Polisvoorwaarden
Polisvoorwaarden
BOVAG Bedrijfswagenverzekering Verzekeringsvoorwaarden BBV2014
Algemene voorwaarden 3
Artikel 1 Begripsomschrijvingen 3
Artikel 2 Geldigheidsgebied 3
Artikel 3 Gemeenschappelijke uitsluitingen 3
Artikel 4 Verplichtingen in geval van schade en verval van rechten 4
Artikel 5 Premie 4
Artikel 6 Invloed van schadegevallen op de premie 5
Artikel 7 Wijziging van premie en/of voorwaarden 5
Artikel 8 Begin en einde van de verzekering 6
Artikel 9 Adres 6
Artikel 10 Voorrangsbepaling 6
Artikel 11 Toepasslijk recht, klachten en geschillen 6
Artikel 12 Privacybescherming 7
Bijzondere voorwaarden voor aansprakelijkheidsverzekering 8
Artikel 1 Aard van de dekking 9
Artikel 2 Ten hoogste te vergoeden bedragen 9
Artikel 3 Uitsluitingen 9
Artikel 4 Eigen risico 9
Artikel 5 Schaderegeling 9
Artikel 6 Verhaalsrecht van de verzekeraar 9
Bijzondere voorwaarden voor cascoverzekering 10
Artikel 1 Aard van de dekking 10
Artikel 2 Uitsluitingen 10
Artikel 3 Eigen risico 11
Artikel 4 Schadevergoeding 11
Artikel 5 Schaderegeling 12
Artikel 6 Verhaalsrecht van de verzekeraar 12
Dekking hulpverlening bedrijfswagens 13
Artikel 1 Omvang van de hulpverlening conform de groene kaart 13
Artikel 2 Hulpverlening in Nederland 13
Artikel 3 Hulpverlening buiten Nederland 13
Artikel 4 Kosten vervangend vervoer 13
Artikel 5 Geen recht op hulpverlening 14
Bijzondere voorwaarden voor chauffeursbagage 15
Artikel 1 Begripsomschrijvingen 15
Artikel 2 Aard van de dekking 15
Artikel 3 Vaststelling schade en schaderegeling 15
Artikel 4 Uitsluiting 15
Artikel 5 Verhaalsrecht van de verzekeraar 15
Bijzondere voorwaarden voor eigen vervoer 16
Artikel 1 Begripsomschrijvingen 16
Artikel 2 Aard van de dekking 16
Artikel 3 Verzekerd bedrag 16
Artikel 4 Eigen risico 16
Artikel 5 Vaststelling schade en schaderegeling 17
Artikel 6 Uitsluiting 17
Artikel 7 Verhaalsrecht van de verzekeraar 17
Bijzondere voorwaarden voor ongevallenverzekering voor inzittenden 18
Artikel 1 Begripsomschrijvingen 18
Artikel 2 Aard van de dekking 18
Artikel 3 Uitkeringsgerechtigden 18
Artikel 4 Verplichtingen in geval van een ongeval 19
Artikel 5 Uitsluitingen 19
Artikel 6 Uitkering bij overlijden 19
Artikel 7 Uitkering bij blijvende invaliditeit 20
Artikel 8 Tijdelijk gebruik van een ander motorrijtuig 20
Bijzondere voorwaarden voor schadeverzekering voor inzittenden 21
Artikel 1 Begripsomschrijvingen 21
Artikel 2 Aarde van de dekking 21
Artikel 3 Vaststelling van schade en schaderegeling 21
Artikel 4 Uitsluitingen 22
Artikel 5 Tijdelijk gebruik van een ander motorrijtuig 22
Grondslag van de verzekering
Deze verzekering beantwoordt aan het vereiste van onzekerheid als bedoeld in artikel 7:925 BW indien en voor zover de schade, op vergoeding waarvan aanspraak wordt gemaakt, het gevolg is van een gebeurtenis waarvan voor partijen ten tijde van het sluiten van de verzekering onzeker was dat daaruit voor de verzekerde schade was ontstaan dan wel naar de normale loop van omstandigheden nog zou ontstaan.
De in de Bijzondere voorwaarden vermelde dekkingen zijn van toepassing voor zover dit uit het polisblad blijkt.
Algemene voorwaarden
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verzekeringsvoorwaarden wordt verstaan onder:
1.1 Bereddingskosten
Kosten van maatregelen die tijdens de verzekeringstermijn door of vanwege een verzekerde schade worden getroffen en redelijkerwijs geboden zijn om het onmiddellijk dreigende gevaar van schade af te wenden of om die gedekte schade te beperken. Onder kosten van maatregelen wordt in dit verband mede verstaan schade aan zaken die bij het nemen van de hier bedoelde maatregelen worden ingezet.
1.2 BOVAG autobedrijf
Bij BOVAG aangesloten onafhankelijke autobedrijven en autodealers.
1.3 Bovemij Financiële Diensten B.V.
Bovemij Financiële Diensten B.V. gevestigd in Nijmegen. Als gevolmachtigd agent namens NV Schadeverzekering-Maatschappij Bovemij behandelen, accepteren en verwerken wij o.a. de BOVAG Bedrijfswagenverzekering. Vergunningsnummer: 12010584.
1.4 Eigen risico
Het overeengekomen bedrag dat van elke schade voor rekening van verzekerde blijft.
1.5 Gebeurtenis
Onder gebeurtenis wordt verstaan elk voorval of reeks met elkaar verband houdende die schade in de zin van de polis veroorzaakt. Alle voorvallen van een reeks worden geacht te zijn ontstaan op het tijdstip waarop het eerste voorval is ontstaan.
1.6 Polis
Het polisblad, de algemene voorwaarden, de van toepassing verklaarde Bijzondere voorwaarden en de polisaanhangsels.
1.7 Polisblad
Het blad met de gegevens en de nadere bepalingen omtrent de voorwaarden van de verzekerde onderdelen.
1.8 Verzekeraar
NV Schadeverzekering-Maatschappij Bovemij te Nijmegen. Vergunningsnummer: 12000483.
1.9 Verzekerden
Als verzekerde wordt beschouwd de verzekeringnemer, alsmede ieder ander die met diens uitdrukkelijke of stilzwijgende achting een zitplaats in het verzekerd voertuig heeft ingenomen.
1.10 Verzekeringnemer
Degene die de verzekeringsovereenkomst met verzekeraar is aangegaan. Indien de verzekeringnemer een niet-natuurlijke persoon is, wordt het bestuur daarvan met de verzekeringnemer gelijkgesteld.
1.11 Verzekeringsvoorwaarden
De algemene verzekeringsvoorwaarden zijn van toepassing voor zover daarvan in de (Bijzondere) voorwaarden van de verzekerde rubrieken niet wordt afgeweken. In het geval dat de in de rubriek(en) opgenomen voorwaarden afwijken van de algemene voorwaarden, zijn de in de rubriek(en) opgenomen voorwaarden bepalend voor de uitvoering van deze verzekeringsovereenkomst. Bij strijdigheid tussen de algemene voorwaarden en de (Bijzondere) voorwaarden van de verzekerde rubrieken hebben deze laatste voorrang. Verwijzing vindt uitsluitend plaats naar artikelen van onderhavige voorwaarden, tenzij anders aangegeven.
Artikel 2 Geldigheidsgebied
De verzekering geldt voor gebeurtenissen in de landen die zijn vermeld op het bij deze verzekering behorende internationale verzekeringsbewijs (groene kaart) en voor gebeurtenissen die plaatsvinden tijdens het vervoer van het motorrijtuig tussen die landen, tenzij het land op de groene kaart is doorge- haald en/of uit het polisblad anders blijkt.
Artikel 3 Gemeenschappelijke uitsluitingen
De volgende uitsluitingen zijn op alle Bijzondere voorwaarden van toepassing, voor zover daarin niet uitdrukkelijk wordt afgeweken. De verzekering geeft geen dekking indien:
3.1 Geen rijbevoegdheid
de bestuurder van het motorrijtuig:
- niet in het bezit is van een geldig en voor het motorrijtuig wettelijk voorgeschreven rijbewijs, of
- op grond van een ontzegging of een vonnis niet tot het besturen van het motorrijtuig bevoegd is;
3.2 Opzet of roekeloosheid
een verzekerde of iemand die bij de uitkering belang heeft de schade met opzet of door roekeloosheid veroorzaakt;
3.3 Aanhangwagens e.d.
met betrekking tot de dekking, zoals omschreven in artikel 1.2 van de Bijzondere voorwaarden voor aansprakelijkheid dekt de verzekering de aansprakelijkheid uitsluitend indien en voor zover deze aansprakelijkheid gegrond is op artikel 3a van de WAM;
3.4 Verhuur, andere gebruiksdoeleinden e.d.
het motorrijtuig wordt gebruikt voor, tenzij dit uitdrukkelijk op het polisblad vermeld,:
- verhuur;
- vervoer van personen tegen betaling, tenzij het vervoer niet beroeps - of bedrijfsmatig plaatsvindt en de betaling uitsluitend een tegemoetkoming in de kosten betreft;
- andere doeleinden dan op het polisblad of het aanvraagformulier is vermeld;
3.5 Wedstrijden e.d.
met het motorrijtuig wordt deelgenomen aan:
- een snelheidswedstrijd of -rit;
- een behendigheids- of regelmatigheidswedstrijd of -rit, die niet geheel binnen Nederland plaatsvindt;
3.6 Molest
de schade is veroorzaakt door of ontstaan uit een gewapend conflict, burgeroorlog, opstand, binnenlandse onlusten, oproer of muiterij. De begripsomschrijvingen van molest zijn door het Verbond van Verzekeraars in Nederland ter griffie van de Arrondissementsrechtbank te ’s-Gravenhage gedeponeerd.
3.7 Atoomkernreacties
de schade is veroorzaakt door, opgetreden bij of voortgevloeid uit atoomkernreacties, onverschillig hoe deze zijn ontstaan.
De uitsluitingen genoemd in de artikelen 3.1 t/m 3.5 gelden niet voor de verzekerde die aantoont, dat de desbetreffende omstandigheden zich buiten zijn weten of tegen zijn wil hebben voorgedaan en dat hem ten aanzien daarvan redelijkerwijs niets valt te verwijten.
Artikel 4 Verplichtingen in geval van schade en verval van rechten
Zodra de verzekeringnemer of de tot uitkering gerechtigde op de hoogte is of behoort te zijn van een gebeurtenis die voor de verzekeraar tot een uitkeringsplicht kan leiden, is hij verplicht:
4.1 Schademeldingsplicht
4.1.1 die gebeurtenis zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk is aan de verzekeraar te melden;
4.1.2 in geval van diefstal van, braak aan of poging daartoe, oplichting, verduistering van of joyriding met het verzekerde motorrijtuig, daarvan tevens aangifte te doen bij de politie of justitie. De verzekeraar is gerechtigd de gegevens van het gestolen motorrijtuig aan te melden bij het Vermiste Objecten Register ten behoeve van het terugvinden van het motorrijtuig.
4.2 Schade-informatieplicht
4.2.1 binnen redelijke termijn aan de verzekeraar alle inlichtingen en bescheiden te verschaffen, die voor de verzekeraar van belang zijn om zijn uitkeringsplicht te beoordelen.
4.3 Medewerkingsplicht
4.3.1 zijn volle medewerking te verlenen en alles na te laten wat de belangen van de verzekeraar zou kunnen benadelen.
4.4 Verval van rechten
4.4.1 Aan deze verzekering kunnen geen rechten worden ontleend indien één of meer van genoemde verplichtingen in geval van schade niet is nagekomen en daardoor de belangen van de verzekeraar zijn geschaad.
4.4.2 In ieder geval vervalt elk recht uit hoofde van deze verzekering indien één of meer van genoemde verplichtingen in geval van schade niet is nagekomen met het opzet de verzekeraar te misleiden, tenzij deze misleiding het verval van recht op uitkering niet rechtvaardigt.
4.4.3 Indien niet binnen 1 jaar na de datum waarop de verzekeraar schriftelijk heeft medegedeeld in geval van schade geen verplichtingen (meer) te hebben daartegen een rechtsvordering is ingesteld, vervalt het recht op uitkering ter zake van die schade.
Artikel 5 Premie
5.1 Premiebetaling in het algemeen
De verzekeringnemer dient de premie, de kosten en de assurantiebelasting vooruit te betalen, doch uiterlijk op de 30e dag nadat zij verschuldigd worden.
5.2 Niet tijdige betaling
Indien de verzekeringnemer het verschuldigde bedrag niet tijdig betaalt of weigert te betalen, eindigt de dekking met ingang van de 15e dag nadat de verzekeraar een herinnering tot betaling heeft verzonden.
Een gedeeltelijke betaling wordt beschouwd als niet tijdige betaling van het openstaande bedrag. De verzekeringnemer dient het verschuldigde bedrag alsnog te betalen, vermeerderd met eventuele incassokosten en wettelijke rente. De dekking gaat weer in op de dag volgend op de dag waarop het hiervoor bedoelde verschuldigde bedrag door de verzekeraar is ontvangen, tenzij de verzekeraar de verzekering reeds schriftelijk heeft opgezegd.
5.3 Terugbetaling van premie
Bij beëindiging van de verzekering, anders dan wegens kwade trouw van de verzekeringnemer, betaalt de verzekeraar de reeds betaalde premie terug over de termijn waarin de verzekering niet meer van kracht is geweest. Op dit restitutiebedrag zal in mindering worden gebracht 25% aan administratiekosten, met een maximum van € 15,00.
5.4 Premieberekening
De premie wordt afhankelijk van de dekking onder meer gebaseerd op veranderlijke gegevens als:
- het gewicht, zijnde het eigen gewicht eventueel verhoogd met het laadvermogen, van het motorrijtuig;
- de catalogus- of dagwaarde van het motorrijtuig;
- de regio van de woon- of vestigingsplaats van de verzekeringnemer of de regelmatige bestuurder;
- de aard van het gebruik van het motorrijtuig;
- de leeftijd van de regelmatige bestuurder;
- het aantal schadevrije jaren te bepalen door het verschil tussen de werkelijke trede op de bonus/malusladder en de trede van inschaling. De verzekeringnemer is verplicht bij wijziging in de hiervoor genoemde gegevens de verzekeraar onmiddellijk in kennis te stellen, waarna de premie en de bonus/malustrede door de verzekeraar kan worden aangepast. Indien de verzekeraar een onjuistheid in de genoemde gegevens constateert, heeft de verzekeraar het recht een vergoeding van schade en kosten te verminderen in verhouding van de betaalde premies indien bij een juiste opgave een hogere premie zou zijn berekend.
Artikel 6 Invloed van schadegevallen op de premie
6.1 Bonus/malusregeling
Deze regeling is alleen van toepassing als dit blijkt uit het polisblad.
De korting en/of toeslag is uitsluitend van toepassing op de premie voor de aansprakelijkheidsverzekering en de eventuele (beperkte) casco- verzekering. Bij aanvang van de verzekering wordt de verschuldigde premie mede bepaald door het percentage korting (resp. toeslag) behorende bij de op het polisblad vermelde trede en de in deze voorwaarden omschreven bonus/malusschaal.
De voor elk verzekeringsjaar verschuldigde premie wordt volgens deze schaal bepaald afhankelijk van het aantal schadegevallen in het laatste verzekeringsjaar, dat bij verzekeraar is aangemeld.
6.2 Geen invloed bonus/malus
De verzekeringnemer behoudt recht op premiekorting indien:
- verzekeraar geen schadevergoeding verschuldigd is, of
- verzekeraar de betaalde schade ten volle heeft verhaald, waarbij eventuele tussen verzekeraars onderling gesloten overeenkomsten van schaderegeling niet in aanmerking worden genomen, of
- verzekeraar uitsluitend schadevergoeding is verschuldigd omdat het verzekerde motorrijtuig betrokken was bij een ongeval met een voetganger of fietser en de bestuurder van het motorrijtuig, hoewel aansprakelijk voor de gevolgen van dat ongeval, kan aantonen dat hij geen verkeersovertreding of –misdrijf heeft begaan, of
- de verzekeringnemer de gedane schadevergoeding heeft terugbetaald binnen één jaar nadat hem de omvang daarvan is medegedeeld, of
- een schade-uitkering heeft plaatsgevonden op grond van de beperkte cascodekking als omschreven in de Bijzondere voorwaarden voor cascoverzekering.
- verzekeraar de betaalde schadevergoeding niet heeft kunnen verhalen op grond van de bepalingen in artikel 7:962 Burgerlijk Wetboek
6.3 Bonus/malusschaal
B/M trede | Korting/toeslag- | Nieuwe B/M-trede na: | |||
percentage: | geen schade | 1 schade | 2 schaden | 3 of meer schaden | |
20 | -75 | 20 | 14 | 8 | 1 |
19 | -75 | 20 | 14 | 8 | 1 |
18 | -75 | 19 | 13 | 7 | 1 |
17 | -75 | 18 | 12 | 7 | 1 |
16 | -75 | 17 | 11 | 6 | 1 |
15 | -75 | 16 | 10 | 6 | 1 |
14 | -75 | 15 | 9 | 5 | 1 |
13 | -67,5 | 14 | 8 | 4 | 1 |
12 | -65 | 13 | 7 | 3 | 1 |
11 | -62,5 | 12 | 6 | 2 | 1 |
10 | -60 | 11 | 6 | 2 | 1 |
9 | -55 | 10 | 5 | 1 | 1 |
8 | -50 | 9 | 4 | 1 | 1 |
7 | -45 | 8 | 3 | 1 | 1 |
6 | -40 | 7 | 2 | 1 | 1 |
5 | -30 | 6 | 1 | 1 | 1 |
4 | -20 | 5 | 1 | 1 | 1 |
3 | -10 | 4 | 1 | 1 | 1 |
2 | 0 | 3 | 1 | 1 | 1 |
1 | +25 | 2 | 1 | 1 | 1 |
Artikel 7 Wijziging van premie en/of voorwaarden
Indien de verzekeraar de premie (vóór toepassing van een regeling voor schadevrij rijden) en/of de voorwaarden herziet, mag hij voorstellen dat ook deze verzekering aan de gewijzigde premie en/of de voorwaarden wordt aangepast met ingang van de eerste (hoofd)premievervaldag na invoering daarvan. De verzekeraar doet dit voorstel voor die premievervaldag aan de verzekeringnemer.
De verzekeringnemer mag de aanpassing weigeren binnen 30 dagen na die premievervaldag, tenzij:
- de wijziging van de premie en/of de voorwaarden voortvloeit uit wettelijke regelingen of bepalingen;
- de wijziging een verlaging van de premie bij gelijkblijvende dekking inhoudt;
- de wijziging een uitbreiding van de dekking zonder verhoging van de premie inhoudt.
Indien de verzekeringnemer niet akkoord gaat met de voorgestelde wijziging, eindigt de verzekering op de premievervaldag of, bij weigering binnen 30 dagen na de premievervaldag, op het tijdstip van weigering.
Artikel 8 Begin en einde van de verzekering
8.1 Begin van de verzekering
De verzekering vangt aan op de op het polisblad genoemde ingangsdatum.
8.2 Einde van de verzekering
De verzekering eindigt op de op het polisblad genoemde einddatum en wordt verlengd overeenkomstig de op het polisblad vermelde termijn.
8.3 Opzegging door de verzekeringnemer aan de verzekeraar
De verzekeringnemer kan de verzekering schriftelijk opzeggen:
8.3.1 op ieder gewenst moment zonder dat daarbij een opzegtermijn in acht wordt genomen;
8.3.2 door de overeenkomstig artikel 7 gewijzigde premie en/of voorwaarden te weigeren;
8.3.3 binnen twee maanden nadat de verzekeraar tegenover de verzekeringnemer een beroep heeft gedaan op het niet nakomen van de mededelingsplicht bij het aangaan van de verzekering. De verzekering eindigt op de door de verzekeringnemer genoemde datum of bij gebreke daarvan op de datum van dagtekening van de opzegging.
8.4 Opzegging door de verzekeraar aan de verzekeringnemer
De verzekeraar kan de verzekering schriftelijk opzeggen:
8.4.1 met ingang van de op het polisblad vermelde einddatum, met inachtneming van een opzegtermijn van tenminste twee maanden;
8.4.2 indien de verzekeringnemer naar aanleiding van een gebeurtenis met opzet een onjuiste voorstelling van zaken heeft gegeven, met inachtneming van een opzegtermijn van tenminste veertien dagen;
8.4.3 indien de verzekeringnemer de premie niet heeft betaald binnen drie maanden nadat deze verschuldigd werd overeenkomstig de in artikel 5 vermelde bepalingen. De verzekering eindigt op de in de opzeggingsbrief vermelde datum, waarbij de bepalingen over de dekking zoals vermeld in artikel 5 ongewijzigd van kracht blijven;
8.4.4 binnen twee maanden na de ontdekking dat de verzekeringnemer de mededelingsplicht bij het aangaan van de verzekering niet is nagekomen en:
- de verzekeringnemer daarbij heeft gehandeld met het opzet de verzekeraar te misleiden, en/of
- de verzekeraar bij kennis van de ware stand van zaken de verzekering niet zou hebben gesloten. De verzekering eindigt in dit geval op de in de opzeggingsbrief genoemde datum.
8.5 Zonder opzegging
De verzekering eindigt automatisch:
8.5.1 Na verkoop of eigendomsoverdracht zodra de verzekeringnemer of zijn erfgenamen ophouden belang te hebben bij het motorrijtuig en tevens de feitelijke macht daarover verliezen. De verzekeringnemer of zijn erfgenamen moeten daarvan zo spoedig mogelijk, maar in elk geval binnen veertien dagen, aan de verzekeraar kennis geven;
8.5.2 Bij stalling in het buitenland indien het motorrijtuig in de regel in het buitenland wordt gestald. De verzekeringnemer moet daarvan zo spoedig mogelijk, maar in elk geval binnen veertien dagen, aan de verzekeraar kennis geven. De verzekering kan binnen het geldigheidsgebied van de verzekering worden voortgezet op nader overeen te komen voorwaarden tot de eerstkomende jaarlijkse (hoofd)premievervaldag;
8.5.3 Bij totaal verlies van het motorrijtuig in geval van totaal verlies van het motorrijtuig in de zin van artikel 4 onder 4.1.2 van de Bijzondere voorwaarden voor cascoverzekering en onverminderd het in artikel 1 onder 1.5 van de Bijzondere voorwaarden voor aansprakelijkheids- verzekering bepaalde ter zake van een tijdelijk vervangend motorrijtuig.
Artikel 9 Adres
Kennisgevingen door de verzekeraar worden geacht rechtsgeldig te zijn gedaan aan de verzekeringnemer, indien deze zijn gedaan aan diens laatst bij de verzekeraar bekende adres. De verzekeringnemer is verplicht de verzekeraar zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte te stellen van zijn adres- wijziging.
Artikel 10 Voorrangsbepaling
Indien in de bepalingen van de Algemene, Bijzondere en Speciale voorwaarden tegenstrijdigheden mochten bestaan, gelden de volgende voorrangsregels:
10.1 Bijzondere voorwaarden gaan voor de Algemene voorwaarden.
10.2 Speciale voorwaarden en clausules gaan voor de Algemene en Bijzondere voorwaarden.
Artikel 11 Toepasselijk recht, klachten en geschillen
11.1 Toepasselijk recht
Op deze verzekering is Nederlands recht van toepassing.
11.2 Klachten
11.2.1 Klachten over de bemiddeling, totstandkoming en uitvoering van deze verzekering dienen in eerste instantie schriftelijk te worden voorgelegd aan de directie van de verzekeraar.
11.2.2 Indien de klacht niet naar tevredenheid door de directie van de verzekeraar is behandeld, kan de verzekeringnemer zich wenden tot de: Stichting Klachteninstituut Financiële Dienstverlening
Postbus 93257 2509 AG Den Haag
11.3 Geschillen
Alle geschillen die voortvloeien uit deze verzekeringsovereenkomst zijn onderworpen aan het oordeel van de bevoegde rechter in Nederland.
Artikel 12 Privacybescherming
De bij de aanvraag van de verzekering verstrekte persoonsgegevens worden door de verzekeraar geregistreerd en verwerkt. De verzekeraar gebruikt deze gegevens voor de acceptatie en de uitvoering van deze overeenkomst, voor statistische analyses, voor het voorkomen en bestrijden van fraude en om te voldoen aan wettelijke verplichtingen. Op deze registratie is een privacyreglement van toepassing, alsmede de gedragscode “Verwerking persoonsgegevens financiële instellingen”. In deze gedragscode worden de rechten en plichten van partijen bij de gegevensverwerking weergegeven. De volledige tekst van de gedragscode kan worden opgevraagd bij het Verbond van Verzekeraars, Postbus 93450, 2509 AL Den Haag.
Bijzondere voorwaarden voor aansprakelijkheidsverzekering
De Algemene voorwaarden van de BOVAG Bedrijfswagenverzekering zijn eveneens van toepassing op de Bijzondere voorwaarden voor aansprakelijk- heidsverzekering tenzij daarvan wordt afgeweken.
De aansprakelijkheidsverzekering wordt geacht aan de door of krachtens de Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen (hierna te noemen WAM) gestelde eisen te voldoen.
Artikel 1 Aard van de dekking
1.1 In het algemeen
De verzekering dekt de aansprakelijkheid van de navolgende verzekerden:
1.1.1 de verzekeringnemer;
1.1.2 de eigenaar, de bezitter, de houder, de bestuurder van het motorrijtuig en hen die met het motorrijtuig worden vervoerd;
1.1.3 de werkgever van de onder 1.1.1 en 1.1.2 genoemde personen, indien hij krachtens artikel 6:170 BW aansprakelijk is voor de door een van hen veroorzaakte schade.
1.2 Aanhangwagens e.d.
De verzekering heeft ook betrekking op schade veroorzaakt met of door een aanhangwagen of ander voorwerp, die(dat) volgens de WAM deel uitmaakte van het motorrijtuig, indien:
1.2.1 de verzekering op die aanhangwagen of dat andere voorwerp van toepassing is verklaard;
1.2.2 het motorrijtuig volgens het kentekenbewijs een bedrijfswagen is met een ledig gewicht en laadvermogen van tezamen maximaal 3.500 kg. Aansprakelijkheid wegens schade met of door de onder 1.2.1 en 1.2.2 bedoelde aanhangwagen of dat andere voorwerp veroorzaakt, terwijl deze (die) niet volgens de WAM deel uitmaakte van het motorrijtuig, is ook gedekt, voor zover deze niet wordt gedekt door een andere verzekering;
1.2.3 met het motorrijtuig een ander motorrijtuig bij wijze van vriendendienst werd gesleept, voor zover deze schade niet wordt gedekt door een andere verzekering.
1.3 Lading e.d.
De verzekering heeft voorts betrekking op schade veroorzaakt met of door een zaak die zich bevindt in/op, valt uit/van of is gevallen uit/van het motorrijtuig of wat daarvan volgens het hiervoor, onder 1.2 bepaalde, deel uitmaakte. Aansprakelijkheid wegens schade veroorzaakt bij het laden of lossen van zaken op/in of van/uit het motorrijtuig, of wat daarvan volgens het hiervoor, onder 1.2 bepaalde deel uitmaakte, is ook gedekt, voor zover deze niet wordt gedekt door een andere verzekering.
1.4 Schade aan andere motorrijtuigen van de verzekeringnemer
De verzekering biedt ook dekking tegen de schade veroorzaakt met of door het motorrijtuig aan andere motorrijtuigen of aanhangwagens waarvan de verzekeringnemer de eigenaar of de verzekeringsplichtige houder is. Deze dekking geldt niet indien:
1.4.1 de schade niet is veroorzaakt door schuld van de bestuurder van het schadeveroorzakende motorrijtuig;
1.4.2 dat andere motorrijtuig of die aanhangwagen volgens de WAM deel uitmaakte van het in de polis omschreven motorrijtuig;
1.4.3 de schade voortvloeit uit het niet of niet behoorlijk kunnen gebruiken van dat andere motorrijtuig of die aanhangwagen, dan wel bestaat uit vermindering van de verkoopwaarde ondanks herstel van dat motorrijtuig of die aanhangwagen.
1.5 Dekking tijdelijk vervangend motorrijtuig
De verzekering heeft mede betrekking op een niet aan de verzekeringnemer toebehorend, naar type en prijsklasse gelijksoortig vervangend motorrijtuig met een Nederlands kenteken, dat tijdelijk moet worden gebruikt. Deze dekking geldt:
1.5.1 Bij reparatie of totaal verlies
Zolang het op het polisblad vermelde motorrijtuig voor reparatie of onderhoud buiten gebruik is, of in geval van totaal verlies in de zin van artikel 4 onder 4.2 van de Bijzondere voorwaarden voor cascoverzekering van het op het polisblad vermelde motorrijtuig: totdat een ander motorrijtuig ter beschikking van de verzekeringnemer staat;
1.5.2 Maximumduur
De dekking voor het tijdelijk vervangend motorrijtuig is beperkt tot een aaneengesloten periode van ten hoogste 30 dagen, te rekenen vanaf de dag waarop het op het polisblad vermelde motorrijtuig buiten gebruik is;
1.5.3 Samenloop van verzekeringen
De in dit artikel omschreven dekking geldt niet, indien ten aanzien van dat motorrijtuig een andere verzekering van kracht is waarop de schade gedekt is, of zou zijn, indien deze verzekering niet zou bestaan.
Artikel 2 Ten hoogste te vergoeden bedragen
De verzekeraar vergoedt per gebeurtenis voor alle verzekerden tezamen niet alleen de voor de verschillende soorten schade op het polisblad vermelde bedragen, maar zo nodig ook:
2.1 Hoger wettelijk voorgeschreven bedrag
Als de gebeurtenis heeft plaatsgevonden in een tot het geldigheidsgebied behorend land, waarin krachtens een met de WAM overeenkomende wet met betrekking tot het motorrijtuig een hoger bedrag is voorgeschreven, het verschil tussen dit hogere bedrag en het op het polisblad vermelde bedrag overeenkomstig de bepalingen van die wet;
2.2 Kosten van rechtsbijstand
De kosten van met goedvinden of op verlangen van de verzekeraar gevoerde processen en in haar opdracht verleende rechtsbijstand;
2.3 Wettelijke rente
De wettelijke rente over het door de verzekering gedekte deel van de hoofdsom;
2.4 Zekerheidstelling
Tot ten hoogste € 50.000,- per gebeurtenis, de geldelijke zekerheid (cautie), die een overheid met betrekking tot door deze verzekering gedekte aanspraken eist ter waarborging van de rechten van benadeelden. De verzekerden dienen de verzekeraar te machtigen over de zekerheid te beschikken, zodra deze wordt vrijgegeven en alle medewerking te verlenen om de terugbetaling te verkrijgen.
Artikel 3 Uitsluitingen
Naast de uitsluitingen genoemd in artikel 3 van de Algemene voorwaarden, geeft de verzekering evenmin dekking, indien:
3.1 Niet gemachtigde bestuurder of inzittende
Iemand schade veroorzaakt die zich zonder toestemming van een tot het verlenen daarvan bevoegde persoon in of op het motorrijtuig bevindt. Deze uitsluiting geldt niet voor de verzekeringnemer die aantoont dat de desbetreffende omstandigheid zich buiten zijn weten of tegen zijn wil heeft voorgedaan en dat hem redelijkerwijs niets valt te verwijten;
3.2 Schade aan personen
Het gaat om personenschade van de bestuurder van het motorrijtuig;
3.3 Schade aan zaken onder opzicht
Het gaat om schade aan:
- het motorrijtuig zelf, met inbegrip van hetgeen daarvan volgens de WAM deel uitmaakt;
- zaken die zich bevinden in of op, vallen uit of van of zijn gevallen uit of van het motorrijtuig, tenzij die zaken tot de particuliere huishouding van de met het motorrijtuig vervoerde personen, met uitzondering van de bestuurder, behoren, of
- onroerende en roerende zaken, waarvan de verzekeringnemer de eigenaar, de huurder of de houder is, met inbegrip van de daaruit voortvloeiende schade;
3.4 Aansprakelijkheid verhogende bedingen
De aanspraken voortvloeien uit een boete-, schadevergoedings-, garantie-, vrijwarings- of ander soortgelijk beding, behalve indien en voor zover aansprakelijkheid ook zou hebben bestaan zonder een zodanig beding.
Artikel 4 Eigen risico
Per gebeurtenis blijft een bedrag gelijk aan het op het polisblad vermelde eigen risico voor rekening van de verzekeringnemer.
Artikel 5 Schaderegeling
De verzekeraar zal de schade regelen en deze vaststellen. De verzekeraar mag de schade rechtstreeks aan uitkeringsgerechtigden vergoeden en met hen schikkingen treffen. Daarbij zal de verzekeraar rekening houden met de belangen van de verzekerde. Bestaat de vergoeding uit periodieke uitkeringen en is het totaal van die uitkeringen tezamen met eventuele andere schadevergoedingen hoger dan het verzekerde bedrag, dan zal de verzekeraar in overleg met de verzekerde de duur of de hoogte van die uitkeringen naar evenredigheid verminderen.
Artikel 6 Verhaalsrecht van de verzekeraar
Voor zover een verzekerde krachtens deze verzekering of een wettelijke bepaling geen recht heeft op dekking, doch de verzekeraar desondanks krachtens de WAM of een daarmede overeenkomende buitenlandse wet schadevergoeding verschuldigd is, heeft de verzekeraar het recht het door haar verschuldigde, met inbegrip van de kosten, te verhalen op:
- de verzekerde, die jegens de benadeelde aansprakelijk is, of op
- de verzekeringnemer,
tenzij op hen artikel 3 laatste alinea van de Algemene voorwaarden van toepassing is. Met betrekking tot het verhaalsrecht worden eventuele tussen verzekeraars onderling gesloten overeenkomsten van schaderegeling niet in aanmerking genomen. De verzekeraar doet afstand van haar verhaalsrecht op de verzekeringnemer of diens erfgenamen, indien de schade na het einde van de verzekering door een ander dan de verzekeringnemer of één van diens erfgenamen is veroorzaakt en is voldaan aan de in artikel 8 onder 8.5.1 van de Algemene voorwaarden bedoelde verplichting tot kennisgeving.
Bijzondere voorwaarden voor cascoverzekering
De Algemene voorwaarden van de BOVAG Bedrijfswagenverzekering zijn eveneens van toepassing op de Bijzondere voorwaarden voor de casco- verzekering tenzij daarvan wordt afgeweken.
Deze dekking is uitsluitend van kracht voor zover dit uit het polisblad blijkt.
Artikel 1 Aard van de dekking
1.1 In het algemeen
De verzekering dekt de schade wegens beschadiging of verlies van het motorrijtuig in zijn standaarduitrusting waaronder alle extra voorzieningen, alsmede zijn niet tot de standaarduitrusting behorende accessoires, voor zover deze aan of in het motorrijtuig zijn bevestigd maar onverminderd het in artikel 4.3 bepaalde. Niet verzekerd zijn zaken, die onderdelen van het motorrijtuig in zijn standaarduitrusting vervangen of wijzigen, tenzij hiermee bij het bepalen van het verzekerde bedrag rekening is gehouden.
De verzekering biedt dekking tegen de hierna vermelde schade oorzaken, voor zover dit uit het polisblad blijkt.
1.2 Brand e.d.
Brand, blikseminslag, kortsluiting en ontploffing.
1.3 Diefstal e.d.
Diefstal van of braak aan het motorrijtuig of poging daartoe, oplichting, verduistering door anderen dan de verzekeringnemer en joyriding.
1.4 Beperkte cascodekking
De onder 1.2 en 1.3 bedoelde risico’s, alsmede:
- breuk van een voor-, achter- of zijruit van het motorrijtuig. De dekking voor ruitbreuk geldt uitsluitend indien geen andere schade aan het motorrijtuig is ontstaan, tenzij die schade is veroorzaakt door de scherven van de ruit;
- storm waaronder wordt verstaan een windsnelheid van ten minste 14 meter per seconde, windkracht 7;
- natuurrampen, zoals hagel, overstroming en vallend gesteente;
- het in aanraking komen met een luchtvaartuig, een deel daarvan of een daaruit gevallen zaak;
- botsing met loslopende dieren of met vogels, voor zover de schade rechtstreeks door die botsing zelf is toegebracht. Schade als gevolg hiervan ontstaan door botsing met andere zaken is niet verzekerd;
- relletjes;
- verontreiniging van de bekleding van het motorrijtuig ten gevolge van kosteloos vervoer van gewonden;
- beschadiging of verlies van het motorrijtuig gedurende de tijd dat het motorrijtuig werd vervoerd door een veerboot, trein of andere vervoersonderneming, in of tussen de landen van het verzekeringsgebied.
Uitgesloten is echter schade:
- door takelen of slepen;
- aan de lak, zoals krassen en schrammen.
1.5 Volledige cascodekking
De oorzaken die hiervoor zijn vermeld bij 1.2 tot en met 1.4 alsmede:
- botsing, omslaan en van de weg of te water raken;
- andere van buiten komende onheilen;
ook al is de schade veroorzaakt door de aard of een gebrek van het motorrijtuig, doch onverminderd het in artikel 2 onder 2.2 bepaalde.
Artikel 2 Uitsluitingen
Naast de uitsluitingen genoemd in artikel 3 van de Algemene voorwaarden, geeft de verzekering evenmin dekking, indien:
2.1 Alcohol e.d.
de schade is ontstaan terwijl de bestuurder van het motorrijtuig onder zodanige invloed van alcoholhoudende drank of enig bedwelmend of opwekkend middel verkeerde, dat het besturen van het motorrijtuig hem door de wet of overheid is of zou zijn verboden. De verzekering geeft ook geen dekking als de bestuurder zijn medewerking aan een ademtest, urinetest of bloedproef heeft geweigerd. Deze uitsluitingen gelden niet voor de verzekeringnemer, indien hij aantoont, dat de desbetreffende omstandigheid zich buiten zijn weten of tegen zijn wil heeft voorgedaan en dat hem redelijkerwijs niets valt te verwijten.
2.2 Slijtage e.d.
de schade de aard of een gebrek van het motorrijtuig betreft;
2.3 Aanhangwagens e.d.
de schade betrekking heeft op beschadiging of verlies van een aanhangwagen of soortgelijk voorwerp, tenzij uit het polisblad blijkt dat de verzekering daarop van toepassing is verklaard;
2.4 Bedrijfsschade, waardevermindering en inbeslagneming
de schade voortvloeit uit:
- het niet of niet behoorlijk kunnen gebruiken van het motorrijtuig, dan wel bestaat uit vermindering van de verkoopwaarde ondanks herstel, of
- inbeslagneming van het motorrijtuig.
Artikel 3 Eigen risico
3.1 In het algemeen
Per gebeurtenis blijft een bedrag gelijk aan het op het polisblad vermelde eigen risico voor rekening van de verzekeringnemer. Het eigen risico wordt niet toegepast indien:
- uitsluitend sprake is van verontreiniging van de bekleding van het motorrijtuig, ontstaan bij het kosteloos vervoeren van gewonden;
- een schade aan de voorruit van het motorrijtuig wordt gerepareerd door middel van een harsinjectie.
- de schade wordt gerepareerd door het op het polisblad vermelde BOVAG autobedrijf.
3.2 Vervanging van ruiten
Voor schade aan ruiten geldt in geval van vervanging een eigen risico van € 70,00 per gebeurtenis tenzij het voertuig wordt gerepareerd door het op het polisblad vermelde BOVAG autobedrijf. In dat geval wordt geen eigen risico in rekening gebracht.
3.3 Ingeval van de schade zoals omschreven in artikel 1.2 t/m 1.4 geldt een eigen risico van € 225,00. Tenzij het voertuig wordt gerepareerd door het op het polisblad vermelde BOVAG autobedrijf. In dat geval wordt geen eigen risico in rekening gebracht.
Artikel 4 Schadevergoeding
4.1 De schadevergoeding in het algemeen
De verzekeraar vergoedt de schade per gebeurtenis telkens tot ten hoogste het verzekerde bedrag, naar keuze van de verzekeraar:
4.1.1. Indien er recht is op voortrek BTW, vindt vergoeding van schade plaats exclusief BTW.
4.1.2 Schadevergoeding op basis van herstel
De kosten van herstel van het motorrijtuig.
4.2 Schadevergoeding op basis van totaal verlies
De vervangingswaarde onmiddellijk voor de gebeurtenis, verminderd met de verkoopwaarde van de restanten. Onder vervangingswaarde wordt verstaan het bedrag dat nodig is voor het verkrijgen van een naar soort, kwaliteit, staat en ouderdom gelijkwaardig motorrijtuig.
4.2.2 Schade-uitkering bij totaal verlies
Bij totaal verlies wordt vervangingswaarde van het verzekerde object inclusief meeverzekerde accessoires uitgekeerd onder aftrek van het van toepassing zijnde eigen risico en de waarde van de restanten maar nooit meer dan het verzekerde bedrag.
Tenzij een regeling conform 4.3 of 4.4 van toepassing is.
4.3 Nieuwwaarderegeling:
Bij totaal verlies wordt de schade vergoed door levering van een nieuw voertuig (van hetzelfde merk en type) bij het op het polisblad vermelde BOVAG autobedrijf. Wordt geen ander voertuig gekocht bij het op het polisblad vermelde BOVAG autobedrijf dan is deze regeling niet van toepassing en zal de schade-uitkering worden vastgesteld op basis van de dagwaarde.
De nieuwwaarde dekking geldt alleen onder de voorwaarden dat:
- De verzekeringnemer de eerste eigenaar is van het verzekerde voertuig, uitgezonderd de situatie dat er enkel sprake is van tenaamstelling bij het BOVAG autobedrijf tijdens het in voorraad staan van het voertuig gedurende maximaal vier maanden;
- Het kentekenbewijs deel 1A van het verzekerd voertuig niet meer dan 36 maanden geleden is afgegeven;
- Er bij het voertuig tijdens het ontstaan van het totaal verlies geen nog niet vakkundig herstelde schade van oudere datum aanwezig was, een en ander ter beoordeling aan de verzekeraar;
- De verzekeringnemer op het moment van het totaal verlies de originele aanschafnota aan de verzekeraar overlegt en de casco verzekerde som minimaal gelijk is aan de aanschafwaarde;
- Het verzekerd voertuig vanaf de afgifte van het kenteken gemiddeld niet meer dan 5.000 km per maand gereden heeft, met een maximum van 120.000 km;
- Alle verdere verplichtingen op grond van deze verzekering zijn nagekomen.
Indien hetzelfde merk en/of type voertuig niet meer verkrijgbaar is, dan wordt de verzekerde waarde geïndexeerd op grond van het Consumenten Prijs Indexcijfer van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
De vergoeding voor het nieuw te leveren voertuig door het op het polisblad vermelde BOVAG autobedrijf zal op grond van dit artikel maximaal 110% bedragen van de casco verzekerde waarde.
Als bij het op het polisblad vermelde BOVAG autobedrijf een nieuw voertuig wordt aangeschaft van een ander merk en/of type dan dat van het ver- zekerde voertuig, dan zal de maximale hoogte van de vergoeding worden bepaald alsof het nieuwe voertuig wel van hetzelfde merk en type was. Als bij het op het polisblad vermelde BOVAG autobedrijf wordt overgegaan tot aanschaf van een voertuig waarvoor meer moet worden betaald dan waarvoor deze verzekering dekking biedt, ongeacht het merk en/of type, dan zal de verzekeringnemer het meerdere zelf dienen te betalen.
4.4 De aanschafregeling geldt indien:
- Er minder dan 36 maanden zijn verstreken ten opzichte van de datum van aanschaf van het voertuig;
- Het voertuig door de verzekeringnemer aangeschaft is bij het op het polisblad vermelde BOVAG autobedrijf;
- Het voertuig ten tijde van het ingaan van de occasionregeling niet ouder was dan 75 maanden;
- De verzekeringnemer op het moment van het totaal verlies de originele aanschafnota aan verzekeraar overlegt en de verzekerde som minimaal gelijk is aan de casco verzekerde waarde;
- Het voertuig vanaf de aanschaf niet meer dan 5.000 km per maand gereden heeft, met een maximum van 120.000 km.
De uitkering wordt voldaan door verrekening van de aanschafprijs van een nieuw of gebruikt voertuig die wordt gekocht bij het op het polisblad vermelde BOVAG autobedrijf.
Wordt geen ander voertuig gekocht bij het op het polisblad vermelde BOVAG autobedrijf dan is de regeling niet van toepassing en zal de schade-uitkering worden vastgesteld op basis van de dagwaarde.
4.5 Uitbetaling in geval van totaal verlies
Bij schadevergoeding op basis van totaal verlies vergoedt de verzekeraar de schade, conform de van toepassing zijnde bedrijfsregeling, niet eerder, dan nadat (de eigendom van) het verzekerde motorrijtuig of het restant daarvan aan de verzekeraar of een door haar aan te wijzen derde is overgedragen. De verzekeringnemer is verplicht alle delen van het kentekenbewijs en alle sleutels of elektronische equivalenten aan de verzekeraar of een door haar aan te wijzen derde te overhandigen.
4.5.1 Schade betaling indien op grond van deze voorwaarden recht op schadevergoeding bestaat, zal verzekeraar binnen 14 dagen na ontvangst van alle op de schade betrekking hebbende bescheiden, tot betaling van de verschuldigde schadevergoeding overgaan behoudens het bepaalde in artikel 4.5.2
De betaling zal aan de verzekeringnemer plaatsvinden, tenzij anders is overeengekomen.
4.5.2. In geval van diefstal of verduistering van het verzekerde object, joyriding of oplichting bestaat eerst recht op schadevergoeding
1. na kennisgeving van de gebeurtenis aan verzekeraar een termijn is verstreken van 30 dagen en het aan de verzekerde of de verzekeraar niet bekend is dat het verzekerde object is teruggevonden.
2. nadat verzekeraar in bezit is van alle benodigde zaken die van belang zijn voor het boordelen of de afhandeling van de schadeclaim
3. nadat de eigendomsrechten van het verzekerde object en alle delen van het kentekenbewijs van sleutels of elektronische equivalenten zijn overgedragen aan de verzekeraar.
4.6 Vergoeding boven het verzekerde bedrag
De verzekeraar vergoedt aan de verzekeringnemer per gebeurtenis, zo nodig boven het verzekerde bedrag.
echter alleen voor zover er andere cascoschade aan het verzekerde voertuig is of bij diefstal van het gehele voertuig.
4.6.1 De waarde van de niet tot de standaarduitrusting behorende verzekerde accessoires, waaronder begrepen geluid- en beeldweergave-apparatuur tot ten hoogste € 1.250,-.
Kosten van herstel of opnieuw aanbrengen aan belettering tot een bedrag ad € 2.500,00.
4.6.2 De noodzakelijke kosten voor berging, opruiming, bewaking, voorlopige stalling, vervoer van het motorrijtuig naar de dichtstbijzijnde geschikte herstelinrichting of ander adres in Nederland.
4.6.3 De kosten van de ter bepaling van de schade vereiste demontage.
4.6.4 De verschuldigde invoerrechten, indien het motorrijtuig in het buitenland moet achterblijven.
4.6.5 De van de verzekeringnemer gevorderde bijdrage in averij grosse.
4.7 Herkrijging van het motorrijtuig na verlies
Heeft de verzekeraar nadat het motorrijtuig buiten de macht van de verzekeringnemer is geraakt de schade vergoed en kan het motorrijtuig daarna worden herkregen, dan heeft de verzekeringnemer recht op overdracht van het motorrijtuig tegen terugbetaling van de vergoeding aan de verzekeraar.
Artikel 5 Schaderegeling
5.1 Vaststelling van schade
De omvang van de schade wordt in onderling overleg vastgesteld, of door een deskundige die door de verzekeraar benoemd en betaald wordt. Indien een noodreparatie moet worden uitgevoerd en de verzekerde kan geen overleg plegen met de verzekeraar, mag hij de noodreparatie laten uitvoeren, mits hij zijn verplichtingen in geval van schade nakomt, als genoemd in artikel 4 van de Algemene voorwaarden.
5.2 Financiering of leasing
De verzekeraar vergoedt de schade op basis van totaal verlies aan:
5.2.1 de op het polisblad genoemde financier, tot maximaal het restant van de financiering van het motorrijtuig;
5.2.2 de leasemaatschappij, indien het motorrijtuig eigendom van een leasemaatschappij is.
5.3 Geschil over de schadevergoeding
Een geschil over de omvang van de schadevergoeding wordt naar keuze van de verzekeringnemer beslecht:
5.3.1 door de bevoegde Nederlandse rechter, of
5.3.2 door twee deskundigen: de verzekeringnemer en de verzekeraar benoemen elk een deskundige.
De beide deskundigen benoemen samen voor de aanvang van hun werkzaamheden een derde deskundige, die bij gebrek aan overeenstemming een bindende uitspraak zal doen binnen de grenzen van beide taxaties. Indien over de benoeming van de derde deskundige geen overeen- stemming wordt bereikt, geschiedt die benoeming op een eenvoudig verzoekschrift van de meest gerede partij door de voorzitter van de Kamer van Koophandel en Fabrieken in het ressort, waarin die partij zijn woonplaats heeft. Honoraria en kosten van de deskundigen komen voor rekening van de verzekeraar, behalve de kosten van de door de verzekeringnemer benoemde deskundige, voor zover deze kosten die van de door de verzekeraar benoemde deskundige overschrijden.
Artikel 6 Verhaalsrecht van de verzekeraar
6.1 De verzekeraar heeft het recht een door haar betaalde schade, met inbegrip van de kosten, te verhalen op:
- degenen, die zich met toestemming van een tot het verlenen daarvan bevoegde persoon in of op het motorrijtuig bevonden, alsmede hun werkgever;
- de echtgenoot, de bloed- en aanverwanten, de huisgenoten en de ondergeschikten van de verzekeringnemer; indien:
- voor hen een uitsluiting van toepassing is;
- hun aansprakelijkheid door een verzekering elders wordt gedekt, of gedekt zou zijn indien deze verzekering niet zou bestaan.
6.2 De verzekeraar oefent het verhaalsrecht niet uit,
voor zover het bepaalde in Artikel 7:962 lid 3 van het Burgerlijk Wetboek daaraan in de weg staat.
Dekking hulpverlening bedrijfswagens
De Algemene voorwaarden van de BOVAG Bedrijfswagenverzekering zijn eveneens van toepassing op de dekking voor de hulpverlening tenzij daarvan wordt afgeweken.
Artikel 1 Omvang van de hulpverlening conform de groene kaart
1.1 Alarmcentrale
Uitsluitend indien de verzekering betrekking heeft op een bedrijfswagen die tenminste voor het risico van aansprakelijkheid is verzekerd en waarvan het ledig gewicht vermeerderd met het laadvermogen niet meer dan 3500 kg bedraagt waaraan al of niet een object is gekoppeld:
a. waarborgt de verzekeraar de verlening van de alarmservice doch heeft de verzekeraar de op de groene kaart vermelde hulporganisatie met de uitvoering belast;
b. hebben de verzekerden uitsluitend recht op hulpverlening indien zij zich in verbinding stellen met de (op de groene kaart vermelde) hulporganisatie.
Geen recht op hulp en/of vergoeding van kosten bestaat indien de hulpverlening wordt verhinderd door natuurrampen, vormen van molest of atoomkernreacties.
Artikel 2 Hulpverlening in Nederland
Het recht op hulp ontstaat indien de bedrijfswagen en/of de daaraan gekoppelde aanhangwagen door een ongeval of brand niet meer kan rijden en/of de bestuurder als gevolg van de genoemde gebeurtenissen niet meer in staat is de bedrijfswagen verder te besturen, en geen van de inzittenden bevoegd of in staat is het besturen over te nemen.
De hulpverlening binnen Nederland, mits voldaan aan het gestelde in artikel 1.1, na ongeval, brand of diefstal in Nederland omvat:
a. het bewaken, slepen, stallen en vervoer van de bedrijfswagen en/of de daaraan gekoppelde aanhangwagen naar één door de verzekerde aan te geven adres binnen Nederland.
b. gelijktijdig vervoer van de bestuurder en de passagiers naar één door de verzekerde aan te geven adres binnen Nederland.
Voor de hulpverlening binnen Nederland geldt dat indien het motorrijtuig en/of aangekoppelde object binnen dertig dagen na diefstal wederom ter beschikking komt, de verzekeringnemer recht heeft op vergoeding ter zake van kosten verbonden aan het bewaken, slepen, stallen en vervoer van de bedrijfswagen en/of de daaraan gekoppelde aanhangwagen naar één door de verzekerde aan te geven adres binnen Nederland
Artikel 3 Hulpverlening buiten Nederland
Het recht op hulp ontstaat indien de bedrijfswagen en/of de daaraan gekoppelde aanhangwagen door een ongeval, brand of pech niet meer kan rijden of ten gevolge van diefstal niet meer beschikbaar is en/of de bestuurder als gevolg van de genoemde gebeurtenissen niet meer in staat is de bedrijfswagen verder te besturen, en geen van de inzittenden bevoegd of in staat is het besturen over te nemen.
3.1 De hulpverlening buiten Nederland, mits voldaan aan het gestelde in artikel 1.1, na ongeval, brand of diefstal buiten Nederland omvat:
a. het bewaken, slepen, stallen en vervoer van de bedrijfswagen en/of de daaraan gekoppelde aanhangwagen naar één door de verzekerde aan te geven adres binnen Nederland.
b. gelijktijdig vervoer van de bestuurder en de passagiers naar één door de verzekerde aan te geven adres binnen Nederland.
3.2 In geval van vervoer vanuit het buitenland naar Nederland moet zijn voldaan aan de onderstaande voorwaarden:
- beschadigde bedrijfswagen en/of de daaraan gekoppelde aanhangwagen kan niet binnen vier werkdagen, eventueel door middel van een noodreparatie, zodanig kan worden gerepareerd dat de (terug)reis op technisch verantwoorde wijze kan plaatsvinden;
- de kosten van dit vervoer lager zijn dan de dagwaarde van het gestrande object. Indien de vervoerskosten hoger zijn, worden vergoed de kosten van invoer of vernietiging van het gestrande object in het betreffende land. In dat geval heeft verzekerde ook recht op vervoer van reisbagage naar Nederland.
Voor de hulpverlening in het buitenland geldt dat indien het motorrijtuig en/of aangekoppelde object binnen dertig dagen na diefstal wederom ter beschikking komt, de verzekeringnemer recht heeft op vergoeding ter zake van kosten verbonden aan het bewaken, slepen, stallen en vervoer van de bedrijfswagen en/of de daaraan gekoppelde aanhangwagen naar één door de verzekerde aan te geven adres binnen Nederland.
Arikel 4 Artikel 4 Vergoeding vervangend vervoer
Indien als gevolg van een gedekte casco schade-oorzaak het voertuig totaal verloren is geraakt, bestaat er recht op tegemoetkoming in de kosten voor het inhuren van een vervangend voertuig gedurende maximaal 30 kalenderdagen met een maximum van € 50,00 excl. BTW per dag. Het in dit artikel bepaalde geldt niet:
- Indien het vervangende vervoer via een andere bedrijf dan het op het polisblad vermelde BOVAG autobedrijf wordt geregeld.
- Indien het voertuig eigendom is van een lease-maatschappij.
- Indien het voertuig een oldtimer, taxi, rijles-, of verhuurvoertuig is.
Artikel 5 Geen recht op hulpverlening
Er bestaat geen recht op hulpverlening en de verzekeraar zal de kosten niet vergoeden die verband houden met de ten onrechte verleende assistentie, indien de hulporganisatie redelijkerwijs tot het oordeel kan komen dat de verzekerde een oneigenlijk gebruik maakt van de voor- zieningen waarop hij krachtens deze voorwaarden een beroep kan doen, dan wel tracht om daarvan oneigenlijk gebruik te maken.
De verzekeraar is gerechtigd de door haar ten onrechte betaalde kosten terug te vorderen op de verzekeringnemer. Bij bedragen boven € 750,- kan betaling vooraf worden verlangd.
Bijzondere voorwaarden voor chauffeursbagage
De Algemene voorwaarden van de BOVAG Bedrijfswagenverzekering zijn eveneens van toepassing op de Bijzondere voorwaarden voor chauffeurs- bagage tenzij daarvan wordt afgeweken.
Deze dekking is uitsluitend van kracht indien het verzekerde voertuig volledig casco is verzekerd en het voertuig niet wordt gebruikt voor verhuur of wordt ingezet als demo.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verzekeringsvoorwaarden wordt verstaan onder:
1.1 Verzekerden
Als verzekerde wordt beschouwd de verzekeringnemer, alsmede ieder ander die met diens uitdrukkelijke of stilzwijgende machtiging een zitplaats in het verzekerd voertuig heeft ingenomen.
1.2 Verzekerde som; maximale uitkering; eigen risico
De maximale vergoeding voor alle verzekerden tezamen bedraagt € 2.500,00. Op de uitkering wordt een eigen risico ad € 50,00 ingehouden.
Artikel 2 Aard van de dekking
2.1 Beschadiging van eigendommen van inzittenden
De verzekeraar vergoedt beschadiging of vernietiging van zaken (geen geld of geldswaarden) die zich in de cabine van het verzekerd voertuig bevinden en die behoren tot de particuliere huishouding van een verzekerde, wanneer deze beschadiging of vernietiging is ontstaan door een gebeurtenis als vermeld in de Bijzondere voorwaarden voor cascoverzekering.
2.2 Diefstal van eigendommen van inzittenden
Onder deze verzekering is mede begrepen diefstal van hierboven bedoelde zaken, maar uitsluitend in de volgende gevallen:
- als het verzekerd voertuig is gestolen
- wanneer de diefstal plaatsvond na braak aan het verzekerd voertuig of als het voertuig in een gebouw werd gestald, na braak aan het gebouw
- als de diefstal plaatsvond met toepassing van of onder bedreiging met lichamelijk geweld.
Artikel 3 Vaststelling schade en schaderegeling
De schade wordt vastgesteld op basis van nieuwwaarde van naar aard en soort gelijkwaardige zaken. Deze nieuwwaarde geldt niet ten aanzien van de hieronder vermelde zaken, waarvoor de schade op basis van dagwaarde wordt vastgesteld:
- elektronische apparatuur
- rijwielen, brom- en snorfietsen, motorrijtuigen
- antiquiteiten en zaken met zeldzaamheidswaarde
- zaken onttrokken aan het gebruik waarvoor zij van oorsprong bestemd waren
- zaken waarvan de dagwaarde onmiddellijk voor de schade minder bedraagt dan 40% van de oorspronkelijke nieuwwaarde.
Artikel 4 Uitsluiting
Naast de uitsluitingen genoemd in artikel 3 van de Algemene voorwaarden, geeft de verzekering evenmin dekking, indien:
Alcohol e.d.
De schade is ontstaan terwijl de bestuurder van het motorrijtuig onder zodanige invloed van alcoholhoudende drank of enig bedwelmend of opwekkend middel verkeerde, dat het besturen van het motorrijtuig hem door de wet of overheid is of zou zijn verboden. De verzekering geeft ook geen dekking als de bestuurder zijn medewerking aan een ademtest, urinetest of bloedproef heeft geweigerd.
Artikel 5 Verhaalsrecht van de verzekeraar
5.1 De verzekeraar heeft het recht een door haar betaalde schade, met inbegrip van de kosten, te verhalen op:
- degenen, die zich met toestemming van een tot het verlenen daarvan bevoegde persoon in of op het motorrijtuig bevonden, alsmede hun werkgever;
- de echtgenoot, de bloed- en aanverwanten, de huisgenoten en de ondergeschikten van de verzekeringnemer; indien:
- voor hen een uitsluiting van toepassing is;
- hun aansprakelijkheid door een verzekering elders wordt gedekt, of gedekt zou zijn indien deze verzekering niet zou bestaan.
5.2 De verzekeraar oefent het verhaalsrecht niet uit,
- voor zover het bepaalde in Artikel 7:962 lid 3 van het Burgerlijk Wetboek daaraan in de weg staat.
Bijzondere voorwaarden voor Eigen Vervoer
De Algemene voorwaarden van de pakketpolis voor de BOVAG Bedrijfswagenverzekering zijn eveneens van toepassing op de Bijzondere voorwaarden voor eigen vervoerverzekering tenzij daarvan wordt afgeweken.
Deze dekking is uitsluitend van kracht voor zover dit uit het polisblad blijkt en het voertuig niet wordt gebruikt voor verhuur of wordt ingezet als demo.
Artikel 1. Begripsomschrijving
1.1 Verzekerde zaken
Zaken van verzekerde zoals omschreven in de polis en die voor risico van verzekerde worden vervoerd in of met een op de polis vermeld verzekerd voertuig.
1.2 Verzekerd voertuig
Het voertuig zoals dat is vermeld op de polis.
Indien het op de polis vermelde voertuig ten gevolge van reparatie of revisie tijdelijk buiten gebruik is, en aantoonbaar daarvoor in de plaats tijdelijk een vervangend, gelijksoortig vervoermiddel wordt gebruikt dat niet aan de verzekeringnemer toebehoort, dan geldt dat ook als “verzekerd voertuig”.
1.3 Hulpmaterialen
Meevervoerde materialen in eigendom van verzekeringsnemer die zonder enige vorm van motorische kracht bestemd zijn om verzekerde zaken te verplaatsen.
1.4 Beveiliging
Een alarminstallatie conform SCM klasse 2.
Artikel 2 Dekkingsomschrijving
2.1 Algemeen
De verzekeraar vergoedt de door de verzekerde geleden schade, bestaande uit verlies of beschadiging van de verzekerde zaken voor zover tijdens de looptijd van de verzekering en veroorzaakt door een gedekte gebeurtenis tijdens het vervoer met het verzekerde voertuig binnen het op de polis vermelde dekkingsgebied.
2.2 Gedekte gebeurtenissen
2.2.1 Brand- en ontploffing
2.2.2 Vallen tijdens laden en lossen uit het verzekerde voertuig
2.2.3 Een ongeluk met het verzekerde voertuig, zoals aanrijding , van de weg of te water raken
2.2.4 Diefstal, waaronder te verstaan diefstal van zaken na braak aan het afgesloten voertuig en vermissing na diefstal van het gehele voertuig.
2.2.5 Bederf als gevolg van een het voertuig treffende gedekte schadegebeurtenis
2.2.6 Enig ander van buitenkomend onheil dat de verzekerde zaak rechtstreeks treft.
Artikel 3 Verzekerd bedrag
3.1. Deze verzekering geschiedt op premier risque basis.
3.2 De verzekeraar vergoedt, onder aftrek van het eigen risico, de schade tot ten hoogste het in de polis vermelde verzekerde bedrag per gebeurtenis.
3.3 In geval van een onder de polis gedekte schade, vergoeding boven het verzekerd bedrag:
3.3.1 bereddingskosten tot een maximum € 1.250,00 per gebeurtenis
3.3.2 kosten van lossing, opslag en herlading alsmede de extra kosten van verder vervoer in geval van lossing uit nood als gevolg van een gedekte gebeurtenis tot een maximum van € 1.250,00 per gebeurtenis.
3.3.3 kosten van opruiming, berging en vernietiging van de vervoerde zaken als gevolg van een gedekte gebeurtenis tot een maximum van € 1.250,00 per gebeurtenis voor zover deze kosten niet onder een andere verzekering verhaalbaar zijn.
3.3.4 schade aan hulpmaterialen tot ten hoogste 10% van het verzekerd bedrag, gemaximeerd tot € 1.250,00.
Artikel 4 Eigen risico
4.1 Algemeen
Op het schadebedrag wordt het eigen risico per gebeurtenis in rekening gebracht.
Behoudens toepassing van de bijzondere eigen risico regeling (artikel 4.2) geldt bij schade met een andere oorzaak dan diefstal een eigen risico van € 150,00.
4.2 Diefstal
In geval van schade ontstaan door verlies, vermissing en diefstal bedraagt het eigen risico € 1.000,00 per gebeurtenis. Dit eigen risico wordt evenwel niet toegepast indien:
- Het verzekerde voertuig is beveiligd als omschreven in artikel 1.4 en deze beveiliging in werking is ten tijde van het ontstaan van de schade of;
- Het verzekerde voertuig is gestald in een deugdelijk afgesloten pand en is voorafgegaan door braak aan het pand.
Artikel 5 Vaststelling schade en schaderegeling
5 In geval van schade en/of verlies van zaken bestemd voor de inkoop respectievelijk verkoop wordt vergoed:
5.1 in geval van totaal verlies:
Niet verkochte zaken:
- De waarde volgens de inkoopfactuur verhoogd met vracht- en alle verdere kosten voor zover deze kosten niet reeds in het factuurbedrag zijn begrepen.
Verkochte zaken:
- De waarde volgens de verkoopfactuur verhoogd met vracht- en alle verdere kosten voor zover deze kosten niet reeds in het factuurbedrag zijn begrepen.
Overige zaken, waaronder zaken die niet door verzekerde worden verhandeld maar bijvoorbeeld zaken van derden of zaken die als bedrijfs- middelen behoren tot de vaste uitrusting van bedrijfswagens (gereedschappen en materialen in service/montage-auto’s), en hupmaterialen: dagwaarde.
5.2 Zaken van derden
Wanneer sprake is van schade aan zaken van een andere verzekerde dan de verzekeringnemer, zoals bij vervoer van zaken in verband met een door of onder verantwoordelijk van de verzekeringen uit te voeren reparatie of bewerking, geldt de dekking alleen voor (dat deel) van de schade dat/die niet is gedekt op een andere verzekering, of daarop gedekt zou zijn als deze verzekering niet bestond. Voorts zal ten behoeve van die verzekerde nooit meer worden uitgekeerd dan het bedrag waarvoor verzekerde jegens hem aansprakelijk is.
5.3 In geval van beschadiging:
De reparatiekosten tot maximaal het bedrag dat bij totaal verlies zou zijn betaald.
5.4 Abandonnement
Verzekerde zaken kunnen niet aan de verzekeraar worden geabandonneerd of overgelaten.
Artikel 6 Uitsluiting
Naast de uitsluitingen genoemd in artikel 3 van de Algemene voorwaarden, geeft de verzekering evenmin dekking, indien:
6.1 Eigen gebrek en bederf
Behoudens de dekking voor bederf vanwege uitval van een koel-/vriesinstallatie als gevolg van een gedekte gebeurtenis (zie artikel 2.2.5) geeft de verzekering geen dekking voor schade bestaande uit een eigen gebrek of eigen bederf van een verzekerde zaak of uit andersoortige schade die uit de aard of de natuur van de verzekerde zaken zelf voorspruit.
6.2 Ondeugdelijke verpakking/belading
De verzekering geeft geen recht op vergoeding van de schade die is te wijten aan het feit dat de verpakking en/of de wijze van belading in redelijkheid geacht moet worden onvoldoende te zijn afgestemd op het voorkomen van schade tijdens het vervoer.
6.3 Alcohol e.d.
De schade is ontstaan terwijl de bestuurder van het motorrijtuig onder zodanige invloed van alcoholhoudende drank of enig bedwelmend of opwekkend middel verkeerde, dat het besturen van het motorrijtuig hem door de wet of overheid is of zou zijn verboden. De verzekering geeft ook geen dekking als de bestuurder zijn medewerking aan een ademtest, urinetest of bloedproef heeft geweigerd.
Artikel 7 Verhaalsrecht van de verzekeraar
7.1 De verzekeraar heeft het recht een door haar betaalde schade, met inbegrip van de kosten, te verhalen op:
- degenen, die zich met toestemming van een tot het verlenen daarvan bevoegde persoon in of op het motorrijtuig bevonden, alsmede hun werkgever;
- de echtgenoot, de bloed- en aanverwanten, de huisgenoten en de ondergeschikten van de verzekeringnemer; indien:
- voor hen een uitsluiting van toepassing is;
- hun aansprakelijkheid door een verzekering elders wordt gedekt, of gedekt zou zijn indien deze verzekering niet zou bestaan.
7.2 De verzekeraar oefent het verhaalsrecht niet uit,
- voor zover het bepaalde in Artikel 7:962 lid 3 van het Burgerlijk Wetboek daaraan in de weg staat.
Bijzondere voorwaarden voor ongevallenverzekering voor inzittenden
De Algemene voorwaarden van de BOVAG Bedrijfswagenverzekering zijn eveneens van toepassing op de Bijzondere voorwaarden voor de ongevallen- verzekering voor inzittenden tenzij daarvan wordt afgeweken.
Deze dekking is uitsluitend van kracht voor zover dit uit het polisblad blijkt.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verzekeringsvoorwaarden wordt verstaan onder:
1.1 Verzekerden
De bestuurder en de passagiers die met toestemming van een tot het verlenen daartoe bevoegde persoon:
- zich bevinden in of op de daarvoor bestemde ruimte van het motorrijtuig;
- het motorrijtuig ingaan of verlaten, of op - of afstappen van het motorrijtuig;
- gedurende de rit aan dat motorrijtuig een noodreparatie verrichten of daarbij aanwezig zijn, dan wel andere handelingen of controles aan dat motorrijtuig verrichten, dan wel buiten dat motorrijtuig bij een verkeersongeval eerste hulp verlenen.
1.2 Motorrijtuig
Het op het polisblad omschreven motorrijtuig of het vervangende motorrijtuig.
1.3 Verkeersongeval
Een ongeval - ook al is dit veroorzaakt door de aard of een gebrek van het motorrijtuig waarbij het verzekerde motorrijtuig is betrokken - door botsen, aan- of overrijden, omslaan, brand, blikseminslag, van de weg of te water geraken of door een ander van buiten komend onheil, waarbij een plotseling onverwacht van buiten af, op het lichaam van de verzekerde inwerkend geweld wordt uitgeoefend en waaruit een medisch vast te stellen letsel, al dan niet de dood ten gevolge hebbend, is ontstaan.
1.4 Uitbreiding van het begrip verkeersongeval
Onder verkeersongeval wordt in deze verzekeringsvoorwaarden ook verstaan:
1.4.1 verdrinking, verstikking, verbranding, zonnesteek, warmtestuwing, inwerking door bijtende stoffen, bevriezing, blikseminslag of een andere elektrische ontlading;
1.4.2 verstuiking, verrekking, ontwrichting en verscheuring van spier- en peesweefsels;
1.4.3 acute vergiftiging door gassen, dampen of stoffen;
1.4.4 besmetting door het binnenkrijgen van ziektekiemen ten gevolge van een onvrijwillige aanraking met water of een andere stof;
1.4.5 wondinfectie of bloedvergiftiging;
1.4.6 letsel, de dood of aantasting van de gezondheid opzettelijk en tegen de wil van de verzekerde door een ander veroorzaakt;
1.4.7 ontberingen door de verzekerde geleden ten gevolge van een onvrijwillige afzondering van de buitenwereld;
1.4.8 complicaties en verergeringen optredende bij eerstehulpverlening of behandeling op voorschrift van een arts.
Artikel 2 Dekking en ten hoogste te vergoeden bedragen
De verzekering dekt de verzekerden tegen de gevolgen van een verkeersongeval. De verzekeraar keert voor iedere verzekerde ten hoogste de op het polisblad vermelde bedragen uit. Indien de verzekerde ten tijde van het ongeval evenwel ouder is dan 72 jaar, wordt ten hoogste uitgekeerd:
- bij overlijden 50% van het daarvoor vermelde bedrag tot maximaal € 5.000,-;
- bij blijvende invaliditeit 50% van het daarvoor vermelde bedrag tot maximaal € 10.000,- of van een gedeelte daarvan, naarmate die invaliditeit geheel of gedeeltelijk is.
Indien de verzekerde ten tijde van het ongeval jonger is dan 15 jaar, wordt bij overlijden ten hoogste € 2.500,- uitgekeerd.
Is ten tijde van het ongeval het aantal inzittenden groter dan het op het polisblad vermelde aantal zitplaatsen, dan worden de verzekerde bedragen per verzekerde zitplaats geacht te zijn verminderd in verhouding van dat aantal zitplaatsen tot dat aantal inzittenden.
Artikel 3 Uitkeringsgerechtigden
De uitkeringen worden – tenzij anders is overeengekomen- verleend aan:
3.1 Voor de uitkering bij overlijden:
- aan de wettige echtgeno(o)t(e) of de geregistreerde partner van de verzekerde; indien deze ontbreekt:
- aan de kinderen van de verzekerde ieder voor een gelijk deel; ontbreken deze:
- aan de gezamenlijke erfgenamen van verzekerde.
3.2 Voor de overige uitkeringen: de verzekerde
De Staat der Nederlanden wordt niet als erfgenaam aangemerkt.
Artikel 4 Verplichtingen in geval van een ongeval
4.1 In het algemeen
In afwijking van het bepaalde in artikel 4 van de Algemene voorwaarden dient in geval van een ongeval de verzekerde en in de onder 4.1.1 en
4.1.2 genoemde gevallen ook de verzekeringnemer:
4.1.1 Schriftelijk kennis te geven
alle van belang zijnde feiten ten spoedigste schriftelijk aan de verzekeraar mee te delen. Indien het ongeval tot blijvende invaliditeit kan leiden, wordt de aanmeldingstermijn gesteld op maximaal drie maanden, met dien verstande dat na het verstrijken van deze termijn de verzekerde zijn recht op uitkering behoudt als ten genoegen van de verzekeraar wordt aangetoond dat de invaliditeit uitsluitend het gevolg is van het ongeval. Elk recht op een uitkering wegens blijvende invaliditeit vervalt evenwel, indien de aanmelding later dan vijf jaren na het ongeval plaatsvindt.
4.1.2 Zich onder behandeling van een arts te stellen
zich ten spoedigste onder behandeling van een arts te stellen, diens voorschriften op te volgen en al het mogelijke te doen om het herstel te bevorderen.
4.1.3 Alle medewerking te verlenen
zijn volle medewerking aan de verzekeraar te verlenen en alles na te laten, wat de belangen van de verzekeraar kan schaden.
4.2 Bij overlijden
Bij overlijden van de verzekerde dienen zij die aanspraak op uitkering maken daarvan minstens 48 uur voor de begrafenis of de crematie aan de verzekeraar kennis te geven. Bij overschrijding van deze termijn vervalt elk recht op uitkering. Zij die aanspraak op uitkering maken dienen tevens hun toestemming en medewerking te verlenen aan alle maatregelen, die de verzekeraar nodig acht tot vaststelling van de doodsoorzaak.
Artikel 5 Uitsluitingen
Naast de uitsluitingen genoemd in artikel 3 van de Algemene voorwaarden, geeft de verzekering ook geen dekking, indien:
5.1 Bestaande ziekten e.d.
het ongeval is veroorzaakt door een bij de verzekerde bestaand(e) ziekte, ziekelijke toestand, afwijking of gebrek, behalve voor zover deze omstandigheid het gevolg is van een vroeger ongeval de verzekerde overkomen tijdens de geldigheidsduur van deze verzekering. Indien die omstandigheid de gevolgen van een ongeval slechts vergroot, wordt niet meer uitgekeerd dan zou zijn uitgekeerd indien dat ongeval een normaal persoon zou zijn overkomen.
5.2 Alcohol e.d.
indien het verkeersongeval is veroorzaakt terwijl de bestuurder van het motorrijtuig onder zodanige invloed van alcoholhoudende drank of enig bedwelmend of opwekkend middel verkeerde, dat het besturen van het motorrijtuig hem door de wet of overheid is of zou zijn verboden. De verzekering geeft ook geen dekking als de bestuurder zijn medewerking aan een adem - of een urinetest of bloedproef heeft geweigerd. Deze uitsluitingen gelden niet voor de verzekerde die aantoont dat de desbetreffende omstandigheid zich buiten zijn weten of tegen zijn wil heeft voorgedaan en dat hem redelijkerwijs niets valt te verwijten;
5.3 Niet gemachtigde bestuurder
het ongeval is veroorzaakt terwijl de bestuurder zich zonder toestemming van een tot het verlenen daarvan bevoegde persoon in of op het motorrijtuig bevond;
5.4 Niet nakomen van verplichtingen
de verzekeringnemer, de verzekerde of iemand die aanspraak op uitkering maakt één van de in artikel 4 genoemde verplichtingen niet is nagekomen en daardoor de belangen van de verzekeraar heeft geschaad. De belangen van de verzekeraar worden in ieder geval geacht te zijn geschaad, indien bij overlijden van de verzekerde daarvan niet minstens 48 uur voor de begrafenis of de crematie aan de verzekeraar is kennisgegeven.
Artikel 6 Uitkering bij overlijden
6.1 Bij overlijden wordt het gehele daarvoor vermelde bedrag uitgekeerd, met inachtneming van het bepaalde in artikel 2.
6.2 Een voor het overlijden ter zake van hetzelfde ongeval verleende uitkering wegens blijvende invaliditeit wordt op de uitkering wegens overlijden in mindering gebracht tot ten hoogste het beloop van die uitkering.
Artikel 7 Uitkering bij blijvende invaliditeit
7.1 Bij blijvende invaliditeit wordt uitgekeerd:
- indien deze volledig is, het gehele daarvoor vermelde bedrag. Als volledige invaliditeit worden ook beschouwd volledige en ongeneeslijke verlamming, ongeneeslijke krankzinnigheid en volledig onherstelbaar verlies van het gezichtsvermogen van beide ogen.
- indien deze gedeeltelijk is een gedeelte van het daarvoor vermelde bedrag overeenkomstig de volgende percentages:
7.1.1 Bij geheel verlies of geheel functieverlies van:
- arm tot in het schoudergewricht | 75% |
- arm tot in of boven het ellebooggewricht | 70% |
- hand tot in of boven het polsgewricht | 60% |
- duim | 25% |
- wijsvinger | 15% |
- middelvinger | 12% |
- ringvinger of pink | 10% |
- been tot in het heupgewricht | 75% |
- been tot in of boven het kniegewricht | 65% |
- voet tot in of boven het enkelgewricht | 50% |
- grote teen | 8% |
- één der andere tenen | 4% |
- een oog | 30% |
- het andere oog, indien krachtens deze verzekering | |
reeds uitkering voor één oog is verleend | 70% |
- het andere oog, indien reeds verlies van | |
een oog bestond zonder uitkering | 30% |
- gehoorvermogen van beide oren | 60% |
- gehoorvermogen van één oor | 25% |
7.1.2 Bij gedeeltelijk verlies of gedeeltelijk functieverlies in de bovengenoemde gevallen:
een evenredig deel van deze percentages, waarbij de bepaling van het percentage (functie)verlies geschiedt overeenkomstig de laatste uitgave van de “Guides to the Evaluation of Permanent Impairment” van de American Medical Association (A.M.A.) en de daarop aansluitende medische richtlijnen. Bij geheel verlies of geheel functieverlies van vingers van één hand wordt niet meer uitgekeerd dan voor verlies of geheel functieverlies van die gehele hand.
7.1.3 Bij whiplash
Bij een cervicaal acceleratietrauma (whiplash), met inbegrip van alle daaruit voortvloeiende of daarmee samenhangende klachten en verschijn- selen, is het uitkeringspercentage gelijk aan de mate van functionele invaliditeit met een maximum van 7%.
7.1.4 In overige gevallen
In alle niet onder artikel 7.1 genoemde gevallen zal het uitkeringspercentage gelijk zijn aan het percentage functionele invaliditeit overeen- komstig de laatste uitgave van de ”Guides to the Evaluation of Permanent Impairment” van de American Medical Association (A.M.A.) en de daarop aansluitende medische richtlijnen.
7.2 Overige bepalingen met betrekking tot de uitkering bij blijvende invaliditeit
7.2.1 Wordt door een ongeval een bestaande blijvende invaliditeit vergroot, dan wordt de uitkering naar evenredigheid verminderd.
7.2.2 Wegens blijvende invaliditeit door één of meer ongevallen ontstaan tijdens de duur der verzekering wordt nooit meer uitgekeerd dan het daarvoor vermelde bedrag.
7.2.3 Het percentage der blijvende invaliditeit wordt vastgesteld, zodra redelijkerwijs kan worden aangenomen, dat de toestand van de verzekerde door het ongeval vrijwel onveranderlijk is noch de dood ten gevolge zal hebben, doch uiterlijk drie jaar na het ongeval. Geen uitkering wegens blijvende invaliditeit is verschuldigd, indien de verzekerde binnen één jaar na het ongeval overlijdt; een reeds verleende uitkering wordt evenwel niet teruggevorderd. Bij overlijden - anders dan door het ongeval - later dan één jaar na het ongeval, keert de verzekeraar het bedrag uit dat zij redelijkerwijs had uitgekeerd indien de verzekerde niet was overleden.
7.2.4 De verzekeraar betaalt vanaf de dag waarop het ongeval één jaar is verstreken tot het moment van uitkering de wettelijke rente met een minimum van 6% per jaar over het uit te keren bedrag.
Artikel 8 Tijdelijk gebruik van een vervangend motorrijtuig
Deze verzekering heeft, gedurende een aaneengesloten periode van ten hoogste dertig dagen te rekenen vanaf de dag waarop het motorrijtuig buiten gebruik is, mede betrekking op een niet aan de verzekeringnemer toebehorend, naar type en prijsklasse gelijksoortig, vervangend motorrijtuig, dat tijdelijk moet worden gebruikt:
- terwijl het op het polisblad vermelde motorrijtuig voor reparatie of onderhoud buiten gebruik is, of
- in geval van totaal verlies van het op het polisblad vermelde motorrijtuig in de zin van artikel 4 onder 4.1.2 van de Bijzondere voorwaarden voor cascoverzekering, totdat een ander motorrijtuig ter beschikking van de verzekeringnemer staat; mits voor het vervangende motorrijtuig een Nederlands kenteken is afgegeven en ten aanzien van dat motorrijtuig geen andere verzekering van kracht is (of zou zijn, indien de onderhavige verzekering niet zou bestaan), op enige andere polis, al dan niet van oudere datum.
Bijzondere voorwaarden voor schadeverzekering voor inzittenden
De Algemene voorwaarden van de BOVAG Bedrijfswagenverzekering zijn eveneens van toepassing op de Bijzondere voorwaarden voor schade- verzekering voor inzittenden, tenzij daarvan wordt afgeweken.
Deze dekking is uitsluitend van kracht voor zover dit uit het polisblad blijkt.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verzekeringsvoorwaarden wordt verstaan onder:
1.1 Verzekerden
De bestuurder en de passagiers die met toestemming van een tot het verlenen daartoe bevoegde persoon:
- zich bevinden in of op de daarvoor bestemde ruimte van het motorrijtuig;
- het motorrijtuig ingaan of verlaten, of op - of afstappen van het motorrijtuig;
- gedurende de rit aan dat motorrijtuig een noodreparatie verrichten of daarbij aanwezig zijn, dan wel andere handelingen of controles aan dat motorrijtuig verrichten, dan wel buiten dat motorrijtuig bij een verkeersongeval eerste hulp verlenen.
1.2 Motorrijtuig
Het op het polisblad omschreven motorrijtuig of het vervangende motorrijtuig.
1.3 Verkeersongeval
Een ongeval - ook al is dit veroorzaakt door de aard of een gebrek van het motorrijtuig waarbij het verzekerde motorrijtuig is betrokken - door botsen, aan- of overrijden, omslaan, brand, blikseminslag, van de weg of te water geraken of door een ander van buiten komend onheil, waarbij een plotseling onverwacht van buiten af, op het lichaam van de verzekerde inwerkend geweld wordt uitgeoefend en waaruit een medisch vast te stellen letsel, al dan niet de dood tengevolge hebbend, is ontstaan.
1.4 Schade aan zaken
Beschadiging of vernietiging van zaken die behoren tot de particuliere huishouding van de verzekerde.
Artikel 2 Dekking en ten hoogste te vergoeden bedragen
2.1 Algemeen
Indien een verzekerde een verkeersongeval overkomt vergoedt de verzekeraar de door dit ongeval ontstane schade en wel voor alle verzekerden tezamen tot ten hoogste het daarvoor op het polisblad vermelde bedrag.
2.2 Rechthebbenden
Op deze verzekering kan uitsluitend een beroep worden gedaan door rechtstreeks bij het verkeersongeval betrokken benadeelde natuurlijke personen of hun nagelaten betrekkingen.
2.3 Aansprakelijkheidsverzekering
Indien een beroep kan worden gedaan op de dekking van de Bijzondere voorwaarden voor aansprakelijkheidsverzekering zal vergoeding van de schade uitsluitend geschieden krachtens die voorwaarden.
Artikel 3 Vaststelling van schade en schaderegeling
3.1 Schade bij letsel of overlijden
In geval van schade aan personen zal de vaststelling van de omvang van de vergoeding en van degenen, die recht hebben op vergoeding, plaatsvinden met inachtneming van de betreffende artikelen van het Burgerlijk Wetboek.
3.2 Schade aan zaken
In geval van schade aan zaken zal de vaststelling van de omvang van de vergoeding plaatsvinden op basis van de reparatiekosten tot maximaal het verschil in waarde van de zaak direct voor en na de beschadiging. Zijn de reparatiekosten hoger dan dit verschil of kan de zaak niet worden gerepareerd dan vergoedt de verzekeraar de waarde van de zaak onmiddellijk voor het verkeersongeval onder aftrek van de waarde van de restanten.
3.3 Overschrijding verzekerde bedragen
Indien meer personen aan deze verzekering rechten kunnen ontlenen en hun schade in totaal het verzekerde bedrag overtreft, zal dit naar evenredigheid van hun schade worden verdeeld. Bestaat de vergoeding van schade in periodieke uitkeringen en is de waarde daarvan, met inachtneming van andere uitkeringen, hoger dan het verzekerde bedrag, dan wordt de duur of de hoogte van die uitkering naar evenredigheid verminderd. Indien de schade het verzekerde bedrag overtreft en sprake is van burgerrechtelijke aansprakelijkheid van een derde, gaat de vordering van de verzekerde(n) voor dat meerdere op de aansprakelijke partij voor op de regresvordering van de verzekeraar.
3.4 Veiligheidsgordels
Indien de schade aan personen is ontstaan terwijl de verzekerde – in strijd met de wettelijke verplichting - geen veiligheidsgordel droeg, wordt de schadevergoeding bij letsel of overlijden verminderd met 25%, tenzij wordt aangetoond dat het niet dragen van de gordel geen invloed heeft gehad op de omvang van de schade.
3.5 Andere verzekeringen en voorzieningen
Indien de verzekerde geheel of gedeeltelijk recht heeft op vergoeding krachtens een andere verzekering of op uitkeringen of verstrekkingen uit anderen hoofde, kan voor dat deel geen beroep worden gedaan op deze verzekering. Uitgezonderd hiervan zijn vergoedingen uit hoofde van een ongevallen inzittendenverzekering.
Artikel 4 Uitsluitingen
Onverminderd de uitsluitingen genoemd in artikel 3 van de Algemene voorwaarden geeft de verzekering ook geen dekking:
4.1 Alcohol e.d.
Indien het verkeersongeval is veroorzaakt terwijl de bestuurder van het motorrijtuig onder zodanige invloed van alcoholhoudende drank of enig bedwelmend of opwekkend middel verkeerde, dat het besturen van het motorrijtuig hem door de wet of overheid is of zou zijn verboden. De verzekering geeft ook geen dekking als de bestuurder zijn medewerking aan een adem - of een urinetest of bloedproef heeft geweigerd. Deze uitsluiting geldt niet voor de verzekerde die aantoont dat de desbetreffende omstandigheid zich buiten zijn weten of tegen zijn wil heeft voorgedaan en dat hem redelijkerwijs niets valt te verwijten;
4.2 Motorrijtuigen, geld e.d.
Voor de schade aan het motorrijtuig, de aanhangwagen of caravan en de accessoires daarvan, alsmede voor het verlies van geld, met inbegrip van cheques, betaalkaarten, chipkaarten, creditcards en ander geldswaardig papier.
Artikel 5 Tijdelijk gebruik van een ander motorrijtuig
Deze verzekering heeft, gedurende een aaneengesloten periode van ten hoogste 30 dagen te rekenen vanaf de dag waarop het motorrijtuig buiten gebruik is, mede betrekking op een niet aan de verzekeringnemer toebehorend, naar type en prijsklasse gelijksoortig, vervangend motorrijtuig, dat tijdelijk moet worden gebruikt:
- terwijl het op het polisblad vermelde motorrijtuig voor reparatie of onderhoud buiten gebruik is, of
83016
- in geval van totaal verlies van het op het polisblad vermelde motorrijtuig in de zin van artikel 4 onder 4.1.2 van de Bijzondere voorwaarden voor cascoverzekering, totdat een ander motorrijtuig ter beschikking van de verzekeringnemer staat; mits voor het vervangende motorrijtuig een Nederlands kenteken is afgegeven en ten aanzien van dat motorrijtuig geen andere verzekering van kracht is (of zou zijn, indien de onderhavige verzekering niet zou bestaan), op enige andere polis, al dan niet van oudere datum.