Huishoudelijk Reglement - Coöperatie Leren voor Morgen
Huishoudelijk Reglement - Coöperatie Leren voor Morgen
1. Algemene bepalingen 1.1 Doel van het Huishoudelijk Reglement | p. 3 | |
1.2 Geldigheid en toepasselijkheid van het Huishoudelijk Reglement 1.3 Definities | p. 3 | p. 3 |
2. Organisatie van de Coöperatie 2.1 Non-profit organisatie 2.2 Structuur van de Coöperatie | p. 5 | p. 5 |
2.3 Kernwaarden 2.4 Integriteit en gedrag | p. 7 p. 7 | |
3. Leden en lidmaatschap 3.1 Leden | p. 8 | |
3.2 Toetredingsvoorwaarden lidmaatschap | p. 8 | |
3.3 Voordelen en verplichtingen van lidmaatschap | p. 8 | |
3.4 Ledenovereenkomsten | p. 9 | |
3.5 Ledenregister 3.6 Stemrecht | p. 10 p. 10 | |
4. Stuurgroepen van Netwerken 4.1 Taken 4.2 Samenstelling en benoeming | p. 12 | p. 12 |
4.3 Rapportage en verantwoording 4.4 Rechten en plichten | p. 12 | p. 13 |
5. Projectgroepen en werkgroepen 5.1 Taken 5.2 Samenstelling en benoeming | p. 14 | p. 14 |
5.3 Rapportage en verantwoording 5.4 Rechten en plichten | p. 14 | p. 14 |
6. Financiën 6.1 Inkomstenbronnen | p. 15 | |
6.2 Contributie | p. 15 |
7. Communicatie | ||
7.1 Communicatie tussen RvT en Leden | p. 16 | |
7.2 Communicatie tussen Bestuur en Leden | p. 16 | |
7.3 Communicatie tussen Leden | p. 16 | |
7.4 Communicatie tussen Bestuur en RvT | p. 16 | |
7.4 Communicatie extern | p. 16 |
8. Slotbepalingen
8.1. Wijziging van het Huishoudelijk Reglement p. 18
8.2. Onvoorziene gevallen p. 18
8.3. Vereffening p. 18
Bijlage 1. Intentieverklaring p. 19
1. Algemene bepalingen
1.1. Doel van het Huishoudelijk Reglement
Het doel van dit Huishoudelijk Reglement is de dagelijkse gang van zaken binnen de Coöperatie Xxxxx voor Mor- gen (hierna: Coöperatie) te beschrijven.
Dit Reglement bevat aanvullingen en uitwerkingen van de Statuten: regels, richtlijnen en afspraken waaraan alle leden en medewerkers van de Coöperatie zich committeren.
1.2. Geldigheid en toepasselijkheid van het Huishoudelijk Reglement
Dit Huishoudelijk Reglement is vastgesteld bij besluit van de Algemene Ledenvergadering (ALV) van de Coöperatie op 29 juni 2023 in Utrecht. De bepalingen in dit Reglement zijn vanaf dat moment geldig.
Dit Reglement is van toepassing op het lidmaatschap bij de Coöperatie en alle daarop betrekking hebbende over- eenkomsten en daarmee verband houdende handelingen. Ook is dit Reglement van toepassing op deelname aan (een van) de netwerken van de Coöperatie.
1.3. Definities
Hieronder volgen definities voor termen die in dit Huishoudelijk Reglement worden gebruikt. De definities voor Coöperatie, Lid/Leden, Directie, Bestuur, Raad van Toezicht en Schriftelijk zijn overgenomen uit de Statuten.
Algemene Ledenvergadering (ALV). De algemene vergadering van de
Coöperatie. Deze wordt minimaal twee keer per jaar xxxxxxxx- xxxxx. Alle leden zijn welkom en hebben stemrecht.
Bestuur. Het bestuur van de Coöperatie zoals bedoeld in artikel 9 van de Statuten.
Bureau. Het team van medewerkers dat de Coöperatie ondersteunt en faciliteert.
Contributie. Het bedrag dat het Lid aan de Coöperatie per kalenderjaar verschuldigd is.
Coöperatie. De rechtspersoon Coöperatie Leren voor Morgen U.A. die wordt beheerst door de Statuten
Directie. De directie van de Coöperatie, bestaande uit één of meer directeur-bestuurders, aangesteld door de Algemene Ledenvergadering, al dan
niet aangevuld met één of meer personeelsleden met de titel “di- recteur”, niet zijnde bestuurders.
Koers. De combinatie van Theory of Change, meerjarenplan en jaarplan.
Leren voor Duurzame Ontwikkeling. Leren voor Duurzame Ontwikkeling (LvDO) is een manier van leren
die mensen (in opleiding, werk en privé) helpt om actief mee te werken aan een duurzamere toekomst. Binnen activiteiten voor alle leeftijden, gebaseerd op UNESCO-uitgangspunten, leert de lerende niet alleen over, maar participeert deze ook in duurzame ontwikkeling.
Lid/Leden. Een lid of leden van de Coöperatie zoals bedoeld in artikel 3 van de Statuten.
Netwerk. Een groep individuen georganiseerd per onderwijssector, aange- stuurd door een stuurgroep en gecoördineerd vanuit het Bureau van de Coöperatie.
Projectgroep. Een groep individuen vanuit het Bureau, de Le-
den en/of de Netwerken, eventueel aangevuld met externe part- ners, die (tijdelijk) samenkomt om aan een project van een op- drachtgever te werken.
Raad van Toezicht. De toezichthouder op het Bestuur conform
artikel 47 van het Burgerlijk Wetboek deel 2 en zoals bepaald in artikel 11 van de Statuten.
Schriftelijk. Daar waar in deze statuten “Schriftelijk” wordt
vermeld, wordt bedoeld, tenzij de context het hiernavolgende uit- drukkelijk beperkt of uitsluit, een tekst die schriftelijk per post, per fax, e-mail of door enig ander daartoe geëigend elektronisch mid- del beschikbaar wordt gemaakt zodanig dat deze tekst leesbaar, schriftelijk reproduceerbaar en elektronisch te bewaren is, en waarbij zowel verzender als ontvanger persoonlijk kunnen worden geïdentificeerd.
Statuten. De statuten van de Coöperatie Leren voor Morgen, opgesteld op 26-01-2017 en gewijzigd op 16-02-2023.
Werkgroep. Een groep individuen vanuit het Bureau, de Leden en/of de Net- werken die (tijdelijk) samenkomt om aan een concreet doel te werken.
2. Organisatie van de Coöperatie
2.1. Non-profit organisatie
De Coöperatie is een organisatie zonder winstoogmerk. Eventuele netto-opbrengsten vloeien terug naar de pro- jecten en activiteiten ten dienste van de missie en de daaruit voorvloeiende jaarlijks vastgelegde doelstellingen van de Coöperatie (artikel 2.1 van de Statuten). Daarnaast wordt uit de netto-opbrengsten een reserve opge- bouwd die de Coöperatie van financiële stabiliteit voorziet.
De Coöperatie geeft geen financiële steun aan producten en diensten die leden al dan niet met winstoogmerk (kunnen) verkopen. Resultaten, kennis en ervaring van projecten die onder de vlag van de Coöperatie worden en zijn uitgevoerd, moeten deelbaar zijn met alle leden zodat we er als gemeenschap van kunnen leren. Als coöpera- tie kan De Coöperatie geen officiële ANBI-status toegekend krijgen; de Coöperatie wil wel in de geest van een ANBI-erkenning opereren.
2.2. Structuur van de Coöperatie
De Coöperatie onderscheidt verschillende organisatieniveaus: de Algemene Ledenvergadering, de Raad van Toe- zicht, het Bestuur, het Bureau (aangestuurd door de Directie), de Netwerken (aangestuurd door de Stuurgroepen) en Communities. Daarnaast kunnen (tijdelijk) Projectgroepen, Werkgroepen en Commissies in het leven worden geroepen. Figuur 1 geeft het organogram van De Coöperatie weer.
Figuur 1. Organogram Coöperatie Leren voor Morgen
ALV. De Algemene Ledenvergadering (ALV) is het hoogste orgaan van de Coöperatie. Tijdens de ALV kunnen Le- den door middel van hun spreekrecht en stemrecht invloed uitoefenen op de Koers die het Bestuur van de Co- operatie voorstelt en uitvoert. De taken, bevoegdheden, rechten en plichten van de ALV zijn beschreven in de Sta- tuten (artikelen 14-16).
RvT. De Raad van Toezicht (RvT) bestaat uit natuurlijke personen wier organisatie al dan niet Lid van de Coöpera- tie is. De RvT controleert of het Bestuur zich aan de afgesproken Koers houdt binnen het vastgestelde meerjaren- plan, jaarplan en de jaarbegroting/meerjarenbegroting. De RvT controleert ook of het Bestuur zich houdt aan de voor de Coöperatie geldende wet- en regelgeving. De taken, bevoegdheden, rechten en plichten van de RvT van De Coöperatie zijn beschreven in de Statuten (artikelen 11-13) en in het RvT-Reglement.
Bestuur. Het Bestuur van de Coöperatie bestaat uit een of meer leden van de Directie die worden aangesteld door de ALV. Het bestuur voert de besluiten van de ALV uit en is verantwoordelijk voor de realisatie van de doel- stellingen. De taken, bevoegdheden, rechten en plichten van het Bestuur zijn beschreven in de Statuten (artikelen 9 en 10) en in het Bestuursreglement.
Directie. De Directie stuurt het Bureau aan en is verantwoordelijk voor de dagelijkse leiding van de Coöperatie. De Directie legt verantwoording af aan het Bestuur. In de praktijk zijn de huidige directeuren ook bestuurders en vor- men zij een Directiebestuur.
Bureau. Het Bureau is het team van medewerkers dat de Coöperatie ondersteunt en faciliteert. Het Bureau organiseert het samenspel tussen Xxxxx, stakeholders en opdrachtgevers. Het Bureau verbindt deze partijen en draagt er zorg voor dat de activiteiten die worden uitgevoerd namens de Coöperatie, bijdragen aan de missie, Theory of Change en daaruit voortvloeiende doelstellingen.
Netwerken. De Netwerken van de Coöperatie zijn georganiseerd rondom de verschillende onderwijssectoren (zie artikel 8 van de Statuten). Leden, maar ook niet-leden, organisaties alsook individuen kunnen lid worden van de Netwerken van de Coöperatie.
Stuurgroepen. Een Stuurgroep (zie artikel 4 van dit Huishoudelijk Reglement) stuurt een Netwerk aan en bestaat uit leden van het Netwerk. De Stuurgroep bepaalt ieder jaar de focus in de activiteiten die binnen het Netwerk plaatsvinden, in lijn met de jaarplannen van de Coöperatie. De Stuurgroep bewaakt vervolgens de voortgang van de plannen binnen het Netwerk.
Communities. Een Community is een sub-netwerk binnen een Netwerk. De meeste Communities bestaan uit leer- krachten. Het doel van een Community is kennis en inspiratie delen en zodoende elkaar ondersteunen en inspire- ren.
Projectgroepen. Projectgroepen kunnen (tijdelijk) in het leven worden geroepen om te werken aan de doelen van projecten, in opdracht van een externe opdrachtgever (zie artikel 6 van dit Reglement).
Werkgroepen. Werkgroepen kunnen (tijdelijk) in het leven worden geroepen om te werken aan de doelen van activiteiten, in opdracht van Bestuur of Leden (zie artikel 6 van dit Reglement).
Commissies. Commissies kunnen worden ingesteld door de ALV en de RvT. Commissies ondersteunen de ALV (o.a. kiescommissie) of de RvT (remuneratiecommissie en auditcommissie) in hun werkzaamheden.
2.3. Kernwaarden
In artikel 2.1 van de Statuten wordt de missie van de Coöperatie beschreven:
“Wij werken vanuit onze gedeelde kernwaarden samen aan innovatieve oplossingen, die aansturen op systeem- veranderingen voor duurzame ontwikkeling in het onderwijs.”
Onze kernwaarden zijn: transparant, warm en zorgzaam, samen, gelijkwaardig, idealisme/intrinsieke motivatie, speels en plezier, ambitie, ontdekken/innovatie, eigenwijs en kwaliteit.
Deze kernwaarden zijn tot stand gekomen in het strategietraject dat in 2020 met Xxxxx is doorlopen.
2.4. Integriteit en gedrag
Leden, netwerkleden, het Bestuur, de medewerkers en de Raad van Toezicht van de Coöperatie zijn open, trans- parant en geven inzicht in hun besluiten en handelen.
Het Bureau van de Coöperatie is transparant over welke projecten en activiteiten er (in aantocht) zijn, brengt le- den binnen en rondom deze projecten en activiteiten bij elkaar en legt verantwoording af aan de Directie over de keuzes die worden gemaakt.
Leden hebben een betrokken houding en zoeken naar samenwerkingsmogelijkheden binnen de netwerken, activi- teiten en projecten. Leden ondertekenen hiertoe bij het begin van hun lidmaatschap van de Coöperatie een in- tentieverklaring (zie bijlage 1).
Geen van de partijen maakt misbruik van macht of gezag, handelt met voorkennis of voert verborgen agenda’s.
Leden zijn gehouden niets te doen of te laten wat het economische en maatschappelijke belang van de Coöpera- tie kan schaden.
3. Leden en lidmaatschap
Onderstaande punten gelden in aanvulling op de artikelen 3 t/m 7 van de Statuten over Leden en Lidmaatschap.
3.1. Leden
In artikel 3.1 van de Statuten staat beschreven dat leden persoonsvennootschappen en rechtspersonen kunnen zijn, die activiteiten verrichten aansluitend bij de doelstelling van de Coöperatie. Eenmanszaken zijn natuurlijke personen en vallen niet onder rechtspersonen of persoonsvennootschappen. In dit Reglement wordt een catego- rie “bijzondere leden met stemrecht” toegevoegd, bestaande uit natuurlijke personen zijnde een eenmanszaak. Eenmanszaken worden net als andere leden geïnformeerd en uitgenodigd voor alle bijeenkomsten. Ze betalen ook Contributie.
De Coöperatie heeft twee groepen leden: partijen binnen het onderwijssysteem en partijen die het onderwijssys- teem faciliteren in de transitie richting LvDO.
3.2. Toetredingsvoorwaarden lidmaatschap
Aanvullend aan wat staat beschreven in artikel 3.1 van de Statuten, gelden de volgende toetredingsvoorwaarden voor lidmaatschap. Voor lidmaatschap komen persoonsvennootschappen en rechtspersonen in aanmerking die:
• De visie van de Coöperatie onderschrijven: “In een steeds sneller veranderende wereld zien wij De Coöpe- ratie als hét dynamische, brede netwerk dat met urgentie duurzaamheid in het onderwijs binnen en bui- ten de scholen vorm wil geven.”;
• De missie van de Coöperatie omarmen en zich hier actief voor in willen zetten: “Wij werken vanuit onze gedeelde kernwaarden samen aan innovatieve oplossingen, die aansturen op systeemveranderingen voor duurzame ontwikkeling in het onderwijs.”;
• Bereid zijn Coöperatief te werken aan de beoogde verandering. Hiertoe ondertekenen zij de intentiever- klaring zoals genoemd in art. 2.4; zie bijlage 1.
3.3. Voordelen en verplichtingen van lidmaatschap
Naast de rechten voor Leden genoemd in artikel 5.3 en 15 (stemrecht) van de Statuten, geeft lidmaatschap de volgende voordelen aan Leden:
• Je maakt onderdeel uit van het netwerk van de Coöperatie;
• Je bent zichtbaar in dit netwerk van onderwijsinstellingen en -professionals als partij met hart voor toe- komstgericht onderwijs;
• Je kunt je als lid profileren op de website van de Coöperatie;
• Je kunt gebruikmaken van alle online kennis en tools op de website de Coöperatie, waaronder ook moge- lijke pagina’s die uitsluitend toegankelijk zijn voor leden;
• Je kunt contact zoeken en kennis uitwisselen met andere Leden die werken aan dezelfde missie;
• Je kunt je stem voor toekomstgericht onderwijs laten vertegenwoordigen door de Coöperatie;
• Je kunt gebruikmaken van het logo van de Coöperatie in digitale uitingen daar waar het Lid namens de Coöperatie spreekt en dit met De Coöperatie is afgestemd;
• Je kunt deelnemen aan voor het Lid bestemde netwerken van de Coöperatie tegen de daarvoor geldende voorwaarden;
• Als onderwijsinstelling kun je aan de Coöperatie hulp vragen bij het verankeren van LvDO in het onderwijs en deze hulp ontvangen vanuit het netwerk.
Naast de verplichtingen genoemd in artikel 5 van de Statuten, gelden onderstaande verplichtingen voor leden:
• Handelen in overeenstemming met de visie en missie van de Coöperatie, de Statuten en dit Reglement;
• Het aanleveren van relevante gegevens die noodzakelijk zijn voor een goede afhandeling van de Contribu- tiefactuur;
• Het tijdig, dat wil zeggen binnen een maand, doorgeven van wijzigingen die consequenties (kunnen) heb- ben van het lidmaatschap, zoals het aantal medewerkers dat in dienst is;
• Als wijzigingen, die leiden tot een hogere Contributie, niet, onjuist of te laat zijn doorgegeven is de Co- operatie gerechtigd het te weinig betaalde alsnog met terugwerkende kracht te vorderen. Wijzigingen die niet tijdig zijn doorgegeven en die leiden tot een lagere Contributie worden met ingang van het volgende kalenderjaar ingevoerd en leiden niet tot restitutie van te veel betaalde Contributie;
• Het in algemene zin naleven van al die verplichtingen die voortvloeien uit het gebruik van door de Coöpe- ratie op enig moment aangeboden diensten of leveringen;
• Het in algemene zin onthouden van al die handelingen en maatregelen die de Coöperatie in diskrediet kunnen brengen of die op enigerlei wijze het functioneren van de Coöperatie kunnen beperken of scha- den.
3.4 Ledenovereenkomsten
De Coöperatie kent twee soorten ledenovereenkomsten. De eerste overeenkomst ontstaat op het moment van inschrijving als Lid. De bevestigingsmail van inschrijving aan het Lid wordt beschouwd als de overeenkomst voor het Lidmaatschap.
De tweede overeenkomst betreft een overeenkomst tussen Lid en Coöperatie voor het uitvoeren van projecten of activiteiten. De Statuten zeggen hierover het volgende (artikelen 2.3 en 5.1): ‘De Coöperatie sluit overeenkom- sten met haar Leden in het bedrijf dat zij voor haar Leden uitoefent of doet uitoefenen om in stoffelijke behoef- ten te voorzien. De Coöperatie stelt deze overeenkomst vast op grond waarvan de Coöperatie en de Leden een zakelijke relatie onderhouden’.
3.5. Ledenregister
In aanvulling op artikel 3.5 uit de Statuten bepaalt dit artikel het volgende: Leden geven toestemming tot opname in het ledenregister. Het ledenregister is niet openbaar toegankelijk. Met de gegevens uit het ledenregister wordt omgegaan in overeenstemming met de Wet algemene verordening gegevensbescherming (AVG). In het ledenre- gister is per lid de volgende informatie opgegeven:
• Type organisatie: een organisatie wordt tot één van de volgende categorieën gerekend: ‘onderwijs’, ‘non- profit’, ‘profit’ of ‘overheid’. Deze informatie is nodig voor het bepalen van de Contributie.
• Aantal fte’s organisatie: een organisatie wordt tot één van de volgende categorieën gerekend: ‘0-1 fte’, ‘1,1-4,9 fte’, ‘5-14,9 fte’, ‘15-29,9 fte’ of ‘30 of meer fte’. Deze informatie is nodig voor het bepalen van de Contributie.
• Contactgegevens: de naam, het telefoonnummer en het e-mailadres van ten minste één contactpersoon van de organisatie.
• Het KvK-nummer van de organisatie: deze informatie is nodig om de vorm van het lidmaatschap te bepa- len.
3.6. Stemrecht
In aanvulling op artikelen 14.5 en 15.1 uit de Statuten: Leden zijn het hoogste orgaan binnen de Coöperatie. Dit betekent dat zij naast spreekrecht tijdens ALV’s de Koers van de Coöperatie door middel van stemrecht vaststel- len. Alle stemmingen tijdens ALV’s vinden in principe mondeling plaats. Wanneer de voorzitter of een van de aan- wezige leden een Schriftelijke stemming meer geschikt acht en dit voorstelt, moet dit mogelijk zijn. Bij verkiezin- gen bestaat de mogelijkheid om de stem van tevoren uit te brengen.
Een Schriftelijke stemming kan op twee verschillende manieren plaatsvinden. Leden kunnen hun stem uitbrengen op papier, of er kan elektronisch gestemd worden. Bij een Schriftelijke stemming moet anonimiteit gewaarborgd kunnen worden.
De volgende randvoorwaarden gelden bij een elektronische stemming:
• Elk Lid kan maximaal éénmaal deelnemen aan de stemming;
• Het Lid moet kunnen worden geïdentificeerd;
• Stemming kan voorafgaand aan de ALV Schriftelijk plaatsvinden, mits dit bij de oproeping tot de vergade- ring bekend wordt gemaakt;
• Het bestuur kan voorwaarden stellen aan het gebruik van elektronische communicatiemiddelen. Als het Bestuur zodanige voorwaarden stelt, worden deze bij de oproeping tot de vergadering bekend gemaakt.
Een éénstemmig besluit van alle leden, ook al zijn deze niet in een vergadering bijeen, heeft, mits met voorkennis van de Raad van Toezicht genomen, dezelfde kracht als een besluit van de ALV.
Over onderwerpen die niet als agendapunt zijn opgenomen, kan in een ALV geen besluit worden genomen, tenzij alle leden in die vergadering aanwezig of vertegenwoordigd zijn en geen van de aanwezigen bezwaar maakt tegen een dergelijke besluitvorming.
4. Stuurgroepen van Netwerken
4.1. Taken
Stuurgroepen stellen de koers van de Netwerken (po, vo, mbo en ho) vast, in samenspraak met de netwerkcoör- dinatoren van het Bureau. De netwerkcoördinator borgt dat de koers van het netwerk aansluit bij de Koers van de Coöperatie in zijn geheel, bij de missie, de Theory of Change en de daaruit voortvloeiende doelstellingen van de Coöperatie.
Een stuurgroep komt een aantal keer per jaar samen om plannen voor het netwerk te maken en de voortgang daarop te bewaken. De stuurgroep bepaalt ieder jaar de focus in de activiteiten die binnen het netwerk zullen worden uitgevoerd. De uiteengezette plannen worden opgenomen in het jaarplan van de Coöperatie. Dit wordt goedgekeurd door de ALV. De stuurgroep bewaakt vervolgens de voortgang van de plannen binnen het netwerk.
Ook kunnen de stuurgroepen, gevraagd dan wel ongevraagd, advies geven over de ontwikkelingen binnen het netwerk en de onderwijssector. Stuurgroepleden brengen kennis en kunde mee over duurzaamheidseducatie in de onderwijssector die ze vertegenwoordigen en hebben daarmee een klankbordfunctie voor de Coöperatie.
4.2. Samenstelling en benoeming
Stuurgroepen bestaan uit minimaal 3 leden exclusief de netwerkcoördinator. Kandidaten worden gezocht aan de hand van een (vacature)tekst met een profielschets van de functionaris die gezocht wordt. Leden, RvT, Bestuur en Bureau kunnen ook voorstellen indienen voor stuurgroepleden.
Het Bestuur benoemt nieuwe stuurgroepleden op advies van de zittende Stuurgroep. De Stuurgroep bepaalt ver- volgens zelf het moment van (her)benoeming en de zittingstermijn. Een stuurgroeplid kan een onbepaald aantal keren herbenoemd worden.
4.3. Rapportage en verantwoording
De netwerkcoördinator fungeert als secretaris van de stuurgroep. In samenwerking met de netwerkcoördinator stelt de stuurgroep jaarlijks aan het einde van het boekjaar een plan op voor het komende jaar, dat als input dient voor het jaarplan van De Coöperatie en als leidraad voor het netwerk.
Aan het begin van het boekjaar stelt de stuurgroep in samenwerking met de netwerkcoördinator een verslag op van het afgelopen boekjaar. Dit dient als verantwoording aan het Bestuur en als input voor het jaarverslag van de Coöperatie.
Tussentijds bewaken stuurgroep en netwerkcoördinator gezamenlijk de voortgang van het netwerkplan.
4.4. Rechten en plichten
Van stuurgroepleden wordt verwacht minstens 3 keer per jaar beschikbaar te zijn voor een stuurgroepvergade- ring. Per stuurgroep wordt bepaald hoeveel bijeenkomsten wenselijk zijn.
Daarnaast zijn de stuurgroepleden per mail bereikbaar voor afstemming tussen de vergaderingen door.
Stuurgroepleden kunnen reiskosten en eventuele andere onkosten die zij voor de vergaderingen maken, declare- ren bij de Coöperatie, wanneer deze niet door de eigen organisatie worden vergoed.
5. Projectgroepen en werkgroepen
5.1. Taken
Projectgroepen en Werkgroepen kunnen (tijdelijk) in het leven worden geroepen om te werken aan de doelen van projecten en activiteiten, die bijdragen aan de missie en daaruit voortvloeiende doelstellingen van de Coöpe- ratie. Deze projecten en activiteiten kunnen uiteenlopend zijn: zowel voor inhoudelijke als organisatorische zaken kunnen Project- of Werkgroepen worden opgesteld.
5.2. Samenstelling en benoeming
Projectgroepen en Werkgroepen worden ‘ad hoc’ opgericht, doelende op dat het een (meestal) tijdelijke groep is die speciaal in het leven wordt geroepen om een bepaalde zaak in behandeling te nemen. Als deze zaak is afge- rond wordt de groep weer opgeheven.
5.2.1. Projectgroepen worden gevormd rondom de projecten van externe opdrachtgevers.
Voor het uitvoeren van deze projecten stelt de opdrachtgever een vergoeding op maat beschikbaar.
5.2.2. Werkgroepen kunnen ontstaan vanuit het Bestuur/de Directie of vanuit een aanvraag van Leden. In het laatste geval bekijkt het Bureau of en hoe deze de Werkgroep kan faciliteren. Dit kan zijn door middel van een coördinerende rol, of door een financiële bijdrage te doen. Hiervoor wordt jaarlijks een klein deel van het budget beschikbaar gesteld.
5.3. Rapportage en verantwoording
5.3.1. Projectgroepen leggen verantwoording af aan de opdrachtgever van het project.
5.3.2. Omdat elke Werkgroep anders is qua vorm en inhoud, worden per groep aparte afspraken gemaakt over rapportage en verantwoording aan het Bestuur.
5.4. Rechten en plichten
5.4.1. De rechten en plichten van Projectgroepen worden beschreven per project.
5.4.2. Van Werkgroepleden wordt beschikbaarheid voor de desbetreffende zaak verwacht; deze wordt overeen- gekomen binnen de Werkgroep. Daarnaast zijn de Werkgroepleden ook per mail bereikbaar voor afstemming tus- sen de vergaderingen door.
5.4.3. Werkgroepleden kunnen reiskosten die zij voor de bijeenkomsten maken, declareren bij de Coöperatie, wanneer deze niet door de eigen organisatie worden vergoed.
6. Financiën
6.1. Inkomstenbronnen
Naast de Contributie en eventuele andere geldmiddelen afkomstig van leden, die benoemd zijn in artikel 6 van de Statuten, ontvangt de Coöperatie geldmiddelen van derde partijen. De Coöperatie onderscheidt twee inkomsten- bronnen die hier worden toegelicht: subsidies en projectfinanciering.
De Coöperatie zal geen financiële middelen aannemen van derde partijen die de missie en visie, zoals beschreven in art. 3.2, niet onderschrijven.
6.1.1. Subsidies. Onder subsidies wordt een tijdelijke financiële bijdrage van een bestuursorgaan (overheid of niet-commerciële organisatie) verstaan voor activiteiten waarvan het economische belang niet direct voor de hand ligt en waarvan de bestedingsrichting van tevoren duidelijk omschreven is.
6.1.2. Projectfinanciering. Onder projectfinanciering wordt een financiële bijdrage van een externe opdrachtge- ver verstaan. Projectfinanciering is tijdelijk van aard en gekoppeld aan een project dat wordt uitgevoerd binnen of via de Coöperatie.
6.2. Contributie
In aanvulling op artikel 6.3 uit de Statuten bepaalt dit Huishoudelijk Reglement het volgende over Contributie:
• Contributie draagt bij aan een gezonde, toekomstbestendige en actieve Coöperatie en versterkt de geza- menlijke inzet om te werken aan een duurzaam onderwijssysteem.
• De Contributie wordt jaarlijks geïnd door middel van een factuur; de inning vindt plaats in de eerste helft van het boekjaar.
• De hoogte van de Contributie is afhankelijk van het soort instelling en het aantal fte’s (zie artikel 3.5 van dit Huishoudelijk Reglement).
• De hoogte van de Contributie mag hooguit één keer per jaar bijgesteld worden. Hiervoor is toestemming van de Algemene Ledenvergadering nodig.
• Opzegging van het lidmaatschap gedurende het jaar leidt niet tot terugbetaling van Contributie voor het resterende deel van het jaar (zie Statuten artikel 4.2).
7. Communicatie
7.1. Communicatie tussen RvT en Leden
Formele communicatie tussen RvT en Leden vindt plaats tijdens de ALV’s. De meeste RvT-leden zijn afgevaardig- den van Coöperatieleden. Er is dan ook informeel contact tussen RvT en Leden.
Bij klachten over de Coöperatie kunnen Leden in eerste instantie terecht bij het Bestuur. Wanneer Xxxxx en Be- stuur er samen niet uitkomen, kunnen Xxxxx met hun klacht alsnog terecht bij de RvT.
7.2. Communicatie tussen Bestuur en Leden
Formele communicatie tussen Bestuur en Leden vindt plaats tijdens de ALV’s. Daarin legt het Bestuur verant- woording af aan de Leden en doet het voorstellen voor het komende jaarplan – en om de zoveel jaren idem voor het meerjarenplan (zie Statuten artikelen 14-16).
Informele communicatie tussen Bestuur en de Leden vindt plaats binnen projecten, werkgroepen en de Netwer- ken. Het Bestuur is ervoor verantwoordelijk dat dit op een goede manier wordt georganiseerd.
7.3. Communicatie tussen Leden
De Leden van de Coöperatie zijn met elkaar verbonden via gezamenlijke projecten en de Netwerken van po, vo, mbo en ho. De Netwerken zijn bedoeld om gezamenlijk te leren, te co-creëren en samen te werken aan de missie en doelstellingen van de Coöperatie.
Het Bureau verzorgt de interne communicatie vanuit de Coöperatie richting Leden. Leden kunnen het Bureau in- zetten voor interne communicatie-uitingen, bijvoorbeeld door teksten aan te leveren voor de interne nieuwsbrief.
7.4. Communicatie tussen Bestuur en RvT
Bestuur en RvT vergaderen in ieder geval vier keer per jaar met elkaar tijdens de RvT-vergaderingen. Daarnaast vindt er tweemaal per jaar een gesprek plaats tussen het Bestuur de auditcommissie van de RvT ter bespreking van de jaarrekening en de begroting. Ook vindt er tweemaal per jaar een gesprek plaats tussen het Bestuur en de remuneratiecommissie van de RvT ter reflectie op het functioneren van het bestuur. Overige vormen van commu- nicatie tussen Bestuur en RvT worden beschreven in het Bestuursreglement en in het RvT-reglement van de Co- operatie.
7.5. Communicatie extern
Om het coöperatieve relatienetwerk te voeden, onderhouden de Leden externe contacten met personen en in- stellingen, inclusief overheden. Deze contacten onderhouden zij als Lid van de Coöperatie.
De Leden zijn alléén bevoegd standpunten, van welke aard dan ook, namens de Coöperatie publiek in te nemen wanneer deze standpunten formeel door de Coöperatie zijn vastgesteld.
Het Bureau verzorgt de externe communicatie vanuit de Coöperatie richting achterban, pers, sociale media, vol- gers en andere doelgroepen. Leden kunnen het Bureau inzetten voor externe communicatie-uitingen, bijvoor- beeld door teksten aan te leveren voor de nieuwsbrieven van de netwerken, voor de algemene (externe) nieuws- brief en voor sociale media posts.
8. Slotbepalingen
8.1. Wijziging van het Huishoudelijk Reglement
Dit Huishoudelijk Reglement kan worden gewijzigd door een besluit van de Algemene Ledenvergadering, al of niet op voordracht van het Bestuur.
8.2. Onvoorziene gevallen
In voorkomende gevallen waarin dit Reglement niet voorziet, beslist het Bestuur. In geval van een dergelijke situ- atie stelt het Bestuur de aanwezigen bij de eerstkomende Algemene Ledenvergadering van zijn besluit in kennis.
8.3. Vereffening
Artikel 19.2 van de Statuten zegt over vereffening het volgende: “Hetgeen na voldoening van alle schulden van het vermogen van de Coöperatie is overgebleven, wordt bestemd door de Algemene Ledenvergadering op voor- stel van de Raad van Toezicht.” In aanvulling daarop zal de RvT primair zoeken naar een bestemming die expliciet overeenstemt met de doelen van de Coöperatie.
Bijlage 1 – intentieverklaring
Intentieverklaring
Samen voor duurzame ontwikkeling in het onderwijs
Duurzaam handelen in een duurzame samenleving vraagt om toekomstbestendige kennis, vaardigheden en bewustzijn.
Onderwijs waarin leren voor duurzame ontwikkeling centraal staat speelt hierin een cruciale rol.
Coöperatie Leren voor Morgen
Leren voor Morgen bestaat uit een groep samenwerkende organisaties met een missie: werken aan innovatieve oplossingen die aansturen op systeemveranderingen voor duurzame ontwikkeling in het onderwijs.
Als we het hebben over leren voor duurzame ontwikkeling, gaat het over alle aspecten van duurzaamheid. We gebruiken voor deze brede visie op duurzaamheid het raamwerk van de Sustainable Development Goals.
Als we het hebben over het onderwijs, gaat het over alle onderwijsgebieden die van invloed zijn op leren. Zowel het curriculum en de didactiek als de bedrijfsvoering en de omgeving. We gebruiken voor deze integrale visie de principes van de Whole School Approach.
Als lid van de coöperatie onderschrijven we deze visie op leren voor duurzame ontwikkeling in het onderwijs.
Getekend namens Naam organisatie
Datum
Als lid van de coöperatie Xxxxx voor Morgen onderschrijven wij de volgende uitgangspunten
√ We ondersteunen de ambitie van Xxxxx voor Morgen om duurzaamheid in de kern van het onderwijs te verankeren, en we zetten ons hier actief voor in. Het bijdragen aan deze gezamenlijke missie en de daaruit voortvloeiende impactdoelen gaat boven ons individuele organisatiebelang.
√ In onze inspanningen om duurzaamheid in de kern van onderwijsinstellingen te verankeren, geloven we dat het eigenaarschap van deze verandering bij de onderwijsinstelling zelf ligt.
√ We werken coöperatief aan de verandering richting duurzaam onderwijs. Daaronder verstaan we het volgende:
•We streven ernaar in coalitie met andere leden synergie te creëren in bestaande activiteiten en samen initiatieven te ontwikkelen. Hierin leren wij van andere leden, zoals zij van ons leren.
• We zijn bereid om te co-creëren, zodat de gezamenlijke resultaten meer zijn dan de som der delen. Door ons te baseren op het principe 'ere wie ere toekomt', delen we materialen en inzichten met elkaar met respect voor intellectueel eigendom
• We zijn bereid te co-investeren door tijd en middelen in te zetten voor het gezamenlijke netwerk. Bijvoorbeeld in de vorm van contributie, en door andere initiatieven te helpen.