OVEREENKOMST
Clean aviation
OVEREENKOMST
tussen
de Belgische Staat en Onderneming betreffende
Naam Project ( )
Inhoud
Hoofdstuk 1 – Definities 3
Hoofdstuk 2 – Voorwerp van de overeenkomst 5
Hoofdstuk 3 – De aard en vorm van de steunmaatregel 5
Hoofdstuk 4 – Boekhoudkundige verplichtingen 6
Hoofdstuk 5 – Leiding, coördinatie en beheer 7
Hoofdstuk 6 – Verslaggeving 8
Hoofdstuk 7 – Terbeschikkingstelling van de tussenkomst 9
Hoofdstuk 8 – Kennis en octrooien 11
Hoofdstuk 9 – Terugbetaling aan de staat 11
Hoofdstuk 10 – Toezicht en controle 13
Hoofdstuk 11 – Inwerkingtreding, duur en einde van de overeenkomst 14
Hoofdstuk 12 – Steunmaatregelen – Europees toezicht 15
Hoofdstuk 13 – Informatieplicht 16
Hoofdstuk 14 – Bedragen, verwijlintresten en sancties 17
Hoofdstuk 15 – Toepasselijke recht 17
Hoofdstuk 16 – Slotbepalingen 18
BIJLAGE I: BESCHRIJVING VAN HET PROJECT 19
BIJLAGE II: BEWIJZEN VAN INTERESSE 19
BIJLAGE III: JAARLIJKSE VERDELING VAN DE BUDGETTEN VOOR IO EN EO 20
BIJLAGE IV: KRITISCHE PROJECTVOORSPELLING 20
OVEREENKOMST
Tussen:
1/ De BELGISCHE STAAT, Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, hierna “FOD Economie” genoemd en de Programmatorische Overheidsdienst Wetenschapsbeleid, hierna “POD Wetenschapsbeleid” genoemd,
vertegenwoordigd door de Minister van Economie waarvan het kabinet gevestigd is te 1000 Xxxxxxx, Xxxxxxxxxxxx 00 en de Staatssecretaris belast met Wetenschapsbeleid, waarvan het kabinet gevestigd is te 1000 Xxxxxxx, Xxxxxxxxxxxx 00;
Partij enerzijds, hierna “de Belgische Staat” genoemd, EN,
2/ (Naam onderneming), opgericht bij akte verleden voor notaris x, gepubliceerd in de bijlage tot het Belgisch Staatsblad van ### en waarvan de statuten voor het laatste gewijzigd werden bij beslissing van de Algemene Vergadering van ## gepubliceerd in X, met zetel te X, ingeschreven in de Kruispuntbank Ondernemingen onder nummer:
vertegenwoordigd door <naam en titel>, hiertoe behoorlijk aangesteld bij beslissing van de algemene vergadering dd. #, gepubliceerd #;
Partij anderzijds, hierna “de begunstigde” genoemd, Samen hierna “de partijen” genoemd,
is overeengekomen wat volgt:
Hoofdstuk 1 – Definities
Artikel 1
De volgende begrippen hebben voor de uitvoering van huidige overeenkomst de betekenis hieronder gedefinieerd:
ALGEMENE GROEPSVRIJSTELLINGSVERORDENING: Verordening (EU) nr. 651/2014 waarbij
bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard.
DOELVLIEGTUIG: is de <...> en al zijn afgeleiden die gebruik maken van de in het project ontwikkelde technologieën.
EENHEID: het geheel van de door de begunstigde geleverde goederen en diensten dat nodig is voor de uitrusting van andere vliegtuigen dan het doelvliegtuig met <het product>. Dit geheel van goederen en diensten kan verschillend zijn naargelang de versie van het vliegtuig en naargelang het serienummer.
EINDDATUM: 31 december 20XX
EO (Experimentele Ontwikkeling): het verwerven, combineren, vormgeven en gebruiken van bestaande wetenschappelijke, technologische, zakelijke en andere relevante kennis en vaardigheden, gericht op het ontwikkelen van nieuwe of verbeterde producten, procedés of diensten, daaronder begrepen digitale producten, processen of diensten. Dit kan ook activiteiten omvatten die gericht zijn op de conceptuele formulering, de planning en documentering van
nieuwe producten, procedés of diensten. Experimentele ontwikkeling kan prototyping, demonstraties, pilotontwikkeling, testen en validatie omvatten van nieuwe of verbeterde producten, procedés of diensten in omgevingen die representatief zijn voor het functioneren onder reële omstandigheden, met als hoofddoel verdere technische verbeteringen aan te brengen aan producten, procedés of diensten die niet grotendeels vast staan. Dit kan de ontwikkeling omvatten van een commercieel bruikbaar prototype of pilot die noodzakelijkerwijs het commerciële eindproduct is en die te duur is om te produceren alleen met het oog op het gebruik voor demonstratie- en validatiedoeleinden. Onder experimentele ontwikkeling wordt niet verstaan routinematige of periodieke wijziging van bestaande producten, productielijnen, fabricageprocessen, diensten en andere courante activiteiten, zelfs indien deze wijzigingen verbeteringen kunnen inhouden.
INTERESTVOET: <….>, zijnde de rentevoet voor België zoals vastgelegd door de Europese Commissie op datum van ondertekening van de overeenkomst.
(ref.: xxxx://xx.xxxxxx.xx/xxxxxxxxxxx/xxxxx_xxx/xxxxxxxxxxx/xxxxxxxxx_xxxxx.xxxx)
IO (Industrieel Onderzoek): planmatig of kritisch onderzoek dat is gericht op het opdoen van nieuwe kennis en vaardigheden met het oog op de ontwikkeling van nieuwe producten, procedés of diensten, of om bestaande producten, procedés of diensten aanmerkelijk te verbeteren, daaronder begrepen digitale producten, processen of diensten. Het omvat de creatie van onderdelen voor complexe systemen en kan ook de bouw omvatten van prototypes in een laboratoriumomgeving of in een omgeving met gesimuleerde interfaces voor bestaande systemen, alsmede pilotlijnen, wanneer dat nodig is voor het industriële onderzoek en met name voor de validering van generieke technologie.
KADERREGELING: Kaderregeling betreffende Staatssteun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie (document 2014/C, 198/1, gepubliceerd in het publicatieblad van de Europese Unie op 27.06.2014).
KRITISCHE PROJECTVOORSPELLING: tabel die de terugbetalingen berekent op basis van de betalingen door de Belgische Staat, op basis van de geleverde en betaalde shipsets en eenheden en op basis van realistische verkoopvooruitzichten.
ONDERTEKENINGSJAAR: het jaar waarin de overeenkomst wordt ondertekend.
OPDRACHTGEVER: <…> die interesse in het project betoond heeft.
PERIODIEK VERSLAG: vooruitgangsrapport opgesteld door de begunstigde waarbij verantwoording afgelegd wordt over het verloop van het project.
FEDERAAL LUCHTVAARTPLATFORM: samenwerkingsverband tussen de FOD ECONOMIE en de POD WETENSCHAPSBELEID.
PROJECT: uitvoering (ontwikkeling, industrialisatie en productie) door de begunstigde van
<productnaam of technologie> om in het bijzonder het doelvliegtuig uit te rusten met
<productnaam of technologie>.
PROJECTLEIDER: de gesprekspartner van de begunstigde t.o.v. het Federaal Luchtvaartplatform voor de uitvoering van deze overeenkomst.
SHIPSET: het geheel van de door de begunstigde geleverde goederen en diensten dat nodig is voor de uitrusting van het doelvliegtuig met <het product>. Dit geheel van goederen en diensten kan verschillend zijn naargelang de versie van het vliegtuig en naargelang het serienummer.
TUSSENKOMST: bedrag van de voorziene financiële steun van de Belgische Staat voor de uitvoering van het project.
VOORGRONDKENNIS: kennis resulterend uit het project, waaronder de technologie, de tekeningen en modellen evenals de technieken in verband met materialen.
Hoofdstuk 2 – Voorwerp van de overeenkomst
Artikel 2
Onderhavige overeenkomst heeft als doel de modaliteiten vast te leggen van de cofinanciering door de Belgische Staat van de kosten verbonden aan het Industrieel Onderzoek (IO) en de Experimentele Ontwikkeling (EO) van het project, van het beheer van en van de controles op het project door de Belgische Staat alsook van de terugbetalingsmodaliteiten aan de Belgische Staat.
Deze overeenkomst werd opgesteld rekening houdend met de interesse in het project betoond door de opdrachtgever, zoals blijkt uit bijlage II.
De begunstigde verbindt zich ertoe met een passende ernst en inzet onder volledige transparantie, de uitvoering van dit project na te streven.
De verschillende opdrachten, het draaiboek en de mijlpalen van het project worden beschreven in bijlage I van deze overeenkomst. Het budget van het project wordt weergegeven in bijlage III van deze overeenkomst.
Onderhavige overeenkomst valt onder de Federale Steunmaatregel “O&O-projecten inzake schone luchtvaart”, zoals ter kennis gebracht aan de Europese Commissie op XX.XX.20XX en in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd op XX.XX.20XX.
Hoofdstuk 3 – De aard en vorm van de steunmaatregel
Artikel 3 – Tussenkomst
De Belgische Staat zal onder de vorm van terugvorderbare voorschotten tussenkomen in de IO- en EO-kosten, die direct gerelateerd zijn aan het project.
De Belgische Staat zal de aanvaarde IO-kosten financieren ten belope van … % en de aanvaarde EO-kosten ten belope van … %.
De gebudgetteerde kosten voor het project bedragen:
……… € voor het IO
……… € voor de EO.
Op deze basis bedraagt de maximale financiering van de Belgische Staat:
……… € voor het IO
……… € voor de EO.
of een tussenkomst van €.
De terugvorderbare voorschotten zijn, uit hun aard, een vorm van overheidssteun waarbij de terugbetaling afhankelijk wordt gesteld van het al dan niet bereiken van succes. De mate van terugbetaling is hierbij afhankelijk van de graad van het bereikte succes. De in dit artikel voorziene bedragen vormen dan ook geen recht, noch een toekenning van kredieten.
Artikel 4 – Aanvaardbare kosten
§ 1. De aanvaardbare IO-kosten respectievelijk EO-kosten zijn die kosten die direct gerelateerd zijn aan het project met uitzondering van alle commerciële kosten en/of alle marketingkosten om contracten in de wacht te slepen, op voorwaarde dat:
a) het project gestart is na de introductie van de officiële initiële steunaanvraag bij het Federaal Luchtvaartplatform en
b) ze gerechtvaardigd zijn door de begunstigde, gecontroleerd en aanvaard zijn door het Federaal Luchtvaartplatform en
c) ze nodig zijn voor de uitvoering van de in bijlage I beschreven IO-taken of EO-taken en
d) ze voldoen aan de definities gegeven in artikel 1 van de overeenkomst en verdeeld zijn over de volgende kostencategorieën:
1. Personeelskosten (onderzoekers, technici en ander ondersteunend personeel voor zover zij zich met het onderzoeksproject bezighouden);
2. Kosten van apparatuur en uitrusting voor zover en voor zolang zij voor het onderzoeksproject worden gebruikt. Indien deze apparatuur en uitrusting niet tijdens hun volledige levensduur voor het onderzoeksproject worden gebruikt, worden alleen de afschrijvingskosten overeenstemmend met de looptijd van het project, berekend volgens een goede boekhoudpraktijk, als in aanmerking komende kosten beschouwd;
3. Kosten van contractonderzoek, technische kennis en octrooien die tegen marktprijzen worden verworven bij of waarvoor een licentie wordt verleend door externe bronnen, mits de transactie conform het arm’s lengthbeginsel (normale concurrentievoorwaarden) plaatsvond en er geen sprake is van collusie (verborgen afspraken). Voorts ook kosten voor consultancy en gelijkwaardige diensten die uitsluitend voor de onderzoeksactiviteiten worden gebruikt;
4. Extra algemene vaste kosten die rechtstreeks uit het onderzoeksproject voortvloeien met uitzondering van onroerende goederen;
5. Andere exploitatiekosten, waaronder die voor materiaal, leveranties en dergelijke producten, die rechtstreeks uit de onderzoeksactiviteit voortvloeien.
§ 2. De bedragen van de kostencategorieën IO en EO zijn opgegeven in bijlage III. Een transfer van kosten tussen de kostencategorieën IO en EO is niet toegelaten.
Hoofdstuk 4 – Boekhoudkundige verplichtingen
Artikel 5 – De kosten
De begunstigde houdt een gedetailleerde boekhouding van de kosten die zijzelf en haar filialen maken in het kader van de ontwikkeling, industrialisatie en productie van het project ter beschikking van het Federaal Luchtvaartplatform.
Deze boekhouding maakt een onderscheid tussen IO-kosten en EO-kosten. De begunstigde deelt alle gemaakte kosten mee in de kostencategorieën zoals die zijn voorzien in bijlage III.
Artikel 6 – Personeelskosten
De begunstigde zal, in overleg met het Federaal Luchtvaartplatform, een systeem opzetten dat toelaat de voor de ontwikkeling, industrialisatie en productie van het project gepresteerde uren nauwkeurig te inventariseren.
De begunstigde zal jaarlijks de gedetailleerde berekening van de uurkosten van de personen betrokken in de ontwikkeling en industrialisatie van het project maken. De methode van volledige uurkosten (full cost) zal worden gebruikt.
Artikel 7 – Ontvangsten
De begunstigde zal een gedetailleerde boekhouding bijhouden van de ontvangsten gerealiseerd dank zij het project. Deze boekhouding zal het Federaal Luchtvaartplatform toelaten om duidelijk de vereiste terugbetalingen volgens deze overeenkomst te verifiëren.
Artikel 8 – Attestering
De Belgische Staat kan van de begunstigde eisen dat voorafgaandelijk aan betaling een verklaring van de bedrijfsrevisor wordt overgelegd waarin deze attesteert dat de begunstigde een boekhoudkundig systeem heeft opgezet dat kan voldoen aan de boekhoudkundige vereisten opgelegd of aangegaan door deze overeenkomst.
Hoofdstuk 5 – Leiding, coördinatie en beheer
Artikel 9 – Leidende overheid
De leidende overheid is het Federaal Luchtvaartplatform.
Het Federaal Luchtvaartplatform duidt binnen haar organisatie een pool van beheerders aan die gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor het dagelijks beheer en de coördinatie van het project.
Artikel 10 – Projectleider
De begunstigde duidt een projectleider aan.
De door de begunstigde aangestelde projectleider is:
Dhr/mevr. …
Geboren te <…> op <…> E-mailadres:
Iedere wijziging van de projectleider wordt door de begunstigde onmiddellijk en schriftelijk aan het Federaal Luchtvaartplatform meegedeeld.
Artikel 11 – Communicatie
Alle briefwisseling, inclusief notulen en rapporten, in verband met de overeenkomst gebeurt tussen het Federaal Luchtvaartplatform en de projectleider.
Alle briefwisseling t.a.v. het Federaal Luchtvaartplatform zal per e-mail worden gestuurd op de beide volgende adressen:
xxxxxxx@xxxxxxxx.xxxx.xx xxxxxxx.xxxxxxxxxxx@xxxxxx.xx
Indien nodig kan dit eveneens per post in tweevoud worden opgestuurd naar de volgende adressen:
FOD Economie
Algemene Directie Economische analyses en Internationale economie Directie Luchtvaart en Defensie
Xxxxxxxxxxxxxxxxx 00
1210 Brussel
POD Wetenschapsbeleid
Algemene Directie Onderzoek en Xxxxxxxxxxx Xxxxx Xxxxxxxxxxx 00, bus 7
1000 Brussel
Hoofdstuk 6 – Verslaggeving
Artikel 12 – Periodieke verslaggeving
De projectleider zal aan het Federaal Luchtvaartplatform periodieke verslagen bezorgen over het verloop van het project. Alle periodieke verslagen behalve het eerste hebben betrekking op een kalenderjaar. Het eerste periodieke verslag heeft betrekking op de tijdspanne tot en met het einde van het ondertekeningsjaar.
Deze periodieke verslagen moeten ter goedkeuring aan het Federaal Luchtvaartplatform worden bezorgd vóór 31 maart volgend op het kalenderjaar waarop het verslag betrekking heeft.
De periodieke verslagen bevatten de volgende informatie:
voor het voorbije kalenderjaar:
- een beschrijving van de uitgevoerde werkzaamheden,
- een beschrijving van de staat van vordering van deze werkzaamheden,
- een gedetailleerd overzicht van het geheel van de uitgaven, opgesplitst volgens de voorbije kalenderjaren en de categorieën IO en EO,
- het jaarlijks gerealiseerde zakencijfer van de begunstigde in het kader van het project alsmede het bedrag van de eventuele terugbetalingen ontvangen vanwege de opdrachtgever of een van haar onderaannemingen, uit hoofde van de afschrijving van de IO- en EO-kosten van het project,
- een overzicht en een beschrijving van de betekenisvolle taken, die in onderaanneming gegeven worden, alsmede de naam van de onderaannemers,
- het aantal shipsets geleverd door de begunstigde en het daarmee samenhangend gerealiseerde zakencijfer,
- het zakencijfer overeenstemmend met reserve-onderdelen en herstellingen van shipsets, geleverd door de begunstigde,
- het aantal eenheden geleverd door de begunstigde en het daarmee samenhangend gerealiseerde zakencijfer,
- het zakencijfer overeenstemmend met reserve-onderdelen en herstellingen van eenheden, geleverd door de begunstigde,
- inlichtingen over alle producten, diensten, technologieën, uitvindingen, octrooien en licenties die het gevolg zijn van het project en die kunnen worden of werden geëxploiteerd en/of gecommercialiseerd, en de ermee overeenstemmende zakencijfers,
- een kopij van de relevante briefwisseling met de opdrachtgever die een directe invloed heeft op het verloop van het project.
Voor het lopende en het volgende kalenderjaar:
- een beschrijving van de werkzaamheden die de begunstigde voorziet,
- het jaarlijks voorziene zakencijfer van de begunstigde in het kader van het project alsmede de bedragen eventueel te ontvangen vanwege de opdrachtgever, uit hoofde van de afschrijving van de IO- en EO-kosten of andere niet-recurrente kosten (NRC) van het project.
Voor de resterende duur van het project:
- een overzicht van de jaarlijkse budgetten, verdeeld in IO- en EO-kosten, die de begunstigde voorziet uit te geven om het project tot een goed einde te brengen,
- het laatste beschikbare, door de opdrachtgever overgemaakte, leveringsplan.
Artikel 13 – Eindverslag
Het eindverslag is het laatste periodiek verslag. Het zal opgesteld worden op een in gemeenschappelijk akkoord tussen de begunstigde en het Federaal Luchtvaartplatform overeengekomen tijdstip met respect voor de einddatum.
Het bevat, naast de gebruikelijke inhoud zoals beschreven in het vorige artikel de expliciete hoofding ‘Eindverslag’ evenals een beschrijving van alle producten, technologieën, uitvindingen en octrooien die het gevolg zijn van de ontwikkelingen in het kader van het project en die kunnen worden geëxploiteerd en/of gecommercialiseerd.
Artikel 14 – Conformiteit
Het verslag dat niet voldoet aan de bepalingen van dit hoofdstuk, dat onvolledig of onnauwkeurig is, wordt gelijkgesteld met het ontbreken van verslaggeving.
Hoofdstuk 7 – Terbeschikkingstelling van de tussenkomst
Artikel 15 – Algemeen
De Belgische Staat betaalt de tussenkomst aan de begunstigde voor de helft via de FOD Economie en voor de helft via de POD Wetenschapsbeleid.
Artikel 16 – De betaling van de eerste schijf
De eerste schijf van de tussenkomst zal door de Belgische Staat aan de begunstigde worden gestort binnen de drie maand na de inwerkingtreding van de overeenkomst.
Het bedrag van de eerste schijf is gelijk aan de som van:
- <…> % van de in bijlage III vermelde IO-kosten tot en met het ondertekeningsjaar, hetzij
……€.
- <…> % van de in bijlage III vermelde EO-kosten tot en met het ondertekeningsjaar, hetzij
…..€.
of een totaal bedrag van ….€, hetzij <…> % van de tussenkomst.
Artikel 17 – De betaling van de volgende schijven tot 90% van de tussenkomst
Alle volgende schijven, met uitzondering van de laatste 10% van de tussenkomst, zullen door de Belgische Staat aan de begunstigde worden gestort indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:
1) Het Federaal Luchtvaartplatform heeft het desbetreffende periodiek verslag tijdig ontvangen. Indien er beduidende afwijkingen in de kosten zijn ten opzichte van de vooruitzichten vermeld in bijlage III, zal de begunstigde deze motiveren. Indien, in toepassing van artikel 63 van deze overeenkomst, het Federaal Luchtvaartplatform haar toestemming heeft gegeven voor een wijziging van de jaarlijkse verdeling van de budgetten voor IO en EO, wordt deze nieuwe verdeling weerhouden voor de berekening van de te betalen schijf.
2) Het Federaal Luchtvaartplatform heeft op zicht van de overgemaakte stukken en op basis van een door haar initieel uitgevoerde controle bij de begunstigde, de aanvaardbare IO-uitgaven en EO-uitgaven voor het afgelopen kalenderjaar bepaald.
3) Het Federaal Luchtvaartplatform heeft het desbetreffende periodieke verslag schriftelijk goedgekeurd, heeft bevestigd dat de begunstigde op zicht van de overgemaakte verslagen en stukken, na een initiële controle dienaangaande, op dat ogenblik aan de verplichtingen van de overeenkomst heeft voldaan. Aan de begunstigde wordt het bedrag van de te betalen schijf schriftelijk bevestigd.
Na betaling van de eerste schijf, zal de Belgische Staat de volgende schijven, tot een totaal bedrag van 90 % van de tussenkomst, storten waarbij het bedrag van ieder van deze schijven wordt berekend rekening houdend met:
<…> % van de IO-kosten voorzien in bijlage III tot en met het lopende kalenderjaar, aangepast in functie van de eventueel reeds ontvangen IO-financiering t.o.v. de totaal aanvaarde IO-kosten over alle vorige kalenderjaren.
<…> % van de EO-kosten voorzien in bijlage III tot en met het lopende kalenderjaar, aangepast in functie van de eventueel reeds ontvangen EO-financiering t.o.v. de totaal aanvaarde EO-kosten over alle vorige kalenderjaren.
Artikel 18 – De betaling van de laatste 10% van de tussenkomst
De laatste 10% van de tussenkomst kan in één of meerdere schijven worden uitbetaald op basis van door het Federaal Luchtvaartplatform goedgekeurde en aanvaarde kosten, indien aan volgende voorwaarden is voldaan:
1) Het Federaal Luchtvaartplatform heeft de aanvraag tot betaling, samen met een regelmatig verslag over de werkzaamheden in het kader van het project tot dan toe, ontvangen.
2) Het Federaal Luchtvaartplatform heeft op zicht van de overgemaakte stukken en op basis van een door haar uitgevoerde initiële controle bij de begunstigde de aanvaardbare IO- uitgaven en EO-uitgaven bepaald en heeft vastgesteld dat de investeringen in het kader van het project niet gebruikt worden voor commerciële productie.
3) Het Federaal Luchtvaartplatform heeft het desbetreffende periodiek verslag schriftelijk goedgekeurd, heeft bevestigd dat de begunstigde op zicht van de overgemaakte verslagen en stukken, en na een initiële controle dienaangaande op dat ogenblik aan de verplichtingen van de overeenkomst heeft voldaan. Aan de begunstigde wordt het bedrag van de te betalen schijf schriftelijk bevestigd.
Het bedrag van deze schijf is gelijk aan de som van:
<…> % van de door het Federaal Luchtvaartplatform aanvaarde IO-uitgaven, verminderd met de som van alle door de Belgische Staat reeds gestorte bedragen voor IO.
<…> % van de door het Federaal Luchtvaartplatform aanvaarde EO-uitgaven verminderd met de som van alle door de Belgische Staat reeds gestorte bedragen voor EO.
Artikel 19 – Voorbehoud
De toepassing van de bepalingen van dit hoofdstuk, doen geen afbreuk aan het recht van de Belgische Staat om bijkomende controles door te voeren alsook de nodige rechtzettingen in de tussenkomst door te voeren, noch kan de begunstigde hier enig ander recht uit ontlenen.
De toepassing van de bepalingen van dit hoofdstuk, kan voor de Belgische Staat geen verplichting meebrengen om in één jaar een bedrag te betalen dat hoger is dan de schijf die voor dat jaar berekend is op basis van het budget zoals gedefinieerd in bijlage III, eventueel aangepast door toepassing van artikel 63 van de overeenkomst, noch kan het voor de begunstigde een vermindering van het globale bedrag van de tussenkomst teweegbrengen.
Hoofdstuk 8 – Kennis en octrooien
Artikel 20 – Eigendom van kennis
Onverminderd de bepalingen van deze overeenkomst behoort de voorgrondkennis toe aan de begunstigde.
Afzonderlijke rechtspersonen, zelfs binnen dezelfde ondernemingsgroep, worden voor de uitvoering van deze overeenkomst als een derde beschouwd.
Artikel 21 – Bekendmaken van voorgrondkennis door de Belgische Staat aan derden
De Belgische Staat mag de voorgrondkennis alleen bekendmaken aan derden voor zover de begunstigde voorafgaandelijk en schriftelijk haar akkoord hiermee betuigd heeft.
Artikel 22 – Bekendmaken van voorgrondkennis door de begunstigde aan derden
De bekendmaking aan derden door de begunstigde van voorgrondkennis mag geen afbreuk doen aan de uitvoering van het project overeenkomstig de huidige overeenkomst en in het bijzonder wat betreft de terugbetalingsverplichtingen.
Het is de begunstigde niet toegelaten de voorgrondkennis of enige andere kennis voortkomende uit deze overeenkomst, onder te brengen in een afzonderlijke juridische entiteit of bij een derde, a fortiori, te gedogen dat hieraan een juridische bescherming wordt verleend.
Artikel 23 – Tentoonstellen van materieel ontwikkeld in het kader van het project
Behoudens afwijking verkregen van het Federaal Luchtvaartplatform moet elke tentoonstelling van voorgrondkennis op beurzen, exposities enzovoort, zowel in België als in het buitenland, duidelijk vergezeld zijn van de volgende vermelding in de door de exposant gekozen taal: “Dit materieel is ontwikkeld in het kader van een samenwerking met het Federaal Luchtvaartplatform, samenwerkingsovereenkomst tussen de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie en de Programmatorische Federale Overheidsdienst Wetenschapsbeleid van België”.
Artikel 24 – Diverse bepalingen
De partijen onthouden zich van eender welke handeling of gedraging die nadelig kan zijn voor de mogelijkheid om de voorgrondkennis te beschermen of te exploiteren.
Artikel 25 – Octrooirecht
De begunstigde kan in haar naam, octrooien aanvragen en verwerven, die nodig zijn om de voorgrondkennis te beschermen, op voorwaarde dat ze vooraf het Federaal Luchtvaartplatform hiervan op de hoogte brengt. Deze bepaling blijft van toepassing, ook na de einddatum.
Hoofdstuk 9 – Terugbetaling aan de staat
Artikel 26 – Algemeen
De begunstigde moet de tussenkomst die haar door de Belgische Staat in het kader van de overeenkomst wordt toegekend, en de interesten op deze tussenkomst terugbetalen aan de Belgische Staat, <exponentieel met vaste interesten>, volgens de hierna gedefinieerde modaliteiten.
Artikel 27 – Inkomsten in het kader van het project tot aan het succes
Het project wordt als een succes beschouwd indien het totaal aantal gefactureerde en betaalde shipsets en eenheden <….> bereikt vóór de einddatum. Dit getal wordt “succes” genoemd.
Alle interestberekeningen gebeuren tegen samengestelde interest op basis van de interestvoet.
De totale interest wordt vastgelegd op <….> €, zijnde het totaal van de te betalen interestlasten gebaseerd op de interestvoet en de verkoops- en terugbetalingsprognoses zoals weergegeven in de kritische projectvoorspelling.
De begunstigde betaalt aan de Belgische Staat jaarlijks vóór het einde van de maand juni en tot het bereiken van het succes per gefactureerde en betaalde shipset of eenheid in de loop van voorgaande kalenderjaar:
• <….> €, zijnde het bedrag van de som van de tussenkomst en de totale interest gedeeld door (2 x SUCCES), voor de 1ste t.e.m. de <….> shipset of eenheid
• 2 x <….> € of <…> € voor de <….>ste t.e.m. de <….> shipset of eenheid
• 3 x <….> € of <…> € voor de <….>de t.e.m. de <….> shipset of eenheid
De gecumuleerde facturatie van de wisselstukken en herstellingen voor de shipsets en eenheden per tranche van …… € zal als een shipset worden beschouwd waarvoor voorgaande paragraaf van toepassing is.
Artikel 28 – Inkomsten in het kader van het project na het succes
In overeenstemming met artikel 4.5.1.2, nr. 80,b) van de kaderregeling, zal de begunstigde na het bereiken van het succes, jaarlijks, vóór het einde van de maand juni, een bedrag overeenstemmend met 1% van het zakencijfer, per shipset en per eenheid die in de loop van het voorgaande kalenderjaar werd gefactureerd en betaald, betalen aan de Belgische Staat.
De gecumuleerde facturatie van de wisselstukken en herstellingen voor de shipsets en eenheden per tranche van <…> € zal als een shipset worden beschouwd waarvoor voorgaande paragraaf van toepassing is.
Artikel 29 – Inkomsten buiten het project
Voor zover de Belgische Staat, in het kader van de overeenkomst, de ontwikkeling van een nieuwe technologie die rechtstreeks aan de basis ligt van een zakencijfer gerealiseerd buiten het project, zou hebben mede gefinancierd, heeft de Belgische Staat het recht een heffing op dit zakencijfer te eisen.
De bedragen van de heffingen van dit artikel worden in gemeenschappelijk akkoord tussen de Belgische Staat en de begunstigde vastgelegd.
Artikel 30 – Overige bepalingen inzake terugbetaling
De terugbetalingen aan de Belgische Staat eindigen op de einddatum. De Belgische Staat kan geen enkele terugbetaling eisen voor verkopen gerealiseerd na de einddatum.
Alle betalingen door de begunstigde aan de Belgische Staat zullen gebeuren, onder vermelding van de nuttige referte:
1/ voor 50% aan: POD WETENSCHAPSBELEID,
IBAN: XX00 0000 0000 0000
BIC: PCHQ BE BB
EN
2/ voor 50% aan: FOD ECONOMIE,
IBAN: XX00 0000 0000 0000 BIC: PCHQ BE BB
Hoofdstuk 10 – Toezicht en controle
Artikel 31 – Algemeen
De begunstigde stemt in met controles door het Federaal Luchtvaartplatform of door zijn aangestelden om na te gaan of:
1/ de werken zijn of worden uitgevoerd overeenkomstig de specificaties van het project,
2/ de budgettaire limieten niet worden overschreden en verlopen volgens het opgestelde uitvoeringsplan,
3/ de middelen bestemd of ter beschikking gesteld aan de begunstigde wel degelijk worden of zullen worden aangewend voor uitgaven in het kader van het project.
Artikel 32 – Experten
Wanneer het Federaal Luchtvaartplatform dit nuttig acht, mag zij deskundigen aanstellen om zich te laten bijstaan.
De begunstigde kan de keuze van deze experten niet weigeren, behoudens een gemotiveerde weigering in het geval van tegenstrijdige belangen en uit hoofde van de bescherming van hun concurrentiepositie.
De experten beschikken, in het kader van hun opdracht, over dezelfde controle- en toezichtrechten als het Federaal Luchtvaartplatform.
Artikel 33 – Beschikbaarheid van informatie
De begunstigde zal gedurende de volledige duur van de overeenkomst op eenvoudig verzoek van het Federaal Luchtvaartplatform, of van zijn aangestelde, alle gevraagde commerciële, contractuele, financiële, technische, wetenschappelijke, economische, boekhoudkundige en andere relevante gegevens met betrekking tot het project verstrekken om de controle en het toezicht hierop toe te laten.
Deze gegevens zullen met de nodige vertrouwelijkheid gebruikt worden om toe te zien op de goede uitvoering van de huidige overeenkomst en op de nauwkeurige afrekening van de toegekende middelen.
Artikel 34 – Boekhouding
De begunstigde is gehouden om het Federaal Luchtvaartplatform, of zijn aangestelden, op eenvoudig verzoek toegang te geven tot de boekhouding met het oog op controle van eender welke operatie die verband houdt met de ontwikkeling, de industrialisatie, en de commercialisatie van het project, met de productie van shipsets en eenheden en met operaties in verband met licentieovereenkomsten in het kader van het project.
Artikel 35 – Toegang tot de werken en de installaties
Het Federaal Luchtvaartplatform, alsook zijn aangestelden, hebben gedurende de hele duur van de huidige overeenkomst, tijdens de uren dat er een werkzaamheid wordt uitgeoefend vrije toegang tot de beroepslokalen, zoals fabrieken, werkplaatsen, magazijnen, bergplaatsen, garages of tot de terreinen welke als werkplaats of opslagplaats van voorraden dienst doen, met inbegrip van rollend materieel.
Ze mogen de staat van vordering van de werken, de tewerkstelling van het personeel aangesteld voor de uitvoering van het project en de aard van de bezigheden van dit personeel controleren. Ze kunnen hiertoe het personeel horen en alle nodige verificaties uitvoeren.
Ze mogen alle opmerkingen of suggesties doen die ze nuttig achten voor de uitvoering of opvolging van het project.
Artikel 36 – Hulp en bijstand
De begunstigde verbindt zich ertoe om het toezicht en de controles te vergemakkelijken alsook daar waar nodig op het eerste verzoek hulp, ondersteuning of bijstand te voorzien.
De begunstigde houdt alle documenten die het mogelijk maken de staat van vordering van het project te kennen, ter beschikking van de personen belast met de controle of toezicht.
Inzake gedigitaliseerde data dient de nodige bijstand te worden voorzien om deze in een toegankelijke en leesbare vorm te verkrijgen.
De op de informatiedragers geplaatste gegevens worden in een leesbare en verstaanbare vorm ter inzage voorgelegd.
Artikel 37 – Onderaanneming
Tijdens de controles uitgevoerd door het Federaal Luchtvaartplatform maakt de begunstigde een lijst over van de betekenisvolle taken, die in onderaanneming gegeven worden, alsmede van de betrokken onderaannemers.
De onderaanneming van taken kan op generlei wijze afbreuk doen aan de verplichtingen aangegaan door de begunstigde in het kader van de huidige overeenkomst, in het bijzonder wat betreft het toezicht en de controle.
Artikel 38 – Licenties
Indien de begunstigde een licentie, zoals bedoeld in artikel 51 van de overeenkomst, verleent aan een derde, zal de begunstigde de nodige maatregelen treffen zodat de Belgische Staat een adequate controle van de productiekwantiteit en omzet bij die derde, vanuit België, kan uitvoeren.
De begunstigde verbindt zich er in dat geval tevens toe van die derde de nodige waarborgen te krijgen zodat de bepalingen inzake toezicht en controle ook van toepassing zijn voor die derde.
Hoofdstuk 11 – Inwerkingtreding, duur en einde van de overeenkomst
Artikel 39 – Inwerkingtreding
Deze overeenkomst treedt in werking op de datum van de ondertekening door de partij die als laatste tekent. Deze overeenkomst blijft in werking tot de einddatum.
De bepaling van artikel 25 inzake octrooien blijft gelden na einddatum.
Artikel 40 – Opzeg
In geval van totale of gedeeltelijke niet-uitvoering van een van de verplichtingen van onderhavige overeenkomst door een partij, waaraan niet werd verholpen als gevolg van een ingebrekestelling, kan de andere partij de overeenkomst opzeggen via betekening per aangetekende brief, zonder dat hij daartoe gerechtelijke formaliteiten moet vervullen.
Dertig dagen na de betekening wordt deze opzegging van kracht.
Artikel 41 – Opzeg door de Belgische Staat
Indien deze overeenkomst ten einde loopt na een betekening door de Belgische Staat, ingevolge de volledige of gedeeltelijke niet-uitvoering door de begunstigde, kan de Belgische Staat 1/ of het gebruiksrecht van de voorgrondkennis, bedoeld in artikel 20, die verworven is op de datum van betekening opeisen, onder voorbehoud van de eigendoms- en gebruiksrechten van derden ofwel 2/ de integrale terugbetaling eisen van alle voorschotten, inclusief vergoedende intresten en schadevergoeding.
Artikel 42 – Faillissement en kennelijk onvermogen
In het geval van faillissement, gerechtelijke reorganisatie, kennelijk onvermogen, een gebrek aan liquiditeit of nakende discontinuïteit van de begunstigde wordt er onmiddellijk en zonder enige voorafgaandelijke ingebrekestelling een einde gesteld aan de lopende overeenkomst. De haar reeds betaalde voorschotten van de tussenkomst dienen onmiddellijk, integraal en met intrest terugbetaald te worden.
Artikel 43 – Opzeg door de begunstigde
Indien deze overeenkomst ten einde loopt na een betekening door de begunstigde, ontslaat deze betekening de begunstigde in geen geval van haar verplichting tot terugbetaling, de bepalingen inzake toezicht en controle blijven onverminderd van toepassing teneinde een definitieve vaststelling van rechten toe te laten.
Hoofdstuk 12 – Steunmaatregelen – Europees toezicht
Artikel 44 – Europees toezicht – aanmelding en kennisgave steunmaatregelen
In uitvoering van de bepalingen van artikel 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, kan de tussenkomst door de Belgische Staat aan de Europese Commissie worden meegedeeld, onverminderd de gebeurlijke kennisgave van de steunmaatregel.
Indien de Europese Commissie niet akkoord zou gaan met de tussenkomst beheerd door deze overeenkomst, zullen de partijen alles in het werk stellen om deze overeenkomst aan te passen om in overeenstemming te komen met de beslissing van de Europese Commissie. Ondertussen wordt de overeenkomst opgeschort in de mate dat dit nodig is voor die beslissing. De Belgische Staat mag als enige oordelen of die opschorting invloed heeft op het ter beschikking stellen van de voorschotten beheerd door deze overeenkomst. Dit kan geen aanleiding geven tot het betalen van verwijlinteresten door de Belgische Staat volgens artikel 54, ongeacht het ogenblik waarop de Belgische Staat dit oordeel velt, noch kan dit aanleiding zijn tot enige vorm van schadevergoeding.
Artikel 45 – Europees toezicht - terugvorderingsbevel
Indien de begunstigde andere steun heeft ontvangen ten aanzien van dewelke de Europese Commissie een terugvorderingsbevel heeft gegeven, zal de Belgische Staat de uitkering van de tussenkomst opschorten totdat de begunstigde heeft terugbetaald.
Indien de begunstigde verzaakt om, binnen een termijn van zes maanden of binnen de termijn opgelegd door de Europese Commissie, indien deze korter zou zijn dan zes maanden, de
terugbetaling op een geblokkeerde rekening te storten, wordt deze overeenkomst van rechtswege ontbonden en moeten alle voorschotten die door de Belgische Staat reeds werden toegekend worden terugbetaald door de begunstigde bij afloop van deze termijn.
Artikel 46 – Cumulatie
Deze tussenkomst kan niet worden gecumuleerd met de minimissteun ten aanzien van voor O&O&I in aanmerking komende uitgaven die zou leiden tot een overschrijding van de in deze overeenkomst vastgestelde maximale steunintensiteiten.
Hoofdstuk 13 – Informatieplicht
Artikel 47 – Algemeen
De begunstigde brengt het Federaal Luchtvaartplatform onmiddellijk op de hoogte, van alle feiten en gebeurtenissen welke van invloed zijn of van invloed kunnen zijn, op de uitvoering van de overeenkomst. Alle nuttige gegevens dienaangaande worden hierbij overgemaakt.
Artikel 48 – Inkomsten buiten project
De begunstigde is gehouden, elke informatie omtrent het commercieel gebruik van de nieuwe technologie buiten het project, onmiddellijk en per aangetekende brief ter kennis te brengen van het Federaal Luchtvaartplatform.
Artikel 49 – Steunmaatregelen
De begunstigde verbindt er zich toe het Federaal Luchtvaartplatform op de hoogte te brengen van elke steun die zij van een overheid, parastatale instelling, de Europese Unie of eender welke intergouvernementele organisatie zou krijgen voor investeringen en activiteiten op het vlak van onderzoek en ontwikkeling, het op punt stellen van prototypes en demonstraties, voor zover die steun in verband kan gebracht worden met de ontwikkeling en industrialisatie van het project.
De Belgische Staat zal als enige oordelen of en in welke mate een dergelijke steun compatibel is met deze overeenkomst, met de Belgische wet en met de kaderregeling. Hij kan eenzijdig de nodige maatregelen nemen om deze situatie recht te zetten.
Artikel 50 – Informatieplicht omtrent de opdrachtgever
Vanaf het ogenblik dat de begunstigde ervan op de hoogte is dat:
de opdrachtgever niet meer geïnteresseerd is in een of meerdere aspecten van het project of
het project geen kans heeft geconcretiseerd te worden in een productiecontract tussen de begunstigde en de opdrachtgever of
een dergelijk productiecontract wordt verbroken
moet de begunstigde het Federaal Luchtvaartplatform hiervan, onmiddellijk en per aangetekend schrijven op de hoogte brengen.
Artikel 51 – Licenties
Als de begunstigde plant een licentie te verlenen aan een derde voor de productie van shipsets of eenheden, moet zij het Federaal Luchtvaartplatform hiervan minimum vijftien werkdagen voorafgaand aan elke beslissing per aangetekend schrijven op de hoogte brengen.
Artikel 52 – Gevolgen voor de overeenkomst
Voor zover de begunstigde voldaan heeft aan zijn informatieplicht en behoudens toepassing van artikel 49, verbinden de partijen zich ertoe om in gemeenschappelijk overleg overeen te komen of, en in welke mate, de overeenkomst kan aangepast worden aan de nieuwe situatie, rekening houdend met de toepasselijke reglementeringen.
Indien binnen de drie maanden geen overeenstemming bereikt wordt tussen de partijen, verliest de begunstigde elke aanspraak op tussenkomst, de overige contractuele verbintenissen blijven van kracht, in het bijzonder de terugbetalingen alsook de toezicht en controle.
Hoofdstuk 14 – Bedragen, verwijlintresten en sancties
Artikel 53 – Nominale waarde
De te betalen of terug te betalen bedragen met betrekking tot deze overeenkomst kunnen niet worden herzien omwille van de evolutie van de economische of monetaire condities.
Artikel 54 – Verwijlintresten
Iedere partij is aan de andere partij van rechtswege verwijlinteresten verschuldigd op de volgens de overeenkomst openstaande verschuldigde bedragen indien zij deze betaling schuldig blijft meer dan drie (3) maanden na de vervaldag.
De verwijlinteresten worden berekend op basis van de wettelijke interestvoet vanaf de vervaldatum van de betaling.
Verwijlinteresten kunnen niet worden beschouwd als deel van de tussenkomst noch als deel van de terugbetaling door de begunstigde.
Artikel 55 – Sancties
Als de begunstigde aan de verslagverplichting verzaakt en hieraan niet werd verholpen na een ingebrekestelling, heeft de Belgische Staat het recht de begunstigde te verplichten om de haar reeds betaalde voorschotten van de tussenkomst of de tussenkomst, onmiddellijk, geheel of ten dele, al dan niet met intrest terug te betalen, onverminderd het recht op schadevergoeding. De begunstigde kan het recht op tussenkomst ontzegd worden.
Als de begunstigde op significante wijze aan de informatieverplichting verzaakt, heeft de Belgische Staat het recht de begunstigde te verplichten om de haar reeds betaalde voorschotten van de tussenkomst of de tussenkomst, onmiddellijk, geheel of ten dele, al dan niet met intrest terug te betalen, onverminderd het recht op schadevergoeding. De begunstigde kan het recht op tussenkomst ontzegd worden.
De begunstigde die nalaat te voldoen aan de bepalingen van hoofdstuk 10 inzake toezicht en controle, wordt aan dezelfde sancties onderworpen.
Hoofdstuk 15 – Toepasselijke recht
Artikel 56 - Situering
Onderhavige overeenkomst wordt onderworpen aan het Belgische recht en de relevante internationale verdragen in het bijzonder:
1/ het Verdrag van 25 maart 1957 betreffende de werking van de Europese Unie, Afdeling 2. Steunmaatregelen van de staten, de artikelen 107 tot 109;
2/ de verordening (EU) nr. 651/2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard;
3/ de kaderregeling betreffende Staatssteun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie (document 2014/C, 198/1, gepubliceerd in het publicatieblad van de Europese Unie op 27.06.2014).
De bepalingen van deze overeenkomst doen geen afbreuk aan de dwingende bepalingen opgelegd door het Europese recht.
De begunstigde kan geen aanspraak maken op andere dan in onderhavige overeenkomst opgenomen voordelen, die het recht van Europese Unie, in het bijzonder de kaderregeling en de algemene groepsvrijstellingsverordening, principieel aan de begunstigde zou kunnen toestaan.
Artikel 57 – Kwalificatie
Onderhavige overeenkomst is geen onderzoekscontract volgens de bepalingen van het koninklijk besluit van 18 januari 1977 betreffende de valorisatie van de resultaten van het onderzoek gefinancierd door middel van contracten afgesloten door de Ministers die Economie en/of Wetenschapsbeleid onder hun bevoegdheid hebben.
Artikel 58 – Aansprakelijkheid van de Belgische Staat
De uitvoering van deze overeenkomst kan voor de Belgische Staat in geen geval enige aansprakelijkheid meebrengen voor de schade aan personen en goederen, rechtstreeks of onrechtstreeks, het gevolg van activiteiten die inherent aan het project verbonden zijn.
Artikel 59 – Vorderingen van derden
Na het neerleggen van een klacht, het uitoefenen van een administratief verhaalmiddel of een rechtsvordering door een derde tegen de begunstigde, tengevolge van een geschil betreffende de uitvoering van deze overeenkomst, moet de begunstigde het Federaal Luchtvaartplatform onmiddellijk schriftelijk op de hoogte brengen. In alle gevallen bepalen de contracterende partijen in onderling overleg welke maatregelen ze zullen nemen.
Artikel 60 – Geschillen
Geschillen zullen worden geregeld door de Belgische wet en vallen onder de exclusieve bevoegdheid van de rechtbanken van Brussel.
Lopende geschillen ontheffen de partijen geenszins van de verplichtingen van deze overeenkomst.
Hoofdstuk 16 – Slotbepalingen
Artikel 61 – Wijziging van de overeenkomst
De bepalingen van deze overeenkomst en van haar bijlagen kunnen enkel gewijzigd of aangevuld worden door aanhangsels van wijziging die behoorlijk ondertekend zijn door de partijen.
Artikel 62 – Verdeling van de budgetten
De jaarlijkse verdeling van de budgetten voor IO en EO, zoals voorzien in bijlage III, kan, op gemotiveerde aanvraag van de begunstigde en mits schriftelijke goedkeuring door het Federaal Luchtvaartplatform, worden gewijzigd.
Artikel 63 – Bijlagen
De volgende documenten worden bij deze overeenkomst gevoegd: Bijlage I: Beschrijving van het project
Bijlage II: Bewijzen van interesse van <naam opdrachtgever>
De bijlagen I en II maken volledig deel uit van de overeenkomst.
Bijlage III: De jaarlijkse verdeling van de budgetten voor IO en EO Bijlage IV: Kritische projectvoorspelling
De bijlagen III en IV zijn opgenomen ter informatie maar maken geen deel van uit van de overeenkomst.
Aldus opgemaakt in drie exemplaren te Brussel op <….>, waarvan elk der partijen erkent een exemplaar te hebben ontvangen.
Voor de BEGUNSTIGDE,
De <….>,
<….>
Voor de BELGISCHE STAAT
De Minister van Economie,
<….>
De Staatssecretaris belast met Wetenschapsbeleid,
<….>
BIJLAGE I: BESCHRIJVING VAN HET PROJECT
(handtekeningen)
BIJLAGE II: BEWIJZEN VAN INTERESSE
(handtekeningen)
BIJLAGE III: JAARLIJKSE VERDELING VAN DE BUDGETTEN VOOR IO EN EO
(paraferen)
BIJLAGE IV: KRITISCHE PROJECTVOORSPELLING
(paraferen)