap uit hoofde van reeds gesloten subsidieovereenkomsten en/of -contracten die betrekking hebben op de tenuitvoerlegging van geselecteerde acties onder contract.
4. Uiterlijk op 31 mei van het jaar na een begrotingsjaar wordt de staat van de kredieten voor het zevende EG-kaderprogramma in verband met dat begrotingsjaar opgesteld en ter informatie aan de Faeröer toegezonden in de voor de jaarrekening van de Commissie gebruikelijke opmaak.
5. Bij de afsluiting van de rekeningen over elk begrotingsjaar gaat de Commissie in het kader van de opstelling van de jaarrekening over tot regularisering van de rekeningen in verband met de deelname van de Faeröer. Bij deze regularisering wordt rekening
gehouden met wijzigingen die zich in de loop van het begrotingsjaar hebben voorgedaan door overschrijvingen, annuleringen, overboekingen, vrijgekomen kredieten of aanvullende en gewijzigde begrotingen. Deze regularisering vindt plaats ten tijde van de tweede betaling voor het volgende begrotingsjaar en voor het laatste begrotingsjaar in juli 2014. Verdere regulariseringen vinden ieder jaar plaats tot en met juli 2016.
FINANCIËLE CONTROLE VAN DE FAERÖERSE DEELNEMERS AAN DE PROGRAMMA'S VAN DE GEMEENSCHAPPEN IN HET KADER VAN DE OVEREENKOMST
I. Directe communicatie
De Commissie neemt rechtstreeks contact op met de op de Faeröer gevestigde deelnemers aan het zevende EG-kaderprogramma en met hun subcontractanten. Deze kunnen alle dienstige informatie en documentatie die zij moeten verstrekken op grond van de in deze overeenkomst genoemde instrumenten en de ter uitvoering daarvan gesloten subsidieovereenkomsten en/of
-contracten, rechtstreeks aan de Commissie toezenden.
II Audits
1. Overeenkomstig Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/20029 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen en Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/200210 tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen, en de andere regels waarnaar deze overeenkomst verwijst, kan in de met op de Faeröer gevestigde deelnemers aan het programma gesloten subsidieovereenkomsten en/of
-contracten worden bepaald dat functionarissen van de Commissie of andere door haar gemachtigde personen, daaronder begrepen XXXX, bij hen en hun subcontractanten te allen tijde wetenschappelijke, financiële, technologische of andere audits kunnen uitvoeren.
2. Aan de functionarissen van de Commissie, de Europese Rekenkamer en andere door de Commissie gemachtigde personen daaronder begrepen OLAF wordt passende toegang geboden tot plaatsen, werken en documenten en tot alle nodige informatie, daaronder begrepen informatie in elektronische vorm, om deze audits uit te voeren, mits dit toegangsrecht uitdrukkelijk wordt vermeld in de subsidieovereenkomsten en/of -contracten die met deelnemers uit de Faeröer worden gesloten om de in deze overeenkomst vermelde instrumenten ten uitvoer te leggen.
3. De audits kunnen ook worden uitgevoerd na afloop van het zevende EG- kaderprogramma of deze overeenkomst, overeenkomstig de in de betrokken subsidieovereenkomsten en/of -contracten vastgestelde voorwaarden.
4. De door de Faeröerse regering aangewezen bevoegde Faeröerse autoriteit wordt van tevoren in kennis gesteld van de audits die op het de Faeröerse grondgebied worden uitgevoerd. Deze kennisgeving is geen juridische voorwaarde voor de uitvoering van de audits.
9 PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1-48.
10 PB L 357 van 31.12.2002, blz. 1-71.
III. Controles ter plaatse
1. In het kader van deze overeenkomst is de Commissie, daaronder begrepen OLAF, gemachtigd om overeenkomstig de regels en voorwaarden van Verordening (EG, Euratom) nr. 2185/96 van de Raad11 in de gebouwen van de deelnemers en hun subcontractanten uit de Faeröer controles en verificaties ter plaatse uit te voeren.
2. De controles en verificaties ter plaatse worden door de Commissie voorbereid en uitgevoerd in nauwe samenwerking met het Nationale Auditbureau (Landsgrannskoðanin). Deze wordt een redelijke tijd van tevoren in kennis gesteld van het voorwerp, het doel en de juridische grondslag van de controles en verificaties, zodat zij bijstand kan verlenen. Te dien einde kunnen functionarissen van de bevoegde de Faeröerse autoriteiten aan de controles en verificaties ter plaatse deelnemen.
3. Wanneer de betrokken Faeröerse instanties dat verlangen, worden de controles en verificaties ter plaatse gezamenlijk door de Commissie en henzelf uitgevoerd.
4. Wanneer de deelnemers aan het zevende EG-kaderprogramma zich verzetten tegen een controle of verificatie ter plaatse, verlenen de Faeröerse autoriteiten overeenkomstig de nationale voorschriften de controleurs van de Commissie de nodige bijstand om hen in staat te stellen hun taken met betrekking tot de controle of verificatie ter plaatse uit te voeren.
IV. Informatie en overleg
1. Met het oog op een goede uitvoering van deze bijlage wisselen de bevoegde Faeröerse en communautaire instanties regelmatig informatie uit, tenzij dat door de nationale voorschriften verboden of niet toegestaan is, en plegen zij op verzoek van een van hen overleg.
V. Vertrouwelijkheid
Ingevolge deze bijlage meegedeelde of verkregen informatie, in eender welke vorm, valt onder het beroepsgeheim en wordt beschermd op dezelfde wijze als soortgelijke informatie wordt beschermd krachtens het Faeröerse recht en de overeenkomstige bepalingen die gelden voor de instellingen van de Gemeenschap. Deze informatie mag niet worden meegedeeld aan andere personen dan die welke binnen de instellingen van de Gemeenschap of in de lidstaten
11 PB L 292 van 15.11.1996, blz. 2.
VI. Administratieve maatregelen en sancties
Onverminderd de toepassing van het Faeröerse strafrecht kan de Commissie administratieve maatregelen en sancties opleggen in overeenstemming met de Verordeningen (EG, Euratom) nr. 1605/2002 en (EG, Euratom) nr. 2342/2002 en Verordening (EG, Euratom) nr. 2988/95 van de Raad van 18 december 199512 betreffende de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen).
VII. Invordering en tenuitvoerlegging
Besluiten die de Commissie ingevolge het zevende EG-kaderprogramma neemt binnen het toepassingsgebied van deze overeenkomst, welke voor natuurlijke of rechtspersonen, met uitzondering van de staten, een geldelijke verplichting inhouden, vormen op de Faeröer executoriale titel via een burgerlijke rechtsvordering bij een Faeröerse rechtbank. De relevante uitvoeringsbepalingen worden opgenomen in de subsidieovereenkomsten met deelnemers uit de Faeröer. De formule van tenuitvoerlegging wordt, zonder andere controle dan de verificatie van de authenticiteit van de titel, aan de Faeröerse rechtbank voorgelegd door de autoriteiten die de regering van de Faeröer daartoe heeft aangewezen. Van de aanwijzing geeft zij kennis aan de Commissie. De tenuitvoerlegging vindt plaats volgens de Faeröerse regels. De rechtsgeldigheid van het besluit dat executoriale titel vormt, is onderworpen aan de controle van het Hof van Justitie. Arresten van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen die worden gewezen ingevolge een arbitrageclausule in een subsidieovereenkomst en/of contract op grond van het zevende EG-kaderprogramma, vormen onder dezelfde voorwaarden executoriale titel.
12 PB L 312 van 23.12.1995, blz. 1-4.
FINANCIEEL MEMORANDUM BIJ HET BESLUIT
1. BENAMING VAN HET VOORSTEL
Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting van een Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de regering van de Faeröer betreffende wetenschappelijke en technologische samenwerking, waarbij de Faeröer geassocieerd worden met het zevende kaderprogramma voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) van de Europese Gemeenschap.
2. ABM/ABB-KADER
Beleidsstrategie en -coördinatie van met name de directoraten-generaal RTD, JRC, ENTR, INFSO en TREN
3. BEGROTINGSONDERDELEN
3.1 Begrotingsonderdelen (beleidsuitgaven en bijbehorende uitgaven voor technische en administratieve bijstand (vroegere BA-onderdelen) inclusief omschrijving:
- Faeröerse deelname:
Hoofdstuk 6013 (ontvangsten), artikelen 10.0202, 02.0403, 06.0604, 08.2204,
09.0402 (titel 1a))
De bijdrage van de Faeröer in de begroting van het zevende kaderprogramma van de EG is evenredig met het bbp ervan in vergelijking met dat van de Europese Unie van
27. Deze bijdrage zal evenredig aan het budget van de respectieve programma's aan de verschillende specifieke programma's van het zevende kaderprogramma worden toegewezen.
- De deelname van de Faeröerse entiteiten aan acties onder contract, alsmede de kosten in verband met de uitvoering van de overeenkomst (workshops, seminars, vergaderingen, enz.) komen ten laste van de specifieke begrotingsonderdelen van de specifieke programma's van het zevende kaderprogramma van de EG (08.010503).
3.2. Duur van de actie en van de financiële gevolgen:
Deze overeenkomst treedt voor de overblijvende duur van het zevende kaderprogramma van de EG in werking vanaf de datum van ondertekening. Beide partijen kunnen op elk ogenblik de overeenkomst opzeggen met inachtneming van een opzegtermijn van zes maanden.
3.3. Begrotingskenmerken (voeg zo nodig rijen toe):
Begrotings- onderdeel | Soort uitgave | Nieuw | Bijdrage van XXX | Xxxxxxxxx kandidaat- lidstaten | Rubriek financiële vooruitzichten | |
00 00.00.00 | Niet- verplicht | NGK13 | NEE | JA | JA | 1a) |
4. OVERZICHT VAN DE MIDDELEN
4.1 Financiële middelen
4.1.1. Overzicht van de vastleggingskredieten (VK) en betalingskredieten (BK)
in miljoenen euro’s (tot op 3 decimalen)
Soort uitgave | Punt nr. | Jaar 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | n+4 | n+5 e.v. | Totaal |
Beleidsuitgaven14
Vastleggingskredieten (VK) | 8.1 | a | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
Betalingskredieten (BK) | b | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Administratieve uitgaven binnen het referentiebedrag15
Technische & administratieve bijstand (NGK) | 8.2.4 | c | 0,117 | 0,117 | 0,117 | 0,117 | 0,468 |
TOTAAL REFERENTIEBEDRAG
Vastleggingskredieten | a+c | 0,117 | 0,117 | 0,117 | 0,117 | 0,468 | |||
Betalingskredieten | b+c | 0,117 | 0,117 | 0,117 | 0,117 | 0,468 |
13 Niet-gesplitste kredieten.
14 Uitgaven die niet onder hoofdstuk xx 01 van de betrokken titel xx vallen.
15 Uitgaven in het kader van artikel xx 01 04 van titel xx.
Administratieve uitgaven die niet in het referentiebedrag zijn begrepen16
Personeelsuitgaven en aanverwante uitgaven (NGK) | 8.2.5 | d | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
Andere niet in het referentiebedrag begrepen administratieve uitgaven (NGK) | 8.2.6 | e | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totale indicatieve kosten van de maatregel
TOTAAL VK inclusief personeelsuitgaven | a+c +d+ e | 0,117 | 0,117 | 0,117 | 0,117 | 0,468 | |||
TOTAAL BK inclusief personeelsuitgaven | b+c +d+ e | 0,117 | 0,117 | 0,117 | 0,117 | 0,468 |
Medefinanciering
Geen medefinanciering vereist.
4.1.2 Verenigbaarheid met de financiële programmering
X Het voorstel is verenigbaar met de bestaande financiële programmering.
🞎 Het voorstel vergt herprogrammering van de betrokken rubriek van de financiële vooruitzichten.
🞎 Het voorstel vergt wellicht toepassing van de bepalingen van het Interinstitutioneel Akkoord17 (flexibiliteitsinstrument of herziening van de financiële vooruitzichten).
4.1.3 Financiële gevolgen voor de ontvangsten
🞎 Het voorstel heeft geen financiële gevolgen voor de ontvangsten
x Financiële gevolgen – Het effect op de ontvangsten is als volgt:
16 Uitgaven in het kader van hoofdstuk xx 01, met uitzondering van de artikelen xx 01 04 en xx 01 05.
17 Zie de punten 19 en 24 van het Interinstitutioneel Akkoord.
in miljoen euro (tot op een decimaal)
Vóór de actie [Jaar n-1] | ||
Begrotingsonderdeel | Ontvangsten* | |
6013 | a) Ontvangsten in absolute bedragen | 0 |
b) Verschil in ontvangsten Δ |
0000 | 0000 | 0000 | 0000 | - | Totaal |
0,927 | 1,065 | 1,193 | 1,324 | - | 4,509 |
- |
Opmerking: Alle gegevens en opmerkingen over de wijze van berekening van de gevolgen voor de ontvangsten moeten in een aparte bijlage worden vermeld.
*geraamde ontvangsten
4.2 Personele middelen in voltijdequivalenten (VTE; ambtenaren, tijdelijk en extern personeel) – zie punt 8.2.1.
Er wordt gebruikgemaakt van bestaande personele middelen. De Commissie vraagt geen extra personeel voor het uitvoeren van de overeenkomst.
5. KENMERKEN EN DOELSTELLINGEN
Gegevens over de context van het voorstel moeten in de toelichting worden verstrekt. Geef in dit deel van het financieel memorandum de volgende aanvullende informatie:
5.1. Behoefte waarin op korte of lange termijn moet worden voorzien
Dit besluit stelt beide partijen in staat hun samenwerking op gebieden van gemeenschappelijk wetenschappelijk en technologisch belang op te waarderen en te intensiveren.
5.2 Meerwaarde van het communautaire optreden, samenhang van het voorstel met andere financiële instrumenten en mogelijke synergie
De overeenkomst is gebaseerd op de beginselen van wederzijds voordeel, wederkerige mogelijkheden van toegang tot elkaars programma's en activiteiten die relevant zijn voor het doel van de overeenkomst, niet-discriminatie, doeltreffende bescherming van het intellectuele eigendom en billijke verdeling van de rechten van intellectueel eigendom. Het voorstel sluit ook aan bij de door de Gemeenschap gedragen administratieve uitgaven en voorziet in dienstreizen door EU-deskundigen en –ambtenaren en de organisatie van workshops, seminars en bijeenkomsten in de Europese Gemeenschap en op de Faeröer.
5.3 Doelstellingen, verwachte resultaten en bijbehorende indicatoren van het voorstel in de context van het ABM
De belangrijkste doelstelling van de maatregel is het bevorderen van de samenwerking de Europese Gemeenschap en de Faeröer op gebieden die onder het OTO-kaderprogramma vallen.
De overeenkomst is bedoeld om de Gemeenschap en de Faeröer in staat te stellen op basis van het beginsel van wederzijds voordeel te profiteren van de in de onderzoekprogramma's van beide partijen gerealiseerde wetenschappelijke en technische vooruitgang. Dit wordt bereikt door de deelname van de Faeröerse wetenschappelijke gemeenschap en het Faeröerse bedrijfsleven aan communautaire onderzoekprojecten en door de deelname, op onafhankelijke basis en zonder financiële bijdrage, van in de Gemeenschap gevestigde instellingen aan Faeröerse onderzoekprojecten.
Begunstigden in de EG en op de Faeröer zijn de wetenschappelijke gemeenschappen, de industrie en het grote publiek, dankzij de directe en indirecte effecten van samenwerking.
5.4. Wijze van uitvoering (indicatief)
Voor de uitvoering van de actie gekozen methode(n)18. X Gecentraliseerd beheer
X rechtstreeks door de Commissie
🞎 gedelegeerd aan:
🞎 uitvoerende agentschappen
🞎 door de Gemeenschappen opgerichte organen als bedoeld in artikel 185 van het Financieel Reglement
🞎 nationale publiekrechtelijke organen of organen met een openbaredienstverleningstaak.
🞎 Gedeeld of gedecentraliseerd beheer
🞎 met lidstaten
🞎 met derde landen
🞎 Gezamenlijk beheer met internationale organisaties (geef aan welke) Opmerkingen:
6. TOEZICHT EN EVALUATIE
De samenwerkingsovereenkomst wordt door de betrokken diensten van de Commissie regelmatig geëvalueerd.
Deze evaluatie omvat het volgende:
a. Inwinning van beschikbare informatie: op basis van gegevens uit de specifieke programma's van het kaderprogramma.
18 Verstrek, indien meer dan een methode wordt aangekruist, extra informatie onder Opmerkingen.
b. Algemene beoordeling van de maatregel: de diensten van de Commissie verrichten een evaluatie van alle samenwerkingsactiviteiten in het kader van deze overeenkomst.
7. FRAUDEBESTRIJDINGSMAATREGELEN
Wanneer voor de uitvoering van het kaderprogramma externe contractanten moeten worden ingeschakeld of financiële bijdragen aan derden worden verstrekt, voert de Commissie voor zover nodig financiële audits uit, met name wanneer zij redenen heeft om te twijfelen aan de waarachtigheid van de uitgevoerde of in de activiteitenrapporten beschreven werkzaamheden.
De financiële audits van de Gemeenschap worden uitgevoerd door eigen personeel of door volgens het recht van de geaudite partij erkende boekhoudkundige deskundigen. De Gemeenschap kiest deze laatsten vrij en vermijdt daarbij risico's van belangenconflicten die haar door de geaudite partij kunnen worden meegedeeld.
Bovendien zorgt de Commissie er bij het uitvoeren van de onderzoeksactiviteiten voor dat de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen worden beschermd door effectieve controles en, voor zover onregelmatigheden worden ontdekt, door afschrikkende en evenredige maatregelen en sancties.
Om deze doelstelling te verwezenlijken, worden regels in verband met controles, maatregelen en sancties, onder verwijzing naar de Verordeningen nrs. 2988/95, 2185/96, 1073/99 en 1074/99, in alle bij de uitvoering van het kaderprogramma gebruikte contracten opgenomen.
Met name moet in de contracten aan de volgende punten aandacht worden besteed:
- de opname van specifieke contractclausules om de financiële belangen van de EG te beschermen door het uitvoeren van verificaties en controles in verband met de uitgevoerde werkzaamheden;
- de uitvoering van administratieve controles op het gebied van fraudebestrijding, in overeenstemming met Verordeningen nrs. 2185/96, 1073/99 en 1074/99;
- de toepassing van administratieve sancties voor alle opzettelijke of door nalatigheid veroorzaakte onregelmatigheden bij de uitvoering van de contracten, in overeenstemming met Kaderverordening nr. 2988/95, inclusief een mechanisme voor plaatsing op een zwarte lijst;
- het feit dat mogelijke invorderingsopdrachten in geval van onregelmatigheden en fraude executoriale titel vormen overeenkomstig artikel 256 van het EG-Verdrag.
Bovendien wordt bij wijze van routinemaatregel door het verantwoordelijke personeel van DG Onderzoek een intern audit- en controleprogramma met betrekking tot wetenschappelijke en budgettaire aspecten, door de eenheid Interne audit van DG Onderzoek een interne audit en door deze eenheid en de Rekenkamer van de Europese Unie worden lokale inspecties ondernomen.
8. MIDDELEN
8.1 Financiële kosten van de doelstellingen van het voorstel: N.V.T.
Vastleggingskredieten, in miljoenen euro’s (tot op 3 decimalen)
(Vermeld de doelstellingen, acties en outputs) | Soort output | Gem. kosten | Jaar n | Jaar n+1 | Jaar n+2 | Jaar n+3 | Jaar n+4 | Jaar n+5 e.v. | TOTAAL | |||||||
Aantal | Totale kosten | Aantal | Totale kosten | Aantal | Totale kosten | Aantal | Totale kosten | Aantal | Totale kosten | Aantal | Totale kosten | Aantal | Totale kosten | |||
OPERATIONELE DOELSTELLING NR. 119 | ||||||||||||||||
Actie 1…. | ||||||||||||||||
Output 1 | ||||||||||||||||
Output 2 | ||||||||||||||||
Actie 2…. | ||||||||||||||||
Output 1 | ||||||||||||||||
Subtotaal doelstelling 1 | ||||||||||||||||
OPERATIONELE DOELSTELLING NR. 2 | ||||||||||||||||
Actie 1…. |
19 Zoals beschreven in punt 5.3.
Output 1 | ||||||||||||||||
Subtotaal doelstelling 2 | ||||||||||||||||
OPERATIONELE DOELSTELLING NR. n | ||||||||||||||||
Subtotaal doelstelling n | ||||||||||||||||
TOTALE KOSTEN |
8.2 Administratieve uitgaven
8.2.1 Aantal en soort personeelsleden
Er wordt gebruikgemaakt van bestaande personele middelen.
Soort post | Huidig of extra personeel dat zal worden ingezet voor het beheer van de actie (aantal posten/VTE) | ||||||
2010 | Jaar n+1 | Jaar n+2 | Jaar n+3 | Jaar n+4 | Jaar n+5 | ||
Ambtenaren of tijdelijk personeel20 (XX 01 01) | A*/ AD | ||||||
B*, C*/ AST | |||||||
Uit art. XX 01 02 gefinancierd personeel21 | |||||||
Uit art. XX 01 04/05 gefinancierd ander personeel22 | |||||||
TOTAAL |
8.2.2 Omschrijving van de taken die uit de actie voortvloeien
Het beheer van de overeenkomst vereist dienstreizen en het bijwonen van bijeenkomsten door EU- en Faeröerse deskundigen in Brussel en op de Faeröer.
8.2.3 Herkomst van het (statutaire) personeel
(Wanneer meer dan een bron wordt vermeld, geef dan het aantal posten per bron)
X Posten die momenteel zijn toegewezen aan het beheer van het te vervangen of te verlengen programma
🞎 Posten die al zijn toegewezen in het kader van de JBS/VOB-procedure voor jaar n
20 Waarvan de kosten NIET door het referentiebedrag worden gedekt.
21 Waarvan de kosten NIET door het referentiebedrag worden gedekt.
22 Waarvan de kosten door het referentiebedrag worden gedekt.
🞎 Posten waarom in het kader van de volgende JBS/VOB-procedure zal worden gevraagd
🞎 Bestaande posten binnen de beherende dienst die worden heringedeeld (interne herindeling)
🞎 Posten die voor jaar n nodig zijn maar die in het kader van de JBS/VOB- procedure voor dat jaar nog niet zijn toegewezen
8.2.4 Andere administratieve uitgaven binnen het referentiebedrag
(08 01 04/05 – Uitgaven voor administratief beheer)
in miljoenen euro’s (tot op 3 decimalen)
Begrotingsonderdeel (nummer en omschrijving) | 0000 | 0000 | 0000 | 0000 | Jaar n+4 | Jaar n+5 e.v. | TOTAAL |
1. Technische en administratieve bijstand (inclusief bijbehorende personeelsuitgaven) | |||||||
Uitvoerende agentschappen23 | |||||||
Andere technische en administratieve bijstand | 0,117 | 0,117 | 0,117 | 0,117 | 0,468 | ||
intern | |||||||
extern | |||||||
Totaal Technische en administratieve bijstand | 0,117 | 0,117 | 0,117 | 0,117 | 0,468 |
8.2.5 Personeelsuitgaven en aanverwante uitgaven die niet in het referentiebedrag zijn begrepen
in miljoenen euro’s (tot op 3 decimalen)
Soort personeel | 2010 | Jaar n+1 | Jaar n+2 | Jaar n+3 | Jaar n+4 | Jaar n+5 e.v. |
Ambtenaren en tijdelijk personeel (08 01 01) | ||||||
Uit art. XX 01 02 gefinancierd personeel (hulpfunctionarissen, gedetacheerde nationale deskundigen, |
23 Verwijs naar het specifieke financieel memorandum voor de betrokken uitvoerende agentschappen.
personeel op contractbasis, enz.) (vermeld begrotingsonderdeel) | ||||||
Totaal Personeelsuitgaven en aanverwante uitgaven die NIET in het referentiebedrag zijn begrepen |
Berekening – Ambtenaren en tijdelijke functionarissen (122,00 euro per jaar voor ambtenaren)
Verwijs zo nodig naar punt 8.2.1
Berekening – Uit artikel XX 01 02 gefinancierd personeel
Verwijs zo nodig naar punt 8.2.1
8.2.6 Andere administratieve uitgaven die niet in het referentiebedrag zijn begrepen
in miljoenen euro’s (tot op 3 decimalen)
2010 | Jaar n+1 | Jaar n+2 | Jaar n+3 | Jaar n+4 | Jaar n+5 e.v. | TOTAAL | |
XX 01 02 11 01 – Dienstreizen | |||||||
XX 01 02 11 02 – Conferenties en vergaderingen | |||||||
XX 01 02 11 03 – Comités24 | |||||||
XX 01 02 11 04 – Studies en adviezen | |||||||
XX 01 02 11 05 – Informatiesystemen | |||||||
2. Totaal Andere beheersuitgaven (XX 01 02 11) | |||||||
3. Andere uitgaven van administratieve aard (vermeld welke en verwijs naar het begrotingsonderdeel) | |||||||
Totale Andere administratieve uitgaven die NIET in het referentiebedrag zijn begrepen |
Berekening - Andere administratieve uitgaven die niet in het referentiebedrag zijn begrepen
24 Vermeld het soort comité en de groep waartoe het behoort.
Bijlage
Methode voor het berekenen van het effect op de ontvangsten
De bijdrage van de Faeröer in de begroting van het zevende kaderprogramma van de EG zal evenredig zijn met het bbp ervan in vergelijking met het bbp van de Europese Unie.
Geraamde bijdrage in het zevende kaderprogramma van de EU, voor de lidstaten op basis van de meest recente statistische gegevens van Eurostat (EUROSTAT, Statistics in Focus – Theme 2) en voor de Faeröer op basis van de meest recente statistische gegevens van de Nationale Statistische Autoriteit van de Faeröer (Hagstova Føroya) (bbp van 2008):
bbp 2008 (in miljoenen euro’s)
Bbp EUR 00 | 00.000.000,900 |
Bbp Faeröer | 1.673,020 |
Verhouding | 0,013% |
Geraamde bijdrage (in miljoenen euro’s)
Jaar | Begrotingsmiddelen | Totale geraamde bijdrage |
2010 | 6.932,723 | 0,927 |
Totaal | 6.932,723 | 0,927 |