OVERIJSSEL
OVERIJSSEL
Inhoud
Inleiding 2
1. Een nieuw sociaal contract | het kan wél! 3
2. Naar realistisch rentmeesterschap in landbouw en natuur 4
3. De wolf: actiever beheer vanuit de provincie 6
4. Verduurzaming van de landbouw 6
5. Naar leefbare dorpen en bereikbare bedrijventerreinen 7
6. Naar betaalbare duurzame energie en watervoorziening 9
7. Naar een democratische ruimtelijke ordening en betaalbare woningen 10
8. Naar een regionale economie die werkt voor alle burgers 12
9. Naar een cultuursector van de samenleving en voor de samenleving 14
Inleiding
Alliantie is opgericht omdat we ons grote zorgen maken over de staat én koers van ons land. De huidige technocratische en visieloze politiek pakt slecht uit voor bijna alle inwoners van Nederland. Eerste levensbehoeften als huizen, energie, zorg en boodschappen zijn voor veel mensen niet meer te betalen. De bestaanszekerheid van veel mensen staat onder druk. De vergunningverlening ligt stil. De overheid functioneert steeds slechter. Daarom is een nieuwe burgerbeweging nodig die streeft naar een nieuw sociaal contract en die wordt gedragen door alle lagen van de bevolking. Een brede volksbeweging die zaken echt voor elkaar krijgt en ons land wél elke dag een beetje beter maakt!
Wij hebben er genoeg van om te horen ‘het kan niet’. We hoeven Nederland niet zo te besturen, omdat het moet van ‘Europa’, van ‘de rechter’ of ‘van de wetenschap’. Ook voelen wij een verantwoordelijkheid om ons voor de publieke zaak in te zetten. We merken dat we de behartiging van onze gezamenlijke belangen en de inrichting van ons land niet langer aan politici over kunnen laten. Wij willen weer grip op ons
leven, onze toekomst en onze leefomgeving. Wij willen keuzes maken op basis van gedeelde waarden, het afwegen van belangen en het aanpakken van zorgen. Daar moet dan ook de discussie in de politiek weer over gaan, niet over modeluitkomsten en papieren werkelijkheden. Wij zijn ervan overtuigd dat slecht beleid veranderen wél kan!
Een voorbeeld is de pensioenhervorming. De pensioenherziening maakt van ons pensioen een financieel product, dat afhankelijk is van de bewegingen op de financiële markten. Het hangt af van abstracte rekenmodellen met niet realistische aannames zoals een blijvend lage inflatie en laat jongeren beleggen met geleend geld. Het leidt tot een pensioenvoorziening die niet past bij onze Nederlandse samenleving, waarin we solidariteit en rechtvaardigheid belangrijk vinden. Uw stem voor Provinciale Staten bepaalt de samenstelling van de Eerste Kamer, die de nieuwe pensioenwet kan tegenhouden!
Iemand moet de harde noten kraken. En als niemand dat doet, moeten we het zelf doen. Alliantie is een vereniging van burgers die zich niet langer neerlegt bij verkeerd overheidsbeleid. Verkeerd overheidsbeleid is er ook in de provincie Overijssel. De provincie heeft belangrijke eigen bevoegdheden, waarbij ze zelf haar koers kan bepalen. Dat geldt bijvoorbeeld voor het stikstof- en natuurbeleid, waar Overijssel lasten onder dwangsom oplegde aan boeren die zich altijd aan de wet hebben gehouden. De provincie moet haar eigen bevoegdheden weer gaan gebruiken op een manier die werkt voor haar inwoners, ook als dat conflicten met de Rijksoverheid oplevert.
Dit is geen klassiek verkiezingsprogramma, maar een oproep om samen een alliantie te vormen. Een alliantie van iedereen die zelf weer grip wil krijgen op de toekomst van het land, van iedereen die wil laten zien dat goed beleid wél kan.
Alleen samen krijgen we een betere overheid. Het kan wél.
Een nieuw sociaal contract | het kan wél!
Democratie, het bestuur van een land door de samenleving zelf, is een belangrijke voorwaarde voor maatschappelijke vrede. Zolang iedereen het idee heeft enige invloed te hebben op de manier waarop ons land wordt vormgegeven, zal de wil tot overleg en het samen zoeken naar oplossingen bestaan. Maar als die invloed in de praktijk ontbreekt en daardoor bij grote groepen in onze samenleving het idee ontstaat dat zij alle grip op het land hebben verloren, dan is dit een recept voor polarisatie. Elke roep tot terugkeer van onderling vertrouwen en overleg zal dan tevergeefs zijn. Voor de toekomst van ons land is echte democratische besluitvorming dan ook van groot belang. Iedereen moet invloed kunnen uitoefenen op de koers van het land. De uitslag van verkiezingen moet wat uitmaken: een andere uitslag moet ander beleid tot gevolg kunnen hebben, niet alleen op de details, maar ook op de grote lijnen. En ander beleid is hard nodig, of het nu gaat om de stikstofcrisis, de pensioenhervorming of het immigratiebeleid.
De klassieke en beproefde manier om deze invloed vorm te geven is de parlementaire democratie, waarbij de nationale discussie in het parlement plaatsvindt. In de praktijk zien we echter steeds meer dat deze discussie zorgvuldig buiten het parlement wordt gehouden en wordt overgedragen aan overlegtafels, burgerpanels en inspraak- momenten. Daarbij wordt de manier en de vorm van inspraak bepaald door de overheid zelf: wie zit er aan de overlegtafel en wat
gebeurt er met de inspraak. De overheid heeft zelf het laatste woord, de samenleving heeft alleen macht en invloed voor zover de overheid dit nodig vindt. Dat zorgt voor een onevenredig grote macht van NGO’s, lobbyisten en industrie. Om het vertrouwen te herwinnen, de maatschappelijke samenhang te behouden en het vertrouwen in de overheid te herstellen is het weer nodig dat we een ‘samen uit, samen thuis’ samenleving worden. Waar we weer samen de koers van het land bepalen en de stem van iedereen telt, ook als je geen deel uitmaakt van een geprivilegieerde groep of machtige lobby.
Onze keuzes:
Provincies en gemeenten zijn zelfstandige bestuurslagen met eigen bevoegdheden en verantwoordelijkheden. Ze zijn geen uitvoeringsloketten van Rijksbeleid. De zelfstandigheid van de provincies en gemeenten en met name de bevoegdheid van de Provinciale Staten en de Gemeenteraden, moeten worden versterkt.
Het komt vaak voor dat overheden tegelijk aandeelhouder, vergunningverlener en/of toezichthouder van overheidsbedrijven zijn. Voorbeelden zijn Enexis, Vitens, Schiphol en het ‘gasgebouw’. Deze dubbele petten leiden tot verkeerde belangenafwegingen. De provincie moet zich weer op het algemeen belang richten en deze dubbelrollen beëindigen.
Democratie houdt in dat een levende gemeenschap zichzelf bestuurd. De gemeente is het niveau dat het meest nabij en benaderbaar is voor de burgers. Bij gemeentelijke herindelingen worden meerdere gemeenschappen onder één bestuur gebracht en neemt
de afstand tot de burger vaak toe en de identificatie met en betrokkenheid bij de nieuwe gemeente vaak af. Daarom moet de provincie de gemeenten in hun huidige omvang behouden.
Een correctief referendum zorgt ervoor dat bestuurders vanzelf meer rekening houden met de waarden en belangen van het brede midden van de samenleving.
Wanneer de democratische controle en het primaat van de politiek onvoldoende geborgd kunnen worden, moet er een eind komen aan bestuursverbanden waar er geen directe controle is door een gekozen volksvertegenwoordiging en waar alleen bestuurders kunnen meepraten Voorbeelden hiervan zijn de Veiligheidsregio’s en de Regionale Energiestrategieën (RES).
Er moet een eind komen aan het uitbesteden van beleidsvorming aan overlegtafels waar alleen lobbyisten plaatsnemen, maar de burger niets te zeggen heeft en aan fondsen waar uitgaven buiten het zicht en de macht van de volksvertegenwoordiging worden gedaan.
Om ondermijning door drugscriminelen te voorkomen moet binnen het ruimtelijke ordeningsbeleid en het natuur- en milieubeleid het voorkomen van leegstaande stallen en hallen in het buitengebied een belangrijk speerpunt zijn.
De gelijkwaardigheid van ieder mens als persoon moet gegarandeerd zijn. Discriminatie doet afbreuk aan deze gelijkwaardigheid. Dat geldt ook voor positieve discriminatie van deelgroepen in de samenleving. Uiteraard is het wel belangrijk dat iedereen geaccepteerd wordt.
Genderneutrale overheidscommunicatie is geen prioriteit. De gelijkwaardigheid van ieder mens als persoon moet gegarandeerd zijn. Prioriteiten zijn een betrouwbare overheid en bestaanszekerheid, waaronder betaalbare woningen, voedsel, zorg en energie.
Bij opvang van asielzoekers moet de lokale democratie worden gerespecteerd. De provincie kan wel het gesprek faciliteren om meer kleinschalige opvang te realiseren mits hiervoor voldoende draagvlak in de omgeving bestaat.
Bereikbaarheid en toegankelijkheid van het bestuur, in het bijzonder ook voor mensen met een beperking en laaggeletterden, is van groot belang. Dit geldt ook voor een goede dienstverlening van de gemeenten richting alle burgers. De provincie moet hierin het goede voorbeeld geven en als toezichthouder ook gemeenten en waterschappen hierop aanspreken.
Naar realistisch rentmeesterschap in landbouw en natuur
Wie weer natuurbeleid wil dat zich richt op de staat van de natuur, moet stoppen met het eenzijdig sturen op stikstof, en in het bijzonder met de kritische depositiewaarde (KDW – dat gebruikt moet worden als een risicoindicator en niet kan dienen als beleidsdoel) en het rekenmodel Aerius (niet geschikt voor toetsen individuele vergunningen). Hierdoor ontstaat weer ruimte voor vakmanschap en praktijkervaring van (ook agrarische)
natuurbeheerders. Daarnaast is ook onafhankelijk toezicht op natuurbeheer nodig.
De landbouwsector blijft wel samen met de andere sectoren de stikstofuitstoot reduceren (NEC- richtlijn). Daarmee daalt de depositie op stikstofgevoelige natuur uiteindelijk sneller dan bij uitkopen individuele bedrijven. Een drempelwaarde die rekening houdt met de onzekerheden in het rekenmodel Aerius is wetenschappelijk veel beter te verantwoorden dan de huidige praktijk, waarbij niet-significante (dus niets betekenende) modeluitkomsten als basis voor overheidsbeslissingen worden gebruikt, met alle persoonlijke drama’s tot gevolg. Op deze manier kunnen PAS-melders (boeren die zich aan de wet hebben gehouden, maar nu geen geldige vergunning voor hun bedrijf hebben) en bouwprojecten gelegaliseerd worden op een voor de rechter houdbare manier. De regelgeving, het beleid en de subsidies moeten zo worden ingericht dat het de positie van kleinschalige familiebedrijven versterkt en dat niet - zoals nu het geval is - vooral de allergrootste bedrijven kunnen overleven.
Onze keuzes:
Een drempelwaarde invoeren van 1 mol stikstofneerslag per hectare per jaar zodat PAS- melders gelegaliseerd worden en bouwprojecten kunnen worden vlotgetrokken.
Onafhankelijk toezicht op natuurbeheer door een Ecologische Autoriteit.
Om stikstofuitstoot te reduceren moet de provincie pleiten voor nationale programma’s op basis van de NEC-richtlijn (EU-richtlijn tegen luchtvervuiling) waarbij NOx en ammoniak als twee verschillende zaken worden behandeld.
De provincie zorgt ervoor dat het stikstofbeleid niet leidt tot uitstel aan het veiliger maken van dodenwegen (N36 en N50) of het afschaffen van waardevolle tradities als de paasvuren.
Natuurgebieden en ook Nationale Landschappen IJsseldelta en Noordoost-Twente zijn bedoeld voor behoud van natuurlijke soortenrijkdom, behoud van historische cultuurlandschappen, recreatie en educatie. Windmolens passen daar niet in. Er mag ruimte zijn voor wandel-, ruiter- en mountainbikepaden, zolang er ook maar voldoende delen van de gebieden onverstoord blijven.
Nederlanders consumeren nu al meer dan onze landbouwgrond oplevert. Met name voor graan en fruit zijn we van import afhankelijk. We moeten daarom zuinig zijn op onze kostbare landbouwgronden. Landbouw en natuur moet meer in harmonie met elkaar komen door meer agrarisch natuurbeheer mogelijk te maken. De provincie moet meer werk maken van agrarisch natuur- en waterbeheer, groene en blauwe diensten, als aanvullend verdienmodel voor boeren en tuinders die ons cultuurlandschap onderhouden en vormgeven. Bij knelpunten zal een goede belangenafweging moeten worden gemaakt.
Voor Overijssel is een leefbaar platteland met een gezonde boerenstand essentieel. Door verbeterde mestverwerking, innovatie om uitstoot te beperken en adequater beheer van natuurgebieden wordt het effect van stikstof op de natuur beperkt zonder de sociaal- economische kaalslag die door het huidige stikstofbeleid dreigt.
Het is voor jonge boeren steeds lastiger om een agrarisch bedrijf over te nemen of te starten. De Overijsselse landbouw is een essentiële schakel binnen de regionale en nationale agri-foodketen en de economie van de toekomst. Overijssel moet jonge boeren met een gericht actieplan ondersteunen door toegang tot kapitaal en middelen, meer aandacht voor jonge landbouwers, innovatie , advies en training en instroom in het agrarisch onderwijs.
Natuurgebieden moeten in goede staat van instandhouding worden gebracht en gehouden. We moeten ook zuinig zijn op onze vruchtbare landbouwgrond. Synergie is
mogelijk in de vorm van agrarisch natuurbeheer op vrijwillige basis met een marktconforme vergoeding.
Particuliere landgoederen zijn belangrijk voor het behoud van de natuur en cultuurlandschappen. De provincie moet de landgoederen blijven ondersteunen in deze taak.
De jacht is een belangrijk onderdeel van een goed fauna- en natuurbeheer. De provincie moet bijvoorbeeld actief beheer van de populatie wilde zwijnen bevorderen. Dit is nodig voor de verkeersveiligheid, het voorkomen van Afrikaanse varkenspest en het voorkomen van wildschade aan onder andere bossen, natuurgebieden en landbouwgewassen.
De wolf: actiever beheer vanuit de provincie
De wolf doet de gemoederen op het platteland in de provincie hoog oplopen. Zwervende wolven richten met strooptochten onheil aan onder meer schaapskuddes, bij veulens, kalveren. Weidegang van landbouwhuisdieren en graasdieren voor het onderhoud van beschermde natuurgebieden staat hierdoor onder druk. Natuurbescherming mag nooit boven veiligheid van inwoners gaan en er is ook een grens tot hoever we dierenleed veroorzaakt door wolven willen toestaan. Ons vee en onze huisdieren verdienen bescherming. Doelgericht beheer van wolven in de provincie is noodzakelijk. Er is een brede maatschappelijke discussie nodig over de wenselijkheid van wolvenpopulaties in Overijssel.
Onze keuzes:
De provincie moet een veel actievere rol gaan spelen om schade door aanvallen van wolven op landbouwhuisdieren te voorkomen en moet daarbij waar nodig kiezen voor ecologisch onderbouwd en juridisch geborgd afschot van problematische wolven.
De provincie moet de ruimte voor aanpak van de wolvenproblematiek maximaal benutten en ervoor zorgen dat Rijk en provincie op Europees niveau het pleidooi voor flexibelere beschermingsregels gaan ondersteunen.
Verduurzaming van de landbouw
Verduurzaming van de landbouw, samen met de andere sectoren, is nodig voor schonere lucht en water en ten behoeve van de volksgezondheid en het klimaat. De wil is er bij veel boeren. Nu moet de provincie obstakels wegnemen en de goede initiatieven ruimte geven.
Onze keuzes:
Kringlopen in de landbouw hebben verschillende schalen, inclusief nationale en regionaal-Europese. Het is goed om kringlopen binnen de regio zo veel mogelijk te helpen sluiten.
Mestverwerking en -vergisting dragen bij aan het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen en stikstof en aan een duurzaam verdienmodel voor de landbouw. De provincie moet daarom een proactief beleid voeren om hoogwaardige
mestverwerking te faciliteren. Met de best beschikbare technieken kan de provincie voorop lopen in de kringloopeconomie waarin mest een bron van grondstoffen, bodemverbetering en energie is.
De provincie moet de landbouwsector ondersteunen bij het verminderen van de stikstofuitstoot en het verduurzamen van de bedrijfsvoering van familie- en gezinsbedrijven, ook financieel. Verminderen van stikstofuitstoot gaat lukken met innovatie en vrijwillige uitkoop van stoppende agrarische bedrijven.
Gewasbeschermingsmiddelen zijn nodig om voedselopbrengsten te verzekeren. Wij willen daarom het gebruik van alternatieve, groene laag risico-gewasbeschermingsmiddelen bevorderen. De in Nederland toegestane middelen zijn veilig bevonden voor milieu en volksgezondheid door EFSA en Ctgb. Het is wel goed om in onder meer de lelie- en bollenteelt te streven naar het verder verminderen van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen.
Naar leefbare dorpen en bereikbare bedrijventerreinen
Openbaar vervoer, scholen, bibliotheken, zwembaden, buurthuizen, postbussen en pinautomaten zijn publieke voorzieningen. Ook medische zorg moet voor iedereen bereikbaar zijn. De provincie moet daarom zorgen dat deze toegankelijk zijn, ook in kleine kernen en meer afgelegen gebieden. Bedrijventerreinen moeten ook toegankelijk zijn, zodat mensen die nu geen baan hebben deze kunnen bereiken om aan het werk te gaan.
Onze keuzes:
Juist mensen in kleine kernen dreigen af te haken door verschraling van voorzieningen. Om
de leefbaarheid van kleine kernen in stand te houden is een goede bereikbaarheid noodzakelijk zowel via de weg als ook voor degenen die zelf geen auto hebben.
Ook in de dorpen is er woningnood en dreigen mensen weg te trekken vanwege onvoldoende betaalbare huizen. Daarom is het goed om ook in de dorpen nieuwbouw te plegen zodat scholen en andere voorzieningen aanwezig blijven.
De provincie moet zich inzetten voor behoud van voldoende ziekenhuislocaties met spoedeisende hulp. De afstand naar essentiële zorg mag in acute situaties niet te groot zijn.
De provincie moet actief bijdragen om de leefbaarheid in kleine kernen te bevorderen en verschraling van voorzieningen tegen te gaan. Een goede bereikbaarheid (ook voor degenen die zelf geen auto hebben) van publieke voorzieningen als een bibliotheek, scholen en buurthuizen is noodzakelijk.
De bereikbaarheid van kleine kernen en bedrijventerrein staat teveel onder druk. Voor de leefbaarheid van de kleine kernen en om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt aan het werk te krijgen, is extra geld voor bereikbaarheid nodig. Dit geldt zowel voor openbaar vervoer als voor wegen en fietspaden.
Aanleg van nieuwe wegen is soms nodig voor het veiliger maken van gevaarlijke wegen- knelpunten, voor economische ontwikkeling, en voor een leefbaar platteland. Leefbaarheid kan niet zonder goede bereikbaarheid door voldoende, goed onderhouden wegen.
De N35 is één van de belangrijkste verbindingswegen van de provincie. Verbreden naar vierbaans is goed voor de bereikbaarheid, de leefbaarheid, de veiligheid en de werkgelegenheid. De N35 is wel een Rijksweg, maar Overijssel moet extra geld op tafel leggen voor een versnelde verbreding.
De N50 van Zwolle naar Emmeloord en de N36 van Almelo naar Ommen zijn beruchte dodenwegen. Hoewel dit rijkswegen zijn, moet de provincie extra geld op tafel leggen om versneld veiligheidsbevorderende maatregelen te nemen en voor een betere doorstroming te zorgen.
De provincie moet bij de minister pleiten voor stations in grotere kernen waar nu nog geen trein stopt. Want openbaar vervoer is een publieke voorziening en bereikbaarheid is ook een basisbehoefte voor mensen zonder eigen auto. Een treinstation draagt ook bij aan de aantrekkelijkheid van een dorp.
Fietsen is één van de oplossingen voor grote maatschappelijke problemen van deze tijd, zoals overgewicht, klimaatverandering en luchtkwaliteit. Het is daarom belangrijk ruimte te bieden aan fietsers. Een goed netwerk van fietspaden hoort daarbij. Tegelijkertijd moeten we niet vergeten dat niet iedereen kan fietsen en dat in Overijssel sommige afstanden te groot zijn om te fietsen. Ruimte voor de fiets moet dan ook zo min mogelijk ten
koste gaan van autoverkeer en openbaar vervoer. Er moet extra geld naar snelfietspaden (bijvoorbeeld de F35) gaan, onder meer vanwege de opkomst van de e-bikes en de speed pedelecs.
Naar betaalbare duurzame energie en watervoorziening
De Energietransitie moet haalbaar, betaalbaar en democratisch worden uitgevoerd. Een nationale aanpak (zoals de Deltawerken, democratisch geborgd op nationaal niveau) is nodig om het energienet te herinrichten. Het is belangrijk om zuinig om te gaan met onze schaarse ruimte. Energieproductie met een gering oppervlakte beslag heeft daarom de voorkeur. Bestaande energievoorzieningen moeten pas worden gestopt als er een betrouwbaar alternatief voor handen is. Het uiteindelijke energiesysteem moet duurzaam zijn over de gehele keten. We moeten dan ook letten op waar materialen voor zonnepanelen en windmolens vandaan komen en wat er aan het eind van de levensduur mee gebeurt. Lokale initiatieven van onderop, bijvoorbeeld lokale energiecoöperaties moeten de ruimte krijgen. We willen af van ondemocratische tussenvormen als de RES.
Onze keuzes:
Voor veel mensen is de energierekening nu al niet te betalen. De provincie kan zich het beste richten op zo snel mogelijk energiebesparende maatregelen voor bedrijven en huishoudens te stimuleren. Verduurzaming moet gebeuren zonder stijging van de energierekening.
Meer energiezuinige en betaalbare huurwoningen is een belangrijk streven, maar het van bovenaf dwingen van gemeenten door de provincie Overijssel helpt daar niet bij.
De energietransitie kan alleen in afstemming en overeenstemming met de andere EU- landen en -grensregio’s worden vormgegeven.
De gemeenschap moet meer grip krijgen op de energievoorziening om de verduurzaming te realiseren en om de prijzen onder controle te houden. De provincie moet onderzoeken hoe dit het beste kan en wat haar rol daarin moet zijn.
In ons dichtbevolkte land passen grote windturbines op land niet, maar losse windmolens (tot 15 meter hoog) moeten in Overijssel mogelijk zijn voor dorpen die met de gehele gemeenschap energieneutraal willen worden en voor individuele agrariërs die willen meedoen aan de energietransitie. Deze moeten zo worden geplaatst (bijvoorbeeld op bouwkavels) dat de beschermde weidevogels, zoals de grutto, er niet door worden geraakt.
Zonnepanelen dragen bij aan duurzame energieproductie. Het heeft de voorkeur om de panelen op daken van huizen, erven en bedrijven te installeren en op reststroken grond van overheden en bedrijven. We moeten zuinig zijn op onze kwalitatief goede landbouwgrond, waaraan reeds een tekort is. Daarom moet Overijssel niet meewerken aan de aanleg van zonnevelden op essentiële landbouwgronden.
Het is belangrijk om - meer dan nu - integraal en onbevooroordeeld te kijken naar de energietransitie, waarbij ook actief gebruik gemaakt wordt van kernenergie en (rest)warmtebronnen uit afvalverwijdering en industrie. De logische locatie voor kerncentrales zijn waar nu grote kolencentrales aanwezig zijn en dicht bij de kust vanwege het benodigde koelwater. Een kerncentrale in Overijssel is daarom niet logisch, maar hoeft
niet principieel te worden uitgesloten.
De provincie moet blijven investeren in innovatieve technieken om biomassa hoogwaardiger en efficiënt in te zetten. Voorwaarde is dat er geen bossen worden gekapt om de centrales draaiend te houden, maar dat er uitsluitend met restproducten wordt gewerkt.
Waterstof is een belangrijk onderdeel van de toekomstige energiemix. Investeringen kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van nieuwe technologie en banen opleveren.
De klimaatneutrale ambitie van de sector glastuinbouw moet van harte worden ondersteund. De verdere verduurzaming moet echter in lijn met buurlanden worden bepaald om het wegvloeien van productie en werkgelegenheid te voorkomen.
Drinkwaterwinning is van groot belang. Investeren in het gebruik van rivierwater ten behoeve van drinkwater draagt bij aan een robuustere voorziening. Uiteraard heeft het de voorkeur als drinkwaterwinning in harmonie met landbouw en natuur plaatsvindt, echter als er waterschaarste dreigt, gaat het belang van de inwoners voor.
Naar een democratische ruimtelijke ordening en betaalbare woningen
Ruimtelijke ordening moet democratisch geborgd zijn. De menselijke maat, menselijke verbinding en nuchter rentmeesterschap zijn leidende principes hierbij. De positie van de gekozen
volksvertegenwoordigers (Tweede Kamer, Provinciale Staten en Gemeenteraden) moet worden versterkt. De geplande invoering van de Omgevingswet is dan ook een slechte zaak, omdat daarin de rol van de democratie juist wordt beperkt en er vooral op abstracte normen wordt gestuurd. Ook zien we problemen opdoemen in het Digitaal Stelsel Omgevingswet, waardoor projecten vertraagd zullen worden en er rechtsonzekerheid kan ontstaan.
Een grote opgave in de ruimtelijke ordening is de woningbouw. Er is immers een groot tekort aan woningen. Woningen zijn een eerste levensbehoefte, die nu voor veel mensen nauwelijks nog te betalen is. Voldoende betaalbare woningen zijn een vorm van bestaanszekerheid. Het is belangrijk om de woningbouw te bevorderen. Liefst in de bebouwde kom, maar ook erbuiten zal soms moeten. Woningbouw moet ook verspreid plaatsvinden, juist ook in kleine kernen en dorpen voor de eigen bevolking om zo deze dorpen leefbaar te houden en het voorzieningenniveau te behouden. Het is wel belangrijk dat de provincie ook ruimte biedt aan gemeenten om hun eigen rol en bevoegdheden zelf in te vullen op de wijze die past bij de lokale omstandigheden en democratisch bepaalde prioriteiten.
Een andere grote opgave is de energietransitie. In ons zeer dichtbevolkte land is het belangrijk dat energieopwekking met een beperkt oppervlakte beslag plaatsvindt. Daarnaast willen we zuinig zijn op onze vruchtbare landbouwgrond en onze mooie natuurgebieden en cultuurlandschappen.
Onze keuzes:
De provincie moet in haar keuzes voor de inrichting van de ruimte altijd rekening houden met de menselijke maat en de gezondheid van haar inwoners.
De aantrekkelijkheid van Overijssel ligt in de mooie afwisselende landschappen, de rust en de ruimte met tegelijk de afwisseling met aantrekkelijke steden waar veel te beleven is. Deze kracht moet de provincie benutten en verder uitbouwen door zuinig te zijn op onze landschappen en natuurgebieden en door te investeren in leefbaarheid van de dorpen en de steden.
De provincie moet op hoofdlijnen sturen op het aantal te bouwen woningen in de gehele provincie en dit met de gemeenten afstemmen. De provincie moet erop toezien dat voorzieningen zoals openbaar vervoer en plekken voor sociale ontmoetingen (zoals dorpshuizen) in de plannen van de gemeenten worden betrokken.
Bestaanszekerheid houdt ook in dat er voldoende betaalbare woningen zijn voor alle inwoners. De extra woningen moeten over alle kernen verdeeld worden waar behoefte is, zodat ook dorpen en kleine kernen voor alle leeftijden leefbaar en aantrekkelijk blijven.
Er moet eerst logisch en praktisch worden gekeken naar de mogelijkheden om binnen kernen van dorpen en stadswijken te bouwen en slim gebruik te maken van bestaande woningen en gebouwen. Wanneer dat onvoldoende ruimte biedt, is bouwen in het buitengebied een logische stap. Ook als dat ten koste gaat van groen, want woonruimte is een belangrijke levensbehoefte.
We zijn voor meer energiezuinige en betaalbare huurwoningen, maar ertegen dat de provincie de gemeenten gaat dwingen deze te laten bouwen. Wij zien gemeenten namelijk als eigenstandige bestuurslaag. Gemeenten hebben hun eigen verantwoordelijkheden, waaronder woningbouw.
Mensen die hier wonen en werken (dus ook arbeidsmigranten) hebben recht op een fatsoenlijk onderkomen, niet meer, maar ook niet minder als de Nederlandse burgers. Daarvoor zijn meer betaalbare woningen nodig.
Wij moeten ons aanpassen aan klimaatverandering. Buitendijks bouwen ten koste van ruimte voor de rivieren is dan niet logisch.
We moeten wel zuinig zijn op ons mooie landschap en gebouwen moeten aansluiten op de bestaande omgeving. Het verminderen van regeldruk is belangrijk waar dit kan zonder gevolgen voor een goede ruimtelijke ordening. Een algemene vrijstelling voor bouwwerken (regelvrij bouwen) voor de gehele provincie leidt tot teveel verrommeling.
Vakantiehuizen zijn bestemd voor recreatie, echter bestaat er grote woningnood, dus in bepaalde gevallen kan permanente bewoning een optie zijn om te zorgen dat mensen in kwetsbare situaties wel een dak boven hun hoofd hebben.
Er is blijvend voldoende ruimte nodig voor voedselproductie, woningbouw en waterbeheer, dus moet de provincie streven naar goed combineren van functies (natuur en voedselproductie, natuur en waterbeheer, woningen en waterbeheer, bedrijven en energieopwekking, etcetera).
We zijn voor verdere ontwikkeling van de recreatiesector, maar het moet passen binnen de gemeenschap als geheel en het bestaande landschap. Grootschalige recreatieparken werken veelal verstorend.
Burgerluchtvaart op een kleine schaal lijkt niet rendabel, te meer daar er voldoende alternatieven in de buurt zijn (Münster-Osnabrück, Eelde, Eindhoven). Het is wel goed om Twente Airport open te houden voor luchtvaartgerelateerde bedrijvigheid en andere activiteiten. In 2025 vindt een evaluatie plaats en op basis daarvan worden besluiten genomen over de langere termijn toekomst van Twente Airport.
Luchtvaart vanuit Lelystad leidt tot veel overlast in het westen van Overijssel. Opening van Lelystad Airport is daarom voor Overijssel geen goede zaak.
Overijssel is niet de geschikte provincie voor grootschalige datacenters vanwege het benodigde koelwater. Wel zijn goede digitale verbindingen met datacenters elders in het land nodig.
De provincie moet de schade aan de huizen langs het kanaal Almelo-de Haandrik vergoeden, tenzij de provincie kan aantonen dat de schade niet is veroorzaakt door werk aan het kanaal. De bewijslast ligt hierin bij de provincie. Als niet duidelijk is waardoor de schade veroorzaakt is, moet de provincie ervoor zorgen dat de inwoners niet met de schade blijven zitten.
Het is goed om bodemdaling te beperken waar mogelijk. De kosten van de maatregelen om bodemdaling te voorkomen moeten wel in verhouding staan met de mogelijke gevolgen. Ook moet de rekening uiteindelijk door de veroorzaker worden betaald.
Naar een regionale economie die werkt voor alle burgers
Een bloeiende regionale economie die werkt voor alle burgers is in ieders belang. Dit houdt in dat sterke punten van de Overijsselse economie behouden en gefaciliteerd worden. Voorbeelden hiervan zijn de bouw, de logistieke sector, de maakindustrie, de landbouwsector, de levensmiddelenindustrie en daarnaast ook toerisme en recreatie. Wel is het belangrijk dat alle bedrijfstakken hun bedrijfsvoering verduurzamen en op die manier bijdragen aan schonere lucht en het
tegengaan van opwarming van de aarde en uitputting van natuurlijke hulpbronnen. Het is ook belangrijk dat ondernemers voldoende ruimte houden om nieuwe kansen te pakken, bijvoorbeeld in de high-tech sector.
Onze keuzes:
De provincie moet bedrijven die circulair werken voorrang geven bij aanbestedingen. Het is immers een goed streven om meer circulair te gaan werken en de provincie heeft hierin een voorbeeldfunctie.
De provincie moet bij de inkoop van producten sociale ondernemers uit Overijssel voorrang geven, omdat ze hierin een voorbeeldfunctie heeft.
Behoud van de regionale werkgelegenheid is belangrijk. Tegelijkertijd moeten bedrijven verduurzamen en hun milieudruk verminderen. De provincie moet met de meest vervuilende bedrijven overleggen om hen te stimuleren tot innovatie en omschakeling. Waar mogelijk dient de provincie verbinding te leggen met partijen die deze ondernemingen kunnen helpen.
Overijssel is een grensprovincie. Daarom is het van belang om bij regelgeving op het gebied van duurzaamheid waar mogelijk in de pas te lopen met Duitsland. Anders ontstaan een ongelijk speelveld voor onze lokale bedrijven, een waterbedeffect en komen banen op de tocht te staan.
Overijssel moet ernaar streven een toonaangevende circulaire grondstoffenhub van recycling, sortering en optimale energetische verwaarding van reststromen in Noordwest- Europa te worden. Initiatieven hieromtrent moet de provincie actiever bevorderen richting Den Haag, de Euregio, naburige Duitse bondsstaten en de buurprovincies.
Het geniet de voorkeur om leegstaande bedrijventerreinen eerst volledig te benutten, maar afhankelijk van de lokale behoefte op uiteen liggende plekken in de provincie moet nieuwe aanleg van bedrijventerreinen mogelijk blijven en niet principieel worden uitgesloten.
Met name de regio Twente is groot in distributie en transport en dit moet gefaciliteerd blijven worden. Daarvoor is aanleg van nieuwe distributiecentra soms nodig. Verdozing moet te allen tijde worden voorkomen en moeten nieuwe distributiecentra goed worden ingepast in het landschap.
Voor de glastuinbouw is het belangrijk om naar klimaatneutraal te streven. Het tijdstip van de invoering hiervan moet wel in afstemming met de klimaatneutrale ambitie van de sector glastuinbouw en in lijn met buurlanden worden bepaald.
Overijssel beschikt over toonaangevende kennisinstellingen zoals de Universiteit Twente, de hogescholen en diverse vakopleidingen. Daarnaast is er een belangrijke en innovatieve maakindustrie.
Om kennis en vakmanschap te behouden en bedrijvigheid te versterken, moeten high tech bedrijven actief gefaciliteerd worden.
Overijssel maakt voor een aanzienlijk gedeelte deel uit van de Nederlands-Duitse Euregio, de oudste Euregio met liefst 3,4 miljoen inwoners. Overijssel werkt actief aan versterking van de bestaande banden.
De provincie en de Euregio zijn strategisch gelegen op de internationale oost-west verbindingsas North Sea Baltic Corridor tussen Amsterdam en Oost-Europa. Door deze strategische ligging is het een belangrijke schakel in de ontwikkeling van het Trans- Europees Transport Netwerk (TEN-T). Steviger internationale verbindingen met andere stedelijke agglomeraties zijn essentieel voor de economische groei van Overijsselse regio's. Grensoverschrijdende verbindingen over water, weg en het spoor spelen daarbij een
belangrijke rol om dagelijks studenten, werknemers, toeristen, goederen en kennis richtingen te vervoeren. Overijssel moet vanuit de provinciale zetel Zwolle de blik niet alleen op Den Haag, maar veel méér op Europese buurregio’s – met een verwante cultuur en een sterk MKB - gaan richten teneinde samen op te trekken bij het verstevigen van de regionale economie van de toekomst. Nederland is meer dan de Randstad alleen.
Vervoer per schip is duurzaam en voorkomt dichtslibben van de wegen. De binnenvaart moet actief worden gefaciliteerd. Ook moet er aandacht zijn voor overslag van schip naar (goederen)trein en vrachtwagen. Overijssel is een belangrijke logistieke hub in West- Europa en dat moet zo blijven en verder worden uitgebouwd.
Zout is een belangrijke grondstof voor bouwmaterialen, medicijnen, levensmiddelen en gladheidsbestrijding. De zoutwinning is ook een belangrijke bron van werkgelegenheid in de regio Twente. Het aanwijzen van locaties voor zoutwinning is echter een bevoegdheid van het Rijk. De provincie moet adviseren om zoutwinning alleen toe te staan als de veiligheid van de inwoners gewaarborgd en de milieu-impact minimaal is.
Naar een cultuursector van de samenleving en voor de samenleving
Cultuur is een belangrijk onderdeel van de Overijsselse samenleving en geeft de mogelijkheid dat mensen elkaar leren kennen, ontwikkelen en zich verrijken. Het is een weergave van ons verleden en een deel van onze toekomst. Cultuur is breed: van de lokale en regionale cultuurdragers tot de grote culturele instellingen, van professionals tot amateurs. Het betreft podiumkunst, beeldende kunst, letteren, media, cultureel erfgoed en nog veel meer. Er is geen tegenstelling tussen deze verschillende vormen van cultuur: ze dragen allemaal bij aan onze regionale cultuur. De lokale harmonie, toneelvereniging, muziekschool, creatieve school of schildervereniging zorgen voor samenhang en levendigheid in menig dorp, regionale stad en wijk, zowel voor de deelnemers als voor de toeschouwer.
Provinciale middelen moeten worden besteed aan toegankelijke, betaalbare en laagdrempelige activiteiten en evenementen. Het is ook belangrijk dat cultureel aanbod, bijvoorbeeld muziekscholen, bereikbaar zijn. De spreiding van culturele instellingen over de provincie moet behouden blijven. De eigenheid en identiteit van Overijssel liggen onder meer in de Nedersaksische taal, de lokale tradities en de
monumenten. Voorbeelden hiervan zijn dorpsfeesten, paasvuren en kerken en historische gebouwen. Daar moeten we samen zuinig op zijn en dat is ook een taak voor de provincie.
Evenementen zijn daarnaast goed voor de naamsbekendheid en de uitstraling van Overijssel naar buiten. Deze moeten actief worden gefaciliteerd, ook nieuwe van onderop georganiseerde evenementen. Met uitbreiding van subsidies en budgetten zijn we terughoudend, het is juist belangrijk dat sport en cultuur gedragen worden door de samenleving zelf en de lokale bedrijven.
Onze keuzes:
Behoud van een leefbaar platteland gaat samen met het behoud van waardevolle tradities en volksgebruiken, zoals dorpsfeesten. De provincie moet dit behoud faciliteren en stimuleren.
Kerken en ander historisch erfgoed bepalen mede de identiteit van de kerkdorpen en zijn markante punten in het landschap. De provincie moet eraan bijdragen dat dit erfgoed ook voor de volgende generaties ongeschonden bewaard blijft.
De Nedersaksische taal is onderdeel van de identiteit van Overijssel. Daar zijn we trots op.
De provincie moet het gebruik van deze taal bevorderen, ook onder de jeugd.
Paasvuren zijn cultureel erfgoed en goed voor de gemeenschapszin en moeten daarom actief beschermd en bevorderd worden. Het hout voor het paasvuur is biomassa afkomstig uit onderhoud van het karakteristieke cultuurlandschap.
In de steden is het belangrijk aandacht te hebben voor een breed palet aan culturele activiteiten, van musea tot straatcultuur, muziek en dans. Cultuur komt uit de samenleving en wordt gedragen door de samenleving. De provincie kan wel bijdragen aan het faciliteren hiervan.
De aanwezigheid in Twente van onder meer de Aramese, Armeense en Koptische gemeenschappen, maar ook andere etnische- en religieuze minderheden met wortels in het Midden-Oosten, geeft een unieke culturele kleur aan deze regio. Het is primair aan deze gemeenschappen zelf om hun eeuwenoude en waardevolle culturele erfgoed in stand te houden. De provincie kan een goede bijdrage leveren aan het faciliteren van het behoud van dit bijzondere erfgoed.
Een mediafonds voor onderzoeksjournalistiek kan dienen ter versterking van onze eigen regionale omroep RTV Oost en de lokale omroepen en journalisten in de provincie. Voorwaarde is dat de onafhankelijkheid geborgd wordt en het onderzoek gericht is op provinciale, regionale en lokale thema’s.
Bestaande grote evenementen zijn belangrijk voor de aantrekkelijkheid van Overijssel als provincie om te wonen, werken en recreëren. De provincie moet deze evenementen blijven faciliteren binnen het huidige financiële kader. Overijssel moet blijven streven naar het behouden en faciliteren van topsportevenementen om de zichtbaarheid van de provincie te vergroten. Het budget mag proportioneel meegroeien met de inflatie.
De provincie Overijssel zou zich veel sterker moeten inzetten voor een eerlijke verdeling van de cultuurgelden over het land. Er hoeft door de provincie Overijssel niet meer geld uitgegeven te worden aan kunst en cultuur, maar er hoeft ook niet op te worden bezuinigd. Noaberschap en gemeenschapszin zijn belangrijk in Overijssel en vormen de sociale lijm in onze lokale gemeenschappen. Initiatieven die noaberschap bevorderen, ons cultureel erfgoed beschermen en toegankelijk maken voor iedereen en actief bijdragen aan de gemeenschap moeten voorrang krijgen.
HET KAN WÉL.