Voorwaarden Goed Werkgeverschap Verzekering
Voorwaarden Goed Werkgeverschap Verzekering
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
1.1 Verzekeringnemer (werkgever)
De werkgever, in zijn hoedanigheid als omschreven op het polisblad, die de verzekeringsovereenkomst met verzekeraar heeft gesloten.
1.2 Verzekerden (werknemers)
De verzekerden zijn:
a. personen die een arbeidsovereenkomst met verzekeringnemer hebben en binnen de verzekerde hoedanigheid voor verzekeringnemer werkzaamheden verrichten;
b. familieleden en huisgenoten van verzekeringnemer die geen arbeidsovereenkomst met verzekeringnemer hebben, als zij in opdracht van verzekeringnemer binnen de verzekerde hoedanigheid voor verzekeringnemer werkzaamheden verrichten;
c. andere personen die geen arbeidsovereenkomst met verzekeringnemer hebben, als zij vanuit een gezagsverhouding in opdracht van verzekeringnemer binnen de verzekerde hoedanigheid voor verzekeringnemer werkzaamheden verrichten . Bijvoorbeeld: stagiairs, uitzendkrachten, oproepkrachten, gedetacheerden en zelfstandigen zonder personeel (ZZP’ers) die als werknemer worden beschouwd.
1.3 Begunstigde
Begunstigde voor de uitkering is de werknemer en de in artikel 6:108 BW genoemde vorderingsgerechtigden indien de werknemer als gevolg van het ongeval komt te overlijden. Indien bij overlijden van de werknemer blijkt dat geen vorderingsgerechtigde bestaat, vervalt het recht op uitkering. In geen geval zal de uitkering krachtens deze verzekering vervallen aan de Staat, of zal deze uitkering ter voldoening van de schulden van de werknemer beschikbaar worden gesteld.
1.4 Diensttijd
De periode dat een werknemer werkzaamheden verricht voor verzekeringnemer. Hieronder worden ook verstaan de normale werkonderbrekingen en de periode dat de werknemer in opdracht van verzekeringnemer aan het verkeer deelneemt.
1.5 Motorrijtuig
Het motorrijtuig dat ten tijde van de schadeveroorzakende gebeurtenis door de werknemer wordt bestuurd.
1.6 Bestuurder
Degene die het motorrijtuig daadwerkelijk bestuurt.
1.7 Verkeersdeelnemer
Degene die deelneemt aan het verkeer per fiets, als voetganger, als passagier van een voertuig waarvoor geen wettelijke verzekeringsplicht geldt of die als passagier gebruikt maakt van het openbaar vervoer.
1.8 Woon- werkverkeer
Het verkeer tussen het verblijfsadres van de werknemer en de locatie waar de werkzaamheden worden uitgevoerd, via de meest gangbare route voor zover dit redelijkerwijs mogelijk is. Zonder dat er onderweg in opdracht van de werkgever werkzaamheden worden verricht.
1.9 Ongeval
Een onvoorzien, plotseling, onverwacht van buitenaf inwerkend geweld waardoor direct zaakschade en/of personenschade ontstaat. Met een ongeval worden gelijkgesteld:
a. verbranding, bevriezing, blikseminslag, elektrische ontlading, verdrinking, verstikking, zonnesteek;
b. binnenkrijgen van ziektekiemen door onvrijwillige val in water of in enige andere vloeibare stof;
c. uitputting, verhongering of verdorsting als gevolg van onvrijwillige afzondering van de buitenwereld;
x. wondinfectie en bloedvergiftiging rechtstreeks verband houdend met een ongeval;
e. verergering of complicaties van ongevalsletsel als rechtstreeks gevolg van eerstehulpverlening of medische behandeling van ongevalsletsels;
f. acute vergiftiging door het ongewild binnenkrijgen van giftige stoffen (niet zijnde virussen of bacteriële ziektekiemen), voor zover niet toe te schrijven aan alcohol, verdovende-, opwekkende-, slaap- en geneesmiddelen, waaronder soft- en harddrugs.
1.10 Bruto jaarsalaris
Als bruto jaarsalaris wordt aangenomen twaalf maal het bruto maandsalaris vermeerderd met het bruto vakantiegeld met uitsluiting van eventuele andere emolumenten die als behorende tot het inkomen zouden kunnen worden aangemerkt.
1.11 Blijvende invaliditeit
Een blijvend geheel of gedeeltelijk verlies of functieverlies van enig deel of orgaan van het lichaam van de werknemer.
1.12 Personenschade
Schade door letsel of aantasting van de fysieke en/of mentale gezondheid van de werknemer, al dan niet de dood ten gevolge hebbende, met inbegrip van de daaruit voortvloeiende schade.
1.13 Zaakschade
Xxxxxx door beschadiging, vernietiging of verloren gaan van zaken van de werknemer met inbegrip van de daaruit voortvloeiende schade.
1.14 Bereddingskosten
Kosten en op geld waardeerbare opofferingen verbonden aan maatregelen, die door of namens verzekerde worden getroffen en redelijkerwijs geboden zijn om het
onmiddellijk dreigend gevaar van het ontstaan van schade door een verzekerde gebeurtenis af te wenden of om schade als gevolg van een verzekerde gebeurtenis te beperken.
Artikel 2 Algemeen
2.1 Algemene Verzekeringsvoorwaarden
Indien en voor zover hiervan in deze voorwaarden niet uitdrukkelijk wordt afgeweken, blijven de Algemene Verzekeringsvoorwaarden, die worden geacht één geheel met deze voorwaarden uit te maken, van toepassing.
2.2 Verwijzing
Verwijzing heeft uitsluitend plaats naar artikelen van deze voorwaarden, tenzij anders aangegeven.
2.3 Einde verzekering
De verzekering eindigt van rechtswege zodra de activiteiten van verzekeringnemer in de verzekerde hoedanigheid zijn beëindigd.
Artikel 3 Premie
3.1 Premievaststelling
a. De jaarpremie wordt vastgesteld op basis van door of namens de verzekeringnemer verstrekte gegevens, die bij aanvang van de verzekering of van het verzekeringsjaar op verzoek van de verzekeraar door de verzekeringnemer zijn/worden verstrekt.
b. Na het verstrijken van ieder verzekeringsjaar is de verzekeringnemer verplicht de door de verzekeraar aan hem gevraagde informatie te verstrekken. Op basis van deze informatie zal de premie voor het eerstkomende verzekeringsjaar opnieuw worden vastgesteld. De verzekeringnemer is verplicht deze informatie binnen drie maanden nadat de verzekeraar daarom verzoekt te verstrekken. Wordt aan deze verplichting niet voldaan, dan heeft de verzekeraar het recht de premie voor het eerstkomende verzekeringsjaar vast te stellen door de jaarpremie te verhogen met 25% of zoveel meer als de verzekeraar op grond van de door haar verzamelde gegevens redelijk acht.
Vaststelling van de premie als bedoeld in dit artikel kan geen aanleiding zijn tot beëindiging van de verzekering op grond van het bepaalde in het artikel ter zake van aanpassing van premie en/of voorwaarden in de Algemene Verzekeringsvoorwaarden.
3.2 Premiekorting
a. Op de premie voor ieder verzekeringsjaar zal een korting worden verleend. De hoogte van de korting is afhankelijk van het schadepercentage van het voorgaande schadejaar en wordt vastgesteld aan de hand van de volgende tabel:
Schadepercentage | Kortingspercentage |
0% | 30% |
Tot 5% | 25% |
Van 5% tot 10% | 20% |
Van 10% tot 15% | 15% |
Van 15% tot 20% | 10% |
Van 20% tot 25% | 5% |
Het schadepercentage wordt berekend door alle betaalde, gereserveerde, te verhalen en verhaalde schaden en kosten van het direct voorafgaande schadejaar af te zetten tegen de in rekening gebrachte premie van het direct voorafgaande verzekeringsjaar.
Het verzekeringsjaar loopt telkens van 1 januari tot en met 31 december. Het schadejaar loopt telkens van 1 november tot en met 31 oktober.
b. De verzekeringnemer behoudt recht op premiekorting indien de verzekeraar:
1. het uitgekeerde bedrag ten volle heeft verhaald;
2. uitsluitend vanwege het bestaan van een schaderegelingovereenkomst met een andere verzekeraar het uitgekeerde bedrag niet of slechts ten dele heeft kunnen verhalen.
3.3 Indexering
a. De verzekeraar heeft het recht de premie per hoofdpremievervaldag te verhogen of verlagen met een percentage dat wordt ontleend aan de consumentenprijsindex van het Centraal Bureau voor de Statistiek.
b. Aanpassing van de premie door in de hiervoor onder sub a. vermelde indexering geeft verzekeringnemer geen recht tot opzegging van de verzekering dan wel productmodule.
Artikel 4 Omvang van de dekking
4.1 Ongevalsdekking
De verzekering geeft dekking voor de schade die de werknemer lijdt als gevolg van een ongeval dat tijdens de looptijd van deze verzekering heeft plaatsgevonden. De omvang van de dekking staat omschreven in de bijzondere voorwaarden.
4.2 Verzekerd bedrag
a. Rubriek A
De verzekering dekt voor alle werknemers samen de schade tot ten hoogste het op het polisblad vermelde verzekerd bedrag per gebeurtenis. De vaststelling van de schadevergoeding geschiedt overeenkomstig de regeling in afdeling 6.1.10 BW. Op artikel 6:101 BW zal geen beroep worden gedaan voor zover de eigen schuld betrekking heeft op het ontstaan van het ongeval, behoudens de uitsluitingen genoemd onder artikel 5;.
b. Rubriek B
Het totaal van de uitkering(en) onder rubriek B, inclusief de wettelijke rente, zal, in geval van blijvende invaliditeit of overlijden, nooit meer bedragen dan het op het polisblad vermelde verzekerde bedrag.
4.3 Extra overlijdensdekking
De verzekering geeft recht op een uitkering als de verzekeringnemer of een verzekerde die is genoemd in artikel 1.2 als rechtstreeks gevolg van een ongeval komt te overlijden. Voorwaarde is dat het ongeval tijdens de looptijd van deze verzekering heeft plaatsgevonden en de persoon binnen 3 jaar na het ongeval overlijdt. Deze uitkering bij overlijden bedraagt € 25.000,- per persoon. De uitsluitingen die staan vermeld in artikel 5.3 zijn niet op deze overlijdensdekking van toepassing.
4.4 Maximale vergoedingen
a. Het totaal van de uitkeringen, zoals vermeld in artikel 4.2 a, is per verzekeringsjaar beperkt tot maximaal tweemaal het op het polisblad vermelde verzekerd bedrag;
b. Het totaal van de uitkering(en), inclusief de wettelijke rente, op grond van de dekkingen zoals vermeld in de artikelen 4.2 b en 4.3 zal nooit meer bedragen dan € 225.000,- per persoon, of € 1.250.000,- per gebeurtenis voor alle personen tezamen, ongeacht het vermelde verzekerde
bedrag. Als bij de vaststelling van de uitkering(en) per gebeurtenis blijkt dat de uitkering hoger zou zijn dan € 1.250.000,- dan zal per persoon naar rato worden uitgekeerd tot het maximum van € 1.250.000,-
4.5 Extra dekking
De verzekering dekt, ongeacht of daardoor het verzekerd bedrag wordt overschreden:
a. de kosten van met goedvinden of op verlangen van de verzekeraar gevoerde procedures en in haar opdracht verleende rechtsbijstand;
b. de wettelijke rente over het door de verzekering gedekte gedeelte van de hoofdsom;
c. de bereddingskosten alsmede de schade aan zaken, die worden ingezet teneinde de schade te voorkomen of te beperken. Deze kosten worden vergoed tot een maximum van 50% van het verzekerd bedrag.
4.6 Samenloop van verzekeringen
Indien de schade, die onder deze verzekering is gedekt, ook is gedekt onder een polis bij een andere verzekeraar of daaronder gedekt zou zijn indien deze verzekering niet zou hebben bestaan, dan loopt deze verzekering slechts als excedent boven de dekking die onder de andere polis is verleend, of verleend zou zijn, indien onderhavige verzekering niet zou hebben bestaan.
4.7 Einde van de dekking
De dekking eindigt automatisch voor een werknemer:
a. waarmee de arbeidsovereenkomst is beëindigd;
b. die gepensioneerd is (tenzij het dienstverband met de verzekeringnemer wordt voortgezet);
c. die niet meer vanuit een gezagsverhouding in opdracht van verzekeringnemer werkzaamheden verricht.
Artikel 5 Uitsluitingen
Naast de uitsluitingen genoemd in de Algemene Verzekeringsvoorwaarden geeft de verzekering geen dekking voor schade:
5.1 Omstandigheden
a. waarvoor verzekeringnemer aansprakelijk is op basis van artikel 7:658 BW. Deze uitsluiting geldt niet voor schade die is veroorzaakt met of door een motorrijtuig;
b. voortgevloeid uit of verband houdend met asbest of asbesthoudende zaken;
c. door opzet of grove schuld van de werknemer of van een bij de uitkering belanghebbende. Voor zelfverminking, zelfmoord of een poging daartoe bestaat geen dekking, ongeacht of de werknemer bij het uitvoeren van zijn voornemen al dan niet toerekeningsvatbaar was;
d. bij vechtpartijen of waagstukken anders dan tot rechtmatige (zelf)verdediging, redding of behoud van personen, dieren of goederen;
e. door ziekte of door geneeskundige behandeling met inbegrip van elke vorm van bestraling, tenzij zodanige behandeling of bestraling plaats had in verband met een ongeval of ongevalsgevolg, waarvoor door de verzekeraar op grond van deze polis uitkering werd of wordt verleend;
f. door het plegen van of de deelneming aan een misdrijf of een poging daartoe;
g. door gebruik van alcohol of door geneesmiddelen, verdovende, slaap-, opwekkende of soortgelijke middelen, waaronder soft- en harddrugs;
h. bij deelname aan of de voorbereiding tot snelheids-, record-, prestatie- en betrouwbaarheidswedstrijden met motorrijtuigen en motorvaartuigen;
i. tijdens deelneming aan beroepssport;
j. bij voorbereiding tot of deelname aan gevechtssporten, dan wel wedstrijden met motorrijtuigen, rijwielen, paarden, ski-, slede-, ijshockey-, skelter- of rugbywedstrijden of tijdens berg- of gletsjertochten die in de regel niet zonder gids worden ondernomen of ontdekkingsreizen;
k. tijdens het beoefenen van enige gevaarlijke sport zoals bijvoorbeeld abseilen, bungee- of basejumping. Een sport dient als gevaarlijk te worden aangemerkt, indien dat naar maatschappelijke normen als zodanig wordt beschouwd;
l. ten gevolge van deelneming aan luchtvaart anders dan als passagier die rechtmatig verblijft in een voor passagiersvervoer ingericht luchtvaartuig, terwijl dit voor burgerlijk luchtverkeer wordt gebruikt;
m. als amateurzweefvlieger of als passagier van een zweefvliegtuig, tenzij wordt deelgenomen aan het burgerlijk luchtverkeer en het vliegtuig wordt bediend door een piloot die in het bezit is van een geldig zweefvliegbrevet;
n. tijdens of door de beoefening van onderwatersport waarbij gebruik wordt gemaakt van zogenoemde onderwaterapparatuur.
5.2 Niet verzekerde bestuurder of verkeersdeelnemer
a. indien de bestuurder niet bevoegd was het motorrijtuig te besturen of te bedienen.
b. indien de bestuurder niet in het bezit was van een geldig en voor het besturen van het desbetreffende type motorrijtuig, al dan niet met aanhangwagen, voorgeschreven rijbewijs, tenzij slechts verzuimd was het rijbewijs te verlengen en de geldigheid minder dan twaalf maanden was verlopen.
c. indien de bestuurder of verkeersdeelnemer onder zodanige invloed van alcoholhoudende dranken en/of enig bedwelmend of opwekkend middel of geneesmiddel verkeerde, dat hij niet in staat kon worden geacht aan het verkeer deel te nemen, dan wel dat hem dit door de wet of overheid is of zou zijn verboden, dan wel indien de bestuurder of verkeersdeelnemer geweigerd heeft mee te werken aan een ademtest, bloed- of urineproef of enig ander onderzoek door daartoe bevoegde overheidsbeambten.
5.3 Andere verzekeringen
a. veroorzaakt met of door een motorrijtuig waarvoor een WAM-verzekering of soortgelijke buitenlandse verplichte verzekering dekking geeft. Deze verzekering is zodoende altijd secundair aan een WAM-verzekering of soortgelijke buitenlandse verplichte verzekering;
b. waarvoor de werknemer een aanspraak op een uitkering heeft uit hoofde van een sociale verzekering of voorziening of uit hoofde van het arbeidsrecht. Het bedrag van de uitkering waarop de werknemer aanspraak kan maken wordt op de schadevergoeding in mindering gebracht;
c. waarvoor de werknemer verzekerd is op grond van een andere private verzekering en waaraan hij rechten kan ontlenen of zou kunnen ontlenen indien onderhavige verzekering niet zou bestaan. Het bedrag van de verzekeringsuitkering van een dergelijke private verzekering waarop de werknemer recht heeft, wordt op de schade in mindering gebracht.
Artikel 6 Verplichtingen bij een ongeval
De verzekeringnemer en de werknemer of zijn erfgenamen zijn verplicht, onverminderd het bepaalde in artikel 9 van de Algemene Verzekeringsvoorwaarden, in geval van schade of ongeval:
6.1 Verplichtingen van de werknemer
a. zich direct onder geneeskundige behandeling te (doen) stellen en alles in het werk te stellen om een spoedige genezing te bevorderen;
b. hiervan de verzekeraar in kennis te stellen en wel zo spoedig mogelijk na het ongeval, uiterlijk binnen veertien dagen, onder overlegging van alle bescheiden;
c. zich op verzoek en kosten van de verzekeraar door een door de verzekeraar aangewezen arts te doen onderzoeken;
d. zich op verzoek en kosten van de verzekeraar voor een onderzoek te doen opnemen in een door de verzekeraar aan te wijzen ziekenhuis of andere medische inrichting;
e. de verzekeraar direct in kennis te stellen van zijn geheel of gedeeltelijk herstel;
f. alle door de verzekeraar gewenste gegevens te verstrekken;
g. geen feiten of omstandigheden te verzwijgen die voor de vaststelling van de uitkering en/ of vergoedingen van belang zijn.
6.2 Verplichtingen van de erfgenamen
a. waardoor direct levensgevaar voor de werknemer bestaat, direct mededeling aan de verzekeraar te doen;
b. waardoor de werknemer is overleden, direct doch uiterlijk binnen 48 uur mededeling aan de verzekeraar te doen (bij voorkeur telefonisch of per faxbericht);
c. hun toestemming en medewerking te verlenen tot het nemen van alle maatregelen die de verzekeraar nodig acht ter vaststelling van de doodsoorzaak, waaronder sectie en exhumatie;
d. alle door de verzekeraar gewenste gegevens te verstrekken;
e. geen feiten of omstandigheden te verzwijgen die voor de vaststelling van de uitkering van belang zijn;
f. de verzekeraar te machtigen bij derden inlichtingen in te winnen;
g. alles in het werk te stellen om gevolgen van het ongeval te beperken;
Indien de hierboven 6.1 en 6.2 genoemde verplichtingen niet worden nagekomen vervalt ieder recht op uitkering.
6.3 Verplichtingen van de verzekeringnemer
zijn volle medewerking te verlenen aan het nakomen van de onder 6.1 en 6.2 genoemde verplichtingen door de werknemer of de erfgenamen.
Artikel 7 Vaststelling van uitkering en/of vergoedingen
1. De verzekeraar is belast met de regeling en vaststelling van de schade. Hij heeft het recht werknemers rechtstreeks schadeloos te stellen en met hen schikkingen te treffen. Aanspraken van benadeelden tot vergoeding van personenschade zullen worden behandeld en afgewikkeld met inachtneming van het bepaalde in artikel 7:954 BW.
2. In geval van beschadiging van zaken van de werknemer worden door de verzekeraar de reparatiekosten vergoed tot ten hoogste het verschil tussen de dagwaarde onmiddellijk voor het ontstaan van de schade en de waarde van de restanten . Zijn de reparatiekosten hoger of is sprake van verlies van zaken, dan wordt het verschil vergoed.
3. Voor zaakschade kan aanspraak worden gemaakt op vergoeding als de omvang van de schade ten minste € 750,- bedraagt.
4. De aanspraak op uitkering wordt door de verzekeraar beoordeeld aan de hand van de gegevens van door hem aan te wijzen medische en andere deskundigen.
5. De uitkering wegens overlijden wordt vastgesteld zodra het onderzoek naar het ongeval, de doodsoorzaak en het verband tussen beiden door de verzekeraar is afgesloten.
6. Blijvende invaliditeit
a. De uitkering wegens blijvende invaliditeit wordt vastgesteld, zodra:
1. een blijvende toestand is ingetreden, of
2. 36 maanden na het ongeval zijn verstreken.
b. Indien de werknemer overlijdt voordat de mate van invaliditeit is vastgesteld, bestaat geen recht op uitkering, tenzij het overlijden geen rechtstreeks en onmiddellijk gevolg is van het ongeval, in welk geval de mate van invaliditeit wordt vastgesteld aan de hand van de aan de verzekeraar laatst bekende gegevens en de uitkering wordt gefixeerd ter grootte van de uitkering die vermoedelijk zou zijn bepaald, indien de werknemer niet was overleden;
7. De vaststelling van de mate van blijvende invaliditeit zal in Nederland plaatsvinden, ook al is een werknemer na het ongeval, of was werknemer ten tijde van het ongeval in het buitenland. De werknemer zal in dat geval op eigen kosten naar Nederland terug dienen te komen ter vaststelling van de definitieve mate van blijvende invaliditeit. Voldoet werknemer hieraan niet, dan vervalt daarmee zijn recht op uitkering, tenzij anders is overeengekomen.
Artikel 8 Bijzondere voorwaarden
8.1 Rubriek A: Werkgerelateerde ongevallen
a. Omschrijving van de dekking
Onder deze rubriek wordt, met inachtneming van het bepaalde in de Algemene Verzekeringsvoorwaarden, alsmede deze voorwaarden Goed Werkgeverschap Verzekering, dekking verleend voor ongevallen tijdens:
1. de uitoefening van werkzaamheden;
2. andere activiteiten die te maken hebben met het bedrijf van verzekeringnemer, zoals bedrijfsuitjes, bedrijfsfestiviteiten, opleidingen en zakenreizen;
3. een andere situatie buiten diensttijd die te maken heeft met het bedrijf van verzekeringnemer, als verzekernemer daarvoor op grond van artikel 7:611 BW als goed werkgever een financiële voorziening dient te treffen;
4. woon- werkverkeer.
b. Schade aan een privé motorrijtuig
De verzekering dekt uitsluitend de schade aan een door de werknemer bestuurd motorrijtuig waarvan hij eigenaar of houder is. Als het motorrijtuig casco verzekerd is, dekt deze verzekering uitsluitend het verlies aan korting voor schadevrij rijden voor maximaal twee jaar en het eigen risico van de cascoverzekering;
8.2 Rubriek B: Ongevallen in overige situaties
a. Omschrijving van de dekking
Onder deze rubriek wordt, met inachtneming van het bepaalde in de Algemene Verzekeringsvoorwaarden, alsmede deze voorwaarden Goed Werkgeverschap Verzekering, dekking verleend indien de werknemer overlijdt of blijvend invalide wordt ten gevolge van een
bij een ongeval opgelopen lichamelijk letsel tijdens andere dan in rubriek A genoemde situaties;
b. Verzekerden
Deze rubriek is uitsluitend van toepassing voor werknemers met een arbeidsovereenkomst zoals genoemd in artikel 1.2 a.
c. Bij overlijden
De verzekering geeft dekking tot het op het polisblad genoemde bedrag wegens overlijden indien verzekerde als rechtstreeks gevolg van een binnen de geldigheidsduur van de verzekering overkomen ongeval binnen drie jaar na het ongeval overlijdt.
d. Bij blijvende invaliditeit
1. Verzekerd bedrag
De verzekering biedt dekking indien werknemer als rechtstreeks gevolg van een binnen de geldigheidsduur van de verzekering overkomen ongeval binnen drie jaar na het ongeval blijvend invalide wordt. De uitkering bedraagt een aan de mate van invaliditeit gerelateerd percentage van het op het polisblad genoemde verzekerde bedrag voor blijvende invaliditeit, zoals hierna is aangegeven.
Bij het als gevolg van traumatische beschadiging van de hersenen volledig verloren | |
gaan van de geïntegreerde complexe hogere hersenfuncties | 100% |
Bij het als gevolg van traumatische beschadiging van de hersenen volledig verloren | |
gaan van het vermogen tot taalgebruik | 90% |
Bij algehele ongeneeslijke verlamming | 100% |
Bij algeheel verlies of functieverlies van: | |
de arm tot in het schoudergewricht | 75% |
de hand tot in het polsgewricht | 60% |
de duim | 25% |
de wijsvinger | 15% |
de middelvinger | 12% |
de ringvinger of de pink | 10% |
het been tot in het heupgewricht | 70% |
de voet tot in het enkelgewricht | 50% |
de grote teen | 10% |
iedere andere teen | 5% |
de reuk | 15% |
de smaak | 5% |
een nier of de milt | 10% |
Bij algeheel verlies van: | |
het gezichtsvermogen van beide ogen | 100% |
het gezichtsvermogen van één oog | 30% |
het gehoor van beide oren | 50% |
het gehoor van één oor | 20% |
Van de hiervoor genoemde percentages wordt bij gedeeltelijk (functie)verlies een | |
evenredig deel uitgekeerd. |
2. In alle andere dan de onder lid d.1 genoemde gevallen van functieverlies wordt de uitkering vastgesteld aan de hand van de mate van blijvende invaliditeit, die het letsel voor het lichaam als geheel oplevert.
3. De mate van functieverlies wordt vastgesteld overeenkomstig de meest recente normen van de American Medical Association (A.M.A.) en de meest recente richtlijnen van de Nederlandse Vereniging voor Neurologie en de Nederlandse Orthopaedische Vereniging.
4. Ter zake van blijvende invaliditeit als gevolg van meerdere aan de werknemer overkomen, achtereenvolgende, ongevallen, wordt nimmer meer uitgekeerd dan het voor blijvende invaliditeit verzekerde en op het polisblad genoemde verzekerde bedrag.
5. In geval van samengesteld vinger- of handletsel zal nooit meer dan 60% van het verzekerd bedrag worden uitgekeerd.
6. Indien de verzekeraar in geval van het algeheel verlies van het gezichtsvermogen van één oog reeds 30% van het verzekerd bedrag heeft uitgekeerd, zal in geval van algeheel verlies van het gezichtsvermogen van het tweede oog 70% worden uitgekeerd.
7. Indien de verzekeraar in geval van het algeheel verlies van het gehoor van één oor reeds 20% van het verzekerd bedrag heeft uitgekeerd, zal in geval van algeheel verlies van het gehoor van het tweede oor 30% worden uitgekeerd.
8. Bij de vaststelling van de mate van blijvende invaliditeit wordt nimmer rekening gehouden met de psychische reactie op het ongeval of het daardoor veroorzaakte lichamelijk letsel of blijvende invaliditeit, ook al zou bedoelde psychische reactie op zichzelf in enige mate blijvende invaliditeit tot gevolg kunnen hebben.
e. Bestaande aandoeningen
1. Indien de werknemer voor een ongeval bekend was met een aandoening, ziekte of gebrek, wordt niet meer uitgekeerd dan wanneer het ongeval een geheel valide en gezond persoon zou zijn overkomen;
2. Bij een voor het ongeval aanwezig gedeeltelijk (functie)verlies van enig orgaan of lichaamsdeel, vindt een evenredige vermindering van de uitkering plaats.
f. Beroep / bezigheden
Voor de vaststelling van de mate van blijvende invaliditeit blijven het beroep en de bezigheden van de werknemer buiten beschouwing.
g. Whiplash
Ten aanzien van acceleratie-/deceleratietrauma van de cervicale wervelkolom, waarbij sprake is van klachten, maar zonder objectieve verschijnselen, en waarbij verder wordt voldaan aan de criteria van het whiplashsyndroom zoals opgesteld door de Nederlandse Vereniging voor Neurologie, wordt bepaald dat hiervoor maximaal 5% van het verzekerd bedrag bij blijvende invaliditeit wordt uitgekeerd. Aanwijzingen voor afwijkingen die met hulponderzoek, zoals neuropsychologische testen of vestibulair onderzoek, zijn verkregen, geven geen recht op een uitkering boven dit maximum van 5%.
h. Hernia of uitstulping van de tussenwervelschijf
De verzekering dekt niet het ontstaan of de verergering van een ingewandsbreuk (hernia) of een uitstulping van de tussenwervelschijf (hernia nuclei pulposi).
i. Rentevergoeding
Indien de werknemer recht heeft op uitkering wegens blijvende invaliditeit en de omvang van de uitkering niet binnen twee jaar nadat het ongeval bij de verzekeraar is gemeld, kan worden vastgesteld en indien en voor zover de werknemer de in artikel 6 omschreven verplichtingen is nagekomen en dat blijft doen, verhoogt de verzekeraar de uitkering met de wettelijke rente vanaf de datum van het verstrijken van deze periode tot het tijdstip waarop de omvang van de uitkering door de verzekeraar is vastgesteld.