Contract
-
Modeldocument ter opmaak van een PROJECTDEFINITIE
VOOR SCHOLENBOUWPROJECTEN VIA
PROJECTSPECIFIEKE DBFM-OVEREENKOMSTEN
SCHOLENBOUWProject [*]
Versie 2
De aanpassingen worden hieronder in de documentvolgorde weergegeven:
3.1.3. Vestigingsplaats: Verduidelijking: het vestigingsnummer dient te worden opgegeven;
3.3.1 De gemeente: Toevoeging: een overzichtskaart met het relevante onderwijsaanbod dient te worden toegevoegd;
3.3.3 Inventaris van de gebouwen op de site:
Verduidelijking: indien er geen recente beschikbare digitale plannen ter beschikking zijn dienen deze te worden opgemaakt door een beëdigd landmeter. Onder het respectievelijke hoofdstuk is er gedetailleerde informatie terug te vinden.
Verduidelijking: er dient een fotoreportage te worden opgenomen.
3.3.6. De planologische context: Toevoeging: ook eventuele landschappelijke elementen dienen te worden opgenomen.
3.4.1. Leerlingen: Verduidelijking: in de leerlingengrafiek/tabel dient de leerlingenevolutie over de laatste vijf jaar te worden weergegeven.
3.4.3 Externe gebruikers & bezoekers: er werd een disclaimer toegevoegd.
3.6 Toepasselijke regelgeving: Verduidelijking: de toepasselijke regelgeving wordt ondervangen in de Outputspecificaties, de gunningsleidraad en de DBFM-overeenkomst en is derhalve hier niet meer nodig
4.2.7 Multifunctionaliteit:
Er werd een disclaimer toegevoegd.
De optie ‘uitbreidbaarheid werd geschrapt omwille van de complexe juridische gevolgen die dit teweeg brengt.
4.2.8 Duurzaam bouwen: de verwijzing naar het nieuwe GRO werd opgenomen.
4.3.3 Externe gebruikers: er werd een disclaimer toegevoegd.
4.4.1 Aanpak > C) Fasering en tijdelijke huisvesting: Verduidelijking: aan te geven of deze binnen het DBFM-project door de kandidaten moet worden voorzien, evenals het programma en de aantallen.
4.4.2. Fysische Norm: er werd een stappenplan toegevoegd.
4.4.3. Programma van eisen: Aanpassing: de verschillende thema’s die in dit hoofdstuk aan bod komen worden als ‘outputdocument’ opgenomen in de Outputspecificaties. Het is dus niet nodig om deze informatie bijkomend als bijlagen in de Projectdefinitie te voorzien. Zo komen onder meer de bijlagen ‘Gebruikerstabel extern gebruik’, ‘Lokaalfiches inclusief eerste uitrusting en specifieke eisen’, ‘Programma van eisen samenvattingstabel (oppervlaktetabel)’, ‘Organigram / pijlendiagram’ te vervallen, als ook de annexen 3, 4 en 5.
Deel C bijlagen: Toevoeging: in de kolom ‘verplicht / facultatief’ is af te leiden welke informatie verplicht op te nemen is als bijlage bij de Projectdefinitie. Let wel: ook indien een bijlage als ‘facultatief’ is aangeduid is het toch mogelijk dat deze verplicht bijgevoegd moet worden (voorbeeld: indien er een RUP van toepassing is moet deze als bijlage opgenomen worden. Daar dit niet bij alle projecten het geval is werd deze bijlage met ‘facultatief’ aangeduid).
1.SITUERING
Het opstarten van een scholenbouwproject is voor elke Inrichtende Macht een belangrijke beslissing en tevens het begin van een lang en complex proces. Het is een werkproces waarbij veel partners in de loop van het ontwerptraject zullen betrokken worden. Bij het uitstippelen van de weg die men volgt vanuit het idee naar het concept, het ontwerp, de realisatie en het onderhoud is het absoluut noodzakelijk dat de Inrichtende Macht zijn verantwoordelijkheid kan opnemen en als opdrachtgever voluit zijn rol kan spelen door op een uitdrukkelijke manier de ambities te formuleren in een grondig uitgewerkte projectdefinitie.
De eerste stap in een geslaagd bouwproces bestaat er dus in om, vanuit het pedagogisch project van de vestiging, de behoeften en ambities van de Inrichtende Macht te vertalen naar een ruimtelijke behoefte. Deze vertaling dient te gebeuren binnen een complex geheel van randvoorwaarden waarbinnen het project kadert. De randvoorwaarden, de projectomschrijving en de bijlagen vormen samen de projectdefinitie van het scholenbouwproject.
De verschillende onderdelen van de projectdefinitie kunnen als volgt worden omschreven:
Deel A: Informatief gedeelte – de context
Naast de basisgegevens van het dossier, legt dit deel van de projectdefinitie, uitgaande van vijf belangrijke invloedsferen, de randvoorwaarden vast waarbinnen het project zal kaderen.
Het in kaart brengen van de randvoorwaarden van het project is een noodzakelijke voorwaarde om tot een sluitende, realistische en volledige projectdefinitie te komen in een volgende fase.
De invloedsferen zijn:
Juridische context
Ruimtelijke context
Financiële context
Demografische context
De tijdsdimensie van de realisatiefase
Een lijst van randvoorwaarden waarmee alle partijen rekening dienen te houden bij het verder definiëren en realiseren van het project vormt de output van dit deel.
De door de Inrichtende Macht aangeleverde informatie onder Deel A, met inbegrip van de daar bijhorende bijlagen die onder Deel C worden bijgevoegd, wordt weliswaar te goeder trouw, doch slechts bij wijze van inlichting verstrekt. De Inrichtende Macht aanvaardt dan ook geen enkele aansprakelijkheid met betrekking tot de aangeleverde informatie in dit kader, noch levert de Inrichtende Macht een garantieverklaring af met betrekking tot de volledigheid, relevantie en interpretatie van de informatie.
Deel B: Project
Dit onderdeel omschrijft de visie en ambitie van de Inrichtende Macht en de resultaten die men met het scholenbouwproject wenst te bereiken. In dit deel worden, vertrekkende van het pedagogisch programma van de Inrichtende Macht en rekening houdend met de hoger beschreven randvoorwaarden, de verwachtingen en behoeften op concrete wijze geformuleerd en vertaald naar een ruimtelijk en functioneel behoeftenprogramma of programma van eisen dat zo gedetailleerd mogelijk is.
De Inrichtende Macht is ervoor verantwoordelijk dat de informatie die onder Deel B, met inbegrip van de daar bijhorende bijlagen die onder Deel C worden bijgevoegd, wordt verstrekt juist en volledig is, in de zin dat de kandidaten c.q. inschrijvers op basis van de verstrekte informatie een voorstel voor het scholenbouwproject dienen uit te werken in hun respectieve offertes. Weliswaar geldt daarbij dat de informatie zoals meegedeeld in de Projectdefinitie de informatie is waarover de Inrichtende Macht thans, op datum van opmaak van deze Projectdefinitie, beschikt en een kandidaat c.q. inschrijver hieruit geen rechten zal kunnen afleiden mocht één en ander hiervan finaal afwijken.
Deel C: Bijlagen
In dit deel worden de nodige bijlagen opgenomen zoals ingevulde standaardformulieren, beschikbare stedenbouwkundige instrumenten (ruimtelijk uitvoeringsplan, mobiliteitsplan, …) opmetingsplannen, vergunningsplannen, asbestinventaris, bodemsonderingen, aansluitingen op/met bestaande gebouwen, ... In dit deel zal de Inrichtende Macht ook alle aanvullende relevante informatie m.b.t. het project verstrekken waarover zij beschikt of waarvan zij kennis heeft.
De Annexen omvatten de nodige informatie om de projectdefinitie van uw scholenbouwproject verder uit te werken.
De projectdefinitie van voorliggend scholenbouwproject wordt binnen de DBFM-procedure op basis van deze template uitgewerkt door de Inrichtende Macht om bijgevoegd te worden aan de gunningsleidraad die bij de start van de gunningsfase van de opdracht waarvan dit scholenbouwproject deel uitmaakt, aan de geselecteerde kandidaten zal worden overgemaakt. De gunningsleidraad maakt deel uit van het bestek dat na goedkeuring door AGION wordt uitgestuurd aan de geselecteerde kandidaten.
De uitgewerkte projectdefinitie dient als basis voor de opmaak van schetsontwerpen, voorontwerpen en de prijsopgave door de projectvennootschappen tijdens de gunningsfase van de opdracht.
Deel B van de finale projectdefinitie en de daar bijhorende bijlagen zullen deel uitmaken van de projectspecifieke DBFM-overeenkomst die na de gunning wordt afgesloten tussen de Inrichtende Macht (opdrachtgever) en de projectvennootschap (opdrachtnemer).
Dit model van projectdefinitie kwam tot stand met de gewaardeerde inbreng van AGION, GO!, Katholiek Onderwijs Vlaanderen, de Onderwijskoepel van Steden en Gemeenten, Team Vlaams Bouwmeester en School Invest NV.
Bij de uitwerking van uw projectdefinitie op basis van deze template kan u rekenen op ondersteuning vanuit het projectbureau (onderwijskoepels, AGION …) aangevuld met deskundigen (de Vlaams Bouwmeester …).
2.Inhoud
3. Deel A: INFORMATIEF GEDEELTE – DE CONTEXT 7
3.1.1. De Inrichtende Macht (of scholengroep) 7
3.1.2. De betrokken instelling 7
3.1.4. Type onderwijs en studieaanbod 7
3.2. Eigendomsstructuur / zakelijke rechten van de schoolsite en de projectsite 8
3.3. De ruimtelijke context van de projectsite 8
3.3.3. Inventaris van de gebouwen op de site 10
3.3.4. Inventaris van de onbebouwde ruimte op de site 12
3.3.5. Mobiliteit en toegankelijkheid 13
3.3.6. De planologische context 15
3.3.7. Bodem en bestaande constructies 15
3.4. De demografische context 16
3.4.3. Externe gebruikers & bezoekers 17
3.4.4. Organisatie van de school 17
3.4.5. Herkomst van de schoolgebruikers 17
3.5. De tijdsdimensie van de realisatiefase 17
4.1.1. Pedagogisch project van «de Inrichtende Macht» «de scholengroep» «de overkoepelende instantie» 18
4.1.2. De invulling door de school van het pedagogisch project. 18
4.2. Verwachtingen en ambities 19
4.2.2. Visie op de huidige gebouwenproblematiek 20
4.2.3. Visie op de schoolinfrastructuur in de toekomst 20
4.2.4. Visie op de niet-bebouwde ruimte 20
4.2.5. Visie op mobiliteit en toegankelijkheid 20
4.2.6. Uitstraling, zichtbaarheid en relatie met de omgeving 21
4.2.7. Multifunctionaliteit 21
4.2.8. Duurzaam bouwen, rationeel energieverbruik 21
4.4. Het scholenbouwproject 23
4.4.2. Overzicht cijfers fysische norm 24
4.4.3. Ruimtelijke behoeften 25
3.Deel A: INFORMATIEF GEDEELTE – DE CONTEXT
3.1.Basisgegevens
0.0.0.Xx Inrichtende Macht (of scholengroep)
Naam en adres van de betrokken Inrichtende Macht(en)
Structuur van de Inrichtende Macht: beschrijving van door wie het onderwijs in de betreffende school wordt ingericht en hoe dit gestructureerd is binnen de overkoepelende organisatie
Gegevens vertegenwoordiging van de Inrichtende Macht
Namen en contactgegevens van aanspreekpunt voor het scholenbouwproject binnen de Inrichtende Macht
(indien er meerdere Inrichtende Machten of instellingen betrokken zijn bij het scholenbouwproject kunnen de nodige gegevens schematisch overzichtelijk worden weergegeven. Bijzondere aandacht dient in dat geval ook te gaan naar de eigendomsstructuren: alle betrokken Inrichtende Machten dienen ook een zakelijk recht te hebben op de toekomstige bouwgrond).
(tekst)
0.0.0.Xx betrokken instelling
Naam en adres van de school of scholengemeenschap
Welke onderwijsvormen worden er ingericht door de instelling
Namen en contactgegevens van aanspreekpunt voor het scholenbouwproject binnen de betrokken instelling
(tekst)
3.1.3.Vestigingsplaats
Naam en adres van de betrokken vestiging(en) van de school
Namen en contactgegevens van aanspreekpunt voor het scholenbouwproject binnen de vestiging.
Vestigingsnummer van de vestigingsplaats(en)
Eventueel indien dit verschillend is: locatie/bouwplaats voor de projectsite
(tekst)
3.1.4.Type onderwijs en studieaanbod
Type onderwijs en studieaanbod van de school (bestaande en toekomstige nieuwe richtingen)
Welke onderwijsvormen worden er ingericht door deze vestiging?
Is er een internaat aanwezig?
(tekst)
3.1.5.DBFM-project
Naam/ dossiernummer van het scholenbouwproject.
Eventuele informatie over de projectcluster.
(tekst)
3.2.Eigendomsstructuur / zakelijke rechten van de schoolsite en de projectsite
Wie is eigenaar van de gronden? Wie is eigenaar van de gebouwen? Zijn er mede-eigenaars? Over welke eigendomstitels/zakelijke rechten beschikken de betrokken Inrichtende Machten?
Aan te leveren in de vorm van notariële aktes/eigendomstitels.
Heeft de Inrichtende Macht schoolgebouwen in erfpacht? Wat is de resterende duur? Zijn er (delen van de) gebouwen waarvoor de school een erfpacht verleent?
Is er voor bepaalde delen van de percelen een recht van opstal verleend? Wat is de resterende duur?
Heeft de Inrichtende Macht schoolgebouwen in vruchtgebruik? Zijn er (delen van) de gebouwen waarvoor de Inrichtende Macht een vruchtgebruik verleent?
Bevinden er zich erfdienstbaarheden op de eigendommen? Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn voor toegangswegen tot achterliggende gebieden, masten, ondergrondse kabels …
Wordt (een deel van) de site gemeenschappelijk gebruikt met andere instellingen?
Wordt (een deel van) de site publiek gebruikt?
Heersen er op de terreinen van de school of op de gebouwen andere rechten zoals recht van doorgang, huurrecht,….?
Gemeenschappelijke muren en/of omheiningen die geïmpacteerd worden?
Zijn er nog lasten (zoals kredieten, andere zakelijke rechten, achterstallige belastingen, enz.) die de grond bezwaren?
(tekst)
0.0.Xx ruimtelijke context van de projectsite
0.0.0.Xx gemeente
Ligging
Toelichting van de ligging van de gemeente aan de hand van een plan, met beknopte aanduiding van de afstanden tot andere relevante gemeenten of steden. Een dergelijk plan is te vinden op xxx.xxxxxxx.xx
(tekst)
Karakter van de gemeente
Wat is hoofdzakelijk het karakter van de gemeente? (stedelijk, landelijk, industrieel,…)
Zijn er binnen de gemeente contrasten aanwezig die de omgeving beïnvloeden?
(tekst)
Onderwijssituatie in de gemeente
Wat is de (relevante) huidige situatie van het onderwijsaanbod in de gemeente (ongeacht het specifieke onderwijsnet)? Een overzichtskaart (bron: xxxxxxx.xx) met het relevante onderwijsaanbod binnen de gemeente toevoegen.
Zijn er bepaalde structuren of relaties tussen de verschillende instellingen?
Zijn er samenwerkingen met instellingen over de gemeentegrenzen heen?
Is er een visie van de gemeente hoe het onderwijsaanbod zou (moeten) evolueren?
(tekst)
0.0.0.Xx projectsite
Ligging in de gemeente
Wat is de exacte ligging van de percelen?
Wat zijn de kadastrale gegevens van de projectsite? Hier dient ook verwezen te worden naar het kadastraal plan in bijlage, met aanduiding van de schoolsites of de projectsite.
Ligt de site in het centrum van de stad of aan de stadsrand, eventueel nabij stedelijke bakens of monumenten die er invloed op hebben.
Wat is het karakter van de nabije omgeving van de site?
Zijn er stedenbouwkundige randvoorwaarden/bouwvoorschriften die dienen gevolgd te worden?
Sinds wanneer betrekt de school deze site en is er een vermeldenswaardige historiek?
Heeft de school nog andere sites elders (in de stad/gemeente)?
(tekst)
Huidige karakter van de site
Beschrijf de projectsite.
Beschrijf de aanwezigheid van groen.
Wat is de ruimtelijke relatie van de schoolsite tot de omgeving?
Wat is de relatie met de buurtgemeenschap?
Zijn er bepaalde mobiliteitseisen, plannen?
Hoe verhoudt de schaal van de schoolgebouwen zich tot de omgeving?
(tekst)
Luchtfoto
Gevraagd een luchtfoto met daarop aanduiding van het schoolterrein. Noodzakelijk hierbij is een indicatieve schaallat en noordpijl.
Luchtfoto’s kunnen gevonden worden bijvoorbeeld op xxx.xxxxxxx.xx , xxxx://xxx.xxxx.xxx/xxxx/ , xxxx://xxxx.xxxxxx.xx
(afbeelding)
3.3.3.Inventaris van de gebouwen op de site
Inplanting van de gebouwen en locaties op de site
Gevraagd, aan de hand van een inplantingsplan, een aanduiding van de verschillende gebouwen en locaties op de site. Geef de benaming aan van de gebouwen en open ruimtes, zoals speelplaats, parking, fietsenstalling, sportterreinen,… Duid ook aan waar zich de toegangen tot het schoolterrein bevinden. Ook hierbij is het aangeven van de schaal en het noorden noodzakelijk.
Zijn er exacte opmetingsplannen van het perceel?1 Verwijs naar de bijlage.
Zijn er exacte inplantingsplannen van de bestaande bebouwing, buitenaanleg? Verwijs naar de bijlage.
Het inplantingsplan dient te worden aangevuld met een fotoreportage (in bijlage), waarbij enkele relevante foto’s een beeld geven van het geheel.
(afbeelding en tekst)
Gebouw « X »
(“X” in titel aan te passen)
Hier kan een toelichting komen met de relevante informatie over het gebouw: bouwjaar, oorspronkelijke bestemming, architect, oppervlakte voetafdruk, aantal bouwlagen, laatste grondige renovatie, …
Enkel indien het gebouw relevant is voor het scholenbouwproject is het nuttig de onderstaande structuur uit te werken voor het betreffende gebouw. Voor de andere gebouwen kan dit best beknopter. Ook indien het gebouw met zekerheid wordt afgebroken kan dit kort gehouden worden.
(tekst)
i.Grondplan
Om snel een juist beeld te krijgen van het betreffende gebouw is een grondplan het beste middel. Indien er geen grondplan van het gebouw beschikbaar is, kan dit ook aan de hand van de evacuatieplannen, die steeds voorhanden moeten zijn.2
(plan en tekst)
ii.Foto’s
Aanvullend op de plannen is het nuttig een beknopte fotoreportage bij te voegen, met aanduiding op het grondplan waar de verschillende foto’s genomen zijn.
(foto’s en tekst)
iii.Gebruik
Wat is het huidige en geplande (voor zover in dit kader op korte termijn wijzigingen te verwachten zijn) hoofdgebruik van het gebouw tijdens de schooluren?
Welke andere schoolse activiteiten vinden er nog plaats?
Is er ook buitenschools gebruik? Van het volledige gebouw of slechts van een gedeelte ?
Wordt het gebouw soms ter beschikking gesteld van de gemeenschap (avonden, weekends, vakanties,…)?
Beschrijf de veiligheidsmaatregelen.
Beschrijf de voorzieningen waarmee het gebouw is uitgerust op eventueel extern gebruik.
Beschrijf de toegankelijkheid voor andersvaliden.
…
(tekst)
iv.Relatie tot de andere gebouwen
Hoe verhoudt het gebouw zich tot andere gebouwen op de site?
Is het een hoofdgebouw?
Is het gebouw dominant aanwezig of net niet?
Zijn er fysieke verbindingen met andere gebouwen?
Zijn er technische verbindingen met andere gebouwen waarmee rekening dient gehouden worden (bv. hoogspanning- of gascabine, gemeenschappelijke verwarming, verluchting (stooklokaal), gemeenschappelijke vluchtwegen of liften, …
Is er een vormelijke relatie met andere gebouwen op de site?
Hoe verhoudt het gebouw zich tot de open ruimte rondom?
…
(tekst)
v.Sterktes en zwaktes
Wat zijn voor de school de sterktes en de zwaktes van het gebouw?
Heeft het gebouw een goede inplanting op de site?
Is het aangepast aan het huidige gebruik en de gebruikers?
Zijn er waardevolle elementen? (eventueel aanvullen met foto’s)
Is (een deel van) het gebouw geklasseerd?
Is het gebouw in goede/slechte bouwfysische en constructieve staat?
Is het een milieu- en onderhoudsvriendelijk gebouw?
Is het binnenklimaat beheersbaar?
Zijn de technische installaties in orde?
Motiveer hierbij ook de gegeven antwoorden.
(tekst)
vi.Knelpunten
Wat zijn voor de school de knelpunten van dit gebouw?
Welke zaken moeten dringend aangepakt worden?
Welke maatregelen zijn hiervoor eventueel reeds genomen?
Lijkt afbraak de enige uitweg, of kunnen de knelpunten worden aangepakt door (grondige) renovatie? …
(tekst)
Gebouw « Y »
(Titel aan te passen en aan te vullen met nieuwe titels zoveel als noodzakelijk)
(tekst)
3.3.4.Inventaris van de onbebouwde ruimte op de site
(Indien nuttig kunnen hierbij, zoals hoger bij gebouwen, ook bijkomende titels aangemaakt worden)
Hoe kan het karakter van de open ruimte aan de school omschreven worden?
Zijn er verschillende zones af te bakenen, bv. verharde speelplaats, overdekt/niet-overdekt, niet-verhard speelplein, sportterrein, bos,…?
Zijn er gescheiden speelplaatsen voor de verschillende leeftijdsgroepen?
In welke mate is groen aanwezig en hoe is dat verweven met de bebouwing en verhardingen?
Zijn er waardevolle bomen of struiken?
Is er aanwezigheid van water?
Zijn er milieuprojecten of is er een milieubeleid van toepassing op het schoolterrein?
Hoe wordt de open ruimte afgebakend/begrensd?
Wie staat in voor het onderhoud van de open ruimte van de school?
Hoe kan de relatie van de open ruimte naar de gebouwen omschreven worden?
Is er geluidsoverlast (van de omgeving naar de schoolse buitenruimte? Van bv. de speelplaats naar de omgeving?)
(tekst)
3.3.5.Mobiliteit en toegankelijkheid
Mobiliteit
(Hier kan een plan van het schooldomein en ruime omgeving met aanduidingen van de verschillende hieronder aangehaalde aspecten zeer verhelderend zijn.)
Gelieve ook aan te geven of andere bedrijven of organisaties in de nabijheid impact hebben op de mobiliteit
(plan)
i.Openbaar vervoer
Met welke openbare vervoersmiddelen geraken de schoolgebruikers aan de school?
Hoe zit het met de nabijheid van de bus- en tramhaltes/ het treinstation?
Zijn de haltes op een veilige manier bereikbaar?
Welke routes leggen de bussen/trams af?
Met welke frequentie rijden ze?
(tekst)
ii.Schoolbus
Worden er door het bestuur schoolbussen ingelegd?
Welke routes volgen deze?
Is het aanbod voldoende?
Hoe geraken de bussen op een veilige manier aan/ op het schoolterrein? Zijn er stalplaatsen voorzien? …
(tekst)
xxx.Xxxx
Hoe geraken auto’s op/ aan het schooldomein?
Hoe wordt het kortparkeren georganiseerd bij afzetten en ophalen?
Wordt het verkeer geregeld bij aanvang en einde van de schooldag?
Is er parking (voor personeel of bezoekers) voorzien? Is de capaciteit ervan voldoende? Is deze veilig?
(tekst)
iv.Fietser en voetganger
Komen leerlingen zelfstandig met de fiets of te voet naar school? Wordt er begeleiding georganiseerd vanuit het bestuur?
Zijn er veilige routes tot aan de school? Zijn de oversteekplaatsen aan de school voldoende veilig?
Is er een (brom)fietsenstalling? Is deze veilig? Is deze gemengd voor personeel en leerlingen? Is de capaciteit ervan voldoende?
Is de fietsenstalling goed bereikbaar vanuit de verschillende toegangen van het schoolterrein?
(tekst)
v.Organisatie leerlingenstromen op het terrein
Hoe worden de leerlingenstromen op de schoolsite georganiseerd? Bij de aanvang van de school, lesuren, speeltijden, middag, einde van de schooldag?
Is er sprake van kruisen van circulaties?
Zijn er obstakels die een vlotte circulatie belemmeren?
(tekst)
vi.Organisatie externen op het terrein
Hoe wordt het gebruik door externen georganiseerd?
Welke toegang wordt er gebruikt na de schooluren?
(tekst)
vii.Leveringen
Komen er regelmatig leveringen toe aan de school (keuken, werkplaatsen, ateliers,…)? Met welke frequentie?
Moeten daartoe zware voertuigen het schoolterrein oprijden? Xxx dit op een veilige manier?
(tekst)
viii.Noodinterventie
Is er een vlotte toegang van het schoolterrein voor de hulpdiensten (brandweer, ziekenwagen, politie, …)?
Zijn alle gebouwen goed bereikbaar?
Is er een duidelijke signalisatie?
Is er evacuatieplan van het terrein?
Zijn er reeds hydranten voorzien op de site ?
(tekst)
Knelpunten
Welke zijn de knelpunten die kunnen worden aangehaald op vlak van mobiliteit?
In welke mate kunnen deze aangepakt worden op de schoolsite? Wat kan de school zelf of waarvan is de school afhankelijk van derden?
Hoe kunnen de knelpunten buiten de schoolsite worden aangepakt? Wat kan de school zelf of waarvan is de school afhankelijk van derden?
(tekst)
0.0.0.Xx planologische context
(Hier zal voornamelijk kunnen verwezen worden naar de bijlagen, de beschikbaarheid van de documenten daarin kan hier worden aangegeven. Ook eventuele digitale documenten kunnen worden aangehaald.)
Welke zijn de toepasselijke aandachtspunten uit het gewestplan?
Is er een Algemeen of Bijzonder Plan van Aanleg van kracht?
Is er een goedgekeurde verkaveling?
Is er een goedgekeurde rooilijn of onteigeningsplan van toepassing?
Is er een (goedgekeurd) Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan? Provinciaal? Gewestelijk?
Is er een (goedgekeurd) Gemeentelijk ruimtelijk Uitvoeringsplan van toepassing? Provinciaal? Gewestelijk?
Zijn er afwijkende visies van bv. buurtcomités? Zijn er lopende acties?
Zijn er beschermde monumenten op de schoolsite? Beschermde (delen van) gebouwen? Zijn er beschermde stads- of dorpsgezichten waarvan de projectsite deel uitmaakt? Zijn er gebouwen en/of landschappelijke elementen opgenomen in de inventaris van onroerend erfgoed?
Wat vermeldt het (gemeentelijk ) vergunningenregister in verband met de bouwlocatie? Beschikbare milieuvergunningen? Brandweerverslagen? inspectieverslagen?
Is er een goedgekeurd mobiliteitsplan van de schoolomgeving? Het mobiliteitsplan zelf kan in bijlage. Wat zijn de aandachtspunten? Zijn er nog werkzaamheden in functie van de mobiliteit aan de schoolomgeving gepland?
Werden er reeds ontwerpprestaties geleverd in het kader van voorliggend scholenbouwproject?
(tekst)
3.3.7.Bodem en bestaande constructies
Is er een blanco bodemattest? Is er al een oriënterend bodemonderzoek verricht? Is er al een beschrijvend bodemonderzoek verricht? Wanneer zijn deze uitgevoerd en tot wanneer zijn de rapporten geldig?
Zijn er historische vervuilende activiteiten geweest ? Dit kan eenvoudig teruggevonden worden door alle milieuvergunningen te verzamelen die ooit op het terrein betrekking gehad hebben. Daarnaast zijn natuurlijk ook niet geïnventariseerde activiteiten of calamiteiten (lekken van mazout of andere gevaarlijke stoffen) aan te geven, voor zover bekend.
Zijn er ondergrondse stookolietanks aanwezig ?
Zijn er al sonderingen uitgevoerd ter bepaling van de mechanische kwaliteit van de ondergrond? Verslag kan in de bijlagen
Heeft er een energie-audit plaatsgevonden van de bestaande gebouwen?
Zijn er asbestinventarissen van de bestaande gebouwen?
Moet er advies worden ingewonnen in verband met mijnschade?
Wordt het terrein bezwaard met elektriciteit-, gas- of andere leidingen ? vb. hoogspanningslijn, NAVO-leiding,…. Zijn daar plannen van beschikbaar?
Verwijs hier ook naar bijlagen en eventueel beschikbare digitale documenten.
(tekst)
3.3.8.Nutsvoorzieningen
Gedetailleerde en duidelijke schaalplannen van de school met plaatsaanduiding van alle bestaande nutsaansluitingen en cabines (klanten of distributiecabines), incl. alle bovengrondse en ondergrondse nutsleidingen met aanduiding van de relevante kenmerken (EAN nummers, debieten, vermogens, druk, …)
Aanduiding van de af te breken gebouwen en de daarin gelegen aansluitingen met hun relevante kenmerken en in het bijzonder welke andere gebouwen erop aangesloten zijn en welke activiteiten erin plaats vonden (en welke debieten/vermogens/… deze gebruikten)
Jaarafrekeningen (tot 5 jaar terug) om het verbruik/ vermogen te bepalen van de bestaande school en eventueel al meters/ EAN’s te verzamelen voor elektriciteit/gas en drinkwater
Foto’s van de omgeving en de gebouwen (objecten die mogelijk in de weg staan voor toegang tot de werken , toegang school, brandweg, etc. of functioneren van de nieuwe school zoals openbare verlichting, gevelarmaturen, bushokjes, amsterdammertjes …)
Overzichtslijst bestaande aansluitingen volledig ingevuld (EAN nummer, meternummers water/ brand , vermogen, debiet, telefoonaansluiting, data-aansluiting...)
(tekst)
0.0.Xx demografische context
3.4.1.Leerlingen
Op welke doelgroep(en) van leerlingen richt de school zich?
Hoe worden de leerlingen ingedeeld?
Zijn de correcte huidige leerlingenaantallen (per studierichting) beschikbaar? (tabellen in bijlage)
Verduidelijking: in de leerlingengrafiek/tabel dient de leerlingenevolutie over de laatste vijf jaar te worden weergegeven.
Hoe zijn deze in het recente verleden geëvolueerd en hoe verwacht de school dat deze evolueren in de toekomst?
Zijn er interne/externe factoren die een aanzienlijke invloed (kunnen) hebben op het leerlingenaantal (per studierichting)?
Is er een grote (culturele) diversiteit onder de leerlingen?
(tekst)
3.4.2.Personeel
Hoeveel personeel heeft de school in dienst?
Zijn dit voltijdse/deeltijdse personeelsleden?
Hoe is het personeelsbestand te structureren?
Hoe is de taakverdeling?
Zijn er externe personeelsleden? Waarvoor? Hoe wordt dit georganiseerd?
(tekst)
3.4.3.Externe gebruikers & bezoekers
De onderstaande weergegeven informatie mag niet worden verward met het recht van de Opdrachtgever tot 100% gebruik of openstelling van de Configuratie overeenkomstig Artikel 6.3 (b) van de DBFM-overeenkomst. Aan de onderstaande weergegeven informatie kan de Opdrachtnemer geen enkele rechten ontlenen.
Welke groepen/organisaties maken er eventueel nog gebruik van de schoolinfrastructuur?
Wanneer? Hoe?...
(tekst)
3.4.4.Organisatie van de school
Korte beschrijving van de structuur van de huidige organisatie: Inrichtende Macht, schoolbestuur, schoolraad, ouderraad, leerlingenraad,…
Voeg het schoolreglement toe als bijlage
(tekst)
3.4.5.Herkomst van de schoolgebruikers
Is de herkomst van de schoolgebruikers in kaart te brengen?
Worden er (dagelijks) grote afstanden afgelegd om op de school te geraken?
Hoe is de verhouding van het gebruik van de verschillende vervoersmiddelen (zie ook §3.3.5.a)?
Zijn daarin tendensen merkbaar?
(tekst)
0.0.Xx tijdsdimensie van de realisatiefase
Zijn er uitzonderlijke specifieke externe factoren die ontwerp & realisatietermijn van de school kunnen beïnvloeden? Zijn er bv. nog planologische instrumenten in opmaak?
Zijn er uitzonderlijke specifieke interne factoren die ontwerp & realisatietermijn van de school kunnen beïnvloeden? Is er bv. eerst nog een (gedeeltelijke) verwerving van de projectsite noodzakelijk? Zal er huidige tijdelijke huisvesting wegvallen? Is er gefaseerde uitvoering van de werken? Onroerend erfgoed? Beschermde monumenten en/of landschappelijke elementen? Verwijdering van asbest? Bodemvervuiling? Fysieke en/of technische verbindingen (hoogspanning, verwarming, lift etc.) met andere gebouwen op de site? Aanwezigheid van oude funderingen/archeologie of nutsleidingen op het terrein?
Zijn er grote projecten bezig of voorzien in de nabijheid van de site (bv aanleg nieuw woongebied, herstratingswerken, …)
Dit wordt onderbouwd op basis van beschikbare documenten en databanken m.b.t. bodemvervuiling, archeologie, (mogelijk) overstromingsgebied, erfgoed etc.
Het schoolbestuur geeft hier ook aan dat ze reeds contacten gehad heeft met de vergunningverlenende overheid m.b.t. de realisatie van het bouwprogramma met opgave van de daarbij belangrijkste bevindingen, opmerkingen, enz.
(tekst)
4.DEEl B: HET PROJECT
4.1.Pedagogisch project
4.1.1.Pedagogisch project van «de Inrichtende Macht» «de scholengroep» «de overkoepelende instantie»
Toelichting van de missie en algemene visie op onderwijs van het onderwijsnet
Toelichting van de missie en visie op onderwijs van de Inrichtende Macht/scholengroep/scholengemeenschap en hoe het scholenbouwproject kan bijdragen tot het realiseren van de missie. Welke culturele ambitie heeft men en wil men verbeeld zien in het scholenbouwproject.
(tekst)
0.0.0.Xx invulling door de school van het pedagogisch project.
Historiek van de school als instelling
Korte beschrijving van het ontstaan en de evolutie van de school en haar organisatie.
(tekst)
Visie van de school op onderwijs
Toelichting van de visie van de school op onderwijs; deze kan namelijk verschillen of een herinterpretatie zijn van de visie van de overkoepelende organisatie(s).
Hoe is deze visie door de tijd geëvolueerd? Hoe ziet de school het onderwijs er evolueren in de toekomst?
Hoe functioneert de school als onderwijsinstelling, maar ook als brede school? Eventuele samenwerkingsverbanden met andere instellingen, scholen of bedrijven kunnen worden aangehaald.
Hoe wenst men, met het oog op de specifieke doelgroep(en), de doelstellingen te bereiken die in de visie naar voor worden gebracht? Wat zijn de ambities op onderwijskundig vlak (zonder dat die als vaststaande engagementen kunnen worden beschouwd)?
(tekst)
Organisatie van het onderwijs
i.Pedagogisch programma
Wat is het aanbod van de school inzake opleidingen en hoe verhouden deze zich tot elkaar?
Hoe is dit aanbod gestructureerd?
Hoe evolueert dit aanbod?
Welk traject doorlopen de leerlingen doorheen de jaren?
(tekst)
ii.Leervormen
Hoe richt de school haar onderwijs in: ex cathedra, praktijklessen, stages, deeltijds,…?
Hoe ziet de dagindeling eruit?
(tekst)
iii.Ruimtelijke implicaties
Wat zijn de eventuele ruimtelijke implicaties van het bovenstaande?
Wat is er eventueel wel/niet mogelijk met de huidige infrastructuur?
(tekst)
4.2.Verwachtingen en ambities
4.2.1.Masterplan
Is er een masterplan opgemaakt voor de school(site)? Door wie? Wanneer?
Indien er nog geen masterplan is opgemaakt, is dit wenselijk?
Heeft de school/inrichtende macht bepaalde aandachtpunten m.b.t. het masterplan?
Is er al een deel van het masterplan uitgevoerd? Hoe kadert dit project binnen het masterplan?
(tekst)
4.2.2.Visie op de huidige gebouwenproblematiek
Indien er een masterplan is, kan hiernaar worden verwezen, met eventuele aanvullingen of kritische bemerkingen.
Wat zijn de sterktes en de zwaktes van de school? Wat valt er te verbeteren?
Hoe gaat de school om met de heersende gebouwenproblematiek? Instandshoudingspolitiek? Onderhoudspolitiek?
Zijn er al noodoplossingen uitgevoerd? Zijn deze duurzaam of van tijdelijke aard?
Welke problemen moeten dringend nog worden aangepakt?
(tekst)
4.2.3.Visie op de schoolinfrastructuur in de toekomst
Wat zijn de verwachtingen en ambities van de school voor de infrastructuur op langere termijn? Bij stijgende leerlingenaantallen, bij dalende leerlingenaantallen?
Hoe kan dit scholenbouwproject bijdragen tot de verbetering van uw pedagogische werking?
Hoe kaderen de al genomen maatregelen en uitgevoerde scholenbouwprojecten in deze visie?
Wat moet het scholenbouwproject aan de school veranderen/verbeteren?
Hoe kan de school functioneren als sociale ruimte?
(tekst)
4.2.4.Visie op de niet-bebouwde ruimte
Welke rol speelt de buitenruimte in het schoolgebeuren? Is er nood aan meer waardevolle buitenruimte?
Voeg de speelplaatsvisie toe. (voor een methodiek hierrond: xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxxxxxxxx-xxxxxx Inspiratie: xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxx/xxxxxxxxxx-xxxxxx )
Hoe geven de verschillende actoren inbreng over de inrichting van de buitenruimte (participatie leerkrachten, leerlingen, ouders…)
Werkt de school samen met een landschapsarchitect voor de inrichting van de buitenruimte?
(tekst)
4.2.5.Visie op mobiliteit en toegankelijkheid
Hoe kan de school/Inrichtende Macht er eventueel voor zorgen dat meer betrokkenen gebruik maken van duurzame vervoersmiddelen?
Hoe kan de school/Inrichtende Macht eventueel ingrijpen in de verkeersveiligheid van de schoolomgeving?
Hoe zou het schooldomein moeten evolueren om de organisatie van de leerlingenstromen te optimaliseren?
Is het schooldomein toegankelijk en leesbaar? Welke suggesties zijn er om eventuele knelpunten te verbeteren?
(tekst)
4.2.6.Uitstraling, zichtbaarheid en relatie met de omgeving
Wat zijn voor de school/Inrichtende Macht goede architecturale kwaliteiten?
Hoe ziet de school/Inrichtende Macht de relatie tot de omgeving evolueren?
Hoe moeten de gebouwen zich verhouden tot de omliggende?
Zijn er knelpunten of klachten die dienen aangepakt te worden?
Is het wenselijk een buffer te genereren tussen de school en de omgeving?
Hoe moet het schoolterrein begrensd worden?
Moeten er maatregelen genomen worden voor de veiligheid op het schoolterrein?
(tekst)
4.2.7.Multifunctionaliteit
Multi-inzetbaarheid en openstelling
De onderstaande weergegeven informatie mag niet worden verward met het recht van de Opdrachtgever tot 100% gebruik of openstelling van de Configuratie overeenkomstig Artikel 6.3 (b) van de DBFM-overeenkomst. Aan de onderstaande weergegeven informatie kan de Opdrachtnemer geen enkele rechten ontlenen.
Welke visie heeft de school op multifunctioneel gebruik en openstelling van de nieuwe infrastructuur?
Xxxx ziet u mogelijkheden om een ruimte voor meerdere functies te gebruiken? En welke ingrepen zijn hier eventueel voor nodig?
Zal de speelplaats, sporthal, refter, polyvalente zaal etc. in de toekomst gebruikt worden door anderen (vb. speelpleinen, buurtbewoners, (sport)verenigingen…)?
Worden er andere (maatschappelijke) functies ondergebracht of geïntegreerd in het scholenbouwproject (bv. CLB, kinderdagverblijf, buurtwerking, jeugdlokaal, muziekschool…)?
(tekst)
Flexibiliteit
Hoe flexibel moet de invulling van de gebouwen zijn?
Moet er rekening worden gehouden met eventuele veranderingen in onderwijsprogramma’s en -methodieken of bestemmings- of functiewijzigingen? Motiveer dit.
(tekst)
4.2.8.Duurzaam bouwen, rationeel energieverbruik
Nieuwe gebouwen moeten bovenal duurzaam zijn. De school van de toekomst moet efficiënter omgaan met energie, water, grondstoffen, ruimte, financiële middelen en zijn omgeving. Zo moet in Vlaanderen bijvoorbeeld voor nieuwe gebouwen en gebouwen die ingrijpend verbouwd worden een minimumaandeel energie uit hernieuwbare energiebronnen worden gebruikt.
Het instrument duurzame scholenbouw zal binnenkort worden vervangen door het GRO. Tot die tijd kunt u het instrument duurzame scholenbouw raadplegen via de website van AGION. U kunt deze instrumenten gebruiken bij maken van bewuste keuzes op vlak van duurzame scholenbouw.
4.2.9.Voortrekkersrol
Hoe staat de school/Inrichtende Macht tegenover innovatieve materialen of technieken voor de bouw, gebruik en beheer van de gebouwen?
Wil de school/Inrichtende Macht een voortrekkersrol uitoefenen? Op welke manier/vlakken?
(tekst)
4.2.10.Referenties
(De opgegeven referenties zijn slechts indicatief waaraan de opdrachtnemers geen rechten kunnen ontlenen.)
Wat zijn voor de school/Inrichtende Macht representatieve bouwprojecten?
Wat zijn de sterktes en de zwaktes van deze projecten?
Welke elementen uit deze gebouwen zijn wel en niet wenselijk voor het eigen project?
Mogelijke bronnen:
xxxxx://xxx.xxxxx.xx/xxxxx-xxxxxxxxxxx, xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx, xxx.xxxxxxxxxxxxxxxx.xx; …
(tekst)
0.0.Xx betrokkenen
4.3.1.Leerlingen
Hoeveel leerlingen en welke leerlingen zullen er gebruik maken van de nieuwe schoolinfrastructuur (op basis van de thans voorliggende gegevens waarover de school/Inrichtende Macht beschikt)?
Hoeveel nieuwe of bijkomende plaatsen (capaciteitsuitbreiding) worden gecreëerd (ten opzichte van het huidig aantal leerlingen) met voorliggend scholenbouwproject?
Zijn er specifieke noden of wensen van deze leerlingen?
Wat is de visie van de leerlingen op het scholenbouwproject?
Welke invloed zal dit hebben op de herorganisatie van de andere lokalen en lesrichtingen?
Is er specifieke flexibiliteit naar de toekomst gewenst?
(tekst)
4.3.2.Personeel
Hoe en in welke mate zal het personeel gebruik maken van de te bouwen infrastructuur?
Hoe zal de organisatie van het personeel herbekeken worden?
Wat is de visie van het personeel op het scholenbouwproject?
Zijn er specifieke eisen of wensen op dat vlak?
(tekst)
4.3.3.Externe gebruikers
De onderstaande weergegeven informatie is louter informatief en mag niet worden verward met het recht van de Opdrachtgever tot 100% gebruik of openstelling van de Configuratie overeenkomstig Artikel 6.3 (b) van de DBFM-overeenkomst. Aan de onderstaande weergegeven informatie kan de Opdrachtnemer geen enkele rechten ontlenen.
Zullen er naast leerlingen en personeel ook externen (bv. sportclubs, buurt, ouders, verenigingen) gebruik maken van de nieuwe gebouwen?
Op welke manier en in welke mate?
Zijn er reeds samenwerkingsverbanden?
Zijn daar specifieke wensen of benodigdheden voor nodig (bv. afsluitbaarheid, toegangssysteem)?
Welke voorzieningen zullen gemeenschappelijk gebruikt worden, welke niet?
(tekst)
4.4.Het scholenbouwproject
4.4.1.Aanpak
Omschrijving van het project
Hoe kan het scholenbouwproject dat de school/Inrichtende Macht voor ogen heeft bondig omschreven worden?
Waarom wordt er gebouwd?
Voor welke functies moet(en) er (een) nieuw(e) gebouw(en) worden opgetrokken?
Betreft het naast nieuwbouw ook een gedeelte renovatie?
Welke gebouwen moeten er afgebroken worden?
Is buitenaanleg ook in het project inbegrepen?
(tekst)
Inplanting
Welke inplantingen voor een nieuw gebouw zijn er mogelijk op het schooldomein? Welke eventuele voor- en nadelen zijn er aan de verschillende inplantingen? Voeg hierbij een plan in bijlage toe met daarop een duidelijke markering van de projectzone.
Hoe is de schaalverhouding tot de omgeving en de buren in de verschillende inplantingen. Hoe is het zicht van en naar de school?
(tekst)
Fasering en tijdelijke huisvesting
Hoe zal de school/Inrichtende Macht de continuïteit van het onderwijs kunnen garanderen tijdens de bouwwerf?
Is na de eventuele afbraak de capaciteit van de resterende gebouwen voldoende of is er nood aan tijdelijke huisvesting van leerlingen?
Wordt tijdelijke huisvesting voorzien door de school? Geef hierbij expliciet aan of deze binnen het DBFM-project door de kandidaten moet worden voorzien, evenals het programma en de aantallen.
Inplanting van de tijdelijke huisvesting?
Is er een eventuele fasering van de werken vooropgesteld? Zijn hier specifieke redenen voor?
Is er een noodzaak om bepaalde (bouw)activiteiten enkel tijdens verlofperiodes te laten plaatsvinden ?
(tekst)
Opportuniteiten van de projectsite
Ziet de school/Inrichtende Macht bepaalde opportuniteiten van de projectsite? (bv. stedenbouw laat vier bouwlagen toe, maar de school heeft voor het project maar twee bouwlagen nodig. Eventueel kunnen meerdere bouwlagen toch uitgevoerd worden met benutting door externe functies die het project voor de Inrichtende Macht betaalbaar(der) kan maken of houden)
(tekst)
Gebruikersparticipatie
Hoe worden de gebruikers (leerlingen, leerkrachten, ouders en buurt) betrokken bij de verwezenlijking van het project? In welke mate worden ze betrokken in de verschillende fases van het scholenbouwproject?
(tekst)
4.4.2.Overzicht cijfers fysische norm
(Besluit van de Vlaamse Regering van 5 oktober 2007 houdende vaststelling van de regels die de behoefte aan nieuwbouw of uitbreiding bepalen en van de fysische en financiële normen voor de schoolgebouwen, internaten en centra voor leerlingenbegeleiding.)
Stap 1 : Oppervlaktebepaling per onderwijsinstelling
Per betrokken vestigingsplaats van de onderwijsinstelling wordt een AGION-informatieformulier opgemaakt en bijgevoegd met opgave van de gegevens die nodig zijn voor de berekening en controle van de fysische normen op basis van de leerlingencijfers van 01-02-2015 of recenter. Hieruit volgt de maximale fysische norm oppervlakte per betrokken onderwijsinstelling overeenkomstig Art. 10 t/m 29 van het besluit van 5 oktober 2007 en rekening houdende met Art. 36 t/m 42 van datzelfde besluit.
De specifieke AGION-informatieformulieren (rekenbladen in Excel) die hiervoor gebruikt moeten worden zijn beschikbaar op de website van AGION xxx.xxxxx.xx onder de rubriek DBFM.
Stap 2 : Bestaande oppervlakte schoolsite: inventarisatie
Bepaal de oppervlaktes van de huidige schoolsite. Hanteer hierbij de onderverdeling zoals wordt gespecifieerd in het AGION-informatieformulier.
Stap 3 : Bestaande oppervlakte schoolsite : afbraak
Bepaal aan de hand van uw masterplan welke gebouwen in aanmerking komen voor afbraak. Deze oppervlakten dienen te worden afgetrokken van de in stap 2 bepaalde oppervlakten. De afbraakwerken waarbij achteraf op de plaats van de afbraak genormeerde subsidiabele werken worden uitgevoerd - binnen het DBFM-project - komen in aanmerking voor betoelaging.
Stap 4 : Finaliseren van de AGION-informatieformulieren
Verwerk de gegevens van stap 3 in de AGION-informatieformulieren. Hieruit volgen de maximale subsidiabele oppervlakten waarvoor u voor uw DBFM-project aanspraak kunt maken.
4.4.3. Ruimtelijke behoeften
VERDUIDELIJKING: De onderstaande vragen zijn indicatief en richtinggevend, ze helpen u met het formuleren van uw ruimtelijke behoeften, rekening houdend met het voorziene (extern) gebruik. Ook de ontwerprichtlijnen kunnen u een houvast bieden bij het bepalen van enkele uitgangspunten. U kunt ze via de onderstaande link terugvinden:
xxxxx://xxx.xxxxx.xx/xxxxx/xxxxxxx/xxxxx/xxxxxx/XX_XXX_Xxxxxxxxxx_0_0.xxx
De onderstaande vragen geven een globaal beeld weer van de ruimtelijke behoeften. Deze worden vervolgens doorvertaald in de Outputspecificaties. Voor meer informatie zie het stappenplan in het document ‘Voorwoord’ van de Outputspecificaties.
De informatie die door de Inrichtende Macht hieronder bij de vragen opgeeft zijn als aanvullend op de Outputspecificaties te beschouwen.
Gebouwen
Hoeveel lokalen worden er gevraagd? Welke functie moeten ze vervullen? Wat is de oppervlakte van de verschillende lokalen? Wat is de voorkeur voor de vorm van de lokalen en de positie van ramen en deuren? Wat is de vaste uitrusting (zie Annex 2 met lijst van mogelijke eerste uitrusting) van de verschillende subsystemen, clusters of lokalen? Zijn er specifieke technische behoeften nodig per lokaal? Zijn er specifieke klimaateisen voor bepaalde lokalen? Moeten er lokalen gekoppeld zijn aan een buitenruimte?
Welke bijkomende (functionele) ruimtes worden er nog gevraagd? Welke oppervlakte vragen deze? Welke vaste uitrustingen moeten er komen? Welke eigenschappen moeten de ruimtes hebben?
Hoe moeten de gebouwen uitgerust worden wat sanitaire voorzieningen betreft?
VERDUIDELIJKING: de Inschrijvers dienen te voldoen aan de bepalingen van de sanitaire uitrustingen zoals opgenomen in de verificatiematrix onder het eisthema ‘Sanitair-Ontwerprichtlijnen’. Er hoeven hierover dan ook geen uitspraken door de Inrichtende Macht te worden opgenomen in de lokaalfiches tenzij dit omwille van projectspecifieke redenen toch gewenst wordt.
Moet er een lift komen? Hoe groot? Zijn er specifieke eisen?
VERDUIDELIJKING: de projecten dienen te voldoen aan de desbetreffende besluiten aangaande toegankelijkheid. In deze besluiten zijn er tevens specifieke bepalingen opgenomen m.b.t. de verticale circulatie. Het is dus niet strikt noodzakelijk om de lift als lokaal of element op te nemen, voorts zijn er technische bepalingen m.b.t. liften opgenomen in de verificatiematrix.
Komt er een nieuwe sporthal? Welke sporten moeten er in kunnen plaatsvinden (indicatie voor oppervlakte en hoogte)? Xxxx daar een tribune zijn? Een cafétaria voor extern gebruik? Hoe groot moet de bergplaats zijn? Hoeveel kleedkamers, douches?
VERDUIDELIJKING: de voorwaarden over het mogelijks opnemen van een sporthal binnen het DBFM-project worden gestipuleerd in de fysische norm.
Zijn er specifieke ruimtes zoals ateliers, leskeukens, labo’s, …?
Zijn er specifieke eisen m.b.t. de nutsvoorzieningen? Bijkomende ruimtes (turn/sportzaal, ateliers, …) en zware technische uitrusting zoals CNC machines, lasinstallaties, enz. vragen aanzienlijke nutsvoorzieningen (bv. voorzien van hoogspanningscabine).
VERDUIDELIJKING: het is van belang om een goed beeld weer te geven van met name de te voorziene apparatuur. Dit heeft namelijk een impact op de te voorziene maatregelen die de Inschrijver moet nemen om aan de vereiste vermogens te kunnen voldoen. Dit heeft als gevolg een weerslag op de prijszetting.
(tekst)
De buitenruimte
Waar moeten de verschillende buitenruimtes komen?
Is er nieuwe wegen- en padeninfrastructuur nodig op het schooldomein?
Hoe groot moet de buitenruimte zijn? Hoeveel oppervlakte daarvan moet overdekt zijn? (zie ook fysische norm)
Welk percentage oppervlakte moet er verhard zijn? Verharde gedeeltes zijn geschikt voor in-en uitgangen, bepaalde sportterreinen, paden, onder luifels…
Welk percentage moet onverhard zijn? Het onverharde gedeelte biedt plaats aan natuurlijke speel-, zit-, en leerplekken zoals een grasveld, (speel)bos, zandbak, moestuin, buitenklas, groen amfitheater,…
Hoe moet de groene zone worden (her)aangelegd of uitgebreid? Zijn/komen er milieuprojecten (vb. moestuinen, compostsite, bijenhotel, dieren…)?
Welke natuurlijke spelinrichtingen worden er voorzien (vb. reliëf, houten constructies, (wilgen)hutten, bloemenweide, uitdagend parcours of klimelementen, speelbos…)
Moeten er sportterreinen worden aangelegd? Op welke sporten moeten deze voorzien zijn?
Zal er een nieuwe fietsenstalling komen? Wordt de bestaande uitgebreid? Waar wordt deze best ingeplant?
Moet er parking aangelegd worden? Hoeveel parkeerplaatsen voor auto’s (incl. voor andersvaliden), bussen, leveranciers? Waar wordt deze best ingeplant?
Welk karakter moeten deze zones krijgen? Hoe wil de school via de infrastructuur de zachte mobiliteit bevorderen?
Kan er gewerkt worden met doorlaatbare verhardingen?
(tekst)
Toelichting
(Hier kan meer toelichting gegeven worden over bepaalde keuzes van de school.)
(tekst)
Toegankelijkheid en circulatie
Integrale toegankelijkheid betekent dat gebouwen, omgeving en dienstverlening bereikbaar, betreedbaar, bruikbaar, begrijpbaar en betaalbaar zijn voor iedereen.
Een integraal toegankelijk ontwerp is een ontwerp dat rekening houdt met de behoeften van mensen met een beperking. In de praktijk betekent dit dat producten, diensten en faciliteiten onafhankelijk en zelfstandig bruikbaar zijn voor iedereen.
Integrale toegankelijkheid omvat, naast de fysieke toegankelijkheid van gebouwen en de omgeving, ook aspecten zoals goede communicatie, duidelijke informatieverstrekking, klantvriendelijkheid en logische signalisatie.
Welke maatregelen worden er genomen om het nieuwe schoolgebouw en de omgeving integraal toegankelijk te maken? (raadpleeg de inspiratiebundel toegankelijkheid op xxxxx://xxx.xxxxx.xx/xxxxxxxxxxxxxxxx voor tips).
4.4.4.Budget
i.Raming
In welke bedragen volgens de financiële normen (Besluit 5 oktober 2007, Art. 31 t/m 35), resulteren de bovenstaande oppervlaktes (zie Annex 1 voor informatie over de financiële norm)?
Gevraagd wordt op basis van onderstaand berekeningsmodel een raming van de totale investeringswaarde van het scholenbouwproject (kostprijzen in euro exclusief btw) op te nemen rekening houdend met de geldende fysische en financiële normen.
Voeg als bijlage een gedetailleerde berekeningswijze van de kostenraming toe, zeker indien van onderstaand berekeningsmodel wordt afgeweken.
|
(tekst) |
|
(tekst) |
|
(tekst) |
|
(tekst) |
|
(tekst) |
Totale investeringskost = (1)+(2)+(3)+(4)+(5) |
(tekst) |
Bij het invullen van de tabel worden de kostencomponenten berekend volgens onderstaand rekenmodel:
De directe bouwkost wordt verkregen door de bruto gebouwoppervlaktes (schoolgebouwen, lokalen LO en technische lokalen) E-peilplichtig en niet E-peilplichtig te vermenigvuldigen met de respectievelijk geldende financiële normen voor de bouwkost. De bruto-oppervlakte wordt verkregen door de noodzakelijke nuttige oppervlakte in m² netto te vermenigvuldigen met 1,4.
De omgevingsaanleg omvat open en overdekte speelplaats, (brom)fietsenberging, parking en overige omgevingsaanleg. De kost van de omgevingsaanleg wordt berekend als 10% van de directe bouwkost.
De kost van de eerste uitrusting van de gebouwen en de omgevingsaanleg wordt berekend als 12% van de directe bouwkost.
De kost van de voorbereidingswerken (afbraakwerken, bodemvervuiling, asbestverwijdering, nutsvoorzieningen etc.) wordt berekend als 3% van de directe bouwkost.
De overige projectkosten tijdens de ontwerp– en bouwfase (ereloon architect, studiebureaus, verzekeringskosten, werkingskosten projectvennootschap etc.) worden berekend als 20% van de directe bouwkost.
ii.Bijkomende financiële middelen
Beschikt de Inrichtende Macht over eigen of andere bijkomende financiële middelen, die in het scholenbouwproject kunnen/zullen geïnvesteerd worden?
Zullen er door derden extra middelen worden vrijgemaakt?
Kan de school/Inrichtende Macht aanspraak maken op extra subsidies? Bijvoorbeeld voor beschermde gebouwen?
(tekst)
5. DEEL C: Bijlagen
De bijlagen die bij deze aanvraag worden toegevoegd, worden gestructureerd.
Hierbij een aanstiplijst van mogelijke bijlagen met aanduiding van het volgnummer van de bijlage, de aanwezigheid en de inhoud. Gelieve in de kolom “Aanwezigheid” telkens aan te geven of deze bijlage aanwezig is (X) of niet. Bijkomende bijlagen worden op dezelfde manier opgenomen.
Dezelfde verwijzing moet worden overgenomen in de bestandsnaam van de bijlagen die digitaal worden toegevoegd aan de projectdefinitie (bv. 1.1_Inplantingsplan, 2.3_MasterplanSchoolsite).
Onder de kolom Verplicht / Facultatief wordt er een onderscheid gemaakt tussen de documenten die ofwel verplicht dan wel facultatief opgenomen moeten worden door de Inrichtende Macht. De facultatieve bijlagen kunnen ook betrekking hebben op projectspecifieke aspecten (voorbeeld: er is niet bij alle projecten sprake van een RUP).
5.1.Juridische context
-
Volgnr.
Aanwezigheid
Inhoud
Verplicht / Facultatief
Juridische documenten zakelijke rechten
Verplicht
Eigendomsakte
Verplicht
Zakelijke rechten van alle betrokken percelen
Verplicht
Plan locatie erfdienstbaarheden en het statuur van de eigendomsgrenzen (hagen, hekkens, gemene muren, enz…)
Verplicht
…
5.2.Ruimtelijke context
-
Volgnr.
Aanwezigheid
Inhoud
Verplicht / Facultatief
Gewestplan
Facultatief
APA of BPA
Facultatief
Gemeentelijk, provinciaal of gewestelijk RSP/RUP
Facultatief
Kadastraal plan
Verplicht
Luchtfoto’s schoolsite
Verplicht
Inplantingsplan met de aanduiding van de projectzone
Verplicht
Domeinplannen
Verplicht
Opmetingsplannen perceel
Verplicht
Rooilijn- of onteigeningsplan
Facultatief
Inplantingsplannen bestaande bebouwing op de site
Verplicht
Plannen historische funderingen
Facultatief
Plannen nutsleidingen en ondergrondse installaties
Facultatief
Overzichtslijst bestaande aansluitingen
Facultatief
Fotoreportage site
Verplicht
Attesten alle actieve en stopgezette onder- en bovengrondse stookolietanks
Facultatief
Rioleringsplannen
Facultatief
Bodemattest
Facultatief
Verslag oriënterend bodemonderzoek
Facultatief
Sonderingsverslag
Facultatief
Documenten mijnschadeaspecten
Facultatief
Verslagen energieaudit
Facultatief
Asbestinventarissen
Verplicht
Documenten betreffende klassering (van delen) van gebouwen
Facultatief
Milieuvergunningen
Facultatief
Brandweerverslagen
Verplicht
Inspectieverslagen
Facultatief
Mobiliteitsplan
Facultatief
Masterplan omgeving site
Facultatief
(opmetings)plannen bestaande gebouwen
Verplicht
…
0.0.Xx School
-
Volgnr.
Aanwezigheid
Inhoud
Verplicht / Facultatief
Tabellen/grafieken leerlingenaantallen
Verplicht
Lessenrooster
Verplicht
Schoolreglement
Verplicht
…
Facultatief
5.4.Het Scholenbouwproject
-
Volgnr.
Aanwezigheid
Inhoud
Verplicht / Facultatief
AGION-informatieformulieren
Verplicht
Masterplan schoolsite
Facultatief
Referentieprojecten
Facultatief
6.Annexen
De bijgevoegde Annexen omvatten de nodige informatie om uw projectdefinitie verder uit te werken.
-
Nr.
Inhoud
Annex 1
Informatie over de financiële norm
Annex 2
Lijst eerste uitrusting
1 De kandidaten hebben een eenduidige basis van de ruimtelijke context nodig om een accuraat projectvoorstel te kunnen voorleggen. Daarom is het van belang om een duidelijke inventaris van de ruimtelijke context mee te geven. De opmeting van een beëdigd landmeter is hiervoor het meest geschikt gezien de juridische status van dit document. Wij verzoeken u daarom om een beëdigd landmeter aan te stellen voor het opmaken van de digitale opmetingsplannen welke deel uit maken van de gunningsdocumenten.
Indien u reeds up-to-date digitale opmetingsplannen beschikbaar heeft hoeft u uiteraard geen landmeter meer aan te stellen. Om een duidelijke opdracht te formuleren is het van belang om de onderstaande richtlijnen mee te geven in uw offerteaanvraag:
Hoogtemetingen worden uitgedrukt ten opzichte van de TAW (Tweede Algemene Waterpassing).
Het bestand wordt aangeleverd in Lambert 72(BEREF2003).
De technische bepalingen van de GRB-basis worden toegepast.
Begrippen:
Schooldomein: Het volledige terrein van de school, inclusief eventuele uitbreidingen van het terrein in het kader van het DBFM-project
Projectzone: De zone gelegen in het Schooldomein waarbinnen het volledige DBFM-project dient te worden gerealiseerd (project specifiek door de school aan te geven)
Gebouwen: Alle bestaande gebouwen, minstens dewelke direct aansluiten op en/of zich volledig bevinden binnen de Projectzone (project specifiek door de school aan te geven)
Binnen het Schooldomein dienen volgende zaken te worden opgenomen:
Contourlijnen van alle gebouwen
Alle perceelsgrenzen
Alle aanpalende wegenissen
Binnen de Projectzone dienen volgende zaken te worden opgenomen:
Alle rooilijnen
Alle elementen (niet-limitatieve lijst: putdeksels, transformatoren, cabines, overige (bouwkundige) elementen, …)
Van de Gebouwen dienen volgende zaken te worden opgenomen:
Alle verdiepingen en gevels
Twee representatieve doorsneden per Gebouw (longitudinaal en transversaal)
Bij voorkeur wordt het akteplan van het gehele terrein, zijnde de bijlage die aan de akte (aankoop of een andere vorm) werd gevoegd, ter beschikking gesteld aan de landmeter.
2 Dit geldt enkel voor die gebouwen dewelke niet direct aansluiten op en/of zich volledig bevinden binnen de Projectzone.
33/33 |