ALGEMENE VOORWAARDEN HUUROVEREENKOMST WOONRUIMTE STAEDION
ALGEMENE VOORWAARDEN HUUROVEREENKOMST WOONRUIMTE STAEDION
Het toepassingsbereik van deze voorwaarden
Artikel 1
1.1.
Deze Algemene Voorwaarden maken deel uit van de huurovereenkomst, waarin zij van toepassing zijn verklaard. Indien de bepalingen van de huurovereenkomst afwijken van die van de Algemene Voorwaarden, gaan de bepalingen van de huurovereenkomst voor.
1.2.
Wijzigingen van de huurovereenkomst of de Algemene Voorwaarden kunnen slechts schriftelijk worden overeengekomen.
1.3.
Verhuurder kan het initiatief nemen om de Algemene Voorwaarden te wijzigen voor zover die wijzigingen redelijk zijn en deze tot stand zijn gekomen na overleg met de huurdersorganisatie danwel bewonerscommissie. Indien de huurder de wijziging niet wenst te accepteren, kan hij de huurovereenkomst opzeggen volgens de daarvoor geldende regels.
1.4.
In geval van wijziging van de Algemene Voorwaarden als hierboven bedoeld, zal verhuurder de wijziging vooraf bekendmaken door publicatie in het bewonersblad, op de Staedion website en eventueel in een plaatselijke krant.
Meer dan één huurder
Artikel 2
2.1.
De in de aanhef van de huurovereenkomst genoemde huurders hebben elk een zelfstandig en volledig recht van huur dat zij gelijktijdig en met eerbiediging van elkaars rechten uitoefenen.
2.2.
De huurprijs en de servicekosten zijn slechts enkelvoudig verschuldigd voor de hierboven bedoelde huurrechten gezamenlijk. Indien de overeenkomst ten aanzien van één of een aantal huurders eindigt, blijft (blijven) de andere huurder(s) het volledige bedrag van de huurprijs en servicekosten verschuldigd.
2.3.
Elk van de huurders is hoofdelijk aansprakelijk voor het gehele bedrag van de huurprijs en voor alle overige verplichtingen die voor hem en voor de andere huurder(s) uit deze overeenkomst en de wet voortvloeien.
2.4.
Om de overeenkomst ten aanzien van beide (alle) huurders te doen eindigen, moet de opzegging aan of door elk van hen geschieden. Vindt de opzegging aan of door een of een aantal van hen plaats, dan duurt de overeenkomst ten aanzien van de andere huurder(s) ongewijzigd voort.
2.5.
Indien het huurrecht van huurder is geëindigd als gevolg van echtscheiding of scheiding van tafel of bed, is huurder verplicht van de beëindiging van zijn huurrecht schriftelijk mededeling te doen aan verhuurder, onmiddellijk nadat de rechterlijke beschikking waarbij dit is bepaald onherroepelijk is geworden. Zolang huurder deze mededeling niet heeft gedaan, blijft hij tegenover verhuurder aansprakelijk voor de nakoming van alle verplichtingen uit deze huurovereenkomst. Het vorenstaande is eveneens van toepassing op de beëindiging van geregistreerd partnerschap.
Indien de medehuurder de huurovereenkomst voortzet als huurder, is hij verplicht verhuurder hiervan terstond schriftelijk mededeling te doen.
2.6.
In het geval huurder in het huwelijk treedt dan wel een geregistreerd partnerschap aangaat, is hij verplicht hiervan schriftelijk melding te doen bij de verhuurder. Hij overlegt daarbij in ieder geval:
- de naam, geboortedatum en -plaats van de echtgeno(o)t(e) of geregistreerd partner;
- de datum waarop het huwelijk of het geregistreerde partnerschap is aangegaan;
- een kopie van een rechtsgeldig identiteitsbewijs van de echtgeno(o)t(e) of geregistreerd partner;
- een afschrift van de akte van het huwelijk of het geregistreerde partnerschap.
2.7.
In het geval huurder samenwoont met een ander, welke niet in de aanhef van de overeenkomst genoemd staat, kan deze door verhuurder als medehuurder worden erkend wanneer
aan alle hieronder genoemde voorwaarden is voldaan. Bij erkenning geniet de medehuurder alle rechten en plichten met betrekking tot het huurrecht. Zij overleggen in ieder geval:
- een origineel en recent uittreksel van het bevolkingsregister met daarop de woongeschiedenis.
Hiermee wordt aangetoond dat men minimaal twee jaar op het betreffende adres staat ingeschreven. De samenwoner moet zijn hoofdverblijf in het gehuurde hebben;
- een bewijs dat er minimaal twee jaar een duurzame gemeenschappelijke huishouding gevoerd is;
- een kopie van een rechtsgeldig identiteitsbewijs.
De terbeschikkingstelling en aanvaarding van het gehuurde
Artikel 3
3.1.
Verhuurder zal het gehuurde op de ingangsdatum van de huur ter beschikking stellen, tenzij dit geen werkdag is.
Wanneer verhuurder als gevolg van overmacht het gehuurde niet tijdig ter beschikking kan stellen – bijvoorbeeld doordat de vorige huurder in strijd met de gemaakte afspraken het gehuurde niet tijdig heeft ontruimd, verhuurder tijdig aangevraagde vergunningen niet tijdig heeft verkregen of doordat het gehuurde niet tijdig is gereedgekomen – is verhuurder daarvoor niet aansprakelijk en vangt de huur
eerst aan op de datum waarop verhuurder het gehuurde aan huurder ter beschikking stelt, dit laatste tenzij huurder voordien schriftelijk aan verhuurder heeft meegedeeld dat hij de huur niet meer gestand wenst te doen. Wanneer verhuurder het gehuurde niet tijdig ter beschikking kan stellen, is verhuurder slechts gehouden om onverwijld die maatregelen te treffen die een verdere vertraging tot een minimum beperken, dit onverminderd het wettelijk recht van huurder op schadevergoeding.
3.2.
Vóór of bij aanvang van de huurovereenkomst is tussen huurder en verhuurder een beschrijving van het gehuurde opgemaakt, eventueel aangevuld met door partijen geparafeerde foto’s. Huurder en verhuurder ontvangen een door beiden ondertekend exemplaar van deze beschrijving.
3.3.
In de beschrijving van het gehuurde wordt naast de staat van het gehuurde, tevens opgenomen welke gebreken zijn geconstateerd en wanneer deze door de verhuurder zullen worden verholpen.
Huurprijs + Servicekosten
Artikel 4
Zelfstandige woonruimte met een niet-geliberaliseerde huurprijs voor woonruimte
4.1.
De huurprijs wordt jaarlijks verhoogd met een percentage dat maximaal gelijk is aan het op de ingangsdatum van de wijziging wettelijk toegestane percentage voor woonruimte met een niet- geliberaliseerde huurprijs.
Zelfstandige woonruimte met een geliberaliseerde huurprijs voor woonruimte
4.2.
Indien het gehuurde zelfstandige woonruimte met een geliberaliseerde huurprijs voor woonruimte betreft, is het onder artikel 4.1 genoemde niet van toepassing. In dat geval vindt de jaarlijkse huurprijswijziging plaats op basis van de wijziging van het maandprijsindexcijfer volgens de consumentenprijsindex (CPI), reeks alle huishoudens (2000=100), gepubliceerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
De formule om de gewijzigde huurprijs te berekenen is: de gewijzigde huurprijs is gelijk aan de geldende huurprijs op de wijzigingsdatum, vermenigvuldigd met het indexcijfer van de maand februari van het jaar waarin de huurprijs wordt aangepast, gedeeld door het indexcijfer van februari van het daaraan voorafgaande jaar.
4.3.
Wanneer het consumentenindexcijfer niet meer door het CBS wordt vastgesteld en gepubliceerd c.q. wordt gewijzigd, zal een vergelijkbaar indexcijfer worden gehanteerd. Bij een geschil hieromtrent zal door de meest gerede partij de directeur van het CBS worden verzocht een voor partijen bindende uitspraak te doen. Mogelijke kosten van deze procedure komen ten laste van de in het ongelijk gestelde partij.
4.4.
Verhuurder heeft het recht om de gewijzigde huurprijs, berekend op basis van de indexclausule als genoemd in artikel 4.2., op de wijzigingsdatum daarenboven te verhogen met maximaal 2,5%.
Servicekosten
4.5.
Huurder betaalt naast de huurprijs maandelijks een voorschotbedrag met betrekking tot servicekosten. Jaarlijks verstrekt verhuurder aan huurder een naar soort uitgesplitst overzicht van de in dat kalenderjaar in rekening gebrachte servicekosten.
Verschillen tussen de gemaakte kosten en de door de huurder als voorschot betaalde servicekosten zullen daarbij door de verhuurder met de huurder worden verrekend, tenzij het een vergoeding betreft voor een niet verrekenbaar element. Met betrekking tot deze niet verrekenbare elementen geldt dat het door de huurder betaalde voorschot gelijk wordt gesteld met de eindafrekening; er vindt daarom geen verrekening plaats.
4.6.
Het tussen verhuurder en huurder geldende maandelijkse voorschotbedrag kan, behoudens een tussen partijen aangegane nadere overeenkomst, slechts worden verhoogd met ingang van de eerste maand, volgende op de maand waarin het in het tweede lid van dit artikel bedoelde overzicht is verstrekt.
4.7.
Huurder is in ieder geval gebonden aan een wijziging (inkrimping of uitbreiding) van de levering van zaken of diensten en het daarbij behorende gewijzigde voorschotbedrag, indien die wijziging betrekking heeft op zaken en diensten die slechts aan een aantal huurders gezamenlijk geleverd kunnen worden en tenminste 70% van die huurders daarmee heeft ingestemd. Een huurder die niet met de wijziging heeft ingestemd, kan binnen acht weken na de schriftelijke kennisgeving van de verhuurder dat overeenstemming is bereikt met tenminste 70% van de huurders, een beslissing van de rechter vorderen over de redelijkheid van het voorstel.
4.8.
Indien niet tenminste 70% is bereikt, is de huurder voorts gebonden aan een wijziging van de levering van zaken of diensten en het daarbij behorende gewijzigde voorschotbedrag indien:
1. het belang van verhuurder bij de wijziging zodanig is dat huurder – in redelijkheid de belangen van beide partijen in aanmerking genomen – zijn toestemming daaraan niet mag onthouden en;
2. verhuurder huurder over de wijziging tijdig heeft geïnformeerd en met huurder en de eventueel aanwezige bewonerscommissie overleg heeft gevoerd.
4.9.
Verhuurder zal instemmen met een door de huurder verzochte wijziging van de levering van zaken of diensten en het daarbij behorende gewijzigde voorschotbedrag, indien die wijziging betrekking heeft op zaken en diensten die slechts aan een aantal huurders gezamenlijk geleverd kunnen worden en
tenminste 70% van die huurders met het verzoek heeft ingestemd, tenzij de gerechtvaardigde belangen van de verhuurder zich hiertegen verzetten.
De algemene verplichtingen van verhuurder
Artikel 5
5.1.
Verhuurder is verplicht op verlangen van de huurder gebreken aan het gehuurde te verhelpen, tenzij dit onmogelijk is of uitgaven vereist die in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs niet van de verhuurder zijn te vergen, dan wel voor zover deze ingevolge de wet, deze huurovereenkomst of het gebruik voor rekening van huurder komen.
5.2.
Verhuurder is niet aansprakelijk voor een feitelijke stoornis in het huurgenot die veroorzaakt wordt door derden, tenzij deze aansprakelijkheid voortvloeit uit hoofde van het verhuurderschap van verhuurder aan die derden.
De algemene verplichtingen van huurder
Artikel 6
6.1.
Huurder voldoet de te betalen prijs voor het gehuurde in zijn geheel, bij vooruitbetaling, vóór de eerste van de maand waarop de betaling betrekking heeft door betaling van het verschuldigde bedrag op de door verhuurder aangegeven wijze, namelijk per automatische incasso.
6.2.
Wanneer verhuurder genoodzaakt is een verhuurfactuur met de daarbij behorende acceptgiro te versturen naar huurder is het verhuurder toegestaan hiervoor administratiekosten in rekening te brengen. Dit geldt ook wanneer er structureel door huurder gebruik wordt gemaakt van pintransacties. Contante betaling wordt door verhuurder niet geaccepteerd.
6.3.
Huurder zal zich bij de huurbetaling niet beroepen op enige verrekening, behoudens in het geval van artikel 7:206 lid 3 Burgerlijk Wetboek.
6.4.
Huurder zal het gehuurde gebruiken en onderhouden zoals het een goed huurder betaamt.
Zo is de huurder bijvoorbeeld, maar niet uitsluitend, verplicht om de privétuin netjes te onderhouden. Huurder is verplicht om de privétuin aan te leggen, te gebruiken, te onderhouden en te handhaven en het niet te bezigen voor de opslag of het stallen van zaken, van welke aard dan ook. Bomen en struiken, ook bomen en struiken die bij aanvang van de huur aanwezig zijn, dienen door huurder te worden onderhouden en tijdig te worden gesnoeid.
6.5.
Huurder zal het gehuurde gedurende de huurtijd daadwerkelijk en zelf als woonruimte voor hem en de leden van zijn huishouden bewonen. Hij zal het gehuurde, waaronder begrepen alle aanhorigheden en de eventuele gemeenschappelijke ruimten, overeenkomstig de bestemming gebruiken en deze be- stemming niet wijzigen. Onder gemeenschappelijke ruimten wordt verstaan ruimten zoals trappenhuizen, liften, kelders, zolders, garages, bergingen, galerijen, tuinen, binnenplaatsen, voor zover huurder het gebruik van deze ruimten met andere huurders of gebruikers deelt.
Huurder zal zich gedragen naar de mondelinge of schriftelijke aanwijzingen door of namens verhuurder gegeven in het belang van een behoorlijk gebruik van het gehuurde en van de ruimten, installaties en voorzieningen van het gebouw of complex waarvan het gehuurde deel uitmaakt.
Verhuurder streeft ernaar mondeling gegeven aanwijzingen schriftelijk te bevestigen.
6.6.
Het is huurder verboden zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van verhuurder in het gehuurde een bedrijf of nering uit te oefenen of daarin voor een bedrijf of nering benodigde goederen op te slaan.
6.7.
Huurder zal in het gehuurde gedurende de huurtijd zijn hoofdverblijf hebben. Huurder zal op het adres van het gehuurde zijn geregistreerd in de Gemeentelijke Basis Administratie. Het is huurder niet toegestaan elders dan in het gehuurde zijn hoofdverblijf te hebben.
6.8.
Het is huurder verboden om het gehuurde geheel of gedeeltelijk (onder) te verhuren of aan derden in gebruik te geven, tenzij hij hiertoe voorafgaand schriftelijke toestemming van verhuurder heeft verkregen. Een verzoek tot toestemming dient schriftelijk te worden gedaan, onder vermelding van de naam van de onderhuurder, de onderhuurprijs en de ingangsdatum van de onderhuurovereenkomst. Tevens dient een afschrift van een geldig identiteitsbewijs van onderhuurder aan verhuurder verstrekt te worden. Een door of vanwege verhuurder gegeven toestemming is eenmalig en geldt niet voor andere of opvolgende gevallen.
Indien huurder handelt in strijd met het bepaalde in artikel 6.8 verbeurt hij aan verhuurder per kalenderdag dat de overtreding voortduurt een direct opeisbare boete van € 150,-- per dag, onverminderd het recht van verhuurder om nakoming dan wel ontbinding wegens wanprestatie, alsmede schadevergoeding te vorderen voor zover de schade de boete overstijgt. Verder dient huurder alle daardoor verkregen inkomsten aan verhuurder af te dragen.
6.9.
Huurder dient ervoor zorg te dragen dat aan omwonenden geen overlast of hinder wordt veroorzaakt door huurder, huisgenoten, huisdieren of door derden die zich door of vanwege huurder in het ge- huurde of in de gemeenschappelijke ruimten bevinden.
6.10.
Het is huurder verboden om in gemeenschappelijke trappenhuizen, liften, kelders, zolders, garages,
bergingen, galerijen, tuinen, binnenplaatsen en andere verkeers- of gemeenschappelijke ruimten, voertuigen, afval en andere zaken te stallen, op te slaan of te deponeren of als dierenuitlaatplaats te gebruiken.
6.11.
Onder goed huurderschap verstaat verhuurder dat huurder een overeenkomst tot levering van water en energie ter zake van het gehuurde aangaat met een of meer waterleveranciers en netbeheerders en de verplichtingen uit die overeenkomsten nakomt. Huurder dient bij het einde van de huurovereenkomst de overeenkomst ter zake van de water- en energielevering weer te beëindigen. Huurder zal verhuurder te allen tijde vrijwaren voor aanspraken van waterleverancier en/of netbeheerder terzake.
6.12.
In het geval dat verhuurder ten behoeve van huurder op eigen naam een overeenkomst heeft gesloten met nutsbedrijven, aanvaardt verhuurder jegens huurder geen enkele aansprakelijkheid voor het in gebreke blijven van die nutsbedrijven.
6.13.1.
Het is huurder verboden om hennep te (doen) kweken, drogen of knippen, dan wel een andersoortig productiesysteem betreffende bij de Opiumwet verboden middelen, te (doen) houden in het gehuurde. Een enkele overtreding van dit verbod geeft verhuurder direct het recht om de ontbinding van de huurovereenkomst te vorderen.
6.13.2.
Verhuurder is te allen tijde bevoegd om het gehuurde met behulp van politie of justitie te betreden indien er een ernstig vermoeden bestaat over de aanwezigheid van een hennepkwekerij, dan wel andere activiteiten die op grond van de Opiumwet strafbaar zijn gesteld. .
6.13.3.
Eventuele kosten van herstel van schade ten gevolge van brand, wateroverlast, sabotage van meetinrichtingen etc., evenals eventuele verhuis- of ontruimingskosten komen voor rekening van huurder.
6.14.
Huurder is verplicht de nodige maatregelen te nemen ter voorkoming van schade aan het gehuurde, in het bijzonder in geval van brand, storm, water en vorst. Huurder dient door welke oorzaak dan ook ontstane dan wel dreigende schade, evenals gebreken aan het gehuurde onverwijld aan verhuurder te melden.
Bij nalatigheid van huurder terzake zal de daardoor ontstane schade zowel aan het gehuurde als aan de eigendommen van derden, voor rekening van huurder komen.
6.15.
In verband met controle door verhuurder van de naleving van de verplichtingen van huurder op grond van deze Algemene Voorwaarden, dan wel in verband met mogelijk door verhuurder uit te oefenen werkzaamheden of controle van meterstanden en dergelijke, zal huurder verhuurder in het gehuurde
toelaten. Onder verhuurder wordt mede verstaan de door of namens verhuurder aangewezen personen.
6.16.
Het is huurder verboden ontplofbare, ontbrandbare of anderszins gevaarlijke en/of schadelijke stoffen in het gehuurde te houden.
6.17.
Voorts is het huurder verboden:
- het dak van het gehuurde te betreden of te gebruiken;
- in het gehuurde open vuur te gebruiken;
- in, op of in de directe omgeving van het gehuurde milieugevaarlijke zaken in de ruimste zin des woords op te slaan, waaronder stankverspreidende-, brandgevaarlijke- of ontplofbare zaken en/of anderszins schadelijke stoffen, tenzij het gaat om gangbaar dagelijks huishoudelijk gebruik;
- het gehuurde zodanig te gebruiken dat door dit gebruik bodem- of andere milieuverontreiniging kan optreden, schade aan het gehuurde kan ontstaan of het aanzien van het gehuurde kan worden geschaad;
- op of aan het gehuurde reclame of aanduidingen in welke vorm dan ook aan te brengen of te doen aanbrengen.
6.18.
Onder goed huurderschap verstaat verhuurder dat huurder een deugdelijke inboedelverzekering en een wettelijke aansprakelijkheidsverzekering afsluiten gedurende de looptijd van de overeenkomst ter zake deugdelijke verzekerd blijft.
De herstellingen door huurder
Artikel 7
7.1.
Voor rekening van huurder komen de kleine herstellingen zoals genoemd in het Besluit kleine herstellingen. Hieronder vallen in ieder geval, doch niet uitsluitend:
- het witten, sauzen, behangen en schilderen binnenshuis;
- het vervangen van gebroken of beschadigde glasruiten binnenshuis/buitenshuis en spiegels;
- het gebruikelijke onderhoud van en kleine reparaties binnenshuis aan hang- en sluitwerk, schakelaars, contactdozen, deurbel e.d.;
- het ontstoppen van closetpotten, vaste wastafels, gootstenen, riolen, putten, vuilstortkokers e.d.;
- het vegen van de schoorsteen;
- het schoonhouden van de gemeenschappelijke ruimten;
- het schoonhouden van de dakgoten;
- de aanleg en het onderhoud van de privétuin;
- het onderhoud van de gemeenschappelijke groenvoorziening voorzover die niet een openbaar karakter heeft;
- het gebruikelijke onderhoud van geiser/boilers/C.V./radiatoren e.d., evenals het bijvullen en ontluchten;
- het onderhoud van de waterkranen en het treffen van voorzieningen aan de waterleidingen bij sterk vriezend weer;
- het schoonhouden van individuele ventilatievoorzieningen, zoals afzuigkappen of afzuigunits evenals het periodiek wisselen van filters ten behoeve van afzuigkappen/afzuigunits en luchtbehandelingsunits;
- alle overige onderhouds- en reparatiewerkzaamheden die volgens plaatselijk gebruik voor rekening van huurder zijn.
7.2.
Alle door huurder te verrichten werkzaamheden zullen vakkundig moeten worden uitgevoerd. Huurder zal daarbij de door overheid of verhuurder gegeven voorschriften in acht nemen.
7.3.
Het in dit artikel bepaalde laat onverlet de verplichting van ieder der partijen, die herstellingen voor zijn rekening te nemen, die dienen te worden getroffen als gevolg van opzet, schuld, nalatigheid of onoordeelkundig gebruik van hemzelf of van personen voor wie hij aansprakelijk is.
Xxxxxxxxx werkzaamheden, renovatie
Artikel 8
8.1.
Huurder zal alle dringende werkzaamheden aan het gehuurde of aangrenzende woningen, als ook aan de centrale voorzieningen daarvan toestaan.
8.2.
Huurder heeft, behoudens (semi-)dwingendrechtelijke regelgeving, geen recht op vermindering van de huurprijs of schadevergoeding als gevolg van het uitvoeren van dringende werkzaamheden of renovatie, dit onverminderd de rechten van huurder indien er sprake is van een toerekenbaar tekortschieten door verhuurder of een door hem ingeschakelde hulppersoon.
8.3.
Indien verhuurder het complex waarvan het gehuurde deel uitmaakt geheel of gedeeltelijk wil renoveren, zal hij huurder daartoe een schriftelijk voorstel doen. Indien de renovatie tien of meer woningen of bedrijfsruimten betreft die een bouwkundige eenheid vormen, wordt dit voorstel vermoed redelijk te zijn, wanneer 70% of meer van de huurders van het complex daarmee heeft ingestemd.
Indien huurder met het voorstel niet heeft ingestemd en ook niet binnen acht (8) weken na de schriftelijke kennisgeving van de verhuurder dat 70% of meer van de huurders met het voorstel heeft ingestemd, bij de rechter een beslissing heeft gevorderd over de redelijkheid van het voorstel, is hij hieraan gebonden. Huurder is dan verplicht alle medewerking te verlenen bij de uitvoering van de werkzaamheden.
8.4.
Xxxxxxxx werkzaamheden vinden, na voorafgaande aankondiging van het tijdstip, plaats op werkdagen, dringende gevallen echter uitgezonderd.
8.5.
De voorgaande leden doen niet af aan de bevoegdheid van de verhuurder om de huurovereenkomst op te zeggen op de grond dat hij de zaak dringend nodig heeft voor eigen gebruik, waaronder renovatie.
Het aanbrengen van veranderingen en toevoegingen door huurder
Artikel 9
9.1.
Het is huurder toegestaan veranderingen en toevoegingen die zonder noemenswaardige kosten weer ongedaan gemaakt kunnen worden aan de binnenzijde van het gehuurde aan te brengen, behalve indien het gaat om veranderingen die gevaar, overlast of hinder voor verhuurder of derden opleveren. Voor overige veranderingen en toevoegingen heeft huurder vóóraf schriftelijke toestemming van de verhuurder nodig.
9.2.
Voor het aanbrengen van veranderingen en toevoegingen aan het gehuurde waarvoor toestemming van verhuurder nodig is, dient huurder verhuurder vooraf schriftelijk om die toestemming te verzoeken. Onder het aanbrengen van veranderingen waarvoor toestemming nodig is, wordt in dit artikel onder meer, doch niet uitsluitend, verstaan:
- aan-, bij- of verbouwen; wegbreken;
- het treffen van isolatievoorzieningen;
- het aanbrengen van verf aan de buitenzijde van het gehuurde;
- het aanbrengen van buitenzonweringen;
- het plaatsen van schotels en andere buitenantennes, zendmasten, camera’s, e.d.;
- het aan/in/op of tegen het gehuurde aanbrengen van platen, letters, schilderwerk en drukwerk voor commerciële doeleinden;
- het aanbrengen van duiventillen;
- het aanbrengen van harde vloerbedekking zoals tegels, plavuizen en/of parketvloeren.
9.3.
Verhuurder zal de in de vorige leden bedoelde toestemming slechts verlenen indien deze verandering tenminste:
- voldoet aan de terzake geldende overheidsvoorschriften en alle eventueel vereiste vergunningen zijn verkregen;
- geen blijvende schade aan het gehuurde zal toebrengen;
- geen hinder of overlast voor derden teweeg brengt;
- verhuurder niet hindert in de uitvoering van zijn onderhoudsplicht;
- de verhuurbaarheid van het gehuurde of naastliggende woningen ongewijzigd laat dan wel verbetert;
- een doeltreffend woningbeheer niet bemoeilijkt.
9.4.
Verhuurder zal bij het verlenen van toestemming aangeven of de verandering of toevoeging aan het einde van de huur door huurder ongedaan moet worden gemaakt. Indien verhuurder hieromtrent niets aangeeft, zal de verandering of toevoeging aan het einde van de huur door huurder ongedaan gemaakt moeten worden.
9.5.
Verhuurder zal zijn beslissing, in geval geen toestemming wordt verleend, onder opgave van reden aan huurder mededelen.
9.6.
Verhuurder kan aan te verlenen toestemming voorwaarden verbinden met betrekking tot de toe te passen constructie en materialen, de wijze van uitvoeren, onderhoud, verzekeringen, belastingen en retributies, aansprakelijkheden, de oplevering bij het einde van de huur, enz.
9.7.
Huurder brengt veranderingen en toevoegingen aan het gehuurde geheel voor eigen rekening en risico aan. Verhuurder is xxxxxxx geen andere vergoeding of bijdrage verschuldigd dan waartoe hij zich bij of na het verlenen van de toestemming als bedoeld in het eerste lid nadrukkelijk heeft verbonden.
9.8.
Huurder is verplicht tot onderhoud en reparaties van de door hem aangebrachte veranderingen of toevoegingen, tenzij partijen anders zijn overeengekomen.
9.9.
Huurder is aansprakelijk voor de schade die wordt veroorzaakt door een verandering of toevoeging die door de huurder is aangebracht. Huurder vrijwaart verhuurder voor aanspraken van derden door schade veroorzaakt door huurder zelf aangebrachte veranderingen aan het gehuurde.
9.10.
Alle veranderingen of toevoegingen die in strijd met de voorwaarden en Algemene Voorwaarden van verhuurder door huurder zijn aangebracht, moeten op eerste aanzegging van verhuurder ongedaan worden gemaakt.
De beëindiging van de huur
Artikel 10
10.1.
Opzegging van de huurovereenkomst geschiedt zowel door huurder als verhuurder schriftelijk bij aangetekende brief of deurwaardersexploit. De huuropzegging van huurder wordt door verhuurder schriftelijk bevestigd.
10.2.
Opzegging door huurder kan geschieden op welke grond dan ook, tegen elke dag van een kalendermaand mits deze niet valt op een zaterdag, zondag of algemeen erkende feestdag, in welk geval opgezegd wordt tegen de eerstvolgende werkdag erna. Huurder dient een opzeggingstermijn van tenminste één maand in acht te nemen.
10.3.
Opzegging van de huurovereenkomst door verhuurder geschiedt met inachtneming van een termijn van tenminste drie maanden. Deze termijn wordt verlengd met één maand voor elk jaar dat huurder onafgebroken in het genot van het gehuurde is geweest tot ten hoogste zes maanden. Opzegging dient te geschieden met de ingang van de dag waarop een nieuwe betaalperiode aanvangt.
De opzegging door verhuurder kan slechts geschieden op grond van één of meer van de in het Burgerlijk Wetboek genoemde gronden.
10.4.
Bij opzegging van de huurovereenkomst is de huurder verplicht gedurende minimaal één maand voor het einde van de huurovereenkomst aan kandidaathuurders of eventuele kopers de gelegenheid te geven het gehuurde te bezichtigen.
De oplevering van het gehuurde bij het einde van de huur
Artikel 11
11.1.
Bij het einde van de huurovereenkomst is huurder verplicht het gehuurde onder afgifte van alle sleutels geheel ontruimd en schoon aan verhuurder op te leveren in de staat waarin hij het gehuurde conform de beschrijving bij aanvang van de huurovereenkomst heeft ontvangen, behoudens voor zover er sprake is van normale slijtage, die voor rekening en risico van verhuurder komt.
Voor door huurder in het gehuurde aangebrachte veranderingen en toevoegingen geldt het bepaalde in het derde lid van dit artikel.
11.2.
Vóór het einde van de huurovereenkomst zullen huurder en verhuurder gezamenlijk het gehuurde in- specteren. Huurder zal verhuurder daartoe in de gelegenheid stellen. Indien verhuurder op de afgesproken inspectiedatum het gehuurde door toedoen van huurder – behoudens overmacht – niet kan betreden, bijvoorbeeld omdat huurder niet aanwezig is, verbeurt huurder een direct opeisbare boete van € 150,--, onverminderd het recht van verhuurder op schadevergoeding voor zover de geleden schade de boete overstijgt.
Bij de inspectie zal een opnamerapport worden gemaakt, waarin zal worden vastgelegd welke herstellingen voor het einde van de huurovereenkomst door en ten laste van huurder verricht moeten worden, evenals de geschatte kosten van herstel. Beide partijen ontvangen een exemplaar van het opnamerapport.
11.3.
Ten aanzien van door de huurder tijdens de huurtijd met of zonder toestemming aangebrachte veranderingen en toevoegingen zullen bij het einde van de huur de volgende regels gelden:
a. huurder dient veranderingen en toevoegingen die zonder toestemming zijn aangebracht, of niet voldoen aan het bepaalde in artikel 9.3, op vordering van verhuurder ongedaan te maken;
b. huurder is verplicht om veranderingen en toevoegingen bij het einde van de huur weg te nemen, wanneer verhuurder dit bij het verlenen van toestemming schriftelijk heeft bedongen of hieromtrent niets heeft aangegeven;
c. onverminderd het in dit lid bepaalde is huurder - tenzij anders overeengekomen - gerechtigd door hem aangebrachte veranderingen en toevoegingen ongedaan te maken, mits hij het gehuurde terugbrengt in de staat waarin het zich bij de aanvang van de huur bevond.
11.4.
Indien huurder bij het einde van de huurovereenkomst niet heeft voldaan aan zijn verplichtingen tot herstel, volledige ontruiming en eventueel ongedaanmaking van aangebrachte veranderingen of toevoegingen, is verhuurder gerechtigd alle ten gevolge daarvan noodzakelijke werkzaamheden op kosten van huurder zelf uit te voeren of te doen uitvoeren, waarbij huurder zich reeds nu voor alsdan verplicht deze kosten te voldoen. Ook overige schade ontstaan door nalatigheid van huurder, komt voor zijn rekening.
11.5.
In het geval huurder bij het einde van de huurovereenkomst in het gehuurde zaken heeft achtergelaten, is verhuurder bevoegd die zaken zonder kennisgeving aan huurder te verwijderen, zonder dat op verhuurder een bewaarplicht komt te rusten. Alle kosten van verwijdering van de zaken zijn voor rekening van de huurder.
Het in dit lid bepaalde is niet van toepassing op roerende zaken die huurder heeft overgedragen aan de opvolgende huurder, mits van deze overdracht schriftelijk aan verhuurder is kennis gegeven.
De aansprakelijkheid van huurder
Artikel 12
12.1.
Huurder is aansprakelijk voor de schade die tijdens de huurtijd aan het gehuurde is ontstaan door een hem toe te rekenen tekortschieten in de nakoming van een verplichting uit de huurovereenkomst. Alle schade, behalve brandschade en schade aan de buitenzijde van het gehuurde, wordt vermoed daardoor te zijn ontstaan.
12.2.
Het gehuurde wordt – uitsluitend voor de toepassing van dit artikel – geacht mede te omvatten de leidingen, kabels en buizen die zich in de bij het gehuurde behorende grond bevinden.
12.3.
Huurder is jegens de verhuurder voor eigen gedragingen aansprakelijk en op gelijke wijze voor gedragingen van hen die met zijn goedvinden het gehuurde gebruiken of zich met zijn goedvinden daarop bevinden.
Inspraak en overleg
Artikel 13
13.1.
Verhuurder stelt huurder in de gelegenheid zich uit te spreken over alle beleids- en beheerzaken die voor huurder van wezenlijk belang zijn.
13.2.
Verhuurder zal plannen betreffende groot onderhoud, woningverbeteringen of wijzigingen van bijkomende leveringen en diensten tijdig en zo volledig mogelijk aan huurder voorleggen en in goed overleg met hem verder ontwikkelen.
Overige bepalingen
Artikel 14
14.1.
Indien een deel van de overeenkomst of van deze Algemene Voorwaarden vernietigbaar is, dan laat dit de geldigheid van de overige artikelen onverlet. In plaats van het vernietigde of nietige deel geldt alsdan als overeengekomen hetgeen op wettelijk toelaatbare wijze het dichtst komt bij hetgeen partijen overeengekomen zouden zijn indien zij de nietigheid of vernietigbaarheid gekend zouden hebben.
14.2.
Indien het gebouw of complex waarvan het gehuurde deel uitmaakt, is of wordt gesplitst in appartementsrechten, is huurder verplicht de uit de splitsingsakte, statuten en reglementen voortvloeiende voorschriften over het gebruik in acht te nemen, waaronder besluiten van de Vereniging van Eigenaars, behalve voor zover die in strijd zijn met het (semi-)dwingend recht. Verhuurder verplicht zich deze zo spoedig mogelijk ter kennis van huurder te brengen.
14.3.
Indien mocht blijken dat huurder voor/bij het aangaan van de huurovereenkomst aan verhuurder onjuiste of onvolledige informatie heeft verstrekt danwel ter zake het aangaan van de huurovereenkomst anderszins frauduleus heeft gehandeld, kan verhuurder de overeenkomst per direct beëindigen en zal huurder het gehuurde per direct moeten verlaten zonder dat huurder recht zal hebben op enige vorm van schadevergoeding.
14.4.
Ingeval huurder in strijd handelt met enige bepaling uit de huurovereenkomst en de daarvan deel uitmakende Algemene Voorwaarden, is huurder, voor zover in de huurovereenkomst of deze Algemene Voorwaarden niet een specifieke boetebepaling is opgenomen, per kalenderdag dat de
overtreding voortduurt aan verhuurder een direct opeisbare boete van € 25,-- verschuldigd, onverminderd het recht van verhuurder om nakoming danwel ontbinding wegens wanprestatie, alsmede schadevergoeding, voor zover die de boete overstijgt, te vorderen. Verder dient huurder alle door of vanwege de overtreding verkregen inkomsten aan verhuurder af te dragen.
Aldus vastgesteld,
Xxx Xxxx, 0 februari 2013