WEDSTRIJDREGLEMENT
WEDSTRIJDREGLEMENT
(gewijzigd oktober 2021)
TWIF SPELREGELS
DEFINITIES EN SPECIFICATIES
1 Touwtreksport
2 Categorieën
3 Gewichtsklassen
4 Wegen en stempelen
5 Leeftijdsgrenzen
- Juniorcategorie
- Onder de 23 categorie
- Seniorcategorie
6 Teams en vervangers
- Aantal touwtrekkers per team
- Leden nationaal team
- Voorwaarden om een vervanger te gebruiken
- Vervangingsprocedure
- Minimum aantal trekkers
7 Coach/trainer (verzorger)
8 Sportuitrusting
- Sportkleding
- Sportkleding trekkers
- Kleding coach en trainer (verzorger)
- Hoofdbedekking
- Beschermende kleding
- Hars
- Kleding tijdens de weging
- Schoenen
- Outdoor schoenen
- Indoor schoenen
9 Touwspecificaties
- Touwafmetingen
- Touwmarkeringen
-Touwmarkeringen outdoor
-Touwmarkeringen indoor
10 Wedstrijdterrein en markeringen
- Wedstrijdterrein en markeringen outdoor
- Wedstrijdterrein en markeringen indoor
REGELS BETREFFENDE TOUWTREKTECHNIEKEN
11 Greep
12 Trekpositie
13 Ankermanspositie
OVERTREDINGEN VAN DE WEDSTRIJDREGELS
14 Algemene overtredingen
- Algemene overtredingen
- Overtredingen tijdens outdoor wedstrijden
- Overtredingen tijdens indoor wedstrijden
15 Diskwalificatie
16 Niet voldoen aan de regels
COMPETITIEWEDSTRIJDEN EN SCORES
17 Wedstrijden, trekbeurten en rustperiodes.
18 Toss
19 Winnen van een trekbeurt
20 Score
- Puntencompetitie
- Pull-off’s, halve finales en finales
21 No Pull
WEDSTRIJDLEIDING
22 Officials en wedstrijdleiders
23 Bevoegdheden van referee, controller en hoofd wedstrijdleider
24 Bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de wedstrijdleider
25 Verantwoordelijkheden van de assistent wedstrijdleider
26 Weegmeester
SIGNALEN EN COMMANDO’s
27 Startprocedure
28 Einde van een trekbeurt
29 Lijst van commando’s voor touwtrekwedstrijden
30 Lijst van gebruikelijke overtredingen tijdens touwtrekwedstrijden
COMPETITIE STRUCTUUR
31 Algemeen
32 Minimum aantal teams
33 Competitie met 1 poule
34 Competitie met meer dan 1 poule.
35 Bepaling van eindrangschikking in kwalificatie ronde
36 Toezicht pull-off en loting.
37 Kwalificatie ronde
38 Pull-offs en loting
NTB SPELREGELS
1 Algemeen
1.1 Kleding
1.2 Leeftijd
1.3 Hulpmiddelen
2 Jeugd
2.1 | Klassenindeling |
2.2 | Samenstelling |
2.3 | Wisselspeler |
2.4 | No Pull |
2.5 | Rustpauze |
2.6 | Nederlands Kampioenschap |
2.7 | Internationale toernooien |
3 Wedstrijdorganisatie
3.1 Algemeen
- Toepassing spelregels
- Sportkeuring
- Licentie
- Deelnemers
- Coaches, verzorgers en overige NTB-leden
3.2 Wedstrijden
- Internationale wedstrijden
- Wedstrijdkalender
- Competitietoernooien
- Bekertoernooien
- Indoortoernooien
- Andere wedstrijden
- Score
3.3 Terrein en accommodatie
- Wedstrijdterrein
- Accommodatie
- Ruimte voor wedstrijdmateriaal
3.4 Wedstrijdmateriaal
4 Recreatief touwtrekken
5 Gewestelijke competitie
5.1 Organisatie
- Klasse indeling
- Promotie
- Programma
- Inschrijving
5.2 Toernooien
- Plaats toernooien
- Aanvraag toernooien
- Terreinkeuring
5.3 Wedstrijdleiding
5.4 Beoordeling wedstrijdleiders
6 Nederlands Kampioenschap
6.1 Organisatie
- Nationale competitie
- Gewichtsklasse
- Deelname
6.2 Toernooien
- Plaats en data
- Eindtoernooi
6.3 Wedstrijdleiding
6.4 Beoordeling wedstrijdleiders
7 Geschillen/protesten/incidenten
7.1. (Collectief) wangedrag leden vereniging
7.2. ISR (Instituut Sportrechtspraak)
8 Reglement samenstelling nationale selectieteams
8.1 | Nationaal selectieteam |
8.2 | Selectieprocedure |
8.3 | Gewestelijke kwalificatie |
8.4 | Samenstelling team |
8.5 | Team coaches |
8.6 | Selectiewedstrijden |
8.7 | TWIF-reglement |
8.8 | Aanvullende regels |
Bijlagen Bij het wedstrijdreglement
1. Licentieregeling 2A. Wedstrijdschema’s 2B. Roulatieschema’s
3. Outdoorschoenen
4. Reclame op wedstrijdkleding en -uitvoering
5. Aanduidingen commando’s
6. Aanduidingen overtredingen
7. Beschermende kleding - riemen
TWIF SPELREGELS
DEFINITIES EN SPECIFICATIES
1 Touwtreksport
Touwtrekken is een sport die beoefend wordt door teams die bonafide lid zijn van de nationale touwtrekbonden aangesloten bij de TWIF. De deelnemers moeten amateur zijn, zoals door TWIF aanbevolen, en zij dienen de regels en aanwijzingen zoals die door de Tug of War International Federation zijn neergelegd, aan te hangen.
2 Categorieën
Tijdens de internationale touwtrekwedstrijden zullen de volgende categorieën worden gebruikt:
- outdoor en indoor
- mannen en vrouwen
- senioren, onder 23 en junioren
- mix 4x4 (4 heren en 4 dames)
De TWIF organiseert ieder jaar een Wereldkampioenschap voor junioren / onder 23 jaar, zowel mannen als vrouwen
3 Gewichtsklassen
Tijdens internationale wedstrijden zullen de volgende teamgewichten gelden:
Wereld kampioenschappen | Europese kampioenschappen | ||
Outdoor | Indoor | Outdoor | |
- Senior Mannen: | 560 kg | 560 kg | 560 kg |
640 kg | 600 kg | 640 kg | |
680 kg | 640 kg | 680 kg | |
720 kg | 680 kg | 720 kg | |
- Senior Vrouwen: | 500 kg | 500 kg | 520 kg |
540 kg | 540 kg | 560 kg | |
- Onder 23 Mannen: | 600 kg | 600 kg | -------- |
- Onder 23 Vrouwen: | 500 kg | 500 kg | -------- |
- Xxxxxx Xxxxxx: | 560 kg | 560 kg | -------- |
- Junior Vrouwen: | 480 kg | 480 kg | -------- |
- Senior Mix 4x4*: | 580 kg | 580 kg | 580 kg |
- Junior Mix 4x4* | 520 kg | 520 kg | |
- Onder 23 Mix 4x4* | 560 kg | 560 kg | |
* (4 mannen x 4 vrouwen) |
4 Wegen en stempelen
4.1. Alle atleten dienen eerst hun accreditatie op te halen, waarbij de vooraf gaande betaling heeft plaatsgevonden.
4.2. Alle potentiële touwtrekkers moeten wegen volgens een vooraf vastgesteld tijdschema.
4.3. Een accreditatie download zal plaatsvinden met een lijst van alle atleten van een bepaalde land. Toegang alleen door de controller en de aangewezen vertegenwoordiger van dat land.
4.4. De atleet gaat zich wegen op een individuele weegschaal. Het aantal weegschalen wordt vastgesteld door de organisatie en TWIF. Er is maar één weging op de officiële schaal mogelijk.
4.5. Na de weging van de atleten zal hun gewicht in een Excel spreadsheet worden vastgelegd en tevens met de hand geschreven op het gedownloade Excel file als een backup.
4.6. De atleet krijgt zijn of haar vastgestelde gewicht. De atleet kan dit gewicht aan de coach van het team doorgeven.
4.7. Open club inschrijvingen
De coach van een bepaalde club die heeft ingeschreven in de TWIF clubs competitie zal een complete weeglijst meenemen naar de controle op een vastgestelde tijd. De weeglijst dient naam, accreditatienummer en gewicht van elke touwtrekken te bevatten, getotaliseerd met het juiste gewicht van een bepaalde gewichtsklasse. Alleen acht touwtrekkers, coach en trainer.
4.7.1 Een coach mag elke en alle touwtrekkers wisselen voorafgaand aan en tot aan het stempelen, zolang het maximum gewicht van die bepaalde gewichtsklasse niet wordt overschreden. Wijzigingen moeten aan de controle worden gemeld door de coach 30 minuten voor het stempelen begint.
4.8. Weging nationale teams.
4.8.1. De coach van een nationaal team mag elke touwtrekker kiezen die op de lijst staat en is gewogen van het gedownloade Excel file van zijn of haar land. De weeglijst dient naam, accreditatienummer en gewicht van elke touwtrekken te bevatten, getotaliseerd met het juiste gewicht van een bepaalde gewichtsklasse. Alleen acht touwtrekkers, coach en trainer.
4.8.2. Een coach mag elke en alle touwtrekkers wisselen voorafgaand aan en tot aan het stempelen, zolang het maximum gewicht van die bepaalde gewichtsklasse niet wordt overschreden. Wijzigingen moeten aan de controle worden gemeld door de coach 30 minuten voor het stempelen begint.
4.9. De coach van een bepaald nationaal team dient een compleet weegcertificaat mee te nemen naar de controle op een vooraf vastgesteld tijdstip.
4.10. De controle zal de teams invoeren in een loting voor een bepaalde gewichtsklasse, nadat het gewicht en de accreditatienummers zijn gecheckt aan de hand van de gedownloade lijst.
4.11. Er dienen scanners/bar code lezers aanwezig te zijn op vastgestelde plekken om wissels en teamgewichten te controleren gedurende de competities.
5 Leeftijdsgrenzen
5.1 Juniorcategorie
Een touwtrekker is gerechtigd deel te nemen in de juniorcategorie vanaf het begin van het jaar waarin de touwtrekker de leeftijd van 15 jaar bereikt tot het einde van het jaar waarin de touwtrekker de leeftijd van 18 jaar bereikt heeft.
5.2 Onder de 23 categorie
Een touwtrekker (mannen) is gerechtigd deel te nemen in de onder 23 categorie vanaf het begin van het jaar waarin de touwtrekker de leeftijd van 18 jaar bereikt tot het eind van het jaar waarin de touwtrekker de leeftijd van 22 jaar bereikt heeft.
Een touwtrekker (vrouwen) is gerechtigd deel te nemen in de onder 23 categorie vanaf het begin van het jaar waarin de touwtrekker de leeftijd van 16 jaar bereikt tot het eind van het jaar waarin de touwtrekker de leeftijd van 22 jaar bereikt heeft.
5.3 Seniorcategorie
Een touwtrekker (mannen) is gerechtigd deel te nemen in de seniorcategorie vanaf het begin van het jaar waarin de touwtrekker de leeftijd van 18 jaar bereikt.
Een touwtrekker (vrouwen) is gerechtigd deel te nemen in de seniorcategorie vanaf het begin van het jaar waarin de touwtrekker de leeftijd van 16 jaar bereikt
6 Teams en vervangers
6.1 Aantal touwtrekkers per team
Teams zullen bestaan uit 8 trekkende leden bij het begin van de competitie. De wedstrijd wordt geacht te zijn begonnen voor bepaalde teams indien zij in de gelegenheid zijn te trekken onder direct toezicht van de wedstrijdleider.
6.2 Leden Nationale Teams
Leden van een nationaal team dienen inwoner te zijn van het land waarvoor ze uitkomen. Als bewijs van inwonerschap wordt een paspoort of een nationale Identiteitskaart geaccepteerd. Voor World Games alleen een paspoort. Leden van een team zijn de touwtrekkers, coach en verzorger.
6.3 Voorwaarden om een vervanger te gebruiken
a. De reserve kan elke touwtrekker vervangen voor de duur van de wedstrijd. Nadat de vervanging plaats heeft gevonden zijn andere wissels niet meer toegestaan.
b. Vervanging kan gebruikt worden vanwege tactische redenen of tengevolge van blessures.
c. Vervanging mag alleen plaatsvinden nadat het team gewogen is en de eerste trekbeurt van de eerste wedstrijd waarin het trekt heeft afgerond.
d. De vervangen trekker kan niet deelnemen in enig volgende wedstrijd in die gewichtsklasse.
e. De vervanger dient een geregistreerd trekker van die specifieke club of land te zijn voor wie hij/zij handelt als een reserve.
6.4 Vervangingsprocedure
a. Zowel de te vervangen trekker als de vervanger moet zich in volledig wedstrijdtenue (shirt, broek, sokken en schoenen) melden met hun accreditatiekaart bij de wedstrijdleider, die leiding geeft aan de wedstrijd, om de accreditatiekaarten te controleren, voordat deze zowel de te vervangen trekker als de vervanger door stuurt naar de aangewezen official om de vervanging te regelen.
b. Accreditatie kaarten zullen worden gebruikt om de atleten en hun gewicht vast te stellen door het scannen of intypen van de accreditatie gegevens in het systeem. De vervangende trekker moet van gelijk gewicht of minder zijn dan de trekker die hij/zij vervangt. Het totale gewicht van het team mag niet toenemen door het gewicht van de vervanger, zelfs indien het team oorspronkelijk minder woog dan het maximum gewicht voor die categorie.
c. Direct na de wissel zal de hoofdwedstrijdleider of de aangewezen official het stempel van de vervangen trekker verwijderen en eenzelfde markering aanbrengen op de vervanger met een onuitwisbare markering.
De hoofdwedstrijdleider of de aangewezen official zal de vervanging noteren op het juiste score formulier, door het toevoegen of weg laten van de inschrijfnummers van de bij de wissel betrokken trekkers.
6.5 Minimum aantal trekkers
Een tweede vervanging wordt niet toegestaan. Indien een tweede blessure zich voordoet (of een na een tactische vervanging), is het een team toegestaan om door te trekken met zeven trekkers. Het is een team niet toegestaan in een competitie verder te trekken met minder dan zeven trekkers.
7 Coach/trainer (verzorger)
Elk team mag een coach hebben om aanwijzingen aan het team te geven. Een trainer (verzorger) voor elk team is eveneens toegestaan. De taak van de trainer (verzorger) is te zorgen voor het team voor en na de trekbeurten. Het is hem niet toegestaan te communiceren met het team terwijl zij aan het trekken zijn en hij dient een plaats in te nemen zoals is aangewezen door de wedstrijdleider die leiding geeft aan de wedstrijd.
8 Sportuitrusting Sportkleding Sportkleding trekkers
Teams dienen gewone sportkleding te dragen bestaande uit korte broek, shirt of trui en kniekousen of sokken. Het gehele team dient op dezelfde wijze gekleed te gaan.
Sportkleding coach en trainer (verzorger)
De coach en trainer (verzorger) dienen ook dezelfde normale sportkleding te dragen, alsmede een trainingsjack welke zich conformeert aan de tenuekleuren van het team.
Hoofdbedekking
Touwtrekkers, coach en verzorger is het toegestaan de volgende hoofdbedekking te dragen: cap, klep of zak-(of hals)doek. De hoofdbedekking dient in overeenstemming te zijn met de kleuren van de sportkleding. Uitzondering: Hoofdbedekking als tulband en dergelijke mag worden gedragen uit hoofde van religie of cultuur. Dit zal van geval tot geval worden bekeken.
Beschermende kleding
Beschermende kleding of elastische/geweven riemen, met klittenband of dergelijke sluitingen, die worden gebruikt om de huid te beschermen en/of de rug te ondersteunen, mogen onder voorbehoud van goedkeuring van de wedstrijdleider onder de sportkleding worden gedragen. Als een metalen of plastic gesp of een ander type sluiting wordt gebruikt om de elastische/geweven riem vast te maken, moet deze aan de voorkant worden gedragen.
Er mag geen constructie aan de beschermende kleding of riem worden bevestigd. (Let op; een doek of rubberen lap aan de buitenkant van de sportkleding (onder de arm van de trekker) ter bescherming van de kleding, is toegestaan.)
Als een beschermende harde riem wordt gedragen, moet de lendensteun zich in de juiste positie bevinden met het midden van de lendensteun in het midden van de rug en de gesp of sluiting aan de voorkant. Bij het dragen, binnen of buiten de sportkleding, mag de riem niet uit de oorspronkelijke positie worden verplaatst, (Let op; elastische/geweven riemen moeten onder de sportkleding worden gedragen en harde riemen moeten bovenop (buiten) de sportkleding worden gedragen.)
Als de riem verkeerd wordt gedragen (los, mogelijkheid tot beweging), wordt dit beoordeeld als een overtreding (“klemmen”). Dit kan leiden tot een waarschuwing.
In geen geval mag het touw TUSSEN de beschermende kleding of riem en het lichaam van de touwtrekker lopen.
Beschermende kleding en/of riemen dienen te allen tijde tijdens een toernooi ter inspectie te worden overhandigd op verzoek van een wedstrijdleider.
Voor een traditionele leren riem mag de lendensteun niet meer dan een derde bedragen van de lengte van de riem en elk van de secties aan weerszijden van de lendensteun dient ongeveer gelijk te zijn. De lendensteun mag niet breder zijn dan 150 mm en de secties aan weerszijden niet breder dan 60 mm. De foto hieronder is van een typische riem. In bijlage 7 zijn afbeeldingen en definities van riemen te zien.
Beschermende kleding van de anker mag maximaal 5 cm dik zijn. Dit moet altijd onder het shirt worden gedragen worden, tussen het touw
en het lichaam. Haken, gleuven en andere constructies, bedoeld om het touw te “klemmen”, zijn niet toegestaan.
Hars
Hars is toegestaan om de greep op het touw te vergemakkelijken en het gebruik is beperkt tot de handen alleen. Tijdens indoor competities kan hars alleen gebruikt worden indien dit in de sporthal is toegestaan; e.e.a. dient dan te gebeuren onder de aanwijzingen van de wedstrijdleider.
Kleding tijdens weging
Mannen teams mogen gewogen worden in minimaal normale niet-doorzichtige sportbroek.
Vrouwenteams mogen gewogen worden in minimaal normale niet-doorzichtige sportbroek en shirt of sport BH
Schoenen dienen niet meegenomen of gedragen te worden op de schaal tijdens de weging, maar moeten ter controle worden aangeboden bij de officials en bij akkoord worden voorzien van een keuringsmerk.
Schoenen
Outdoor schoenen
Hiel/hak; De hiel/hak moet vlak zijn met de zool van de schoen- verticaal naar beneden bekeken vanaf de achterkant van de schoen en vanaf de zijkant van de schoen. De voorkant van de hiel/hak dient recht te zijn en moet haaks zijn ten opzichte van een middenlijn, ook de achterkant dient haaks te zijn. De zijkant van de schoen welke in contact is met de grond kan voorzien worden van een zogenaamde “cutting edge”. Dit is een uitsteeksel voor de hiel/hak met een maximum van 15 mm. Dit is een uitsteeksel, dus de hak mag nooit buiten de schoen steken. De andere kant van schoen is gewoon vlak in een rechte lijn (zie rode lijn tekening bijlage 3).
De maximale hoogte van de hiel/hak, inclusief de stalen bodemplaat die maximaal 6,5 mm dik is, mag in totaal niet meer zijn dan 35 mm gemeten vanaf de onderkant van de schoen. De 35 mm is dus inclusief de gemonteerde bodemplaat. De lengte van de hiel/hak mag niet minder zijn dan een kwart van de totale schoenlengte en niet groter dan een derde van schoenlengte (zie tekening bijlage 3).
Zool materiaal; Het materiaal van de zool/bodemplaat (inclusief de hiel/hak boven de stalen plaat van 6,5 mm) mag van aluminium gemaakt zijn. Zolang alleen de bodemplaat van de hiel/hak maar een stalenplaat is. Voor voorkant van schoen moet dit van een niet metalen materiaal zijn.
Voorkant schoen; De voorkant van de schoen kan met of zonder verhoging gemaakt worden (type A of B). Als de schoen op een vlakke ondergrond staat hoeft de voorkant van de schoen door de hoge hiel/hak niet de ondergrond te raken. Het hoogteverschil (type B) met de hiel/hak moet minimaal 6,5 mm zijn. Wanneer de voorkant van de schoen verhoogd is (type A) mag de lengte van de opbouw niet minder zijn dan de helft van de totale schoenlengte. De hoogte van de verhoging mag net zoals de hiel/hak maximaal 35 mm zijn. De bodemplaat moet een niet metalen materiaal zijn van minimaal 6,5 mm. Dat geldt voor zowel type A als type B (zie tekening bijlage 3 ).
Indoor schoenen
Indoorschoenen dienen origineel te zijn zoals door iedere sportschoenfabrikant kan worden geproduceerd. De zool mag worden aangepast maar mag niet breder of langer zijn dan het bovenste deel van de schoen. De zool moet van rubber of soortgelijk materiaal zijn om een optimale grip te bewerkstelligen maar mag geen schade aan de touwtrekbaan of vloer veroorzaken. De maximale lengte en breedte van de zool mogen de maten van de blote voet met niet meer dan 20% overschrijden. Het enige materiaal of stof dat kan worden gebruikt voor de zool van de schoen is een schone, droge doek zonder gebruik van elke chemische- of vloeibare stoffen. Bij twijfel zullen de officials, belast met de controle, dit beoordelen.
9 Touwspecificaties
Touwafmetingen
Het touw mag niet minder dan 10 cm. en niet meer dan 12,5 cm in omtrek zijn en dient vrij te zijn van knopen of andere vasthoudpunten voor de handen. De uiteinden van het touw dienen gevlochten te zijn. De lengte van het touw is minimaal 33,5 meter.
Touwmarkeringen
De tapes of markeringen moeten zodanig bevestigd zijn dat ze gemakkelijk verstelbaar zijn door de wedstrijdleider in geval dat het touw rekt of krimpt.
Touwmarkeringen outdoor
5 tapes of touwmarkeringen dienen als volgt bevestigd te worden:
a. 1 markering in het midden van het touw.
b. 2 markeringen elk 4 meter aan beide zijden van de midden markering
c. 2 markeringen elk 5 meter aan beide zijden van de midden markering.
d. De markeringen genoemd onder a, b en c dienen uit 3 verschillende kleuren te bestaan.
Touwmarkeringen indoor
3 tapes of touwmarkeringen dienen als volgt bevestigd te worden:
a. 1 markering in het midden van het touw.
b. 2 markeringen elk 2,5 meter aan beide zijden van de midden markering
c. De markeringen genoemd onder a en b dienen uit 2 verschillende kleuren te bestaan.
10 Wedstrijdterrein en markeringen
Wedstrijdterrein en markeringen outdoor
Het wedstrijdterrein voor outdoor wedstrijden dient een vlak, egaal gemaaid met gras bedekte oppervlakte te zijn. Een middenlijn dient op de grond te worden aangebracht.
Wedstrijdterrein en markeringen indoor
Het oppervlak waarop indoor wedstrijden worden getrokken dient gemaakt te zijn van een materiaal dat voldoende wrijving geeft aan normale indoor sportschoenen en dient te zijn goedgekeurd door TWIF. Een aanbevolen lengte van het trekoppervlak is 36 meter. Een aanbevolen breedte van het trekoppervlak is tussen 100 en 120 cm. Een middenlijn en twee zijlijnen 4 meter aan beide zijden van de middenlijn dienen op de trekoppervlak te worden aangegeven.
REGELS BETREFFENDE TOUWTREKTECHNIEKEN
11 Greep
Geen deelnemer mag het touw vastpakken binnen de lengte bepaald door de buitenste tapes of markeringen. Bij het begin van elke trekbeurt dient de eerste trekker het touw zo dicht mogelijk achter de buitenste tape of markering vast te pakken. In het touw mogen geen knopen of lussen worden aangebracht, en het touw mag niet afgeklemd worden over enig lichaamsdeel van enig trekker van het team. Het touw dat zichzelf kruist veroorzaakt een lus. Bij het begin van een trekbeurt dient het touw gespannen te zijn met de middenmarkering boven de middenmarkering op de grond.
12 Trekpositie
Met uitzondering van de ankerman dient elke touwtrekker het touw met beide blote handen vast te houden in de gebruikelijke greep, dit is met de palmen van de hand naar boven en het touw dient te lopen tussen het bovenlichaam en het bovendeel van de arm. Voor de ankergreep zie regel 13.
Elke andere houding die de vrije beweging van het touw voorkomt is een Klem (Lock) en is een overtreding van de regels. De voeten moeten voor de knieën blijven en de teamleden behoren te allen tijde in touwtrekpositie te staan.
13 Ankermanspositie
De laatste man dient ankerman genoemd te worden. Het touw van de ankerman zal langs het lichaam lopen, diagonaal over de rug en over de tegenoverliggende schouder van achter naar de voorkant. Het overblijvende touw dient in achterwaartse en buitenwaartse richting te lopen en het uiteinde van het touw dient vrij te bewegen. De ankerman dient dan het gespannen deel van het touw in de gebruikelijke greep te pakken, dit is de palmen van beide handen naar boven, met beide armen naar voren gestrekt. Het is de ankerman toegestaan het touw onder de beschermende kleding te houden en contact met de riem zal op veiligheidsgronden dit niet leiden tot een klem (Lock)”
OVERTREDINGEN VAN DE WEDSTRIJDREGELS
14 Algemene overtredingen
Algemene overtredingen
1. Zitten
2. Steunen
3. Klemmen
4. Greep
5. Tillen
Opzettelijk zitten op de grond, of er niet in slagen ogenblikkelijk tot touwtrekpositie terug te komen na uitglijden.
De grond raken met enig deel van het lichaam anders dan de voeten. Elke houding die de vrije beweging van het touw voorkomt
Elke greep anders dan de gewone greep beschreven in regel 11, 12 en 13
Het touw in een positie houden waar het zich niet beweegt tussen het bovenlichaam en het bovenste deel van de
arm.
6. Touwtrekpositie Zitten op een voet of het been of de voeten niet voor de knie gestrekt.
7. | Inpalmen | Het touw door de handen laten lopen. |
8. | Roeien | Herhalend zitten op de grond terwijl de voeten achterwaarts bewogen worden. |
9. Xxxxxxxxxxxxxx Xxxx xxxxx anders dan de greep beschreven in regel 13.
10. Verzorger
11. Inactiviteit
Het communiceren van de verzorger tegen zijn team terwijl ze aan het trekken zijn.
Teams die er niet in slagen om activiteit te ontwikkelen tijdens een trekbeurt met het oogpunt te winnen, wat leidt tot een voortdurend status quo, wat de sport in diskrediet kan brengen, riskeren een No Pull, welke ten alle tijden kan worden uitgeroepen. ( zie regel 21 ) De wedstrijdleider geeft de coach een teken dat hij van plan is een No Pull te geven door op zijn horloge te wijzen. De trekbeurt zal worden herstart op een nieuwe, of minder aangedane baan in de directe nabijheid van de oorspronkelijke baan. De wedstrijd mag niet terug in de oorspronkelijk baan.
Wanneer een trekbeurt met periodes van inactiviteit langer duurt dan 10 minuten, zal de hoofdwedstrijdleider de de wedstrijdleider van die trekbeurt attenderen op het uitroepen van een No Pull.
12. Zijwaarts stappen Het naar buiten stappen van de touwtrek- baan of-lijn of het trekoppervlak, voor het verkrijgen van een niet eerlijk voordeel.
Overtredingen tijdens outdoor wedstrijden
13 Voetgangen Het maken van indeukingen in de grond op enige wijze voordat het teken "strekken" is gegeven.
15 Diskwalificatie
Teams kunnen in elke willekeurige trekbeurt 2 waarschuwingen krijgen voor overtredingen op de regels, voordat zij gediskwalificeerd worden.
Voor alle overtredingen van de regels geldt dat een team schuldig kan worden geacht indien slechts 1 persoon de overtreding maakt.
16. Niet voldoen aan de regels.
Er niet in slagen zich te schikken in enig van de regels voor internationale wedstrijden kan teams van deelname uitsluiten.
COMPETITIEWEDSTRIJDEN EN SCORES.
17 Wedstrijden, trekbeurten en rustperiodes.
Een puntencompetitie bestaat uit (n x (n - 1) : 2) wedstrijden, waarbij n het aantal teams in de competitie is. Elke wedstrijd bestaat uit 2 trekbeurten. Een redelijke rust dient gegarandeerd te zijn tussen trekbeurten. Er kunnen maximaal 6 minuten rust geclaimd worden tussen de wedstrijden, te beginnen wanneer een team het veld verlaat en eindigend als een team klaar staat bij de ingang van het veld om het veld te betreden.
18 Toss
Voordat het trekken begint wordt de keuze van de zijde beslist door de toss met een munt. Na de eerste trekbeurt dienen de teams van zijde te wisselen. Indien een derde trekbeurt noodzakelijk is, zal de keuze van de zijde wederom worden bepaald door de toss met een munt.
19 Winnen van een trekbeurt
Winnen van een trekbeurt in het algemeen
Een trekbeurt wordt door een team gewonnen, door het touw te bewegen over de verlangde afstand (4 meter) zoals door de markeringen aangegeven of door diskwalificatie van het andere team door de wedstrijdleider.
Winnen van een outdoor trekbeurt
Een trekbeurt wordt door een team gewonnen indien een van de zijmarkeringen aan het touw over de middenmarkering op de grond is getrokken.
Winnen van een indoor trekbeurt
Een trekbeurt wordt door een team gewonnen indien de middenmarkering aan het touw over de zijmarkering op de grond is getrokken.
20 Score
20.1 Puntencompetitie
Een team dat een wedstrijd wint in 2 tegen 0 trekbeurten, scoort 3 punten, het verliezende teams scoort 0 punten. Bij een gelijk spel krijgen beide teams 1 punt.
20.2 Pull offs, halve finales en finales.
Een wedstrijd wordt gewonnen door 2 van de 3 trekbeurten te winnen. Een team dat een wedstrijd wint in 2 trekbeurten tegen 0, scoort 3 punten, het verliezende team 0 punten. Een team dat een wedstrijd wint in 2 trekbeurten tegen 1, scoort 2 punten, het verliezende team 1 punt
21 No Pull
Een "No Pull" zal gegeven worden in geval dat:
a. beide teams schuldig zijn aan overtredingen na 2 x een officiële waarschuwing te hebben ontvangen;
b. beide teams schuldig zijn aan inactiviteit. Beide teams zullen een aankondiging krijgen voor dat een “No Pull” voor inactiviteit wordt gegeven
zodat beide teams de mogelijkheid krijgen om hierop te reageren. De wedstrijdleider zal op zijn/haar horloge wijzen als aankondiging
c. beide teams het touw verlaten voordat een trekbeurt ten einde is;
d. een trekbeurt onderbroken wordt zonder overtreding door iemand van het team.
Indien een "No Pull" wordt gegeven in gevallen onder a), b) of c), wordt geen rustperiode toegestaan en zal de trekbeurt onmiddellijk hervat worden zonder hulp of verzorging. Indien een "No Pull" wordt gegeven in het geval d), dan wordt een redelijke rust toegestaan.
21.1 Als een "No pull" wordt gegeven. In het geval van a) gedurende de punten fase van een competitie, zal een trekbeurt niet meer worden hervat. Beide teams krijgen nul (0) punten en drie (3) waarschuwingen voor die trekbeurt. Als één van de teams de andere trekbeurt wint, krijgt dat team 1 punt en het andere nul. Als beide trekbeurten van een wedstrijd eindigen in een "no pull", krijgen beide teams nul (0) punten en zes (6) waarschuwingen.
Deze wijziging is niet van toepassing op regel 20.2, voor pull-offs, semi-finales en finales.
WEDSTRIJDLEIDING
22 Officials en wedstrijdleiders
Officials dienen door de Internationale Touwtrek Federatie te worden benoemd om controle te hebben op alle internationale competities. De laatste selectie van wedstrijdleiders voor internationale wedstrijden dient de verantwoordelijkheid te zijn van de Technische Commissie.
23 Bevoegdheden van de Referee, Controller en Hoofdwedstrijdleider (Chief-Judge)
Indien clubs en/of individuele leden tijdens een evenement activiteiten ondernemen welke de touwtreksport in diskrediet brengen, zijn de “Referee”, de “Controller” en de Hoofdwedstrijdleider bevoegd om in onderling overleg de betreffende club en/of individuele leden uit te sluiten van verdere deelname aan het evenement. De “Referee” zal e.e.a. rapporteren aan het TWIF bestuur, welke overeenkomstig art. 12 van de TWIF statuten disciplinaire maatregelen tegen deze club en/of individuele leden kan treffen.
24 Taken en verantwoordelijkheden van de wedstrijdleider
De voor een wedstrijd aangewezen wedstrijdleider dient alleen controle uit te oefenen. Hij is verantwoordelijk om te verzekeren dat:
- De regels van de TWIF worden toegepast;
- Het touw voor de wedstrijd is klaargelegd voordat de teams het wedstrijdterrein betreden;
- Voor zover mogelijk, het vooraf vastgestelde tijdschema wordt gehandhaafd.
- Rustperiodes te verzekeren zoals beschreven in regel 17
- Een "No Pull" uit te roepen;
- Een team of teams te diskwalificeren na waarschuwing;
- Xxxxxxxx één vriendelijke vermaning te geven in iedere trek;
- Een team zonder waarschuwing te diskwalificeren, dat hij schuldig acht aan onwelvoeglijk gedrag, in woord of daad, hetgeen de sport mogelijkerwijs in diskrediet kan brengen;
In geval dat de leidinggevende wedstrijdleider een waarschuwing geeft, zal hij die aangeven door de gebruikelijke signaal code, door het team te noemen en het toevoegen van "eerste waarschuwing" of " laatste waarschuwing".
Elk van dergelijke aanwijzingen door de leidinggevende wedstrijdleider gegeven moet duidelijk en kort zijn, de juiste tekens gebruikend. De beslissing van de wedstrijdleider zal te allen tijde bindend zijn.
25 Verantwoordelijkheden van de assistent wedstrijdleider
Assistent wedstrijdleiders dienen altijd te handelen onder de aanwijzingen van de leidinggevende wedstrijdleider. Tijdens het feitelijke trekken dient de neven wedstrijdleider een positie in te nemen naast de strijdende teams en aan de zijde tegenover de leidinggevende wedstrijdleider. De assistent wedstrijdleider dient de strijdende teams gade te slaan en dient de overtredingen van de teams aan de leidinggevende wedstrijdleider aan te geven, met gebruikmaking van de gebruikelijke code van tekens. In geval dat de leidinggevende wedstrijdleider een waarschuwing geeft, dient de assistent wedstrijdleider de overtreders hiervan in kennis te stellen.
26 Weegmeester
Tijdens internationale wedstrijden, kunnen assistenten worden benoemd door TWIF die verantwoordelijkheid verschuldigd zijn aan de weegmeester (leidinggevende wedstrijdleider tijdens de weging) voor het correct wegen en stempelen van alle deelnemers.
SIGNALEN EN COMMANDO’s
27 Startprocedure
Als de wedstrijdleider van de twee coaches het teken heeft ontvangen dat alles klaar is, dient hij de teams de volgende verbale en visuele
commando’s te geven:
Pak op het touw: Het touw dient dan vastgepakt te worden zoals is gedefinieerd in punt 11, 12, en 13 met de voeten vlak op de grond.
Strekken: Voldoende spanning moet op het touw worden gebracht om te verzekeren dat het touw gespannen is. In outdoor
wedstrijden mag elke touwtrekker 1 voetgat maken met de hak of de zijkant van de schoen met de gestrekte voet.
Trekken: De wedstrijdleider zal vervolgens middels tekens het touw naar het midden manoeuvreren. Wanneer het touw gelijk is met de
middenmarkering boven de middenlijn op de grond:
Nu: Na een redelijke pauze.
28 Einde van een trekbeurt
Het einde van een trekbeurt zal worden aangegeven door de wedstrijdleider door het fluiten op een fluitje en door te wijzen in de richting van het team dat de trekbeurt gewonnen heeft of in geval van een "No Pull" door het kruisen van zijn armen voor het lichaam en door te wijzen naar de middenmarkering.
29 Lijst van commando’s voor touwtrekwedstrijden
COMMANDO: | TEKEN: | |
1. Team klaar | Het team met de arm aanwijzend. | |
2. | Pak op het touw | Armen voorwaarts gestrekt. |
3. Strekken | Armen omhoog gestrekt met de handpalmen binnenwaarts. | |
4. Touw naar midden | Met 1 arm wijzend naar de kant die naar het midden moet bewegen. | |
5. Trekken | Armen omhoog gestrekt met de handpalmen naar buiten. | |
6. Nu | Armen snel naar beneden bewegen. | |
7. | Aanwijzen winnaar | Het blazen op een fluitje en het wijzen naar het winnende team |
8. | Wisselen | Het blazen op een fluitje en de armen boven het hoofd kruisen. |
9. | No Pull. | Het blazen op een fluitje en de armen voor het lichaam kruisen en door te wijzen naar de middenmarkering |
10.Waarschuwing | De arm opheffen aan de zijde van de overtreding en door 1 of 2 vingers de 1e of 2e (laatste) waarschuwing aan te | |
geven. | ||
30 Lijst van gebruikelijke overtredingen tijdens touwtrekwedstrijden |
OVERTREDING: | TEKEN: | |
1. | Zitten | Vlakke hand horizontaal bewegen. |
2. | Steunen | Open hand horizontaal naar de grond wijzend. |
3. | Klemmen | Elleboog het opgeheven bovenbeen rakend. |
4. | Greep | Twee vuisten voor elkaar. |
5. | Tillen | Heffende beweging met de handen langs het lichaam. |
6. | Touwtrekpositie | Schoppende beweging en strekken van het onderbeen. |
7. | Inpalmen | Inpalmende bewegingen met de vuisten. |
8. | Roeien | Roeiende beweging met arm en bovenlichaam. |
9. | Ankermansgreep | Met de hand de rug / schouder aanrakend. |
10. Verzorger | Met de vinger de lippen aanraken. | |
11. Voetgaten | Met de hakken in de grond schoppen. | |
12.Zijwaarts stappen | Zijwaarts stappend met een voet. |
COMPETITIE STRUCTUUR
31 Algemeen
De TWIF Internationale Kampioenschappen bestaan uit een kwalificatie ronde, halve finales en finales.
- De kwalificatieronde bestaat uit een puntencompetitie. Voor de puntencompetitie zal
slechts 1 loting worden gemaakt. De loting zal worden gemaakt in het bijzijn van de TWIF gedelegeerden. (Zie regel 37)
- De kwalificatieronde zal resulteren in 4 teams die zich plaatsen voor de halve finales.
De verliezers van de halve finales zullen een pull-off (beslissingswedstrijd) trekken voor de bronzen medaille. De winnaars van de halve finales trekken de finale voor de zilveren en gouden medaille.
32 Minimum aantal teams
Een minimum van 4 teams is noodzakelijk om te kunnen deelnemen in Wereld- of Continentale Kampioenschappen. Wanneer in een bepaalde gewichtsklasse geen 4 teams deelnemen, zal die klasse niet als een Wereld- of Regionaal Kampioenschap beschouwd worden.
33 Competitie met 1 poule
Wanneer minder dan 12 teams deelnemen in een gewichtsklasse, zullen alle teams in 1 poule worden ingedeeld voor een kwalificatie punten competitie.
- De eerste 4 eindigende teams van de kwalificatie ronde plaatsen zich voor de halve finales.
- Bij de halve finales gaat de nummer 1 tegen 4 en 2 tegen 3.
- De winnaars strijden vervolgens om goud en zilver;
- De verliezers strijden om het brons
34 Competitie met meer dan 1 poule.
Bij de open club competitie < 4 teams geen competitie 4 – 11 teams – 1 groep
12 – 22 teams – 2 groepen
23 – 44 teams – 4 groepen
45 of meer – 8 groepen
Bij de nationale competitie 12 of meer teams in een gewichtsklasse deelnemen, zal de kwalificatie punten competitie worden verdeeld in 2 poules. De plaatsing voor de poules zal worden gebaseerd op de resultaten (eindrangschikking) van het vorig gehouden kampioenschap (Regionale of Wereld Kampioenschap).
De teams eindigende op de eerste en tweede plaats in de poule na de kwalificatie ronde plaatsen zich voor de halve finales. De nummers 1 van hun poules trekken tegen de nummers 2 van de andere poule. Wanneer de eerste 2 teams van een groep na de kwalificatie ronde met een gelijk aantal punten eindigen, zal hun klassering worden bepaald conform regel 35.
Wanneer er meer dan 1 poule in een gewichtsklasse is en deze poules hebben een verschillende aantal teams, dan zal de poule met het grootste aantal teams een aantal trekken eerder starten dan de poule met minder teams.
35 Bepaling van eindrangschikking in kwalificatie ronde
In het geval er, na de kwalificatie ronde, teams gelijk eindigen in strijd voor plaatsing voor de halve finales, zullen de volgende regels worden toegepast om te bepalen welke teams zich zullen plaatsen voor de halve finales. Deze regels zullen ook de eindstand bepalen in de poule voor gelijk eindigende teams.
1. Resultaat van onderlinge wedstrijden.
Het team met de beste resultaten in de onderlinge wedstrijden tussen de betrokken teams in de kwalificatie ronde plaatst zich als eerste voor de halve finales.
2. Het aantal overwinningen
Als het onderlinge resultaat geen beslissing geeft, zal het team, dat de meeste wedstrijden heeft gewonnen zich plaatsen voor de halve finales. (een wedstrijd is twee trekbeurten dus de 3 punters regel 17 )
3. Het aantal waarschuwingen gegeven aan een team
Als de eerste 2 punten geen beslissing opleveren, dan zal het (de) team(s) met de minste waarschuwingen in de voorronden als eerste geplaatst worden voor de halve finales. (Het aantal waarschuwingen van een team in een wedstrijd is het totaal aantal waarschuwingen opgeteld van de trekbeurten in die wedstrijd. Een team dat in de voorronden gediskwalificeerd is zal worden geacht drie waarschuwingen tijdens die trekbeurt te hebben ontvangen. In geval van een No Pull zullen de waarschuwingen die aanleiding waren tot die No Pull worden
opgeteld bij het totaal aantal waarschuwingen van het team, in die wedstrijd. In geval een No Pull wordt uitgeroepen naar aanleiding van overtredingen, zoals genoemd in regel 21.a, worden beide teams geacht 3 waarschuwingen te hebben ontvangen).
4. Het gewicht van het team.
In geval de punten 1, 2 en 3 geen beslissing opleveren, zal (zullen) het (de) lichtste team(s) als eerste zich plaatsen voor de halve finales. Voor dit criterium zal het geregistreerde gewicht op het weegformulier worden gebruikt.
5. Loting of toss.
Wanneer na toepassing van bovengenoemde 4 punten geen beslissing geeft, zal door middel van een loting of toss bepaald worden wie zich plaatst voor de halve finales.
36 Toezicht pull-off en loting
Volgend op de eerste loting mag een tweede loting plaatsvinden, als een team zich terugtrekt nadat de originele loting heeft plaats gevonden en de competitie van de specifieke gewichtsklasse nog niet is begonnen.
37 Kwalificatie ronde
De kwalificatie ronde is een punten competitie. Mocht een team of teams (club of nationaal) zich terugtrekken uit een competitie nadat de loting is gemaakt en dit veroorzaakt een grote ongelijkheid in het aantal teams in de verschillende groepen, dan mag een nieuwe loting worden gemaakt om een meer gelijke verdeling van de teams in de groepen te bewerkstelligen in de punten competitie. De loting wordt gedaan in de aanwezigheid van de daarvoor aangewezen afgevaardigden van TWIF.
38 Pull-offs en loting
Alle pull-offs en lotingen zullen worden gedaan onder directe supervisie van de aangewezen officials van de competitie, deze officials zullen bemiddelen in het geval van een geschil.
NTB SPELREGELS
1 ALGEMEEN
Voor niet-internationale wedstrijden volgt de NTB de TWIF spelregels met inachtneming van het hieronder bepaalde.
1.1 Kleding
Het gehele team dient op dezelfde wijze gekleed te gaan. Het dragen van een lange broek is toegestaan. Het dragen van kledingstukken of gordels met het doel het gewicht te vergroten is niet toegestaan. Het dragen van een beschermende riem van leer of nylon is toegestaan, deze riem mag de vrije beweging van het touw niet belemmeren. Men is verplicht deze riem over het shirt te dragen. Rugbescherming voor de ankerman is toegestaan, tot een dikte van 5 cm, zonder dat daar druk op wordt uitgeoefend. De bescherming mag geen knobbels, haken of sleuven hebben, die de vrije beweging van het touw belemmeren. Bescherming dient onder het wedstrijdshirt gedragen te worden.
Schoenen - Zie bijlage 3 van het wedstrijdreglement.
Reclame op wedstrijdkleding – Zie bijlage 4 van het wedstrijdreglement. Beschermende kleding (riemen) – Zie bijlage 7 van het wedstrijdreglement.
1.2 Leeftijd
Vanaf de leeftijd van 8 jaar kan men lid worden van de N.T.B. Men kan dan in de jeugdklasse deelnemen tot en met het jaar waarin men 18 jaar wordt. Xxxxxxx mogen vanaf 18 jarige leeftijd ook in de seniorenklassen deelnemen, meisjes vanaf 16 jarige leeftijd.
1.3 Hulpmiddelen
Het tapen van handen als voorzorgsmaatregel is toegestaan.
2 JEUGD
2.1 Klassenindeling
De indeling van de gewichtsklasse voor gewestelijke wedstrijden zal door de gewestelijke jeugdcommissie worden vastgesteld.
2.2 Samenstelling
Een jeugdteam mag bestaan uit zowel jongens als meisjes.
Een jeugdteam moet uit min. 6 personen bestaan. De jeugdcommissie kan het max. aantal vaststellen, maar een team zal gewoonlijk uit 6 of 8 spelers bestaan, afhankelijk van de klassenindeling.
2.3 Wisselspeler
Gedurende een toernooi mag een jeugdteam gebruik maken van een wisselspeler. De wisselspeler wordt meegewogen in de plaats van die speler die gewisseld gaat worden. Er zal ook dan aan de gewichtslimiet moeten worden voldaan, en beide spelers krijgen 2 stempels. De wisselspeler mag alleen tussen 2 wedstrijden gewisseld worden en alleen met die speler die ook 2 stempels heeft gekregen.
2.4 No Pull
Indien er in de jeugdklasse een No Pull wordt getrokken mogen de jeugdspelers wel verzorgd worden en zal er een rustpauze van min. 3 minuten in acht worden genomen.
2.5 Rustpauze
Tussen 2 wedstrijden van hetzelfde team zal een rustpauze van min. 5 minuten in acht worden genomen.
2.6 Nederlands Kampioenschap
Elk jaar zal er een Nederlands Kampioenschap georganiseerd worden in de door de jeugdcommissie vastgestelde klasse.
2.7 Internationale toernooien
B.g. regels zijn alleen van toepassing voor nationale toernooien, voor internationale gelden de TWIF-regels.
3 WEDSTRIJDORGANISATIE
3.1 Algemeen
Toepassing spelregels
Voor de door de NTB georganiseerde en/of onder auspiciën van de NTB georganiseerde touwtrekwedstrijden, zijn de voor de betreffende categorie geldende spelregels van toepassing.
Sportkeuring
Sportkeuring is voor NTB leden per 31-3-1988 niet meer verplicht. Sportkeuring wordt echter wel sterk aangeraden, ofwel volgens het P.S.M.O.-systeem (zie bijlage) of door eigen huisarts.
Licentie
- Deelnemers
Alle deelnemers aan de door de NTB georganiseerde competitiewedstrijden dienen in het bezit te zijn van een contributiekaart en een lidmaatschapskaart, welke bij deelname aan wedstrijden moet kunnen worden getoond. De lidmaatschapskaart is voorzien van een pasfoto, deze kaart dient om de vijf jaar vernieuwd te worden en tevens voorzien te worden van een nieuwe, recente, pasfoto. Zonder contributiekaart is deze lidmaatschapskaart niet geldig.
Contributiekaarten worden jaarlijks verstrekt, nadat contributie is voldaan. Alle deelnemers in eenzelfde team dienen lid te zijn van dezelfde vereniging, uitzonderingen te bepalen i.o.m. de organiserende wedstrijdcommissie.
- Coaches, verzorgers en overige NTB-leden
Coaches en verzorgers dienen in het bezit te zijn van dezelfde kaarten als deelnemers.
Alle overige NTB leden krijgen ook een contributiekaart en een lidmaatschapskaart toegezonden. Alle nieuwe leden, al of niet actief touwtrekker, behalve steunende leden, dienen dus een pasfoto in te leveren.
3.2 Wedstrijden
Internationale wedstrijden
Internationale wedstrijden zijn touwtrekwedstrijden welke door de TWIF worden georganiseerd of welke bij TWIF als internationale wedstrijden zijn aangemeld. De punten 22 en 23 van het TWIF reglement zijn alleen voor door TWIF georganiseerde wedstrijden van toepassing, of wedstrijden door TWIF middels contract uitbesteed.
Wedstrijdkalender
De nationale wedstrijdkalender is de opsomming van de door de NTB georganiseerde en of onder auspiciën van de NTB georganiseerde wedstrijden. Bij het vaststellen van de data voor gewestelijke competitie toernooien dient rekening gehouden te worden met de data van de nationale competitie en de internationale wedstrijden waaraan NTB teams deelnemen.
Competitietoernooien
Competitietoernooien zijn toernooien van de gewestelijke en nationale competitie, die volgens het puntensysteem worden georganiseerd. Indien aparte promotie en degradatietoernooien worden gehouden, gelden dezelfde reglementen en spelregels als voor de competitietoernooien.
Bekertoernooien
Bekertoernooien zijn aparte toernooien, waarbij zowel het puntensysteem als het afvalsysteem, dan wel een combinatie van beide systemen gebruikt kan worden.
Indoortoernooien
Indoortoernooien zijn touwtrekwedstrijden waarbij gebruik gemaakt wordt van rubbermatten als touwtrekbaan. In plaats van de normale touwtrekschoen worden zaalsportschoenen gebruikt.
NB: touwtrektoernooien die in overdekte ruimtes met een normale zand of grond bodem gehouden worden (zoals BV maneges ed.) zijn toernooien waarvoor de outdoor spelregels van toepassing zijn.
Andere wedstrijden
Buiten de bovengenoemde wedstrijden kunnen bijvoorbeeld ten behoeve van propaganda of demonstratie andere wedstrijden georganiseerd worden.
Score
Wedstrijden met een eventuele derde trekbeurt zullen gewonnen zijn door 2 van de 3 trekbeurten te winnen. Een team dat een wedstrijd wint in 2 tegen 0 trekbeurten, scoort 3 punten, het verliezende teams scoort 0 punten. Een team dat een wedstrijd wint met 2 tegen 1 trekbeurt, scoort 2 punten, het verliezende team scoort 1 punt.
Wedstrijden zonder derde trekbeurt zijn gewonnen door 2 trekbeurten te winnen. De winnaar krijgt 2 of 3 punten, afhankelijk van wat voor betreffende wedstrijd is afgesproken. Bij een gelijk spel krijgen beide teams 1 punt.
3.3 Terrein en accommodatie
Minimum eisen waaraan terrein en accommodatie voor een toernooi moeten voldoen.
Wedstrijdterrein
Het wedstrijdterrein voor outdoor wedstrijden moet minimaal 50 meter lang zijn, een wedstrijdbaan, d.i. een strook van het wedstrijdterrein van 50 meter lengte, moet 1,5 meter breed zijn. Het wedstrijdterrein moet bestaan uit vlak grasland dat egaal gemaaid is en waarvan de bodemgesteldheid voor het gehele wedstrijdterrein gelijk is. Het wedstrijdterrein moet voorzien zijn van een deugdelijke afzetting zodat het publiek op minimaal 4,5 meter afstand van de wedstrijdbanen blijft. Voor nationale competitie toernooien dient het wedstrijdterrein met dranghekken te worden afgezet, zowel aan de linker- als aan de rechterzijde van de jury dienen in-, danwel uitgangen te zijn.
Accommodatie
Voor nationale toernooien zijn onderstaande minimale eisen van toepassing:
a. goede douche- en kleedgelegenheid, voor heren 6 douches en voor dames 3 douches, op loopafstand (binnen 300 meter) of voldoende vervoer;
b. 3 dames- en 3 herentoiletten, binnen 100 m van het wedstrijdterrein;
c. ruime parkeergelegenheid;
d. voldoende afvalbakken of -tonnen;
e. handenwasgelegenheid nabij het wedstrijdterrein (min. 2 of 3 kranen);
f. ruime tent of vergelijkbaar onderkomen (als b.v. een kantine) nabij het wedstrijdterrein;
g. EHBO'er (die niet aan de wedstrijden deelneemt) dient aanwezig te zijn.
Voor gewestelijke en districtstoernooien zijn onderstaande minimale eisen van toepassing:
a. goede was- en kleedgelegenheid, gescheiden voor dames en heren;
b. toiletten;
c t/m g als voor nationale toernooien.
Ruimte voor wedstrijdmateriaal
Plaats reserveren voor jurywagen (middenlijn wedstrijdterrein). Plaats reserveren voor ploegenweegschaal, waarbij ook tafel en stoel voor controle van pasjes.
3.4 Wedstrijdmateriaal
De wedstrijdcommissie van de gewesten beheert de wedstrijdmaterialen van de N.T.B. t.w.:
- de jurywagen en geluidsinstallatie
- de ploegenweegschaal
- de touwen en eventueel regenkleding wedstrijdleiders
- de terreinmarkeringen en baanborden.
De commissie draagt zorg voor het noodzakelijke onderhoud en vervanging van de materialen. Voorts draagt de commissie ook zorg dat de wedstrijdmaterialen op tijd en naar de juiste plaats vervoerd worden.
4 RECREATIEF TOUWTREKKEN
- Ieder gewest is gerechtigd haar eigen regels voor recreatief touwtrekken op te stellen.
Een recreatieve touwtrekker kan niet aan de nationale competitie en aan internationale toernooien deelnemen.
- Het is niet toegestaan dat N.T.B. wedstrijdleiders, al of niet in N.T.B. tenue, te fluiten op niet N.T.B. wedstrijden die niet bij de (district-
/gewestelijke) propaganda of wedstrijd commissie zijn aangemeld. Wedstrijdleiders worden via betreffende commissie benaderd voor het fluiten op een dergelijk toernooi en betreffende commissie regelt de onkostenvergoedingen met de organisator van het toernooi.
5 GEWESTELIJKE COMPETITIE
5.1 Organisatie
Klassenindeling
Afhankelijk van het aantal opgegeven teams bepaalt de wedstrijdcommissie welke klasse of subklas aan de gewestelijke competitie deelneemt. Een gewichtsklasse kan in de gewestelijke competitie in de subklassen A, B, C etc. ingedeeld zijn. Het eindresultaat van de competitie is bepalend voor de subklasse indeling van het daarop volgende jaar.
Promotie
De wedstrijdcommissie maakt na overleg met het gewestbestuur, voor aanvang van de competitie, de promotie en degradatieregelingen bekend.
Programma
De dagindeling van de competitietoernooidag wordt door de wedstrijdcommissie bepaald. De competitie wordt volgens het puntentoernooisysteem gehouden, waarbij de door de NTB vastgestelde wedstrijdschema's worden aangehouden. Voor een competitie wordt eenmaal een loting gehouden, de daarop volgende wedstrijdschema's worden volgens roulatie vastgesteld.
Inschrijving
Voor aanvang van de competitie moet elk deelnemend team een inschrijfformulier bij de wedstrijdcommissie inleveren. Na sluiting van de inschrijvingstermijn kunnen geen inschrijvingen meer worden geaccepteerd.
5.2 Toernooien
Plaats toernooien
De wedstrijdcommissie bepaalt in overleg met het gewestbestuur de plaatsen waar de competitie zal worden gehouden.
Aanvraag toernooien
Verenigingen die een toernooi willen organiseren, moeten daarvoor een schriftelijk verzoek bij de wedstrijdcommissie indienen. Dit verzoek moet voorzien zijn van een zo volledig mogelijke beschrijving van:
Het terrein, afmetingen, gesteldheid en afzetting, de accommodatie, kleedgelegenheid, was/douchegelegenheid, toiletten, parkeerruimte en andere voorzieningen die van belang zijn voor spelers en/of publiek. Bij een verzoek voor de organisatie van een competitietoernooi moet zo mogelijk ook een voorkeursdatum worden opgegeven.
Bij het toewijzen van toernooien aan verenigingen houdt de wedstrijdcommissie rekening met:
- de kwaliteit van het terrein en de accommodatie;
- de spreiding van de toernooien.
Verenigingen die een toernooi toegewezen hebben gekregen, moeten uiterlijk drie weken voor de datum van het toernooi, de wedstrijdcommissie de uitnodiging met de routebeschrijving toezenden. De wedstrijdcommissie draagt zorgt dat deze uitnodiging aan de verenigingen wordt toegezonden.
Terreinkeuring
De hoofdwedstrijdleider keurt voor aanvang van het toernooi het wedstrijdterrein en de accommodatie. Bij gebreken in terrein en/of accommodatie en organisatie kan de hoofdwedstrijdleider het terrein afkeuren. De organiserende vereniging zal dan worden beboet.
5.3 Wedstrijdleiding
De gewestelijke wedstrijdcommissie stelt in overleg met de nationale wedstrijdcommissie het programma voor de gewestelijke competitie en andere door het gewest georganiseerde wedstrijden vast. Plaatsen voor de door het gewest georganiseerde wedstrijden worden door de gewestelijke wedstrijdcommissie in overleg met het gewestbestuur vastgesteld. De gewestelijke wedstrijdcommissie bepaalt aan de hand van de roulatieschema's de dagindelingen voor de gewestelijke competitiewedstrijden. De dagindeling voor de andere door het gewest georganiseerde wedstrijden wordt eveneens door de gewestelijke wedstrijdcommissie vastgesteld.
De gewestelijke wedstrijdcommissie wijst de hoofdwedstrijdleider en wedstrijdleiders voor de door het gewest georganiseerde wedstrijden aan.
Tevens zorgt zij voor de indeling van voldoende juryleden voor de wedstrijdleiding van de toernooien.
De gewestelijke wedstrijdcommissie is verantwoordelijk voor de deugdelijke organisatie van vervoer, installatie, onderhoud en stalling van de wedstrijdmaterialen. Met betrekking tot de organisatie hiervan pleegt zij overleg met het gewestbestuur.
De gewestelijke wedstrijdcommissie is verantwoordelijk voor een efficiënte organisatie van:
- publicatie
- verzending van:
- wedstrijduitnodigingen
- wedstrijdprogramma's (dagindelingen)
- wedstrijdresultaten.
5.4 Beoordeling wedstrijdleiders
De wedstrijdcommissie wijst rapporteurs aan die rapporten opstellen over de kwaliteit van de wedstrijdleiders. De uitgebrachte rapporten vormen de basis voor de promotie voorstellen voor de wedstrijdleiders van 3e graads naar 2e graads.
6 NEDERLANDS KAMPIOENSCHAP
6.1 Organisatie
Nationale competitie
Het Nederlands kampioenschap bestaat uit een nationale competitie van 1 toernooi per gewichtsklasse. Het kampioenschap kent voor elke aan de wedstrijden deelnemende klasse een kampioen.
Gewichtsklasse
De klassen waarin het Nederlands Kampioenschap wordt gehouden worden jaarlijks vastgesteld door het algemeen bestuur.
Deelname
Voor het Nederlands Kampioenschap is een open inschrijving van toepassing.
Het algemeen bestuur bepaalt de deelname van de Nederlandse kampioenen aan internationale toernooien.
6.2 Toernooien
Plaats en data
De data voor de nationale kampioenschappen worden door de landelijke commissie voor wedstrijd- en technische zaken in overleg met het algemeen bestuur vastgesteld. Bij de vaststelling van deze data kan men rekening houden met data van internationale wedstrijden waaraan NTB teams deelnemen.
Eindtoernooien
De organisatie en voorbereiding van de NK toernooien geschiedt onder verantwoording van het algemeen bestuur. Het algemeen bestuur kan de organisatie, middels een contract, uitbesteden aan andere instanties/verenigingen.
6.3 Wedstrijdleiding
De Landelijke Wedstrijdcommissie stelt in overleg met het algemeen bestuur het programma voor de nationale competitie vast. Zij coördineert met de gewestelijke wedstrijdcommissies over het totale jaarprogramma van de wedstrijden. De Landelijke Wedstrijdcommissie bepaalt aan de hand van de roulatieschema's de dagindelingen voor de nationale competitie.
Deze commissie wijst eveneens de hoofdwedstrijdleider en de wedstrijdleiders voor de nationale competitie aan. Tevens zorgt zij voor voldoende juryleden voor de wedstrijdleiding van de competitietoernooien.
De commissie is verder verantwoordelijk voor de deugdelijke organisatie van vervoer en installatie van de voor de nationale competitie benodigde wedstrijdmaterialen. Met betrekking tot deze organisatie pleegt zij overleg met de betrokken gewestbesturen en wedstrijdcommissies.
De nationale wedstrijdcommissie is verantwoordelijk voor een efficiënte verzorging van publicatie en verzending van wedstrijduitnodigingen, wedstrijdprogramma's en wedstrijdresultaten. Het schema van trekbeurten ontvangen de teams na de weging.
6.4 Beoordeling wedstrijdleiders
De nationale beoordelingscommissie beoordeelt de wedstrijdleiders tijdens de nationale competitie en stelt hiervan rapporten samen. De rapporten vormen, tezamen met de in de gewesten uitgebrachte rapporten, de basis voor de degradatie en promotie voorstellen voor de wedstrijdleiders.
7 GESCHILLEN / PROTESTEN / INCIDENTEN
7.1. (Collectief) wangedrag leden vereniging
De (wissel)spelers en/of (andere) leden gedragen zich onbehoorlijk tegenover speler(s) of toeschouwer(s) of verenigingsfunctionaris(sen). De (wissel)spelers en/of (andere) leden gedragen zich onbehoorlijk tegenover de (assistent-)scheidsrechter(s). Te allen tijde bij het voordoen van een incident zal er gebruik gemaakt worden van het calamiteitenformulier wat is opgesteld door de wedstrijdcommissie in samenwerking met de tuchtcommissie. Een vereniging of persoon heeft ook het recht gebruik te maken van het calamiteitenformulier.
Dit calamiteitenformulier is ter registratie en zal helpen bij het uitdelen van eventuele vervolgsancties door de wedstrijdcommissie in samenspraak met de landelijke wedstrijdcommissie. Ernstige feiten zullen voorkomen bij de tuchtcommissie. Wanneer de wedstrijdcommissie zelf is betrokken bij het incident zal de zaak altijd voorkomen bij de tuchtcommissie. Een verenging of (wissel)speler(s) mogen te allen tijde in beroep gaan tegen de gestelde sanctie.
Sancties op de desbetreffende wedstrijddag kunnen door de wedstrijdleiding van die desbetreffende dag worden uitgedeeld. Xxxxxxxx die van invloed zijn op wedstrijden in de toekomst kunnen alleen opgelegd worden door de gewestelijke wedstrijdcommissie in samenspraak met de landelijke wedstrijdcommissie. Complexe zaken waarop door zowel de landelijke wedstrijdcommissie als de tuchtcommissie geen evenredige uitspraak gedaan kan worden kunnen door het ISR in behandeling genomen worden.
Voorval | Sanctie op wedstrijddag mag uitgedeeld worden door wedstrijdleiding | Vervolgsanctie wordt uitgedeeld door WC + LWC | Sanctie bij herhaling wordt uitgedeeld door WC + LWC |
Beledigen, bijv. - Eenvoudig woord of gebaar - Grof (bijv. met ziektes) - Grof + aanhoudend - Discriminerend | Schorsing dagdeel | Xxxx | Xxxxxxxxx meerdere wedstrijddagen |
Bedreigen, bijv. - Intimiderende/ agressieve lichaamshouding - Eenvoudige verbale bedreiging - Ernstige bedreiging (verbaal en/of houding) | Schorsing wedstrijddag | Schorsing meerdere wedstrijden | Schorsing meerdere wedstrijddagen |
Gewelddadig handelen, bijv. - (hard) duwen, trekken, grijpen - Ernstig gewelddadig handelen | Schorsing wedstrijddag | Schorsing meerdere wedstrijden | Bij herhaling van gewelddadig handelen zal levenslange schorsing volgen |
Opstellen niet speelgerechtigde speler | Schorsing dagdeel | Xxxx | Xxxxxxxxx team wedstrijddag |
Sabotage wedstrijdpasjes / weging | Schorsing wedstrijddag | Xxxx | Xxxxxxxxx meerdere wedstrijddagen |
Regels omzeilen uit een gewest | Schorsing wedstrijddag | Xxxx | Xxxxxxxxx meerdere wedstrijddagen |
Een team/vereniging verlaat het veld uit protest | De wedstrijden en dus punten van het verlatende team/vereniging worden allemaal geschrapt alsof deze niet zijn getrokken. | Schorsing opvolgende wedstrijddag | Schorsing meerdere wedstrijddagen |
Seksuele intimidatie | Schorsing wedstrijddag | ISR – Schorsing tot uitspraak | ISR – Schorsing tot uitspraak |
Matchfixing | Schorsing wedstrijddag | ISR – Schorsing tot uitspraak | ISR – Schorsing tot uitspraak |
Doping | Schorsing wedstrijddag | ISR – Schorsing tot uitspraak | ISR – Schorsing tot uitspraak |
7.2. ISR (Instituut Sport Rechtspraak)
Het Instituut Sportrechtspraak geeft invulling aan het tuchtrecht voor een groot aantal aangesloten (sport) organisaties. Aanklagers laten onderzoek uitvoeren en beoordelen meldingen van vermoedelijke overtredingen. Tucht- en arbitragecommissies beoordelen op objectieve en onafhankelijke wijze de aangiften en geschillen die aan hen worden voorgelegd. Het ISR behandelt zaken als seksuele intimidatie, matchfixing en doping aan de hand van onder gestelde richtlijnen.
• het uitoefenen van alle tuchtrechtspraak in de sportorganisatie, waaronder begrepen de tuchtrechtspraak die betrekking heeft op overtreding van dopingbepalingen, op overtredingen seksuele intimidatie en matchfixing betreffende, zulks met inachtneming van het Algemeen Tuchtreglement, het Tuchtreglement dopingzaken, het Dopingreglement, het Tuchtreglement seksuele intimidatie en het Tuchtreglement Matchfixing;
• het uitoefenen van de tuchtrechtspraak in de sportorganisatie die betrekking heeft op overtreding van dopingbepalingen, zulks met inachtneming van het Tuchtreglement dopingzaken en van het Dopingreglement.
• het uitoefenen van de tuchtrechtspraak in de sportorganisatie die betrekking heeft op overtredingen seksuele intimidatie betreffende, zulks met inachtneming van het Tuchtreglement seksuele intimidatie;
• Het uitoefenen van de tuchtrechtspraak in de sportorganisatie die betrekking heeft op overtredingen matchfixing betreffende, zulks met inachtneming van het Tuchtreglement matchfixing.
8 REGLEMENT SAMENSTELLING NATIONALE TEAMS
8.1 Nationaal team
Een nationaal team is een team dat na het behalen van de gestelde kwalificatie wordt uitgezonden als nationaal team naar vertegenwoordigende wedstrijden in het buitenland.
8.2 Selectieprocedure
De selectieprocedure is een procedure die dient om spelers voor een nationaal team in een bepaalde gewichtsklasse als nationaal team vast te stellen. De verantwoordelijkheid voor het selecteren van de nationale teams berust bij het algemeen bestuur.
8.3 Gewestelijke kwalificatie
1 Voor deelname aan deze selectiewedstrijden geldt een open inschrijving, door middel van opgave bij de landelijke wedstrijdcommissie.
2 Een speler kan voor meer dan 1 gewichtsklasse worden geselecteerd.
3 Een team dat zich opgeeft voor de nationale selectiewedstrijden geeft daarmee tevens aan beschikbaar te zijn voor vertegenwoordigende wedstrijden op internationaal niveau.
8.4 Samenstelling team
1 Een team bestaat uiteindelijk uit 8 spelers en 1 reserve.
2 Alle leden van het team dienen lid te zijn van de NTB.
3 Alle leden van het team dienen akkoord te gaan met een controle om te bepalen of het team aan de gestelde voorwaarden voldoet.
4 De eerste spelerslijst van heren-, dames- en jeugdteams mag maximaal 11 namen van spelers omvatten, van deze 11 dienen minimaal 5 spelers uiteindelijk daadwerkelijk te worden opgesteld. Deze eerste spelerslijst dient voor de eerste selectiewedstrijd bij de landelijke commissie voor wedstrijd en technische zaken te zijn ingeleverd.
5 Voor selectiewedstrijden geldt, dat tijdens deze selectiewedstrijden minimaal 5 personen (heren, jeugd en dames) voorkomend op de ingediende spelerslijst moeten worden opgesteld.
6 Tijdens het wegen voor aanvang van selectiewedstrijden zullen de spelerspasjes worden gecontroleerd aan de hand van de verstrekte spelerslijst.
7 Na plaatsing van de teams worden de lijsten met spelers aan de chef d'equipe overhandigd.
8.5 Team coaches
Er worden teamcoaches aangesteld door het algemeen bestuur, telkens voor een periode van 1 jaar. Het gewestbestuur maakt een voordracht van de benodigde coaches. Deze voordracht wordt ter advies voorgelegd aan de chef d'equipe. Het algemeen bestuur bekrachtigt de voordracht van het gewestbestuur.
8.6 Selectiewedstrijden
Er wordt voor zowel internationale outdoor wedstrijden als voor internationale indoor wedstrijden 1 selectiewedstrijd gehouden. De selectiewedstrijd(en) worden gehouden onder verantwoordelijkheid van de landelijke commissie voor wedstrijd en technische zaken. Deze commissie ziet er op toe dat de gestelde regels worden uitgevoerd. De landelijke commissie voor wedstrijd en technische zaken doet een voorstel over de data. De commissie draagt er zorg voor dat de belangen van elke gewestelijk selectieteam wordt gewaarborgd tijdens de voorbereidingen en uitvoering van deze selectiewedstrijden. De deelnemende selectieteams en de begeleidingscommissie nationale teams zullen tenminste 1 week voor aanvang van de selectiewedstrijden van de Landelijke Wedstrijdcommissie een deelnamelijst ontvangen. Het schema van trekbeurten ontvangen de teams na de weging.
8.7 TWIF-reglement
Selectiewedstrijden zullen worden gehouden volgens het geldende TWIF-reglement,, met uitzondering van: Er worden geen finale wedstrijden gehouden.
Er dient middels de puntentelling in de poule een eindrangschikking te zijn in behaalde punten.
Wanneer 2 of meer teams, op welke plaats dan ook, met een gelijk aantal punten eindigen, zullen zij door middel van (een) beslissingswedstrijd(en) alsnog voor een eindrangschikking moeten zorgen. De eindrangschikking moet volledig zijn, d.w.z. van het team dat op de eerste plaats eindigt t/m het team dat op de laatste plaats eindigt.
Waarschuwingen en onderling resultaat zijn niet bepalend voor een eindrangschikking, alleen het aantal behaalde punten.
8.8 Aanvullende regels
Voor aanvang van de selectiewedstrijden dient bij de weging een spelerslijst te worden overhandigd aan de hoofdwedstrijdleider.
Bijlage 1 Bij het wedstrijdreglement LICENTIEREGELING
Wedstrijdleiders dienen om hun licentie/graad te behouden als volgt te handelen:
1e graads: In 1 kalenderjaar minimaal tijdens 3 gewestelijke competitietoernooien fluiten en tijdens 2 nationale competitie (open of gesloten) of internationale toernooien in Nederland.
2e graads: In 1 kalenderjaar minimaal tijdens 2 NTB toernooien en 2 gewestelijke competitietoernooien te fluiten.
Wil men in aanmerking komen tot promotie 1e graads, dient men ook tijdens 1 nationaal competitietoernooi (open of gesloten) te fluiten. Gewestelijk wedstrijdcommissie draagt wedstrijdleiders voor die fluiten op nationale competitietoernooien (open of gesloten).
3e graads: In 1 kalenderjaar minimaal tijdens 3 NTB toernooien fluiten.
Indien het een wedstrijdleider niet mogelijk is om tijdens het juiste aantal nationale competitiewedstrijden te fluiten bestaat de mogelijkheid om dit tijdens selectiewedstrijden of andere wedstrijden van gelijk niveau te doen. Dit moet dan wel bij het gewestbestuur gemeld worden, die dit dan voor 15 januari van elk jaar kan doorgeven aan het bondsbureau. De redenen moeten zwaarwegend zijn, het gewestbestuur beslist in deze.
Heeft een wedstrijdleider niet aan bovengenoemde licentievoorwaarden voldaan, dan kan tot degradatie naar een lagere graad/ontheffing van licentie, worden overgegaan.
Wedstrijdleiders die na enkele jaren weer willen gaan fluiten, kunnen door middel van een bijscholingsdag/avond weer op de lijst van actieve wedstrijdleiders komen te staan.
Promotie kan alleen geschieden wanneer een wedstrijdleider in ieder geval aan de licentie eisen heeft voldaan.
Promotie van 3e naar 2e graads wordt in ieder gewest door de eigen wedstrijdcommissie aan de hand van de beoordelingslijsten verzorgd.
Promotie van 2e naar 1e graads, en degradatie van 1e naar 2e en van 2e naar 3e graads geschiedt als volgt:
De nationale beoordelingscommissie (zie ook punt 6.4 wedstrijdreglement) doet voordragen aan het bondsbestuur.
Het bondsbestuur beslist in deze, maar zal het advies van deze commissie als overwegend argument hanteren. Gaat het bondsbestuur niet akkoord, dan kan men hiertegen schriftelijk in beroep gaan. De nationale beoordelingscommissie heeft het recht hierover een gesprek met betreffende wedstrijdleider aan te gaan.
De nationale beoordelingscommissie stelt een lijst van wedstrijdleiders samen, naar rangorde. Voor het fluiten tijdens EK's/WK's zullen de hoogstgeplaatste internationale wedstrijdleiders gevraagd worden, al naar gelang het aantal dat door TWIF gevraagd wordt. De "lager geplaatsten" krijgen tijdens andere internationale toernooien gelegenheid geboden hun kunnen op internationaal gebied te bewijzen.
Bijlage 2A Bij het wedstrijdreglement WEDSTRIJDSCHEMA’S
4 Ploegen | 1 | A – B C – D | 2. | A – D B – C | 3. | A – C B – D | ||||
5 Ploegen | 1 | A – B C – D | 2. | E – A B – C | 3. | D – E A – C | 4. | E – B D – A | 5. | C – E B – D |
6 Ploegen 1. A – B | 2. B – D | 3. A – D | 4. E – D | 5. A – E |
C – D | F – A | B – E | A – C | D – F |
E – F | C – E | C – F | F – B | B – C |
7 Ploegen | 1. | A – B | 2. | A – C | 3. A – D | 4. | A – E | 5. | A – F | 6. | C – E | 7. | A – G |
C – D | B – D | B – C | B – F | B – E | B – G | C – F | |||||||
. | E – F | E – G | F – G | C – G | D – G | D – F | D – E |
8 Ploegen 1. A – B | 2. A – C | 3. A – D | 4. A – E | 5. A – F | 6. A – H | 7. A – G |
C – D | B – D | B – C | B – F | B – E | B – G | B – H |
E – F | E – G | H – E | C – G | H – C | C – E | C – F |
G – H | H – F | F – G | H – D | D – G | D – F | D – E |
9 Ploegen | 1. | A – B | 2. | I – A | 3. | H – A | 4. | F – A | 5. | A – D |
C – D | B – C | C – I | H – I | F – I | ||||||
E – F | D – E | B – E | C – E | H – E | ||||||
G – H | F – G | D – G | B – G | C – G |
6. B – D | 7. C – F | 8. A – C | 9. A – G |
F – H | B – H | B – F | D – F |
A – E | D – I | D – H | C – H |
G – I | E – G | E – I | B – I |
10 Ploegen | 1 | A – B | 2 | A – D | 3 | A – F | 4 | A – H | 5 | A – J |
C – D | B – F | D – H | F – J | H – I | ||||||
E – F | C – H | B – J | D – I | F – G | ||||||
G – H | E – J | C – I | B – G | D – E | ||||||
I – J | G – I | E – G | C – E | B – C |
6 A – I | 7 A – G 8 A – E 9 A – C | ||
J – G | I – E | G – C | E – B |
H – E | J – C | I – B | G – D |
F – C | H – B | J – D | I – F |
D – B | F – D | H – F | J – H |
11 Ploegen | 1 | A – B | 2. | A – K | 3. | A – J | 4. | A – H | 5. | A – F | 6. | A – D |
C – D | C – B | C – K | C – J | C – H | C – F | |||||||
E – F | E – D | E – B | E – K | E – J | E – H | |||||||
G – H | G – F | G – D | G – B | G – K | G – J | |||||||
I – J | I – H | I – F | I – D | I – B | I – K |
7. B – D | 8. A – C | 9. A – I | 10. E – I | 11. A – E |
C – E | D – F | C – G | A – G | C – I |
F – H | E – G | D – J | D – K | B – K |
G – I | B – J | F – K | B – F | D – H |
J – K | H – K | B – H | H – J | F – J |
_
12 Ploegen 1. A – B | 2. B – D | 3. | A – D | 4. | E – D | 5. A – E | 6. A – G |
C–D G–H | F–A E–F C–E H–J | B – E C – F G – J | A – C K – J F – B | D – F G – K B – C | D – K B – J C – L | ||
I–J | L–G | H – K | G – I | J – L | E – H | ||
K–L | I–K | I – L | H – L | H – I | F – I |
7. A–K | 8. A–J | 9. A–L | 10. A–H | 11. A–I |
D – J | D – L | D – H | D – I | D – G |
B – L | B – H | B – I | B – G | B – K |
C – H | C – I | C – G | C – K | C – J |
E – I | E – G | E – K | E – J | E – L |
F – G | F – K | F – J | F – L | F – H |
Bijlage 2B Bij het wedstrijdreglement ROULATIESCHEMA’S
Toernooien | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 | ||
4 Ploegen | A | C | C | B | A | D | A | B | ||
B | A | D | C | C | A | C | A | |||
C | D | B | A | D | B | B | D | |||
D | B | A | D | B | C | D | C | |||
5 Ploegen | A | D | E | A | B | E | C | B | ||
B | B | C | C | D | D | A | A | |||
C | E | D | B | A | C | E | D | |||
D | A | A | E | E | B | B | C | |||
E | C | B | D | C | A | D | E | |||
6 Ploegen | A | B | A | D | A | C | A | F | ||
B | C | D | F | C | B | F | D | |||
C | E | F | E | B | E | D | E | |||
D | F | C | B | F | D | B | C | |||
E | A | E | A | E | A | E | A | |||
F | D | B | C | D | F | C | B | |||
7 Ploegen | A | C | G | B | F | D | A | G | ||
B | D | F | A | C | G | B | F | |||
C | G | B | F | D | A | G | C | |||
D | F | A | C | G | B | F | D | |||
E | B | E | E | A | E | E | B | |||
F | A | C | G | B | F | D | A | |||
G | E | D | D | E | C | C | E | |||
8 Ploegen | A | C | H | G | F | D | H | A | ||
B | D | F | B | E | A | B | C | |||
C | H | G | F | D | H | A | E | |||
D | F | B | E | A | B | C | G | |||
E | G | A | C | H | G | F | D | |||
F | B | E | A | B | C | G | B | |||
G | A | C | H | G | F | D | H | |||
H | E | D | D | C | E | E | F | |||
9 Ploegen | A | C | H | G | G | B | D | F | ||
B | D | B | F | A | H | H | E | |||
C | G | E | B | B | F | A | C | |||
D | F | A | H | H | E | G | D | |||
E | B | I | I | F | I | I | H | |||
F | H | C | E | E | D | B | A | |||
G | I | D | A | I | C | C | G | |||
H | E | G | D | D | A | F | I | |||
I | A | F | C | C | G | E | B | |||
10 Xxxxxxx | A | C | J | I | G | H | F | I | ||
B | D | F | H | E | D | B | C | |||
C | J | I | G | H | F | I | J | |||
D | F | H | E | D | B | C | A | |||
E | B | G | A | A | E | J | G | |||
F | H | E | D | B | C | A | D | |||
G | I | A | C | J | I | G | H | |||
H | E | D | B | C | A | D | E | |||
I | A | C | J | I | G | H | F | |||
J | G | B | F | F | J | E | B |
Toernooien | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 |
11 Xxxxxxx | A | C | K | I | G | H | F | I |
B | D | J | H | E | D | B | C | |
C | K | F | G | H | F | I | J | |
D | J | I | K | D | B | C | A | |
E | F | H | E | K | E | J | G | |
F | B | G | A | A | K | A | D | |
G | H | E | D | B | C | G | H | |
H | I | A | C | J | I | K | E | |
I | E | D | B | C | A | D | F | |
J | A | C | J | I | G | H | B | |
K | G | B | F | F | J | E | K | |
12 Ploegen | A | C | D | E | H | B | I | L |
B | D | E | F | I | C | J | A | |
C | E | F | G | J | D | K | B | |
D | F | G | H | K | E | L | C | |
E | G | H | I | L | F | A | D | |
F | H | I | J | A | G | B | E | |
G | I | J | K | B | H | C | F | |
H | J | K | L | C | I | D | G | |
I | K | L | A | D | J | E | H | |
J | L | A | B | E | K | F | I | |
K | A | B | C | F | L | G | J | |
L | B | C | D | G | A | H | K |
Bijlage 3 Bij het wedstrijdreglement OUTDOOR SCHOENEN
Bijlage 4 Bij het wedstrijdreglement
RECLAME OP WEDSTRIJDKLEDING EN -UITVOERING
1: Onder wedstrijduitrusting wordt in de regel verstaan: alle tijdens een wedstrijd gedragen kleding, schoeisel, lichaambeschermers. 2: Het is verenigingen toegestaan reclame te (doen) maken op de wedstrijdkleding (shirts, broek, kousen, schoeisel, caps die
tijdens (bonds)wedstrijden door de spelers worden gedragen, mits de bepalingen in de navolgende regeling ”shirtreclame” in acht
zijn genomen.
A1: Indien ten behoeve van een team reclame is overeengekomen tussen een sponsor en vereniging en/of club, dient deze tijdens wedstrijd voor alle spelers en coach uniform te luiden en op een gelijke plaats te zijn aangebracht.
A2: Shirt. Het aantal toegestane reclame-uitingen op de voorzijde van het shirt zijn ten hoogste drie al dan niet dezelfde, reclame uitingen aangebracht met de maximale oppervlakte van 600 cm2.
Aan de zijkant van elke mouw van het shirt mag maximaal één reclame uiting worden aangebracht tot het maximum van 20 cm2. Aan de achterzijde mogen maximaal twee, al dan niet dezelfde, reclame-uitingen worden aangebracht met de maximale oppervlakte van 300 cm2.
A3: Broek. Aan de voorkant of zijkant van de broek lang en/of kort mag op iedere broekspijp maximaal een reclame-uiting van 75 cm2 worden aangebracht.
A4: Kousen. Op de kousen mag uitsluitend de naam, beeldmerk en/of logo van de fabrikant van de kousen worden aangebracht. Dus geen reclame.
A5: Schoenen. Op de schoenen mag uitsluitend de naam, beeldmerk en/of logo van de fabrikant van de schoenen worden aangebracht.
Dus geen reclame.
A6: De reclame die op de wedstrijdkleding wordt aangebracht mag niet in strijd zijn met nationaal of internationaal geldende al dan wettelijke bepalingen(waaronder de reclamecode voor sigaretten en shag” en de code “code voor alcohol houdende dranken”), de openbare orde of goede zeden, eisen van goede smaak en fatsoen.
Reclameteksten mogen geen politieke en/of wereldaanschouwlijke stellingname verkondigen.
Bijlage 5 Bij het wedstrijdreglement AANDUIDINGEN COMMANDO’S
Team are you ready? Teams klaar?
Pick up the rope Pak op het touw
Take the strain Strekken
Rope to the centre Touw naar het midden
Steady Trekken
Pull Nu
First caution
Eerste waarschuwing
Second caution
Tweede waarschuwing
Indication winning team Aanduiding winnende team
Change ends Wisselen
No Pull No Pull
Inactivity Inactiviteit
Bijlage 6 Bij het wedstrijdreglement AANDUIDINGEN OVERTREDINGEN
Sitting Zitten
Leaning Steunen
Locking Klemmen
Grip Greep
Propping Tillen
Position Positie
Climbing the rope Inpalmen
Rowing Roeien
Xxxxxxxxx’x grip
Ankermans greep
Footholds Hakken
Side-stepping Zijwaarts stappen
Trainer
Verzorger niet communiceren
Bijlage 7 Bij het wedstrijdreglement BESCHERMENDE KLEDING - RIEMEN
Definities
1. Een elastische riem is een riem gemaakt van een materiaal dat zich uitstrekt wanneer eraan wordt getrokken (aan elk uiteinde of een sectie) en de lengte ervan met een merkbare hoeveelheid vergroot en meer dan eens rond het lichaam kan worden gewikkeld.
2. Een stugge riem is een riem gemaakt van een materiaal dat niet uitrekt en dus geen merkbare toename in lengte vertoont wanneer er aan elk uiteinde wordt getrokken. Het is ‘stug’ in verticale richting en gaat niet meer dan één keer om het lichaam heen.
3. Een geweven/doekriem is gemaakt van een zacht of flexibel materiaal en is bedoeld om meer dan eens om het lichaam te worden gewikkeld, maar rekt niet uit.
Stugge riemen van moderner materiaal, zoals die op de foto's hieronder, met een gelijke maximale afmeting van 150 mm worden echter aanvaardbaar geacht.
.