VLAAMS AGENTSCHAP ZORG EN GEZONDHEID
VLAAMS AGENTSCHAP ZORG EN GEZONDHEID
Xxxxxx Xxxxxx XX – xxxx 00 xxx 00, 0000 XXXXXXX
Afdeling Gespecialiseerde Zorg
REVALIDATIEOVEREENKOMST TUSSEN
DE VLAAMSE GEMEENSCHAP EN
DE V.Z.W. XXXXXX namens het psychosociaal revalidatiecentrum DE EVENAAR UIT ANTWERPEN
Gelet op het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging, inzonderheid artikel 110;
Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2018 houdende uitvoering van het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging, inzonderheid op artikel 350;
Wordt overeengekomen wat volgt tussen:
enerzijds,
De Vlaamse Gemeenschap, vertegenwoordigd door de Vlaamse regering, in de persoon van de minister van
Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, hierna te noemen “de Vlaamse Gemeenschap”;
en anderzijds,
de V.Z.W. Xxxxxx, als raad van bestuur van het gelijknamige revalidatiecentrum, verder in de tekst aangeduid als <<de revalidatievoorziening>>.
DEFINITIES
In deze overeenkomst wordt verstaan onder:
1° agentschap: het agentschap Zorg en Gezondheid, opgericht bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7
mei 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap “Zorg en Gezondheid”;
2° besluit: het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2018 houdende uitvoering van het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging;
3° decreet: het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische
verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging;
4° ernstige psychische zorgnood: een psychische zorgnood die het gevolg is van een ernstige psychische aandoening en die gevolgen heeft voor meerdere domeinen van het functioneren van de gebruiker, zoals opleiding volgen, werken, wonen, vrijetijdsbesteding, relationeel leven, fysieke gezondheid;
5° minister: de Vlaamse minister xxx Xxxxxxx, Volksgezondheid en Gezin;
6° rechthebbende: de rechthebbende zoals vermeld in artikel 2, 13° van het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging;
7° zorggebruiker: iedere natuurlijke persoon die een beroep doet of wil doen op de revalidatievoorziening.
Hoofdstuk I. VOORWERP VAN DE OVEREENKOMST
Artikel 1. Deze overeenkomst definieert de door de revalidatievoorziening beoogde populatie, de aangeboden revalidatie-activiteiten, de vergoedbare revalidatieverstrekkingen, de beoogde doelstellingen van de revalidatie en de revalidatie-equipe die hiervoor in staat. Voor de rechthebbenden van de verzekering legt de overeenkomst de tegemoetkomingen en eigen bijdragen voor de revalidatie vast. Voor de partijen die de overeenkomst afsluiten, regelt de overeenkomst niet alleen de onderlinge betrekkingen en de respectievelijke bevoegdheden, maar ook de betrekkingen met en de bevoegdheden van het agentschap.
Hoofstuk II. DE REVALIDATIEVOORZIENING
Artikel 2. §1. "De Evenaar" is een therapeutische gemeenschap die een intensief revalidatieprogramma in internaatsverband biedt aan volwassen mannen en vrouwen met ernstige psychosociale problemen, teneinde bepaalde beperkingen waarmee deze mensen met ernstige psychische zorgnoden kampen, binnen een vrij korte termijn te verhelpen, zodat deze zorggebruikers zich kunnen re-integreren in de samenleving.
Het revalidatieprogramma van deze therapeutische gemeenschap stoelt op het realiteitsgericht en doorgedreven socio-theraeutisch werken in een kleine leefgemeenschap, gecombineerd met een intensieve psychotherapeutische begeleiding die deels individueel en deels in groep verloopt. Het gemeenschapsleven vormt een belangrijke pijler van het therapeutisch proces. De zorggebruikers nemen deel aan de organisatie van dat gemeenschapsleven, onder meer aan het bereiden van de maaltijden en het onderhoud van het gebouw.
Om voldoende geïndividualiseerd te kunnen werken, bestaat de revalidatievoorziening uit twee leefgroepen die ieder terzelfder tijd maximum 8 à 10 zorggebruikers kunnen opvangen. Voor wat de zorggebruikers betreft, functioneren beide leefgroepen los van mekaar: de zorggebruikers van de ene leefgroep komen normaliter dus niet in contact met de zorggebruikers van de andere leefgroep, tenzij bij sporadische, gemeenschappelijke activiteiten.
De revalidatievoorziening zal er voor waken dat zijn revalidatieprogramma een specifiek en aanvullend karakter heeft ten opzichte van de andere bestaande behandelingen van en initiatieven voor mensen met ernstige psychische zorgnoden, zonder daarbij de wetenschappelijke basis van zijn revalidatieprogramma uit het oog te verliezen. Het revalidatieprogramma van "De Evenaar" dient bijgevolg duidelijk te verschillen van de behandelingen die worden gerealiseerd in het kader van
psychiatrische ziekenhuizen en de psychiatrische afdelingen van algemene ziekenhuizen, van alle mogelijke ambulante behandelingen en begeleidingen, en van de verzorging, begeleiding en huisvesting die geboden wordt door de initiatieven voor beschut wonen, de psychiatrische verzorgingstehuizen en de opvangcentra voor thuislozen.
§2. De revalidatievoorziening heeft niet tot doel om louter aan haar zorggebruikers een, tijdelijke of langdurige, aangepaste gezinsvervangende huisvesting aan te bieden teneinde de omgeving van de zorggebruiker te ontlasten en de zorggebruiker zelf in zijn huidige toestand te handhaven, een achteruitgang van die toestand te voorkomen en de zorggebruiker een zo groot mogelijke levenskwaliteit aan te bieden. Dergelijke lovenswaardige doelstellingen kunnen in geen geval worden aanvaard als de belangrijkste redenen voor het volgen van een revalidatieprogramma in de revalidatievoorziening.
§3. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe de revalidatie in de revalidatievoorziening te organiseren zoals voorzien in het revalidatieproject dat zich als bijlage I bij deze overeenkomst bevindt. Aanpassingen aan dat revalidatieproject zijn slechts mogelijk mits de procedure tot aanpassing van een revalidatieovereenkomst, zoals vermeld in art. 159 tot 173 van het besluit, wordt gevolgd.
Artikel 3. De revalidatievoorziening vormt een afzonderlijke functionele eenheid met eigen personeel en eigen lokalen.
Indien de revalidatievoorziening of de raad van bestuur buiten het kader van deze revalidatie- overeenkomst nog andere activiteiten zou ontplooien, dient er een strikte scheiding te worden gehandhaafd tussen de activiteiten in het kader van de overeenkomst en de activiteiten buiten het kader van de overeenkomst, onder meer op het vlak van het personeel en het gebruik van de lokalen.
Op basis van een samenwerkingscontract tussen V. Z.W. De Evenaar uit Antwerpen en V.Z.W. Xxxxxx uit Duffel, is het dagelijks beheer van de revalidatievoorziening door V.Z.W. De Evenaar toevertrouwd aan V.Z.W. Xxxxxx, die onder meer als de werkgever fungeert voor het personeel van de revalidatievoorziening.
Om organisatorische redenen mogen bepaalde administratieve en logistieke taken met betrekking tot de activiteiten van de revalidatievoorziening door V.Z.W. Emmaüs centraal worden uitgeoefend.
Artikel 4. §1. De revalidatievoorziening zal zich in het belang van de zorggebruikers integreren in een netwerk van allerlei bestaande voorzieningen en er effectief mee samenwerken om zo een zorgcircuit te realiseren dat het mogelijk maakt om enerzijds iedere zorggebruiker steeds te verwijzen naar die vorm van hulpverlening die het meest aangewezen is voor hem en om anderzijds de best mogelijke therapeutische resultaten te bekomen door de gecoördineerde tussenkomsten van alle zorgverleners die te maken hebben met dezelfde zorggebruiker.
De revalidatievoorziening zal zich inspannen om (met respect voor het medisch geheim) gegevens uit te wisselen tussen al de zorgverleners die te maken hebben met eenzelfde zorggebruiker.
Ook zal de revalidatievoorziening er naar streven om samen met de andere zorgverleners die contact hebben met eenzelfde zorggebruiker, een gemeenschappelijke visie te ontwikkelen met betrekking tot die zorggebruiker en te werken vanuit die gemeenschappelijke visie.
De revalidatievoorziening zal ook meewerken aan de initiatieven die vanuit de regionale overlegorganen worden opgezet om tot een nauwkeurige registratie van de psychiatrische zorggebruikers te komen (met respect voor de medische deontologie en voor de reglementering inzake de bescherming van de privacy), om de doorverwijzing van de zorggebruikers beter te organiseren, om tot een betere
coördinatie van de verschillende voorzieningen te komen en om oplossingen uit te werken voor gemeenschappelijke problemen.
§2. De revalidatievoorziening zal samenwerken met alle geneesheren, apothekers, ziekenhuizen, psychiatrische ziekenhuizen, centra voor geestelijke gezondheidszorg, andere revalidatiecentra, sociale diensten enz. die te maken hebben met dezelfde zorggebruiker.
De revalidatievoorziening kan nooit weigeren om samen te werken met één van hogergenoemde zorgverstrekkers indien een zorggebruiker er beroep op doet.
§3. De revalidatievoorziening zal er naar streven om schriftelijke samenwerkingsovereenkomsten te sluiten met de andere zorgverstrekkers die deel uitmaken van hetzelfde netwerk van voorzieningen. Dergelijke samenwerkingsovereenkomsten dienen onder meer betrekking te hebben op de uitwisseling van gegevens, de doorverwijzing van zorggebruikers, de samenwerking tussen de verschillende voorzieningen, enz.
Indien het agentschap van mening is dat de revalidatievoorziening blijk geeft van een gebrek aan goede wil om werkelijke samenwerkingsovereenkomsten te sluiten of ze te respecteren, kan het agentschap voorstellen om onderhavige overeenkomst om die reden op te zeggen volgens de procedure bepaald in art. 182en verder van het besluit.
Artikel 5. Het multidisciplinair karakter van de revalidatievoorziening brengt met zich mee dat er in stafvergaderingen gezamenlijk kan overlegd worden over de behandeling van zorggebruikers. De verschillende teamleden dienen tegenover de zorggebruikers, indien nodig, dan ook de draagwijdte van hun beroepsgeheim toe te lichten, rekening houdende met de gezamenlijke revalidantenbesprekingen in de stafvergaderingen.
Artikel 6. De revalidatievoorziening is verplicht hulp te bieden aan zorggebruikers van gelijk welk ras, geslacht, leeftijd, religie, levensbeschouwing, seksuele voorkeur of woonplaats.
In de behandeling zal de revalidatievoorziening steeds uitgaan van het respect voor ieders overtuiging en autonomie.
Hoofdstuk III. BEOOGDE POPULATIE
Artikel 7. §1. De rechthebbenden van onderhavige overeenkomst zijn rechthebbenden, ten gevolge van een invaliderende psychiatrische aandoening zoals bedoeld in §3, bepaalde vaardigheden hebben verloren of slechts over beperkte vaardigheden beschikken, en dit in één van de volgende domeinen:
- de basisautonomie: dit domein omvat de activiteiten die onmisbaar zijn voor de bevrediging van de persoonlijke basisbehoeften: zich voeden, zich wassen, zich ontlasten en zich kleden;
- de woonautonomie: het betreft hier de noodzakelijke vaardigheden voor de dagdagelijkse organisatie op huishoudelijk vlak: koken, het huishouden doen, wassen en strijken, zorg dragen voor zijn gezondheid en zijn veiligheid;
- de autonomie binnen de gemeenschap: dit domein omvat de vaardigheden die vereist zijn om zich te verplaatsen in de samenleving, om de middelen die die samenleving biedt aan te wenden, om inkopen te doen, geld te beheren en de wetten en de reglementen van de samenleving terespecteren;
- taal en communicatie: dit domein betreft de communicatie in zijn receptieve en expressieve aspecten. De beoogde vaardigheden hebben hoofdzakelijk betrekking op de mogelijkheden om contact te hebben met anderen;
- maatschappelijke aanpassing: de hier beoogde vaardigheden zijn die vaardigheden die vereist zijn om zich in te schakelen in een groep of een vereniging. Het betreft hier de houding tegenover zichzelf
(zelfkennis en zelfbeeld), de houding tegenover anderen (interpersoonlijke relaties), de deelname aan het leven van de gemeenschap;
- werk: hier gaat het om de essentiële componenten voor een professionele integratie: motivatie, basisbekwaamheden, vaardigheden, de capaciteiten om zich in te schakelen in een ploeg;
- schoolse kennis: dit domein omvat de intellectuele vaardigheden van het individu, zowel wat elementaire kennis betreft als wat lezen, schrijven en rekenen betreft;
- motoriek: dit domein omvat de motorische vaardigheden van een individu, zoals: lichaamshouding, basisvaardigheden op motorisch vlak, fijne motoriek, psychomotorische vaardigheden en de mogelijkheden voor het verrichten van fysieke activiteiten;
- aangepast persoonlijk gedrag: dit domein omvat bepaalde gedragingen, houdingen of symptomen die maatschappelijk ongewenst zijn. Waar de vorige domeinen betrekking hebben op vaardigheden die zouden moeten verworven worden of hersteld worden, legt dit domein de nadruk op houdingen of gedragingen die zouden moeten verdwijnen.
Om in aanmerking te komen voor het revalidatieprogramma van de revalidatievoorziening, moeten deze rechthebbenden, ten gevolge van deze beperkingen, ernstige moeilijkheden ondervinden om werk te vinden of zich in hun arbeidsmilieu (of schoolmilieu) te handhaven en/of om zelfstandig te wonen of zich te handhaven in hun familiaal leefmilieu (of eventueel een ander leefmilieu). Aanpassingen in het interne functioneren van het familiaal leefmilieu kunnen noodzakelijk zijn om de rechthebbende er te kunnen handhaven.
Om in aanmerking te komen voor het revalidatieprogramma van de revalidatievoorziening moeten deze rechthebbenden door middel van dat revalidatieprogramma in een vrij korte tijd hun vaardigheden kunnen verhogen en hun levenswijze kunnen aanpassen zodat ze daarna opnieuw hun beroepsactiviteiten kunnen uitoefenen (of hun studies voortzetten) en/of (opnieuw) zelfstandig kunnen wonen of (opnieuw) wonen in hun familiaal milieu of een ander leefmilieu. Een bijkomende voorwaarde in dit verband is nog dat de revalidatievoorziening meent op deze vlakken tastbare resultaten te kunnen behalen die gedurende de rest van het leven van de rechthebbenden of toch minstens gedurende meerdere jaren blijven doorwerken.
§2. De rechthebbenden die in aanmerking komen voor het revalidatieprogramma van de revalidatievoorziening zijn volwassen zorggebruikers vanaf de leeftijd van 18 jaar. Jongere zorggebruikers kunnen nochtans uitzonderlijk ook in aanmerking komen voor het revalidatieprogramma van de revalidatievoorziening indien de revalidatievoorziening voor hen het meest aangewezen behandelingsmilieu blijkt te zijn, rekening houdende met hun problematiek en met de andere beschikbare voorzieningen in de streek waar de zorggebruiker woont, en op voorwaarde dat het voor de zorggebruiker niet tegenaangewezen is om contact te hebben met oudere zorggebruikers en in aanraking te komen met hun problematiek.
§3. De partijen die deze overeenkomst sluiten komen uitdrukkelijk overeen dat alleen de hierna vermelde ziekten en stoornissen kunnen worden beschouwd als invaliderende psychiatrische aandoeningen zoals bedoeld in §1.
Deze ziekten en stoornissen worden hier vermeld op basis van de diagnostische criteria en de codes die worden beschreven in het «Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders» (DSM-IV), dat door de partijen die deze overeenkomst sluiten wordt aanvaard als referentiebasis inzake de diagnostiek van psychiatrische aandoeningen.
De ziekten en stoornissen die kunnen worden beschouwd als psychiatrische aandoeningen die aanleiding geven tot ernstige psychische zorgnoden zijn de volgende :
Schizofrenie en andere psychotische aandoeningen 295.xx 297.1 297.3 298.8 298.9
Stemmingsstoornissen (met uitsluiting van x = 4 : ernstig met psychotische kenmerken)
- depressieve stoornissen 296.2x 296.3x 300.4 311
- bipolaire stoornissen
296.0x 296.40 296.4x 296.6x 000.Xx 296.7 296.89 301.13 296.80 296.90
Angststoornissen
300.01 300.21 300.22 300.29 300.23 300.3 309.81 308.3 300.00
Somatoforme stoornissen 300.81 300.11 300.7
Nagebootste stoornissen 300.16 300.19
Dissociatieve stoornissen
300.12 300.13 300.14 300.15
Persoonlijkheidsstoornissen
301.0 301.20 301.22 301.7 301.83 301.50 301.81 301.82 301.6 301.4 301.9
Aanpassingsstoornissen
309.0 309.24 309.28 309.3 309.4 309.9
§4. De rechthebbenden die lijden aan seksuele en genderidentiteitsstoornissen, eetstoornissen en stoornissen in de impulsbeheersing (met uitsluiting van de "periodieke explosieve stoornis", DSM-IV code 312.34) komen slechts in aanmerking voor een revalidatieprogramma in de revalidatievoorziening indien ze eveneens beantwoorden aan de voorwaarden van § 1 van dit artikel en ook nog aan minstens één van de in §3 vernoemde stoornissen lijden en indien het medische aspect niet overheerst.
Gelet op de aard van het revalidatieprogramma van de revalidatievoorziening, is een revalidatie in de revalidatievoorziening niet geïndiceerd voor zwakzinnige rechthebbenden (D.S.M.-IV-codes 317, 318.x en 319). Ook rechthebbenden die lijden aan een verslaving aan psycho-actieve middelen (DSM-IV-codes 303.90, 304.00, 304.10, 304.20, 304.30, 304.40, 304.50, 304.60, 304.80 en 304.90) komen niet in
aanmerking voor een revalidatieprogramma in de revalidatievoorziening.
§5. Aangezien een revalidatieprogramma tot doel heeft om binnen een vrij korte termijn concrete doelstellingen te bereiken, is de revalidatieduur die kan worden toegestaan voor alle rechthebbenden steeds beperkt, ook al hebben vele ernstige psychische zorgnoden een chronisch karakter. De duur die noodzakelijk is om de revalidatiedoelstellingen te realiseren, kan wisselen van zorggebruiker tot zorggebruiker. Het komt de revalidatievoorziening toe om voor iedere zorggebruiker de noodzakelijke revalidatieduur te bepalen.
Conform het revalidatieproject van de revalidatievoorziening dat als bijlage I bij deze overeenkomst is gevoegd, bedraagt de duur van het revalidatieprogramma in de revalidatievoorziening normaliter 13 maanden; indien echter duidelijke indicaties aanwezig zijn voor een verlenging, kan het programma uitzonderlijk met maximum 7 maanden verlengd worden.
Gelet op deze elementen van het revalidatieproject van de revalidatievoorziening, komen de partijen die deze overeenkomst sluiten, uitdrukkelijk overeen dat een revalidatieprogramma van een rechthebbende in de revalidatievoorziening nooit langer dan 20 maanden kan duren.
Indien een rechthebbende gedurende 16 à 20 maanden in de revalidatievoorziening gerevalideerd is geweest, komt deze rechthebbende vanaf de werkelijke einddatum van zijn revalidatieprogramma gedurende minstens drie jaar niet meer in aanmerking voor een revalidatieprogramma in de revalidatievoorziening, ook al beantwoordt hij aan de voorwaarden van § 1 van dit artikel. Een nieuwe vraag van de zorggebruiker en/of zijn omgeving om een revalidatieprogramma te volgen binnen de drie jaar na het aflopen van het vorige revalidatieprogramma wordt door de partijen die deze overeenkomst afsluiten, beschouwd als een teken dat het vorige revalidatieprogramma niet de verhoopte resultaten heeft opgeleverd; in die context is een nieuw revalidatieprogramma voor dezelfde zorggebruiker in dezelfde revalidatievoorziening niet aangewezen.
Indien een rechthebbende niet gedurende een aaneensluitende periode van 16 à 20 maanden in de revalidatievoorziening is opgenomen geweest maar wel al eerder in de revalidatievoorziening is gerevalideerd geweest gedurende één of meerdere kortere periodes, en indien de laatste revalidatieperiode in de revalidatievoorziening minder dan twee jaar geleden is, dient voor de toepassing van de bepalingen van deze paragraaf de duur van de laatste revalidatieperiode in de revalidatievoorziening te worden samengeteld met de duur van de vorige revalidatieperiodes in de revalidatievoorziening als die minder dan twee jaar voor een volgende revalidatieperiode in de revalidatievoorziening hebben plaatsgevonden. Een rechthebbende komt niet in aanmerking voor een nieuw revalidatieprogramma in de revalidatievoorziening als door dat nieuwe revalidatieprogramma de totale duur van de revalidatie van die rechthebbende in de revalidatievoorziening meer dan 20 maanden zou bedragen, rekening gehouden met de vooropgestelde duur van het nieuwe revalidatieprogramma en de duur van alle vroegere revalidatieprogramma's waarbij de ene revalidatieperiode minder dan twee jaar na een vorige revalidatieperiode volgt, en waarbij de einddatum van de tot nu toe laatste revalidatieperiode minder dan 2 jaar geleden is.
Indien een rechthebbende niet gedurende een aaneensluitende periode van 16 à 20 maanden in de revalidatievoorziening is opgenomen geweest en indien de werkelijke einddatum van zijn vorige opname in de revalidatievoorziening minstens 2 jaar geleden is, wordt geen rekening gehouden met de duur van vorige opnames in de revalidatievoorziening. Een rechthebbende kan dan opnieuw in aanmerking komen voor een revalidatieprogramma in de revalidatievoorziening als hij beantwoordt aan de voorwaarden van dit artikel en in het bijzonder aan de bepalingen van §1 en §3.
Voor de toepassing van deze bepalingen worden twee revalidatieperiodes met een onderbreking van minder dan een maand als één aaneensluitende revalidatieperiode beschouwd, en wordt dus geen rekening gehouden met een onderbreking van de revalidatie van minder dan een maand.
Aangezien krachtens de bepalingen van §1 het verlies van bepaalde vaardigheden het belangrijkste criterium vormt om in aanmerking te komen voor het revalidatieprogramma van de revalidatievoorziening, kan een wijziging van de ziekte of stoornis waaraan de zorggebruiker lijdt, geen reden vormen voor het volgen van een nieuw revalidatieprogramma in de revalidatievoorziening binnen voormelde periode van minimum drie jaar die volgt op de einddatum van een revalidatie- programma in de revalidatievoorziening.
Rekening houdende met de xxxxx van die pathologieën, kan uitzonderlijk voor de zorggebruikers die lijden aan schizofrenie of andere psychotische stoornissen gelijk wanneer toch een nieuwe revalidatieperiode van 6 maanden ten laste worden genomen in geval dat een zorggebruiker, ten gevolge van een nieuwe psychotische opstoot waarvoor gedurende minstens 10 dagen een volledige
psychiatrische hospitalisatie noodzakelijk was, opnieuw bepaalde vaardigheden heeft verloren die hij kan herwinnen door opnieuw een revalidatieprogramma te volgen, en op voorwaarde dat de rechthebbende door de behandelende psychiater van het ziekenhuis waar hij gehospitaliseerd werd, uitdrukkelijk opnieuw naar de revalidatievoorziening wordt verwezen (wat moet blijken uit de verwijsbrief van die psychiater) en dat de nieuwe revalidatieperiode in de revalidatievoorziening start binnen de 30 dagen na voormelde periode van minstens 10 dagen volledige psychiatrische hospitalisatie.
Aangezien een revalidatieprogramma steeds tot doel heeft tastbare resultaten te behalen die gedurende de rest van het leven van de rechthebbenden of toch minstens gedurende vele jaren blijven doorwerken, mogen de op basis van deze paragraaf toegestane heropnamen alleen uitzonderlijk plaatsvinden. Frequente heropnamen zodra de minimumtermijn verstreken is tijdens welke een nieuwe opname niet mogelijk is, worden door de partijen die deze overeenkomst sluiten, beschouwd als een indicator dat de revalidatievoorziening er niet in slaagt haar doelstellingen te realiseren.
§6. Zorggebruikers die gedurende meer dan 3 maanden in een psychiatrisch ziekenhuis zijn opgenomen geweest, binnen de periode van een jaar die volgt op het einde van die lange hospitalisatieperiode, niet kunnen worden gerekend tot de eigenlijke doelgroep van de revalidatievoorziening, Dergelijke zorggebruikers kunnen evenwel uitzonderlijk toch in aanmerking komen voor een revalidatieprogramma als ze beantwoorden aan de voorwaarden van dit artikel.
De revalidatievoorziening verbindt er zich evenwel toe het aantal dergelijke zorggebruikers per kalenderjaar te beperken tot maximum 20% van de zorggebruikers die een revalidatieprogramma starten in de revalidatievoorziening. Daarenboven verbindt de revalidatievoorziening zich er toe per kalenderjaar het voor dergelijke zorggebruikers gerealiseerde aantal verpleeg- en revalidatiedagen te beperken tot 20% van het totaal aantal gerealiseerde verpleeg- en revalidatiedagen.
Hoofdstuk IV. DOEL VAN DE REVALIDATIE
Artikel 8. De revalidatie in de revalidatievoorziening heeft in het algemeen tot doel om de vaardigheden van de in artikel 7 beoogde zorggebruikers te verhogen en hun levenswijze aan te passen teneinde tastbare en duurzame resultaten te bereiken in minstens één van de twee volgende domeinen:
- het domein van de beroepsactiviteiten, voor die zorggebruikers van wie men denkt dat het voor hen haalbaar is om een bezoldigde beroepsactiviteit uit te oefenen, maar die daar op dit ogenblik niet toe in staat zijn, gelet op hun huidige psychische toestand en hun situatie van verlies van bepaalde vaardigheden. Voor die zorggebruikers hoopt het revalidatieprogramma te bewerkstelligen dat ze op het einde van de revalidatie een beroepsactiviteit starten of hun beroepsactiviteiten hernemen. Het voortzetten van een studie (met het oog op een latere beroepsactiviteit) kan eventueel worden gelijkgesteld met een beroepsactiviteit.
- het domein van de persoonlijke autonomie en van de woonsituatie, voor die zorggebruikers die, door hun psychische toestand en hun situatie van verlies van bepaalde vaardigheden, ofwel grote moeilijkheden ervaren om zich te handhaven in hun huidige woonsituatie (zelfstandig wonen of wonen in hun familiaal milieu of eventueel wonen in een ander leefmilieu), ofwel mee de oorzaak zijn van een toestand van belangrijke ontwrichting van hun familiaal woonmilieu (doordat ze niet meer op een bevredigende wijze hun rol in het familiaal milieu vervullen). Voor die zorggebruikers beoogt het revalidatieprogramma te bewerkstelligen dat ze zich kunnen handhaven in hun huidige woonsituatie (eventueel na bepaalde aanpassingen in hun leefmilieu te hebben doorgevoerd). Eventueel kan het revalidatieprogramma zich er in die gevallen ook op richten om de toestand van ontwrichting van het familiaal woonmilieu te verhelpen.
Voor iedere zorggebruiker zijn de individuele revalidatiedoelstellingen een concretisering van deze algemene doelstelling en dit in functie van de vertreksituatie van de betrokken zorggebruiker, van zijn individuele problematiek en van zijn behoeften.
Hoofdstuk V. VERGOEDBARE REVALIDATIEVERSTREKKINGEN
Artikel 9. §1. De op basis van deze overeenkomst vergoedbare revalidatieverstrekking is de verpleeg- en revalidatiedag, d.w.z. elke dag tijdens welke de rechthebbende daadwerkelijk in de revalidatievoorziening verblijft om aan het revalidatieprogramma deel te nemen.
§2. De dag van opname en de dag van ontslag worden samen gerekend als één enkele verpleeg- en revalidatiedag, behalve wanneer volgende voorwaarden gelijktijdig worden vervuld : opname van een rechthebbende voor 12 uur de dag van zijn opname en vertrek van de rechthebbende na 14 uur de dag van zijn ontslag. In die gevallen mogen zowel de dag van de opname als de dag van het ontslag worden aangerekend.
§3. Een verblijfsduur van een rechthebbende van minder dan 24 uur in de revalidatievoorziening kan nooit aanleiding geven tot de vergoeding van een verpleeg- en revalidatiedag, behalve wanneer de rechthebbende tijdens de eerste 24 uur na zijn opname overlijdt; in dat geval is de betaling van één verpleeg- en revalidatiedag verschuldigd.
§4. De dagen tijdens welke de rechthebbende niet effectief in de revalidatievoorziening verblijft (maar in een verpleeginrichting, een andere revalidatievoorziening, zijn familiaal milieu of gelijk waar), kunnen nooit worden beschouwd als verpleeg- en revalidatiedagen, met uitzondering van de in de artikelen 24 en 25 van deze overeenkomst bedoelde dagen.
Hoofdstuk VI. PRIJS VAN DE REVALIDATIEVERSTREKKINGEN
Artikel 10. § 1. De prijs van de in artikel 9 gedefinieerde verpleeg- en revalidatiedag, vastgesteld op basis van bijlagen II tot V bij deze overeenkomst, is een vast bedrag dat de volledige kostprijs van de revalidatie in de revalidatievoorziening dekt. Bijgevolg omvat de prijs van de verpleeg- en revalidatiedag alle kosten die voortvloeien uit het verblijf van de rechthebbende in de revalidatievoorziening, alsmede alle werkingskosten van de revalidatievoorziening, alle kosten voor diagnostische verstrekkingen, alle door het personeel van de revalidatievoorziening verleende verstrekkingen en alle kosten van revalidatie- activiteiten die binnen en buiten de revalidatievoorziening plaatsvinden (met inbegrip van de kosten van het materiaal dat gebruikt wordt in ateliers, de toegangsprijzen, de vervoerskosten voor verplaatsingen die noodzakelijk zijn voor activiteiten buiten de revalidatievoorziening, enz.); zoals bepaald in artikel 218 van het besluit.
§2. Zoals bepaald in artikel 38 van het besluit mogen de in de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen opgenomen verstrekkingen kunnen worden aangerekend boven op het in §1 bedoeld forfaitair bedrag, behalve wanneer het gaat om:
a) een raadpleging, een bezoek of een advies van een algemeen geneeskundige;
b) een raadpleging, een consult of een advies van een psychiater of een neuropsychiater, evenals de door hen verleende psychotherapeutische behandelingen;
c) kinesitherapieverstrekkingen die verband houden met de psychosociale revalidatie;
d) door verpleegkundigen verleende verzorging (artikel 8, §1 van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen);
e) fysiotherapieverstrekkingen die verband houden met de psychosociale revalidatie.
De farmaceutische producten kunnen eveneens worden aangerekend bij het in § 1 bedoeld forfaitair
bedrag.
§3. De revalidatievoorziening verbindt zich er toe aan de rechthebbende geen toeslag aan te rekenen bovenop de prijs bedoeld in §1 van dit artikel.
Het persoonlijk aandeel van de rechthebbende met betrekking tot de verstrekkingen die opgenomen zijn in de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen en die op basis van de bepalingen van §2 van dit artikel boven op de prijs van de verpleeg- en revalidatiedag kunnen bijvergoed worden, kan echter wel aan de rechthebbende aangerekend worden.
Daarenboven kan de revalidatievoorziening aan de rechthebbenden een beperkte bijdrage vragen in de kostprijs van sommige in het raam van het revalidatieprogramma georganiseerde socio-culturele activiteiten die buiten de revalidatie-revalidatievoorziening plaatsvinden zoals bepaald in art. 218 van het besluit.. Het hiervoor door de revalidatievoorziening gevraagde bedrag mag evenwel nooit meer bedragen dan de helft van de specifieke kosten van deze activiteiten (toegangsgelden, verplaatsingskosten die samenhangen met de activiteiten buiten de revalidatievoorziening, enz.) en een rechthebbende mag nooit om financiële redenen van deelname aan een activiteit worden uitgesloten. In geval de revalidatievoorziening groepsactiviteiten wenst te ontwikkelen waarvan het revalidatiekarakter zou kunnen worden in twijfel getrokken, dient de revalidatievoorziening de Expertencommissie voorafgaandelijk schriftelijk om advies te vragen.
§4. De kosten, gemoeid met de door het personeel van de revalidatievoorziening aan rechthebbenden verleende verstrekkingen die niet tot de revalidatie zouden behoren, mogen nooit worden aangerekend, noch aan de rechthebbende, noch aan de verzekeringsinstellingen.
Deze bepaling geldt ook voor verstrekkingen die door het personeel van de revalidatievoorziening zouden worden verleend buiten het raam van de revalidatievoorziening en voor verstrekkingen die eventueel zouden worden verricht door personen die voor de revalidatievoorziening werken op basis van het statuut van zelfstandige en voor de in §2 bedoelde verstrekkingen als die door het personeel van de revalidatievoorziening worden verricht.
Deze bepaling is ook van toepassing op de verstrekkingen die uitzonderlijk in de revalidatievoorziening zouden worden verricht voor zorggebruikers buiten het kader van een revalidatieperiode waarvoor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen wordt verleend (met name voor voormalige zorggebruikers of voor kandidaat-zorggebruikers) of voor mensen uit de omgeving van de rechthebbenden (ouders, partner, kinderen, ... ).
§5. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe om alle nodige maatregelen te nemen met het oog op de naleving van deze bepalingen. Het niet naleven van de bepalingen van dit artikel wordt door de partijen als een motief voor het opzeggen van de overeenkomst beschouwd.
De procedure tot beëindigen van een revalidatieovereenkomst staat beschreven in artikel 174 tot en met 190 van het besluit.
.
Artikel 11. §1. De prijs van de verpleeg- en revalidatiedag, omschreven in artikel 9 §1, wordt vastgesteld op x euro, rekening houdend met de personeelskosten en de werkingskosten vermeld in bijlagen II tot V bij deze overeenkomst.
§2. Het indexeerbaar gedeelte van de in §1 vastgestelde prijs per verpleeg- en revalidatiedag, wordt gekoppeld aan het spilindexcijfer 105,10 (september 2018; basis 2013)van de consumptieprijzen. Dit indexeerbaar gedeelte, waarvan de hoegrootheid wordt vermeld in
bijlagen II tot V bij deze overeenkomst, wordt aangepast volgens de bepalingen van artikel 192 van het besluit.
Hoofdstuk VII. CAPACITEIT VAN DE REVALIDATIEVOORZIENING
Artikel 12. §1. Deze overeenkomst wordt gesloten voor een jaargemiddelde van 16 zorggebruikers per dag.
Het aantal zorggebruikers die op eenzelfde dag in de revalidatievoorziening verblijven, kan echter hoger liggen, om beter tegemoet te kunnen komen aan de wisselende vraag van de zorggebruikers. Om de kwaliteit van de revalidatie te verzekeren, mag het aantal zorggebruikers die op eenzelfde dag in de revalidatievoorziening verblijven, echter nooit hoger liggen dan 20.
De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe om voor de toepassing van dit artikel rekening te houden met alle in de revalidatievoorziening opgenomen zorggebruikers, met inbegrip van de zorggebruikers die die geen rechthebbenden zijn.
De opgenomen zorggebruikers worden door de revalidatievoorziening verdeeld over de twee, in artikel 2, §1 bedoelde leefgroepen, die ieder maximaal 10 zorggebruikers per dag kunnen opvangen.
§2. De in artikel 11, §1 vastgestelde prijs van de verpleeg- en revalidatiedag werd berekend, zoals vermeld in bijlage II bij de overeenkomst, rekening houdend met een bezettingsgraad van 90% zoals bepaald in artikel 191 van het besluit. De «normale facturatiecapaciteit», zijnde het normale totaal van de in een zelfde kalenderjaar gerealiseerde verpleeg- en revalidatiedagen die voor vergoeding door de verzekeringsinstellingen in aanmerking komen, bedraagt bijgevolg x verpleeg- en revalidatiedagen, wat overeenstemt met een bezettingsgraad van 90%.
De «maximale facturatiecapaciteit» zijnde het maximum aantal in een zelfde kalenderjaar gerealiseerde verpleeg- en revalidatiedagen die voor vergoeding komen, bedraagt x verpleeg- en revalidatiedagen, wat gelijk is aan een bezettingsgraad van 98 %.
§3. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe nooit verpleeg- en revalidatiedagen aan te rekenen boven de «maximale facturatiecapaciteit», noch aan de rechthebbenden, noch aan de verzekeringsinstellingen, noch aan andere instanties.
§4. De revalidatievoorziening verbindt zich er tevens toe, indien voor een bepaald kalenderjaar de
«normale facturatiecapaciteit» wordt overschreden, een verminderde prijs aan te rekenen voor de aan de verzekeringsinstellingen gefactureerde verpleeg- en revalidatiedagen die de «normale facturatiecapaciteit» overschrijden. De aan te rekenen verminderde prijs zal in dat kalenderjaar ofwel 50
%, ofwel 25 % bedragen van de in artikel 11 vastgestelde prijs en dit afhankelijk van het in de vorige kalenderjaren gerealiseerde aantal verpleeg- en revalidatiedagen dat voor vergoeding door de verzekeringsinstellingen in aanmerking komt.
De in de vorige alinea bedoelde verminderde prijzen bedragen:
1) 50 % van de in artikel 11 vastgestelde prijs:
a) als in het kalenderjaar dat onmiddellijk voorafgaat aan het beschouwde kalender- jaar, de revalidatievoorziening niet meer dan x (aantal = 90 %) verpleeg- en revalidatiedagen, die voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking kwamen, heeft gerealiseerd.
of
b) als sinds het recentste kalenderjaar waarvoor de «normale facturatiecapaciteit» niet overschreden werd, de revalidatievoorziening in geen enkel kalenderjaar meer dan x (aantal = 94 %) verpleeg- en revalidatiedagen , die voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking kwamen, heeft gerealiseerd.
2) 25 % van de in artikel 11 vastgestelde prijs :
a) als in het kalenderjaar dat onmiddellijk voorafgaat aan het beschouwde jaar, de revalidatievoorziening meer dan x (aantal = 94 %) verpleeg- en revalidatiedagen, die voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking kwamen, heeft gerealiseerd.
of
b) als sinds het recentste kalenderjaar waarvoor de «normale facturatiecapaciteit» niet overschreden werd, in minstens één kalenderjaar de revalidatievoorziening meer dan x (aantal = 94 %) verpleeg- en revalidatiedagen , die voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking kwamen, heeft gerealiseerd.
§5. Voor de toepassing van dit artikel geldt elke verpleeg- en revalidatiedag waarvoor krachtens artikel
24 een verminderde prijs dient te worden aangerekend, als 70/100 van een verpleeg- en revalidatiedag zoals gedefinieerd in artikel 9.
§6. Voor het kalenderjaar waarin deze overeenkomst van kracht wordt en voor het kalenderjaar waarin aan deze overeenkomst een einde komt, dienen de in §1 van dit artikel vermelde aantallen met betrekking tot de «normale facturatiecapaciteit» en de «maximale facturatiecapaciteit» evenredig verminderd te worden, rekening houdend met de toepassingstermijn van deze overeenkomst in dat kalenderjaar.
Indien in de loop van het kalenderjaar waarin deze overeenkomst van kracht wordt, de «normale facturatiecapaciteit» wordt overschreden, kunnen de verpleeg- en revalidatiedagen die de normale facturatiecapaciteit overschrijden, aangerekend worden aan 50% van de in artikel 11 vastgestelde prijs.
§7. De verpleeg- en revalidatiedagen die aan de Belgische verzekeringsinstellingen worden gefactureerd voor zorggebruikers die ten laste zijn van een buitenlandse verzekeringsinstelling, dienen niet te worden beschouwd als verpleeg- en revalidatiedagen, die voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking komen; die verpleeg- en revalidatiedagen kunnen worden beschouwd als ten laste van andere instanties.
Hoofdstuk VIII. MEDISCH-ADMINISTRATIEVE EN BOEKHOUDKUNDIGE BEPALINGEN
Artikel 13.
Een tegemoetkoming voor revalidatieverstrekkingen en, in voorkomend geval, de reiskosten die verband houden met deze revalidatieverstrekkingen, kan enkel worden toegekend als de verzekeringsinstelling, waarbij de zorggebruiker is aangesloten of ingeschreven, een beslissing tot goedkeuring van de aangevraagde tegemoetkoming heeft genomen, zoals bepaald in artikel 205 van het besluit.
Een dergelijke beslissing tot goedkeuring geeft echter niet automatisch recht op een financiële tegemoetkoming in de revalidatieverstrekking: alleen de revalidatieverstrekkingen die effectief gerealiseerd worden binnen de aanvaarde revalidatieperiode komen voor vergoeding in aanmerking.
Artikel 14. §1.
De aanvraag van de tegemoetkoming voor revalidatieverstrekkingen en, in voorkomend geval, de reiskosten voor zorggebruikers die worden vervoerd in een voertuig dat is aangepast voor het vervoer in een rolstoel, gebeurt conform de procedure zoals vermeld in artikel 204 tot 209 van het besluit. Het model van aanvraagformulier wordt beschreven in artikel 209 van het besluit. De revalidatievoorziening dient steeds de laatste versie van het aanvraagformulier (zoals gepubliceerd op de website) te gebruiken.
§2. In het geval van een eerste aanvraag tot tegemoetkoming in de revalidatieverstrekkingen is de vereenvoudigde aanvraagprocedure, zoals vermeld in artikel 212 en artikel 371 van het besluit van toepassing. Een aanvraag tot verlenging van de tegemoetkoming in de revalidatieverstrekkingen, verloopt steeds via de standaard aanvraagprocedure, zoals beschreven in artikel 211 van het besluit. Alle aanvragen tot tegemoetkoming in de reiskosten, voor zorggebruikers die worden vervoerd in een voertuig dat is aangepast voor het vervoer in een rolstoel, die verband houden met de revalidatieverstrekkingen, verlopen steeds via de standaard aanvraagprocedure zoals vermeld in artikel 196 en 201 van het besluit.
De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe de rechthebbende te helpen bij het indienen van de aanvragen, onder meer door te waken over de voor het indienen vastgestelde termijn.
§3. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe de in §1 bedoelde aanvragen om tenlasteneming van de revalidatie niet te ondersteunen (zelfs niet door het opstellen van het in §2 bedoelde medisch verslag), als de zorggebruiker niet beantwoordt aan de voorwaarden van artikel 7 of er slechts gedeeltelijk aan beantwoordt.
Artikel 15. De revalidatievoorziening verbindt zich de verzekeringsinstellingen en de Zorgkassencommissie, al de informatie te bezorgen die gevraagd wordt ter beoordeling van de individuele aanvragen om tegemoetkoming.
Artikel 16. Een beslissing tot goedkeuring van een tegemoetkoming voor revalidatieverstrekkingen voor een bepaalde rechthebbende komt te vervallen voor het resterende deel van die periode, als de rechthebbende de revalidatievoorziening verlaat zonder voorafgaande toelating van de directie van de revalidatievoorziening - wat dus inhoudt dat op voorhand geen datum van terugkomst in de revalidatievoorziening is vastgesteld - en niet opnieuw opgenomen wordt in de maand die volgt op zijn vertrek.
In geval van opname in een andere revalidatievoorzieningwaarmee het de Vlaamse gemeenschap of een andere Gemeenschap of Gewest een overeenkomst heeft gesloten of in geval van opname in een psychiatrisch ziekenhuis, de psychiatrische afdeling van een algemeen ziekenhuis, een psychiatrisch verzorgingstehuis, een woonzorgcentrum, een centrum voor dagverzorging of een centrum voor kortverblijf., komt het resterende deel van een aanvaarde revalidatieperiode eveneens te vervallen.
Voor een rechthebbende voor wie de toestemming tot tenlasteneming is komen te vervallen op basis van de bepalingen van dit artikel maar die nog beantwoordt aan de voorwaarden van artikel 7, kan evenwel steeds een nieuwe aanvraag tot goedkeuring van een tegemoetkoming voor revalidatieverstrekkingen worden ingediend.
Artikel 17. De revalidatievoorziening houdt per zorggebruiker, al dan niet rechthebbende een medisch-therapeutisch dossier bij dat een overzicht geeft van het verloop van de revalidatie in de revalidatievoorziening. Dat dossier moet voor iedere zorggebruiker minstens volgende elementen bevatten : de identiteit van de zorggebruiker, de antecedenten, de naam van de persoon of de instantie die de zorggebruiker naar de revalidatievoorziening verwezen heeft, de medische en therapeutische briefwisseling, alle diagnostische gegevens (met name wat de vaardigheden van de zorggebruiker betreft), de individuele doelstellingen van het revalidatieprogramma, het individueel
xxxxxxxxxxxxxxxx, de besluiten van teamvergaderingen, alle belangrijke particuliere beslissingen, alle belangrijke afspraken die met de zorggebruiker gemaakt zijn, al de afwezigheden van de zorggebruiker met hun motivering en de door het team gemaakte evaluatie van de resultaten van de revalidatie.
Artikel 18. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe permanent de kwaliteit van de revalidatie en de resultaten ervan te bewaken. De revalidatievoorziening zal daartoe ten allen tijde alle nuttige maatregelen nemen om na te gaan of het revalidatieprogramma nog steeds aan de in de artikelen 2, 7 en 8 van deze overeenkomst vooropgestelde doelstellingen beantwoordt en of deze doelstellingen effectief worden bereikt.
De revalidatievoorziening zal er met name naar streven om op een gestandaardiseerde wijze de vertreksituatie van de zorggebruikers (= de situatie van de zorggebruikers bij de start van het revalidatieprogramma) en de situatie op het einde van de revalidatie te registreren, zodat deze twee situaties kunnen worden vergeleken en de revalidatieresultaten kunnen worden gemeten. Deze registratie dient betrekking te hebben op de vaardigheden van de zorggebruikers in het algemeen en zijn beroepssituatie en woonsituatie in het bijzonder.
Indien de revalidatievoorziening geen initiatieven ontwikkelt om systematisch de evolutie van de zorggebruiker na het beëindigen van het revalidatieprogramma op te volgen, zal de revalidatievoorziening er toch naar streven om na het beëindigen van het revalidatieprogramma minstens die gegevens te registreren waarover ze beschikt (op basis van sporadische contacten met oud-zorggebruikers of van contacten met andere zorgverstrekkers) en die betrekking hebben op de evolutie van de situatie van de zorggebruikers na afloop van het revalidatieprogramma. Zulke gegevens kunnen enig licht werpen op de duurzaamheid van de behaalde resultaten.
Uiterlijk op 30 juni bezorgt de revalidatievoorziening een voortgangsverslag aan het agentschap met betrekking tot het voorgaande kalenderjaar Dit verslag dient de volgende gegevens te bevatten:
- statistische gegevens met betrekking tot de in de revalidatievoorziening opgenomen zorggebruikers (aantal zorggebruikers; ziekte of stoornis; beroepssituatie en woonsituatie vóór de tenlasteneming in de revalidatievoorziening; gegevens met betrekking tot de behandelingen van de zorggebruikers vóór hun opname in de revalidatievoorziening; leeftijd van de zorggebruikers; reële duur van het revalidatieprogramma; gegevens met betrekking tot de heropnamen in de revalidatievoorziening; een beschrijving en een vergelijking van de situatie bij het begin van de revalidatie en de situatie op het einde van de revalidatie; gegevens op middellange en lange termijn over de evolutie van de zorggebruikers na afloop van het revalidatieprogramma);
- de commentaar van de revalidatievoorziening bij die statistische gegevens;
- een beschrijving van de evolutie van de revalidatievoorziening op therapeutisch vlak sinds het vorige rapport.
Het agentschap kan ten allen tijde meer gedetailleerde instructies uitvaardigen met betrekking tot enerzijds, de bewaking van de kwaliteit en de resultaten van de revalidatie, en anderzijds, de samenstelling van het hierboven bedoelde rapport.
De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe zich in te schakelen in eventuele door het agentschap ondersteunde initiatieven die tot doel hebben de resultaten van de revalidatie in de revalidatievoorziening te evalueren.
Artikel 19. §1. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe een register van de dagelijkse aanwezigheden bij te houden op basis van een door het agentschap goedgekeurde model. Dit register
dient te worden beschouwd als een basisdocument voor de in artikel 21 bedoelde facturatie.
In het register wordt de identiteit van alle gerevalideerde zorggebruikers, al dan niet rechthebbenden, opgetekend.
Het register moet dagelijks worden ingevuld voor 10 uur.
§2. De in §1 bedoelde aanwezigheidsregisters worden door de revalidatievoorziening bewaard en ter beschikking gehouden van het agentschap en van de Zorgkassencommissie en dit gedurende vijf jaar.
§3. Het niet nakomen van de in de §§ 1 en 2 van dit artikel vermelde verplichtingen wordt als een zware fout beschouwd. Als het agentschap vaststelt dat die verplichtingen op bepaalde dagen niet behoorlijk zijn nagekomen, kan de minister de tegemoetkoming voor revalidatieverstrekkingen voor die dagen weigeren. Die maatregel beperkt in geen geval het recht van het de minister om eventueel andere nuttig geachte maatregelen te nemen, net zoals het dat ook kan in alle andere gevallen waarin is vastgesteld dat de verplichtingen waarin is voorzien in deze overeenkomst of in de bepalingen van het besluit , niet zijn nagekomen.
§4. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe de verstrekkingen waarvoor de tegemoetkoming voor revalidatieverstrekkingen wordt geweigerd op grond van de bepalingen van §3 van dit artikel, niet aan te rekenen aan de rechthebbende.
§5. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe de productiecijfers ter beschikking te houden van het agentschap. De productiecijfers worden, op eenvoudig verzoek van het agentschap, binnen de maand overgemaakt aan het agentschap.
De revalidatievoorziening verbindt er zich toe op vraag van het agentschap de aanwezigheidsregisters voor te leggen om de doorgestuurde productiecijfers te staven. Het opzettelijk bijhouden of overmaken van verkeerde productiecijfers zal aanleiding geven tot de ambtshalve opschorting van betaling door de verzekeringsinstellingen (in het kader van deze overeenkomst).
De revalidatievoorziening verbindt er zich toe één contactpersoon aan te duiden en de naam, het rechtstreeks telefoonnummer en het e-mailadres van deze contactpersoon aan het agentschap kenbaar te maken. Iedere wijziging betreffende deze gegevens dient meegedeeld te worden aan het agentschap.
De revalidatievoorziening verbindt er zich toe de instructies inzake het dagelijks bijhouden van het aanwezigheidsregister en de instructies inzake het bijhouden en overmaken van de productiecijfers strikt na te leven.
Bij het niet nakomen van de verplichting om de aanwezigheidsregisters correct in te vullen of de productiecijfers correct bij te houden worden, bij een eerste inbreuk, de verstrekkingen die zijn gerealiseerd op de dag dat de inbreuk werd vastgesteld niet vergoed. Bij een tweede inbreuk zal geen enkele verstrekking worden vergoed voor de dagen waarop het aanwezigheidsregister niet correct werd ingevuld.
§6. De revalidatievoorziening verklaart in te stemmen met eventuele toekomstige instructies van het agentschap die tot doel hebben de naleving van de verplichtingen van dit artikel te regelen via een systeem van magnetische drager.
Artikel 20. §1. Indien een zorggebruiker tijdens zijn verblijf in de revalidatievoorziening één van de op basis van artikel 10, §2 vergoedbare verstrekkingen die opgenomen zijn in de nomenclatuur van de
geneeskundige verstrekkingen, ontvangt, dient de revalidatievoorziening de zorgverstrekker ervan te verwittigen dat de zorggebruiker in een -revalidatievoorziening verblijft en het identificatienummer van de revalidatievoorziening aan de zorgverstrekker mee te delen. De revalidatievoorziening dient de zorgverstrekker er bij die gelegenheid aan te herinneren dat voor de verstrekkingen die verschillende nomenclatuurcodenummers hebben voor ambulante en gehospitaliseerde zorggebruikers, de nomenclatuurcodenummers en honoraria voorbehouden voor de gehospitaliseerde zorggebruikers, van toepassing zijn en dat op de getuigschriften voor verstrekte hulp het identificatienummer van de revalidatievoorziening dient te worden vermeld in het vak dat normaal bestemd is voor het nummer van de verpleeginrichting.
§2. Wat meer bepaald de verstrekkingen inzake klinische biologie betreft, moet de revalidatievoorziening voor elk laboratorium voor klinische biologie dat analyses uitvoert voor de revalidatievoorziening, aan de het agentschap een document bezorgen waaruit blijkt dat het laboratorium voor klinische biologie akkoord gaat met de verplichtingen van deze overeenkomst om voor die klinische analyses de nomenclatuurcodenummers en honoraria voorbehouden voor gehospitaliseerde zorggebruikers te gebruiken en het identificatienummer van de -revalidatievoorziening op de getuigschriften voor verstrekte hulp te vermelden.
Xxxxxxx als de revalidatievoorziening een beroep wenst te doen op een ander laboratorium voor klinische biologie, dient voorafgaandelijk een dergelijk document naar de agenstchap te worden gestuurd.
§3. Indien het agentschap vaststelt dat de bepalingen van §2 van dit artikel niet worden nageleefd, wordt de uitwerking van de overeenkomst opgeschort.
§4. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe het agentschap jaarlijks een statistisch overzicht te bezorgen van al de verrichte verstrekkingen inzake klinische biologie; die verstrekkingen inzake klinische biologie dienen te worden gegroepeerd per nomenclatuurcodenummer.
Artikel 21. De V.Z.W. Xxxxxx verbindt zich ertoe een boekhouding te voeren die een overzicht geeft van alle inkomsten enuitgaven.
Het voeren van deze boekhouding dient zoveel mogelijk te gebeuren conform de door het agentschap goedgekeurde boekhoudkundige richtlijnen voor de revalidatievoorzieningen, onder meer wat de minimumindeling van het rekeningenstelsel en de gehanteerde afschrijvingstermijnen voor investeringen betreft.
De gevoerde boekhouding moet daarenboven toelaten de kosten van de revalidatie-activiteiten die het voorwerp uitmaken van deze overeenkomst, te onderscheiden van de kosten van andere activiteiten van de V.Z.W. Hiertoe kunnen de revalidatie-activiteiten beschouwd worden als een afzonderlijke kostenrubriek; in het kader van het boekhoudplan kunnen in voorkomend geval eveneens gescheiden rekeningen gebruikt worden voor de activiteiten gedekt door de overeenkomst en deze niet gedekt door de overeenkomst.
De jaarlijks, op basis van de voorgeschreven modellen, op te maken balans en resultatenrekening, moeten binnen de zes maanden na het afsluiten van het boekjaar, dat telkens aanvangt op 1 januari en eindigt op 31 december, naar het agentschap worden gestuurd. Hierbij dient een exploitatierekening uitsluitend met betrekking tot de revalidatie-activiteiten van de revalidatievoorziening te worden gevoegd. Het agentschap kan voor het opmaken van deze exploitatierekening ten allen tijde een eenvormig model opleggen.
De V.Z.W. Emmaüs moet de bewijsstukken van de inkomsten en uitgaven gedurende 10 jaar bewaren.
De gevoerde boekhouding dient steeds toegankelijk te zijn voor het agentschap
Artikel 22. §1. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe de prijs van de verpleeg- en revalidatiedagen aan de verzekeringsinstellingen te factureren aan de hand van een factuur waarvan het model is goedgekeurd door het agentschap. Inlichtingshalve moeten alle door de revalidatievoorziening aan de rechthebbende gefactureerde bedragen voor diensten die niet tot de revalidatie behoren, eveneens op die factuur worden vermeld. Een afschrift van die factuur moet aan de rechthebbende of aan zijn wettelijke vertegenwoordiger worden gegeven.
§2 In de revalidatievoorzieningen kan een persoonlijk aandeel worden aangerekend aan de zorggebruiker zoals bepaald in artikels 219 tot 223 van het besluit
Hoofdstuk IX. BIJZONDERE BEPALINGEN MET BETREKKING TOT DE REVALIDATIE
Artikel 23. Om de integratie van de zorggebruikers in hun thuismilieu te bevorderen, kan de directie van de revalidatievoorziening een zorggebruiker toestaan het revalidatieproces tijdelijk te onderbreken, op voorwaarde dat de resultaten van de revalidatie daardoor niet in gevaar worden gebracht.
De dagen dat de zorggebruiker hierdoor afwezig is in de revalidatievoorziening, kunnen niet worden beschouwd als verpleeg- en revalidatiedagen en zijn dus niet vergoedbaar.
De dag van vertrek mag alleen worden beschouwd als effectieve aanwezigheidsdag wanneer de rechthebbende de revalidatievoorziening verlaat na 14 uur en de dag van terugkeer mag alleen worden beschouwd als effectieve aanwezigheidsdag wanneer de rechthebbende vóór 12 uur in de revalidatievoorziening terugkomt.
Om het intensief karakter van de revalidatie te vrijwaren, mag de onderbreking van de revalidatie in geen geval langer duren dan 14 opeenvolgende dagen.
Artikel 24. De zorggebruikers die opgenomen zijn in de revalidatievoorziening, kunnen, mits toestemming van de verzekeringsinstelling van de rechthebbende, naast het in deze overeenkomst beoogde revalidatieprogramma, een onderwijsprogramma of een beroepsopleiding volgen buiten de - revalidatievoorziening, een beroepsstage lopen, of, tijdens de laatste twee maanden van het verblijf in de revalidatievoorziening, een beroepsarbeid hervatten of aanvatten. In het belang van de zorggebruiker vragen we dat de revalidatievoorziening de wetgeving hieromtrent opvolgt en uitvoert.
In dat geval wordt, voor de dagen dat voornoemde activiteiten buiten de revalidatievoorziening effectief plaatsvinden en de zorggebruiker daardoor gedurende vier uur of meer niet deelneemt aan het revalidatieprogramma van de revalidatievoorziening, de prijs van de verpleeg- en revalidatiedag verminderd tot 70 percent.
De dagen waarop de zorggebruiker volledig afwezig blijft in de revalidatievoorziening en derhalve niet deelneemt aan het revalidatieprogramma van de revalidatievoorziening, komen niet voor vergoeding in aanmerking.
Artikel 25. De revalidatievoorziening kan sporadisch voor de zorggebruikers die zijn opgenomen in de revalidatievoorziening en die het normale revalidatieprogramma van de revalidatievoorziening volgen, activiteiten buiten de revalidatievoorziening organiseren die door hun karakter één of meerdere nachten buiten de revalidatievoorziening vergen.
De dagen waarop deze activiteiten plaatsvinden, kunnen, mits voorafgaandelijke advies van de expertencommissie, gelijkgesteld worden met vergoedbare verpleeg- en revalidatiedagen.
Alleen activiteiten met een onmiskenbare therapeutische functie in het raam van het revalidatieprogramma, waarvoor de revalidatievoorziening een kwantitatieve en kwalitatieve omkadering verzekert die niet geringer is dan de omkadering binnen de revalidatievoorziening zelf, kunnen in aanmerking worden genomen voor zulkegelijkstelling.
Alleen activiteiten die plaatsvinden in België komen in aanmerking voor de in dit artikel beoogde gelijkstelling. Activiteiten die hoofdzakelijk bestaan uit bezoeken aan vergelijkbare revalidatievoorzieningen in het buitenland kunnen echter ook in aanmerking komen voor zulke gelijkstelling.
De aanvraag voor zulke gelijkstelling moet, ten minste een maand vooraf, aan het agentschap en de expertencommissie worden gericht en moet onder andere een beschrijving van de activiteit bevatten (soort activiteit, waar, wanneer) en van haar bijdrage aan het revalidatieprogramma, evenals lijsten van de verwachte deelnemers (met vermelding van de datum vanaf wanneer ze in de revalidatievoorziening zijn opgenomen) en van de voorziene begeleiders. Eventuele wijzigingen van de deelnemers of de begeleiders moeten ten laatste op de dag van het vertrek genoteerd zijn in het patiënten dossier en ter inzage kunnen aangeboden worden ter controle door de zorgkassencommissie of agentschap. .
Hoofdstuk X. PERSONEEL
Artikel 26. §1. Teneinde de kwaliteit van de revalidatie te verzekeren, verbindt de revalidatievoorziening zich ertoe om het personeelskader, dat voorzien is in bijlage II tot V van de overeenkomst, steeds volledig op te vullen. Dit houdt in dat de revalidatievoorziening voor iedere in dat personeelskader voorziene functie iemand effectief zal tewerkstellen die de voor die functie vereiste kwalificatie bezit en dit gedurende het vooropgesteld aantal werkuren per week.
De kosten van de tewerkstelling van het in bijlage voorziene personeelskader worden verondersteld volledig door de revalidatievoorziening te worden gedragen op basis van de inkomsten die kunnen worden geput uit deze overeenkomst. De in het personeelskader voorziene functies kunnen dan ook nooit worden vervuld door personeel dat in de bedoelde functies zou worden tewerkgesteld in het kader van een bijzonder tewerkstellingsprogramma op basis waarvan andere overheidsinstanties geheel of gedeeltelijk, rechtstreeks of onrechtstreeks, tussenkomen in de loonkost.
Het agentschap kan niet beschouwd worden als partij in de arbeidscontracten die gesloten worden tussen de revalidatievoorziening en haar personeel.
§2. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe, in toepassing van de bepalingen van §1, steeds onverwijld alle nuttige schikkingen te treffen met het oog op de aanwerving van nieuw personeel, teneinde te vermijden dat een in het personeelskader voorziene functie niet meer zou opgevuld worden. Zo zal de revalidatievoorziening, zodra geweten is dat een in het personeelskader voorziene functie open zal komen te staan door ontslagneming, afdanking of door redenen van gewettigde langdurige afwezigheid (loopbaanonderbreking, verlof zonder wedde, ziekte, ... ), onmiddellijk maatregelen nemen om in de tijdige vervanging van het tijdelijk of definitief weggevallen personeelslid te voorzien.
De revalidatievoorziening is evenwel niet verplicht een door de revalidatievoorziening ontslagen personeelslid dat op verzoek van de revalidatievoorziening geen arbeidsprestaties meer verricht tijdens de nog bezoldigde wettelijke vooropzegperiode, gedurende die periode reeds te vervangen. De revalidatievoorziening is evenmin verplicht een personeelslid dat afwezig is wegens ziekte, te vervangen gedurende de wettelijke periode van gewaarborgd loon, periode tijdens welke het zieke personeelslid
nog effectief door de revalidatievoorziening bezoldigd wordt.
§3. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe het agentschap steeds op de hoogte te houden van het effectief door de revalidatievoorziening tewerkgesteld personeel. Hiertoe zal de revalidatievoorziening jaarlijks een overzichtstabel van het tewerkgestelde personeel bezorgen aan het agentschap. De overzichtstabel wordt conform de richtlijnen die door het agentschap werd bepaald ingevuld.
Indien de jaarrekening, opgemaakt volgens de boekhoudkundige regels die werden opgelegd door het agentschap en de overzichtstabel van het tewerkgestelde personeel niet worden overgemaakt vóór het einde van de zevende maand die volgt op het afsluiten van het boekjaar, wordt de revalidatievoorziening, per aangetekend schrijven, aan haar verplichting ter zake herinnerd. Indien binnen de 30 kalenderdagen na het versturen van dit aangetekend schrijven deze documenten nog niet werden overgemaakt, worden de betalingen door de verzekeringsinstellingen (in het kader van deze overeenkomst) ambtshalve opgeschort.
§4. Indien het agentschap vaststelt dat de revalidatievoorziening zich niet gehouden heeft aan de bepalingen van artikel 26, §1 en §2, kan het agentschap ertoe besluiten, naast andere nuttig geachte maatregelen, de in artikel 11 vastgestelde prijs gedurende een bepaalde periode te verminderen met een bepaald bedrag, op voorwaarde dat de revalidatievoorziening de gelegenheid gehad heeft om de redenen van niet naleving van deze bepalingen schriftelijk toe te lichten.
De door het agentschap te bepalen periode gedurende welke de in artikel 11 vastgestelde prijs verminderd wordt, kan nooit de duur van de periode van niet- naleving van de bepalingen van artikel 26, §1 en §2 overschrijden.
Het bedrag waarmee de in artikel 11 vastgestelde prijs kan worden verminderd, wordt vastgesteld op 625 BEF (of 15,49 EUR) per voltijdse eenheid die gedurende een bepaalde periode in het personeelskader gemiddeld ontbreekt. Dit bedrag dient te worden beschouwd als een basisbedrag dat proportioneel kan aangepast worden rekening houdend met het reëel aantal ontbrekende personeelsleden, uitgedrukt in voltijdse eenheden. Het basisbedrag van 625 BEF (of 15,49 EUR) wordt gekoppeld aan het spilindexcijfer 103,14 (juni 1999) en aangepast volgens de bepalingen van de in artikel 11, §2 genoemde wet.
Indien terzelfder tijd de bepalingen van artikel 26, §1 of §2, en van artikel 26, §3, niet worden nageleefd, is de in deze paragraaf bedoelde vermindering in ieder geval van toepassing, wat ook de redenen van de niet naleving mogen zijn.
De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe de op basis van de bepalingen van deze paragraaf toegepaste verminderingen in geen geval te verhalen op de in de revalidatievoorziening opgenomen zorggebruikers.
Artikel 26bis. §1. Om haar therapeutisch team te versterken, verbindt de revalidatievoorziening zich er toe om 0,5 voltijds equivalent met een master in de psychologie aan te werven als loontrekkende en in de revalidatievoorziening permanent tewerk te stellen in het kader van de activiteiten waarin deze overeenkomst voorziet.
Deze 0,5 voltijds equivalent met een master in de psychologie mag – conform het sociaal akkoord 2011 voor de creatie van nieuwe banen in de revalidatiesector – uitsluitend worden aangewend voor de creatie van nieuwe banen in de revalidatievoorziening. Dit personeel werd, uiterlijk op 1 april 2013, derhalve toegevoegd aan de bestaande personeelsformatie van deze overeenkomst.
Artikel 27. §1. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe haar personeel ten minste te bezoldigen
volgens de principes die aan de basis hebben gelegen van de berekening van de personeelskosten van de revalidatievoorziening, berekening die zich in bijlagen II tot Vbij deze overeenkomst bevindt. Deze berekening is, zoals aangeduid in voornoemde bijlage, ofwel gebaseerd op de loonschalen van het PC 330.01.41, Vlaamse sector voor de revalidatievoorzieningen - met toepassing van de maatregelen voorzien in het sociaal akkoord van 4 juli 1991 (meerjarenplan gezondheidssector) en van de C.A.O. 's van 10 december 1992 en 24 april 1995 - ofwel gebaseerd op het barema van adviserend arts bij de verzekeringsinstellingen.
De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe bepaalde voordelen die in het raam van nieuwe C.A.O. 's, gesloten binnen het PC 330.01.41, Vlaamse sector voor de revalidatievoorzieningen, aan het personeel zouden toegekend worden en waarvan de kosten ten gevolge van een beslissing van het agentschap in de prijs van de verpleeg- en revalidatiedag zouden opgenomen worden, eveneens toe te kennen aan zijn personeel.
§2. Indien een in het personeelskader van de revalidatievoorziening voorziene functie contractueel wordt vervuld door een zelfstandige, verbindt de revalidatievoorziening zich ertoe voor de prestaties van deze zelfstandige een honorarium uit te betalen dat minstens gelijk is aan de totale loonkost in geval van tewerkstelling op basis van het werknemersstatuut. De totale loonkost in geval van tewerkstelling op basis van het werknemersstatuut omvat, naast de brutobezoldiging onder meer de toeslag voor onregelmatige uren, het vakantiegeld, alle premies en de patronale R.S.Z.-bijdragen.
De revalidatievoorziening zal voor iedere functie die contractueel vervuld wordt door een zelfstandige, onmiddellijk een kopie van het tussen de revalidatievoorziening en de betrokken zelfstandige gesloten contract bezorgen aan het agentschap.
§3. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe ieder (loontrekkend of zelfstandig) personeelslid schriftelijk te informeren over de verplichtingen met betrekking tot zijn bezoldiging zoals die voortvloeien uit artikel 27, §1 en §2, van deze overeenkomst.
De revalidatievoorziening bewaart de stukken waaruit blijkt dat het personeel ingelicht is over die verplichtingen en houdt ze ter beschikking van het agentschap.
De revalidatievoorziening machtigt het agentschap om ieder personeelslid dat erom vraagt, de gegevens met betrekking tot zijn bezoldiging die voortvloeien uit voormelde verplichtingen, mede te delen.
§4. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe jaarlijks, ten laatste op 31 maart, aan het Fonds voor de uitbetaling van een vakbondspremie, het in de prijs van de verpleeg- en revalidatiedag verrekend vast bedrag (momenteel 2 BEF = 0,05 EUR) over te maken voor iedere verpleeg- en revalidatiedag die het voorbije kalenderjaar door de verzekeringsinstellingen uitbetaald werd.
Voor de toepassing van de bepalingen van deze paragraaf, geldt elke verpleeg- en revalidatiedag waarvoor krachtens artikel 24 een verminderde prijs dient te worden aangerekend, als 70/100 van een verpleeg- en revalidatiedag zoals gedefinieerd in artikel 9.
Artikel 28. Het aandeel van de personeelskosten in de in artikel 11 vastgestelde prijs zal aan de realiteit aangepast worden, indien de werkelijke personeelsuitgaven, ten gevolge van de evolutie van de anciënniteit van het werkelijk tewerkgestelde personeel, 1 % hoger zouden komen te liggen dan de personeelskost die begrepen is in die prijs.
De procedure zoals bepaald in artikel 193 van het besluit is desgevallend van toepassing.
Hoofdstuk XI. ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 29. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe alle nuttige maatregelen te nemen op het vlak van de brandveiligheid; de revalidatievoorziening zal daartoe bestendig contact houden met een bevoegde brandweerdienst en onmiddellijk de door deze laatste opgelegde maatregelen en werken uitvoeren.
Artikel 30. Om de kwaliteit van de revalidatie te waarborgen, verbindt de revalidatievoorziening zich er toe ieder personeelslid te informeren over al de bepalingen van deze overeenkomst die voor hem van belang zijn om zijn taak in de revalidatievoorziening te kunnen vervullen conform de bepalingen van de overeenkomst.
De revalidatievoorziening verbindt zich er eveneens toe aan ieder personeelslid een exemplaar te bezorgen van het revalidatieproject dat zich als bijlage I bij deze overeenkomst bevindt en het personeelslid op de in artikel 2 §3 vermelde draagwijdte van die tekst te wijzen. De revalidatievoorziening bewaart de in dit verband door het personeel ondertekende ontvangstbewijzen en houdt ze ter beschikking van het agentschap.
Artikel 31. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe het agentschap, de verzekeringsinstellingen en de Zorgkassencommissie al de informatie te bezorgen die gevraagd wordt op therapeutisch en financieel vlak of met het oog op het algemeen beheer van de revalidatieovereenkomsten. De revalidatievoorziening verbindt zich er tevens toe alle afgevaardigden van het agentschap, de verzekeringsinstellingen en de Zorgkassencommissie toe te laten de bezoeken af te leggen die zij hiertoe nuttig achten.
Artikel 32.
Deze overeenkomst wordt op therapeutisch vlak beschouwd als een normale verderzetting van de revalidatieprogramma’s zoals bepaald in de overeenkomst d.d. 24 januari 2000 tussen het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging van het RIZIV en de revalidatievoorziening.
Voor elke zorggebruiker die een beslissing tot goedkeuring voor tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in het kader van het in het eerste lid vermelde overeenkomst heeft bekomen, mag de revalidatievoorziening het begonnen revalidatieprogramma verder zetten tot het einde van de periode waarvoor een beslissing tot goedkeuring werd bekomen.
Bij een eventueel nieuwe aanvraag vanaf 1 januari 2019 tot verlenging van de tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen en waarvoor de 1ste dag waarop revalidatieverstrekkingen in het kader van de verlenging worden verricht na 1 januari 2019 valt moeten de zorggebruikers beantwoorden aan de voorwaarden zoals bepaald in deze overeenkomst en moet de procedure zoals bepaald in artikel 14 van deze overeenkomst worden doorlopen.
Bij een eventueel nieuwe aanvraag vanaf 1 januari 2019 tot verlenging van de tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen en waarvoor de 1ste dag waarop revalidatieverstrekkingen in het kader van de verlenging worden verricht vóór 1 januari 2019 valt moeten de zorggebruikers beantwoorden aan de voorwaarden zoals die geldig waren vóór het in werking treden van deze overeenkomst en moet de procedure zoals die geldig was vóór het in werking treden van deze overeenkomst worden doorlopen.
Hoofdstuk XII. GELDIGHEIDSTERMIJN VAN DE OVEREENKOMST
Artikel 33. §1. Deze overeenkomst, opgemaakt in twee exemplaren en behoorlijk ondertekend
door beide partijen, treedt in werking op 1 januari 2019.
§2. Deze overeenkomst geldt voor een onbepaalde duur., Het beëindigen van deze overeenkomst verloopt hetzij conform de procedure zoals bepaald in artikel 182 tot en met 190 van het besluit in het geval de minister de overeenkomst wil beëindigen, hetzij conform artikel 174 tot en met 181 van hetzelfde besluit, in het geval de revalidatievoorziening de overeenkomst wil beëindigen.
§3. De bijlagen bij deze overeenkomst maken, binnen de door de artikelen van de overeenkomst bepaalde grenzen, een integrerend deel ervan uit. De artikelen van de overeenkomst primeren echter steeds op de bijlagen. De overeenkomst bevat de volgende bijlagen:
1. Het revalidatieproject van de revalidatievoorziening (zoals overgenomen van de basisovereenkomst met het RIZIV d.d. 24.01.2000).
2. Samenstelling van de prijs van de verpleeg- en revalidatiedag (zoals overgenomen van de wijzigingsclausule d.d. 06.09.2013 bij de basisovereenkomst).
3. Aanpassing van de prijs van de verpleeg- en revalidatiedag (zoals overgenomen van de wijzigingsclausule d.d. 27.11.2014 bij de basisovereenkomst)
4. Aanpassing van de prijs van de verpleeg- en revalidatiedag (zoals overgenomen van de wijzigingsclausule d.d. 06.01.2016 bij de basisovereenkomst)
5. Aanpassing van de prijs van de verpleeg- en revalidatiedag (zoals overgenomen van de wijzigingsclausule d.d. 28.02.2018 bij de basisovereenkomst)
6. Het formulier dat moet worden gebruikt voor het aanvragen van een tegemoetkoming door de verzekeringsinstellingen in de revalidatieverstrekkingen.
De voorzitter van de Raad van bestuur van de revalidatievoorziening, | De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, |
Xx Xxxxxxxxxx | |
De verantwoordelijke arts van de revalidatievoorziening, | |
Coördinatie | ||||||
Basisovereenkomst 24.01.2000 | d.d. | Basisdocument | ||||
Wijzigingsclausule 10.09.2003 | d.d. | Art. 1 – aanp. art. 11 §§ 1 en 2 (prijsaanpassing) Art. 2 – nieuwe bijlage prijsberekening | ||||
Brief d.d. 05.04.2004 | Art. 1, 2, 4 en (productiecijfers) | 5 | – aanp. | art. | 19 | §5 |
Brief d.d. 20.06.2004 | Aanp. art. 26 personeelskader) | §3 | (jaarlijks | overmaken | ||
Wijzigingsclausule 23.11.2005 | d.d. | Art. 1 – aanp. art. 12 §2 (aanpassing facturatiecapaciteit ingevolge besparing) | ||||
Wijzigingsclausule 19.01.2006 | d.d. | Art. 1 – aanp. art. 11 §§ 1 en 2 (prijsaanpassing) Art. 2 – nieuwe bijlage prijsberekening Art. 3 – NVT (inhaalforfait tot 28.02.2006) | ||||
Wijzigingsclausule 13.07.2006 | d.d. | Art. 1 – aanp. facturatiecapaciteit besparing) | art. 12 §2 ingevolge | (aanpassing opheffing | ||
Wijzigingsclausule 09.04.2008 | d.d. | Art. 1 – aanp. art. 11 §§1 en 2 (prijsaanpassing) Art. 2 – nieuwe bijlage prijsberekening | ||||
Wijzigingsclausule 23.03.2009 | d.d. | Art. 4 – aanp. art. 11 §§ 1 en 2 (prijsaanpassing tengevolge nieuw barema artsen) Art. 5 – NVT (inhaalforfait tot 31 mei 2009) | ||||
Wijzigingsclausule 26.10.2011 | d.d. | Art. 1 – aanp. art. 11 §§ 1 en 2 (prijsaanpassing) Art. 2 – NVT (inhaalforfait tot 30.11.2011) Art. 3 – nieuwe bijlage prijsberekening | ||||
Wijzigingsclausule 04.10.2012 | d.d. | Art. 2 §1 – toev. Art. 26bis §1 (bijkomend 0,5 psycholoog ingevolge sociaal akkoord 2011) Art. 2 § 7 – toev. Art. 26bis §2 (afzonderlijk vermelden op personeelsoverzicht) Art. 3 – aanp. art. 11 §§ 1 en 2 (prijsaanpassing) | ||||
Wijzigingsclausule 06.09.2013 | d.d. | Art. 1 – aanp. art. 1 §§ 1 en 2 (prijsaanpassing) Art. 2 – nieuwe bijlage prijsberekening | ||||
Wijzigingsclausule 28.11.2013 | d.d. | Art. 1 – aanp. art. 11 §§ 1 en 3 (prijsaanpassing ingevolge bouwwerken) Art. 2 – NVT (inhaalforfait tot 28.02.2014) Art. 4 – principieel akkoord dringende bouwwerken | ||||
Wijzigingsclausule 27.11.2014 | d.d. | Art. 3 – aanp. art. 11 §§ 1 en 2 (prijsaanpassing ingevolge verhoging verloning artsen met 2 %) Art. 4 – NVT (inhaalforfait tot 31.10.2014) | ||||
Wijzigingsclausule 06.01.2016 | d.d. | Art. 1 – aanp. art. 11 §§ 1 en 2 (prijsaanpassing ingevolge 1ste deel dringende bouwwerken) Art. 2 – NVT (inhaalforfait tot 29.02.2016) | ||||
Wijzigingsclausule 28.02.2018 | d.d. | Art. 1 – aanp. art. 11 §§ 1 en 2 (prijsaanpassing ingevolge resterend deel dringende bouwwerken) Art. 2 – NVT (inhaalforfait tot 29.02.2016) | ||||
01.01.2019 | Vlaamse revalidatieovereenkomst |
Revalidatieovereenkomst 7.72.029.91
Revalidatieovereenkomst 7.72.029.91