Overeenkomst
Overeenkomst
Interlokale vereniging Deeltijds Kunstonderwijs (Beeldende en Audiovisuele kunsten)
Berlaar - Nijlen
Tussen de hierna vermelde lokale overheden, vertegenwoordigd zoals nader aangeduid, is overeengekomen een interlokale vereniging op te richten volgens de toepasselijke bepalingen van het Decreet Lokaal Bestuur:
• de gemeente Nijlen,
vertegenwoordigd door Xxxxx Xxxxxx, voorzitter van de gemeenteraad en Xxxx Xxxxxxx, algemeen directeur, in uitvoering van het gemeenteraadsbesluit van …………………….
(datum);
• de gemeente Berlaar,
vertegenwoordigd door Xxxxxx Xxxxxxxx, voorzitter van de gemeenteraad en Xxxx Xxxxx, algemeen directeur, in uitvoering van het gemeenteraadsbesluit van 16/3/2021
Voormelde partijen hebben de inhoud van deze overeenkomst met statutaire draagkracht vastgesteld als volgt:
Titel 1: Naam, doel, zetel, beherende gemeente, duur, opzeg, toetreding
Art. 1 Naam
De interlokale vereniging draagt de naam “Interlokale vereniging Deeltijds Kunstonderwijs Berlaar - Nijlen”.
Art. 2 Doel
§1.
De Interlokale vereniging Deeltijds Kunstonderwijs Berlaar - Nijlen heeft als doelstelling om binnen de krijtlijnen van de onderwijsregelgeving, de organisatie van de academie voor Beeldende Kunsten Nijlen met inbegrip van haar vestigingsplaatsen optimaal af te stemmen op de lokale noden en deze vorm van onderwijs zo toegankelijk en bereikbaar mogelijk aan te bieden in de deelnemende gemeenten. Hieruit kunnen eventueel gemeentelijke en intergemeentelijke activiteiten en projecten voortvloeien.
§2.
Alle vestigingsplaatsen maken pedagogisch en administratief deel uit van de academie voor Beeldende Kunsten Nijlen, met als schoolbestuur het gemeentebestuur van Nijlen.
De hoofdvestigingsplaats van de academie is gevestigd op het volgende adres: Xxxxxxxxxxxx 00,
0000 Xxxxxx.
§3.
Ten opzichte van andere initiatieven die men concurrentieel zou kunnen noemen ten aanzien van het al aanwezige deeltijds kunstonderwijs (DKO) op het eigen grondgebied, engageren de deelnemende gemeenten zich duidelijk ten gunste van onderhavig samenwerkingsverband.
Art. 3 Zetel, beherende gemeente
§1.
Xx xxxxxxxx Xxxxxx wordt aangeduid als beherende gemeente.
§2.
De zetel van de Interlokale vereniging Deeltijds Kunstonderwijs Berlaar – Nijlen wordt gevestigd op volgend adres: Xxxxxxxxxx 0, 0000 Xxxxxx.
§3.
Er wordt een beheerscomité opgericht (zie Titel 2).
Art. 4 Duur, opzegmogelijkheid, toetreding
§1.
De interlokale vereniging wordt opgericht voor onbepaalde duur, ingaand op 1 april 2021.
§2.
Uittreding kan enkel op 1 september mits de uittreding aangetekend wordt meegedeeld aan de andere deelnemende gemeenten en aan de voorzitter van het beheerscomité en dit vóór 1 maart van het
schooljaar voorafgaand aan de datum van uittreding. De mededeling tot uittreding moet gebaseerd zijn op een beslissing van de gemeenteraad van de uittredende gemeente.
De uittredende gemeente heeft geen recht op recuperatie van de ingebrachte financiële middelen.
§3.
Een nieuwe gemeente kan enkel op 1 september toetreden. De gemeente dient hiertoe bij de voorzitter van het beheerscomité per aangetekend schrijven een aanvraag in en dit vóór 1 maart van
het schooljaar voorafgaand aan de datum van toetreding.. Het beheerscomité formuleert een advies over het verzoek tot toetreding en legt de aanvraag ter goedkeuring voor aan de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten. De toetreding wordt aanvaard indien alle deelnemende gemeenten zich akkoord hebben verklaard. Indien een gemeenteraad geen beslissing neemt binnen de 90 dagen na voorlegging, wordt de betreffende gemeenteraad verondersteld de toetreding te aanvaarden.
Titel 2: Beheerscomité – samenstelling en werking
Art. 5 Samenstelling
§ 1.
Er wordt een beheerscomité opgericht.
§ 2.
Door elke gemeenteraad wordt een lid van het college van burgemeester en schepenen afgevaardigd, alsmede een vervangend lid met hetzelfde mandaat ingeval van afwezigheid van het effectief lid.
De leden van het beheerscomité worden afgevaardigd voor de periode van een bestuurslegislatuur, onverminderd de mogelijkheid van de gemeenteraden het mandaat van hun vertegenwoordigers in te trekken en onverminderd de beëindiging van rechtswege van het mandaat van de leden van het beheerscomité zodra zij hun betreffende politieke mandaat verliezen. De leden blijven evenwel lid van het beheerscomité tot het moment dat er in hun vervanging is voorzien. In geval van algehele vernieuwing van de gemeenteraden duiden de deelnemende gemeenten in de eerste drie maanden volgend op het jaar van de verkiezingen de nieuwe bestuurders aan. Zij treden aan vanaf het ogenblik van hun aanstelling.
§3.
De directeur van de academie wordt naar het beheerscomité uitgenodigd als deskundige. Hij heeft geen stemrecht.
§4.
Het beheerscomité kan andere deskundigen uitnodigen op haar vergaderingen. Zij hebben geen stemrecht. Hun aanwezigheid wordt in het verslag vermeld.
Art. 6 Werking
§1.
Het beheerscomité houdt minstens twee zittingen per kalenderjaar op een gezamenlijk afgesproken datum en zo vaak als het belang van de interlokale vereniging het vereist.
§2.
De vertegenwoordiger van de beherende gemeente neemt de rol van voorzitter van het beheerscomité op. De directeur van de academie neemt het secretariaat waar en rapporteert aan het beheerscomité.
§3
1. De voorzitter van het beheerscomité beslist tot bijeenroeping van het beheerscomité en stelt de agenda van de vergadering samen.
2. De uitnodiging wordt verzonden via een automatisch gegenereerde e-mail van het e- besluitvormingsprogramma. Deze uitnodiging bevat de plaats, de dag, het tijdstip en de link die het lid van het beheerscomité toelaat zich aan te melden op de webtoepassing. Deze link verwijst het lid van het beheerscomité door naar de dagorde van dat beheerscomité.
3. Aanwezigheid: Vooraleer aan de vergadering deel te nemen, notuleert de directeur in het e-besluitvormingsprogramma de aanwezigheden van de leden van het beheerscomité. De namen van de leden worden in de notulen vermeld.
4. Een ontwerpverslag wordt rondgestuurd naar de leden van het beheerscomité uiterlijk 30 dagen na de zitting.
De leden van het beheerscomié beschikken over een termijn van 15 werkdagen vanaf de verzending van het document om hun opmerkingen via e-mail aan de voorzitter ter kennis te brengen. Indien van een lid geen mail wordt ontvangen, wordt het geacht zijn goedkeuring te hebben verleend aan het verslag.
5. Het definitief verslag wordt na afloop van de termijn van 15 werkdagen en na eventuele aanpassingen, zoals vermeld in punt artikel 6 § 3, punt 4, rondgestuurd naar de deelnemende gemeentebesturen alwaar het ter inzage ligt van de gemeenteraadsleden van de deelnemende gemeenten, onverminderd de decretale bepalingen inzake de openbaarheid van bestuur.
§4.
Het beheerscomité kan slechts geldig vergaderen indien twee derden van de vertegenwoordigers van de deelnemers aanwezig is. Bovendien moet telkens minstens een afgevaardigde van het schoolbestuur aanwezig zijn. Indien de vergadering niet voldoende aanwezigen telt, wordt een datum vastgelegd voor een nieuwe vergadering, minstens één week later. Op deze tweede vergadering is het aanwezigheidsquorum van twee derden niet meer vereist voor de punten die voor de tweede maal op de agenda zijn vermeld. In de oproep naar deze nieuwe vergadering wordt hierop gewezen. De aanwezigheid van een afgevaardigde van het schoolbestuur blijft evenwel van toepassing.
§5.
Elke deelnemende gemeente beschikt over één stem in het beheerscomité. Beslissingen worden genomen bij consensus.
§6. De leden van het beheerscomité stemmen via het e-besluitvormingsprogramma met hun persoonlijke login, behalve als door een lid de mondelinge stemming wordt xxxxxxxx.Xx uitslag van de stemming wordt geprojecteerd op het scherm. Dit gebeurt met de melding van de naamstemmen, behalve als het een geheime stemming betreft.
Titel 3: Beheerscomité – bevoegdheden
Art. 7
§1.
Binnen het beheerscomité wordt overleg gepleegd over de wijze waarop de overeenkomst wordt uitgevoerd.
§2.
Het beheerscomité formuleert adviezen ten behoeve van het schoolbestuur inzake de organisatie van het DKO, een rationele spreiding van het onderwijsaanbod, de aanwending van het lestijdenpakket, personeelsbeleid, eventuele retributie, infrastructuur, uitrusting en didactisch materiaal en investeringen.
§3.
Daarnaast heeft het beheerscomité de volgende taken:
- formuleren van adviezen met betrekking tot de wijziging van deze algemene overeenkomst.
Art. 8
Onverminderd de taken die aan het beheerscomité van de interlokale vereniging zijn toegewezen, blijft het schoolbestuur verantwoordelijk voor haar onderwijsinstelling(en) en voor de personeelsleden die zij heeft aangesteld.
Titel 4: Inbreng van de deelnemers en wijze waarop deze inbreng wordt beheerd
Art. 9 Financiële inbreng
§1.
Elke deelnemende gemeente doet jaarlijks een financiële inbreng aan de beherende gemeente als bijdrage in de ateliermaterialen. Voor de eerste 3 schooljaren bedraagt dit € 1.000,00 per op te starten klasgroep en € 500,00 per klasgroep per schooljaar die reeds opgestart is.
Na deze 3 schooljaren wordt de financiële inbreng herbekeken.
Investeringen voor de lokalen/klassen van de deelnemende gemeente zijn steeds ten laste van de deelnemende gemeente.
§2.
De beherende gemeente neemt de werkingsmiddelen die ze als subsidie ontvangt van het ministerie van Onderwijs en Vorming, op als inkomsten ter financiering van de ateliermaterialen
§3.
Er wordt geen vergoeding voor globale administratiekost en onkosten van de directie gevraagd.
Art. 10 Infrastructuur en didactisch materiaal
§1.
Elke deelnemende gemeente staat voor de vestigingsplaats(en) op zijn grondgebied in voor:
a. geschikte en voldoende lokalen die beantwoorden aan de voorwaarden inzake hygiëne, veiligheid en bewoonbaarheid;
b. het nodige didactisch materiaal en de nodige schooluitrusting die beantwoorden aan de specifieke technische en pedagogische eisen voor het organiseren van kwaliteitsvol onderwijs, met name
• voor het domein Beeldende en audiovisuele kunsten: in elk klaslokaal, een afsluitbare kast, een wastafel met stromend water, voldoende tafels en stoelen aangepast aan de doeleinden en de vereisten van de aangeboden opleidingen in dit domein.
c. een functionele inrichting van de vestigingsplaats(en) met onder andere uithangborden en een mededelingenbord, met oog voor een vlotte bereikbaarheid van straat of plein, parking en fietsenstalling;
d. het onderhoud van de lokalen;
e. de verwarming, verlichting, watervoorziening, telefoon en andere verbruikskosten;
f. voldoende EHBO-voorzieningen (in functie van de risicoanalyse);
g. brandbeveiliging (pictogrammen, brandblusapparaten,...);
h. de nodige verzekeringen tegen brand waarbij een afschrift van de betreffende polissen aan het gemeentebestuur van Nijlen wordt overgemaakt.
§2.
De roerende en onroerende goederen van de vestigingsplaatsen gelegen op het grondgebied van de niet-beherende gemeenten worden vervat in een inventaris en blijven eigendom van de betreffende gemeente.
§3.
De bibliotheek van de academie wordt ter beschikking gesteld van het personeel en de leerlingen van alle vestigingsplaatsen.
§4. De deelnemende gemeente zal de preventieadviseur van de gemeente Nijlen dienst Onderwijs betrekken bij de aankoop van machines, installaties en apparaten in de vestigingsplaatsen. De preventieadviseur van de gemeente Nijlen dient een eigen indienststellingsverslag op te maken voordat deze in gebruik worden genomen.
Art. 11 Verzekering
De verzekeringspolissen1 die het schoolbestuur afsluit ten behoeve van de leerlingen en personeelsleden van de academie, gelden eveneens voor:
- de personeelsleden aangesteld conform artikel 12 en 13 van deze overeenkomst
- en leerlingen van de vestigingsplaatsen. Het gaat om minimaal:
- een polis burgerlijke aansprakelijkheid voor de leerlingen en het personeel,
- een polis tegen lichamelijke ongevallen voor de leerlingen en desgevallend het niet- gesubsidieerd2 personeel,
- een verzekering rechtsbijstand voor het personeel.
Art. 12 Gesubsidieerd onderwijspersoneel
§1.
Het gesubsidieerd bestuurs- en onderwijzend, ondersteunend en desgevallend opvoedend hulppersoneel wordt binnen de vigerende reglementering van de Vlaamse Gemeenschap aangesteld en benoemd door het schoolbestuur, namelijk het gemeentebestuur van Nijlen. De rechtspositieregeling voor personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs is integraal van toepassing met inbegrip van de aanvullende reglementen opgelegd door het schoolbestuur.
§2.
Het aantal gesubsidieerde lestijden en gesubsidieerde administratieve omkadering dat wordt aangewend in de vestigingsplaatsen in de niet-beherende gemeenten, wordt bepaald door het aantal financierbare leerlingen dat op 1 februari van het vorig schooljaar in de vestigingsplaatsen van de betreffende gemeente werd geteld.
Art. 13 Niet-gesubsidieerd personeel
§1.
De beherende gemeente kan na advies van het beheerscomité niet-gesubsidieerd personeel aanstellen ten behoeve van het toezicht en ten behoeve van de DKO-administratie in de vestigingsplaatsen.
§2.
Op expliciete vraag van een niet-beherende gemeente kan de beherende gemeente bijkomend niet-gesubsidieerd onderwijspersoneel aanstellen dat wordt tewerkgesteld in de vestigingsplaats(en) van deze niet-beherende gemeente en onder leiding staat van de directeur van de academie.
De opstart van een nieuwe klasgroep en de bijbehorende personeelskost via PWB is steeds ten laste van de deelnemende gemeente.
§3.
De kosten voor het inzetten van niet-gesubsidieerd personeel worden doorgerekend aan de betreffende niet-beherende gemeente op basis van de werkelijke kost.
1 Indien er ook sprake is van niet-gesubsidieerde initiatieven, moet worden nagegaan of de verzekeringspolis deze ook dekt.
2 Het gesubsidieerd personeel is via het ministerie van Onderwijs en Vorming verzekerd tegen arbeidsongevallen.
Titel 5: Financieel beheer en controle
Art. 14 Budget
§1.
De kosten voor de inrichting van de lokalen, de kosten voor het onderhoud, de verwarming, de verlichting en het gebruik van andere nutsvoorzieningen zoals bepaald in artikel 10, §§1 en 2 worden rechtstreeks gedragen door de betreffende gemeente.
§2
De niet-beherende gemeente neemt een bijdrage op in hun meerjarenplan gebaseerd op de financiële inbreng zoals bepaald in artikel 9, §1.
Art. 15 Jaarverslag en controle
§1.
Het beheerscomité maakt het jaarverslag waarbij het werkingsjaar gelijk loopt met een schooljaar, dus van 1 september tot en met 30 juni.
§2.
Het jaarverslag wordt aan de deelnemende gemeenten ter beschikking gesteld.
34.
De jaarlijkse evaluatie in de gemeenteraden gebeurt ter gelegenheid van de bespreking van het meerjarenplan.
Titel 6: Praktische afspraken
Art. 16 Leiding personeel
De directeur is de leidinggevende van zowel het gesubsidieerd als het niet-gesubsidieerd personeel dat ingezet wordt in de academie met inbegrip van de vestigingsplaatsen.
Art. 17 Toezicht
De beherende gemeente kan, na advies van het beheerscomité, voor het toezicht in de vestigingsplaatsen gedurende de uren van openstelling niet-gesubsidieerd personeel aanstellen conform de bepalingen van artikel 13.
Art. 18 Inschrijvingen
§1.
De inschrijving van leerlingen wordt georganiseerd door de beherende gemeente op basis van het advies van het beheerscomité.
§2.
De inschrijvingsgelden en desgevallend de retributies met betrekking tot de inschrijvingen worden geïnd door de beherende gemeente.
§3.
Het inschrijvingsgeld van de leerlingen in gesubsidieerde uren wordt door de beherende gemeente doorgestort aan het ministerie van Onderwijs en Vorming conform de vigerende regelgeving.
Art. 19 Certificering
De certificering van de leerlingen van een vestigingsplaats gebeurt door de beherende gemeente onder de benaming van de academie met toevoeging van de naam van de betreffende niet- beherende gemeente.
Art. 20
§1. Beeldende en audiovisuele kunsten: Ieder jaar zal in elke deelnemende gemeente ter gelegenheid van de uitreiking van de leerlingencertificaten een tentoonstelling van de werken van de leerlingen plaatsvinden samen met opendeurdagen. Elk deelnemend gemeentebestuur biedt bij de inrichting hiervan materiële en logistieke steun. Dit geldt eveneens voor de organisatie van extra-scolaire projecten zoals tentoonstellingen, voordrachten en projecten in samenwerking met andere academies; voor alle activiteiten die de werking, de bekendheid en de uitstraling van de academie promoten en voor de organisatie van pedagogische studiedagen en navormingssessies in samenwerking met de Onderwijskoepel van Steden en Gemeenten (OVSG) of met andere academies.
Titel 7: Veiligheid, preventie, welzijn
Art. 21 Diensten Preventie en Bescherming op het Werk
§1.
De adviezen van de interne en/of externe diensten voor Preventie en Bescherming op het Werk worden in eerste instantie geformuleerd aan het schoolbestuur. Indien de adviezen verband houden met en/of een weerslag hebben op de infrastructuur van een niet-beherende gemeente, worden deze verder besproken met de betreffende niet-beherende gemeente.
§2.
De wettelijke opgelegde adviesverlening door de preventiedienst bij aankoop van materiaal wordt opgenomen door de preventiedienst van de beherende gemeente.
Art. 22 Globaal preventieplan en jaaractieplan
De uitwerking van een dynamisch risicobeheer wordt via een globaal preventieplan gekaderd. Dit plan wordt telkens voor een periode van vijf jaar door de beherende gemeente uitgewerkt voor de interlokale vereniging. Dit plan met de hieruit voortvloeiende jaaractieplannen worden via de interne preventiedienst van de beherende gemeente opgesteld, opgevolgd en geactualiseerd. De rapportering wordt gecommuniceerd met de personeelsleden en feedback vanuit het personeel wordt mee opgenomen.
Art. 23 Controle gebouwen
§1.
Elke deelnemende gemeente staat in voor de wettelijke keuringen van installaties en toestellen in haar lokalen die ter beschikking worden gesteld van de interlokale vereniging. Een inventaris en aansluitende rapportering van de te keuren toestellen wordt overgemaakt aan de preventiedienst van de beherende gemeente.
§2.
Periodiek (vijfjaarlijks, startend in 2021) wordt in elke deelnemende gemeente een inspectie van de gebouwen verricht door de brandweercommandant van de betreffende zone. De burgemeester van de deelnemende gemeente richt hiertoe het nodige verzoek. De verslaggeving en besluiten worden overgemaakt aan de preventiedienst van de beherende gemeente. De gebundelde resultaten worden voorgelegd aan het beheerscomité.
§3.
De voorzitter van het beheerscomité legt bij de aanvang van ieder werkingsjaar een lijst voor aan de leden, met daarop de voor dat werkingsjaar voorziene keuringen en bijhorende vereiste attesten.
Art. 24 Rookverbod
Er geldt een absoluut en permanent verbod op het roken van producten op basis van tabak of van soortgelijke producten. De deelnemende gemeenten brengen in hun vestigingsplaatsen rookverbodstekens aan zodanig dat ieder die aanwezig is, er kennis van kan nemen. De deelnemende gemeenten doen het nodige om dit rookverbod eveneens te handhaven bij gebruik door derden van deze vestigingsplaatsen.
Titel 8: Opheffing
Art. 25 Opheffing
Wanneer aan het bestaan van de interlokale vereniging een einde komt, wordt door de deelnemende gemeenten in gezamenlijk akkoord de opheffing geregeld.
Aldus opgemaakt te …………………… op in …… exemplaren waarvan elk der
voornoemde partijen erkent één exemplaar te hebben ontvangen. Getekend door,
Te ,
(datum)……………………..
De algemeen directeur, de voorzitter,
Te ,
(datum)……………………..
De algemeen directeur, de voorzitter,