VOORWAARDEN
VOORWAARDEN
KE 03.2.67-0307
Motorfiets- en scooters verzekering Model KME 03.2.67 B
INHOUDSOPGAVE | ||
ALGEMEEN | Artikel 1 Artikel 2 Artikel 3 Artikel 4 Artikel 5 Artikel 6 Artikel 7 Artikel 8 | Begripsomschrijvingen Omvang van de dekking Uitsluitingen Verplichtingen/Verlies van rechten Premie Herziening van premie en voorwaarden Looptijd van de verzekering Algemene informatie |
AANSPRAKELIJKHEID | Artikel 1 Artikel 2 Artikel 3 Artikel 4 | Verzekerden Omschrijving van de dekking Uitsluitingen Schade |
CASCO | Artikel 1 Artikel 2 Artikel 3 Artikel 4 | Verzekerden Omschrijving van de dekking Uitsluitingen en beperkingen Schade |
ONGEVALLEN OPZITTENDEN | Artikel 1 Artikel 2 Artikel 3 Artikel 4 | Verzekerden Omschrijving van de dekking Uitsluitingen Schade |
ALGEMEEN
ARTIKEL 1
BEGRIPSOMSCHRIJVING
ARTIKEL 1.1
VERZEKERINGNEMER
De natuurlijke of rechtspersoon die als zodanig in de polis is vermeld.
ARTIKEL 1.2
VERZEKERDE
Degene die bij de afzonderlijke onderdelen van deze verzekering als zodanig is omschreven.
ARTIKEL 1.3
MOTORRIJTUIG
De in de polis omschreven motorfiets, scooter of motorcarrier. De omschrijving wordt geacht overeen- komstig de opgave van of namens de verzekering- nemer te zijn.
ARTIKEL 1.4
MAATSCHAPPIJ
De verzekeringsmaatschappij die blijkens onderte- kening van het polisblad als risicodrager voor deze verzekering geldt, dan wel de gevolmachtigde die namens de verzekeringsmaatschappij heeft onder- tekend.
ARTIKEL 1.5
NHT
De maatschappij heeft zich voor het terrorismerisico herverzekerd bij de Nederlandse Herverzekerings- maatschappij voor Terrorismeschaden NV (NHT).
ARTIKEL 1.6
TERRORISME
Gewelddadige handelingen en/of gedragingen, in de vorm van een aanslag of een reeks van in tijd en oog- merk met elkaar samenhangende aanslagen, alsmede het (doen) verspreiden van ziektekiemen en/of stof- fen als gevolg waarvan letsel en/of aantasting van de gezondheid, al dan niet de door tengevolge hebbend, bij mensen of dieren en/of schade aan zaken ontstaat, dan wel anderszins economische belangen worden aangetast, waarbij aannemelijk is dat deze aanslag
of reeks, respectievelijk het verspreiden van ziekte- kiemen en/of stoffen - al dan niet in enig organisa- torisch verband - is beraamd en/of uitgevoerd met het oogmerk om bepaalde politieke en/of religieuze en/of ideologische doelen te verwezenlijken.
ARTIKEL 1.7
TERRORISMEPREVENTIE
Van overheidswege en/of door verzekerde(n) en/of derde(n) getroffen maatregelen om het onmiddel- lijk dreigen gevaar van terrorisme af te wenden
of - indien dit gevaar zich heeft verwezenlijkt - de gevolgen daarvan te beperken.
ARTIKEL 1.8
UITKERINGSPROTOCOL
Op de regeling van terrorismeschade is het Protocol
afwikkeling claims voor terrorismeschaden van toe- passing. De volledige tekst hiervan staat op de site xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx.
ARTIKEL 2
OMVANG VAN DE DEKKING
ARTIKEL 2.1
GEDEKT RISICO
De verzekering geeft dekking voor binnen de looptijd van de verzekering plaatshebbende gebeurtenissen zoals omschreven in de voorwaarden die behoren bij het in de polis vermelde ‘gedekt risico’.
ARTIKEL 2.2
VERZEKERINGSGEBIED
De verzekering geldt voor gebeurtenissen binnen Europa. Indien bovendien een ‘groene kaart’ (Inter- nationaal Motorrijtuigverzekeringsbewijs) is afgege- ven, geldt de verzekering binnen de op dit document vermelde geldigheidsduur ook voor gebeurtenissen in Aziatisch Turkije, de Republiek Cyprus, Marokko, Tunesië en Algerije.
ARTIKEL 2.3
VERVANGEND MOTORRIJTUIG
Voor de tijd dat het verzekerde motorrijtuig tijdelijk buiten gebruik is vanwege de uitvoering van repara- tie, revisie of onderhoud bij een daartoe ingericht en erkend bedrijf, geldt de verzekering tevens voor een vervangend motorrijtuig van dezelfde soort en prijs- klasse, tenzij de door deze verzekering geboden dek- king eveneens op een andere polis wordt verleend of daarop zou zijn verleend als deze verzekering niet zou hebben bestaan. Gedurende de periode van vervan- ging is de opzittendenverzekering - voor zover in de polis als gedekt risico vermeld - uitsluitend voor het vervangende motorrijtuig van kracht. Een tijdelijke aansprakelijkheidsdekking voor een vervangend motorrijtuig als in dit artikel bedoeld is niet een aan- sprakelijkheidsdekking als bedoeld in de Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen (WAM) en mag niet worden geacht aan de door of krachtens de WAM gestelde eisen te voldoen. Uitsluitend de ver- zekerde kan aan de in dit artikel omschreven dekking voor het vervangende motorrijtuig rechten ontlenen.
ARTIKEL 3
UITSLUITINGEN
De verzekering geeft geen dekking voor gebeurtenissen:
1 geen eigendom
indien uit het kentekenregister van de RDW blijkt dat op het moment van de schadegebeurtenis noch verzekeringnemer, noch diens echtgeno(o)t(e) of partner was ingeschreven als eigenaar c.q. hou- der van het verzekerde motorrijtuig, tenzij anders overeengekomen blijkens aantekening op de polis;
2 ander gebruik
bij een ander gebruik dan aan de maatschappij opgegeven of bij gebruik voor een ander doel dan wettelijk is toegestaan;
3 verhuur
bij gebruik van het motorrijtuig voor verhuur tenzij een dergelijk gebruik uitdrukkelijk met de maat- schappij is overeengekomen;
4 terreinrijden
terwijl zonder noodzaak met het motorrijtuig
wordt gereden op plaatsen (bv door het water, in het terrein) waar door voor dagelijks gebruik bestemde motorrijtuigen gewoonlijk niet wordt gereden;
5 wedstrijden
tijdens deelname aan wedstrijden en snelheids- proeven, tenzij sprake is van puzzelritten die geheel binnen Nederland plaatshebben, niet langer dan 24 uur duren en waarbij het snelheidselement niet van overheersend belang is;
6 Rijden onder invloed
als de feitelijke bestuurder onder zodanige invloed van alcoholhoudende drank of enig ander middel verkeert, dat hij niet tot behoorlijk rijden in staat moet worden geacht, dan wel dat het rijden hem bij wet of door de overheid zou zijn verboden.
7 opzet
die voor de verzekerde het beoogde of zekere gevolg is van zijn handelen of nalaten; voor het dekkingsonderdeel ‘Rechtsbijstand’ is deze uitslui- ting tevens van toepassing bij een strafzaak waar- in de verzekerde wordt verdacht van een (voor- waardelijk) opzetdelict, dan wel bij een door
de verzekerde willens en wetens gepleegd straf- baar feit;
8 alcohol/bedwelmende, opwekkende middelen terwijl de bestuurder van het motorrijtuig ten tijde van de gebeurtenis onder zodanige invloed van alcoholhoudende drank of enig bedwelmend of opwekkend middel verkeert, dat hij geacht moet worden niet in staat te zijn het motorrijtuig naar behoren te besturen; voor de dekkingsonderdelen ‘Aansprakelijkheid’ en ‘Rechtsbijstand’ geldt deze uitsluiting alleen wanneer de feitelijke bestuurder de persoon is voor wie de alcoholuitsluiting in de polis uitdrukkelijk van toepassing is verklaard;
9 atoomkernreacties
veroorzaakt door, optredende bij of voortvloeiende uit atoomkernreacties, onverschillig hoe de reactie is ontstaan;
10 molest
veroorzaakt door of ontstaan uit gewapend conflict, burgeroorlog, opstand, binnenlandse onlusten, oproer en muiterij. De hier genoemde zes vormen van molest, alsmede de definities daarvan vormen een onderdeel van de tekst die door het Verbond van Verzekeraars in Nederland d.d. 2 november 1981 ter griffie van de Arrondissementsrechtsbank in ‘s Gravenhage is gedeponeerd.
ARTIKEL 4
VERPLICHTINGEN/VERLIES VAN RECHTEN
ARTIKEL 4.1
VERPLICHTINGEN BIJ SCHADE
Zodra de verzekeringnemer of de verzekerde kennis draagt van een gebeurtenis waaruit voor de maat- schappij een verplichting tot uitkering kan voortvloei- en, is hij verplicht:
– daarvan onmiddellijk kennis te geven aan de maatschappij;
– een schriftelijke schade-aangifte in te dienen op een daarvoor bij de maatschappij in gebruik zijnd formulier;
– het ontstaan van (verdere) schade zoveel mogelijk te beperken;
– alle informatie en bewijsstukken te verstrekken, welke de maatschappij, of de door haar aangestel- de deskundige, nodig acht;
– de aanwijzingen van de maatschappij of de door haar ingeschakelde deskundige op te volgen en
alle redelijkerwijs te verlangen medewerking te verlenen.
ARTIKEL 4.2
EIGENDOMSOVERGANG/TOTAAL VERLIES/STALLING IN HET BUITENLAND
Bij eigendomsovergang en bij totaal verlies van het motorrijtuig alsmede indien het motorrijtuig gewoon- lijk in het buitenland wordt gestald eindigt de dekking met onmiddellijke ingang. Tevens moet van eigen- domsovergang, totaal verlies van het motorrijtuig als- mede indien het motorrijtuig gewoonlijk in het buiten- land wordt gestald, binnen 8 dagen mededeling wor- den gedaan aan de maatschappij.
ARTIKEL 4.3
ANDER WOONADRES
Zodra de verzekeringnemer of, indien deze een rechtspersoon is, de regelmatige bestuurder, van woonadres verandert, is de verzekeringnemer ver- plicht daarvan binnen 14 dagen kennis te geven aan de maatschappij.
ARTIKEL 4.4
VERLIES VAN RECHT OP UITKERING
Elk recht op uitkering vervalt:
– als bij schademelding opzettelijk onjuiste gegevens worden verstrekt;
– als enige uit deze verzekeringsovereenkomst voort- vloeiende verplichting niet is nagekomen en daar- door de belangen van de maatschappij zijn geschaad;
– als niet binnen 6 maanden, nadat een uitkering door de maatschappij mocht zijn geweigerd, door de verzekeringnemer een rechtsvordering is xxxx- xxxxx;
– na verloop van 5 jaar sinds de gebeurtenis heeft plaats gehad.
ARTIKEL 4.5
SCHADE DOOR TERRORISME
Ten aanzien van de dekking voor gebeurtenissen die (direct of indirect) verband houden met:
– terrorisme of preventieve maatregelen;
– handelingen of gedragingen ter voorbereiding van terrorisme of preventieve maatregelen,
geldt dat de schadevergoeding door de maatschappij kan worden beperkt tot het bedrag van de uitkering die de maatschappij ontvangt van de Nederlandse Herverzekeringsmaatschappij voor Terrorismeschaden (NHT). Het Protocol afwikkeling claims bij terrorisme- schaden is van toepassing. De NHT beslist of er spra- ke is van een terrorismeschade. Op vergoeding kan niet eerder aanspraak worden gemaakt dan na deze beslissing en de bekendmaking van het bedrag van de vergoeding. In afwijking van hetgeen elders in de polisvoorwaarden is bepaald, vervalt elk recht op schadevergoeding of uitkering als de melding van de claim niet is gedaan binnen twee jaar nadat de NHT heeft beslist of er sprake is van een terrorismeschade.
ARTIKEL 5
PREMIE
ARTIKEL 5.1
PREMIEBETALING
Premie, waarin begrepen kosten en eventueel assu-
rantiebelasting, is op de vervaldag bij vooruitbetaling verschuldigd. Indien de premie niet binnen 30 dagen na de vervaldag volledig is voldaan biedt de verzeke- ring daarna, zonder dat daartoe enige ingebrekestel- ling nodig is, geen dekking meer. Verzekeringnemer blijft verplicht de premie te voldoen. De dekking wordt weer van kracht om 12.00 uur ‘s-middags van de dag volgend op die, waarop de verschuldigde premie is aangeboden en door de maatschappij is aanvaard.
Gebeurtenissen die zich hebben voorgedaan geduren- de de periode waarin de verzekering geen dekking bood, blijven echter van de dekking uitgesloten.
ARTIKEL 5.2
KORTING VOOR SCHADEVRIJ VERLOOP
Indien in de polis staat vermeld dat de korting voor schadevrij rijden wordt vastgesteld volgens de ‘Bonus/Malus’ regeling, dan gelden de volgende bepalingen.
1 Bonus/Malus regeling
Deze kortingsregeling geldt voor premies voor de risico’s aansprakelijkheid en/of casco dan wel aan- sprakelijkheid plus brand en diefstal. Nadat bij het sluiten van de verzekering de Bonus/Malus (B/M-
BONUS/MALIS
REGELING
TOEKOMSTIGE B/M-TREDE
NA EEN VERZEKERINGSJAAR:
B/M KORTINGS- ZONDER MET ÉÉN MET TWEE MET DRIE
TREDE PERCEN- SCHADE SCHADE SCHADES OF MEER
)trede is vastgesteld, wordt na elk verzekerings- jaar de korting/opslag voor de premie voor het volgende jaar bepaald volgens onderstaand schema (Bonus/Malus schaal).
TAGE | SCHADES | ||||
20 | 75 | 20 | 14 | 8 | 1 |
19 | 75 | 20 | 13 | 7 | 1 |
18 | 75 | 19 | 12 | 7 | 1 |
17 | 75 | 18 | 11 | 6 | 1 |
16 | 75 | 17 | 10 | 6 | 1 |
15 | 75 | 16 | 9 | 5 | 1 |
14 | 75 | 15 | 8 | 4 | 1 |
13 | 70 | 14 | 7 | 3 | 1 |
12 | 65 | 13 | 7 | 3 | 1 |
11 | 62,5 | 12 | 6 | 2 | 1 |
10 | 60 | 11 | 6 | 2 | 1 |
9 | 55 | 10 | 5 | 1 | 1 |
8 | 50 | 9 | 4 | 1 | 1 |
7 | 45 | 8 | 3 | 1 | 1 |
6 | 40 | 7 | 2 | 1 | 1 |
5 | 30 | 6 | 1 | 1 | 1 |
4 | 20 | 5 | 1 | 1 | 1 |
3 | 10 | 4 | 1 | 1 | 1 |
2 | 0 | 3 | 1 | 1 | 1 |
1 | 20% opslag 2 | 1 | 1 | 1 |
2 Terugval van korting bij schade
Iedere melding van een gebeurtenis waaruit voor de maatschappij een verplichting tot uitkering kan voortvloeien geldt als één schade die van invloed is op het kortingspercentage. Een dienovereen- komstig gewijzigd kortingspercentage geldt met ingang van het eerstvolgende verzekeringsjaar
na de datum waarop de gebeurtenis plaatshad.
Indien de schademelding na het eerstbedoelde tijd- stip is verwerkt heeft de maatschappij het recht met terugwerkende kracht suppletie van premie te vor- deren.
3 Geen terugval van korting
Een schademelding heeft geen invloed op de kor- ting voor schadevrij verloop zodra vaststaat dat:
– de melding hoogst waarschijnlijk niet tot een uitkering zal leiden;
– een betaalde schade geheel - bij een casco-uit- kering op basis van nieuwwaarde: de werkelij- ke schade - door de maatschappij is verhaald;
– de gebeurtenis valt onder de in de casco-voor- waarden onder artikel 2.3.2 genoemde mini- casco evenementen;
– er sprake is van een aanrijding met een fietser of voetganger, waarbij xxxxxxx van het ont- staan van die aanrijding aan de verzekerde geen enkel verwijt kan worden gemaakt;
– uitsluitend kosten op grond van ‘hulpverlening na ongeval’ zijn vergoed (artikel 2.6 van het onderdeel ‘Aansprakelijkheid’);
– uitsluitend uitkering van een ‘dagvergoeding bij diefstal’, als bedoeld in artikel 4.5.5 van het onderdeel ‘Casco’ heeft plaatsgevonden;
– een betaalde schade binnen 6 maanden nadat hem van het uit gekeerde bedrag bericht is gedaan door de verzekeringnemer voor eigen rekening is genomen.
ARTIKEL 5.3
PREMIE EN/OF BONUS/MALUS-AANPASSING BIJ VERANDERING VAN ADRES
Bij een ander woonadres in de zin van artikel 4.3 zal de maatschappij, indien voor de nieuwe woonplaats volgens het te hanteren tarief voor een of meer van de gedekte risico’s een hogere of lagere premie en/of B/M-trede geldt, de premie en/of de B/M-trede dien- overeenkomstig aanpassen. De aanpassing van de premie zal per verhuisdatum geschieden. De aanpas- sing van de B/M-trede geldt met ingang van het eerst- volgende verzekeringsjaar na de verhuisdatum.
ARTIKEL 5.4
PREMIERESTITUTIE
Verzekeringnemer heeft recht op een naar billijkheid vast te stellen restitutie van premie over de nog niet verstreken verzekeringstermijn:
– bij tussentijdse beëindiging door de maatschappij behoudens in geval van opzegging wegens het opzettelijk verstrekken van onjuiste gegevens bij schade;
– bij tussentijdse beëindiging omdat de verzekering- nemer geen belang meer heeft bij het motorrijtuig vanwege (r)emigratie dan wel zijn overlijden;
– bij tussentijdse beëindiging wegens stalling van het motorrijtuig in het buitenland;
– bij beëindiging wegens eigendomsoverdracht van het motorrijtuig, mits verzekeringnemer of de eigenaar door overlegging van (een fotokopie van) het vrijwaringsbewijs aantoont dat het motorrij- tuig hem niet meer in eigendom toebehoort;
– bij toepassing van een lagere premie in geval van een tussentijdse adreswijziging (zie dit artikel onder 3);
– indien binnen 36 maanden na schorsing van de verzekering (zie artikel 7.4) een ander motorrij- tuig ter verzekering wordt aangeboden en door de maatschappij wordt geaccepteerd.
Restitutie vindt in de eerste vier situaties niet plaats indien het te restitueren bedrag minder dan 10 euro bedraagt.
ARTIKEL 6
HERZIENING VAN PREMIE EN VOORWAARDEN
De maatschappij heeft het recht de premie en/of voorwaarden voor verzekeringen van dezelfde soort als deze verzekering te herzien en deze verzekering tussentijds aan de nieuwe premie en/of voorwaarden aan te passen. De maatschappij zal verzekeringnemer van tevoren schriftelijk in kennis stellen van de aan- passing. Tot 30 dagen na de aanpassingsdatum heeft verzekeringnemer het recht de aanpassing schriftelijk te weigeren, indien deze leidt tot hogere premie of voorwaarden die voor hem nadeliger zijn.
Indien verzekeringnemer van dit recht gebruik maakt eindigt de verzekering met onmiddellijke ingang.
Als de verzekering bestaat uit verschillende in de polis vermelde en in de premie-opstelling gespecifi- ceerde onderdelen, dan geldt deze herzieningsclau- sule per onderdeel en is beëindiging alleen mogelijk voor de onderdelen waarop de aanpassing betrekking heeft.
ARTIKEL 7
LOOPTIJD VAN DE VERZEKERING
ARTIKEL 7.1
DUUR EN BEËINDIGING
De verzekering is aangegaan voor de contractsduur die in de polis is aangegeven. De contractsduur wordt daarna telkens stilzwijgend verlengd voor de in de polis aangegeven termijn, tenzij de verzekering over- eenkomstig het hieronder bepaalde is beëindigd.
Opzegging van de verzekering tegen het einde van de contractsduur waarvoor de verzekering is aange- gaan of verlengd, dient schriftelijk te geschieden met inachtneming van een opzegtermijn van tenminste 2 maanden.
ARTIKEL 7.2
TUSSENTIJDSE BEËINDIGING DOOR VERZEKERING- NEMER
De verzekering of een onderdeel daarvan kan door verzekeringnemer tussentijds schriftelijk worden opgezegd indien deze, overeenkomstig het bepaalde in artikel 6, niet accoord gaat met een aanpassing van premie en/of voorwaarden.
ARTIKEL 7.3
TUSSENTIJDSE BEËINDIGING DOOR DE MAATSCHAPPIJ
De verzekering of een onderdeel daarvan kan door de maatschappij tussentijds schriftelijk worden opgezegd:
– per contractsvervaldatum, met een opzegtermijn van tenminste 2 maanden;
– gedurende de periode dat verzekeringnemer in gebreke is de verschuldigde premie te voldoen, met een opzegtermijn van tenminste 14 dagen;
– na een schademelding, mits de opzegging uiterlijk op de 30e dag na afwikkeling is geschied met inachtneming van een opzegtermijn van tenmin- ste 14 dagen;
– met onmiddellijke ingang, indien in geval van schade opzettelijk onjuiste gegevens zijn ver- strekt;
– met onmiddellijke ingang nadat sprake is van
eigendomsoverdracht of totaal verlies van het motorrijtuig, tenzij de verzekering wordt geschorst of voor een ander motorrijtuig wordt voortgezet;
– met onmiddellijke ingang nadat het motorrijtuig gewoonlijk in het buitenland wordt gestald of een buitenlands kenteken gaat voeren.
ARTIKEL 7.4
SCHORSING VAN DE VERZEKERING
De verzekering kan op verzoek van de verzekeringne- mer worden geschorst indien na eigendomsoverdracht of totaal verlies niet direct een ander ter verzekering aangeboden en door de maatschappij geaccepteerd motorrijtuig in gebruik wordt genomen. De schorsing heeft tot gevolg dat de dekking eindigt en weer van kracht wordt nadat daarover met de maatschappij overeenstemming is bereikt. Schorsing van de ver- zekering wegens tijdelijke buiten gebruikstelling van het motorrijtuig (winterstop) is niet mogelijk.
ARTIKEL 8
ALGEMENE INFORMATIE
ARTIKEL 8.1
ADRES
Kennisgevingen van de maatschappij aan de verze- keringnemer kunnen worden gedaan aan zijn laatste bij de maatschappij bekende adres, of aan het adres van de tussenpersoon via wiens bemiddeling deze verzekering loopt.
ARTIKEL 8.2
PERSOONSGEGEVENS
De bij de aanvraag of wijziging van een verzekering verstrekte persoonsgegevens worden door de maat- schappij (of, als de verzekering loopt via een gevol- machtigd agent: de gevolmachtigd agent) verwerkt ten behoeve van het aangaan en het uitvoeren van verzekeringsovereenkomsten en/of financiële diensten en het beheren van daaruit voortvloeiende relaties, met inbegrip van de voorkoming en bestrijding van fraude en het uitvoeren van activiteiten gericht op
de vergroting van het klantenbestand.
Op deze verwerking van persoonsgegevens is de gedragscode ‘Verwerking Persoonsgegevens Verze- keringsbedrijf’ van toepassing. In deze gedragscode worden rechten en plichten van partijen bij de gege- vensverstrekking weergegeven. De volledige tekst van de gedragscode kunt u opvragen bij het infor- matiecentrum van het Verbond van Verzekeraars, Xxxxxxx 00000, 0000 XX Xxx Xxxx, telefoon (070)
333 87 77, xxx.xxxxxxxxxxxx.xx.
ARTIKEL 8.3
TOEPASSELIJK RECHT EN KLACHTENINSTANTIES
Op deze verzekering is Nederlands recht van toepas- sing. Voor klachten naar aanleiding van de verzeke- ringsovereenkomst kan men zich, behalve tot de directie van Lancyr Groep BV, Xxxxxxx 000, 0000 XX Xxxxxxx en/of de maatschappij, wenden tot het Klachteninstituut Financiële dienstverlening (KiFid), Xxxxxxx 00000, 0000 XX Xxx Xxxx. Telefoon 070 -
3338960 (xxx.xxxxx.xx).
ARTIKEL 8.4
CIS
De bij een schade verstrekte gegevens kunnen wor-
den verwerkt in de database van de Stichting Cen- traal Informatie Systeem van in Nederland werkzame verzekeringsmaatschappijen. Het privacyreglement van de Stichting CIS is op deze registratie van toe- passing.
AANSPRAKELIJKHEID
Met voorbijgaan aan hetgeen anders in deze verzeke- ringsvoorwaarden mocht zijn bepaald, wordt de ver- zekering geacht aan de door of krachtens de Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen (WAM) gestelde eisen te voldoen.
ARTIKEL 1
VERZEKERDEN
De verzekerden zijn:
– de verzekeringnemer, de eigenaar, de houder, de bestuurder en de passagiers van het motorrijtuig;
– de werkgever van deze personen, indien hij naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door een van hen is veroorzaakt.
ARTIKEL 2
OMSCHRIJVING VAN DE DEKKING
ARTIKEL 2.1
AANSPRAKELIJKHEID
De verzekering dekt de aansprakelijkheid van de ver- zekerden voor schade aan personen en zaken - met inbegrip van de daaruit voortvloeiende schade - die met of door het motorrijtuig is veroorzaakt.
In de dekking is mede begrepen de aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt door zaken die zich bevinden op, vallen van of gevallen zijn van het motorrijtuig, tenzij de schade is ontstaan tijdens laad en loswerk- zaamheden.
ARTIKEL 2.2
VERZEKERD BEDRAG
De maatschappij keert per gebeurtenis voor alle ver- zekerden tezamen maximaal het in de polis vermelde verzekerde bedrag uit. Indien het gaat om de aan- sprakelijkheid voor schade veroorzaakt in een land waar een hoger verzekerd bedrag wettelijk is voor geschreven, geeft de verzekering dekking tot dat hogere bedrag.
ARTIKEL 2.3
ZEKERHEIDSTELLING
Indien een buitenlandse overheid in verband met een gedekte gebeurtenis een zekerheidstelling verlangt voor de invrijheidstelling van een verzekerde of voor de opheffing van een op het motorrijtuig gelegd beslag zal de maatschappij deze voorschieten tot
een bedrag van ten hoogste 50.000 euro.
De verzekerden zijn verplicht alle medewerking te verlenen om terugbetaling van het voorgeschoten bedrag aan de maatschappij te verkrijgen.
ARTIKEL 2.4
PROCESKOSTEN
Zo nodig boven het verzekerde bedrag vergoedt de maatschappij naar aanleiding van een gedekte gebeurtenis indien en voor zover niet uit anderen hoofde een recht op vergoeding bestaat:
– de kosten van verweer in een door de benadeel- de tegen de maatschappij aanhangig gemaakt burgerlijk proces;
– de kosten van verweer in een door de benadeelde tegen een verzekerde aanhangig gemaakt burger- lijk proces mits dit verweer wordt gevoerd onder leiding van de maatschappij;
– de kosten van rechtsbijstand, die met goedkeuring van de maatschappij wordt verleend in een tegen een verzekerde aanhangig gemaakt strafproces.
ARTIKEL 2.5
SCHADE AAN EIGEN MOTORRIJTUIGEN
De verzekering geeft tevens recht op vergoeding van de schade die met of door het verzekerde motorrijtuig aan een ander motorrijtuig van verzekeringnemer is toegebracht, indien en voorzover een verzekerde daarvoor jegens verzekeringnemer aansprakelijk is.
Het recht op vergoeding geldt niet voor:
– schade die is ontstaan bij een gebeurtenis in gebouwen of op terreinen in gebruik bij verzeke- ringnemer of de eigenaar van het motorrijtuig;
– de bij de schadegebeurtenis ontstane gevolg en/of bedrijfsschade.
ARTIKEL 2.6
HULPVERLENING NA ONGEVAL
De verzekering geeft recht op hulpverlening en kos- tenvergoeding wanneer als gevolg van een ongeval niet meer met het motorrijtuig en/of aangekoppelde aanhanger (ook: zijspan) kan worden gereden, dan wel doordat ongeval de bestuurder of passagiers niet in staat zijn om het motorrijtuig te besturen.
Als ongeval geldt ieder, het motorrijtuig en/of aan- gekoppelde aanhanger treffend van buiten komend onheil, waaronder ook te verstaan brand en diefstal. Een mechanisch gebrek als oorzaak van stranding wordt niet als ongeval beschouwd.
Het recht op de hulpverlening en kostenvergoeding geldt op voorwaarde dat:
– de verzekering betrekking heeft op een motorfiets of scooter, niet bestemd voor verhuurdoeleinden;
– het recht op de gevraagde hulpverlening en kos- tenvergoeding blijkt uit een door de maatschappij afgegeven Verzekeraarshulpkaart of ander daar- toe strekkend document;
– de hulpverlening en/of de (voor vergoeding in aanmerking komende) kosten tot stand komen in overleg met en na verkregen instemming van de Verzekeraarshulpdienst en/of de VHD-TravelCare;
– de hulpverlening in redelijkheid uitvoerbaar is en niet onmogelijk wordt gemaakt door bijvoorbeeld oorlogsomstandigheden, onlusten, oproer of van- wege een natuur of kernramp.
1 Hulpverlening binnenland
De hulpverlening omvat bij een ongeval binnen Nederland:
– het vervoer van het beschadigde motorrijtuig en/of aanhanger naar een door of namens ver- zekeringnemer bepaald adres in Nederland;
– het vervoer van de bestuurder en passagiers met hun bagage per taxi naar een door de bestuurder te bepalen adres in Nederland.
2 Hulpverlening buitenland
De hulpverlening omvat bij een ongeval buiten Nederland, maar nog wel binnen het verzekerings- gebied:
– het vergoeden van de noodzakelijke kosten
xxx xxxxxxx en slepen van het motorrijtuig naar de dichtstbijzijnde garage waar de schade kan worden beoordeeld en/of hersteld;
– het vervoer van het beschadigde motorrijtuig en/of aanhanger naar een door of namens ver- zekeringnemer bepaald adres in Nederland indien vaststaat dat het niet mogelijk is om binnen 4 werkdagen een zodanige reparatie - of noodreparatie - te laten uitvoeren dat op technisch verantwoorde wijze (terug)gereisd kan worden; blijken de kosten van vervoer echter hoger dan de waarde van het gestrande object dan wordt volstaan met vergoeding van de kosten verbonden aan invoering of vernie- tiging ervan in het betreffende land;
– het vergoeden van de terugreiskosten van bestuurder en passagiers, met reisbagage, indien overeenkomstig het voorgaande niet met het motorrijtuig wordt teruggereisd; ver- goed worden de kosten van vervoer per taxi naar het dichtstbij gelegen spoorwegstation, van vervoer per trein (2e klasse) naar het spoorwegstation in Nederland dat het dichtst bij de plaats van bestemming ligt, en tenslotte vervoer per taxi van dat station naar de plaats van bestemming.
ARTIKEL 3
UITSLUITINGEN
Naast de uitsluitingen vermeld bij het onderdeel ‘Algemeen’ (artikel 3) biedt de verzekering geen dekking voor:
1 niet gemachtigde bestuurder en passagier
de aansprakelijkheid van hen die niet door een daartoe bevoegd persoon zijn gemachtigd om als bestuurder of passagier gebruik te maken van het motorrijtuig;
2 het motorrijtuig zelf/bepaalde zaken de aansprakelijkheid voor:
– schade aan het motorrijtuig zelf;
– schade aan zich in/op het motorrijtuig bevin- dende en/of daarmee vervoerde zaken;
– schade aan zaken die de verzekeringnemer in eigendom toebehoren;
– schade aan zaken die de verzekeringnemer of de aansprakelijke verzekerde uit hoofde van een huur, leen of andere overeenkomst in gebruik heeft.
ARTIKEL 4
SCHADE
ARTIKEL 4.1
SCHADEREGELING MET BENADEELDEN
De maatschappij heeft het recht een schadevergoe- ding rechtstreeks aan de benadeelde of anderszins rechthebbende persoon/instantie te betalen en met deze een schikking te treffen. De terzake door de maatschappij genomen beslissingen zijn bindend voor de verzekerde.
ARTIKEL 4.2
VERHAAL
Wanneer de maatschappij ingevolge de WAM of een daarmee overeenkomende buitenlandse wet tot scha- devergoeding is verplicht zonder dat er sprake is van een gedekte gebeurtenis, heeft de maatschappij het recht het door haar verschuldigde te verhalen op de verzekeringnemer en de aansprakelijke verzekerde.
De maatschappij zal dit recht op verhaal niet uit- oefenen:
– jegens de verzekerde, niet-verzekeringnemer, die te goeder trouw mocht aannemen dat zijn aan- sprakelijkheid was gedekt;
– jegens de verzekeringnemer indien deze aantoont dat de omstandigheden waardoor de dekking ont- breekt, anders dan die als vermeld in artikel 3.9 en 3.10 van het onderdeel ‘Algemeen’, zich buiten zijn weten of tegen zijn wil hebben voorgedaan en hem daarvoor in redelijkheid geen verwijt treft.
CASCO
ARTIKEL 1
VERZEKERDEN
Als verzekerde geldt de verzekeringnemer.
ARTIKEL 2
OMSCHRIJVING VAN DE DEKKING
ARTIKEL 2.1
SCHADE AAN HET MOTORRIJTUIG EN ACCESSOIRES
De verzekering geeft de verzekerde recht op een ver- goeding voor beschadiging of verlies van het motor- rijtuig, de bij de opgegeven uitvoering door de fabriek afgeleverde standaarduitrusting en de als verzekerd aan te merken accessoires (zie hierna), indien de schade is veroorzaakt door een gedekte gebeurtenis.
ARTIKEL 2.2
VERZEKERDE ACCESSOIRES
Als verzekerde accessoires gelden:
– de aan het motorrijtuig bevestigde accessoires voor zover deze naar aard en omvang gebruikelijk zijn, alsmede de uitdrukkelijk meeverzekerde accessoires;
– de in of aan het motorrijtuig gemonteerde diefstal- preventiemiddelen.
Aan het motorrijtuig bevestigde of meegevoerde tele- communicatie-apparatuur wordt niet als verzekerde accessoire aangemerkt.
ARTIKEL 2.3
GEDEKTE GEBEURTENISSEN
In de polis is vermeld of als gedekt risico ‘Mini-casco’, dan wel ‘casco’ geldt.
1 Mini-casco
Bij ‘brand en diefstal’ gelden als gedekte gebeurtenissen:
– brand, explosie, kortsluiting, zelfontbranding en blikseminslag;
– diefstal, verduistering, joy-riding, alsmede be- schadiging die is ontstaan bij het plegen daar- van - waaronder mede begrepen de poging daartoe - of ontstaan gedurende de tijd dat het motorrijtuig als gevolg van één van deze gebeurtenissen aan de macht van de verze- kerde was onttrokken.
2 Casco
Bij ‘Casco’ gelden als gedekte gebeurtenissen de hierna omschreven mini-casco evenementen alsmede:
– botsen, slippen, omslaan, van de weg of te water geraken, ook als dit het gevolg is van een eigen gebrek van het motorrijtuig;
– enig onverwacht van buiten komend onheil. Als minicasco evenementen gelden:
– brand en diefstal zoals hiervoor omschreven;
– storm, zijnde een windsnelheid van tenminste 14 meter per seconde (windkracht 7), waar- door het motorrijtuig - in stilstand - omver waait, of voorwerpen op/tegen het motorrij- tuig terechtkomen;
– overstroming, lawine, aardverschuiving of andere natuurramp;
– inslag van hagelstenen op de carrosserie;
– botsing van het rijdende motorrijtuig met vogels, loslopende dieren of overstekend wild;
– relletjes of opstootjes;
– het neerstorten van een luchtvaartuig of onderdelen daarvan alsmede het vallen van voorwerpen uit een luchtvaartuig;
– enig van buiten komend onheil tijdens trans- port van het motorrijtuig per boot of trein, ten- zij uitsluitend sprake is van krassen, schram- men en lakschade.
ARTIKEL 2.4
HULPVERLENING NA PECH IN HET BUITENLAND
Indien tevens het onderdeel ‘Aansprakelijkheid’ is verzekerd en op grond van artikel 2.6 van dat onder- deel recht bestaat op hulpverlening na ongeval, geldt de hierna onder 1 en 2 omschreven uitbreiding op die hulpverlening, mits:
– als gedekt risico ‘casco’ geldt, en
– het recht op de gevraagde hulpverlening blijkt uit de door de maatschappij afgegeven verzekeraars- hulpkaart of ander daartoe strekkend document.
1 Uitbreiding begrip ongeval
Van een ongeval is tevens sprake wanneer het motorrijtuig buiten Nederland, maar nog wel bin- nen het verzekeringsgebied, tot stilstand komt - of niet meer verder kan rijden - als gevolg van een mechanisch gebrek.
2 Hulpverlening langs de weg/Toezending onderdelen
De hulpverlening omvat tevens:
– het vergoeden van de noodzakelijke kosten verbonden aan hulp langs de weg (waaronder niet begrepen reparatie bij een garage) tot een maximum van 125 euro per gebeurtenis; de kosten van onderdelen komen niet voor ver- goeding in aanmerking;
– het namens verzekerde bestellen en toezenden van onderdelen die noodzakelijk zijn om het motorrijtuig rijklaar te maken, indien deze onderdelen ter plaatse niet of niet op korte termijn verkrijgbaar zijn; de kosten van de onderdelen zelf komen voor rekening van verzekerde, maar worden zonodig door of namens de maatschappij voorgeschoten.
ARTIKEL 3
UITSLUITINGEN EN EIGEN RISICO
ARTIKEL 3.1
UITSLUITINGEN
1 Algemeen
De verzekering geeft geen recht op vergoeding indien op de schadegebeurtenis een van de uitslui- tingen als vermeld in het onderdeel ‘Algemeen’ (artikel 3) van toepassing is. De maatschappij zal echter op de in voormeld artikel onder 1 tot en met 7 vermelde uitsluitingen geen beroep doen
indien de verzekeringnemer aantoont dat de daar omschreven omstandigheden zich buiten zijn weten of tegen zijn wil hebben voorgedaan en hem daarvoor in redelijkheid geen verwijt treft; deze regeling geldt tevens voor de in artikel 3.8 (onder- deel ‘Algemeen’) vermelde uitsluiting, tenzij de uitgesloten omstandigheden de persoon betref- fen voor wie de alcoholuitsluiting uitdrukkelijk in de polis van toepassing is verklaard.
2 Diefstal/vermissing motorrijtuigsleutels
De verzekering geeft geen recht op vergoeding wegens diefstal van het verzekerde motorrijtuig indien verzekeringnemer - nadat hem bekend was geworden dat de motorrijtuigsleutel(s) was/waren gestolen of vermist - geen adequate maatregelen heeft getroffen om diefstal van het motorrijtuig door gebruikmaking van de gestolen of vermiste sleutel(s) te voorkomen.
Onder motorrijtuigsleutels dienen in dit verband te worden verstaan alle mechanische en/of elek- tronische middelen met behulp waarvan de motor van het motorrijtuig kan worden gestart.
ARTIKEL 3.2
EIGEN RISICO
Bij gedekt risico ‘Mini-casco’ of ‘casco’ wordt het eigen risico zoals in mindering te brengen op de volgens artikel 4 vastgestelde vergoeding - behoudens die als bedoeld in artikel 4.5.5 en 4.5.6 - als volgt bepaald:
1 Eigen risico vermeld in de polis/Extra eigen risico Als eigen risico geldt het bedrag dat als zodanig in de polis voor ‘casco’ is vermeld. Daarboven geldt een extra eigen risico van 45 euro indien de bestuurder op het moment van de gebeurtenis nog geen 24 jaar oud is.
2 Eigen risico bij Mini-casco
Indien bij gedekt risico ‘casco’ sprake is van scha- de als gevolg van een in de cascovoorwaarden, artikel 2.3.1 genoemd brand of diefstal evenement wordt, eventueel in afwijking van voorgaande bepaling, een eigen risico van 115 euro op de vergoeding in mindering gebracht.
ARTIKEL 4
SCHADE
ARTIKEL 4.1
ONDERZOEK SCHADE/INSCHAKELING DESKUNDIGE
De verzekerde is gehouden de maatschappij in de gelegenheid te stellen een schade te onderzoeken. Voor het vaststellen van de schadevergoeding kan de maatschappij één of meer deskundigen benoemen.
ARTIKEL 4.2
POLITIE-AANGIFTE BIJ DIEFSTAL/MELDING VAR/ WACHTTERMIJN
Bij de gebeurtenissen diefstal, braak, verduistering en joyriding is de verzekerde verplicht direct aangifte te doen bij de politie. Verzekeringnemer verklaart zich bij vermissing van het motorrijtuig akkoord met het aanmelden door de maatschappij van de voertuigge- gevens aan het Vermiste Auto Register (VAR), zodat door de overheid erkende particuliere organisaties door de maatschappij ingeschakeld kunnen worden voor het terugvinden en terugbezorgen van het motorrijtuig. Verzekerde kan ook zelf rechtstreeks de vermissing van het motorrijtuig doorgeven aan het VAR via de Delta Lloyd Helpdesk (055 - 577 50 70), die 24-uur per dag bereikbaar is.
Het recht op schadevergoeding ontstaat nadat een termijn van 30 dagen is verstreken zonder dat het motorrijtuig is teruggevonden, en nadat de verzeker- de op verzoek van de maatschappij de eigendom
van de ontvreemde, verzekerde zaken aan haar heeft overgedragen.
ARTIKEL 4.3
TOTAL-LOSS
Als er sprake is van total-loss (technisch of econo- misch) of verlies van de motor, zal de maatschappij niet eerder tot schadevergoeding overgaan dan nadat (de eigendom van) de verzekerde motor of het restant daarvan, inclusief de eventueel door de maatschappij te vergoeden extra voorzieningen en accessoires, aan de maatschappij of een door haar aan te wijzen derde partij is overgedragen.
De verzekerde is verplicht alle delen van het bij het verzekerde behorende kentekenbewijs, kenteken- platen (indien op de motor nieuwe kentekenplaten volgens GAIK-regeling aanwezig zijn), sleutels, code- kaarten en boekjes etc. aan de maatschappij of aan een door de maatschappij aan te wijzen derde partij te overhandigen.
ARTIKEL 4.4
SCHADEVASTSTELLING
Bij het vaststellen van de schade gelden de volgende bepalingen.
1 Algemeen
De maatschappij vergoedt
– in geval van beschadiging: de reparatiekosten voorzover deze niet meer bedragen dan de waarde op het moment van de schadegebeur- tenis verminderd met de restantwaarde;
– in geval van totaal verlies, waaronder ook ver- lies door diefstal en verduistering: de waarde op het moment van de schadegebeurtenis ver- minderd met de restantwaarde.
De vergoeding zal niet meer bedragen dan het verzekerde bedrag dat in de polis voor het gedekte risico is vermeld, tenzij er sprake is van een extra vergoeding zoals vermeld in artikel 4.5 of toepassing van de nieuwwaarde- regeling tot overschrijding daarvan leidt.
De vergoeding is exclusief BTW indien
– de premie voor dit onderdeel van de verzeke- ring is berekend op basis van het exclusief BTW opgegeven verzekerde bedrag en/of
– de eigenaar van het motorrijtuig recht heeft op vooraftrek BTW.
ARTIKEL 4.5
V.O.R.
Bij constatering van vermissing van de tegen diefstal verzekerde motor bent u of de verzekerde verplicht de maatschappij en de politie direct van dit feit op de hoogte te stellen.
U verklaart zich akkoord met de aanmelding door de maatschappij van de motorrijtuiggegevens aan het Vermiste Objecten Register (V.O.R.). Hierdoor kan de maatschappij door de overheid erkende particuliere organisaties inschakelen voor het terugvinden en terugbezorgen van de motor. U of de verzekerde kan ook zelf rechtstreeks de vermissing van de motor doorgeven aan het V.O.R.
2 Nieuwwaarderegeling
De schadevaststelling heeft plaats op basis van de nieuwwaarderegeling indien het verzekerde motor- rijtuig een aan verzekerde in eigendom toebeho- rende motorfiets of scooter is, niet wordt gebruikt voor lease/verhuurdoeleinden en voorts is voldaan aan de voorwaarde dat
– de motorfiets/scooter nieuw was op de datum dat een Nederlands kentekenbewijs werd af- gegeven en op de polis een verzekerd bedrag casco is vermeld van niet meer dan 17.500 euro, en
– als gedekt risico ‘casco’ geldt en
– de schadegebeurtenis plaats heeft binnen 36 maanden na de afgifte van het (eerste) kentekenbewijs.
Toepassing van de nieuwwaarderegeling betekent dat als waarde van de motorfiets/scooter op het moment van de schadegebeurtenis wordt aange- merkt:
– bij schade binnen 12 maanden: de nieuwwaar- de van de motorfiets/scooter op het moment van de schade, inclusief de gangbare afleve- ringskosten en de kosten van afgifte van het kentekenbewijs deel I;
– bij schade in het tweede jaar: de nieuwwaarde als hiervoor bedoeld, verminderd met 12%, welk percentage wordt vermeerderd met 1 voor elke geheel verstreken maand dat de motorfiets/scooter op het moment van de schade ouder is dan 12 maanden;
– bij schade in het derde jaar: de nieuwwaarde als hiervoor bedoeld, verminderd met 24%, welk percentage wordt vermeerderd met 0,5 over elke geheel verstreken maand dat de motorfiets/scooter op het moment van de schade xxxxx is dan 24 maanden.
Indien de reparatiekosten meer bedragen dan 2/3 van de overeenkomstig het voorgaande be- rekende waarde op het moment van de schade, heeft de verzekerde recht op vergoeding op basis van totaal verlies.
De nieuwwaarderegeling geldt niet voor het ver- vangende motorrijtuig als bedoeld in artikel 2.3 van het onderdeel ‘Algemeen’.
3 Geluidsapparatuur
Bij beschadiging of verlies van tot de standaarduit- rusting of meeverzekerde accessoires te rekenen geluidsapparatuur als gevolg van een onder ‘brand en diefstal’ gedekte gebeurtenis (zie artikel 2.3.1) wordt ten hoogste 500 euro vergoed.
Indien echter als gedekt risico ‘casco’ geldt wordt deze beperking niet toegepast bij de vergoeding voor schade aan tot de standaarduitrusting behorende apparatuur.
ARTIKEL 4.6
EXTRA VERGOEDING
Zo nodig boven het verzekerde bedrag vergoedt de maatschappij naar aanleiding van een gedekte gebeurtenis:
1 accessoires/diefstalpreventiemiddelen schade aan de volgens artikel 2.2 verzekerde
accessoires en diefstalpreventiemiddelen mits als gedekt risico ‘casco’ geldt;
2 helm en motorkleding
schade aan door de bestuurder en passagier gedra- gen helm en motorkleding tot maximaal 750 euro;
3 berging en vervoer
de kosten van berging en eventueel vervoer naar de dichtstbijzijnde reparatie-inrichting indien en voorzover hiervoor geen beroep kan worden gedaan op het bepaalde in artikel 2.6 bij het onderdeel ‘Aansprakelijkheid’;
4 averij grosse
de van de verzekerde gevorderde bijdrage in de averij grosse;
5 dagvergoeding bij diefstal
15 euro voor iedere dag dat het voor ‘brand en diefstal’ of ‘casco’ verzekerde motorrijtuig na dief- stal, verduistering of joy-riding nog niet is terug- gevonden; er wordt over maximaal 30 dagen ver- goeding verleend.
6 vergoeding bij diefstal van de motorrijtuigsleutel zonder dat sprake is van een gedekte gebeurtenis als omschreven in artikel 2.3 worden vergoed de ter voorkoming van diefstal van het verzekerde motorrijtuig noodzakelijke kosten van wijziging, of
- als zulks niet mogelijk is - vervanging van het slot / de sloten van het verzekerde motorrijtuig indien de motorijtuigsleutel na diefstal met braak of na beroving met geweld in het bezit van onbe- voegden is geraakt. Onder motorrijtuigsleutel wordt in dit verband verstaan het mechanische en/of elektronische middel met behulp waarvan de motor van het motorrijtuig kan worden gestart.
De vergoeding zal ten hoogste 3% van het verze- kerde bedrag ‘casco’ of ‘brand diefstal’ bedragen. De hiervoor bedoelde diefstal of beroving dient te blijken uit een procesverbaal van aangifte, waarin de motorrijtuigsleutel afzonderlijk vermeld staat.
ARTIKEL 4.7
AFSTAND VERHAALRECHT
De maatschappij zal geen gebruik maken van de (eventuele) mogelijkheid om de betaalde vergoeding te verhalen op de door de verzekerde gemachtigde bestuurder en passagiers, of de werkgever van deze personen, tenzij sprake is van een uitsluiting die niet tegen de verzekeringnemer kan worden ingeroepen.
ONGEVALLEN OPZITTENDEN
De bij dit onderdeel vermelde bepalingen gelden als aanvulling op c.q. in afwijking van de voorwaar- den Ongevallenverzekering van Delta Lloyd (model
O 03.2.07 A). Deze voorwaarden worden op verzoek aan verzekeringnemer toegezonden.
ARTIKEL 1
VERZEKERDEN
De verzekerden zijn degenen die op het moment van een in artikel 2.1 bedoelde gebeurtenis met toestem- ming van een daartoe bevoegde persoon als bestuur- der of passagier van het motorrijtuig gelden, dan wel als zodanig golden direct voor een in artikel 2.2. omschreven handeling.
ARTIKEL 2
OMSCHRIJVING VAN DE DEKKING
ARTIKEL 2.1
GEDEKTE GEBEURTENISSEN/ONGEVAL
De verzekering geeft recht op uitkering van de over- eenkomstig artikel 4 te berekenen bedragen, wan- neer de verzekerde:
– ten gevolge van een ongeval overlijdt;
– ten gevolge van een ongeval geheel of gedeeltelijk invalide blijft.
Onder ongeval wordt verstaan een gebeurtenis waar- door een geneeskundig vast te stellen lichamelijk let- sel ontstaat als gevolg van een plotseling rechtstreeks op de verzekerde inwerkend uitwendig geweld.
ARTIKEL 2.2
Waarvoor bent u verzekerd
De maatschappij verzekert u en de verzekerde(n) van een uitkering door een ongeval, dat overlijden of blijvende invaliditeit tot gevolg heeft:
1 tijdens het rijden op de motor en bij het op- en afstappen;
2 tijdens het onderweg verlenen van hulp aan medeweggebruikers;
3 tijdens het verrichten van een noodreparatie aan de motor of het daarbij behulpzaam zijn;
4 tijdens het tanken;
voor maximaal de verzekerde bedragen die op het polisblad vermeld zijn. Deze bedragen gelden per verzekerde opzittende.
Als op het moment van het ongeval het aantal opzit- tenden groter is dan wettelijk toegestaan, wordt de berekende uitkering naar evenredigheid verminderd.
ARTIKEL 3
Uitsluitingen
Naast wat u daarover in artikel 9 kunt lezen, is de maatschappij niet tot enige uitkering verplicht bij:
1 ongevallen in verband met het door de verzeker- de plegen van of deelnemen aan een misdrijf of poging daartoe;
2 pijn en/of de daaruit voortvloeiende gevolgen;
3 psychische aandoeningen van welke oorzaak ook en/of daaruit voortvloeiende gevolgen, tenzij deze medisch aantoonbaar het rechtstreekse gevolg zijn van een door het ongeval veroorzaakte blijvende hersenweefselbeschadiging.
ARTIKEL 4
SCHADE
ARTIKEL 4.1
UITKERING BIJ OVERLIJDEN
Bij overlijden keert de maatschappij het daarvoor in de polis vermelde, per opzittende geldende, bedrag uit. De uitkering geschiedt aan de wettige erfgenamen van de verzekerde met uitzondering van de Staat.
Indien de verzekerde op het moment van overlijden jonger is dan 16 jaar of ouder dan 69 jaar bedraagt de uitkering ten hoogste 2500 euro.
ARTIKEL 4.2
UITKERING BIJ INVALIDITEIT
In geval van blijvende invaliditeit wordt per verzeker- de opzittende uitgekeerd op basis van het vastgestel- de percentage blijvende invaliditeit. Een overeenkom- stig percentage van het op de polis vermelde, voor blijvende invaliditeit verzekerde bedrag, wordt aan de verzekerde uitgekeerd. Aan de verzekerde die op het moment van het ongeval ouder is dan 69 jaar, wordt maximaal 10.000 euro uitgekeerd. Bij de vaststelling van het invaliditeitspercentage wordt geen rekening gehouden met het beroep van de verzekerde.
ARTIKEL 4.3
OVERSCHRIJDING VAN AANTAL VERZEKERDE OPZITTENDEN
Indien op het moment van de gebeurtenis sprake is van meer opzittenden - waartoe ook de zijspan-
passagier(s) te rekenen - dan het verzekerde aantal, worden de berekende uitkeringen naar evenredigheid verminderd.
Wanneer in dat geval tevens sprake is van overlijden van een verzekerde voor wie een uitkeringsbeperking op grond van een in dit artikel onder 1 vermelde leef- tijdsgrens geldt, worden de daarbij vrijvallende bedra- gen aangewend voor aanvulling van de verhoudings- gewijs gekorte uitkering per verzekerde.