HANDELSVOORRAADVERZEKERING VOOR WATERSPORTBEDRIJVEN
HANDELSVOORRAADVERZEKERING VOOR WATERSPORTBEDRIJVEN
polisvoorwaarden HVW2009
HOOFDSTUK 1 – definities en nadere bepalingen
pagina
1.1 VERZEKERINGNEMER 1
1.2 VERZEKERDE 1
1.3 VERZEKERAAR 1
1.4 DERDE 1
1.5 ONZEKER VOORVAL 1
1.6 VERZEKERINGSOVEREENKOMST 1
1.7 XXXXXXXXXXXXXXX 0
1.8 SCHEEPSUITRUSTING 2
1.9 INBOEDEL 2
1.10 MOTOR 2
1.11 DAGWAARDE 2
1.12 VERZEKERDE BEDRAGEN 2
1.13 EIGEN RISICO 2
1.14 SCHADEOORZAAK 2
1.15 VAN BUITEN KOMENDE SCHADEOORZAAK 2
1.16 VAN BINNEN KOMENDE SCHADEOORZAAK 2
1.17 SCHADE 2
1.18 ZORGPLICHT 2
1.19 VERBETERING 3
1.20 REGISTER VERMISTE VOERTUIGEN 3
1.21 CORRESPONDENTIE 3
HOOFDSTUK 2 – dekking
2.1 OMVANG VAN DE DEKKING 3
2.2 VERZEKERINGSGEBIED 3
2.3 VAARTUIG EN INBOEDEL 3
2.4 WETTELIJKE AANSPRAKELIJKHEID 3
2.5 BIJKOMENDE KOSTEN 4
2.6 UITSLUITINGEN 4
2.7 TERRORISME 4
HOOFDSTUK 3 – schade
3.1 VERPLICHTINGEN VAN VERZEKERDE 5
3.2 SCHADEREGELING 5
3.3 SCHADEVERGOEDING 5
3.4 VERVAL VAN RECHTEN 6
3.5 VERJARING 6
HOOFDSTUK 4 – premie
4.1 PREMIEBETALING 6
4.2 PREMIERESTITUTIE 6
HOOFDSTUK 5 – duur en wijziging van de verzekeringsovereenkomst
5.1 AANVANG 6
5.2 SCHORSING BIJ VERKOOP 6
5.3 HERZIENING TARIEVEN en/of VOORWAARDEN 6
5.4 INSPECTIE 7
5.5 EINDE 7
HOOFDSTUK 1 – definities en nadere bepalingen
1.1 VERZEKERINGNEMER
De natuurlijke of rechtspersoon die als wederpartij van verzekeraar de verzekeringsovereenkomst is aangegaan en daarmee zijn financieel belang bij de handelsvoorraad verzekert.
1.2 VERZEKERDE
1.2.1 Verzekeringnemer en diens personeel;
1.2.2 de bij verzekeringnemer inwonende gezinsleden;
1.2.3 degene die een vaartuig uit de handelsvoorraad met toestemming van verzekeringnemer gebruikt.
1.3 VERZEKERAAR
Kuiper Assuradeuren BV, onderdeel van Kuiper Verzekeringen BV, optredend als gevolmachtigde van de in de polis genoemde risicodragende verzekeringsmaatschappijen.
1.4 DERDE
Een andere partij dan verzekerde of verzekeraar.
1.5 ONZEKER VOORVAL
Een gebeurtenis waarvan het ten tijde van het schadegeval voor partijen onzeker was dat daaruit reeds schade was ontstaan of dat daaruit naar de normale loop van omstandigheden nog schade zou ontstaan.
1.6 VERZEKERINGSOVEREENKOMST
1.6.1 Wettelijke definitie
De wettelijke definitie van een verzekeringsovereenkomst is vastgelegd in art. 7:925 Burgerlijk Wetboek (BW).
1.6.2 Grondslag
De grondslag van de verzekering is het originele door verzekeringnemer ondertekende aanvraagformulier tezamen met de direct of later door of namens hem gedane mededelingen en verklaringen. De op basis hiervan door verzekeraar opgemaakte polis en andere ondertekende documenten of mededelingen worden aan het bij verzekeraar bekende laatste adres van verzekeringnemer gezonden en geven de inhoud van deze overeenkomst weer.
1.6.3 Polis
De polis bestaat uit het door verzekeraar afgegeven polisblad met bijbehorende polisvoorwaarden en eventuele polisaanhangsels en/of vervolgbladen met clausules.
1.6.4 Persoonsgegevens
Ten behoeve van het aangaan, wijzigen en uitvoeren van verzekeringsovereenkomsten en/of financiële diensten, het beheren van daaruit voortvloeiende relaties en het voorkomen en bestrijden van fraude vraagt verzekeraar om persoonsgegevens. Deze gegevens kunnen eveneens worden aangewend voor het maken van statistische analyses, voor het voeren van marketingactiviteiten en voor het kunnen voldoen aan wettelijke verplichtingen.
Op de verwerking van persoonsgegevens is de “Gedragscode Verwerking Persoonsgegevens Financiële Instellingen” van toepassing. De volledige tekst van deze gedragscode is op te vragen bij het Verbond van Verzekeraars (Postbus 93450, 2509 AL DEN HAAG, telefoon 070 - 333 85 00) of te raadplegen via hun website xxx.xxxxxxxxxxxx.xx.
In verband met een verantwoord acceptatiebeleid kan verzekeraar bij de Stichting CIS te Zeist informatie inwinnen over een verzekerde. Doel hiervan is risico’s te beheersen en fraude tegen te gaan. Het privacyreglement van de Stichting CIS is van toepassing, zie xxx.xxxxxxxxxxxx.xx.
1.6.5 Klachten
Klachten en geschillen die betrekking hebben op de bemiddeling, totstandkoming en uitvoering van deze overeenkomst kunnen eerst worden voorgelegd aan de klachtencoördinator van Kuiper Verzekeringen BV. Is verzekeringnemer niet tevreden met diens standpunt, dan kan hij zich wenden tot het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening, Xxxxxxx 00000, 0000 XX XXX XXXX, telefoon 0900 - 355 22 48, xxx.xxxxx.xx.
1.6.6 Bevoegde rechter
Indien verzekeringnemer geen gebruik wil maken van de in 1.6.5 genoemde mogelijkheden of wanneer hij de behandeling van zijn klacht nog niet bevredigend vindt, kan hij het geschil voorleggen aan een bevoegde rechter in Nederland.
1.6.7 Toepasselijk recht
Op deze verzekeringsovereenkomst is het Nederlands recht van toepassing.
1.7 HANDELSVOORRAAD
Voor de handel bestemde vaartuigen - inclusief de daarbij behorende scheepsuitrusting en inboedel, motoren, onderdelen en accessoires - welke gedurende de looptijd van deze verzekering op grond van eigendom of consignatie voor rekening en risico van verzekeringnemer zijn.
Een volledig afgebouwd schip dat voor eigen rekening van verzekeringnemer is gebouwd, wordt als handelsvoorraad beschouwd. Onder een volledig afgebouwd schip wordt verstaan een schip dat nog niet is overgedragen, maar wel is opgeleverd nadat alle werkzaamheden e/o reparaties e/o modificaties hebben plaatsgevonden. Zie ook onderstaande opmerking.
Een in aanbouw zijnd schip respectievelijk een deel hiervan, al dan niet in opdracht gebouwd, wordt niet tot de handelsvoorraad gerekend.
Opmerking: ligt het tijdstip van overdracht van een volledig afgebouwd schip later dan de datum van oplevering ervan en doet zich in deze periode een schade voor, dan zal deze verzekering binnen de grenzen van de voorwaarden slechts aanvullend zijn en zal slechts dekking worden verleend voor het eventuele meerdere dat niet is gedekt onder een andere verzekeringsovereenkomst.
1.8 SCHEEPSUITRUSTING
Alle zaken die uit hoofde van hun bestemming specifiek bij een vaartuig behoren en/of een goed gebruik van dat vaartuig mogelijk maken. Bijvoorbeeld: nautische en elektronische apparatuur en overige navigatiehulpmiddelen, zeilen, reddings- en veiligheidsmiddelen, volgboot, scheepsstoffering, specifieke zeilkleding, waterkaarten en gidsen, vast ingebouwde audiovisuele apparatuur, boegschroefinstallatie, generatorset, handgereedschap, landvasten, stootwillen en dergelijke.
Opmerking: scheepsuitrusting wordt als onderdeel van een vaartuig beschouwd; de waarde ervan wordt dan ook geacht te zijn begrepen in het in de polis vermelde verzekerde bedrag voor “handelsvoorraad”.
1.9 INBOEDEL
Uitsluitend de standaard inboedel (bijv. kommaliewant) is verzekerd tot maximaal 10% van de waarde van een vaartuig.
1.10 MOTOR
De tot de mechanische voortstuwing van een vaartuig dienende installatie(s) met toebehoren zoals omkeerinrichting, schroefas, schroef, uitlaat- en koelsysteem, elektrisch systeem, motorbediening en instrumentenpaneel.
1.11 DAGWAARDE
Als dagwaarde van nieuwe vaartuigen geldt de kostprijs op het moment onmiddellijk voorafgaande aan de schadeveroorzakende gebeurtenis, onder aftrek van eventuele kortingen, provisies e.d. en verhoogd met eventuele bijkomende kosten tot op het terrein van verzekerde. Voor gebruikte en overjarige vaartuigen geldt als dagwaarde het naar objectieve maatstaven vast te stellen bedrag, benodigd om een naar leeftijd, soort, kwaliteit, uitrusting en staat van onderhoud gelijkwaardig vaartuig of enig onderdeel daarvan in te kopen.
1.12 VERZEKERDE BEDRAGEN
De in de polis vermelde verzekerde bedragen vormen de maximale verplichtingen van verzekeraar. Zij bewijzen echter niet de dagwaarde van de verzekerde zaken.
1.13 EIGEN RISICO
Een eigen risico is het niet verzekerde gedeelte van een schade. Het in de polis vermelde eigen risico wordt dan ook per schadegebeurtenis en ongeacht de schuldvraag (zie ook 2.5.9) ingehouden op de schadevergoeding, doch niet op vergoeding uit hoofde van wettelijke aansprakelijkheid.
1.14 SCHADEOORZAAK
De rechtens relevante oorzaak van een bepaalde schade. Een schadeoorzaak is “van buiten komend” (zie 1.15) of “van binnen komend” (zie 1.16).
1.15 VAN BUITEN KOMENDE SCHADEOORZAAK
Een buiten de verzekerde zaak zelf gelegen, plotseling, onvoorzien optredende schadeoorzaak.
1.16 VAN BINNEN KOMENDE SCHADEOORZAAK
Artikel 7:951 BW EIGEN GEBREK luidt: “De verzekeraar vergoedt geen schade aan een verzekerde zaak indien die is veroorzaakt door de aard of een gebrek van die zaak.” Verzekeraar onderscheidt twee ‘soorten’ gebreken:
1.16.1 een gebrek dat voortvloeit uit de aard van de verzekerde zaak. Hierbij is sprake van een in meer of mindere mate te verwachten geleidelijk proces zoals: slijtage, veroudering, verrotting, verwering, verharding, verkleuring, licht- en vochtinwerking, delaminatie, osmose, (galvanische) corrosie, elektrolyse, vervuiling, dichtslibbing, uitdroging, materiaalmoeheid;
1.16.2 een ongunstige of minderwaardige eigenschap van de verzekerde zaak welke zaken van dezelfde soort niet behoren te bezitten, zoals een verborgen gebrek en/of een materiaal-, constructie- of ontwerpfout.
Opmerking: in deze voorwaarden wordt het niet-dwingende wetsartikel 7:951 BW gedeeltelijk terzijde gesteld. Het opheffen of verbeteren van zowel onder 1.16.1 als onder 1.16.2 bedoelde gebreken zelf blijft echter níet verzekerd (zie 2.6.4).
1.17 SCHADE
1.17.1 Reparatiekosten
De kosten die gemaakt moeten worden om een vaartuig (zie 1.7) of enig onderdeel daarvan bij gedeeltelijke beschadiging technisch verantwoord weer in de staat te brengen waarin het op het moment onmiddellijk voor de schadegebeurtenis verkeerde. Hieronder zijn bijvoorbeeld begrepen: hellingkosten, vervangingskosten van onderdelen, materialen, kosten van demontage en montage, overige arbeidslonen.
1.17.2 Totaal verlies
Een onder 1.7 begrepen verzekerde zaak of enig onderdeel daarvan wordt als totaal verloren beschouwd indien de reparatiekosten daaraan meer bedragen dan de dagwaarde van de betreffende zaak onmiddellijk voor de schadegebeurtenis minus de restantwaarde (ook al is reparatie uit technisch oogpunt nog wel mogelijk), wanneer deze zaak is tenietgegaan of buiten de macht van verzekerde is geraakt en herkrijging niet is te verwachten.
1.17.3 Wettelijke aansprakelijkheid
Een uit de wet voortvloeiende verplichting tot schadevergoeding aan derden wegens een toerekenbare tekortkoming van een verzekerde in diens hoedanigheid als eigenaar of gebruiker te goeder trouw van het verzekerde vaartuig.
1.18 ZORGPLICHT
Zorgplicht is de op verzekerde rustende verplichting tot het betrachten van normale voorzichtigheid en het als goed huisvader nemen van alle in redelijkheid van hem te verlangen maatregelen ter voorkoming of beperking van schade. Voldoet verzekerde niet aan deze zorgplicht, dan is er sprake van onvoldoende zorg (slecht huisvaderschap).
Wordt een vaartuig op een trailer gestald, dan dient de trailer te zijn beveiligd door een wielklem én een disselslot (beide door SCM goedgekeurd), tenzij er één of - bij tandemassers - meer wielen zijn verwijderd.
1.19 VERBETERING
Hiervan is sprake wanneer een verzekerde door reparatie, oppervlaktebewerking of vervanging van verzekerde zaken in een duidelijk voordeliger positie geraakt dan die waarin hij onmiddellijk voor de schadegebeurtenis verkeerde.
1.20 REGISTER VERMISTE VAARTUIGEN
Verzekeraar zal diefstal, vermissing of verduistering van het vaartuig laten opnemen in een of meer registers van vermiste vaartuigen.
1.21 CORRESPONDENTIE
Schriftelijk verkeer tussen verzekeraar en verzekerde mag ook per fax of per e-mail geschieden. Van aanvraagformulieren alsmede van eventuele schadeformulieren, reparatienota’s en dergelijke dient verzekeraar echter de originele exemplaren te ontvangen.
HOOFDSTUK 2 – dekking
Als primaire voorwaarde voor het bestaan van polisdekking geldt dat een schade het gevolg is van een “onzeker voorval”. Hiermee beantwoordt deze overeenkomst aan het vereiste van “onzekerheid” als bedoeld in artikel 7:925 BW.
2.1 OMVANG VAN DE DEKKING
Gedurende de looptijd van deze verzekering verleent verzekeraar dekking voor schaden welke door een onzeker voorval (zie 1.5) zijn veroorzaakt of ontstaan tijdens het normale gebruik zoals dat naar algemene opvattingen van een vaartuig kan worden gemaakt. Hieronder is bijvoorbeeld mede te verstaan:
- het maken van proefvaarten door of onder toezicht van verzekerde;
- transporteren over land per onverschillig welk hiervoor geschikt middel van vervoer (inclusief op- en afladen) in het kader van aflevering van een vaartuig aan een koper. Het transporteren van een vaartuig per schip is niet verzekerd;
- hellingen;
- winterberging te land of te water inclusief het transport over land of de vaart op eigen kiel naar en van die winterberging;
- de vaart op eigen kiel naar en van een tentoonstelling te water, alsmede het verblijf op die tentoonstelling;
- privégebruik door een onder 1.2.1 en 1.2.2 begrepen verzekerde;
- verrichten van werkzaamheden in het kader van onderhoud en reparatie.
Ten aanzien van een volledig afgebouwd schip (zie 1.7) wordt het volgende nader bepaald: ligt het tijdstip van overdracht later dan de datum van oplevering ervan en doet zich in deze periode een schade voor, dan zal deze verzekering binnen de grenzen van de voorwaarden slechts aanvullend zijn en zal slechts dekking worden verleend voor het eventuele meerdere dat niet is gedekt onder een andere verzekeringsovereenkomst.
2.2 VERZEKERINGSGEBIED
Europa tot 35º OL en voor zeewaardige vaartuigen binnen dit gebied ook tot 10 mijl uit de kust.
2.3 VAARTUIG EN INBOEDEL
Mits niet in 2.6 uitgesloten, is gedurende de looptijd van deze verzekering gedekt materiële schade aan een vaartuig ontstaan ten gevolge van
2.3.1 een van buiten komende schadeoorzaak (zie 1.15);
2.3.2 een gebrek zoals bedoeld onder 1.16.2;
2.3.3 brand, explosie en zelfontbranding (met terzijdestelling van art. 7:951 BW; zie 1.16) alsmede inslag- of inductieschade door onweer;
2.3.4 diefstal of poging daartoe, vermissing, verduistering, vandalisme en joy-varen.
2.3.5 Voor scheepsuitrusting geldt de onder 2.3.4 genoemde dekking ook gedurende de tijd dat deze tijdelijk elders in deugdelijk afgesloten ruimten is opgeslagen alsmede gedurende het transporteren ervan.
Ten aanzien van inboedel wordt nader bepaald dat
2.3.6 schade uitsluitend is gedekt wanneer deze het gevolg is van een aan een vaartuig overkomen gedekte gebeurtenis of wanneer deze zich voordoet tijdens transport van en naar het vaartuig;
2.3.7 schade door een in 2.3.4 genoemde oorzaak alleen is gedekt na braak of verbreking;
2.4 WETTELIJKE AANSPRAKELIJKHEID
2.4.1 Voor alle onder 1.2 genoemde verzekerden tezamen is per gebeurtenis maximaal het in de polis genoemde bedrag gedekt voor de door een toerekenbare tekortkoming (schuld) van verzekerde met of door een vaartuig aan derden toegebrachte zaak- en/of personenschade, mits deze schade niet wordt toegebracht tijdens het transport van het vaartuig middels een motorrijtuig.
2.4.2 Voor alle onder 1.2 genoemde verzekerden tezamen is per gebeurtenis maximaal het in de polis genoemde bedrag gedekt voor de door een toerekenbare tekortkoming (schuld) van verzekerde met of door een vaartuig aan andere verzekerden toegebrachte personenschade. Deze dekking geldt niet jegens betalende gasten en evenmin jegens verzekerden die zich niet aan boord bevinden (waterskiërs, parasailers e.d.).
2.4.3 Indien wettelijke bepalingen de aansprakelijkheid beperken tot een lager bedrag dan de toegebrachte schade, wordt vergoeding verleend tot aan dat wettelijke maximum.
2.5 BIJKOMENDE KOSTEN
Is een schade onder deze polis gedekt, dan worden de in dit artikel genoemde extra kosten en/of diensten eveneens vergoed, ongeacht of alsdan het verzekerde bedrag wordt overschreden. Wanneer er geen sprake is van een acute noodsituatie, dient over de noodzaak van de eventueel te maken kosten eerst overleg te worden gepleegd met verzekeraar of met diens expert.
2.5.1 Redelijkerwijs te maken bereddingskosten die tot voorkoming, stabilisering of vermindering van dreigende of reeds opgetreden schade kunnen leiden alsmede eventuele schade aan zaken die daarbij worden ingezet (artikel 7:957 BW).
2.5.2 Kosten van vervoer van een vaartuig naar de dichtstbijzijnde plaats waar de schade kan worden hersteld, echter uitsluitend voor zover het deze reis niet op eigen kracht kan volbrengen, alsmede de kosten van bewaking en stalling.
2.5.3 Sleep- en hulplonen.
2.5.4 Lichtings- en opruimingskosten, voor zover verzekerde na zinken of stranden van een vaartuig tot lichten of opruimen verplicht is.
2.5.5 Indien een overheid het stellen van een geldelijke zekerheid ter waarborging van de rechten van benadeelden (cautiestelling) verlangt, zal verzekeraar deze zekerheid verschaffen tot een bedrag van € 25.000,-. Verzekerde is verplicht verzekeraar te machtigen over de zekerheid te beschikken zodra deze weer wordt vrijgegeven.
2.5.6 Kosten van verweer in een civiele procedure tegen al dan niet gegronde aanspraken, alsmede kosten van juridische bijstand in een tegen verzekerde aangespannen strafrechtelijke procedure, niet zijnde een procedure in verband met een opzetdelict. Met een strafproces samenhangende gerechtskosten en boetes worden niet vergoed.
2.5.7 Bij schade aan een vaartuig waarvoor een derde aansprakelijk is, zal verzekeraar het op de schadevergoeding in te houden eigen risico uit oogpunt van service trachten te verhalen op deze derde, mits de te voeren verhaalsactie een redelijke kans van slagen biedt en geen onevenredig hoge kosten met zich meebrengt. Hiervoor zal dan ook geen civiele procedure worden gevoerd.
2.6 UITSLUITINGEN
Van de dekking is uitgesloten schade
2.6.1 veroorzaakt of ontstaan door opzet of roekeloosheid van verzekerde (art. 7:952 BW);
2.6.2 welke zich tijdens een in 4.1 omschreven periode van schorsing heeft voorgedaan;
2.6.3 door onvoldoende zorg (zie 1.18);
2.6.4 bestaande uit de kosten wegens opheffen van een gebrek (zie 1.16). Onder opheffen wordt ook verstaan het
vervangen van de zaak welke een in 1.16 bedoeld gebrek vertoont;
2.6.5 ten gevolge van een gebrek dat voortvloeit uit de aard van de verzekerde zaak (zie 1.16.1);
2.6.6 aan de motor welke ouder is dan 60 maanden indien deze schade het gevolg is van een onder 1.16.2 bedoeld gebrek in of van de motor zelf;
2.6.7 ontstaan door bevriezing, tenzij verzekerde aantoont dat de schade niet door redelijke voorzorgsmaatregelen had kunnen worden voorkomen;
2.6.8 veroorzaakt of ontstaan terwijl een vaartuig wordt gebruikt of is bestemd om te worden gebruikt voor andere doeleinden dan uitsluitend voor handel (zoals verhuur, bewoning), tenzij deze andere doeleinden middels een clausule zijn meeverzekerd;
2.6.9 veroorzaakt of ontstaan terwijl een vaartuig per schip wordt getransporteerd;
2.6.10 veroorzaakt of ontstaan terwijl of doordat verzekerde een door een overheid gestelde bepaling ten aanzien van het gebruik van pleziervaartuigen niet naleeft;
2.6.11 door bodem-, water- en luchtverontreiniging, tenzij de inwerking daarvan op een vaartuig werd ingezet door een plotselinge hevige uiting van verontreiniging en verzekerde de gevolgen daarvan redelijkerwijs niet kon voorkomen;
2.6.12 welke verzekerde ook kan verhalen op enige andere verzekering of voorziening (zoals bijvoorbeeld garantie);
2.6.13 veroorzaakt door, optredende bij of voortvloeiende uit atoomkernreactie, onverschillig hoe de reactie is ontstaan. Onder atoomkernreactie is te verstaan iedere kernreactie waarbij energie vrijkomt, zoals kernfusie, kernsplijting, kunstmatige en natuurlijke radioactiviteit;
2.6.14 veroorzaakt of ontstaan uit gewapend conflict, burgeroorlog, opstand, binnenlandse onlusten, oproer en muiterij. Deze zes genoemde vormen van molest, alsmede de definities daarvan, vormen een onderdeel van de tekst die door het Verbond van Verzekeraars in Nederland op 2 november 1981 ter griffie van de Arrondissements- rechtbank te Den Haag is gedeponeerd. Genoemde definities maken deel uit van deze polis;
2.6.15 veroorzaakt door, opgetreden tijdens of bestaande uit inbeslagname van een vaartuig door of namens een overheid, indien deze inbeslagname verband houdt met het door verzekerde voor een misdrijf gebruiken van een vaartuig;
2.6.16 welke immaterieel is, zoals bijvoorbeeld kleur- of glansverschil en overige ‘cosmetische verschijnselen’;
2.6.17 welke indirect is, zoals bijvoorbeeld waardevermindering en het - tijdelijk - niet ter verkoop kunnen aanbieden van een vaartuig als gevolg van een schade;
2.6.18 bestaande uit extra kosten ten gevolge van het niet meer leverbaar zijn van bepaalde onderdelen. In dit geval wordt schade vergoed op basis van de laatst bekende prijs van het betreffende onderdeel of op basis van de geschatte kosten welke zouden zijn ontstaan indien het onderdeel nog wel leverbaar was.
2.7 TERRORISME
Voor schade als gevolg van terrorisme, kwaadwillige besmetting en/of preventieve maatregelen en handelingen of gedragingen ter voorbereiding daarvan, hierna zowel gezamenlijk als afzonderlijk te noemen het “terrorismerisico”, is de schadevergoeding/dekking beperkt tot de uitkering zoals omschreven in het Clausuleblad Terrorismedekking bij de Nederlandse Herverzekeringsmaatschappij voor Terrorismeschaden N.V. De afwikkeling van een schademelding op grond van het terrorismerisico geschiedt overeenkomstig het Protocol afwikkeling claims van deze herverzekeraar.
Opmerking: het Clausuleblad Terrorismedekking en het bijbehorende protocol zijn op 6 januari 2005 respectievelijk 12 juni 2003 gedeponeerd bij de Rechtbank te Amsterdam onder nummer 6/2005 respectievelijk 79/2003.
HOOFDSTUK 3 – schade
3.1 VERPLICHTINGEN VAN VERZEKERDE
Verzekerde is gehouden
3.1.1 binnen redelijke grenzen alle maatregelen te nemen die tot voorkoming of vermindering van schade kunnen leiden (artikel 7:957 BW);
3.1.2 schade welke hij onder deze verzekering wenst te verhalen zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk is na het ontstaan ervan of het bekend worden ermee aan verzekeraar te melden (artikel 7:941 lid 1 BW);
3.1.3 binnen redelijke termijn alle inlichtingen en bescheiden te verschaffen die voor de verzekeraar van belang zijn om zijn uitkeringsplicht te beoordelen (artikel 7:941 lid 2 BW);
3.1.4 de belangen van verzekeraar in acht te nemen en zich te onthouden van elke gedraging die aan het recht van de verzekeraar tegen derden afbreuk doet (artikel 7:962 lid 1 BW). Van benadeling is echter geen sprake bij een terechte erkenning van aansprakelijkheid of bij een erkenning van louter feiten;
3.1.5 alvorens met reparatie aan te vangen verzekeraar in staat te stellen expertise te (laten) verrichten en hieraan alle medewerking te verlenen;
3.1.6 van diefstal, vermissing, verduistering, vandalisme of kwaadwillige beschadiging terstond aangifte te doen bij de politie;
3.1.7 vóór schadevergoeding wegens diefstal, vermissing of verduistering de eigendomsrechten van deze verzekerde zaak/zaken aan verzekeraar over te dragen door ondertekening van een daartoe bestemde akte.
3.2 SCHADEREGELING
3.2.1 Verzekeraar beoordeelt of zijn schadevergoedingsplicht kan worden vastgesteld aan de hand van nota’s of andere bewijsmiddelen. Eventueel zal hij voor zijn rekening een onafhankelijke expert benoemen, wiens taak het dan is de oorzaak, de toedracht en de omvang van de schade vast te stellen. Verzekeraar toetst de inhoud van het expertiserapport vervolgens aan de in de polis omschreven dekking.
3.2.2 Bij verschil van mening heeft verzekeringnemer het recht om een eveneens onafhankelijke contra-expert naar eigen keuze te benoemen, wiens kosten worden gedragen door de in het ongelijk gestelde partij. Verzekeraar zal hiervoor echter ten hoogste het hem door de in 3.2.1 genoemde expert berekende bedrag vergoeden. Voordat de contra-expert zijn werkzaamheden aanvangt, dient hij tezamen met de door verzekeraar benoemde expert een derde deskundige aan te wijzen, wiens kosten ten laste van verzekeraar komen. Kan over de keuze van deze derde deskundige geen overeenstemming worden bereikt, dan heeft verzekeraar hierin de beslissende stem. Het oordeel van de derde deskundige is bindend indien en voor zover hij beide experts deugdelijk heeft gehoord dan wel daartoe deugdelijk heeft opgeroepen. Houden beide experts een blijvend meningsverschil over de omvang van de schade, dient de derde deskundige deze schade binnen de grenzen van de door hen genoemde bedragen vast te stellen.
3.2.3 Verzekeraar heeft het recht benadeelde derden alsmede hulpverleners rechtstreeks schadeloos te stellen, naar eigen inzicht schikkingen met hen te treffen en (mede-) expertise te verrichten.
3.2.4 De verzekerde zaken kunnen niet aan verzekeraar worden geabandonneerd (in eigendom overgedragen), behoudens in gevallen als in 3.1.7 genoemd.
3.2.5 Tenzij met verzekeraar of met de door hem benoemde expert anders is overeengekomen, worden reparatiekosten slechts vergoed nadat de reparatie overeenkomstig het advies van de expert is uitgevoerd en/of de originele nota’s aan verzekeraar zijn overgelegd.
3.2.6 Vergoeding van schade wegens totaal verlies van een vaartuig geschiedt binnen 30 dagen nadat de dagwaarde en de restantwaarde ervan zijn vastgesteld, eventueel overig onderzoek is afgerond en verzekeraar zijn verplichting tot schadevergoeding heeft erkend.
3.2.7 In geval van diefstal, vermissing of verduistering heeft verzekeraar het recht om gedurende een termijn van 60 dagen na de aangifte door verzekeringnemer bij de politie het resultaat van de opsporingswerkzaamheden af te wachten alvorens tot afwikkeling over te gaan.
3.2.8 Verzekeraar doet geen beroep op eventuele onderverzekering.
3.2.9 Het in behandeling nemen van een schadeclaim, een eventueel verzoek van verzekeraar of expert om bepaalde onderdelen voor nader onderzoek te (laten) demonteren dan wel het verlenen van toestemming tot reparatie, houden op zichzelf niet in dat de schade is gedekt.
3.3 SCHADEVERGOEDING
3.3.1 Totaal verlies
Schade aan een vaartuig, waaronder wordt verstaan elke in 1.7 bedoelde zaak of enig onderdeel daarvan, door totaal verlies wordt vergoed op basis van dagwaarde minus restantwaarde.
3.3.2 Gedeeltelijke schade
3.3.2.1 Schade aan een vaartuig dat niet ouder is dan 120 maanden wordt, behoudens het in 3.3.2.3 gestelde, vergoed op basis van reparatiekosten zonder aftrek wegens verbetering.
3.3.2.2 Schade aan een vaartuig dat ouder is dan 120 maanden wordt vergoed op basis van reparatiekosten. Levert reparatie of vervanging een verbetering op, dan wordt een reële aftrek of afschrijving toegepast.
3.3.2.3 Schade aan benzinemotoren ouder dan 36 maanden, tuigage, dekkleden, buiskappen, cabrioletkappen, verfsystemen, gelcoats, boottrailers en opblaasbare/opvouwbare vaartuigen wordt vergoed op basis van reparatie- of vervangingskosten minus een reëel aftrek- of afschrijvingspercentage.
3.3.3 Inboedel
Schade aan de inboedel wordt vergoed op basis van nieuwwaarde, tenzij de dagwaarde lager is dan 40% van deze nieuwwaarde. Alsdan vindt vergoeding plaats op basis van dagwaarde. In beide gevallen wordt eventuele restantwaarde in mindering gebracht.
Opmerking: BTW wordt uitsluitend als schade in de zin van deze polisvoorwaarden beschouwd, indien en voor zover verzekerde geen recht heeft op vooraftrek.
3.4 VERVAL VAN RECHTEN
Recht op vergoeding vervalt indien
3.4.1 verzekerde een of meer van de in de polis genoemde verplichtingen niet is nagekomen, tenzij hem dit in redelijkheid niet kan worden verweten en/of verzekeraar daardoor niet in een redelijk belang is geschaad;
3.4.2 verzekerde de in 3.1.2 en 3.1.3 genoemde verplichtingen niet is nagekomen met de opzet verzekeraar te misleiden, behoudens voor zover deze misleiding het verval van rechten niet rechtvaardigt.
3.5 VERJARING
Ten aanzien van de termijnen voor het instellen van een vordering en de termijn na het afwijzen van een aanspraak gelden de bepalingen van artikel 7.942 BW. In afwijking van dit artikel geldt echter voor een schriftelijk door verzekeraar afgewezen aanspraak een verjaringstermijn van 12 maanden in plaats van de wettelijke termijn van 6 maanden.
HOOFDSTUK 4 – premie
4.1 PREMIEBETALING
Onderstaande bepalingen voldoen aan de in artikel 7:934 BW gestelde eisen.
4.1.1 De premie voor de eerste termijn vanaf de ingangsdatum van de verzekering wordt “aanvangspremie” genoemd. Hieronder wordt mede verstaan de premie in verband met een tussentijdse wijziging. Wanneer verzekeraar de aanvangspremie inclusief kosten en assurantiebelasting niet binnen 30 dagen na ontvangst van het betalingsverzoek op zijn rekening heeft bijgeschreven gekregen dan wel contant heeft ontvangen, wordt de dekking zonder nadere ingebrekestelling geschorst vanaf de datum van ontvangst van het betalingsverzoek.
4.1.2 De premie inclusief kosten en assurantiebelasting voor de termijnen volgend op de eerste termijn alsmede de premie voor stilzwijgende verlengingen van de verzekering wordt “vervolgpremie” genoemd.
- Wanneer verzekeraar de vervolgpremie niet binnen 14 dagen na de premievervaldatum op zijn rekening heeft bijgeschreven gekregen dan wel contant heeft ontvangen, wordt de dekking geschorst met ingang van de 15e dag nadat verzekeringnemer na de vervaldatum schriftelijk is aangemaand.
- Wanneer verzekeringnemer de vervolgpremie weigert te betalen, wordt geen dekking verleend voor schade welke op of na de premievervaldatum plaatsvindt.
4.1.3 Geschorste dekking wordt in kracht hersteld op de dag volgende op de dag waarop verzekeraar de premie(s) en alle kosten heeft ontvangen en geaccepteerd.
4.1.4 Verzekeringnemer blijft gehouden de jaarpremie te voldoen, ongeacht of betaling in - nog te verschijnen - termijnen geschiedt.
4.2 PREMIERESTITUTIE
Restitutie van premie over een onverstreken termijn vindt onder verrekening van administratiekosten plaats bij beëindiging van de overeenkomst na
4.2.1 afloop van 24 maanden schorsing zonder dat een of meer andere vaartuigen ter verzekering zijn aangeboden (zie 5.2);
4.2.2 opzegging door verzekeringnemer of verzekeraar na inspectie (zie 5.5.3);
4.2.3 verkoop (zie 5.5.5), mits de onverstreken termijn langer is dan 3 maanden en er in het lopende verzekeringsjaar geen schadevergoedingsplicht voor verzekeraar is ontstaan;
4.2.4 opzegging door verzekeringnemer of verzekeraar na schade (zie 5.5.7).
HOOFDSTUK 5 – duur en wijziging van de verzekeringsovereenkomst
5.1 AANVANG
5.1.1 De overeenkomst vangt aan te 00.00 uur van de in de polis vermelde ingangsdatum, tenzij de overeenkomst tot stand is gekomen op basis van een ‘voorlopige dekking’. In dat geval geldt als aanvang het tijdstip waarop verzekeraar de handelsvoorraad in dekking heeft genomen.
5.1.2 Mits verzekeraar geen voorlopige dekking heeft afgegeven en de contractduur van de overeenkomst ten minste een jaar bedraagt, kan verzekeringnemer nog een beroep doen op de bij wet geregelde bedenktijd van 14 dagen, gerekend vanaf de dag dat hij de polis heeft ontvangen. Hij kan de overeenkomst dan zonder opgave van redenen ontbinden, in welk geval geacht wordt dat deze niet heeft bestaan.
5.1.3 De overeenkomst is aangegaan voor een in de polis vermelde duur en wordt daarna telkens stilzwijgend verlengd met een gelijke duur. Bij ongewijzigde verlenging ontvangt verzekeringnemer alleen nota’s voor de vervolgpremie(s).
5.2 SCHORSING BIJ VERKOOP
Uitsluitend bij verkoop van de gehele handelsvoorraad kan de dekking vanaf de aantoonbare verkoopdatum maximaal 24 maanden worden geschorst in afwachting van de verkrijging van nieuwe handelsvoorraad. Eventueel resterende premie blijft voor verzekeringnemer gereserveerd. Wordt er geen andere handelsvoorraad aangeboden, dan eindigt de verzekering automatisch na afloop van deze 24 maanden.
5.3 HERZIENING TARIEVEN en/of VOORWAARDEN
Verzekeraar heeft het recht de tarieven en/of de voorwaarden en bloc te herzien en deze aanpassing(en) in te voeren. Hiervan zal schriftelijk mededeling aan verzekeringnemer worden gedaan.
5.4 INSPECTIE
Gedurende de looptijd van de verzekering heeft verzekeraar het recht om de handelsvoorraad en/of de verblijfplaats daarvan te (laten) inspecteren. Blijkt daaruit dat er sprake is van een ander soort risico dan op grond van het aanvraagformulier mocht worden verwacht, dan is verzekeraar gerechtigd een nieuw verzekeringsvoorstel te doen of de verzekering te beëindigen. Hiervan krijgt verzekeringnemer naar behoren bericht.
5.5 EINDE
Deze verzekering eindigt
5.5.1 per eerstkomende contractvervaldatum indien verzekeringnemer of verzekeraar haar uiterlijk twee maanden voor deze datum schriftelijk opzegt;
5.5.2 per datum waarop verzekeraar de in 5.3 bedoelde aanpassingen invoert, mits verzekeringnemer de verzekering binnen een maand na ontvangst van deze mededeling schriftelijk opzegt. Dit recht geldt niet indien de aanpassingen voor hem niet nadelig zijn of wanneer deze voortvloeien uit wettelijke bepalingen;
5.5.3 per datum waarop verzekeraar de verzekering overeenkomstig het in 5.4 bedoelde verzekeringsvoorstel aanpast, mits verzekeringnemer de verzekering binnen een maand na ontvangst van deze aanpassing schriftelijk opzegt;
5.5.4 twee maanden na de datum waarop verzekeraar verzekeringnemer schriftelijk te kennen heeft gegeven de verzekering op grond van de in 5.4 bedoelde risicoverzwaring niet te kunnen voortzetten;
5.5.5 per datum van verkoop of andere eigendomsovergang van de handelsvoorraad, mits verzekeringnemer schriftelijk bewijs van deze transactie overlegt;
5.5.6 zodra de gehele handelsvoorraad totaal verloren is verklaard.
5.5.7 Verzekeraar en verzekeringnemer hebben tot een maand na betaling of eventuele (gedeeltelijke) afwijzing van een schade het recht de verzekering schriftelijk op te zeggen, in welk geval de verzekering twee maanden na de datum van deze opzegging eindigt.