STATUTEN
Naam en zetel Artikel 1
STATUTEN
Blad 1
1. De onderlinge waarborgmaatschappij draagt de naam:
Onderlinge Verzekeringsmaatschappij “Waterland en Omstreken U.A.”. Zij wordt hierna ook genoemd: “de maatschappij”.
2. De maatschappij is gevestigd te Oosthuizen, gemeente Edam-Volendam.
Werkgebied Artikel 2
Het werkgebied van de maatschappij strekt zich uit over geheel Nederland.
Doel Artikel 3
1. De maatschappij stelt zich ten doel haar leden op onderlinge grondslag te verzekeren tegen schade aan roerende en onroerende zaken op basis van de door de maatschappij ingevolge artikel 24 van deze statuten vastgestelde verzekeringsvoorwaarden.
2. De maatschappij kan haar bemiddeling verlenen bij het afsluiten van andere verzekeringen en/of overige financiële diensten en producten.
3. De maatschappij stelt zich voorts ten doel al hetgeen te verrichten dat met het voorgaande verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn, een en ander in de ruimste zin.
Lidmaatschap Artikel 4
Leden van de maatschappij zijn natuurlijke en rechtspersonen die een brandverzekering bij haar hebben afgesloten.
Artikel 5
1. Na beëindiging van het lidmaatschap heeft het betrokken lid generlei aanspraak op de reserves van de maatschappij.
2. Ingeval van beëindiging door royement van de verzekering(en) is het lid gehouden tot betaling van de premies en omslagen, geheven over het boekjaar, waarin het royement plaatsvindt.
Boekjaar en jaarrekening Artikel 6
1. Het boekjaar van de maatschappij is gelijk aan het kalenderjaar.
2. Jaarlijks binnen vijf (5) maanden na afloop van het boekjaar - behoudens verlenging van deze termijn met ten hoogste zes (6) maanden door de algemene vergadering op grond van bijzondere omstandigheden - maakt het bestuur de jaarrekening op, die aan de algemene vergadering ter vaststelling wordt voorgelegd.
De jaarrekening gaat vergezeld van:
- het advies van de Raad van Commissarissen;
- de verklaring van de accountant, bedoeld in lid 3 van dit artikel, zo de daar bedoelde opdracht is verstrekt;
- het jaarverslag; en
- de in artikel 2:392 van het Burgerlijk Wetboek bedoelde overige gegevens voor zover het daar bepaalde op de maatschappij van toepassing is.
De jaarrekening wordt ondertekend door alle leden van het bestuur. Ontbreekt de handtekening van één of meer van hen, dan wordt daarvan onder opgaaf van redenen melding gemaakt.
3. De voor het onderzoeken van de jaarrekening, zoals bedoeld in artikel 2:393 lid 3 van het Burgerlijk Wetboek, in te schakelen accountant wordt door het bestuur ingeschakeld nadat omtrent de keuze een akkoord is verkregen van de Raad van Commissarissen.
De accountant brengt omtrent zijn onderzoek verslag uit aan het bestuur alsmede aan de Raad van Commissarissen en geeft de uitslag van zijn onderzoek in een verklaring weer.
4. Het bestuur zorgt dat de opgemaakte jaarrekening, het jaarverslag en de in lid 2 bedoelde overige gegevens, ten kantore van de maatschappij voor de leden ter inzage liggen en voorts vanaf de dag der oproeping tot de algemene vergadering ten kantore van de maatschappij aanwezig zijn. De leden kunnen de stukken aldaar inzien en er kosteloos afschriften van krijgen.
Algemene vergadering Artikel 7
1. De algemene vergadering wordt gevormd door de leden.
2. Er wordt ten minste éénmaal per jaar een gewone algemene vergadering gehouden en wel vóór een juli van elk jaar.
3. In deze vergadering wordt:
a. door het bestuur verslag uitgebracht betreffende de (financiële) toestand van de maatschappij;
b. de jaarrekening ter beoordeling en vaststelling voorgelegd;
c. besloten over decharge van het bestuur voor het in het afgelopen boekjaar gevoerde beleid, voor zover van dat beleid uit de jaarrekening blijkt of dat beleid aan de algemene vergadering bekend is gemaakt, en aan de commissarissen voor het door hen gehouden toezicht daarop;
d. voorzien in de vacatures van het bestuur en de Raad van Commissarissen;
e. al datgene besproken wat door of met instemming van het bestuur verder ter tafel wordt gebracht.
4. De oproeping van een algemene vergadering door het bestuur wordt ten minste veertien dagen tevoren bekend gemaakt, onder vermelding van de te behandelen agenda.
Artikel 8
1. Indien het bestuur daartoe besluit, zal een buitengewone vergadering worden gehouden op een door het bestuur te bepalen plaats en tijd.
2. Indien ten minste twintig (20) leden, ieder bevoegd tot het uitbrengen van één stem, schriftelijk en met opgave van de te behandelen punten de wens te kennen geven tot het houden van een zodanige vergadering, zal het bestuur deze houden binnen een termijn van niet langer dan vier weken na indiening van het verzoek, met inachtneming van de in artikel 7 lid 4 vermelde formaliteiten.
3. Blijft het bestuur in gebreke de in het vorige lid bedoelde vergadering binnen veertien dagen na het verzoek daartoe bijeen te roepen, dan kunnen de verzoekers zelf tot die bijeenroeping overgaan alles met inachtneming van de formaliteiten als hiervoor omschreven in artikel 7 lid 4.
4. De verzoekers kunnen anderen dan bestuursleden belasten met de leiding van een op grond van lid 3 opgeroepen algemene vergadering.
Artikel 9
1. Xxxxxxxx over personen geschiedt schriftelijk. Over zaken wordt mondeling gestemd tenzij de vergadering anders besluit.
2. Een ter vergadering afwezig lid kan zich door een medelid met schriftelijke volmacht doen vertegenwoordigen. Een ter vergadering aanwezig lid kan slechts één afwezig lid met schriftelijke volmacht vertegenwoordigen.
3. Ieder aanwezig lid of vertegenwoordigend lid brengt één stem uit. Blanco stemmen worden beschouwd als niet uitgebracht te zijn.
4. Bij voorziening in vacatures maakt het bestuur voor elke vacature een voordracht op.
Tegenkandidaten kunnen – voor zover zij voldoen aan de opgestelde profielschets en overigens in hun kandidatuur door ten minste tien (10) leden worden ondersteund – minimaal achtenveertig (48) uur voor de aanvang van de vergadering bij de secretaris van het bestuur worden ingediend.
5. Wordt bij verkiezing van bestuursleden gedurende de eerste stemming geen volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen verkregen, dan wordt een tweede vrije stemming gehouden. Wordt ook dan geen volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen verkregen, dan volgt een stemming tussen de personen, die bij de vorige stemming de meeste stemmen op zich verenigden, zo nodig na een tussenstemming bij meerdere personen met een gelijk hoogste aantal stemmen.
6. Voor het overige worden besluiten genomen bij gewone meerderheid van de uitgebrachte stemmen, behalve in gevallen waarin deze statuten een andere meerderheid eisen.
7. Bij staking van stemmen over zaken beslist de voorzitter; bij staking van stemmen over personen het lot.
8. De algemene vergadering kan besluiten nemen ten aanzien van punten die niet op de agenda zijn vermeld. Deze besluiten kunnen echter alleen genomen worden met meerderheid van twee derde (2/3) van de uitgebrachte geldige stemmen.
Bestuur Artikel 10
1. a. Het bestuur bestaat uit een oneven aantal van ten minste drie (3) natuurlijke personen door de algemene vergadering uit de leden benoemd. Het aantal bestuursleden wordt vastgesteld door het bestuur.
De bestuursleden dienen zoveel mogelijk in de verschillende delen van het werkgebied -woonachtig te zijn. Onderdeel van het interesseren van kandidaten vormt een onderzoek naar de geschiktheid van de kandidaat/kandidaten.
In het kader van het hebben en houden van kwaliteit binnen het bestuur kan
de algemene vergadering op voorstel van het bestuur overgaan tot het benoemen van een niet-lid tot bestuurslid.
b. Een benoeming tot bestuurslid is slechts mogelijk indien bij toetsing door de Nederlandsche Bank (DNB) de desbetreffende persoon daarvoor voldoende betrouwbaar en deskundig is gebleken. Indien ten tijde van de benoeming deze toetsing nog niet heeft plaatsgevonden, vindt de benoeming te allen tijde plaats onder opschortende voorwaarde dat bij toetsing door DNB de desbetreffende persoon voor het bestuurslidmaatschap voldoende betrouwbaar en deskundig is gebleken.
2. Het bestuur kiest uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester. Het bestuur is belast met de dagelijkse leiding van de maatschappij, eventueel bijgestaan door de directeur of één van de andere medewerkers.
Het bestuur voert de besluiten van de algemene vergadering uit.
3. De bestuursleden worden benoemd voor een periode van vijf jaar. Zij treden af volgens een door het bestuur op te maken rooster. Een volgens rooster afgetreden bestuurslid is onmiddellijk doch ten hoogste tweemaal herbenoembaar.
4. In tussentijdse vacatures wordt in de eerstvolgende algemene vergadering voorzien. Het bestuurslid, dat in een tussentijdse vacature wordt gekozen, maakt de periode af van degene in wiens plaats hij/zij is gekozen. Daarna begint zijn/haar zittingsperiode zoals bedoeld in lid 3.
5. Bestuursleden kunnen te allen tijde door de Raad van Commissarissen worden geschorst. De algemene vergadering beslist vervolgens of de schorsing wordt opgeheven dan wel dat wordt besloten tot ontslag. Een besluit tot schorsing of ontslag van een bestuurslid kan door de algemene vergadering slechts worden genomen indien het voorstel daartoe op de agenda staat vermeld.
Artikel 11
Indien een lid van de maatschappij tot bestuurder is benoemd, eindigt zijn lidmaatschap van het bestuur terstond door het beëindigen van het lidmaatschap van de maatschappij.
Tenzij de algemene vergadering – op voordracht van het bestuur – anders besluit, eindigt het lidmaatschap van het bestuur doordat het betrokken bestuurslid failliet wordt verklaard, aan het bestuurslid surseance van betaling is verleend, het bestuurslid onder curatele wordt gesteld of op andere wijze het vrije beheer over diens vermogen verliest alsmede door periodiek aftreden ingevolge het in artikel 10 lid 3 van deze statuten bedoelde rooster.
Artikel 12
1 . Het bestuur is belast met de algemene leiding van de maatschappij en met de zaken, die het bij de statuten of de verzekeringsvoorwaarden wordt opgedragen.
2. Het bestuur draagt zorg voor een zorgvuldig beheren en beleggen van de daarvoor in aanmerking komende middelen.
3. Het bestuur is, met goedkeuring van de Raad van Commissarissen, bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding of bezwaring van registergoederen.
Artikel 13
1. Het bestuur of de voorzitter en secretaris en/of de penningmeester zijn gezamenlijk bevoegd de maatschappij in en buiten rechte te vertegenwoordigen. De maatschappij kan tevens worden vertegenwoordigd door een medewerker, echter met inachtneming van de eventuele beperkingen die aan die bevoegdheid zijn gesteld.
2. Indien een lid van het bestuur een overeenkomst met de maatschappij sluit of wijzigt, of indien een lid van het bestuur in privé enigerlei procedure tegen de maatschappij voert, kunnen één of meer leden van de Raad van Commissarissen worden aangewezen om de maatschappij te vertegenwoordigen.
Artikel 14
1. Het bestuur vergadert zo vaak als de voorzitter dit noodzakelijk acht doch ten minste éénmaal per kwartaal.
Indien twee bestuursleden schriftelijk aan de voorzitter de wens te kennen geven tot het houden van een vergadering, is deze verplicht binnen vijf dagen een vergadering te doen uitschrijven met inachtneming van een termijn van ten hoogste acht dagen.
2. Mocht de voorzitter weigeren of in gebreke blijven zodanige vergadering te doen houden, dan zullen twee bestuursleden zelf die vergadering kunnen bijeenroepen met inachtneming van een termijn van ten minste drie dagen.
3. Vergaderingen worden in opdracht van de voorzitter uitgeschreven met inachtneming van een termijn van ten minste drie dagen behalve in spoedeisende gevallen.
4. De bijeenroeping zal steeds behelzen een opgave van plaats en tijd van de te houden vergadering alsmede een opgave van de te behandelen onderwerpen.
5. Het bestuur kan besluiten nemen ten aanzien van punten die niet op de agenda zijn vermeld.
Deze besluiten kunnen echter alleen genomen worden nadat de ontbrekende bestuursleden over de onderwerpen zijn gehoord.
Artikel 15
1. Besluiten van het bestuur worden genomen bij meerderheid van stemmen. Bij staking van stemmen beslist de voorzitter.
2. Op verzoek van het bestuur kan de directeur, indien aangesteld, of één van de andere medewerkers de vergaderingen bijwonen en heeft daarin een adviserende inbreng.
Artikel 16
1. De bestuursleden genieten een vergoeding voor de door hen in het belang van de maatschappij verrichte werkzaamheden. Het bestuur stelt de hoogte van deze vergoeding vast en behoeft de goedkeuring van de Raad van Commissarissen. De hoogte van de vergoeding staat in relatie tot de tijdsbesteding ten behoeve van de maatschappij.
2. De bestuursleden hebben het recht hun onkosten, ten behoeve van de maatschappij gemaakt door de maatschappij te laten vergoeden.
Raad van commissarissen Artikel 17
1. De maatschappij kent een Raad van Commissarissen. De Raad van Commissarissen heeft tot taak:
- het goedkeuren van de door het bestuur voorgestelde beleidstukken;
- het gevraagd en ongevraagd adviseren van het bestuur;
- het toezicht houden op het beleid van het bestuur;
- het toezicht op de algemene gang van zaken;
- alsmede het uitoefenen van die taken en bevoegdheden die in deze statuten aan de Raad van Commissarissen zijn opgedragen of toegekend.
2. De Raad van Commissarissen is bevoegd om de uitvoering van besluiten van het bestuur van de maatschappij op te schorten indien zij het besluit strijdig acht met het belang van de maatschappij. Het bestuur van de maatschappij en de Raad van Commissarissen zijn in dergelijke gevallen gehouden met elkaar in overleg te treden.
3. De Raad van Commissarissen bestaat uit ten minste drie (3) natuurlijke personen.
4. a. De leden van de Raad van Commissarissen zijn lid van de maatschappij en worden benoemd, geschorst en ontslagen door de algemene vergadering van de maatschappij. Zij worden benoemd uit een voordracht van ten minste een persoon voor elke vacature, vast te stellen door de Raad van Commissarissen. Voor het opstellen van die voordracht wordt een onderzoek gedaan naar geschiktheid.
b. Een benoeming tot lid van de Raad van Commissarissen is slechts mogelijk indien bij toetsing door de Nederlandsche Bank (DNB) de desbetreffende persoon daarvoor voldoende betrouwbaar en deskundig is gebleken. Indien ten tijde van de benoeming deze toetsing nog niet heeft plaatsgevonden, vindt de benoeming te allen tijde plaats onder opschortende voorwaarde dat bij toetsing door DNB de desbetreffende persoon voor het lidmaatschap van de Raad van Commissarissen voldoende betrouwbaar en deskundig is gebleken.
5. Bij voorziening in vacatures maakt de Raad van Commissarissen voor elke vacature een voordracht op. Tegenkandidaten kunnen – voor zover zij voldoen aan de opgestelde profielschets en overigens in hun kandidatuur door ten minste tien (10) leden worden ondersteund – minimaal achtenveertig (48) uur voor de aanvang van de vergadering bij de secretaris van de Raad van Commissarissen worden ingediend.
6. Indien er om redenen van geschiktheid behoefte is om een niet-lid tot de Raad van Commissarissen te benoemen, kan de algemene vergadering in het kader van het hebben en houden van kwaliteit binnen de Raad van Commissarissen, op voorstel en voordracht van de Raad van Commissarissen daartoe overgaan.
7. De leden van de Raad van Commissarissen worden benoemd voor een periode van vijf (5) jaar. Zij treden af volgens een door de Raad van Commissarissen op te maken rooster. Een volgens het rooster afgetreden lid van de Raad van Commissarissen is onmiddellijk, doch ten hoogste tweemaal herbenoembaar, zulks met inachtneming van het bepaalde in lid 4 van dit artikel.
8. In tussentijdse vacatures wordt in de eerstvolgende algemene vergadering voorzien. Het lid dat in een tussentijdse vacature wordt gekozen, maakt de periode af van degene in wiens plaats hij/zij is gekozen. Daarna begint zijn/haar zittingsperiode zoals bedoeld in lid 7.
9. De Raad van Commissarissen wijst uit zijn midden een voorzitter, secretaris en een vicevoorzitter aan.
10. De leden van de Raad van Commissarissen maken geen deel uit van het bestuur van de maatschappij.
11. Het bestuur van de maatschappij verschaft de Raad van Commissarissen tijdig de voor de -uitoefening van diens taken en bevoegdheden noodzakelijke gegevens en voorts aan ieder lid van de Raad van Commissarissen alle inlichtingen betreffende de aangelegenheden van de maatschappij die deze mocht verlangen. De Raad van Commissarissen is bevoegd inzage te nemen en te doen nemen van alle boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de maatschappij.
12. De Raad van Commissarissen kan zich voor rekening van de maatschappij in de uitoefening van zijn taak doen bijstaan door een of meer deskundigen.
13. Een lid van de Raad van Commissarissen defungeert:
a. door zijn overlijden;
b. door het verlies van het vrije beheer over zijn vermogen;
c. door zijn aftreden (al dan niet volgens het in lid 5 van dit artikel bedoelde rooster van aftreden);
d. door ontslag door de algemene ledenvergadering van de maatschappij;
e. door zijn toetreding tot het bestuur van de maatschappij.
Een besluit tot ontslag als in dit lid bedoeld kan slechts worden genomen met een meerderheid van ten minste twee/derde (2/3) van de geldig uitgebrachte stemmen op de algemene vergadering. Van het onder sub d bedoelde ontslag kan slechts sprake zijn indien het onderwerp op de convocatie vermeld is.
14. Het bepaalde in de artikelen 14 en 15 van deze statuten is op de Raad van Commissarissen zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing. De Raad van Commissarissen komt ten minste tweemaal per jaar bijeen.
15. De Raad van Commissarissen is bevoegd om reglementen vast te stellen waarin die onderwerpen met betrekking tot (het functioneren van) de Raad van Commissarissen worden geregeld, die naar het oordeel van de Raad van Commissarissen (nadere) regeling behoeven.
Deze reglementen mogen niet met de wet of deze statuten in strijd zijn. De Raad van Commissarissen is tevens bevoegd om deze reglementen te wijzigen of te beëindigen. Een besluit tot vaststelling, wijziging of beëindiging van reglementen moet met meerderheid van stemmen worden genomen in een vergadering waarin alle leden van de Raad van Commissarissen aanwezig of vertegenwoordigd zijn.
Gemeenschappelijke vergadering van het bestuur en de raad van commissarissen Artikel 18
1. Ten minste twee (2) maal per jaar komen het bestuur en de Raad van Commissarissen in gemeenschappelijke vergadering bijeen ter bespreking van de algemene lijnen van het gevoerde en in de toekomst te voeren beleid.
2. Tot de bijeenroeping van een gemeenschappelijke vergadering zijn zowel het bestuur als de Raad van Commissarissen bevoegd.
3. De gemeenschappelijke vergaderingen worden geleid door de voorzitter of de vicevoorzitter van de Raad van Commissarissen.
Indien beiden afwezig zijn voorzien de aanwezige leden van het bestuur en de aanwezige leden van de Raad van Commissarissen in de leiding van de vergadering. Tot dat moment wordt de vergadering geleid door het in leeftijd oudste aanwezige lid van de Raad van Commissarissen.
Administratie Artikel 19
1. Het bestuur kan een directeur benoemen. De werkzaamheden worden door het bestuur vastgesteld en zo nodig gewijzigd.
Het bestuur kan de benoemde directeur schorsen. Bij schorsing heeft de betrokken functionaris recht van beroep bij de Raad van Commissarissen, die de schorsing opheft dan wel omzet in ontslag.
2. De arbeidsvoorwaarden van de directeur worden in een schriftelijke arbeidsovereenkomst neergelegd.
Artikel 20
Het bestuur benoemt – voor zover aan de orde – in overleg met de in artikel 19 lid 1 bedoelde functionaris hetzij in vaste hetzij in tijdelijke dienst hetzij voor het verrichten van bepaalde werkzaamheden het nodige personeel. Het regelt tevens hun werkzaamheden alsmede hun arbeidsvoorwaarden en legt dat schriftelijk vast.
Werkwijze van de maatschappij
Artikel 21
1. Aan het begin van elk boekjaar wordt van ieder lid ter dekking van schaden en kosten een premie geheven naar een tarief, dat wordt vastgesteld door het bestuur.
2. Met betrekking tot de premies voor verzekeringen, die in de loop van een boekjaar beginnen, wordt de premie tot het einde van het boekjaar naar evenredigheid berekend.
Artikel 22
1. Indien het totaal van de over een boekjaar ontvangen baten een overschot boven de lasten mocht opleveren, kan op voorstel van het bestuur, gehoord de Raad van Commissarissen, dit overschot worden toegevoegd aan de algemene reserve. Afhankelijk van het bedrijfsresultaat en van de eisen inzake solvabiliteit, kan het bestuur, gehoord de Raad van Commissarissen, overgaan tot een premiekorting
aan ieder lid naar evenredigheid van hun aandeel in de premie over het afgelopen boekjaar.
2. De algemene reserve kan door het bestuur worden gebruikt om tot een spoedige uitkering van schadevergoedingen te geraken en ter compensatie van eventuele verliezen.
Artikel 23
Het bestuur is verplicht de bij de maatschappij verzekerde risico's op genoegzame wijze te herverzekeren. Omtrent het herverzekeringscontract dient aan de Raad van Commissarissen advies te worden gevraagd.
Verzekeringsvoorwaarden Artikel 24
1. De algemene verzekeringsvoorwaarden worden door de algemene vergadering vastgesteld en worden neergelegd in de desbetreffende verzekeringsreglementen.
2. De bijzondere verzekeringsvoorwaarden worden opgesteld door het bestuur en vastgesteld door de algemene ledenvergadering.
Geschillen Artikel 25
Geschillen tussen een lid en de maatschappij zullen in eerste instantie door de maatschappij zelf overeenkomstig een daartoe opgesteld reglement worden behandeld.
Dit reglement wordt op aanvraag aan het lid toegezonden. Leidt de interne behandeling niet tot overeenstemming, dan kan de klacht worden voorgelegd aan het Klachten instituut Financiële dienstverlening (Kifid) te 's-Gravenhage. Het lid kan het geschil ook aan de gewone rechter voorleggen.
Wijziging statuten Artikel 26
De statuten kunnen slechts worden gewijzigd, indien daartoe wordt besloten in de algemene vergadering met een meerderheid van twee/derde (2/3) van de uitgebrachte geldige stemmen, ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigende leden en voorts nadat de voorgestelde wijziging:
a. ter kennis van de leden is gebracht;
b. gedurende vijf (5) dagen onmiddellijk voorafgaande aan de algemene ledenvergadering op het kantoor van de maatschappij ter inzage heeft gelegen;
c. en op de agenda is vermeld.
Juridische fusie Artikel 27
1. Een voorstel om te komen tot een juridische fusie met een andere verzekeringsmaatschappij, kan door het bestuur worden gedaan nadat de Raad van Commissarissen daarover een advies heeft uitgebracht.
2. De algemene vergadering kan tot besluitvorming komen voor zover aan de bepalingen van artikel 26 is voldaan.
Ontbinding van de maatschappij Artikel 28
1. De maatschappij wordt ontbonden:
a. indien daartoe op voorstel van het bestuur, gehoord de Raad van Commissarissen, wordt besloten door de algemene vergadering voor zover aan de bepalingen van artikel 26 is voldaan.
Indien tot ontbinding wordt besloten, worden door de algemene vergadering één of meer personen tot vereffenaars benoemd;
b. door haar insolventie, nadat zij in staat van faillissement is verklaard of door de opheffing van het faillissement wegens de toestand van de boedel;
c. door het geheel ontbreken van leden;
d. door de rechter, in de gevallen in de wet bepaald.
2. Indien bij ontbinding van de maatschappij blijkt, dat haar bezittingen haar schulden overtreffen, stelt de algemene vergadering op voorstel van het bestuur de bestemming van dit batig saldo vast.
Aansprakelijkheid tijdens de bedrijfsuitoefening en bij ontbinding Artikel 29
1. Tijdens de bedrijfsuitoefening of in geval van liquidatie zijn de leden niet aansprakelijk voor tekorten van de maatschappij.
2. In beide gevallen als bedoeld in het hiervoor vermelde lid kan de schadevergoedingsplicht van de maatschappij worden beperkt naar gelang van de beschikbare middelen.
Slotbepalingen
In gevallen waarin deze statuten niet voorzien, beslist het bestuur.