In deze openbare versie van de aanvraag voor goedkeuring zijn delen van de tekst vervangen of weggelaten om redenen van vertrouwelijkheid. Vervangen of weggelaten delen zijn met vierkante haken […] aangegeven.
In deze openbare versie van de aanvraag voor goedkeuring zijn delen van de tekst vervangen of weggelaten om redenen van vertrouwelijkheid. Vervangen of weggelaten delen zijn met vierkante haken […] aangegeven.
Zorgspecifieke concentratietoets
Aanvraagformulier
Ten behoeve van de aanvraag voor het verkrijgen van goedkeuring voor een concentratie als bedoeld in artikel 49a, eerste lid, van de Wet marktordening gezondheidszorg.
Hierbij verklaren de rechtsgeldig vertegenwoordigers van de in dit document genoemde betrokken organisaties dat dit document naar waarheid is ingevuld.1
Stichting Certe Medische Diagnostiek en Advies […], bestuurder Groningen, Handtekening | Handtekening |
Indien de aanvraag namens de betrokken organisaties wordt ingediend door een gemachtigde, verklaart deze gemachtigde namens de betrokken organisaties dat dit document volledig en naar waarheid is ingevuld.2
N.v.t. Handtekening | N.v.t. Handtekening |
1 Dit formulier gaat uit van maximaal twee betrokken organisaties. Indien meer organisaties betrokken zijn, kunt u de handtekeningvelden kopiëren.
2 In een dergelijk geval dient een door de rechtsgeldige vertegenwoordigers van de betrokken organisaties ondertekende machtiging en een uittreksel uit de handelsregister te worden overgelegd waaruit blijkt dat de ondertekenaars van de machtiging bevoegd zijn de organisatie te vertegenwoordigen.
Artikel 49a van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) bepaalt dat het voor zorgaanbieders verboden is een concentratie tot stand te brengen voordat de concentratie is goedgekeurd door de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). Dit formulier dient ertoe de goedkeuring van een concentratie bij de NZa aan te vragen. De aanvraag tot goedkeuring van de concentratie is een aanvraag zoals bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht. Dit aanvraagformulier bevat tevens de vragen die beantwoord moeten worden in de effectrapportage, zoals vereist op grond van artikel 49b Wmg.
PROCEDURE
− Per onderdeel vult u het formulier volledig en naar waarheid in.
− Het aanvraagformulier dient zelfstandig leesbaar te zijn. Er kan niet worden volstaan met verwijzingen naar bijlagen en andere documenten.
− Het aanvraagformulier, inclusief bijlagen, kan per e-mail worden verzonden aan xxxx@xxx.xx, onder vermelding van “Zorgspecifieke concentratietoets”.
Een e-mail kan niet groter zijn dan 20mb. U kunt de aanvraag in meerdere e-mails sturen.
− Wij verzoeken u ons het aanvraagformulier zowel in PDF-format als in Word-format toe te sturen. Indien deze versies van elkaar afwijken, wordt de PDF versie als origineel gehanteerd.
− Indien gewenst kunt u het aanvraagformulier, inclusief bijlagen, ook per post versturen aan: Nederlandse Zorgautoriteit
T.a.v. team zorgspecifieke concentratietoets
Xxxxxxx 0000
0000 XX XXXXXXX
− De NZa besluit, conform artikel 49c, eerste lid, Wmg, in beginsel binnen vier weken na ontvangst van de aanvraag.
− Indien de aanvraag onvoldoende informatie bevat voor de beoordeling, zal de NZa de aanvrager in de gelegenheid stellen de aanvraag aan te vullen. De hierboven genoemde termijn voor het nemen van het besluit wordt daarmee opgeschort.
PUBLICATIE
In geval de NZa goedkeuring verleent aan de concentratie, wordt naast het besluit ook de aanvraag gepubliceerd, conform artikel 49c, vierde lid, Wmg.
Gegevens die ingevolge artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur niet voor verstrekking in aanmerking komen, worden niet openbaar gemaakt. U dient de informatie die u als vertrouwelijk beschouwt duidelijk herkenbaar te maken. Van iedere passage die u vertrouwelijk acht dient u de vertrouwelijkheid ervan te motiveren.
CONTACT
Voor vragen over de zorgspecifieke concentratietoets kunt u telefonisch contact opnemen met de NZa (000 000 00 00) of contact opnemen via e-mail (xxxx@xxx.xx), onder vermelding van
“Zorgspecifieke concentratietoets”.
VERTROUWELIJKHEID
Deze aanvraag voor het verkrijgen van goedkeuring voor een concentratie bestaat uit het
aanvraagformulier ‘Zorgspecifieke concentratietoets’ en vertrouwelijke en niet-vertrouwelijke bijlagen. Onderdelen van het aanvraagformulier en de vertrouwelijke bijlagen bevatten gegevens waaruit wetenswaardigheden kunnen worden gelezen of afgeleid met betrekking tot de bedrijfsvoering van de betrokken ondernemingen of belanghebbende partijen van beiden. Dit betreft derhalve bedrijfsgegevens in de zin van artikel 10, eerste lid, onder c, van de Wet openbaarheid van bestuur. Zij worden vertrouwelijk aan de NZa verstrekt.
De vertrouwelijke gegevens in dit aanvraagformulier zijn vetgedrukt weergegeven en geel of groen gemarkeerd. Hiermee wordt verwezen naar:
1) Geel gemarkeerd: Bedrijfsvertrouwelijke informatie in de zin van artikel 10 lid 1 sub c Wob. Deze geel gemarkeerde passages bevatten commercieel gevoelige en/of strategische overwegingen die vertrouwelijk aan de NZa zijn medegedeeld. Publicatie daarvan zou tot nadelige gevolgen leiden voor Certe en TFN.
2) Groen gemarkeerd: Persoonsgegevens in de zin van artikel 10 lid 1 sub d Wob. Deze groen gemarkeerde passages bevatten vertrouwelijke persoonsgegevens.
Aanvullende informatie
Deze aanvraag betreft een aangepast meldingsformulier. De aanvraag is voor de eerste maal ingediend op 1 maart 2017. De aanvraag is vervolgens aangepast naar aanleiding van de door u gestelde vragen die wij op 22 maart 2017 van u hebben ontvangen. De aanvraag is daarna opnieuw ingediend op 9 augustus 2017. Naar aanleiding van de door u gestelde vragen die wij op 15 augustus 2017 van u hebben ontvangen is de aanvraag opnieuw aangepast en ingezonden op 3 oktober 2017. Op 6 oktober 2017 ontvingen wij van u een mail met daarin een aanvullende vraag. Het antwoord op deze vraag is in deze aanvraag verwerkt. Deze aanpassing ten opzichte van de laatste versie (d.d. 03-10-2017) is inzichtelijk gemaakt door de toevoeging in afwijkende kleur (blauw). Een overzicht van de bijlagen is opgenomen in paragraaf IV.2. De bijlagen zijn onveranderd en reeds in uw bezit.
ONDERDEEL I – Bij de concentratie betrokken organisaties
Dit formulier gaat uit van maximaal twee betrokken organisaties. Indien meer organisaties betrokken zijn, kunt u de vragenlijst van onderdeel I.1 kopiëren.
Als betrokken organisaties worden beschouwd:
− Bij fusie: de fuserende organisaties.
− Bij verkrijging van zeggenschap over een organisatie of een deel daarvan: de organisatie die zeggenschap verkrijgt en de organisatie, of het deel daarvan, waarover zeggenschap wordt verkregen.
− Bij een openbaar bod: de organisatie die beoogt zeggenschap te verkrijgen en de organisatie die doelwit is van het bod.
− Bij een nieuw op te richten gemeenschappelijke organisatie: de oprichtende organisaties.
− Bij een wijziging in de zeggenschap in een bestaande gemeenschappelijke organisatie: de organisaties die na de concentratie zeggenschap hebben over de gemeenschappelijke organisatie en de gemeenschappelijke organisatie zelf.
I.1 Organisatie 1
(statutaire) naam organisatie: | Stichting Certe Medische Diagnostiek en Advies |
Nummer Kamer van Koophandel: | 41009381 |
Zorgaanbieder: | ja |
Indien zorgaanbieder: | Bij Certe wordt door 795 personen zorg verleend. |
Contactpersoon
Indien de contactpersoon niet de rechtsgeldig vertegenwoordiger is: voeg machtiging bij.
De heer/mevrouw | […] |
Initialen | […] |
Naam | […] |
E-mailadres | […] |
Postadres | Xxxxxxx 000 0000 XX Xxxxxxxxx |
Telefoonnummer | […] |
Voorzitter ondernemingsraad
De heer/mevrouw | […] |
Initialen | […] |
Naam | […] |
E-mailadres | […] |
Postadres | Xxxxxxx 000 0000 XX Xxxxxxxxx |
Telefoonnummer | […] |
Voorzitter cliëntenraad
Conform de eis van de WMCZ, de Wet Medezeggenschap Cliënten Zorginstellingen, dienen trombosediensten te beschikken over een cliëntenraad. Certe Trombosedienst Groningen is aangesloten bij de Cliëntenraad Trombosediensten.
De heer/mevrouw | […] |
Initialen | […] |
Naam | […] |
E-mailadres | |
Postadres | Xxxxxxxxxxxxxx 00 0000 XX Xxxxxx |
Telefoonnummer | N.v.t. |
Geef een beschrijving van de bedrijfsactiviteiten van deze organisatie en in welke zorgsector de organisatie actief is.
Meer specifiek ten aanzien van stichting Certe Trombosedienst & trombosedienstactiviteiten: Certe Trombosedienst verleent diensten ter bevordering van een optimale behandeling van ruim […] patiënten in de regionale eerste lijn die bloedstollingsremmende medicijnen behorende tot de cumarinederivaten (VKA) gebruiken. De bloedstollingsremmende medicijnen worden doorgaans antistollingsmiddelen genoemd (in de volksmond bloedverdunners). Antistollingsmiddelen zijn geneesmiddelen die de stolling van het bloed verminderen of vertragen en zijn veel gebruikte medicijnen bij hart- en vaatziekten en trombose. Aan het gebruik van bloedstollingsmiddelen zijn risico’s verbonden. Het bloedingsrisico is verhoogd, de tol die betaald moet worden voor het beoogde effect, namelijk het voorkomen van het ontstaan of uitbreiding van trombose. De dosering van cumarinederivaten, op grond van hun werkingsmechanisme bekend als vitamine K antagonisten (verder VKA) is interindividueel verschillend. De werking van VKA’s kan bovendien beïnvloed worden door onder andere het gebruik van bepaalde voedingsmiddelen, ziekte of het gelijktijdig gebruik van andere medicijnen, maar ook door niet nader gedefinieerde patiëntgebonden factoren in de tijd. Mensen die VKA’s gebruiken moeten daarom met regelmaat de INR (de bloedstollingswaarde) laten controleren op grond waarvan een aangepast doseringsvoorstel wordt opgesteld. Een juiste dosering is van belang omdat enerzijds het effect voldoende moet zijn en anderzijds het risico op bloeding zoveel mogelijk beperkt moet blijven. Daartoe gelden streefwaarden voor de INR per indicatie. Patiënten die worden begeleid door de trombosedienst komen naar prikposten of afnamelaboratoria voor bloedafname of worden (alleen op medische indicatie) aan huis geprikt. Medewerkers van de trombosedienst zorgen ervoor dat de patiënten alle benodigde informatie ontvangen die van belang is voor de antistollingsbehandeling. De stollingsbepaling wordt uitgevoerd door het laboratorium. Medewerkers van de trombosedienst die daartoe bevoegd zijn beoordelen de doseringen die worden gegenereerd door het doseerprogramma Certe maakt hiervoor gebruik van het doseerprogramma […]. Al naar de gelang de uitkomst, valideert een doseerarts de doseringen. Dit doseringsadvies wordt naar de patiënt verstuurd met een afspraak voor de volgende controle. Indien nodig wordt het doseeradvies dezelfde dag nog doorgebeld. De trombosedienst biedt patiënten tevens de mogelijkheid om met behulp van zelfmeetapparatuur (genaamd CoaguChek) zelf de INR te leren meten en vervolgens, indien de patiënt dat wenst zelf te leren te doseren. De patiënt krijgt van de trombosedienst een apparaat in bruikleen dat specifiek gemaakt is voor het meten van een INR. De trombosedienst blijft verantwoordelijk voor de geleverde antistollingszorg en is 24/7 voor de patiënt bereikbaar. De dienstverlening nader uitgewerkt: 1. Intake Tijdens de eerste afspraak (meestal aan huis) krijgt de patiënt uitgebreid informatie over het gebruik van bloedverdunners en de werkwijze van de trombosedienst. Ook wordt bloed afgenomen om de stollingswaarde (INR) te controleren. 2. Bepalen medicatie De doseerarts bepaalt aan de hand van de INR-waarde en de medische gegevens de dosering die de patiënt per dag moet gebruiken. De dag na de controle ontvangt de patiënt een doseringsformulier waarop de dosering en de datum voor de volgende hercontrole staan vermeld. 3. Hercontroles Tijdens een hercontrole worden het effect en de veiligheid van de antistollingsbehandeling gecontroleerd. De tijd tussen de hercontroles kan variëren van 1 dag tot 6 weken. Dit is afhankelijk van de INR-waarden, de voorgaande doseringen en eventuele tussentijdse veranderingen die van invloed kunnen zijn op de antistollingsbehandeling. Ook bij een hercontrole wordt bloed afgenomen. |
In het geval van zelfmeten en zelfdoseren: Door middel van een training wordt de patiënt bekend gemaakt met de bediening van de Coaguchek en leert de patiënt een vingerprik uit te voeren. Nadat de trombosedienstmedewerker heeft vastgesteld dat de patiënt zowel het prikken als het bedienen van het apparaat onder de knie heeft, gaat de patiënt vervolgens zelf aanvankelijk wekelijks zijn INR meten en geeft deze digitaal of telefonisch door aan de trombosedienst. De trombosedienst bepaalt vervolgens de dosering die de patiënt kan inzien op zijn/haar Digitaal Logboek. Na goed doorlopen van de training wordt het interval tussen de controles verlengd, zo mogelijk naar drie weken en komt de patiënt voor 3-maandelijkse of halfjaarlijkse controle bij de trombosedienst om de resultaten door te spreken. Perioperatief advies Naast bovengenoemde dienstverlening adviseren de doseerartsen van Xxxxx op aanvraag rond operatieve ingrepen zo nodig met overbruggen door LMWH, heparine dat via subcutane injectie wordt toegediend. Als patiënten die behandeld worden met antistollingsmiddelen een operatieve ingreep moeten ondergaan, moeten artsen samen afwegen of patiënten met deze medicatie tijdelijk moeten stoppen of dat ze deze kunnen continueren. Het voorstel wordt gecommuniceerd met degene die de ingreep doet, de voorschrijver, de huisarts en de patiënt. Ontwikkelingen in de antistollingszorg Ten gevolge van de introductie van de nieuwe generatie antistollingsmiddelen (Non-VKA Orale Anticoagulantia, NOAC’s) zal het dienstenpakket van trombosediensten een grote verandering ondergaan. Gebruik van een NOAC betekent dat de stollingswaarde van het bloed niet meer gecontroleerd hoeft te worden, waardoor de intensieve periodieke controles door de trombosedienst niet meer nodig zijn. Na een voorzichtige start nemen deze middelen sinds 2012 een prominente plek in op grond van gelijkwaardigheid aan VKA en zijn ze in 2016 als eerste keuze voor behandeling van boezemfibrilleren en diep veneuze trombose in de nationale richtlijn ‘Antitrombotisch Beleid’ opgenomen. Dit zal de komende jaren leiden tot een drastische afname van het aantal patiënten dat gebruik maakt van de dienstverlening van de trombosedienst. De verwachte afname van het aantal patiënten is fors (naar verwachting op termijn tot zeker 40%) en heeft een onvermijdelijk effect op de bedrijfsvoering en kwaliteitsborging van de diverse trombosediensten en maakt opschaling/concentratie noodzakelijk. De Federatie van Nederlandse Trombosediensten (FNT) onderschrijft de noodzaak van opschaling/concentratie. Het uitgangspunt van de FNT is om tot samenwerking binnen iedere regio te komen waarbij “bestaande partijen elkaar opzoeken, kennis delen en hierover (formele) afspraken maken”. In een recent schrijven van september 2016 schetst FNT haar visie op de recente ontwikkelingen en blikt vooruit. “Waren er in 2011 nog 58 trombosediensten, medio 2016 is dat aantal door fusies gedaald naar 50. Daarnaast zijn verschillende samenwerkingsverbanden ontstaan waarin (nu nog) zelfstandige trombosediensten met elkaar samenwerken en onderzoeken hoe ver deze samenwerking zou moeten worden doorgevoerd. Deze tendens tot opschaling is noodzakelijk om in de nabije toekomst de continuïteit van zorg te garanderen en de kwaliteit op hetzelfde peil te houden en waar mogelijk te verbeteren.” (zie bijlage 1 ‘Antistollingszorg verandert, trombosediensten in beweging’ XXX 00 xxxxxxxxx 0000) Xxxxx xx XXX zijn er van overtuigd, in lijn met de visie van FNT, dat (regionale) samenwerking en opschaling noodzakelijk is om de kwaliteit van dienstverlening te kunnen waarborgen en de continuïteit van de antistollingszorg te kunnen handhaven. |
Geef aan in welke regio(‘s) de organisatie actief is en welke locatie(s) de organisatie heeft.
Certe is actief in de provincies Groningen, Drenthe en Friesland. Certe heeft één centrale laboratoriumlocatie voor Klinische Chemie en Medische Microbiologie in Groningen en diverse laboratoria voor Klinische Chemie en Medische Microbiologie (in ziekenhuizen) in de genoemde regio’s. Certe Trombosedienst is actief in de gehele provincie Groningen, Noord-Oost Drenthe en Oost Friesland. De bloedafnames t.b.v. de antistollingsbehandelingen vinden plaats op circa 150 spreekuurlocaties in het verzorgingsgebied van Certe. Certe Trombosedienst heeft haar backoffice gesitueerd in de stad Groningen, alwaar de planning, administratie, registratie en advisering plaats vindt. |
I.2 Organisatie 2
(statutaire) naam organisatie: Stichting Trombosedienst Friesland Noord (TFN) |
Nummer Kamer van Koophandel: 41001735 |
Zorgaanbieder: ja |
Indien zorgaanbieder: Bij TFN wordt door 22 personen zorg verleend. |
Contactpersoon
Indien de contactpersoon niet de rechtsgeldig vertegenwoordiger is: voeg machtiging bij.
De heer/mevrouw […] |
Initialen […] |
Naam […] |
E-mailadres […] |
Postadres […] |
Telefoonnummer […] |
Voorzitter ondernemingsraad
De heer/mevrouw N.v.t. |
Initialen |
Naam |
E-mailadres |
Postadres |
Telefoonnummer |
Voorzitter cliëntenraad
Conform de eis van de WMCZ, de Wet Medezeggenschap Cliënten Zorginstellingen, dienen trombosediensten te beschikken over een cliëntenraad. Stichting Trombosedienst Friesland Noord is aangesloten bij de Cliëntenraad Trombosediensten.
De heer/mevrouw […] |
Initialen […] |
Naam […] |
Postadres Xxxxxxxxxxxxxx 00 0000 XX Xxxxxx |
Telefoonnummer N.v.t. |
Geef een beschrijving van de bedrijfsactiviteiten van deze organisatie en in welke zorgsector de organisatie actief is.
De Stichting Trombosedienst Friesland Noord (TFN) ondersteunt de zorg voor ongeveer […] patiënten in de eerste lijn die bloedstollingsremmende medicijnen (cumarinederivaten (VKA)) gebruiken (incl. patiënten die zelfmeten). De dienstverlening van TFN komt grotendeels overeen met de dienstverlening van Stichting Certe Trombosedienst, zoals deze staat omschreven op pagina 6 en 7. In het kader van de antistollingszorg meet TFN de stollingstijd (INR) en adviseert TFN de bijbehorende medicijndosering. Onder controle van het zelfmeetteam is tevens een deel van de patiënten van TFN in de gelegenheid om zelf hun stollingstijd te meten en hun medicatie te doseren. Ook perioperatief advies (bridging) en […] behoort tot de dienstverlening van TFN. Een verschil in bedrijfsactiviteiten ten opzichte van Certe: Waar Certe zelf de bloedafname van de patiënten die de VKA middelen gebruiken verzorgt, maakt TFN voor de bloedafname gebruik van de diensten van HAL Friesland. Hal Friesland verzamelt patiëntenmonsters ten behoeve van diagnostisch onderzoek in de provincie Friesland. De bloedafnames t.b.v. de antistollingsbehandelingen vinden plaats op ongeveer 40 spreekuurlocaties van HAL Friesland in het betreffende verzorgingsgebied. |
Geef aan in welke regio(‘s) de organisatie actief is en welke locatie(s) de organisatie heeft.
TFN is actief in het noordwesten van de provincie Friesland, inclusief de waddeneilanden. TFN heeft haar backoffice gesitueerd in Leeuwarden, alwaar de planning, administratie, registratie en advisering plaats vindt. |
I.3 Beschrijf het karakter van de concentratie en vermeld de overeenkomsten en andere documenten waar de concentratie op berust (voeg deze overeenkomsten en andere documenten bij).
Gaat het om een fusie, verkrijging van zeggenschap, de totstandbrenging van een gemeenschappelijke organisatie (zie artikel 27 Mededingingswet)?
a. De voorgenomen concentratie betreft een concentratie in de zin van:
☐ artikel 27, eerste lid, onder a, van de Mededingingswet (fusie).
☒ artikel 27, eerste lid, onder b, van de Mededingingswet (wijziging van zeggenschap).
☐ artikel 27, tweede lid, van de Mededingingswet (gemeenschappelijke onderneming).
b. Beschrijf het karakter in de zin van artikel 27 van de Mededingingswet.
TFN heeft voorgenomen om haar dienstverlening op het gebied van de antistollingszorg op zo kort mogelijke termijn volledig over te dragen aan Certe, waarbij de stichting TFN uiteindelijk wordt geliquideerd en alle trombosedienstactiviteiten van TFN bij Certe worden ondergebracht. Tot de scope van de integratie behoren alle bedrijfsactiviteiten van TFN. Dit betreft de dienstverlening zoals hierboven omschreven. Ook Xxxxxxxxxxxxx advies hoort integraal bij het dienstenpakket van de trombosedienst. […]. Op dezelfde basis worden deze activiteiten door Xxxxx overgenomen en voortgezet. Met de concentratie zullen alle bedrijfsactiviteiten van TFN overgaan naar Certe. Er blijft geen onderdeel van TFN actief. |
Als onderdeel van integratie neemt Certe van TFN over: - Productie/patiënten portefeuille; - Personeel […] fte, dit betreft […] medewerkers; - De zelfmeetapparatuur: CoaguChek apparaten (is eigendom van TFN); - Inventaris en voorraden voor zover die verband houden met de trombosedienst-activiteiten. TFN en Certe vallen beide onder de XXX Xxxxxxxxxxxx. De Raad van Toezicht (RvT) van Certe is op diverse momenten geïnformeerd over de voorgenomen overname van activiteiten. Tijdens de RvT-vergadering van 24 mei 2017 is het fusievoornemen besproken, waarbij doel, nut, noodzaak, financiële consequenties en risico’s aan de orde zijn geweest. Op grond hiervan heeft de RvT van Xxxxx ingestemd met voortzetting van de ingeslagen weg. Nadat Xxxxx en TFN begin juli 2017 mondeling overeenstemming hebben bereikt over de overname en over de overdrachtsprijs en een positief advies van de ondernemingsraad van Certe (OR) is ontvangen, is de voorgenomen overname ter besluitvorming aan de RvT-leden voorgelegd. De RvT van Certe is akkoord, onder voorwaarde van goedkeuring van de NZa. Ter bekrachtiging van de gemaakte afspraken is een verklaring door Xxxxx en TFN opgesteld en ondertekend. Deze verklaring is een aanvulling op de intentieverklaring, die geldig was tot 31 december 2016, en is toegevoegd als bijlage 3 (vertrouwelijk). Nadat Xxxxx en TFN begin juli 2017 mondeling overeenstemming hebben bereikt over de overname is het bestuur van TFN op 17 juli 2017 gevraagd een formeel besluit te nemen aangaande de overname. Het TFN-bestuur is akkoord, eveneens onder de voorwaarde van goedkeuring van de NZa. (Zie bijlage 4, vertrouwelijk) |
c. Op welke documenten berust de concentratie.
☒ Intentieovereenkomst* (Bijlage 2,)
☐ Koopovereenkomst (bijvoegen).
☐ Statuten(wijziging) (bijvoegen).
☒ Xxxxxx, namelijk:
☒ Verklaring tot het aangaan van een overname van activiteiten, inclusief conceptakte van verkoop en koop activa en passiva (Bijlage 3,)
☒ Besluit bestuur TFN aangaande overname XXX (Xxxxxxx 0,)
☒ Project Initiatie Document integratie TFN en Certe (PID) (Bijlage 5, nieuwe versie,)
☒ Rapportage Risico-analyse XXX (Xxxxxxx 0,)
* De intentieovereenkomst spreekt in artikel 1.3 van een nog op te stellen stappenplan. Hiermee wordt het bijgeleverde PID bedoeld.
ONDERDEEL II – Effectrapportage
Dit onderdeel bevat de effectrapportage, zoals bedoeld in artikel 49b Wmg.
De NZa zal beoordelen of deze rapportage voldoende inzicht biedt in de verwachte effecten van de beoogde concentratie.
II.1 Vermeld de doelstellingen van de voorgenomen concentratie.
Wat willen de betrokken organisaties bereiken met de concentratie?
Doelstelling van de concentratie is het continueren van hoogwaardige antistollingsbehandeling in Noord-Nederland, waarbij efficiency en betaalbare zorg kernwoorden zijn. De concentratie/ schaalvergroting is geen doel op zichzelf, maar een middel. Beide organisaties zijn er van overtuigd dat een samenwerking noodzakelijk is om de kwaliteit van dienstverlening te kunnen waarborgen en de continuïteit van de antistollingszorg te kunnen handhaven. De samenwerking biedt ruimte voor innovatie en mogelijk op termijn ruimte voor kostenverlaging door doelmatiger inzet van mensen en middelen. De antistollingszorg is lange tijd gedomineerd geweest door de behandeling met VKA’s, met een centrale rol voor trombosediensten. Sinds enkele jaren is de rol van trombosediensten aan verandering onderhevig. Eerst door de introductie van het zelfmeten en het zelfdoseren met meer eigen regie door de patiënt waarbij de trombosedienst een andere maar nog wel centrale rol speelt. Daarna door de opkomst van de NOAC’s, waarbij in veel mindere mate controle of begeleiding door de trombosedienst nodig is. In december 2013 beschreef de Federatie van Nederlandse Trombosediensten (FNT) reeds haar visie op de toekomst van de antistollingszorg. Het uitgangspunt van de FNT was al in 2013 om tot samenwerking binnen iedere regio te komen waarbij “bestaande partijen elkaar opzoeken, kennis delen en hierover (formele) afspraken maken”. (Zie Toekomstscenario Antistollingszorg FNT - december 2013, bijlage 7). In een schrijven van september 2016 benadrukt de FNT opnieuw de noodzaak van opschaling. Hierin schetst de FNT haar visie op de recente ontwikkelingen en wordt er vooruit geblikt. “Na een voorzichtige start hebben deze middelen (NOAC’s) in 2016 een prominente plek ingenomen en zijn ze een gelijkwaardige behandeloptie geworden naast de ‘traditionele’ behandeling met VKA’s.” (…) Waren er in 2011 nog 58 trombosediensten, medio 2016 is dat aantal door fusies gedaald naar 50. Daarnaast zijn verschillende samenwerkingsverbanden ontstaan waarin (nu nog) zelfstandige trombosediensten met elkaar samenwerken en onderzoeken hoe ver deze samenwerking zou moeten worden doorgevoerd. Deze tendens tot opschaling is noodzakelijk om in de nabije toekomst de continuïteit van zorg te garanderen en de kwaliteit op hetzelfde peil te houden en waar mogelijk te verbeteren.” (Zie ‘Antistollingszorg verandert, trombosediensten in beweging’, bijlage 1). De concentratie van Xxxxx en TFN kan niet anders dan te worden gezien in de context van de geschetste verwachte ontwikkelingen. In de plannen over de schaalvergroting is bereikbaarheid/zichtbaarheid een belangrijk uitgangspunt. Zowel Certe als TFN acht het van groot belang dat de activiteiten die direct te maken hebben met de patiënt zo dicht als mogelijk bij de patiënt georganiseerd moeten blijven. Door op termijn regionale concentratie van de Backoffice te realiseren kunnen de verschillende Frontoffices (bloedafnamepunten) in stand blijven, waarmee het gezicht en de identiteit van de individuele trombosediensten blijft bestaan. In de uiteindelijke uitwerking zal er sprake zijn van een regionaal antistollingscentrum, met meerdere frontoffice locaties dicht bij de patiënt georganiseerd, met één backoffice. De efficiency zal dus vooral worden gevonden in laatstgenoemde backoffice en wel in het optimaal gebruik maken van antistollingssoftware, plansystemen, medewerkers en bijbehorende expertise. |
II.2 A) Vermeld de redenen om te kiezen voor een concentratie.
B) Welke alternatieven zijn in beschouwing genomen?
C) Waarom heeft de concentratie de voorkeur gekregen?
A) De belangrijkste reden voor concentratie is de introductie en opkomst van de nieuwe generatie antistollingsmiddelen (NOAC’s) en daarmee samenhangend de veranderende rol van trombosediensten. De NOAC’s zullen de komende jaren leiden tot een drastische afname van het aantal patiënten dat op vitamine K-antagonisten (VKA) is ingesteld. De verwachte afname van het aantal patiënten (waarschijnlijk op termijn tot 40%) zal een onvermijdelijk effect hebben op de bedrijfsvoering en kwaliteitsborging van de diverse trombosediensten en maakt opschaling noodzakelijk. Ter vergelijking: Jaarlijks verricht Certe Huisartsenlaboratorium & Trombosedienst (HAL/TD) circa […] bloedafnames, waarvan circa […] bloedafnames van patiënten van de Trombosedienst zijn. Dit is bijna […] % van het totaal. […]. Het totaal aantal bloedafnames dat jaarlijks door Xxxxx aan huis wordt verricht is gemiddeld […], hiervan zijn circa […] bloedafnames van trombosedienstpatiënten. De verwachte daling van het aantal bloedafnames is dusdanig groot dat grote delen van de bestaande organisatie herzien zullen moeten worden. Dit heeft invloed op het aantal benodigde FTE, maar ook op het bestaande logistieke netwerk, het doseer- en adviesteam, etc. Deze situatie geldt voor alle trombosediensten waaronder ook TFN. De genoemde ontwikkelingen zijn van grote invloed op de toekomst en de invulling van de transmurale trombose- en antistollingszorg en hebben ertoe geleid dat Trombosedienst Friesland Noord en Certe Trombosedienst tot verregaande samenwerking willen overgaan. B + C) Concentratie is de enige mogelijkheid tot het kunnen continueren van een betaalbare en kwalitatief goede antistollingsbehandeling en er zijn in die zin geen alternatieven. In theorie zou TFN een verregaande samenwerking kunnen aangaan met trombosediensten elders in het land. Echter, de beoogde samenwerking heeft de voorkeur gezien het steeds meer transmurale karakter van de antistollingsbehandeling (ketenzorg). Zo is de afstemming tussen alle zorgverleners in de keten - dus transmuraal- optimaal georganiseerd en wordt de samenwerking tussen trombosedienst, ziekenhuis, apothekers, tandartsen, zorginstellingen en thuiszorg in een lokaal model vertaald. Voor uitvoering van transmurale antistollingszorg is ook de expertise vanuit de tweede lijn en derde lijn van groot belang. |
II.3 Beschrijf de structuur van de organisatie, voor en na de concentratie. Voeg organogrammen toe van de oude en de nieuwe structuur.
Het gaat hier zowel om de structuur van eigendom, de bestuurlijke structuur en de bijbehorende verantwoordelijkheidsverdeling, alsook de organisatiestructuur.
Stichting Certe Medische Diagnostiek en Advies heeft een eenhoofdige Raad van Bestuur. De stichting is op haar beurt bestuurder van de volgende stichtingen: - Stichting Certe Huisartsenlaboratorium Noord - Stichting Certe Trombosedienst Groningen. Alle stichtingen hebben dezelfde Raad van Toezicht. De medisch leider (divisiedirecteur Trombosedienst) heeft de eindverantwoordelijkheid over medisch inhoudelijk zaken. Zie hieronder het organogram van Certe. |
Versie 20160202
afbeelding 1: organogram Certe
Het bestuur van Stichting Trombosedienst Friesland Noord heeft de leiding over de Stichting opgedragen aan het gedelegeerd bestuurslid. Het afdelingshoofd heeft de dagelijkse leiding over de werkzaamheden, de medisch leider heeft de eindverantwoordelijkheid over de medisch inhoudelijke zaken. Zie hieronder het organogram van TFN. Afbeelding 2 Organogram Trombosedienst Friesland Noord De medewerkers werkzaam op de afdelingen Secretariaat, Financiële administratie, Personeelszaken […]. In de voorgenomen vorm van samenwerking zal Stichting Trombosedienst Friesland Noord haar dienstverlening volledig overdragen aan Certe, waarbij Stichting Trombosedienst Friesland Noord uiteindelijk wordt geliquideerd. Er blijft sprake van een medisch leider op locatie Leeuwarden, deze valt onder de eindverantwoordelijkheid van de divisiedirecteur Trombosedienst van Certe. Certe zal bovendien zorg dragen voor de dagelijkse leiding. Hoe de functies uiteindelijk hun plek krijgen in de organisatie zal nader worden ingevuld, in lijn met de huidige structuur van Certe. Zie het vertrouwelijke organogram van Xxxxx van de toekomstige situatie. |
[…]
afbeelding 3: organogram Certe van toekomstige situatie
II.4 Beschrijf onder a t/m i de gevolgen van de concentratie voor de cliënt en het integratie-
/veranderproces met betrekking tot de zorgverlening.
Ga bij beantwoording van de vragen a t/m h uit van het tijdsbestek waarbinnen alle uit de concentratie voortkomend veranderingen in de zorgverlening zijn gerealiseerd.
a. Geef aan wat er verandert in het aanbod van zorg en welke gevolgen dit heeft voor de zorgverlening aan de cliënt.
Denk hierbij aan de vraag of (een deel van het) zorgaanbod vervalt, of dat het zorgaanbod juist wordt uitgebreid als gevolg van de concentratie.
De concentratie betekent geen verandering in het aanbod van zorgverlening aan de patiënt. De huidige dienstverlening van TFN zal na overname door Xxxxx gecontinueerd worden. Voor patiënten blijft de dienstverlening zoals zij gewend zijn. De aard van de huidige dienstverlening van Certe Trombosedienst en Trombosedienst Friesland Noord is nagenoeg identiek. Trombosediensten werken volgens de geldende FNT richtlijnen en ISO 15189 en ISO 22870 normen. Bovendien zal de keuzevrijheid van de patiënt gewaarborgd zijn, immers de huidige geografische markten van TFN en Certe zijn aanpalend en niet overlappend. Hierdoor wordt de keuzevrijheid van de patiënt niet aangetast (geen marktverstoring). Bestaande verschillen betreffen: 1) […] en 2) […]. 1) […]. 2) […]. De meerwaarde van de concentratie is voor de patiënt bovenal gelegen in het feit dat met opschaling de continuïteit en kwaliteit van antistollingszorg geborgd is. Certe ziet het als haar maatschappelijke opdracht de consolidatie van de noordelijke markt op zich te nemen; met het dalend aantal trombosedienst-afhankelijke patiënten is het voor kleine trombosediensten niet langer op te brengen als zelfstandige instelling binnen een sluitende exploitatie continuïteit van zorg van goede kwaliteit te garanderen (o.a. ook door druk op de tarieven). Certe zal dankzij de opschaling beter in staat zijn om de continuïteit en kwaliteit, conform de visie van de FNT, te waarborgen. Certe wil dit bereiken door in de komende jaren de trombosediensten in Noord Nederland te hervormen tot ‘de Trombosedienst 3.0’ met als kernwaarden voor de regionale antistollingszorg: |
• Realiseren ketenzorg over de nulde, eerste, tweede en derde lijn; • Kostenefficiënte dienstverlening voor lage tarieven; • De regie bij de patiënt waar mogelijk door stimuleren van het zelfmeten; • Ondersteunen en faciliteren van de oudere/kwetsbare patiënt; • Innovatie, digitalisering, “patient empowerment”. In de uiteindelijke uitwerking zal er sprake zijn van een […]. […]. […]: Frontoffice: […]. Backoffice: […]. Naast continuïteit van zorg kunnen de patiënten profiteren van mogelijke innovatiemogelijkheden die de concentratie op termijn kan bieden. Als extra product zal Certe mogelijk Near Patiënt Testing (NPT) inzetten voor de verpleeg-/verzorgingshuizen, wat de kwaliteit van de antistollingsbehandeling ten goede komt (gesloten keten). NPT is een nieuwe werkwijze in de zorg waarbij de meting van de stollingswaarde (INR) door de eigen zorgmedewerkers uit de instelling gedaan wordt. Steeds meer zorginstellingen in Nederland stappen over op deze methode. Met een simpele vingerprik nemen de medewerkers op een zelf gekozen moment bloed af bij de cliënt. De stollingswaarde wordt dan direct bepaald. Deze cliëntvriendelijke metingen kunnen op ieder moment plaatsvinden en vervangen de vaste prikbezoeken van de trombosedienst. MCL ontwikkelt, in samenwerking met het huidige TFN, een (regionaal) trombose expertise centrum. Het MCL wil, samen met het huidige TFN en straks met Certe, voor het adherentiegebied beschikbaar zijn voor (top) trombosedienstverlening. De voorgenomen concentratie heeft geen invloed op de plannen van het MCL om de adherentie op het gebied van de antistollingszorg te bewaken. Certe ondersteunt deze plannen en zal na concentratie deze samenwerking met MCL voortzetten. Het regionale trombose expertise centrum zal onder de vleugels van het Transmuraal Trombose Expertise Centrum (TTEC) opereren. Het TTEC is een samenwerkingsverband tussen het academisch ziekenhuis Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) & Certe. Hier kan men terecht voor de topreferente zorg (uiterst complexe zaken) en wetenschappelijk onderzoek. |
TTEC staat voor: - Goede en veilige ketenzorg; - Vernieuwing van de zorg – kosteneffectiviteit; - In de eerste lijn als het kan, in de tweede lijn als het moet; - 24/7 bereikbaar; - Protocollen: up to date en uniform; - Onderwijs & wetenschappelijk onderzoek; - Topreferente trombosezorg. Het regionale antistollingscentrum zal te allen tijde gebruik kunnen maken van de diensten van het Transmurale Trombose Expertise Centrum waarmee de antistollingszorg in facilitaire zin, maar ook inhoudelijk tot op het hoogste niveau geborgd is. Deze ontwikkeling is in lijn met het standpunt van de Landelijke Standaard Keten Antistolling 2.0 (LSKA) ten aanzien van de toekomst van de antistollingszorg. De LSKA richt zich op individuele organisaties en zorgprofessionals en hun mogelijkheden om de zorg voor antistolling te verbeteren, zie hiervoor bijlage 8, Landelijke Standaard Keten Antistolling 2.0 pagina 15 en verder. |
b. Geef aan of zorgprocessen worden (her)ingericht en welke gevolgen dit heeft voor de cliënt.
Denk bijvoorbeeld aan de volgende vragen: In hoeverre verschillen de zorgprocessen van de betrokken organisaties van elkaar? Hoe wordt hiermee omgegaan? In hoeverre worden de zorgprocessen gewijzigd en/of op elkaar afgestemd?
Het huidige zorgproces is (globaal) als volgt ingericht: 1. Intake: De behandelend huisarts heeft de controle van de antistollingsbehandeling van de patiënt overgedragen aan de specialist/trombosedienst. Tijdens de eerste afspraak (op de spreekuurlocaties of eventueel aan huis) krijgt de patiënt uitgebreid informatie over het gebruik van bloedverdunners en wordt bloed afgenomen om de stollingstijd (INR) te controleren. 2. Bepalen medicatie: De doseerarts bepaalt aan de hand van de INR-waarde en de medische gegevens de hoeveelheid tabletten die de patiënt per dag moet gebruiken. De dag na de (her)controle ontvangt de patiënt een doseringsformulier waarop de dosering en de datum voor de volgende hercontrole staan vermeld. 3. Hercontroles: Tijdens een hercontrole wordt bloed afgenomen om het effect en de veiligheid van de antistollingsbehandeling te controleren. De tijd tussen de hercontroles kan variëren van 1 dag tot 6 weken. In het geval van zelfmeten en eventueel doseren: 1. Training zelfmeten: de patiënt wordt bekend gemaakt met de bediening van de het zelfmeetapparaat en leert zichzelf een vingerprik uitvoeren. Indien de patiënt dat wenst kan hij leren zelf te doseren 2. Bepalen medicatie: De patiënt meet wekelijks zijn INR en geeft deze digitaaal of telefonisch door aan de trombosedienst. De trombosedienst bepaalt vervolgens de dosering die de patiënt kan inzien op het Digitaal Logboek. Indien de patiënt zelf doseert en een voorstel doet wordt dit gevalideerd of aangepast door de doseerarts. 3. Hercontroles: De patiënt komt voor 3 tot 6 maandelijkse controle bij de trombosedienst om de resultaten door te spreken. De concentratie zal geen direct merkbare gevolgen hebben op de hierboven beschreven zorgprocessen. De zorgprocessen van Certe Trombosedienst en TFN zijn nagenoeg identiek en deze blijven in de basis gehandhaafd, waarbij zowel Xxxxx als TFN de geldende ISO 15189 en ISO 22870 normen in acht nemen. Dit betekent concreet dat voor de patiënt zichtbare zaken als priklocatie, laboratoriumlocatie, telefoonnummers, beschikbaarheid en herkenbaarheid artsen en tempo van de uitslag ongewijzigd blijven. Derhalve zal de concentratie voor de patiënt minimale merkbare gevolgen hebben. De patiënt zal bijvoorbeeld iets van de concentratie merken betreffende het doseeradvies. De doseerbrief zal qua lay-out iets verschillen. Bij de overgang naar de nieuwe doseerbrief zal hierover uitgebreid met de cliënten worden gecommuniceerd. Het grootste verschil tussen Certe en TFN is […]. TFN maakt gebruik van […], waar Certe gebruik maakt van […]. Er zal geen conversie uitgevoerd worden voorafgaand aan de integratie. Dat betekent dat de aanpassing van de werkwijze voorafgaand aan de integratie beperkt zal zijn. Na de start van de concentratie zullen […] (zie PID, bijlage 4). De patiënt zal weinig merken van […] (zie ook II.4.a). Indien dit onverhoopt wel het geval is, zal Certe alles in het werk stellen de effecten voor patiënten tot een minimum te beperken. […]. |
c. Geef aan of het aantal locaties waar zorg wordt verleend wijzigt en welke gevolgen dit heeft voor de cliënt.
Denk bijvoorbeeld aan de vragen: Komen er locaties bij, worden er locaties afgestoten of blijft het aantal locaties gelijk? Welke gevolgen heeft dit voor de cliënt (bijvoorbeeld in reistijd, andere zorgverleners, andere processen)?
De locaties waar op dit moment zorg wordt verleend zullen ongewijzigd blijven, waardoor er geen logistieke gevolgen zijn voor de cliënten. De bereikbaarheid tijdens kantooruren zal centraal |
worden gerealiseerd, de cliënt kan echter naar het ‘oude’ TFN telefoonnummer bellen om contact met de Trombosedienst op te nemen. Herkenbaarheid staat voorop. |
d. Geef aan welke verplaatsingen van zorgaanbod zijn voorzien en welke gevolgen dit heeft voor de cliënt.
Denk bijvoorbeeld aan de vraag hoe het zorgaanbod wordt verdeeld tussen locaties?
Het zorgaanbod zal niet tussen de locaties worden verdeeld. Alleen de bereikbaarheid na kantoortijd (in de avonden, nacht en weekenden) zal centraal gerealiseerd worden. Het telefoonnummer blijft ongewijzigd, waardoor er voor de cliënt niets verandert. |
e. Geef aan of er wijzigingen van de schaalgrootte van de zorgverlening op de locaties worden voorzien en welke gevolgen dit heeft voor de cliënt.
Denk bijvoorbeeld aan de vragen: In hoeverre wordt zorgverlening samengevoegd als gevolg van de concentratie? Verandert de schaalgrootte om een andere reden? Wat merkt de cliënt van de wijziging van de schaalgrootte?
Er zijn als gevolg van de concentratie geen wijzigingen in de schaalgrootte van de zorgverlening op de locaties voorzien. Reductie van het volume van bepaalde vormen van zorg op de locaties is wel te voorzien als gevolg van de eerder genoemde opkomst van de NOAC’s (afname van INR bepalingen). Zie vraag II.1 & II.2 |
f. Beschrijf de veranderingen in de organisatie van zorgverlening.
Denk bijvoorbeeld aan integratie van maatschappen en/of medische afdelingen.
TFN zal vooreerst zelfstandig en ongewijzigd blijven qua organisatie, doch zal vallen onder de (medische) verantwoordelijkheid van de divisiedirecteur van de Trombosedienst van Certe. |
g. Geef aan of andere wijzigingen worden voorzien met gevolgen voor de cliënt en welke gevolgen deze wijzigingen hebben voor de cliënt.
De zorgverlening van beide organisaties is identiek en blijft gecontinueerd op de locaties van beide organisaties. De cliënt zal alleen iets van de concentratie merken betreffende het doseeradvies. Deze zal qua lay-out iets verschillen. Bij de overgang naar de nieuwe doseerbrief zal hierover uitgebreid met de cliënten worden gecommuniceerd. |
h. Beschrijf per kwartaal de te zetten stappen om de veranderingen zoals beschreven onder a tot en met f hierboven te realiseren en welke gevolgen dit heeft voor de cliënt.
Middels implementatiewerkgroepen zal er op projectmatige wijze de beide organisaties worden geïntegreerd. De volgende zes implementatiegroepen zijn ingesteld: - Implementatiegroep Organisatie - Implementatiegroep Bedrijfsvoering en Juridische zaken - Implementatiegroep ICT - Implementatiegroep HRM - Implementatiegroep Financiën - Implementatiegroep Expertisecentrum en transmuraal antistolling 2e lijn In het PID (zie bijlage 5,) zijn de werkpakketten op hoofdlijnen gedefinieerd. Per implementatiegroep zullen de stappen om de veranderingen te realiseren nog nader in detail worden uitgewerkt. Zo zal de werkgroep Bedrijfsvoering en Juridische zaken in samenwerking met de communicatieafdeling van Certe een communicatieplan opstellen zodat patiënten en alle stakeholders goed worden geïnformeerd (bijvoorbeeld over de nieuwe lay-out van de doseerbrief). Hiertoe maakt deze implementatiegroep een inventarisatie van de stakeholders, de communicatie behoeftes, communicatiemethode en communicatiefrequentie. |
Op pagina 24 van deze aanvraag is de voorlopige vertrouwelijke planning op hoofdlijnen weergegeven. Volgens deze planning zal vanaf week […]een start worden gemaakt met de integratie van TFN bij Certe: […]. Voorwaarde om te kunnen starten met deze stap is dat er een akkoord is van NZa. |
i. Beschrijf de belangrijke risico’s die zich tijdens en na het integratie-/veranderproces kunnen voordoen en geef per risico aan op welke wijze deze risico’s zullen worden ondervangen. Geef aan welke gevolgen dit heeft voor de cliënt.
Besteed hierbij specifiek aandacht aan de risico’s voor de kwaliteit en bereikbaarheid van zorg.
TFN en Certe hebben de intentie om de trombosedienstactiviteiten te integreren waarbij Certe activiteiten, personeel, apparaten, werkvoorraden en inventaris van TFN overneemt. Dat brengt risico’s met zich mee. Om die risico’s in kaart te brengen is een inventarisatie uitgevoerd. De inventarisatie van risico’s geeft richting aan de activiteiten van de implementatiegroepen. Een vertrouwelijke samenvatting van de belangrijkste risico’s is hieronder weergegeven, het volledige overzicht van de belangrijkste risico’s en tegenmaatregelen (beheersmiddelen) is opgenomen in het PID (zie bijlage 5,). De genoemde risico’s betreffen projectrisico’s en gaan over kansen op problemen waardoor de realisatie van de projectresultaten en daarmee de integratie in gevaar komt. weergave van de geïdentificeerde risico’s: - Risico: […]. - Tegenmaatregel: […]. - Risico: […]. - Tegenmaatregel: […]. - Risico: […]. - Tegenmaatregel: […]. Risico: […]. Tegenmaatregel: […]. (Zie PID, bijlage 5) |
II.5 Beschrijf het integratie-/veranderproces met betrekking tot de ondersteunende afdelingen/processen (onder meer HR, ICT, (zorg)administratie, facilitair bedrijf, financiën).
a. Beschrijf de belangrijke veranderingen die gaan plaatsvinden na de concentratie.
Er zullen geen verandering plaatsvinden met betrekking tot de organisatie van de ondersteunende afdelingen. Voor de integratie van TFN bij Certe wordt o.a. ingezet op onderstaande punten (Zie bovendien PID, bijlage 5):
Implementatiegroep ICT
- dient voldoende bekend te raken met de IT systemen die de bedrijfsprocessen van TFN ondersteunen. Het moet bij ICT MCL en ICT HAL tijdig duidelijk zijn wat van elk van de partijen in de nieuwe situatie wordt verwacht en beide partijen moeten daar tijdig op worden voorbereid zodat de continuïteit van de bedrijfsprocessen is gewaarborgd.
Denk hierbij aan de laboratoriuminformatiesystemen, planningssystemen, koppelingen met ziekenhuisinformatiesystemen, werkplekautomatisering en beheer van de website van TFN.
- draagt (op termijn) zorg voor de overgang […] (Zie II.4.i).
Implementatiegroep HR
- bewaakt de zorgvuldige omgang en communicatie met de medewerkers van TFN en Certe.
-
-
-
bewaakt de arbeidsrechtelijke positie van de TFN medewerkers die overgaan naar Certe. stelt de arbeidscontracten op die overeengekomen worden tussen Xxxxx en de medewerkers die meegaan naar Certe en bespreekt dit met de medewerkers en voert het proces tot het overeenkomen van het contract uit.
zorgt ervoor dat de medewerkers van TFN die overgaan naar Certe bij Certe tijdig worden aangemeld bij overheidsinstanties (belastingdienst), pensioenfonds, verplichte en vrijwillige werknemersverzekeringen (ook ziekteverzuim, WGA hiaat etc.).
Implementatie Financiën
- zorgt ervoor dat de financiële administratie tijdig gereed is om de bedrijfsactiviteiten te verwerken in de financiële administratie van Certe.
- zorgt ervoor dat de contractuele afspraken over de integratie juist en volledig in de financiële administratie worden verwerkt, zowel bij TFN als bij Certe.
- deze implementatiegroep zorgt ervoor dat de facturatie na overname goed verloopt. Zij bereidt dit voor en test dit.
Implementatie Organisatie
- bereidt de medewerkers van TFN voor op de overstap naar Certe (duidelijkheid over huisstijl, Xxxxx werkwijze t.a.v. urenregistraties, declaraties etc.).
- zorgt er voor een zorgvuldige overdracht van werkwijze TFN-Certe met bewaking van de kwaliteit van dienstverlening (24uurs diensten, perioperatief advies, vervolgen Vingerprik).
- werken volgens het Certe concept betekent dat daar waar mogelijk en efficiënt activiteiten centraal worden georganiseerd. Voorlopig zullen echter beide Backoffices in Leeuwarden en Groningen blijven bestaan. Op het moment dat de daling van het aantal patiënten zich daadwerkelijk aandient zal gekeken worden naar verdere centralisatie. Dit is nu geen onderdeel van de implementatie.
b. Beschrijf de belangrijke keuzes die nog moeten worden gemaakt in het kader van het integratie-/veranderproces.
Binnen een jaar na de start van de concentratie zullen de procedures en software t.b.v. de antistollingsbehandeling worden geïntegreerd, waarbij die van Certe leidend zijn. […] |
c. Beschrijf het afwegingskader op grond waarvan de in onder b genoemde keuzes zullen worden gemaakt.
[…]. Ten behoeve van efficiënte bedrijfsvoering wil Certe zich beperken tot één applicatie die het bedrijfsproces ondersteunt. Bovendien vergroot het de mogelijkheden tot ketenzorg. […] |
d. Beschrijf per kwartaal de te zetten stappen om de veranderingen zoals beschreven onder a te realiseren en/of tot de keuzes te komen zoals beschreven onder b.
Op pagina 25 is de voorlopige vertrouwelijke planning op hoofdlijnen weergegeven. […]. Voorwaarde om te kunnen starten met deze stap is dat er een akkoord is van NZa. |
Afbeelding 4: Voorlopige planning Integratie TFN en Certe op hoofdlijnen
[…]
e. Beschrijf de belangrijke risico’s die zich tijdens en na het integratie-/veranderproces kunnen voordoen en geef per risico aan op welke wijze deze risico’s zullen worden ondervangen.
Belangrijkste risico met betrekking tot de ondersteunende afdelingen/processen: Bij de overgang naar een nieuwe applicatie is altijd de vraag hoe de gegevens uit de oude applicatie kunnen worden overgezet naar het nieuwe systeem. […]. |
II.6 Beschrijf de verwachte financiële gevolgen van de voorgenomen concentratie voor de betrokken zorgaanbieders na de concentratie.
Denk hierbij aan de vraag welke financiële gevolgen de concentratie heeft. Hoe wordt de concentratie gefinancierd? Welke synergievoordelen ontstaan door de concentratie?
In de intentieverklaring wordt gesproken van het plan om een due-dilligence onderzoek of een risicoanalyse te laten verrichten. In juli 2016 heeft Xxxxx een risicoanalyse afgerond (zie bijlage 6, vertrouwelijk). De risico’s die in dit kader zijn geïdentificeerd zijn risico’s die […]. De belangrijkste bevindingen uit de risicoanalyse zijn in juli 2016 besproken met de directie van Certe en zijn eveneens beschikbaar gesteld aan de directies van TFN en MCL. Belangrijkste risico’s: - […]. - […]. […]. - […]. - […]. - […]. - Opkomst NOAC: het grootste risico voor de toekomst van trombosediensten betreft de opkomst van NOAC. Zoals in paragraaf II.1 en II.2 staat omschreven is de verwachting dat de opkomst van de NOAC’s binnen nu en vijf jaar zal leiden tot een drastische afname van het aantal patiënten die cumarinederivaten gebruiken en daarmee tot een forse omzetdaling. Er dient rekening te worden gehouden met het feit dat de productie van trombosediensten binnen 5 tot 10 jaar kan zijn gehalveerd. Dat betekent dat de komende jaren mogelijk minder personele inzet nodig is dan het aantal Fte dat met de voorgenomen concentratie mee overkomt. […]: […] […]. tabel 1: aantal patiënten en verrichtingen Certe trombosedienst Groningen […] |
tabel 2: aantal patiënten en verrichtingen Trombosedienst Friesland Noord
[…] |
Bovenstaande doorrekening is schematisch weergegeven in onderstaande grafieken. grafiek 1: Weergave van de ontwikkeling aantal patiënten […] grafiek 2: Weergave van de omzetontwikkeling […] |
Op 5 juli 2017 hebben TFN en Certe mondeling overeenstemming bereikt over de overname(prijs) van trombosedienstactiviteiten per 1 januari 2018. […]. |
II.7 Waar blijken de verwachte financiële gevolgen uit, zoals beschreven bij randnummer II.6 (meerdere antwoorden mogelijk)?
De prognoses dienen ten minste de vijf jaren vanaf de concentratie te betreffen.
☐ Prognose van de balans (bijvoegen).
☐ Prognose van de winst en verliesrekeningen (bijvoegen).
☒ Analyse synergievoordelen (opgenomen in II.6,).
☐ Integratiekosten (bijvoegen).
☐ Businessplan (bijvoegen)
☒ Begroting van de organisatie na concentratie (bijlage 9: Meerjarenbegroting Certe,).
☐ Prognose van de financiële ratio’s (bijvoegen).
☒ Xxxxxx, namelijk:
- Jaarrekening Trombosedienst Friesland Noord 2015 (bijlage 10,)
- Jaarverslag Trombosedienst Friesland Noord 2015 (bijlage 11,)
- Jaarverslag Stichting Certe trombosedienst Groningen 2015 (bijlage 12,)
II.8 Beschrijf de wijze waarop de cliënten, personeel en andere stakeholders zijn betrokken bij het voornemen om een concentratie tot stand te brengen.
Door beantwoording van deze vraag kan de NZa beoordelen of cliënten, personeel en andere stakeholders op een zorgvuldige wijze zijn betrokken bij de voorbereiding van de concentratie.
Stakeholders dienen in ieder geval tijdig en op begrijpelijke wijze op de hoogte te zijn gebracht van de inhoud van de concentratieplannen en de manier waarop oordelen en/of aanbevelingen hierover kenbaar worden gemaakt.
Voorts beoordeelt de NZa of het oordeel en de aanbevelingen van cliënten, personeel en andere stakeholders overtuigend en beargumenteerd zijn meegewogen in de besluitvorming tot concentratie.
a. Beschrijf de wijze waarop cliënten zijn betrokken bij het voornemen om een concentratie tot stand te brengen. Voeg de adviesaanvragen, de adviezen, reacties op de adviezen en andere relevante documenten als bijlagen toe aan dit formulier.
Hierbij dient te worden aangesloten bij de procedures die worden voorgeschreven door de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen. Van belang is ook te beschrijven hoe is omgegaan met de inbreng van de cliënten.
Conform de eis van de WMCZ, de Wet Medezeggenschap Cliënten Zorginstellingen, dienen trombosediensten te beschikken over een cliëntenraad. Certe Trombosedienst Groningen en TFN zijn beiden aangesloten bij de Cliëntenraad Trombosediensten Nederland. Beide organisaties hebben de Cliëntenraad tijdens de reguliere overleggen geïnformeerd over de voorgenomen concentratie (zie bijlage 14 & 15). Ook in het uittreksel van notulen van diverse bestuursvergaderingen van TFN wordt verwezen naar de communicatie met de Cliëntenraad (bijlage 13). In aanvulling hierop: TFN heeft op 20 januari 2017 en 10 maart 2017 persoonlijk gesproken met de Cliëntenraad. TFN heeft aansluitend hierop de Cliëntenraad per brief een officieel schrijven doen toekomen waarin de voorgenomen concentratie nogmaals schriftelijk wordt toegelicht, zodat de Cliëntenraad invulling kan geven aan haar adviesrecht (bijlage 16). Xxxxx heeft op 31 maart 2017 per mail contact gehad met de Cliëntenraad, waarin Xxxxx de inhoud van de brief bevestigt (bijlage 17). De Cliëntenraad heeft op 18 mei 2017 een positief advies uitgebracht op het voornemen tot integratie (bijlage 18). Overzicht communicatie Cliëntenraad: - Uittreksel uit notulen Bestuursvergaderingen TFN (bijlage 13) - Verslag overleg Cliëntenraad – Certe (04-03-2016) (bijlage 14) - Verslag overleg Cliëntenraad - TFN (14-06-2016) (bijlage 15) - Brief TFN aan Cliëntraad (27-03-2017) (bijlage 16) - Mailwisseling Certe-Cliëntenraad (31-03-2017) (bijlage 17) - Adviesbrief Cliëntenraad CTD Nederland (18-05-2017) (bijlage 18) |
b. Beschrijf de wijze waarop het personeel is betrokken bij het voornemen om een concentratie tot stand te brengen. Voeg adviesaanvragen, de adviezen, reacties op de adviezen en andere relevante documenten als bijlage toe aan dit formulier.
Hierbij dient te worden aangesloten bij de procedures die worden voorgeschreven door de Wet op de ondernemingsraden. Van belang is ook te beschrijven hoe is omgegaan met de inbreng van het personeel.
Communicatie met personeel: De directie van TFN geeft het personeel met regelmaat informatie en inspraak op werkoverleggen en medewerkersbijeenkomsten. […]Bijlagen 20 t/m 23 bevatten (uittreksels van) notulen van diverse van deze werkoverleggen. Nadat TFN en Certe mondeling overeenstemming hebben bereikt over de overname heeft TFN haar medewerkers hierover geïnformeerd per mail (zie bijlage 24. | ||||
Doelgroep | Middel | Onderwerp | Wanneer (voorlopige planning) | |
Medewerkers TFN | […] | […] | […] | |
[…] | […] | Na akkoord NZa én na ondertekening overeenkomst | ||
[…] | […] | […] | ||
[…] | […] | […] | ||
[…] | […] | […] | ||
[…] | […] | […] |
Overzicht communicatie personeel TFN: - Agenda gezamenlijk werkoverleg TFN & HAL (15-03-2016) (bijlage 19) - Uittreksel notulen gezamenlijke werkoverleggen TFN & HAL (bijlage 20) - Notulen gezamenlijk werkoverleg TFN & HAL (24-10-2016) (bijlage 21) - Verslag medewerkersbijeenkomst TFN (9-12-2016) (bijlage 22) - Notulen gezamenlijk werkoverleg TFN & HAL (25-01-2017) (bijlage 23) - Uittreksel uit notulen Bestuursvergaderingen TFN (bijlage 13) - Mail bestuurder TFN aan medewerkers TFN (06-07-2017) (bijlage 24) Communicatie met Ondernemingsraad van Certe De ondernemingsraad (OR) van Certe is geïnformeerd via de reguliere overleggen met de eigen Raad van Bestuur (RvB). De OR van Certe heeft een adviesaanvraag voorgelegd gekregen. Naar aanleiding van deze adviesaanvraag heeft de OR aanvullende vragen gesteld, welke schriftelijk zijn beantwoord. De OR heeft op 17 juli 2017 de adviesaanvraag opnieuw behandeld en is op 24 juli 2017 met een positief advies gekomen (bijlage 29,). Dit advies sluit aan bij de voorgestelde aanpak en tijdlijn van Certe en TFN. De bestuurder van Certe heeft in een officiële reactie gereageerd (zie bijlage 00,). XXX heeft geen ondernemingsraad. Voor bedrijven tot 50 medewerkers is een OR niet verplicht. Voor ondernemingen met 10 tot 50 werknemers geldt de verplichting om een personeelsvertegenwoordiging (PVT) bestaande uit drie door en uit de werknemers gekozen leden in te stellen als de meerderheid van het personeel dat wil. Hier is in geval van TFN geen sprake van. Voor ondernemingen met 10 tot 50 werknemers waar geen OR of PVT is ingesteld – zoals TFN - geldt voor de ondernemer/bestuurder de verplichting om tenminste twee maal per jaar met de werknemers bijeen te komen. Hierin wordt het personeel geïnformeerd en vraagt de ondernemer/bestuurder advies over beslissingen met belangrijke personele gevolgen. TFN heeft dit georganiseerd middels werkoverleggen en medewerkersbijeenkomsten, zie paragraaf II.8.b. Overzicht communicatie OR Certe: - Passages uit notulen OR vergadering Certe (09-11-2015) (bijlage 25) - Adviesaanvraag overname Trombosedienst Friesland Noord (bijlage 26) (27-09-2016) - Vragen OR bij adviesaanvraag overname stichting Trombosedienst Friesland Noord (07-11-2016) (bijlage 27) - Antwoorden op vragen van OR bij adviesaanvraag overname stichting Trombosedienst Friesland Noord (07-02-2017) (bijlage 28) - Advies OR t.a.v. overname van activiteiten en personeel TFN (24-07-2017) (bijlage 29) |
- Ondernemersbesluit op advies overname stichting Trombosedienst Friesland Noord (21-08-2017) (bijlage 30) Communicatie met Vakbonden Vanuit P&O TFN is er in maart 2017 telefonisch contact geweest met de vakbonden. Daarnaast zijn de vakbonden door zowel TFN en Certe schriftelijk geïnformeerd over het voornemen tot concentratie. Ook vanuit Certe is het fusievoornemen aan de orde geweest tijdens een overleg met de bonden. Op het moment dat de vakbonden zijn geïnformeerd, is ook de SER in kennis gesteld van de fusie die in voorbereiding is. De SER-melding is eind maart ingediend. Overzicht communicatie met Vakbonden: - Brief van Xxxxx aan vakbondsbestuurders (28-03-2017) (bijlage 31) - Brief van TFN aan vakbondsbestuurders (05-04-2017) (bijlage 32) |
c. Geef aan welke andere stakeholders bij de concentratie zijn betrokken, vermeld hierbij ook de contactgegevens.
Andere stakeholders kunnen bijvoorbeeld zijn: zorgverzekeraars/-kantoren, banken, (lokale/regionale) overheden, et cetera.
d. Beschrijf de wijze waarop de bij c genoemde stakeholders zijn betrokken bij het voornemen om een concentratie tot stand te brengen. Voeg de correspondentie, gespreksverslagen, et cetera, toe aan dit formulier.
Antwoord op vraag c & d: Onderstaande opsomming betreft een lijst van de bij de voorgenomen concentratie betrokken stakeholders die door TFN zijn geïnformeerd: - Medisch Centrum Leeuwarden (MCL): Er is nauwe samenwerking met het MCL. TFN is gehuisvest binnen het MCL en het MCL levert verschillende vormen van dienstverlening aan TFN (op het gebied van bijvoorbeeld schoonmaak). […]; - Stichting Regionaal Huisartsen Laboratorium Friesland (HAL Friesland): HAL Friesland is geïdentificeerd als één van de stakeholders als uitvoerder van de afname en logistiek van monstermateriaal van de eerste lijn voor de klinisch chemische laboratoria en trombosediensten van vier Friese ziekenhuizen, waaronder TFN. […]. Er hebben gedurende eind 2016 en 2017 verscheidene gesprekken met beide besturen, manager a.i. XXX en gedelegeerd bestuurslid a.i. TFN plaatsgevonden, waarbij HAL Friesland is geïnformeerd over de voorgenomen concentratie; - Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) en de Friese Huisartsen Vereniging (FHV): Het voornemen tot concentratie is in de vergaderingen van de huisartsen besproken; - Asolutions ICT […]: Asolutions is in een overleg in 2016 geïnformeerd over het feit dat er gesprekken worden gevoerd met Certe i.v.m. een mogelijk samengaan; - Paragon […]. Er is in een overleg in 2016 kenbaar gemaakt dat er gesprekken worden gevoerd met Xxxxx i.v.m. een mogelijk samengaan; - Regiotafel apothekers – TFN: In een overleg in november 2016 is de voorgenomen overname van TFN door Certe kenbaar gemaakt; - Zorgbelang Groningen: Begin mei 2017 heeft Certe Zorgbelang Groningen geïnformeerd over de voorgenomen concentratie. Zorgbelang Groningen behartigt de belangen van iedereen die in |
de provincie Groningen gebruik maakt van zorg. Zorgbelang Groningen is geïnformeerd over het feit dat Xxxxx en TFN met de Cliëntenraad voor trombosediensten over deze samenwerking communiceren. Nadere afstemming wordt door beide partijen op dit moment niet nodig geacht; | |
- Zorgverzekeraars: De verschillende zorgverzekeraars zijn zowel door TFN als door Xxxxx over de voorgenomen concentratie geïnformeerd. Bij elke zorginkoopprocedure dient overeenstemming te worden bereikt over de productieafspraak voor het nieuwe jaar, dit is niet een instemmingsbevoegdheid die specifiek met de fusie samenhangt. Met andere woorden, instemming van zorgverzekeraars is vereist in die zin dat overeenstemming moet worden bereikt over de productieafspraak voor 2018. Certe en TFN hebben er alle vertrouwen in dat – net als in eerdere jaren - die overeenstemming zal worden bereikt. […]. Met andere woorden, de zorgverzekeraars zijn op de hoogte van de voorgenomen fusie en noch Certe noch TFN heeft tot dusver een reactie ontvangen waaruit blijkt dat de zorgverzekeraars niet instemmen. […]. Overzicht communicatie Zorgverzekeraars: - Brieven aan zorgverzekeraars (29-08-2016) (bijlage 33) - Mailwisseling met zorgverzekeraar de Friesland (bijlage 34) - Brieven aan zorgverzekeraars (14-07-2017) (bijlage 35) |
ONDERDEEL III – Cruciale zorg
Door de beantwoording van de vragen in dit onderdeel kan de NZa beoordelen of de continuïteit van de cruciale zorg met de voorgenomen concentratie in gevaar komt.
III.1 Geef aan welke vormen van cruciale zorg door de betrokken organisaties worden aangeboden.
Meerdere antwoorden mogelijk (Zie hoofdstuk 3 van de Toelichting).
☐ ambulancezorg
☐ spoedeisende hulp
☐ acute verloskunde
☐ crisisopvang geestelijke gezondheidszorg
☐ Wlz-zorg
☒ geen cruciale zorg
III.2 Beschrijf, indien de betrokken organisaties ambulancezorg aanbieden, de verandering bij ambulancezorg van spreiding en capaciteit per locatie en geef aan of de ambulancezorg na de concentratie binnen de daarvoor geldende normen blijft. Motiveer uw antwoord met onder andere een reistijdenanalyse.
Ten minste 97% van de bevolking moet binnen 15 minuten responstijd bereikt kunnen worden en in ten minste 95% van de spoedmeldingen moet een ambulance binnen 15 minuten na aanname van de melding door een centrale post ambulancevervoer ter plaatse zijn.
N.v.t. |
III.3 Beschrijf, indien de betrokken organisaties spoedeisende hulp (SEH) aanbieden, de verandering bij SEH van spreiding en capaciteit per locatie en geef aan of de SEH na de concentratie binnen de daarvoor geldende normen blijft. Motiveer uw antwoord met onder andere een reistijdenanalyse. Een afdeling SEH moet binnen 45 minuten per ambulance bereikbaar zijn en moet 7 x 24 uur over minimaal één SEH-arts en één SEH-verpleegkundige beschikken.
N.v.t. |
III.4 Beschrijf, indien de betrokken organisaties acute verloskunde aanbieden, de verandering bij acute verloskunde van spreiding en capaciteit per locatie en geef aan of de acute verloskunde na de concentratie binnen de daarvoor geldende normen blijft. Motiveer uw antwoord met onder andere een reistijdenanalyse.
De zorgaanbieder moet binnen 45 minuten per ambulance bereikbaar zijn en binnen 30 minuten na vaststelling van de diagnose van een spoedeisende situatie moet door een gynaecoloog of geautoriseerd obstetrisch professional de benodigde medisch specialistische behandeling kunnen worden gestart.
N.v.t. |
III.5 Indien de betrokken organisaties crisisopvang geestelijke gezondheidszorg aanbieden, geef dan aan wat na de concentratie regionaal wordt vastgelegd met betrekking tot de borging van de geestelijke gezondheidszorg in crisissituaties.
Voor crisisopvang geestelijke gezondheidszorg geldt dat regionaal moet zijn vastgelegd door welke zorgaanbieders de geestelijke gezondheidszorg in crisissituaties wordt geborgd.
N.v.t. |
III.6 Geef aan, indien de betrokken organisaties Wlz-zorg aanbieden, welke gevolgen de concentratie heeft voor de sociale context van de Wlz-zorg.
Denk bij de sociale context onder meer aan aansluiting bij een bepaalde godsdienst of levensovertuiging, wonen (na)bij de partner, de geografische ligging van het zorgaanbod, etc.
N.v.t. |
ONDERDEEL IV – Overige informatie en bijlagen
IV.1 Welke overige informatie die hiervoor nog niet is genoemd, is voor de NZa relevant voor de beoordeling?
N.v.t. |
IV.2 Geef een genummerde opsomming van de bijlagen die aan dit formulier zijn toegevoegd.
Denk bijvoorbeeld aan de volgende bijlagen:
− Een schriftelijk bewijsstuk waaruit blijkt dat de contactperso(o)n(en) de betrokken organisaties kunnen vertegenwoordigen.
− Een gedateerd exemplaar van de meest recente stukken op grond waarvan de concentratie tot stand zal komen (zoals een intentieovereenkomst, een koopovereenkomst, een statutenwijziging, et cetera.).
− De documenten met betrekking tot het medezeggenschapsproces.
− De financiële onderbouwing.
(Zie voor meer informatie over publicatie van de bijlagen paragraaf 5.1 van de Toelichting)
Inhoudsopgave Bijlagen Aanvraagformulier zorgspecifieke concentratietoets Certe-TFN
Algemeen
Bijlage 1 | ‘Antistollingszorg verandert, trombosediensten in beweging’ FNT 29 september 2016 |
Bijlage 2 | Intentieverklaring Certe – TFN |
Bijlage 3 | Verklaring tot het aangaan van een overname van activiteiten inclusief conceptakte van verkoop en koop activa en passiva |
Bijlage 4 | Besluit bestuur TFN aangaande overname TFN |
Bijlage 5 | Project Initiatie Document integratie TFN en Certe |
Bijlage 6 | Rapportage Risicoanalyse TFN |
Bijlage 7 | Toekomstscenario Antistollingszorg FNT - december 2013 |
Bijlage 8 | Landelijke Standaard Ketenzorg Antistolling 2.0 |
Bijlage 9 | Meerjarenbegroting Certe |
Bijlage 10 | Jaarrekening Trombosedienst Friesland Noord 2015 |
Bijlage 11 | Jaarverslag Trombosedienst Friesland Noord 2015 |
Bijlage 12 | Jaarverslag Stichting Certe Trombosedienst Groningen 2015 |
Communicatie Algemeen
Bijlage 13 | Uittreksels uit notulen Bestuursvergaderingen TFN |
Communicatie Cliëntenraad
Bijlage 14 | Verslag overleg Cliëntenraad – Certe (04-03-2016) |
Bijlage 15 | Verslag overleg Cliëntenraad - TFN (14-06-2016) |
Bijlage 16 | Brief TFN aan Cliëntenraad (27-03-2017) |
Bijlage 17 | Mailwisseling Cliëntenraad & Certe (31-03-2017) |
Bijlage 18 | Adviesbrief Cliëntenraad CTD Nederland (18-05-2017) |
Communicatie medewerkers TFN
Bijlage 19 | Agenda Werkoverleg Huisartsenlaboratorium/Trombosedienst Friesland Noord (15-03-2016) |
Bijlage 20 | Uittreksel uit notulen gezamenlijke Werkoverleggen HAL & TFN |
Bijlage 21 | Uittreksel uit notulen gezamenlijk Werkoverleg HAL & TFN (24-10-2016) |
Bijlage 22 | Verslag medewerkersbijeenkomst TFN (09-12-2016) |
Bijlage 23 | Notulen gezamenlijk werkoverleg TFN & HAL (25-01-2017) |
Bijlage 24 | Mail bestuurder TFN aan medewerkers TFN (06-07-2017) |
Communicatie OR Certe
Bijlage 25 | Passage uit notulen OR vergadering Certe (09-11-2015) |
Bijlage 26 | Adviesaanvraag overname Trombosedienst Friesland Noord (27-09-2016) |
Bijlage 27 | Vragen OR bij adviesaanvraag overname stichting Trombosedienst Friesland Noord (07-11-2016) |
Bijlage 28 | Antwoorden op vragen van OR bij adviesaanvraag overname stichting Trombosedienst Friesland Noord (07-02-2017) |
Bijlage 29 | Advies OR t.a.v. overname activiteiten en personeel van TFN (24-07-2017) |
Bijlage 30 | Ondernemersbesluit op advies overname stichting Trombosedienst Friesland Noord (21-08-2017) |
Communicatie Vakbonden
Bijlage 31 | Brief van Xxxxx aan vakbondsbestuurders (28-03-2017) |
Bijlage 32 | Brief van TFN aan vakbondsbestuurders (05-04-2017) |
Communicatie verzekeraars
Bijlage 33 | Brieven aan zorgverzekeraars (29-08-2016) |
Bijlage 34 | Mailwisseling zorgverzekeraar de Friesland |
Bijlage 35 | Brieven aan zorgverzekeraars (14-07-2017) |
IV.3 Geef aan welke van de onder IV.2 genoemde bijlagen verstrekt zijn aan de ondernemingsraden, cliëntenraden en/of overige stakeholders van de betrokken organisaties voordat zij hun oordelen en aanbevelingen hebben kunnen geven.
Zie overzicht van de bijlagen bij vraag IV.2 |