DOORLOPENDE TEKST van de statuten van STEDIN HOLDING N.V.
DOORLOPENDE TEKST van de statuten van
STEDIN HOLDING N.V.
gevestigd te Rotterdam,
waarin is verwerkt de akte van statutenwijziging, verleden op 8 december 2023 voor mr.
M.J.C. Xxxxxx, notaris te Amsterdam.
STATUTEN
Artikel 1. Naam en zetel.
1.1 De naam van de vennootschap is: Stedin Holding N.V.
1.2 De vennootschap heeft haar zetel te Rotterdam.
Zij kan elders, ook buiten Nederland, nevenvestigingen hebben.
1.3 Op de vennootschap is van toepassing het bepaalde in de artikelen 158 tot en met 164 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.
Artikel 2. Doel.
2.1 De vennootschap heeft ten doel:
(a) het doen houden van aandelen in een netbeheerder als bedoeld in de Elektriciteitswet en de Gaswet;
(b) het direct en indirect doen ontwerpen, engineeren, aanleggen, beheren, exploiteren, financieren, bewaken, instandhouden en onderhouden van collectie-, transport- en distributienetten, waaronder - doch niet beperkt tot
- met betrekking tot elektriciteit, gas, water en stoom, al dan niet ten behoeve van het gebruik van met die netten door derden verbonden zaken, en van (op die netten aangesloten) apparatuur, waaronder meetinrichtingen, en van aanverwante activiteiten, alles zowel binnen als buiten gebouwen;
(c) het direct en indirect doen collecteren, transporteren en distribueren van - doch niet beperkt tot – elektriciteit, gas, data, vloeistoffen, vaste stoffen en gassen;
(d) het direct en indirect doen verrichten van ondersteunende taken en (administratieve) diensten op de hiervoor genoemde gebieden;
(e) het oprichten van, het op enigerlei wijze deelnemen in, het besturen van en het toezicht houden op ondernemingen en vennootschappen;
(f) het verstrekken van adviezen en het verlenen van diensten aan ondernemingen en vennootschappen waarmee de vennootschap in een groep is verbonden en aan derden;
(g) het verkrijgen, beheren, exploiteren, bezwaren en vervreemden van goederen - rechten van intellectuele eigendom daaronder begrepen -, zomede het beleggen van vermogen;
(h) het ter leen verstrekken of doen verstrekken van gelden, in het bijzonder - doch niet uitsluitend - aan dochtermaatschappijen, groepsmaatschappijen en/of deelnemingen van de vennootschap, zomede het ter leen opnemen of doen opnemen van gelden;
(i) het verstrekken van garanties, het verbinden van de vennootschap en het bezwaren van activa van de vennootschap ten behoeve van ondernemingen en vennootschappen waarmee de vennootschap in een groep is verbonden
en ten behoeve van derden,
en al hetgeen met het vorenstaande verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn, zowel in Nederland als daarbuiten, alles in de ruimste zin van het woord, met dien verstande dat uitdrukkelijk zijn uitgesloten handelingen of activiteiten die strijdig zijn met het belang van het beheer van elektriciteitsnetten en gasnetten en activiteiten die niet zijn toegestaan op grond van de Elektriciteitswet en de Gaswet.
2.2 Bij het nastreven van het doel zal door de vennootschap in het kader van de openbare voorzieningen en met het oog op het bevorderen van het algemeen belang, bijzondere aandacht worden besteed aan de duurzame ontwikkeling van de samenleving en, binnen het kader van een evenwichtig beleid, rekening worden gehouden met de belangen van de aandeelhouders, klanten en medewerkers.
Artikel 3. Maatschappelijk kapitaal.
Het maatschappelijk kapitaal van de vennootschap bedraagt twee miljard tweehonderd euro (EUR 2.000.000.200,00) en is verdeeld in:
(i) vijftien miljoen (15.000.000) gewone aandelen met een nominale waarde van éénhonderd euro (EUR 100,00) elk;
(ii) vijf miljoen (5.000.000) cumulatief preferente aandelen met een nominale waarde van éénhonderd euro (EUR 100,00) elk;
(iii) één (1) aandeel N1 met een nominale waarde van éénhonderd euro (EUR 100,00); en
(iv) één (1) aandeel N2 met een nominale waarde van éénhonderd euro (EUR 100,00).
Artikel 4. Begripsbepalingen.
4.1 In deze statuten wordt verstaan onder:
(a) aandeel/aandelen: elk gewoon aandeel, elk cumulatief preferent aandeel, het aandeel N1 en het aandeel N2 in het kapitaal van de vennootschap respectievelijk de gewone aandelen, de cumulatief preferente aandelen, het aandeel N1 en het aandeel N2 in het kapitaal van de vennootschap;
(b) afhankelijke maatschappij:
(i) een rechtspersoon waaraan de vennootschap of één of meer afhankelijke maatschappijen alleen of samen voor eigen rekening ten minste de helft van het geplaatste kapitaal verschaffen;
(ii) een vennootschap waarvan een onderneming in het handelsregister is ingeschreven en waarvoor de vennootschap of een afhankelijke maatschappij als vennoten jegens derden volledig aansprakelijk is voor alle schulden;
(c) AHC: een (informeel) overlegplatform met een adviserende rol, ingesteld door de algemene vergadering en bestaande uit vertegenwoordigers van de aandeelhouders;
(d) algemene vergadering: de algemene vergadering van aandeelhouders als
orgaan van de vennootschap, alsook bijeenkomsten van dit orgaan;
(e) Bijzondere Besluitvormingsprocedure: de besluitvormingsprocedure zoals bedoeld in artikel 18.1;
(f) blokkeringsregeling: de in de statuten opgenomen bepalingen die de vrije overdraagbaarheid van aandelen beperken;
(g) Boek 2: Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek;
(h) certificaten: met medewerking van de vennootschap uitgegeven certificaten op naam van aandelen;
(i) certificaathouders: houders van met medewerking van de vennootschap uitgegeven certificaten, zomede vruchtgebruikers van aandelen, pandhouders en aandeelhouders zonder stemrecht;
(j) certificaathoudersrechten: de rechten die de wet toekent aan de onder (i) bedoelde certificaathouders, onder meer omvattende het recht te worden opgeroepen tot algemene vergaderingen, het recht die vergaderingen bij te wonen en daarin het woord te voeren;
(k) credit rating: de kredietkwaliteitstrap van de vennootschap zoals van tijd tot tijd bepaald door een kredietbeoordelingsbureau voor de vennootschap;
(l) deelneming:
(i) de vennootschap heeft een deelneming in een rechtspersoon, indien zij of één of meer van haar dochtermaatschappijen alleen of samen voor eigen rekening aan die rechtspersoon kapitaal verschaffen of doen verschaffen teneinde met die rechtspersoon duurzaam verbonden te zijn ten dienste van de eigen werkzaamheid; indien één/vijfde of meer van het geplaatste kapitaal wordt verschaft, wordt het bestaan van een deelneming vermoed;
(ii) de vennootschap heeft een deelneming in een vennootschap, indien zij of een dochtermaatschappij:
(A) daarin als vennoot jegens schuldeisers volledig aansprakelijk is voor de schulden; of
(B) daarin anderszins vennoot is teneinde met die vennootschap duurzaam verbonden te zijn ten dienste van de eigen werkzaamheid;
(m) dochtermaatschappij:
(i) een rechtspersoon waarin de vennootschap of één of meer van haar dochtermaatschappijen, al dan niet krachtens overeenkomst met andere stemgerechtigden, alleen of samen meer dan de helft van de stemrechten in de algemene vergadering kunnen uitoefenen;
(ii) een rechtspersoon waarvan de vennootschap of één of meer van haar dochtermaatschappijen lid of aandeelhouder zijn en, al dan niet
krachtens overeenkomst met andere stemgerechtigden, alleen of samen meer dan de helft van de bestuurders of van de commissarissen kunnen benoemen of ontslaan, ook indien alle stemgerechtigden stemmen.
Het hiervoor bepaalde geldt onverminderd het bepaalde in artikel 24a, leden 3 en 4, Boek 2. Met een dochtermaatschappij wordt gelijkgesteld een onder eigen naam optredende vennootschap waarin de vennootschap of één of meer dochtermaatschappijen als vennoten volledig jegens schuldeisers aansprakelijk is voor de schulden;
(n) Drempelbedrag GD: honderd miljoen euro (EUR 100.000.000);
(o) Drempelbedrag NG: vijfentwintig miljoen euro (EUR 25.000.000);
(p) Elektriciteitswet: de Elektriciteitswet 1998, gepubliceerd in Staatsblad 1998 nummer 427, zoals deze van tijd tot tijd luidt;
(q) financieel deel van het MSP: het deel van het MSP dat ten minste omvat:
(i) investeringsvolumes, uitgezet in tijd over de periode waar het MSP op ziet;
(ii) investeringsdoelstellingen;
(iii) (uitsluitend voor het niet-gereguleerde domein) rendementsdoelstellingen,
uitgesplitst, zowel voor het gereguleerde domein als voor het niet- gereguleerde domein, per type investering die wordt gehanteerd bij de periodieke informatievoorziening in het MSP en indien van toepassing andere onderdelen van het niet-gereguleerde domein;
(r) Financieringsplan: het financieringsplan van de vennootschap, zoals dat van tijd tot tijd luidt;
(s) Gaswet: de Gaswet, gepubliceerd in Staatsblad 2000 nummer 305, zoals deze van tijd tot tijd luidt;
(t) gereguleerd domein: de activiteiten als netbeheerder in de zin van de Elektriciteitswet of de Gaswet;
(u) gewone agioreserve: de agioreserve die de vennootschap aanhoudt ten behoeve van uitsluitend de houders van gewone aandelen;
(v) gewone winstreserve: de winstreserve die de vennootschap aanhoudt ten behoeve van uitsluitend de houders van gewone aandelen;
(w) groepsmaatschappij: een rechtspersoon of vennootschap, waarmee de vennootschap in een groep, als bedoeld in artikel 24b Boek 2, is verbonden;
(x) Jaarplan: het jaarplan van de vennootschap, zoals dat van tijd tot tijd luidt;
(y) jaarrekening: de balans en de winst- en verliesrekening met de toelichting;
(z) Kapitaalbehoefte: de behoefte van de vennootschap aan eigen vermogen om de Minimale Credit Rating te behouden;
(aa) kredietbeoordelingsbureau: een bureau dat kredietbeoordelingen opstelt, waaronder voor doeleinden van deze statuten enkel begrepen Fitch, Moody's en Standard & Poor's Rating Services;
(bb) Lange Termijn Investeringsplan: het jaarlijks door de raad van bestuur vast te stellen investeringsplan dat een prognose omvat van de te verwachten investeringen met een horizon van tien (10) jaar en de aan die investeringen ten grondslag liggende strategische overwegingen, zoals dat van tijd tot tijd luidt;
(cc) majeure politieke gevoeligheden: aangelegenheden die:
(i) op basis van overleg met de AHC naar het oordeel van de raad van bestuur of de raad van commissarissen omgeven zijn met majeure politieke gevoeligheden; en/of
(ii) als zodanig zijn opgenomen in het MSP;
(dd) methodebesluit: het methodebesluit regionale netbeheerders elektriciteit van de Autoriteit Consument & Markt, zoals dat van tijd tot tijd luidt;
(ee) mid-term review: een integrale beoordeling en actualisatie van het financieel deel van het MSP (inclusief voortgangsrapportage) voor zover dat ziet op het niet-gereguleerde domein (en dus niet voor zover dat ziet op het gereguleerde domein), en indien naar het oordeel van de raad van bestuur aan de orde, inhoudelijke aanpassingen van het financieel deel van het MSP voor zover dat ziet op het niet-gereguleerde domein;
(ff) Minimale Credit Rating: de credit rating die door de Staat in lijn met de Nota Deelnemingenbeleid Rijksoverheid 2022 benodigd wordt geacht voor de vennootschap om toegang tot de kapitaalmarkten te behouden tegen maatschappelijk acceptabele kosten, waarbij de minimale credit rating een zogenaamde 'A minus' rating van Standard & Poor's Rating Services is ten tijde van de wijziging van deze statuten op acht december tweeduizend drieëntwintig;
(gg) MSP: het meerjarig strategisch plan van de Stedin groep, zoals dat van tijd tot tijd luidt;
(hh) N1 aandeelhouder: de vergadering van de houder van het aandeel N1;
(ii) N2 aandeelhouder: de vergadering van de houder van het aandeel N2;
(jj) niet-gereguleerde domein: al hetgeen dat geen onderdeel uitmaakt van het gereguleerd domein;
(kk) preferente agio: de preferente agioreserve, dan wel enig bedrag dat boven het nominaal bedrag op cumulatief preferente aandelen wordt gestort, al naar gelang het geval;
(ll) preferente agioreserve: de agioreserve die de vennootschap aanhoudt ten behoeve van uitsluitend de houders van cumulatief preferente aandelen;
(mm) preferente meerderheid: een besluit van de vergadering van houders van cumulatief preferente aandelen (als orgaan), genomen met een meerderheid van ten minste vijfenzeventig procent (75%) van de uitgebrachte stemmen;
(nn) preferente winstreserve: de winstreserve die de vennootschap aanhoudt ten behoeve van uitsluitend de houders van cumulatief preferente aandelen;
(oo) raad van bestuur/lid (leden) van de raad van bestuur: het bestuur/de bestuurder(s) van de vennootschap in de zin van Boek 2;
(pp) raad van commissarissen/commissaris(sen): de raad van commissarissen/commissaris(sen) van de vennootschap in de zin van Boek 2;
(qq) reguleringsperiode: de periode zoals bedoeld in artikel 41 lid 1 van de Elektriciteitswet en artikel 81 lid 1 van de Gaswet;
(rr) Staat: de Staat der Nederlanden, gevestigd te 's-Gravenhage;
(ss) Stedin Netbeheer: Stedin Netbeheer B.V., ingeschreven in het handelsregister onder nummer 24289101;
(tt) Stortingsverzoek: een verzoek van de vennootschap aan de Staat voor het storten van kapitaal ten behoeve van de vervulling van (een deel van) de Kapitaalbehoefte;
(uu) totale exposure betekent met betrekking tot een (rechts)handeling, de totale financiering/financiële risicopositie die de vennootschap en/of haar dochtermaatschappijen op zich neemt/nemen casu quo aangaat/aangaan, waaronder begrepen door haar/hen verstrekt of te verstrekken casu quo gegarandeerd eigen vermogen en door haar/hen verstrekt, gecommitteerd dan wel gegarandeerd vreemd vermogen en/of andere blootstelling aan financiële risico's van de vennootschap en/of haar dochtermaatschappijen (waaronder enige door de vennootschap en/of haar dochtermaatschappijen afgegeven garantstelling, borgstelling, hoofdelijke aansprakelijkheid of zekerheidstelling voor de schuld van een derde);
(vv) Verzoeker(s) tot Heroverweging: (i) de N1 aandeelhouder en (ii) indien en voor zolang de Staat als houder van gewone aandelen niet meer dan zeventig procent (70%) van het totaal aantal stemmen dat is verbonden aan gewone aandelen in de algemene vergadering kan uitoefenen, de N2 aandeelhouder; en
(ww) verzorgingsgebied: het geografisch gebied waarin de vennootschap en/of haar dochtermaatschappijen actief is/zijn op het gebied van elektriciteits- en gasinfrastructuur.
Deze statuten bevatten naast de definities in dit artikel 4.1 ook andere definities.
4.2 De term schriftelijk betekent bij brief, telefax, e-mail of enig ander elektronisch communicatiemiddel, mits het bericht leesbaar en reproduceerbaar is, en de term
schriftelijke wordt dienovereenkomstig geïnterpreteerd.
Artikel 5. Aandelen. Certificaten. Vruchtgebruik en pandrecht op aandelen. Kwaliteitseisen.
5.1 De aandelen luiden op naam. Aandeelbewijzen worden niet uitgegeven. De raad van bestuur voorziet de gewone aandelen van een doorlopende nummering te beginnen met het nummer 1 en de cumulatief preferente aandelen van een doorlopende nummering te beginnen met het nummer CP1. De raad van bestuur kan, met inachtneming van het bepaalde in de vorige zin, de nummering van de gewone aandelen en de cumulatief preferente aandelen wijzigen. Het aandeel N1 is genummerd N1 en het aandeel N2 is genummerd N2.
5.2 De vennootschap kan haar medewerking verlenen aan het uitgeven van certificaten. Certificaten aan toonder mogen niet worden uitgegeven.
5.3 Op aandelen kan vruchtgebruik worden gevestigd. Indien bij de vestiging van vruchtgebruik is bepaald dat het stemrecht toekomt aan de vruchtgebruiker, komt hem dit recht slechts toe, indien de toekenning van het stemrecht aan de vruchtgebruiker, alsmede - bij overdracht of overgang van het vruchtgebruik - de overgang van het stemrecht is goedgekeurd door de raad van commissarissen.
5.4 Op aandelen kan pandrecht worden gevestigd. Indien bij de vestiging van pandrecht is bepaald dat het stemrecht toekomt aan de pandhouder, komt hem dit recht slechts toe, indien dit bij de vestiging van het pandrecht is goedgekeurd door de raad van commissarissen.
Xxxxxx een ander in de rechten van de pandhouder, dan komt hem het stemrecht slechts toe, indien de raad van commissarissen de overgang van het stemrecht goedkeurt.
5.5 Aan de aandeelhouder die geen stemrecht heeft als gevolg van een op zijn aandelen rustend vruchtgebruik of pandrecht, aan stemgerechtigde vruchtgebruikers van aandelen en aan stemgerechtigde pandhouders van aandelen komen de certificaathoudersrechten toe. De certificaathoudersrechten komen niet toe aan de vruchtgebruiker die geen stemrecht heeft en aan de pandhouder die geen stemrecht heeft.
5.6 Houders van aandelen kunnen slechts zijn geheel voor eigen rekening en risico handelende publiekrechtelijke rechtspersonen en kapitaalvennootschappen waarvan de aandelen ingevolge de statuten uitsluitend rechtstreeks of middellijk door publiekrechtelijke lichamen of publiekrechtelijke rechtspersonen worden gehouden en die deze aandelen tevens geheel voor eigen rekening en risico houden. Houders van cumulatief preferente aandelen kunnen slechts zijn houders van gewone aandelen.
Het aandeel N1 kan alleen worden gehouden door de Staat of de vennootschap. Het aandeel N2 kan niet worden gehouden door de Staat.
Van de aandeelhouder die niet langer aan vorenbedoelde kwaliteitseisen voldoet, is het stemrecht, het recht op deelname aan de algemene vergadering en het recht op uitkeringen opgeschort.
Indien en voor zolang (A) het aandeel N1 niet wordt gehouden door de Staat of (B):
(i) het aandelenbelang van de Staat minder dan drieënzestig procent (63%) van elf komma negen procent (11,9%) (zijnde het initiële aandelenbelang van de Staat) betreft; en
(ii) op enig moment uit de tienjarige financiële prognoses van de Stedin groep zoals opgenomen in het Lange Termijn Investeringsplan of het Financieringsplan blijkt dat er gedurende geen van die tien (10) jaren een Kapitaalbehoefte is,
zijn het aan het aandeel N1 verbonden stemrecht, recht op deelname aan de algemene vergadering en recht op uitkeringen en alle in deze statuten aan de N1 aandeelhouder toegekende rechten en bevoegdheden, met uitzondering van de rechten en bevoegdheden zoals deze zijn neergelegd in de artikelen 16.12 en 31.2, (de N1 Rechten), opgeschort.
Indien en zodra na de opschorting van de N1 Rechten:
(i) het aandelenbelang van de Staat gelijk of meer dan drieënzestig procent (63%) van elf komma negen procent (11,9%) (zijnde het initiële aandelenbelang van de Staat) betreft; of
(ii) op enig moment uit de tienjarige financiële prognoses van de Stedin groep zoals opgenomen in het Lange Termijn Investeringsplan of het Financieringsplan blijkt dat er gedurende minimaal één van die tien (10) jaren een Kapitaalbehoefte is en de vennootschap in nauwe samenspraak met de AHC een Stortingsverzoek bij de Staat heeft ingediend,
herleven de N1 Rechten.
Indien op enig moment na de opschorting van de N1 Rechten uit de tienjarige financiële prognoses van de Stedin groep zoals opgenomen in het Lange Termijn Investeringsplan of het Financieringsplan blijkt dat er gedurende minimaal één van die tien (10) jaren een Kapitaalbehoefte is, treden de vennootschap, de AHC en de Staat in overleg over het herleven van de N1 Rechten, waarbij de rol en positie van de Staat bij de toekomstige invulling van die Kapitaalbehoefte een doorslaggevende rol zal hebben.
Indien op enig moment:
(i) het aandelenbelang van de Staat minder dan drieënzestig procent (63%) van elf komma negen procent (11,9%) (zijnde het initiële aandelenbelang van de Staat) betreft; en
(ii) uit de tienjarige financiële prognoses van de Stedin groep zoals opgenomen
in het Lange Termijn Investeringsplan of het Financieringsplan blijkt dat er in de eerste vijf (5) jaar geen Kapitaalbehoefte is, en in de tweede vijf (5) jaar van die periode wel een Kapitaalbehoefte is,
treden de vennootschap, de AHC en de Staat in overleg over het behoud van de N1 Rechten, waarbij de rol en positie van de Staat bij de toekomstige invulling van die Kapitaalbehoefte een doorslaggevende rol zal hebben.
Het aan het aandeel N2 verbonden stemrecht, recht op deelname aan de algemene vergadering en recht op uitkeringen en alle in deze statuten aan de N2 aandeelhouder toegekende rechten en bevoegdheden zijn opgeschort indien en voor zolang de N1 Rechten zijn opgeschort en herleven indien en zodra de N1 Rechten herleven.
5.7 Het percentage van de cumulatief preferente aandelen dat een aandeelhouder houdt kan niet hoger zijn dan twee (2) maal het percentage van de gewone aandelen dat diezelfde aandeelhouder houdt.
Artikel 6. Levering van aandelen. Uitoefening aandeelhoudersrechten.
6.1 Voor de levering van een aandeel is een daartoe bestemde notariële akte vereist waarbij de vervreemder en de verkrijger partij zijn.
6.2 Het bepaalde in artikel 6.1 is op gelijke wijze van toepassing op de vestiging en overdracht van vruchtgebruik op aandelen en op de verdeling van een gemeenschap waartoe aandelen behoren of waartoe een vruchtgebruik op aandelen behoort.
6.3 Na een rechtshandeling als bedoeld in de artikelen 6.1 en 6.2, kunnen de aan de betrokken aandelen verbonden rechten eerst worden uitgeoefend nadat de akte aan de vennootschap is betekend of de vennootschap de rechtshandeling schriftelijk heeft erkend op één van de in artikel 6.4 aangegeven wijzen. Het bepaalde in de vorige zin is niet van toepassing, indien de vennootschap zelf partij was bij de rechtshandeling.
6.4 De erkenning geschiedt in de akte of door plaatsing van een gedagtekende verklaring op een aan de vennootschap overgelegd notarieel afschrift of uittreksel van de akte. Erkenning kan door de vennootschap eigener beweging geschieden door inschrijving van de verkrijger van het aandeel of het beperkte recht daarop in het register van aandeelhouders, met inachtneming van de door Boek 2 voorgeschreven uitvoeringshandelingen.
Artikel 7. Opgaaf van woonplaats en adres. Oproepingen en kennisgevingen. Register van aandeelhouders.
7.1 Aandeelhouders, pandhouders en vruchtgebruikers van aandelen, zomede houders van met medewerking van de vennootschap uitgegeven certificaten dienen hun woonplaats en adres schriftelijk op te geven aan de vennootschap.
7.2 Oproepingen, kennisgevingen, mededelingen en, in het algemeen, alle berichten
die bestemd zijn voor de in artikel 7.1 bedoelde personen, geschieden schriftelijk aan het adres dat zij aan de vennootschap hebben opgegeven.
Oproepingen, kennisgevingen, mededelingen en, in het algemeen, alle berichten die bestemd zijn voor de vennootschap en/of een vennootschapsorgaan, geschieden schriftelijk aan het adres van de vennootschap.
7.3 Door de raad van bestuur wordt een register gehouden, waarin de inschrijving geschiedt van:
(a) de namen en adressen van alle aandeelhouders, zoals zij die aan de vennootschap hebben opgegeven, het aantal door hen gehouden aandelen en de eventuele soort of aanduidingen daarvan, met vermelding van de datum waarop zij de aandelen hebben verkregen, de datum van de erkenning of betekening en de datum van inschrijving, alsmede de vermelding van het op ieder aandeel gestorte bedrag;
(b) de namen en adressen van vruchtgebruikers en pandhouders van aandelen, zoals zij die aan de vennootschap hebben opgegeven, met vermelding van de datum waarop zij het recht hebben verkregen, het aantal aandelen waarop hun recht rust en de eventuele soort of aanduidingen daarvan, de datum van erkenning of betekening en de datum van inschrijving, alsmede de vermelding of aan de betrokken vruchtgebruiker of pandhouder al dan niet het stemrecht toekomt;
(c) elk verleend ontslag van aansprakelijkheid voor nog niet gedane stortingen op aandelen.
7.4 Indien en zodra certificaten zijn uitgegeven met medewerking van de vennootschap, worden de namen en adressen van de houders van die certificaten ingeschreven in het in artikel 7.3 bedoelde register van aandeelhouders, dan wel in een daarbij behorend en daarvan deel uitmakend afzonderlijk register.
Op aandelen waarvoor met medewerking van de vennootschap certificaten zijn uitgegeven, verkrijgen de houders van die certificaten van rechtswege een gezamenlijk pandrecht, dat wordt ingeschreven in het register van aandeelhouders.
7.5 Het register van aandeelhouders wordt regelmatig bijgehouden. De bladen van dit register worden doorlopend genummerd en gewaarmerkt door één lid van de raad van bestuur dan wel een persoon hiertoe door de raad van bestuur gemachtigd. Elke inschrijving of aantekening in het register wordt op gelijke wijze gewaarmerkt.
7.6 De raad van bestuur verstrekt desgevraagd aan een aandeelhouder, vruchtgebruiker of pandhouder om niet een uittreksel uit het register van aandeelhouders met betrekking tot zijn recht op een aandeel. Rust op het aandeel een vruchtgebruik of pandrecht, dan vermeldt het uittreksel aan wie het stemrecht toekomt en aan wie de certificaathoudersrechten toekomen.
Het in dit lid bepaalde vindt overeenkomstige toepassing op de in artikel 7.4
bedoelde certificaten en het in artikel 7.4 bedoelde afzonderlijke register, zo dit er is.
7.7 De raad van bestuur legt het register van aandeelhouders ten kantore van de vennootschap ter inzage van de aandeelhouders en de certificaathouders.
De in het register van aandeelhouders opgenomen gegevens omtrent niet- volgestorte aandelen zijn ter inzage van eenieder; een afschrift of uittreksel van deze gegevens wordt ten hoogste tegen kostprijs verstrekt.
Artikel 8. Uitgifte van aandelen.
8.1 De algemene vergadering besluit, ingeval van uitgifte van cumulatief preferente aandelen – anders dan in de gevallen zoals bedoeld in artikel 9.1, tweede alinea – met inachtneming van artikel 23.5, tot uitgifte van aandelen op voorstel van de raad van bestuur en na goedkeuring door de raad van commissarissen; indien de raad van bestuur of de raad van commissarissen door de algemene vergadering als tot het tot uitgifte bevoegde orgaan is aangewezen, kan de algemene vergadering, zolang de aanwijzing van kracht is, niet tot uitgifte besluiten. Xxxxxxx van vermelde aanwijzing geschiedt uitgifte ingevolge een besluit van de raad van bestuur na goedkeuring door de raad van commissarissen, als bedoeld in artikel 17.1(a) of ingevolge een besluit van de raad van commissarissen, steeds onverminderd artikel 23.5.
De algemene vergadering casu quo de raad van bestuur of de raad van commissarissen stelt de koers van uitgifte vast, alsook de verdere voorwaarden van uitgifte, de storting in vreemd geld op aandelen daaronder begrepen.
Indien de raad van bestuur of de raad van commissarissen wordt aangewezen als bevoegd om tot uitgifte van aandelen te besluiten, wordt bij die aanwijzing bepaald hoeveel aandelen mogen worden uitgegeven. Bij een zodanige aanwijzing wordt tevens de duur van de aanwijzing, welke ten hoogste vijf jaren kan bedragen, vastgesteld. De aanwijzing kan telkens voor niet langer dan vijf jaren worden verlengd. Tenzij bij de aanwijzing anders is bepaald, kan zij niet worden ingetrokken.
8.2 Na elk besluit tot uitgifte deelt de raad van bestuur aan alle aandeelhouders mede:
(a) het aantal en de soort aandelen waarop het besluit betrekking heeft:
(b) de personalia van degene(n) aan wie aandelen worden uitgegeven, onder vermelding van het aantal en soort aandelen per persoon;
(c) de koers van uitgifte;
(d) de wijze van storting en de termijn waarbinnen de storting moet geschieden;
(e) of en in hoeverre het in Artikel 9 bedoelde voorkeursrecht van aandeelhouders is uitgeoefend, dan wel is beperkt of uitgesloten (ingeval van uitgifte van cumulatief preferente aandelen met inachtneming van artikel 23.5).
8.3 Het bepaalde in artikel 8.1 is van overeenkomstige toepassing op het verlenen van rechten tot het nemen van aandelen, maar is niet van toepassing op uitgifte van aandelen aan iemand die een voordien reeds verkregen recht tot het nemen van aandelen uitoefent.
8.4 Voor de uitgifte van aandelen is een notariële akte vereist, waarbij de vennootschap en iedere persoon aan wie aandelen worden uitgegeven partij zijn. Een uitgifte van aandelen waarbij de in artikel 5.6 en artikel 5.7 vervatte kwaliteitseisen niet in acht zijn genomen, is – in zoverre – ongeldig.
8.5 De vennootschap kan bij uitgifte geen aandelen nemen in haar kapitaal.
8.6 Bij het nemen van het aandeel moet daarop het nominale bedrag worden gestort, alsmede, indien het aandeel voor een hoger bedrag wordt genomen, het verschil tussen die bedragen, behoudens het bepaalde bij artikel 80, lid 2 Boek 2.
8.7 Het opvragen van verdere stortingen op aandelen geschiedt door de raad van bestuur krachtens een besluit van de algemene vergadering.
8.8 Het vennootschapsorgaan dat bevoegd is te besluiten tot uitgifte van gewone aandelen, kan besluiten dat storting op gewone aandelen op andere wijze dan in geld geschiedt. Storting op cumulatief preferente aandelen dient steeds in geld plaats te vinden.
8.9 De vennootschap houdt zowel een preferente agioreserve als een gewone agioreserve aan.
Artikel 9. Voorkeursrecht bij uitgifte.
9.1 Bij uitgifte van aandelen van een bepaalde soort heeft iedere houder van aandelen van die soort een voorkeursrecht – behoudens in die gevallen waarin de wet hem dat dwingendrechtelijk onthoudt en in het geval zoals in de volgende alinea omschreven – naar evenredigheid van het gezamenlijke bedrag van zijn aandelen van die soort op de dag waarop tot uitgifte wordt besloten.
Het vorenbedoelde voorkeursrecht geldt niet ten aanzien van cumulatief preferente aandelen in het geval cumulatief preferente aandelen – gelijktijdig met gewone aandelen – worden uitgegeven aan een nieuwe aandeelhouder (die tot aan het moment van de betreffende uitgifte geen aandelen in de vennootschap houdt) indien en voor zover de verhouding tussen de gewone aandelen en de cumulatief preferente aandelen die door de betreffende nieuwe aandeelhouder worden verkregen – ten hoogste – gelijk is aan de verhouding tussen de gewone aandelen en de cumulatief preferente aandelen die ten tijde van het besluit tot uitgifte geplaatst zijn. Indien de algemene vergadering het tot de uitgifte bevoegde orgaan is, wordt het besluit tot uitgifte van deze cumulatief preferente aandelen door de algemene vergadering genomen met een gewone meerderheid van de uitgebrachte stemmen op voorstel van de raad van bestuur en na goedkeuring door de raad van commissarissen.
9.2 Indien een aandeelhouder zijn voorkeursrecht niet, niet tijdig of niet volledig uitoefent, komt het voorkeursrecht voor de vrijvallende aandelen van die soort toe aan de overige aandeelhouders van die soort, in de verhouding als in artikel 9.1 omschreven.
9.3 Indien door de onderlinge verhouding van het bezit aan aandelen een of meer van de uit te geven aandelen niet kunnen worden toegewezen aan een of meer aandeelhouders van die soort, vindt loting plaats.
9.4 De algemene vergadering kan, op voorstel van de raad van bestuur en na goedkeuring door de raad van commissarissen, telkens voor een enkele uitgifte van aandelen, besluiten het voorkeursrecht tot het nemen van aandelen te beperken of uit te sluiten, mits een zodanig besluit gelijktijdig met het besluit tot uitgifte wordt genomen, en ingeval van uitgifte van cumulatief preferente aandelen met inachtneming van artikel 23.5.
De algemene vergadering kan haar in de vorige zin bedoelde bevoegdheid, doch uitsluitend tezamen met de delegatie van haar bevoegdheid tot uitgifte van aandelen, overdragen aan de raad van bestuur – onder de voorwaarde dat de raad van bestuur de betreffende besluiten kan nemen na goedkeuring door de raad van commissarissen – of aan de raad van commissarissen, en zodanige overdracht herroepen, mits dit gelijktijdig geschiedt met de herroeping van de delegatie van de bevoegdheid tot uitgifte, en ingeval van uitgifte van cumulatief preferente aandelen met inachtneming van artikel 23.5.
9.5 De vennootschap kondigt de uitgifte met voorkeursrecht en het tijdvak waarin dat kan worden uitgeoefend aan alle aandeelhouders aan. Het voorkeursrecht kan worden uitgeoefend gedurende de door het tot uitgifte bevoegde orgaan vast te stellen termijn, die ten minste vier weken bedraagt, te rekenen van de dag af die volgt op de dag van verzending van de aankondiging.
9.6 Het hiervoor in dit artikel bepaalde is van overeenkomstige toepassing op het verlenen van rechten tot het nemen van aandelen.
Artikel 10. Verkrijging van aandelen of certificaten door de vennootschap, de vervreemding daarvan en de vestiging van beperkte rechten op door de vennootschap gehouden aandelen of certificaten. Conversie van aandelen.
10.1 Verkrijging door de vennootschap van niet-volgestorte aandelen is nietig.
10.2 De vennootschap mag volgestorte aandelen verkrijgen krachtens een daartoe strekkend besluit van de algemene vergadering op voorstel van de raad van bestuur en na goedkeuring van de raad van commissarissen. Zodanig besluit machtigt en verplicht de raad van bestuur tot de verkrijging, onverminderd het hierna in dit lid bepaalde.
De verkrijging van volgestorte aandelen door de vennootschap is slechts toegestaan indien haar eigen vermogen, verminderd met de verkrijgingsprijs, niet kleiner is
dan het gestorte en opgevraagde deel van het kapitaal, vermeerderd met de reserves die krachtens de wet moeten worden aangehouden.
10.3 Voor de geldigheid van de verkrijging van aandelen door de vennootschap is bepalend de grootte van het eigen vermogen volgens de laatst vastgestelde balans, verminderd met de verkrijgingsprijs voor aandelen, het bedrag van leningen als bedoeld in artikel 98c lid 2 van Boek 2, en uitkeringen uit winst of reserves aan anderen, die de vennootschap en haar dochtermaatschappijen na de balansdatum verschuldigd werden. Is een boekjaar meer dan zes maanden verstreken zonder dat de jaarrekening is vastgesteld, dan is verkrijging overeenkomstig artikel 10.2 niet toegestaan.
10.4 De vorige leden van dit artikel gelden niet voor aandelen die de vennootschap om niet of onder algemene titel verkrijgt.
10.5 Verkrijging van aandelen in strijd met het bepaalde in artikel 10.2 is nietig. De leden van de raad van bestuur zijn hoofdelijk aansprakelijk jegens de vervreemder te goeder trouw die door de nietigheid schade lijdt.
10.6 Aan het vennootschapsorgaan dat bevoegd is te besluiten tot uitgifte van aandelen, komt mede de bevoegdheid toe te besluiten tot:
(a) vervreemding van door de vennootschap gehouden aandelen en tot het vaststellen van de prijs en de overige voorwaarden;
(b) het aangaan van rechtshandelingen waarbij de vennootschap zich tot vervreemding van door haar gehouden aandelen verbindt, bijvoorbeeld door verlening van een recht tot verkrijging van zodanige aandelen (optierecht);
(c) het vestigen van vruchtgebruik op door de vennootschap gehouden aandelen en tot het vaststellen van de prijs zo deze er is – en van de overige voorwaarden.
Na elk besluit tot het verrichten van een rechtshandeling als bedoeld onder (a), (b) en (c), vindt het bepaalde in artikel 8.2 overeenkomstige toepassing.
Op vermelde besluiten is het bepaalde ten aanzien van de totstandkoming van besluiten tot uitgifte van overeenkomstige toepassing.
10.7 De vennootschap kan aandelen slechts in pand nemen, indien:
(a) de betrokken aandelen volgestort zijn;
(b) het nominale bedrag van de in pand te nemen en de reeds gehouden of in pand gehouden eigen aandelen tezamen niet meer dan één tiende gedeelte van het geplaatste kapitaal bedraagt; en
(c) de algemene vergadering de pandovereenkomst heeft goedgekeurd.
10.8 In dit artikel worden onder aandelen mede certificaten begrepen.
10.9 De algemene vergadering kan op voorstel van de raad van bestuur en na goedkeuring door de raad van commissarissen besluiten tot een conversie van
cumulatief preferente aandelen in gewone aandelen met inachtneming van artikel 23.5.
Artikel 11. Vermindering van kapitaal.
11.1 De algemene vergadering kan slechts op voorstel van de raad van bestuur en na goedkeuring door de raad van commissarissen besluiten tot vermindering van het geplaatste kapitaal door intrekking van aandelen in overeenstemming met artikel
11.2 of door het bedrag van de aandelen bij statutenwijziging te verminderen. In dit besluit moeten de aandelen waarop het besluit betrekking heeft, worden aangewezen en moet de uitvoering van het besluit zijn geregeld. Het gestorte en opgevraagde deel van het kapitaal mag niet kleiner worden dan het ten tijde van het besluit wettelijk voorgeschreven minimumkapitaal.
11.2 Een besluit tot intrekking van aandelen kan slechts betreffen:
(a) aandelen die de vennootschap zelf houdt of waarvan zij de certificaten houdt; en/of
(b) het aandeel N1 indien en voor zo lang de Staat geen houder is van gewone aandelen in het kapitaal van de vennootschap, mits tegelijkertijd het aandeel N2 wordt ingetrokken (waarbij, voor alle duidelijkheid, geen goedkeuring van de houder van het aandeel N1 en geen goedkeuring van de houder van het aandeel N2 is vereist).
In geval van intrekking van het geplaatste aandeel N1 en het geplaatste aandeel N2 wordt op de ingetrokken aandelen een bedrag betaald dat gelijk is aan de nominale waarde van het aandeel.
11.3 De algemene vergadering kan besluiten bij statutenwijziging het bedrag van alle aandelen van een soort te verminderen. Van het vereiste van evenredigheid mag worden afgeweken met instemming van alle betrokken aandeelhouders.
11.4 De oproeping tot de algemene vergadering waarin een in dit Artikel 11 bedoeld besluit wordt genomen, vermeldt het doel van de kapitaalvermindering en de wijze van uitvoering.
11.5 De vennootschap legt de in dit artikel bedoelde besluiten neer ten kantore van het handelsregister en kondigt de nederlegging aan in een landelijk verspreid dagblad.
Artikel 12. Financiële steunverlening.
12.1 De vennootschap mag niet, met het oog op het nemen of verkrijgen door anderen van aandelen of certificaten daarvan, zekerheid stellen, een koersgarantie geven, zich op andere wijze sterk maken of zich hoofdelijk of anderszins naast of voor anderen verbinden. Dit verbod geldt ook voor dochtermaatschappijen.
12.2 De vennootschap en haar dochtermaatschappijen mogen niet, met het oog op het nemen of verkrijgen door anderen van aandelen in het kapitaal van de vennootschap of certificaten daarvan, leningen verstrekken, tenzij de raad van bestuur daartoe besluit en er is voldaan aan de voorwaarden genoemd in artikel 98c
van Boek 2.
12.3 Een besluit van de raad van bestuur tot het verstrekken van een lening als bedoeld in artikel 12.2 is onderworpen aan de voorafgaande goedkeuring van de algemene vergadering. Het besluit tot goedkeuring wordt genomen met een meerderheid van ten minste twee derden van de uitgebrachte stemmen, indien minder dan de helft van het geplaatste kapitaal ter vergadering is vertegenwoordigd.
12.4 De artikelen 12.1 tot en met 12.3 gelden niet indien aandelen of certificaten van aandelen worden genomen of verkregen door of voor werknemers in dienst van de vennootschap of van een groepsmaatschappij.
Artikel 13. Blokkeringsregeling
13.1 Iedere overdracht van aandelen behoeft, wil zij geldig zijn, de goedkeuring van de algemene vergadering, welk besluit van de algemene vergadering kan worden genomen met een gewone meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Een overdracht van aandelen waarbij de in artikel 5.6 en artikel 5.7 vervatte kwaliteitseisen niet in acht zijn genomen, is – in zoverre – ongeldig.
13.2 De aandeelhouder die één of meer van zijn aandelen wil overdragen - hierna te noemen de Verzoeker - stelt de raad van bestuur en de raad van commissarissen daarvan in kennis. De kennisgeving dient het verzoek om goedkeuring te bevatten en vermeldt het aantal en de eventuele aanduidingen van de aandelen waarop de voorgenomen overdracht betrekking heeft - hierna ook aan te duiden als het Pakket
-, de naam van de persoon aan wie de overdracht wordt beoogd, alsmede de overeengekomen prijs tussen Xxxxxxxxx en de persoon aan wie de overdracht wordt beoogd.
13.3 Na ontvangst van de in artikel 13.2 bedoelde kennisgeving zal de Verzoeker tezamen met de gegadigde gedurende twee (2) weken overleg voeren met de raad van bestuur en de raad van commissarissen omtrent de voorgenomen overdracht teneinde de raad van bestuur en de raad van commissarissen in staat te stellen hierover een advies op te stellen voor de algemene vergadering.
13.4 Na afloop van de termijn genoemd in artikel 13.3, roept de raad van bestuur binnen vier (4) weken een algemene vergadering op om het verzoek tot overdracht te behandelen. Binnen tweeënveertig (42) dagen nadat de raad van bestuur en de raad van commissarissen de in lid 2 bedoelde kennisgeving hebben ontvangen, besluit de algemene vergadering of zij wel of niet goedkeuring verleent.
13.5 De goedkeuring wordt geacht te zijn verleend indien:
(a) niet binnen de termijn genoemd in artikel 13.4 een algemene vergadering is gehouden;
(b) de algemene vergadering niet binnen de termijn genoemd in artikel 13.4 op het verzoek om goedkeuring heeft beslist;
(c) de algemene vergadering niet gelijktijdig met de weigering van de
goedkeuring aan de Verzoeker opgave doet van één of meer door haar aangewezen personen - hierna in dit artikel aan te duiden als de Gegadigde(n) - die bereid en in staat zijn het Pakket tegen contante betaling te kopen, met inachtneming van de in artikel 5.6 en artikel 5.7 vervatte kwaliteitseisen.
De algemene vergadering kan ook de vennootschap of een dochtermaatschappij aanwijzen als Gegadigde, mits een zodanige verkrijging niet in strijd is met de wet en/of de statuten en zowel de Verzoeker als de vennootschap hebben verklaard met een zodanige aanwijzing in te stemmen.
13.6 Wordt de verzochte goedkeuring verleend of wordt deze geacht te zijn verleend, dan is de Verzoeker, gedurende drie (3) maanden nadien, vrij het Pakket over te dragen aan de persoon/personen en voor de prijs vermeld in de in artikel 13.2 bedoelde kennisgeving.
13.7 Indien de algemene vergadering tijdig één of meer Gegadigden heeft aangewezen en opgegeven, heeft de Verzoeker, onverkort zijn recht als bedoeld in artikel 13.8, tien (10) dagen de tijd om de raad van bestuur schriftelijk te laten weten of hij zich terugtrekt. De raad van bestuur doet van de ontvangst van de in de vorige zin bedoelde kennisgeving onverwijld mededeling aan de Gegadigden en de medeaandeelhouders van de Verzoeker.
Indien de Xxxxxxxxx zich heeft teruggetrokken, is hij niet bevoegd tot overdracht van het Pakket.
13.8 Indien de Xxxxxxxxx zich niet heeft teruggetrokken op grond van het bepaalde in artikel 13.7, wordt de prijs voor het Pakket in onderling overleg vastgesteld door de Verzoeker enerzijds en de Gegadigde(n) anderzijds - hierna tezamen ook te noemen de Belanghebbenden - na ommekomst van de termijn als bedoeld in artikel 13.7.
13.9 Hebben de Belanghebbenden over de voor het Pakket te betalen prijs geen overeenstemming bereikt binnen dertig (30) dagen na verloop van de termijn als bedoeld in artikel 13.7, dan geschiedt de prijsvaststelling van het Pakket door één
(1) onafhankelijke deskundige, tenzij de Belanghebbenden binnen zeven (7) dagen na afloop van voormelde termijn van dertig (30) dagen overeenstemming hebben bereikt over de benoeming van een ander aantal dan één (1), met een maximum aantal van drie (3). De benoeming van de deskundige(n) geschiedt door de Belanghebbenden in onderling overleg; hebben zij daarover geen overeenstemming bereikt binnen veertien (14) dagen na afloop van de hiervoor in dit lid bedoelde termijn van dertig (30) dagen, dan wordt één of de enige onafhankelijke deskundige, op verzoek van de meest gerede partij, benoemd door de voorzitter, of diens plaatsvervanger, van de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants.
Zowel één onafhankelijke deskundige als meer onafhankelijke deskundigen worden hierna aangeduid als de Onafhankelijke Deskundige.
13.10 De Onafhankelijke Deskundige heeft het recht alle boeken, bescheiden en overige gegevensdragers van de vennootschap in te zien voor zover dit naar het oordeel van de Onafhankelijke Deskundige noodzakelijk is voor het verrichten van de prijsvaststelling als bedoeld in artikel 13.9. De raad van bestuur verschaft de Onafhankelijke Deskundige alle door hem verlangde inlichtingen en verleent hem alle door hem gewenste medewerking ten behoeve van te verrichten prijsvaststelling(en).
13.11 Indien de prijs voor (de aandelen behorende tot) het Pakket is vastgesteld door de Onafhankelijke Deskundige, is de Verzoeker gedurende dertig (30) dagen na de prijsvaststelling vrij in zijn beslissing, of hij het Pakket tegen de vastgestelde prijs aan de aangewezen Gegadigde(n) zal overdragen.
13.12 De kosten die zijn verbonden aan de prijsvaststelling door de Onafhankelijke Deskundige komen ten laste van:
(a) de Verzoeker indien hij zich terugtrekt na de prijsvaststelling;
(b) de Verzoeker voor de helft en de Gegadigden voor de andere helft, indien de aandelen door Xxxxxxxxxx zijn gekocht met dien verstande dat iedere Gegadigde in de kosten bijdraagt in verhouding van het aantal door hem gekochte aandelen;
(c) in alle overige gevallen komen de hiervoor bedoelde kosten ten laste van de vennootschap.
Artikel 14. Raad van bestuur en raad van commissarissen. Samenstelling raad van bestuur; bezoldiging.
14.1 De vennootschap wordt bestuurd door een raad van bestuur die bestaat uit één of meer leden. Het aantal leden van de raad van bestuur wordt vastgesteld door de raad van commissarissen.
14.2 Slechts natuurlijke personen kunnen tot lid van de raad van bestuur worden benoemd.
14.3 Leden van de raad van bestuur worden benoemd door de raad van commissarissen. De raad van commissarissen geeft de algemene vergadering kennis van een voorgenomen benoeming van een lid van de raad van bestuur.
14.4 Leden van de raad van bestuur kunnen niet zijn personen die direct of indirect binding hebben:
(a) als bedoeld in de Elektriciteitswet, met een producent, een leverancier of een handelaar;
(b) als bedoeld in de Gaswet, met een rechtspersoon die de productie, aankoop of levering van gas verricht.
14.5 De vennootschap heeft een beleid op het terrein van bezoldiging van de raad van
bestuur. Het beleid wordt voorgesteld door de raad van commissarissen en vastgesteld door de algemene vergadering. In het bezoldigingsbeleid komen ten minste de in de artikelen 383c tot en met 383e van Boek 2 omschreven onderwerpen aan de orde, voor zover deze de raad van bestuur betreffen. Het beloningsbeleid wordt schriftelijk en gelijktijdig met de aanbieding aan de algemene vergadering ter kennisneming aan de ondernemingsraad aangeboden.
Voor de toepassing van de vorige zin wordt onder ondernemingsraad verstaan de ondernemingsraad van de onderneming van de vennootschap of van de onderneming van een dochtermaatschappij bedoeld in de leden 1 en 2 van artikel 24a van Boek 2. Indien er meer dan één ondernemingsraad is, wordt het beloningsbeleid aan deze raden afzonderlijk aangeboden. Is voor de betrokken onderneming of ondernemingen een centrale ondernemingsraad ingesteld, dan wordt het beloningsbeleid aan de centrale ondernemingsraad aangeboden.
14.6 De raad van commissarissen stelt, met inachtneming van het beleid bedoeld in artikel 14.5, de beloning en de verdere arbeidsvoorwaarden van ieder lid van de raad van bestuur en van de in artikel 15.8 bedoelde persoon vast.
14.7 Een lid van de raad van bestuur kan worden geschorst en ontslagen door de raad van commissarissen. De raad van commissarissen ontslaat een lid van de raad van bestuur niet dan nadat de algemene vergadering dan wel, indien de commissie bedoeld in artikel 19.11 werd ingesteld, die commissie over het voorgenomen ontslag is gehoord. Alvorens de algemene vergadering, casu quo de commissie van aandeelhouders, door de raad van commissarissen over een voorgenomen ontslag wordt gehoord, stelt de raad van commissarissen het betrokken lid van de raad van bestuur in de gelegenheid zich in een vergadering van de raad van commissarissen te verantwoorden; daarbij kan het lid van de raad van bestuur zich doen bijstaan door een raadsman.
14.8 De schorsing van een lid van de raad van bestuur vervalt, indien de raad van commissarissen niet binnen drie maanden na de datum van ingang van de schorsing besluit tot ontslag of tot opheffing of handhaving van de schorsing. Een schorsing kan voor ten hoogste drie maanden worden verlengd, ingaande op de datum waarop het besluit tot handhaving van de schorsing werd genomen.
14.9 Een lid van de raad van bestuur treedt af door het verkrijgen van een hoedanigheid als gevolg waarvan hij ingevolge het bepaalde in artikel 14.4 niet tot lid van de raad van bestuur benoembaar zou zijn.
Artikel 15. Taken en bevoegdheden van de raad van bestuur. Tegenstrijdig belang. Belet of ontstentenis.
15.1 (a) Behoudens beperkingen volgens de statuten is de raad van bestuur belast met het besturen van de vennootschap.
(b) De raad van bestuur vertegenwoordigt de vennootschap. De bevoegdheid
tot vertegenwoordiging komt mede toe aan ieder lid van de raad van bestuur afzonderlijk.
(c) De raad van bestuur kan aan één of meer personen procuratie verlenen en zodanige bevoegdheid wijzigen of intrekken.
15.2 Ieder lid van de raad van bestuur is tegenover de vennootschap gehouden tot een behoorlijke vervulling van de hem opgedragen taak.
15.3 Indien er meer leden van de raad van bestuur zijn, kunnen zij met inachtneming van deze statuten een bestuursreglement vaststellen, mits onder goedkeuring van de raad van commissarissen. In het bestuursreglement kan, onder goedkeuring van de raad van commissarissen, worden aangegeven met welke taken ieder lid van de raad van bestuur meer in het bijzonder zal zijn belast. Een zodanige taakverdeling laat de gezamenlijke verantwoordelijkheid van alle leden van de raad van bestuur voor het gehele bestuur onverlet.
15.4 Een lid van de raad van bestuur met een tegenstrijdig belang als bedoeld in artikel
15.5 of met een belang dat de schijn van een dergelijk tegenstrijdig belang kan hebben (beide een (potentieel) tegenstrijdig belang) stelt zijn medebestuurders en de raad van commissarissen hiervan in kennis.
15.5 Een lid van de raad van bestuur neemt niet deel aan de beraadslaging en besluitvorming binnen het bestuur, indien hij daarbij een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is met het belang van de vennootschap en de met haar verbonden onderneming. Wanneer hierdoor geen bestuursbesluit kan worden genomen, wordt het besluit genomen door de raad van commissarissen.
15.6 Van een tegenstrijdig belang als bedoeld in artikel 15.5 is slechts sprake, indien het lid van de raad van bestuur in de gegeven situatie niet in staat moet worden geacht het belang van de vennootschap en de met haar verbonden onderneming met de vereiste integriteit en objectiviteit te behartigen. Wordt een transactie voorgesteld waarbij naast de vennootschap ook een groepsmaatschappij van de vennootschap een belang heeft, dan betekent het enkele feit dat een lid van de raad van bestuur enige functie bekleedt bij de betrokken of een andere groepsmaatschappij, en daarvoor al dan niet een vergoeding ontvangt, nog niet dat sprake is van een tegenstrijdig belang als bedoeld in artikel 15.5.
15.7 Het lid van de raad van bestuur die in verband met een (potentieel) tegenstrijdig belang niet de taken en bevoegdheden uitoefent die hem anders als bestuurder zouden toekomen, wordt in zoverre aangemerkt als een bestuurder die belet heeft in de zin van de artikelen 15.9, 15.10 en 15.11.
15.8 Een (potentieel) tegenstrijdig belang tast de vertegenwoordigingsbevoegdheid als bedoeld in artikel 15.1(b) niet aan. De raad van commissarissen kan bepalen dat daarnaast één of meer personen op grond van dit artikel 15.8 bevoegd zijn tot
vertegenwoordiging in aangelegenheden waarin zich tussen de vennootschap en één of meer bestuurders een (potentieel) tegenstrijdig belang voordoet. Een persoon die aldus is aangewezen mag niet een persoon zijn die direct of indirect binding heeft:
(a) als bedoeld in de Elektriciteitswet, met een producent, een leverancier of een handelaar;
(b) als bedoeld in de Gaswet, met een rechtspersoon die de productie, aankoop of levering van gas verricht.
15.9 In geval van ontstentenis of belet van een lid van de raad van bestuur zijn de overblijvende bestuurders of is de overblijvende bestuurder tijdelijk met het besturen van de vennootschap belast.
15.10 In geval van ontstentenis of belet van alle leden van de raad van bestuur of van het enige lid van de raad van bestuur is de raad van commissarissen tijdelijk met het besturen van de vennootschap belast, met de bevoegdheid het bestuur van de vennootschap tijdelijk op te dragen aan één of meer commissarissen en/of één of meer andere personen. De persoon die tijdelijk met het bestuur van de vennootschap is belast mag niet een persoon zijn die direct of indirect binding heeft:
(a) als bedoeld in de Elektriciteitswet, met een producent, een leverancier of een handelaar;
(b) als bedoeld in de Gaswet, met een rechtspersoon die de productie, aankoop of
levering van gas verricht.
15.11 Bij de vaststelling in hoeverre leden van de raad van bestuur aanwezig of vertegenwoordigd zijn, instemmen met een wijze van besluitvorming, of stemmen, wordt geen rekening gehouden met vacante bestuurszetels en leden van de raad van bestuur die belet hebben.
Artikel 16. Goedkeuring van bestuursbesluiten door de algemene vergadering en aandeelhoudersconvenant.
16.1 Indien en zolang de AHC is ingesteld, zal de AHC over besluiten bedoeld in dit Artikel 16 voorafgaande aan de algemene vergadering advies uitbrengen aan de aandeelhouders. In goed overleg met de vennootschap zal ten aanzien van de besluitvorming krachtens dit Artikel 16 een nadere regeling getroffen worden. De algemene vergadering kan de werkwijze van de AHC bij reglement vaststellen (hierna te noemen: het AHC-reglement).
Voor een besluit tot wijziging of intrekking van het AHC-reglement is dezelfde meerderheid en hetzelfde quorum vereist als is vereist voor een besluit tot statutenwijzing.
Een besluit tot wijziging of intrekking van het AHC-reglement kan in de in het
AHC-reglement genoemde gevallen slechts worden genomen na goedkeuring door de N1 aandeelhouder.
16.2 Aan de goedkeuring van de algemene vergadering zijn onderworpen de besluiten van de raad van bestuur omtrent een belangrijke verandering van de identiteit of het karakter van de vennootschap of de onderneming, waaronder in ieder geval:
(a) overdracht van de onderneming of vrijwel de gehele onderneming aan een derde;
(b) het aangaan of verbreken van duurzame samenwerking van de vennootschap of een dochtermaatschappij met een andere rechtspersoon of vennootschap dan wel als volledig aansprakelijke vennoot in een commanditaire vennootschap of vennootschap onder firma, indien deze samenwerking of verbreking van ingrijpende betekenis is voor de vennootschap, zulks onverminderd het in artikel 17.1(n) bepaalde; en
(c) het nemen of afstoten van een deelneming in het kapitaal van een vennootschap ter waarde van ten minste één derde van het bedrag van de activa volgens de balans met toelichting of, indien de vennootschap een geconsolideerde balans opstelt, volgens de geconsolideerde balans met toelichting volgens de laatst vastgestelde jaarrekening van de vennootschap, door haar of een dochtermaatschappij, zulks onverminderd het in artikel 17.1(m) bepaalde.
16.3 Onverminderd het bepaalde in Artikel 18, zijn aan de goedkeuring van de algemene vergadering voorts onderworpen de besluiten van de raad van bestuur:
(a) omtrent (des)investeringen in het gereguleerde domein die per (des)investering het Drempelbedrag GD, of een zoveel hoger door de algemene vergadering vastgesteld bedrag, te boven gaan; of
(b) tot de overname van een andere regionale netbeheerder; of
(c) tot de aankoop of verkoop van een gedeelte van een netwerk van een andere regionale netbeheerder indien deze een bedrag van vijftig miljoen euro (EUR 50.000.000) te boven gaat; of
(d) omtrent enige Belangrijke Transactie (zoals hierna gedefinieerd); of
(e) die op basis van overleg met de AHC naar het oordeel van de raad van bestuur of de raad van commissarissen omgeven is met majeure politieke gevoeligheden,
met dien verstande dat (x) investeringsbeslissingen waartoe de netbeheerder dwingend gehouden is op grond van wet- en regelgeving alsmede onherroepelijke besluiten van een toezichthouder als zodanig, geen goedkeuring van de algemene vergadering behoeven maar de AHC tijdig zal worden geconsulteerd ten aanzien van dergelijke investeringsbeslissingen en (y) met de (rechts)handelingen waarnaar in sub (a) tot en met sub (d) wordt verwezen, wordt gelijkgesteld enige
vorm van het aanvaarden van een verplichting daartoe en het doen van enige toezegging daartoe.
In dit Artikel 16 betekent een Belangrijke Transactie een (rechts)handeling (waaronder mede begrepen investeringen) in het niet-gereguleerde domein (i) met een totale exposure per (rechts)handeling die het Drempelbedrag NG te boven gaat, en/of (ii) die valt in één of meer van de volgende categorieën:
(i) investeringen buiten het verzorgingsgebied; of
(ii) niet-gereguleerde activiteiten in marktsegmenten waarvan niet in het MSP is opgenomen dat de vennootschap actief zal zijn in dergelijke marktsegmenten gedurende de looptijd van het MSP,
met dien verstande dat geen Belangrijke Transactie zijn: (rechts)handelingen in het niet-gereguleerde domein die onderdeel vormen van de reguliere operationele bedrijfsvoering van de vennootschap (en die geen investering zijn). De reguliere operationele bedrijfsvoering omvat, maar is niet beperkt tot, (a) human resources (inclusief arbeidsvoorwaarden, pensioen en dergelijke), (b) beheer en onderhoudsactiviteiten, (c) inkoop van diensten (waaronder advisering en uitzendcontracten), (d) het aantrekken van financiering (onverminderd het eventueel hieromtrent bepaalde in een reglement van de vennootschap) en (e) digitalisering en informatietechnologie.
De algemene vergadering kan aan een goedkeuring op grond van dit artikel 16.3 nadere voorwaarden verbinden en de goedkeuring op grond van dit artikel 16.3 wordt geacht te zijn verleend (en is derhalve niet nogmaals nodig) voor een voorgenomen Belangrijke Transactie boven het Drempelbedrag NG en voor voorgenomen (des)investeringen in het gereguleerde domein boven het Drempelbedrag GD die als zodanig voldoende concreet omschreven zijn opgenomen in een door de algemene vergadering goedgekeurd MSP of mid-term review, mits uitgevoerd binnen de aldus goedgekeurde termijn en te allen tijde onverminderd het bepaalde in artikel 18.2.
Bij de bepaling of het Drempelbedrag GD, het Drempelbedrag NG of het bedrag van vijftig miljoen euro (EUR 50.000.000) zoals genoemd in sub (c) wordt gehaald, geldt het volgende:
(i) met elkaar samenhangende transacties worden als één geheel beschouwd;
(ii) gelijksoortige transacties met één en dezelfde wederpartij (dan wel verschillende wederpartijen die met elkaar in een groep verbonden zijn) die plaatsvinden binnen een aaneengesloten periode van twaalf (12) maanden worden als samenhangend beschouwd (en waarbij transacties van verschillende rechtspersonen binnen de Stedin groep ook als één geheel worden beschouwd);
(iii) ingeval van investeringen geldt dat:
(A) met een investering in een actief wordt gelijkgesteld iedere transactie waarbij tegen betaling de juridische eigendom, economische eigendom of het gebruik van dat actief wordt verworven, waaronder mede begrepen leases; en
(B) door de vennootschap niet alleen wordt gekeken naar de voorliggende investering casu quo transactie, maar ook naar de inschatting van de toekomstige netto cash behoefte daarvan, en deze zal steeds door de vennootschap worden bepaald en inzichtelijk worden gemaakt.
Indien bij de raad van bestuur enige onzekerheid bestaat of een (rechts)handeling de goedkeuring zoals bedoeld in dit Artikel 16 behoeft, zal de betreffende (rechts)handeling door de raad van bestuur ter goedkeuring worden voorgelegd aan de algemene vergadering.
Onder investeringen wordt in dit artikel 16.3 en artikel 18.2 verstaan: het nemen van deelnemingen, het oprichten van joint ventures, het doen van acquisities en overige investeringen.
Onder desinvesteringen wordt in dit artikel 16.3 verstaan: het afstoten van deelnemingen, het opheffen van joint-ventures en de overdracht van bedrijfsonderdelen en overige desinvesteringen.
16.4 Voorts is onderworpen aan de goedkeuring van de algemene vergadering en een daaraan voorafgaande goedkeuring door de N1 aandeelhouder (een besluit tot) het uitbrengen van een stem door de vennootschap in de algemene vergadering van Stedin Netbeheer waarbij wordt besloten tot:
(a) een wijziging van de statuten van Stedin Netbeheer, doch slechts indien en voor zover dit enige wijziging aanbrengt in de afspraken zoals deze zijn neergelegd in de tussen de Staat en de vennootschap op acht december tweeduizend drieëntwintig aangegane participatieovereenkomst; en
(b) de ontbinding van Stedin Netbeheer.
16.5 De regelingen in de artikelen 16.2, 16.3 en 18.2 gelden niet alleen voor de vennootschap maar ook ten aanzien van haar dochtermaatschappijen, hetgeen betekent dat:
(a) de vennootschap ervoor zorgt dat deze regelingen niet alleen door haarzelf maar ook door de gehele groep waartoe de vennootschap behoort worden nageleefd, en dat geen vennootschappelijke of contractuele structuren worden opgezet om de toepasselijkheid te ontlopen of beperken; en
(b) de vennootschap in haar hoedanigheid van aandeelhouder, bestuurder of anderszins ten aanzien van een groepsmaatschappij slechts besluiten zal nemen of goedkeuren ten aanzien van een aangelegenheid die aan goedkeuring van de algemene vergadering dan wel de Bijzondere
Besluitvormingsprocedure is onderworpen indien het een besluit van de vennootschap zelf zou zijn, indien voorafgaande goedkeuring van de algemene vergadering is verkregen dan wel de Bijzondere Besluitvormingsprocedure is doorlopen.
16.6 Het ontbreken van een ingevolge dit artikel en artikel 18.2 vereiste goedkeuring tast de vertegenwoordigingsbevoegdheid, als bedoeld in artikel 15.1, niet aan.
16.7 De strategie wordt vastgesteld in een MSP. Een MSP ziet op een periode van steeds vijf (5) jaar, maar kan tussentijds worden geactualiseerd en/of gewijzigd indien de raad van bestuur dat nodig acht (al dan niet) in verband met een mid-term review. De raad van bestuur consulteert de AHC bij aanvang van het proces tot het opstellen van een nieuw concept-MSP. De raad van bestuur en de AHC bespreken in dat kader ook mogelijke majeure politieke gevoeligheden gedurende de voorliggende strategieperiode.
Het concept-MSP wordt door de raad van bestuur ter goedkeuring aan de raad van commissarissen voorgelegd. Na goedkeuring van het concept-MSP door de raad van commissarissen wordt dit ter goedkeuring aan de algemene vergadering voorgelegd, waarbij tevens de AHC in de gelegenheid wordt gesteld om daarover advies uit te brengen aan de algemene vergadering. De algemene vergadering kan dit goedkeuringsrecht uitoefenen naar haar discretie. De algemene vergadering beslist over de goedkeuring van het concept-MSP met een gewone meerderheid van de uitgebrachte stemmen.
Het hiervoor vermelde is van overeenkomstige toepassing bij een actualisatie of wijziging van een MSP.
16.8 Halverwege de looptijd van een MSP stelt de raad van bestuur een mid-term review op en legt deze ter goedkeuring voor aan de algemene vergadering, waarbij tevens de AHC in de gelegenheid wordt gesteld om daarover advies aan de algemene vergadering uit te brengen. De algemene vergadering kan dit goedkeuringsrecht uitoefenen naar haar discretie. De algemene vergadering beslist over de goedkeuring van het mid-term review met een gewone meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Een mid-term review heeft geen betrekking op, en doet geen afbreuk aan, de overige bepalingen van het vigerende MSP, waaronder maar niet beperkt tot het financieel deel van het MSP voor zover dit geen betrekking heeft op het niet-gereguleerde domein.
De raad van bestuur kan voorgenomen Belangrijke Transacties als zodanig opnemen in het financieel deel van het MSP (inclusief planning/termijn) en een aldus goedgekeurde Belangrijke Transactie vereist, indien voldoende concreet omschreven in en goedgekeurd als onderdeel van de mid-term review, niet nogmaals goedkeuring op grond van artikel 16.3, mits uitgevoerd binnen de goedgekeurde termijn en te allen tijde onverminderd het bepaalde in artikel 18.2.
De uitoefening van het goedkeuringsrecht van de algemene vergadering ten aanzien van het MSP of een mid-term review doet geen afbreuk aan de rechtsgeldigheid van reeds door de vennootschap aangegane verplichtingen, mits voor het aangaan van dergelijke verplichtingen goedkeuring is verleend door de algemene vergadering voor zover deze goedkeuring ten tijde van het aangaan daarvan was vereist.
16.9 Jaarlijks wordt door de raad van bestuur een concept-Jaarplan voorgelegd aan de raad van commissarissen ter goedkeuring. Na goedkeuring van het concept- Jaarplan door de raad van commissarissen wordt het Jaarplan ter bespreking en ter informatie toegezonden aan de algemene vergadering, waarbij tevens de AHC in de gelegenheid wordt gesteld om daarover advies aan de algemene vergadering uit te brengen.
De algemene vergadering heeft een bindend adviesrecht ten aanzien van het Jaarplan en de herziening daarvan voor zover de inhoud daarvan ziet op het niet- gereguleerde domein. De raad van bestuur voegt het advies van de algemene vergadering toe aan het plan.
16.10 Bij de uitvoering van het Jaarplan neemt de raad van het bestuur het advies van de algemene vergadering zoveel mogelijk in acht. Waar de raad van bestuur gedurende de uitvoering van het plan op onderdelen besluit af te wijken van dit advies, zal hij dit gemotiveerd onderbouwen aan de AHC en in overleg treden met de AHC.
16.11 Jaarlijks wordt door de raad van bestuur het Financieringsplan opgesteld met inachtneming van de relevante bepalingen opgenomen in het Aandeelhoudersconvenant. Indien het voorgenomen Financieringsplan naar het gemotiveerde oordeel van de N1 aandeelhouder afwijkt van de financiële uitgangspunten onder het Aandeelhoudersconvenant, is de Bijzondere Besluitvormingsprocedure van toepassing op het besluit van de raad van bestuur tot vaststelling van het Financieringsplan, waarbij enkel de N1 aandeelhouder als Verzoeker tot Heroverweging in de zin van de artikelen 4.1(vv) en 18.1 geldt.
16.12 De algemene vergadering kan, op voorstel van de raad van bestuur en na goedkeuring door de raad van commissarissen, een convenant vaststellen waarin met betrekking tot de onderlinge verhoudingen tussen de raad van bestuur, de raad van commissarissen, de AHC, de algemene vergadering en individuele aandeelhouders, afspraken worden vastgelegd over de uitvoering van hun respectievelijke taken en bevoegdheden (het Aandeelhoudersconvenant).
Tot een wijziging of beëindiging van het Aandeelhoudersconvenant kan slechts worden besloten door de algemene vergadering op voorstel van de raad van bestuur, na goedkeuring van de raad van commissarissen, en met dezelfde meerderheid en hetzelfde quorum als is vereist voor een besluit tot statutenwijzing.
Een besluit tot beëindiging of wijziging van het Aandeelhoudersconvenant kan in de in het Aandeelhoudersconvenant genoemde gevallen voorts slechts worden genomen na goedkeuring door de N1 aandeelhouder.
Het Aandeelhoudersconvenant wordt aangemerkt als een reglement van de vennootschap. Voor alle duidelijkheid, in dit artikel 16.12 wordt onder Aandeelhoudersconvenant mede begrepen iedere bijlage daarbij.
Artikel 17. Goedkeuring van bestuursbesluiten door de raad van commissarissen.
17.1 Onverminderd het bepaalde in Artikel 16 en Artikel 18, zijn aan de goedkeuring van de raad van commissarissen onderworpen de besluiten van de raad van bestuur omtrent:
(a) uitgifte en verkrijging van aandelen in en schuldbrieven ten laste van de vennootschap of van schuldbrieven ten laste van een commanditaire vennootschap of vennootschap onder firma waarvan de vennootschap volledig aansprakelijke vennoot is;
(b) medewerking aan de uitgifte van certificaten op naam van aandelen;
(c) aanvrage van notering of van intrekking der notering van de in sub (a) bedoelde schuldbrieven en de in sub (b) bedoelde certificaten in de prijscourant van enige beurs;
(d) een voorstel tot uitgifte van aandelen;
(e) een voorstel tot het beperken of uitsluiten van het voorkeursrecht bij een uitgifte van aandelen;
(f) een voorstel tot vermindering van het geplaatste kapitaal;
(g) een voorstel tot conversie van cumulatief preferente aandelen in gewone aandelen;
(h) een voorstel tot het verlenen van opdracht tot onderzoek van de opgemaakte jaarstukken;
(i) een voorstel tot het doen van uitkeringen ten laste van vrij uitkeerbare reserves;
(j) een voorstel tot wijziging van de statuten;
(k) een voorstel tot ontbinding van de vennootschap;
(l) een voorstel tot fusie of splitsing, als bedoeld in Titel 7 van Boek 2, tenzij de vennootschap daarbij als verkrijgende vennootschap optreedt of het een juridische fusie in de zin van artikel 333, lid 2 van Boek 2 of een juridische splitsing in de zin van artikel 334hh Boek 2 betreft;
(m) het nemen van een deelneming in het kapitaal van een andere vennootschap ter waarde van ten minste een vierde van het bedrag van het geplaatste kapitaal met de reserves volgens de balans met toelichting van de vennootschap of een zoveel lager bedrag als door de raad van commissarissen wordt vastgesteld, alsmede het ingrijpend vergroten of
verminderen van zulk een deelneming;
(n) het aangaan of verbreken van duurzame samenwerking van de vennootschap met een andere rechtspersoon of vennootschap dan wel als volledig aansprakelijke vennoot in een commanditaire vennootschap of vennootschap onder firma, indien deze samenwerking of verbreking van ingrijpende betekenis is voor de vennootschap;
(o) de vaststelling en herziening van een MSP, een investeringsplan en/of Financieringsplan, alsmede de vaststelling en herziening van een daarop aansluitend Jaarplan;
(p) het nemen van investeringsbeslissingen die niet zijn opgenomen in de in sub (o) bedoelde plannen en een door de raad van commissarissen vastgesteld bedrag per investering te boven gaan;
(q) het aangaan en verstrekken van geldleningen, die een door de raad van commissarissen vast te stellen bedrag per geldlening te boven gaan;
(r) het vervreemden of bezwaren van registergoederen, waarvan de waarde een door de raad van commissarissen vastgesteld bedrag per transactie te boven gaat;
(s) het sluiten van overeenkomsten waarmee meer dan een door de raad van commissarissen bepaald bedrag per overeenkomst of serie overeenkomsten die onlosmakelijk onderdeel uitmaken van de betreffende transactie is gemoeid, voor zover deze overeenkomsten niet voortvloeien uit het hiervoor in sub (o) bepaalde en met uitzondering van het sluiten van overeenkomsten terzake van inkoop en verkoop van gas, elektriciteit, warmte en koude;
(t) het aangaan van overeenkomsten van borgtocht of het op andere wijze zekerheid stellen voor verplichtingen van derden (niet zijnde een dochtermaatschappij of deelneming) waarmede meer dan een door de raad van commissarissen bepaald bedrag per overeenkomst is gemoeid;
(u) het bepaalde in sub (q), (r), (s) en (t) is niet van toepassing op het betalingsverkeer dat voortvloeit uit de door de vennootschap in de uitvoering van haar bedrijf bevoegd gesloten overeenkomsten;
(v) aangifte van faillissement en aanvraag van surséance van betaling;
(w) het uitoefenen van stemrecht op aandelen in het kapitaal van dochtermaatschappijen, groepsmaatschappijen en deelnemingen van de vennootschap, zomede het op andere wijze rechtstreeks of middellijk uitoefenen van zeggenschap daarover voor zover het besluiten betreft die zijn opgenomen in dit artikel en mits de raad van commissarissen aan de raad van bestuur heeft medegedeeld voor welke dochtermaatschappijen, groepsmaatschappijen en/of deelnemingen hij deze bevoegdheid wenst uit
te oefenen en met uitzondering van besluiten bij juridische fusies als bedoeld in artikel 333, lid 2 Boek 2 of juridische splitsingen als bedoeld in artikel 334hh Boek 2;
(x) het voeren van procedures, hetzij als eisende, hetzij als verwerende partij, daaronder begrepen de procedure voor scheidsmannen, het vragen van bindend advies en het aangaan van dadingen, indien het belang van de zaak een door de raad van commissarissen bepaald bedrag te boven gaat; geen voorafgaande goedkeuring is echter vereist voor het nemen van conservatoire maatregelen en andere maatregelen ter voorkoming van verlies van rechten, alsmede voor het voeren in eerste aanleg van kort gedingen of spoedarbitrages en incassoprocedures;
(y) beëindiging van de dienstbetrekking van een aanmerkelijk aantal werknemers van de vennootschap tegelijkertijd of binnen een kort tijdsbestek of ingrijpende wijziging in de arbeidsomstandigheden van een aanmerkelijk aantal werknemers van de vennootschap;
(z) het vaststellen en wijzigen van de algemene arbeidsvoorwaarden voor het personeel, tenzij deze vaststelling of wijziging voortvloeit uit de bepalingen van een voor de vennootschap geldende collectieve arbeidsovereenkomst onverminderd het in dit lid, sub (z), bepaalde;
(aa) het vaststellen en wijzigen van een treasury-statuut.
17.2 Het ontbreken van een ingevolge dit artikel 17 of artikel 18.2 vereiste goedkeuring tast de vertegenwoordigingsbevoegdheid, als bedoeld in artikel 15.1, niet aan, met uitzondering van het bepaalde hiervoor onder artikel 17.1(l).
17.3 De raad van commissarissen kan bepalen dat een in artikel 17.1 bedoeld besluit niet aan zijn goedkeuring is onderworpen, indien het daarmee gemoeide belang een door de raad van commissarissen te bepalen en schriftelijk aan de raad van bestuur op te geven waarde niet te boven gaat.
17.4 De raad van commissarissen is bevoegd ook andere bestuursbesluiten dan die in artikel 17.1 zijn vermeld, aan zijn goedkeuring te onderwerpen, mits de raad van commissarissen zodanige bestuursbesluiten nauwkeurig omschrijft en aan de raad van bestuur mededeelt.
17.5 Indien en zolang de bevoegdheid tot uitgifte van aandelen berust bij de raad van bestuur, is zij, mits met inachtneming van het bepaalde in artikel 17.1(a), bevoegd te besluiten tot het verrichten van de in artikel 94 van Boek 2 vermelde rechtshandelingen, alsmede tot het verrichten van deze rechtshandelingen.
Artikel 18. Bijzondere besluitvormingsprocedures.
18.1 De hierna onder (a) tot en met (g) beschreven procedure is de Bijzondere Besluitvormingsprocedure:
(a) De raad van bestuur zendt het voorgenomen besluit, voorafgaand aan het
nemen van het besluit, toe aan de AHC.
(b) Over het voorgenomen besluit vindt consultatie plaats in de AHC.
(c) Na de consultatie in de AHC ingevolge sub (b) kan iedere Verzoeker tot Heroverweging gemotiveerd besluiten dat de raad van bestuur het voorgenomen besluit dient te heroverwegen en indien een Verzoeker tot Heroverweging aldus besluit, wordt de raad van bestuur daarvan (inclusief de motivatie) terstond in kennis gesteld.
(d) Indien geen gebruik gemaakt wordt van het recht om heroverweging te doen plaatsvinden ingevolge sub (c), kan de raad van bestuur het voorgenomen besluit nemen, onverminderd het bepaalde in artikel 18.3. Indien wel gebruik gemaakt wordt van het recht om heroverweging te doen plaatsvinden ingevolge sub (c), heroverweegt de raad van bestuur het voorgenomen besluit, mede op basis van het desbetreffende besluit van de Verzoeker tot Heroverweging en de daarbij gegeven motivatie.
(e) Indien de raad van bestuur na heroverweging ingevolge sub (d) vasthoudt aan het voorgenomen besluit, treedt hij hierover gezamenlijk in gesprek met de raad van commissarissen, de desbetreffende Verzoeker tot Heroverweging en de voorzitter van de AHC.
(f) Indien alsdan de desbetreffende Verzoeker tot Xxxxxxxxxxxxx diens bezwaar intrekt, kan de raad van bestuur het besluit nemen, onverminderd het bepaalde in artikel 18.3.
Indien alsdan de desbetreffende Verzoeker tot Xxxxxxxxxxxxx diens bezwaar niet intrekt, vindt na het in sub (e) bedoelde gesprek een tweede heroverweging door de raad van bestuur plaats.
(g) Indien de raad van bestuur na de tweede heroverweging vasthoudt aan het voorgenomen besluit, kan het besluit door de raad van bestuur enkel worden genomen na goedkeuring van:
(i) de N1 aandeelhouder; en
(ii) onverminderd het bepaalde in artikel 16.11 en indien en voor zolang de Staat als houder van gewone aandelen niet meer dan vijftig procent (50%) van het totaal aantal stemmen dat is verbonden aan gewone aandelen in de algemene vergadering kan uitoefenen, de N2 aandeelhouder, mits de N2 aandeelhouder tevens kwalificeert als Verzoeker tot Heroverweging,
welke goedkeuringsrechten naar eigen discretie van de desbetreffende aandeelhouder mogen worden uitgeoefend, met dien verstande dat onthouding van de goedkeuring nadien zal worden toegelicht in de AHC.
Indien de raad van bestuur gedurende de Bijzondere Besluitvormingsprocedure wijzigingen aanbrengt in het voorgenomen besluit, wordt het gewijzigde
voorgenomen besluit aangemerkt als nieuw voorgenomen besluit in de zin van deze bepaling en dient de Bijzondere Besluitvormingsprocedure geheel opnieuw gevolgd te worden.
18.2 De Bijzondere Besluitvormingsprocedure is van toepassing op besluiten van de raad van bestuur omtrent een investering of een samenstel van investeringen zoals bedoeld in artikel 16.3 in het niet-gereguleerde domein die per investering of samenstel van investeringen het Drempelbedrag NG te boven gaat.
18.3 Indien de Bijzondere Besluitvormingsprocedure van toepassing is op een besluit dat op grond van de statuten of reglementen onderworpen is aan goedkeuring van de raad van commissarissen of een ander orgaan van de vennootschap, dan wordt het besluit pas ter goedkeuring voorgelegd aan dat orgaan nadat de Bijzondere Besluitvormingsprocedure is afgerond, dan wel de termijn voor het inroepen van de Bijzondere Besluitvormingsprocedure is verstreken.
Artikel 19. Samenstelling raad van commissarissen.
19.1 De vennootschap heeft een raad van commissarissen die uit ten minste drie (3) en maximaal elf (11) leden bestaat, allen natuurlijke personen.
Is het aantal commissarissen minder dan het vastgestelde aantal, dan neemt de raad onverwijld maatregelen tot aanvulling van zijn ledental. Bij één of meer vacatures in de raad van commissarissen blijft hij bevoegd zijn wettelijke en statutaire taken te vervullen.
De raad van commissarissen stelt een profielschets voor zijn omvang en samenstelling vast, rekening houdend met de aard van de onderneming, haar activiteiten en de gewenste deskundigheid en achtergrond van de commissarissen. De raad van commissarissen bespreekt de profielschets voor het eerst bij vaststelling en vervolgens bij iedere wijziging in de algemene vergadering, en met de ondernemingsraad.
19.2 De commissarissen worden, met inachtneming van de profielschets zoals bedoeld in artikel 19.1 en behoudens het bepaalde in artikel 19.10, op voordracht van de raad van commissarissen benoemd door de algemene vergadering. De raad van commissarissen maakt de voordracht gelijktijdig bekend aan de algemene vergadering en aan de ondernemingsraad. De voordracht is met redenen omkleed. Commissaris kunnen niet zijn:
(a) personen die in dienst zijn van de vennootschap;
(b) personen die in dienst zijn van een afhankelijke maatschappij;
(c) bestuurders en personen in dienst van een werknemersorganisatie welke pleegt betrokken te zijn bij de vaststelling van de arbeidsvoorwaarden van de onder (a) en (b) bedoelde personen;
(d) personen die direct of indirect binding hebben:
(i) als bedoeld in de Elektriciteitswet, met een producent, een
leverancier of een handelaar;
(ii) als bedoeld in de Gaswet, met een rechtspersoon die de productie, aankoop of levering van gas verricht,
kunnen slechts tot commissaris worden benoemd zolang daardoor de raad van commissarissen in minderheid bestaat uit personen met een zodanige binding.
19.3 Eén van de commissarissen is een commissaris met een financieel profiel, die wordt voorgedragen, benoemd respectievelijk herbenoemd volgens het bepaalde in artikel 19.2 en met inachtneming van de relevante bepalingen (waaronder uitdrukkelijk begrepen de daarin aan de Staat toegekende rechten) opgenomen in het Aandeelhoudersconvenant. Voor deze commissaris met een financieel profiel geldt dat de raad van commissarissen een door de AHC aanbevolen persoon op de voordracht plaatst, onverminderd het bepaalde in artikel 19.8. Deze commissaris met een financieel profiel zal te allen tijde lid zijn van de auditcommissie ingesteld door de raad van commissarissen.
Eén van de commissarissen is een commissaris met een publiek profiel, die wordt voorgedragen, benoemd respectievelijk herbenoemd volgens het bepaalde in artikel 19.2 en met inachtneming van de relevante bepalingen opgenomen in het Aandeelhoudersconvenant. Voor de commissaris met een publiek profiel geldt dat uitsluitend indien de ondernemingsraad gebruik maakt (of heeft gemaakt) van zijn versterkte aanbevelingsrecht op grond van artikel 19.7, de raad van commissarissen een door de AHC aanbevolen persoon op de voordracht plaatst.
De aanbevelingsrechten van de AHC zoals opgenomen in dit artikel 19.3 gelden als een bevoegdheid van de algemene vergadering en kunnen slechts worden uitgeoefend door de AHC nadat deze daartoe gemachtigd is conform het bepaalde in artikel 19.11 (en anders door de algemene vergadering).
De commissaris met een financieel profiel die op aanbeveling van de AHC op de voordracht is geplaatst, de commissaris met een publiek profiel die op aanbeveling van de AHC op de voordracht is geplaatst en een commissaris die ingevolge artikel
19.7 op aanbeveling van de ondernemingsraad op de voordracht is geplaatst, kunnen geen voorzitter van de raad van commissarissen zijn.
19.4 De algemene vergadering kan aan commissarissen een beloning toekennen, welke per commissaris verschillend kan zijn.
19.5 De algemene vergadering en de ondernemingsraad kunnen aan de raad van commissarissen personen aanbevelen om als commissaris te worden voorgedragen. De raad van commissarissen deelt hun daartoe tijdig mede wanneer, ten gevolge waarvan en overeenkomstig welk profiel in zijn midden een plaats moet worden vervuld. Indien voor de plaats het in artikel 19.3 of artikel 19.7 bedoelde versterkte recht van aanbeveling geldt, doet de raad van commissarissen daarvan eveneens
mededeling.
19.6 Bij een aanbeveling of voordracht als bedoeld in dit Artikel 19 worden van de kandidaat medegedeeld zijn leeftijd, zijn beroep, het bedrag aan door hem gehouden aandelen in het kapitaal van de vennootschap en de betrekkingen die hij bekleedt of die hij heeft bekleed voor zover die van belang zijn in verband met de vervulling van de taak van een commissaris. Tevens wordt vermeld aan welke rechtspersonen hij reeds als commissaris is verbonden; indien zich daaronder rechtspersonen bevinden die tot een zelfde groep behoren, kan met de aanduiding van die groep worden volstaan. De aanbeveling en de voordracht tot benoeming of herbenoeming worden gemotiveerd. Bij herbenoeming wordt rekening gehouden met de wijze waarop de kandidaat zijn taak als commissaris heeft vervuld.
19.7 Voor een derde van het aantal leden van de raad van commissarissen geldt dat de raad van commissarissen een door de ondernemingsraad aanbevolen persoon op de voordracht plaatst, tenzij de raad van commissarissen bezwaar maakt tegen de aanbeveling op grond van de verwachting dat de aanbevolen persoon ongeschikt zal zijn voor de vervulling van de taak van commissaris of dat de raad van commissarissen bij benoeming overeenkomstig de aanbeveling niet naar behoren zal zijn samengesteld. Indien het getal der leden van de raad van commissarissen niet door drie deelbaar is, wordt het naastgelegen lagere getal dat wel door drie deelbaar is in aanmerking genomen voor de vaststelling van het aantal leden waarvoor dit versterkte recht van aanbeveling geldt. De aanbeveling kan geen betrekking hebben op de commissaris met een financieel profiel of de commissaris met een publiek profiel in de zin van artikel 19.3.
19.8 Voor de benoeming van de commissarissen ten aanzien waarvan een versterkt aanbevelingsrecht van toepassing is op basis van artikel 19.3, geldt dat de raad van commissarissen de door de AHC (met inachtneming van de relevante bepalingen (waaronder uitdrukkelijk begrepen de daarin aan de Staat toegekende rechten) opgenomen in het Aandeelhoudersconvenant) aanbevolen persoon op de voordracht plaatst, tenzij de raad van commissarissen gemotiveerd bezwaar maakt tegen de aanbeveling op grond van de verwachting dat de aanbevolen persoon ongeschikt zal zijn voor de vervulling van de taak van commissaris of dat de raad van commissarissen bij benoeming overeenkomstig de aanbeveling niet naar behoren zal zijn samengesteld.
19.9 Indien de raad van commissarissen bezwaar maakt tegen een aanbeveling bedoeld in artikel 19.3 of artikel 19.7, deelt hij de AHC dan wel ondernemingsraad het bezwaar onder opgave van redenen mede. De raad van commissarissen treedt onverwijld in overleg met de AHC dan wel de ondernemingsraad met het oog op het bereiken van overeenstemming over de voordracht. Indien de raad van commissarissen constateert dat geen overeenstemming kan worden bereikt,
verzoekt een daartoe aangewezen vertegenwoordiger van de raad van commissarissen aan de ondernemingskamer van het gerechtshof te Amsterdam het bezwaar gegrond te verklaren. Het verzoek wordt niet eerder ingediend dan nadat vier weken zijn verstreken na aanvang van het overleg met de AHC dan wel de ondernemingsraad. De raad van commissarissen plaatst de aanbevolen persoon op de voordracht indien de ondernemingskamer van het gerechtshof te Amsterdam het bezwaar ongegrond verklaart. Verklaart de ondernemingskamer van het gerechtshof te Amsterdam het bezwaar gegrond, dan kan de AHC dan wel de ondernemingsraad een nieuwe aanbeveling doen overeenkomstig het bepaalde in artikel 19.3 of artikel 19.7.
19.10 De algemene vergadering kan bij volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen, vertegenwoordigend ten minste één derde van het geplaatste kapitaal, de voordracht afwijzen. Indien de algemene vergadering bij volstrekte meerderheid besluit de voordracht af te wijzen maar deze meerderheid niet ten minste één derde van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigd, zal een nieuwe vergadering worden bijeengeroepen waarin de voordracht kan worden afgewezen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Alsdan maakt de raad van commissarissen een nieuwe voordracht op. De artikelen 19.3, 19.5 tot en met 19.9 zijn van toepassing. Indien de algemene vergadering de voorgedragen persoon niet benoemt en niet besluit tot afwijzing van de voordracht, benoemt de raad van commissarissen de voorgedragen persoon.
19.11 De algemene vergadering kan de bevoegdheid die haar volgens de artikelen 19.3 en 19.5 toekomt, voor een door haar te bepalen duur van telkens ten hoogste twee achtereenvolgende jaren, overdragen aan de AHC of een (andere) commissie van aandeelhouders waarvan zij de leden aanwijst; in dat geval doet de raad van commissarissen, aan de commissie de mededeling als bedoeld in artikel 19.5. De algemene vergadering kan te allen tijde de overdracht ongedaan maken.
Slechts natuurlijke personen kunnen lid zijn van die commissie; zij moeten zijn (i) bestuurder van een publiekrechtelijke rechtspersoon die aandeelhouder is, of (ii) vertegenwoordigingsbevoegd persoon van, dan wel houder van een mandaat namens, een publiekrechtelijke rechtspersoon die aandeelhouder is.
De commissie wijst uit haar midden een voorzitter aan.
De commissie besluit met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen. De commissie kan haar werkwijze bij reglement vaststellen.
19.12 Voor de toepassing van de voorgaande leden wordt onder de ondernemingsraad verstaan de ondernemingsraad van de onderneming van de vennootschap, of van de onderneming van een afhankelijke maatschappij. Indien er meer dan één ondernemingsraad is, worden de bevoegdheden van de ondernemingsraad onder deze statuten door deze raden afzonderlijk uitgeoefend. Is voor de betrokken
onderneming of ondernemingen een centrale ondernemingsraad ingesteld, dan komen de bevoegdheden van de ondernemingsraad volgens deze statuten toe aan de centrale ondernemingsraad.
19.13 Een commissaris treedt uiterlijk af op de dag van en bij het sluiten van de eerstvolgende algemene vergadering nadat vier jaren sedert zijn benoeming zijn verstreken.
Een aftredende commissaris is terstond herbenoembaar.
19.14 De raad van commissarissen kan een rooster van aftreden van zijn leden vaststellen en wijzigen. Zodanige vaststelling en wijziging kunnen niet meebrengen dat een zittende commissaris tegen zijn wil defungeert vóór het verstrijken van de termijn waarvoor hij is benoemd.
Een in een vacature nieuw benoemde commissaris neemt op het rooster de plaats in van degeen in wiens vacature hij werd benoemd.
19.15 Een commissaris kan worden geschorst door de raad van commissarissen; de schorsing vervalt van rechtswege, indien de vennootschap niet binnen één maand na de aanvraag der schorsing een verzoek tot ontslag van de betrokkene heeft ingediend bij de ondernemingskamer van het gerechtshof te Amsterdam.
19.16 Indien een commissaris direct of indirect een binding verkrijgt als bedoeld in artikel 19.2(d) en als gevolg daarvan de helft of meer van het aantal commissarissen een zodanige binding heeft, alsmede indien door het defungeren van een commissaris de helft of meer van het aantal commissarissen een zodanige binding heeft, is de algemene vergadering verplicht door benoeming of ontslag van een commissaris ervoor zorg te dragen dat de minderheid van het aantal commissarissen een zodanige binding heeft.
19.17 De ondernemingskamer van het gerechtshof te Amsterdam kan op een desbetreffend verzoek een commissaris ontslaan wegens verwaarlozing van zijn taak, wegens andere gewichtige redenen of wegens ingrijpende wijzigingen der omstandigheden op grond waarvan handhaving als commissaris redelijkerwijze niet van de vennootschap kan worden verlangd. Het verzoek kan worden ingediend door de vennootschap, ten deze vertegenwoordigd door de raad van commissarissen, alsmede door een daartoe aangewezen vertegenwoordiger van de algemene vergadering, casu quo de in artikel 19.11 bedoelde commissie, of van de ondernemingsraad als bedoeld in artikel 19.12.
19.18 De algemene vergadering kan bij volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen, vertegenwoordigend ten minste één derde van het geplaatste kapitaal, het vertrouwen in de raad van commissarissen opzeggen. Het besluit is met redenen omkleed. Het besluit kan niet worden genomen ten aanzien van commissarissen die zijn aangesteld door de ondernemingskamer van het gerechtshof te Amsterdam overeenkomstig artikel 19.20.
19.19 Een besluit als bedoeld in artikel 19.18 wordt niet genomen dan nadat de raad van bestuur de ondernemingsraad van het voorstel voor het besluit en de gronden daartoe in kennis heeft gesteld. De kennisgeving geschiedt ten minste dertig dagen voor de algemene vergadering waarin het voorstel wordt behandeld. Indien de ondernemingsraad een standpunt over het voorstel bepaalt, stelt de raad van bestuur de raad van commissarissen en de algemene vergadering van dit standpunt op de hoogte. De ondernemingsraad kan zijn standpunt in de algemene vergadering doen toelichten.
19.20 Het besluit bedoeld in artikel 19.18 heeft het onmiddellijk ontslag van de leden van de raad van commissarissen tot gevolg. Alsdan verzoekt de raad van bestuur onverwijld aan de ondernemingskamer van het gerechtshof te Amsterdam tijdelijk één of meer commissarissen aan te stellen. De ondernemingskamer van het gerechtshof te Amsterdam regelt de gevolgen van de aanstelling.
19.21 De raad van commissarissen bevordert dat binnen een door de ondernemingskamer van het gerechtshof te Amsterdam vastgestelde termijn een nieuwe raad wordt samengesteld met inachtneming van het in dit Artikel 19 bepaalde.
19.22 Zowel het doen van een aanbeveling als bedoeld in artikel 19.5 als het besluit tot afwijzing als bedoeld in de artikelen 19.7 en 19.8, kunnen in één en dezelfde algemene vergadering aan de orde worden gesteld, mits met inachtneming van het hierna in dit Artikel 19 bepaalde.
19.23 De agenda voor de vergadering moet ten minste de navolgende punten bevatten:
(a) mededeling van het tijdstip waarop de vacature is ontstaan of zal ontstaan en de oorzaak van haar ontstaan en overeenkomstig welk profiel een plaats moet worden vervuld;
(b) gelegenheid tot het doen van een aanbeveling door de algemene vergadering;
(c) onder de opschortende voorwaarde dat door de algemene vergadering geen aanbeveling van een andere persoon zal worden gedaan: de kennisgeving van de raad van commissarissen van degene die hij voordraagt;
(d) onder de opschortende voorwaarde dat door de algemene vergadering geen aanbeveling van een andere persoon zal worden gedaan: voorstel tot benoeming van de voorgedragen persoon.
19.24 De naam van degene die de raad van commissarissen wenst voor te dragen en de gegevens bedoeld in artikel 19.6 moeten worden vermeld in de oproeping of in de agenda die ten kantore van de vennootschap ter inzage ligt, in welk geval in de oproeping naar de agenda moet worden verwezen.
19.25 De oproeping tot deze vergadering mag eerst geschieden indien vaststaat:
(a) dat door de AHC (dan wel indien van toepassing de algemene vergadering) een aanbeveling als bedoeld in artikel 19.3 is gedaan, of te kennen is
gegeven zulk een aanbeveling niet te doen, dan wel een door de raad van commissarissen vastgestelde redelijke termijn voor een aanbeveling, als vorenbedoeld, is verstreken;
(b) dat de ondernemingsraad een aanbeveling als bedoeld in artikel 19.5 dan wel – indien van toepassing – artikel 19.7 heeft gedaan, of te kennen heeft gegeven zulk een aanbeveling niet te doen, dan wel een door de raad van commissarissen vastgestelde redelijke termijn voor een aanbeveling, als vorenbedoeld, is verstreken; en
(c) wanneer de AHC (dan wel indien van toepassing de algemene vergadering) respectievelijk de ondernemingsraad een aanbeveling als bedoeld in artikel
19.3 respectievelijk artikel 19.7 dan wel – indien van toepassing – artikel
19.9 heeft gedaan, de raad van commissarissen de aanbevolen persoon op de voordracht heeft geplaatst.
Artikel 20. Xxxxx, bevoegdheden en werkwijze van de raad van commissarissen. Tegenstrijdig belang.
20.1 De raad van commissarissen heeft tot taak:
(a) toezicht te houden op het beleid van de raad van bestuur en op de algemene gang van zaken in de vennootschap en de met haar verbonden onderneming;
(b) de raad van bestuur met raad ter zijde te staan;
(c) goedkeuren van besluiten van het bestuur van een netbeheerder die ingevolge haar statuten zijn onderworpen aan de goedkeuring van de raad van commissarissen van de vennootschap.
Bij de vervulling van hun taak richten de commissarissen zich naar het belang van de vennootschap en de met haar verbonden onderneming en voor wat betreft de gevallen in sub (c) van dit artikel 20.1 eveneens naar het belang van de betreffende netbeheerder.
20.2 De raad van bestuur verschaft aan de raad van commissarissen tijdig de voor de uitoefening van diens taak noodzakelijke gegevens en voorts alle door hem verlangde inlichtingen.
20.3 De raad van bestuur stelt ten minste één keer per jaar de raad van commissarissen schriftelijk op de hoogte van de hoofdlijnen van het strategisch beleid, de algemene en financiële risico's en het beheers- en controlesysteem van de vennootschap.
20.4 De leden van de raad van bestuur zijn, indien zij daartoe worden uitgenodigd, verplicht de vergaderingen van de raad van commissarissen bij te wonen.
20.5 De raad van commissarissen kan een of meer van zijn leden aanwijzen aan wie de bevoegdheid toekomt de gebouwen en terreinen van de vennootschap te betreden en inzage te nemen van alle boeken en bescheiden van de vennootschap.
Deze commissaris(sen) kan/kunnen zich daarbij voor rekening van de vennootschap door deskundigen doen bijstaan.
20.6 De raad van commissarissen kan zich in de uitoefening van zijn taak, voor rekening van de vennootschap, doen bijstaan door deskundigen.
20.7 De raad van commissarissen vergadert telkenmale wanneer de voorzitter of een andere commissaris xxxxx nodig acht.
Voor het verhandelde in de vergadering worden notulen gehouden door de secretaris of bij diens ontstentenis door een van de andere aanwezigen, door de voorzitter daartoe aangewezen. De notulen worden vastgesteld en getekend door degenen, die in de vergadering, waarin de notulen worden vastgesteld, als voorzitter en secretaris fungeren; de notulen worden bewaard in een daartoe bestemd register.
20.8 De raad van commissarissen besluit met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin ten minste de meerderheid van de commissarissen aanwezig is. Staken de stemmen dan heeft de voorzitter de beslissende stem. Blanco stemmen worden geacht niet te zijn uitgebracht.
20.9 Commissarissen kunnen zich op vergaderingen niet laten vertegenwoordigen.
20.10 Commissarissen kunnen ook besluiten nemen per telex, telefax, telegram of ander communicatiemiddel, mits alle commissarissen zijn geraadpleegd en zoveel commissarissen zich voor aanneming van het voorstel verklaren als in een voltallige vergadering, waarin alle stemmen zijn uitgebracht, voor het nemen van een besluit is vereist.
Een aldus genomen besluit wordt aangetekend in het notulenregister van de raad van commissarissen. Daarnaast wordt in de eerstvolgende vergadering van de raad van commissarissen nogmaals van het besluit melding gemaakt.
20.11 Een commissaris met een (potentieel) tegenstrijdig belang stelt de raad van bestuur en zijn medecommissarissen hiervan in kennis. Indien het (potentieel) tegenstrijdig belang alle commissarissen betreft, dient de kennisgeving tevens aan de algemene vergadering te worden gedaan. Overigens is het bepaalde in de artikelen 15.4 tot en met 15.6 van overeenkomstige toepassing.
Artikel 21. Algemene vergadering. Bijeenroeping. Plaats van de vergadering.
21.1 Onverminderd het bepaalde in artikel 28, worden algemene vergaderingen gehouden, zo dikwijls de raad van bestuur, dan wel de raad van commissarissen dit wenst. De bevoegdheid tot bijeenroeping van de algemene vergadering komt toe aan de raad van bestuur, de raad van commissarissen, alsook aan twee (2) of meer aandeelhouders die gezamenlijk ten minste tien procent (10%) van het geplaatst kapitaal houden.
21.2 De raad van bestuur dient een algemene vergadering bijeen te roepen, indien een of meer aandeelhouders die gezamenlijk ten minste een tiende gedeelte van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigen, daartoe schriftelijk een verzoek indienen, onder nauwkeurige opgave van de te behandelen onderwerpen. Een gelijke plicht
rust op de raad van commissarissen.
Indien de algemene vergadering niet binnen zes weken na het verzoek wordt gehouden, zijn de verzoekers - met inachtneming van de wet en de statuten - zelf bevoegd de algemene vergadering bijeen te roepen zonder daartoe de machtiging van de president van de rechtbank nodig te hebben. Op een bijeenroeping als in de vorige zin bedoeld, is het bepaalde in artikel 21.3 van overeenkomstige toepassing.
21.3 Tot het bijwonen van de algemene vergadering dient iedere aandeelhouder en iedere certificaathouder te worden opgeroepen. De oproeping dient niet later te geschieden dan op de vijftiende dag voor de dag waarop de vergadering wordt gehouden.
De oproeping geschiedt door middel van oproepingsbrieven. Deze vermelden de datum en de plaats van de vergadering en het aanvangstijdstip. De in de vergadering te behandelen onderwerpen worden vermeld in de oproepingsbrieven of door middel van een afzonderlijke brief ter kennis van de aandeelhouders en de certificaathouders gebracht binnen de voor de oproeping gestelde termijn.
Een onderwerp, waarvan de behandeling schriftelijk is verzocht door een aandeelhouder of een certificaathouder, wordt opgenomen in de oproeping of op dezelfde wijze aangekondigd indien de vennootschap het verzoek niet later dan op de veertigste dag voor die van de vergadering heeft ontvangen en mits geen zwaarwichtig belang van de vennootschap zich daartegen verzet.
Mededelingen die krachtens de wet of de statuten moeten worden gericht aan de algemene vergadering, kunnen geschieden door opneming in de oproepingsbrieven.
21.4 Is de oproepingstermijn niet in acht genomen of heeft de oproeping niet of niet op de juiste wijze plaatsgehad, dan kunnen niettemin wettige besluiten worden genomen, ook ten aanzien van onderwerpen die niet of niet op de voorgeschreven wijze zijn aangekondigd, mits een zodanig besluit wordt genomen met algemene stemmen in een algemene vergadering waarin het gehele geplaatste kapitaal is vertegenwoordigd.
21.5 Algemene vergaderingen kunnen worden gehouden in de gemeenten Aalsmeer, Amstelveen, Amsterdam, Capelle aan den IJssel, Delft, Dokkum, Dordrecht, 's- Gravenhage, Haarlemmermeer (Luchthaven Schiphol), Heemstede, Lansingerland, Leidschendam-Voorburg, Rotterdam, Utrecht, of Zoetermeer.
Artikel 22. Toegang tot en leiding van de algemene vergadering.
22.1 Toegang tot de algemene vergadering hebben de aandeelhouders en de certificaathouders. Het recht van toegang komt tevens toe aan ieder lid van de raad van bestuur die niet is geschorst, aan iedere commissaris die niet is geschorst, en voorts aan iedere persoon die tot het bijwonen van de algemene vergadering of een gedeelte daarvan is uitgenodigd door de voorzitter van de betrokken vergadering.
22.2 Indien een aandeelhouder of een certificaathouder zich in een algemene vergadering wil doen vertegenwoordigen, dient hij schriftelijk een daartoe strek- kende volmacht te verlenen, die moet worden overhandigd aan de voorzitter van de betrokken vergadering.
Een aandeelhouder kan slechts voor alle door hem gehouden aandelen aan één andere aandeelhouder schriftelijk volmacht verlenen om alle aan die aandelen verbonden rechten uit te oefenen. De in dit lid bedoelde bevoegdheden komen mede toe aan vruchtgebruikers van aandelen, alsmede aan houders van certificaten. De deelgenoten in een gemeenschap die aandelen of certificaten of een beperkt recht daarop omvat, kunnen hun rechten slechts uitoefenen door aan één van hen of één andere aandeelhouder daartoe schriftelijk volmacht te verlenen.
22.3 Aandeelhouders mogen de vergadering bijwonen, daarin het woord voeren en het stemrecht uitoefenen met gebruikmaking van elektronische communicatiemiddelen, indien de mogelijkheid daartoe uitdrukkelijk is voorzien in de oproeping tot de vergadering of is aanvaard door de voorzitter van de vergadering. Het gebruikte elektronische communicatiemiddel dient zodanig te zijn dat de aandeelhouder daardoor tot genoegen van de voorzitter geïdentificeerd kan worden. De oproeping kan verder gegevens bevatten met betrekking tot de toegelaten elektronische communicatiemiddelen en het gebruik daarvan, en de voorzitter kan xxxxxxx nadere aanwijzingen geven en eisen stellen.
22.4 De algemene vergaderingen worden geleid door de voorzitter van de raad van commissarissen dan wel door de door de raad van commissarissen, al dan niet uit zijn midden, aan te wijzen persoon. Is de voorzitter niet aanwezig en laat de raad van commissarissen een aanwijzing als evenbedoeld achterwege, dan voorziet de algemene vergadering zelf in haar leiding.
22.5 Het ter vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter omtrent de uitslag van een stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel. Wordt echter onmiddellijk na het uitspreken van evengemeld oordeel de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats, wanneer de meerderheid der vergadering of - indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde - een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
22.6 Tenzij een notarieel proces-verbaal wordt opgemaakt wijst de voorzitter een persoon aan die met het houden van de notulen is belast.
De notulen worden in dezelfde vergadering of in een volgende vergadering vastgesteld door de algemene vergadering en ten blijke daarvan ondertekend door de voorzitter en de notulist van de vergadering waarin de vaststelling geschiedt.
Indien de algemene vergadering, de raad van bestuur of de raad van
commissarissen besluit tot het doen opmaken van een notarieel proces-verbaal, of indien een of meer aandeelhouders die gezamenlijk ten minste een tiende gedeelte van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigen daartoe besluiten, verleent de raad van bestuur aan een notaris de opdracht tot het opmaken daarvan. De kosten van het proces-verbaal zijn voor rekening van de vennootschap.
22.7 De raad van bestuur houdt een notulenboek waarin de vastgestelde notulen van elke algemene vergadering zijn opgenomen en waarin tevens een afschrift wordt ingevoegd van elk notarieel proces-verbaal dat van een algemene vergadering is opgemaakt.
Het notulenboek ligt ten kantore van de vennootschap ter inzage van de aandeelhouders en de certificaathouders. Aan ieder van hen wordt desgevraagd, tegen ten hoogste de kostprijs, een afschrift of uittreksel verstrekt van de notulen van een algemene vergadering.
Artikel 23. Stemrecht. Besluitvorming.
23.1 Elk aandeel geeft recht op het uitbrengen van één stem.
23.2 Voor een aandeel dat toebehoort aan de vennootschap of aan een dochtermaatschappij daarvan kan in de algemene vergadering geen stem worden uitgebracht; evenmin voor een aandeel waarvan één van hen de certificaten houdt. Vruchtgebruikers en pandhouders van aandelen die aan de vennootschap en haar dochtermaatschappijen toebehoren, zijn evenwel niet van hun stemrecht uitgesloten, indien het vruchtgebruik of pandrecht was gevestigd voordat het aandeel aan de vennootschap of een dochtermaatschappij daarvan toebehoorde. De vennootschap of een dochtermaatschappij daarvan kan geen stem uitbrengen voor een aandeel waarop zij een vruchtgebruik of pandrecht heeft.
23.3 Bij de vaststelling in hoeverre aandeelhouders stemmen, aanwezig of vertegenwoordigd zijn of in hoeverre het aandelenkapitaal vertegenwoordigd is, wordt geen rekening gehouden met aandelen waarvoor geen stem kan worden uitgebracht.
23.4 De algemene vergadering besluit met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen, voor zover de statuten geen grotere meerderheid voorschrijven.
23.5 Onverminderd het elders in deze statuten bepaalde, worden de volgende besluiten door de algemene vergadering genomen met goedkeuring van een preferente meerderheid:
(a) uitgifte van cumulatief preferente aandelen en/of beperking of uitsluiting van het voorkeursrecht ter zake;
(b) conversie van cumulatief preferente aandelen in gewone aandelen; en
(c) statutenwijziging (i) waarbij een nieuwe soort aandelen wordt geïntroduceerd of (ii) waarbij het bedrag wordt gewijzigd van, of deze wijziging onevenredig afbreuk doet aan de financiële of
zeggenschapsrechten verbonden aan, de cumulatief preferente aandelen.
23.6 Blanco stemmen en ongeldige stemmen worden als niet uitgebracht aangemerkt.
23.7 Xxxxxxxxxx over zaken – schorsing en ontslag van personen daaronder begrepen – geschieden mondeling en stemmingen over personen geschieden bij ongetekende gesloten briefjes, tenzij de voorzitter een andere wijze van stemming vaststelt en geen van de ter vergadering aanwezigen zich daartegen verzet.
23.8 Staken de stemmen bij de verkiezing van personen, dan vindt in dezelfde vergadering eenmaal een nieuwe stemming plaats; staken de stemmen dan opnieuw, dan beslist - onverminderd het bepaalde in de volgende zin - het lot. Indien bij verkiezing tussen meer dan twee personen niemand de volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen op zich heeft verenigd, vindt herstemming plaats tussen de twee personen die het grootste aantal stemmen op zich verenigden, zonodig na tussenstemming en/of loting.
Staken de stemmen omtrent een ander voorstel dan hiervoor in dit lid bedoeld, dan is dat voorstel verworpen.
23.9 Waar de statuten bepalen dat de geldigheid van een besluit mede afhankelijk is van het ter vergadering vertegenwoordigde gedeelte van het geplaatste kapitaal en dit gedeelte niet vertegenwoordigd was, kan - voor zover elders in deze statuten niet het tegendeel is bepaald ten aanzien van een aldaar specifiek aangeduid onderwerp - een tweede vergadering worden bijeengeroepen en gehouden, waarin het besluit kan worden genomen onafhankelijk van het in die vergadering vertegenwoordigde gedeelte van het geplaatste kapitaal.
Bij de oproeping tot de tweede vergadering moet worden vermeld dat en waarom daarin een besluit kan worden genomen onafhankelijk van het in die vergadering vertegenwoordigde gedeelte van het geplaatste kapitaal.
De oproeping tot de tweede vergadering heeft eerst plaats na afloop van de eerste vergadering. De tweede vergadering dient binnen zes weken na afloop van de eerste vergadering te worden gehouden.
Artikel 24. Besluitvorming buiten vergadering.
24.1 Tenzij er certificaathouders zijn, kunnen stemgerechtigde aandeelhouders alle besluiten die zij in een algemene vergadering kunnen nemen, ook buiten vergadering nemen, mits zij zich allen schriftelijk ten gunste van het betrokken voorstel uitspreken en mits het besluit wordt genomen met voorkennis van de raad van bestuur. Door of namens de personen die buiten vergadering een besluit hebben genomen, wordt de raad van bestuur en de raad van commissarissen onverwijld in kennis van dat besluit gesteld.
24.2 Van elk buiten vergadering genomen besluit wordt mededeling gedaan in de eerstvolgende algemene vergadering. De bescheiden waaruit van de besluitvorming buiten vergadering blijkt, liggen tijdens voormelde algemene
vergadering ter inzage van de aandeelhouders en de certificaathouders; daarna worden deze bescheiden ingevoegd in het notulenboek.
Artikel 25. Soortvergaderingen.
25.1 Artikel 21 tot en met Artikel 24 zijn van overeenkomstige toepassing op vergaderingen van houders van aandelen van een bepaalde soort, met dien verstande dat in plaats van algemene vergadering, vergadering van houders van aandelen van een bepaalde soort moet worden gelezen, en met dien verstande dat ten aanzien van de vergadering van houders van cumulatief preferente aandelen het volgende geldt:
(a) deze kan ook worden opgeroepen door twee (2) of meer houders van cumulatief preferente aandelen die tezamen ten minste tien procent (10%) van de cumulatief preferente aandelen houden;
(b) deze vergadering steeds zelf haar voorzitter aanwijst;
(c) alleen houders van cumulatief preferente aandelen toegang tot deze vergadering hebben, en dat verder het recht van toegang uitsluitend toekomt aan ieder lid van de AHC en aan iedere persoon die tot het bijwonen van deze vergadering of een gedeelte daarvan is uitgenodigd door de voorzitter.
25.2 Indien alle aandelen van een soort worden gehouden door de Vennootschap, dan wel geen aandelen van een soort zijn geplaatst, komen alle bevoegdheden van de vergadering van aandeelhouders van de desbetreffende soort toe aan de algemene vergadering.
Artikel 26. Boekjaar. Jaarrekening.
26.1 Het boekjaar van de vennootschap is het kalenderjaar.
26.2 Jaarlijks binnen vijf maanden na afloop van het boekjaar, behoudens verlenging van deze termijn met ten hoogste vijf maanden door de algemene vergadering op grond van bijzondere omstandigheden, maakt de raad van bestuur een jaarrekening op en legt deze voor de aandeelhouders en andere personen met vergaderrechten ter inzage ten kantore van de vennootschap. Bij deze stukken worden de in artikel 392, lid 1 van Boek 2 bedoelde gegevens gevoegd. De raad van bestuur zendt de jaarrekening ook toe aan de ondernemingsraad.
26.3 De jaarrekening wordt ondertekend door ieder lid van de raad van bestuur en iedere commissaris. Indien de ondertekening van een of meer leden van de raad van bestuur en/of een of meer commissarissen ontbreekt, wordt daarvan onder opgave van reden melding gemaakt.
26.4 De vennootschap zorgt dat de opgemaakte jaarrekening en, indien vereist, het jaarverslag en de krachtens artikel 392 van Boek 2 toegevoegde gegevens zo spoedig mogelijk, doch niet later dan met ingang van de datum van oproeping tot de algemene vergadering, bestemd tot hun behandeling, op het kantoor van de vennootschap aanwezig zijn. Aandeelhouders en certificaathouders kunnen die
stukken aldaar inzien en er kosteloos een afschrift van verkrijgen.
Artikel 27. Accountant.
27.1 De algemene vergadering verleent - op voorstel van de raad van bestuur en na goedkeuring door de raad van commissarissen - aan een registeraccountant of andere deskundige, als bedoeld in artikel 393 van Boek 2 - beiden hierna aan te duiden als: de deskundige - dan wel een organisatie waarin zodanige deskundigen samenwerken, de opdracht tot onderzoek van de opgemaakte jaarrekening. Gaat de algemene vergadering daartoe niet over, dan is de raad van commissarissen of - zo deze daartoe niet overgaat - de raad van bestuur bevoegd en verplicht de opdracht te verlenen. De algemene vergadering kan de opdracht, als hiervoor in dit lid bedoeld, te allen tijde intrekken en deze aan een andere deskundige verlenen.
27.2 De deskundige brengt omtrent zijn onderzoek verslag uit aan de raad van bestuur en aan de raad van commissarissen. De deskundige geeft de uitslag van zijn onderzoek in een verklaring weer.
27.3 Voor de gevallen waarin de wet dat toestaat, kan het verlenen van de in artikel 27.1 bedoelde opdracht achterwege blijven of kan de opdracht aan een ander dan de aldaar bedoelde deskundige worden verleend.
Artikel 28. Jaarvergadering. Vaststelling jaarrekening.
28.1 Elk jaar wordt ten minste één algemene vergadering gehouden, en wel binnen zes maanden na afloop van het laatst verstreken boekjaar van de vennootschap; deze algemene vergadering wordt hierna aangeduid als: de jaarvergadering.
De agenda voor de jaarvergadering bevat ten minste de volgende onderwerpen:
(a) de behandeling van het jaarverslag over het laatst verstreken boekjaar;
(b) de vaststelling van de jaarrekening over het laatst verstreken boekjaar.
28.2 De in artikel 28.1 vermelde onderwerpen behoeven niet op de agenda voor de jaarvergadering te worden vermeld, indien de termijn voor het opmaken van de jaarrekening is verlengd of een voorstel tot verlenging van die termijn op die agenda is vermeld.
28.3 Vaststelling van de jaarrekening geschiedt door de algemene vergadering.
Na vaststelling van de jaarrekening besluit de algemene vergadering omtrent het verlenen van kwijting aan de leden van de raad van bestuur voor het door hen gevoerde beleid van het afgelopen jaar en de commissarissen voor het door hen gevoerde toezicht van het afgelopen jaar, voor zover van die onderscheiden taakuitoefening blijkt uit de jaarrekening of uit informatie die anderszins voorafgaand aan de vaststelling van de jaarrekening aan de algemene vergadering is verstrekt, een en ander onverminderd het bepaalde in de artikelen 139 en 150 van Boek 2.
28.4 Indien de algemene vergadering geen kennis heeft kunnen nemen van de in Artikel 27 bedoelde accountantsverklaring, kan de jaarrekening niet worden vastgesteld,
tenzij onder de overige gegevens een wettige grond wordt medegedeeld waarom de verklaring ontbreekt.
Artikel 29. Winst en verlies.
29.1 Onder winst wordt in de hierna volgende leden van dit artikel verstaan de winst, zoals deze blijkt uit de vastgestelde winst- en verliesrekening waarbij derhalve rekening is gehouden met onder meer de afschrijving op de goodwill. Onder voor uitkering beschikbare winst wordt uitsluitend in de artikelen 29.10, 29.11 en 29.12 verstaan de winst als in de vorige zin omschreven met uitzondering van de bijzondere baten, zoals die blijken uit de vastgestelde winst- en verliesrekening. Tot de vroegste van (i) de eerste werkdag volgend op het einde van de reguleringsperiode waarop het na eenendertig december tweeduizend eenentwintig eerstvolgende (herziene of nieuwe) methodebesluit ziet en (ii) één januari tweeduizend achtentwintig (de Eerste Reset Datum) is het percentage dat wordt gehanteerd voor de berekening van het dividend op de cumulatief preferente aandelen (het Rendementspercentage) gelijk aan drie procent (3%). Het Rendementspercentage wordt herzien op iedere Reset Datum, waarbij Reset Datum betekent: na het verstrijken van de Eerste Reset Datum of een daarop volgende Reset Datum, steeds het vroegste van (i) de eerstvolgende herziening of vervanging van het dan geldende methodebesluit (waarmee meer precies wordt gedoeld op de datum dat de nieuwe tarieven van kracht worden) of (ii) de vijfde (5e) verjaardag van de meest recent verstreken Reset Datum met inachtneming van Artikel 30. Een Reset Datum zal steeds vallen op één januari, tenzij op voorstel van de raad van bestuur de algemene vergadering besluit dat in enig voorkomend geval met het oog op de juiste toepassing van de vorige volzin een andere datum wordt vastgesteld.
29.2 De vennootschap houdt zowel een preferente winstreserve als een gewone winstreserve aan.
29.3 Met betrekking tot ieder boekjaar wordt bij voorrang aan de houders van cumulatief preferente aandelen eerst een uitkering van dividend gedaan die gelijk is aan het totaal van:
(a) enig bedrag (inclusief samengesteld rendement) dat op grond van artikel 29.7 nog met betrekking tot voorgaande boekjaren moet worden uitgekeerd, voor zover niet reeds toegevoegd aan de preferente winstreserve (het Tekort); en
(b) een bedrag gelijk aan (x) het Rendementspercentage vermenigvuldigd met
(y) het totaal van:
(i) het van dag tot dag gewogen gemiddelde over dat boekjaar van het nominaal op de cumulatief preferente aandelen gestorte bedrag;
(ii) het van dag tot dag gewogen gemiddelde over dat boekjaar van de
preferente agio; en
(iii) het van dag tot dag gewogen gemiddelde over dat boekjaar van de preferente winstreserve welke gevormd dan wel aangevuld wordt bij de vaststelling van de jaarrekening over het betreffende boekjaar,
het totaal van sub (i) tot en met sub (iii): het Preferent Rendement.
29.4 Het Tekort en het Preferent Rendement worden zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk na vaststelling van de jaarrekening over het boekjaar waarover deze zijn berekend uitgekeerd, met inachtneming van artikel 29.5, en in elk geval uiterlijk voor het eind van het daaropvolgende boekjaar, waarbij geldt dat indien het Preferent Rendement na de Compounding Startdatum (zoals hierna gedefinieerd) wordt betaald, het geldende Rendementspercentage ook wordt vergoed over het aldus uit te keren bedrag over de periode vanaf (en niet inbegrepen) die Compounding Startdatum tot en met de dag van daadwerkelijke betaling. Ook de berekening van het te betalen Tekort vindt op grond van artikel 29.7 plaats over de periode tot en met de dag van daadwerkelijke betaling.
In dit Artikel 29 betekent Compounding Startdatum met betrekking tot Preferent Rendement dat is berekend met betrekking tot een boekjaar, het eerdere van: (A) de datum drie (3) werkdagen na de algemene vergadering waarin de jaarrekening met betrekking tot dat boekjaar wordt vastgesteld en waarin het besluit tot het later in dat jaar uitkeren van het Preferent Rendement (volledig of gedeeltelijk) wordt genomen of (B) dertig (30) juni van het daaropvolgende boekjaar.
29.5 De raad van bestuur is telkens bevoegd te besluiten, met goedkeuring van de raad van commissarissen, welk gedeelte van het Tekort en/of het Preferente Rendement wordt/worden gereserveerd. Steeds indien het Tekort en het Preferent Rendement niet volledig worden gereserveerd, wordt het niet gereserveerde bedrag uitgekeerd.
29.6 Indien en voor zover de winst over het desbetreffende boekjaar de uitkering van het Tekort en het Preferent Rendement niet of slechts gedeeltelijk toelaat, zal deze uitkering plaatsvinden ten laste van de vrij uitkeerbare reserves (maar niet ten laste van de preferente agioreserve of de preferente winstreserve), voor zover toegestaan op grond van artikel 29.16 en de wet en met inachtneming van artikel 29.5. Uitkering van enig Tekort en/of Preferent Rendement vinden nimmer plaats ten laste van de preferente agio of de preferente winstreserve, en ook niet ten laste van een vermindering van het nominaal bedrag van de cumulatief preferente aandelen.
29.7 Indien de winst in enig jaar niet voldoende is om het maximale Preferent Rendement voor dat jaar uit te keren en/of te reserveren, komt aan de houders van cumulatief preferente aandelen toe het Tekort, samen met een over dat Tekort (op samengestelde basis) berekende – steeds aan de hand van het voor de desbetreffende periode of deel daarvan geldende Rendementspercentage – extra uitkering over de periode lopend van de Compounding Startdatum waarop het
Tekort wordt vastgesteld tot en met de dag van volledige betaling van dat Tekort, vermeerderd met die extra uitkering.
29.8 Indien in de loop van enig boekjaar een uitgifte van cumulatief preferente aandelen heeft plaatsgevonden, zal voor dat boekjaar het dividend op de desbetreffende nieuw uitgegeven cumulatief preferente aandelen steeds naar rato tot de dag van uitgifte daarvan worden verminderd.
29.9 Jaarlijks wordt allereerst uitgekeerd (i) aan de houder van het aandeel N1 een bedrag gelijk aan één procent (1%) van de nominale waarde van dit aandeel en (ii) aan de houder van het aandeel N2 een bedrag gelijk aan één procent (1%) van de nominale waarde van dit aandeel. Op het aandeel N1 en het aandeel N2 zal geen verdere uitkering plaatsvinden.
29.10 Van de voor uitkering beschikbare winst na toepassing van de artikelen 29.3 tot en met 29.9 kan de raad van bestuur, met goedkeuring van de raad van commissarissen, maximaal vijftig procent (50%) toevoegen aan de gewone winstreserve, waarmee ten minste vijftig procent (50%) van de voor uitkering beschikbare winst beschikbaar is voor de algemene vergadering zoals bepaald in artikel 29.12. Wanneer de financiële positie het toelaat kan ook minder dan vijftig procent (50%) van de voor uitkering beschikbare winst worden toegevoegd aan de gewone winstreserve, waarmee een groter gedeelte beschikbaar komt voor de algemene vergadering. De raad van bestuur en de raad van commissarissen overleggen over een en ander met de AHC.
29.11 In afwijking van het in artikel 29.10 bepaalde geldt tot en met eenendertig december tweeduizend drieëndertig (31 december 2033) (winstbestemming boekjaren tot en met tweeduizend tweeëndertig (2032)) het volgende:
Van de voor uitkering beschikbare winst na toepassing van de artikelen 29.3 tot en met 29.9 zal de raad van bestuur, zonder dat goedkeuring van de raad van commissarissen is vereist, een gedeelte (dat groter kan zijn dan vijftig procent (50%) indien en voor zover dat uit het Aandeelhoudersconvenant voortvloeit) toevoegen aan de gewone winstreserve, zulks met inachtneming van het hieromtrent bepaalde in het Aandeelhoudersconvenant. Het gedeelte van de voor uitkering beschikbare winst dat niet overeenkomstig de vorige zin en met inachtneming van het hieromtrent bepaalde in het Aandeelhoudersconvenant wordt toegevoegd aan de gewone winstreserve, is beschikbaar voor de algemene vergadering zoals bepaald in artikel 29.12. De raad van bestuur en raad van commissarissen overleggen over een en ander met de AHC.
29.12 De algemene vergadering beslist omtrent uitkering van de voor uitkering beschikbare winst, voor zover deze niet conform artikel 29.10 of – tot en met eenendertig december tweeduizend drieëndertig (31 december 2033) – conform artikel 29.11 is gereserveerd. Hetgeen niet wordt uitgekeerd wordt toegevoegd aan
de gewone winstreserve. De raad van bestuur doet, na goedkeuring van de raad van commissarissen, een aanbeveling aan de algemene vergadering omtrent het uit te keren bedrag. De raad van bestuur en de raad van commissarissen overleggen over een en ander met de AHC.
Wanneer door de vennootschap een preferente winstreserve of een Tekort wordt aangehouden, kan tot een uitkering van de winst die beschikbaar is voor de algemene vergadering slechts worden besloten door de algemene vergadering met goedkeuring van een preferente meerderheid.
29.13 De vennootschap kan slechts uitkeringen doen voor zover haar eigen vermogen groter is dan het gestorte en opgevraagde deel van het geplaatste kapitaal vermeerderd met de reserves die krachtens de wet moeten worden aangehouden, en met dien verstande dat:
(a) uitkeringen ten laste van preferente agio of de preferente winstreserve slechts kunnen geschieden op de cumulatief preferente aandelen;
(b) uitkering van preferente agio slechts mogelijk is op voorstel van de raad van bestuur, na goedkeuring van de raad van commissarissen en met goedkeuring van een preferente meerderheid;
(c) uitkeringen ten laste van de preferente winstreserve en uitkeringen van het Tekort slechts kunnen geschieden op voorstel van de raad van bestuur en na goedkeuring van de raad van commissarissen;
(d) uitkeringen op de gewone aandelen slechts kunnen geschieden indien hetzij het Preferent Rendement met betrekking tot alle voorgaande boekjaren volledig is uitgekeerd (hetgeen tevens betekent dat er geen preferente winstreserve is en dat eventuele eerdere Tekorten nadien volledig zijn uitgekeerd), hetzij een preferente meerderheid een dergelijke uitkering heeft goedgekeurd.
29.14 Uitkering van winst geschiedt eerst na vaststelling van de jaarrekening waaruit blijkt dat zij geoorloofd is.
29.15 Door de vennootschap gehouden aandelen of certificaten en aandelen of certificaten die de vennootschap in vruchtgebruik heeft, tellen niet mee bij de berekening van de winstverdeling.
29.16 De algemene vergadering of de raad van bestuur kan in goed overleg met de raad van commissarissen besluiten tot het doen van tussentijdse uitkeringen op de gewone aandelen ten laste van het over het betrokken boekjaar te verwachten dividend, indien:
(a) het Preferent Rendement met betrekking tot alle voorgaande boekjaren volledig is uitgekeerd (hetgeen tevens betekent dat er geen preferente winstreserve is en dat eventuele eerdere Tekorten nadien volledig zijn uitgekeerd);
(b) na uitkering de vennootschap nog steeds in staat is het volledige Preferente Rendement over dat betrokken boekjaar (in het daaropvolgende boekjaar) uit te keren conform artikel 29.4; en
(c) aan het bepaalde in artikel 29.13 is voldaan blijkens een tussentijdse vermogensopstelling, als bedoeld in artikel 105, lid 4 Boek 2.
29.17 Tenzij de algemene vergadering een andere termijn vaststelt, worden dividenden binnen dertig dagen na vaststelling ter beschikking gesteld.
29.18 De algemene vergadering kan besluiten dat dividenden op gewone aandelen geheel of gedeeltelijk in een andere vorm dan in contanten zullen worden uitgekeerd. Uitkeringen op cumulatief preferente aandelen vinden steeds in contanten plaats.
29.19 Ten laste van door de wet voorgeschreven reserves mag een tekort slechts worden gedelgd indien en voor zover de wet dat toestaat. Tot uitkeringen ten laste van andere dan de hiervoor genoemde reserves kan de algemene vergadering besluiten met een drie vierde meerderheid van de uitgebrachte stemmen op voorstel van de raad van bestuur en na goedkeuring van de raad van commissarissen, onverminderd artikel 29.12.
29.20 Is de som van het gestorte en opgevraagde deel van het kapitaal en de reserves die krachtens de wet moeten worden aangehouden, geringer dan het laatst vastgestelde wettelijk minimumkapitaal, dan moet de vennootschap een reserve aanhouden ter grootte van het verschil.
Artikel 30. Rendementspercentage
30.1 Het Rendementspercentage wordt op iedere Reset Datum herzien en vastgesteld door (i) de raad van bestuur, met de voorafgaande goedkeuring van de AHC, of (ii) de algemene vergadering overeenkomstig een voorstel daartoe door de raad van bestuur, conform de volgende leden van dit Artikel 30.
30.2 Indien overeenkomstig de slotzin van artikel 29.1 een Reset Datum wordt vastgesteld die afwijkt van één januari, bedraagt het Rendementspercentage over dat boekjaar het gewogen gemiddelde van het Rendementspercentage berekend over het aantal kalenderdagen vanaf (en met inbegrip van) de aanvang van dat boekjaar tot en met de Reset Datum en het Rendementspercentage zoals herzien op grond van dit Artikel 30 vanaf de Resetdatum tot en met de laatste kalenderdag van het desbetreffende boekjaar van de vennootschap.
30.3 Het Rendementspercentage bestaat uit de volgende elementen (Building Blocks
en ieder: een Building Block):
(a) voorwaardelijk op wijzigingen overeenkomstig artikel 30.11 (Benchmark Replacement), de vijf (5)-jaars mid-swap rate zoals gepubliceerd door Bloomberg op pagina EUSA5 ICPL Index (de Swap Rate); plus
(b) senior unsecured spread zoals van toepassing op de vennootschap's senior schuld financiering met een vijf (5)-jaarslooptijd (de Senior Spread); plus
(c) sub-senior spread zoals van toepassing op de vennootschap's hybride financiering met een eerste call datum van vijf (5) jaar (de Sub-Senior Spread); plus
(d) een vaste opslag van honderd (100) basispunten (perpetuity and deep subordination spread) (de PADS Spread),
de Swap Rate, de Senior Spread en de Sub-Senior Spread hierna gezamenlijk: de
Hybride Prijs.
30.4 De Senior Spread en de Sub-Senior Spread worden vastgesteld door de algemene vergadering en de raad van bestuur gezamenlijk, op voorstel van de raad van bestuur en nadat de AHC in de gelegenheid is gesteld om hierover advies uit te brengen aan de algemene vergadering, en waarbij de AHC het voorstel van de raad van bestuur kan laten valideren door een door de AHC aan te wijzen financiële instelling of andere onafhankelijke derde.
30.5 Het voorstel van de raad van bestuur wordt bepaald op basis van een uitvraag door of namens de raad van bestuur bij drie financiële instellingen die door de raad van bestuur in overleg met de AHC alsdan zullen worden geselecteerd. In het voorstel van de raad van bestuur wordt voor iedere Building Block (behoudens de PADS Spread) opgenomen de waarde die daartoe is aangegeven door de financiële instelling wiens aangegeven waarde ligt tussen de waardes daartoe aangegeven door de twee andere financiële instellingen. Door of namens de raad van bestuur zal aan de financiële instellingen verzocht worden zich ten aanzien van de waardebepaling voor de Senior Spread en de Sub-Senior Spread te baseren op een peilmoment zowel negen maanden, zes maanden, drie maanden als vijf werkdagen voorafgaand aan de betreffende Reset Datum en de financiële instellingen zullen vervolgens van deze vier peilmomenten de gemiddelde waarde nemen en voor zowel de Senior Spread als de Sub-Senior Spread. Ten aanzien van de waardebepaling voor de Swap Rate wordt de waarde gehanteerd die daartoe zichtbaar is op de Bloomberg-pagina hiervoor genoemd in de definitie van Swap Rate op één peilmoment zijnde vijf werkdagen voorafgaand aan de betreffende Reset Datum.
30.6 Indien de algemene vergadering en de raad van bestuur er niet in slagen om de Senior Spread en de Sub-Senior Spread gezamenlijk vast te stellen binnen twintig
(20) werkdagen na het voorstel van de raad van bestuur daartoe overeenkomstig artikel 30.4, kan de raad van bestuur of een preferente meerderheid voorstellen dat over het verschil van inzicht wordt besloten door een onafhankelijk expert zijnde een lid zijn van het Valuation & Modelling team van één van KPMG, Deloitte, EY of PricewaterhouseCoopers (niet zijnde de accountant van de vennootschap) met ten minste tien (10) jaar werkervaring (de Onafhankelijk Expert). Indien de raad van bestuur en een preferente meerderheid het niet eens worden over de benoeming
van de Onafhankelijk Expert binnen vijf (5) werkdagen na een voorstel tot de benoeming daarvan, dan heeft de raad van bestuur en heeft een preferente meerderheid het recht om de voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Register Valuators (NiRV) te verzoeken om een Onafhankelijk Expert te benoemen.
30.7 De Senior Spread en de Sub-Senior Spread worden telkens herzien met effect vanaf de eerste werkdag van de Reset Datum.
30.8 De volgende regelingen gelden met betrekking tot de werkwijze en procedures van de Onafhankelijk Expert:
(a) de Onafhankelijk Expert zal beslissen als bindend adviseur (en niet als arbiter);
(b) de Onafhankelijk Expert zal toegang krijgen, en de raad van bestuur en de gezamenlijk handelende houders van cumulatief preferente aandelen zullen hem op eerste verzoek toegang verlenen tot en kopieën verstrekken van, alle boeken en bescheiden, en hij zal in de gelegenheid worden gesteld te overleggen met ieder van de raad van bestuur en de gezamenlijk handelende houders van cumulatief preferente aandelen, zoals door de Onafhankelijk Expert redelijkerwijs nodig geacht in verband met het opstellen van diens bindend advies. Ieder van de raad van bestuur en de gezamenlijk handelende houders van cumulatief preferente aandelen zal de Onafhankelijk Expert alle medewerking verlenen die nodig is voor het opstellen van diens bindend advies;
(c) de Onafhankelijk Expert zal worden gevraagd om binnen twintig (20) werkdagen als bindend advies de Senior Spread en de Sub-Senior Spread te bepalen;
(d) de Onafhankelijk Expert zal vertrouwelijk omgaan met alle boeken, bescheiden en overige informatie verkregen in verband met het bindend advies (waaronder het bestaan daarvan);
(e) de kosten van de Onafhankelijk Expert en het bindend advies worden gedragen door de in het ongelijk, of in overwegende mate in het ongelijk, gestelde partij, zijnde de raad van bestuur of de gezamenlijk handelende houders van cumulatief preferente aandelen (ongeacht dat iedere partij haar eigen (adviseurs) kosten draagt);
(f) het bindend advies van de Onafhankelijk Expert, en de aldus vastgestelde Senior Spread en de Sub-Senior Spread, zijn finaal en bindend voor de raad van bestuur en de aandeelhouders.
30.9 Het Rendementspercentage zal vanaf de Eerste Reset Datum op ieder moment gelijk zijn aan of hoger zijn dan de Floor (zoals hierna gedefinieerd) en niet hoger zijn dan de Cap (zoals hierna gedefinieerd).
In dit Artikel 30 betekent:
(a) Floor: met effect vanaf de eerste werkdag van de Reset Datum, de PADS Spread plus het hogere van (i) de Hybride Prijs en (ii) nul procent (0%); en
(b) Cap: met effect vanaf de eerste werkdag van de Reset Datum, het voor schuldratio aangepaste nominale rendement op eigen vermogen zoals vastgesteld door de Autoriteit Consument & Markt in het methodebesluit voorafgaand aan de inwerkingtreding van de betreffende reguleringsperiode. De schuldratio (gearing) in de berekening van de equity beta in het methodebesluit zal aangepast worden aan de daadwerkelijke schuldratio van de vennootschap om de Cap vast te stellen. De gearing van de vennootschap zal berekend worden op basis van boekwaardes van het eigen vermogen en de rentedragende schulden per de laatste gerapporteerde balans van de vennootschap.
30.10 Indien op een Reset Datum de Cap minder bedraagt dan de Floor, of zodra dit redelijkerwijs voorzienbaar is (een dergelijke situatie: een Cap Floor Conflict), dan geldt het volgende:
(a) De raad van bestuur en de AHC treden met elkaar in gesprek over de uitwerking van de Cap en de Floor in de gegeven omstandigheden. De vennootschap en de AHC streven er daarbij naar om tot een gezamenlijk voorstel te komen aan de houders van cumulatief preferente aandelen ten aanzien van het Cap Floor Conflict (inclusief de hoogte van het Rendementspercentage, en (indien toepasselijk) dat het Rendementspercentage zou kunnen zien op een kortere periode dan de periode die eindigt op de eerstvolgende Reset Datum), waarbij geldt dat dit voorstel niet zal leiden tot:
(i) een Rendementspercentage dat lager is dan de PADS Spread; of
(ii) een Rendementspercentage dat hoger is dan de Cap (tenzij de Cap lager zou zijn dan de PADS Spread, in welk geval sub (i) hiervoor prevaleert over deze sub (ii)).
(b) Indien de raad van bestuur en de AHC komen tot een gezamenlijk voorstel dan wordt dit voorstel ter goedkeuring voorgelegd aan de houders van cumulatief preferente aandelen. Indien het voorstel met een preferente meerderheid wordt goedgekeurd, dan geldt vanaf de Reset Datum het Rendementspercentage als aldus vastgesteld.
(c) Indien (i) de raad van bestuur en de AHC niet komen tot een gezamenlijke voorstel ten aanzien van het Cap Floor Conflict binnen twintig (20) werkdagen na de vaststelling van het Cap Floor Conflict of (ii) indien wel een gezamenlijke voorstel is bereikt, maar dit voorstel niet wordt goedgekeurd door een preferente meerderheid binnen twintig (20)
werkdagen na voorlegging van het voorstel ter goedkeuring, dan wordt het Cap Floor Conflict beslecht door een Onafhankelijk Expert waarbij artikel
30.8 mutatis mutandis van toepassing is. In afwijking van artikel 30.8(c) heeft de Onafhankelijk Expert daarbij als opdracht om binnen twintig (20) werkdagen in redelijkheid een aangepaste Hybride Prijs vast te stellen uitgaande van genormaliseerde marktomstandigheden, waarbij de Onafhankelijk Expert eveneens kan besluiten dat zijn vaststelling ziet op een kortere periode dan de periode die eindigt op de eerstvolgende Reset Datum (in welk geval een reset zal plaatsvinden per de afloop van de aldus vastgestelde kortere periode, en die datum, geldt als Reset Datum). De Hybride Prijs en het Rendementspercentage aldus vastgesteld door de Onafhankelijk Expert is bindend voor ieder van de partijen en geldt vanaf de Reset Datum.
(d) Het Rendementspercentage zoals vastgesteld door de Onafhankelijk Expert kan:
(i) nooit lager kan zijn dan de PADS Spread; en
(ii) nooit hoger kan zijn dan de Cap (tenzij de Cap lager zou zijn dan de PADS Spread, in welk geval sub (i) hiervoor prevaleert over deze sub (ii)).
30.11 De Swap Rate dient te worden vervangen (de Swap Rate vervanging) indien:
(a) de vennootschap en de houders van cumulatief preferente aandelen (besluitend met een preferente meerderheid) gezamenlijk besluiten tot vervanging van de Swap Rate voor een andere benchmarkrente;
(b) de beheerder van Swap Rate insolvent is en er geen opvolgend beheerder is om de Swap Rate te blijven verstrekken;
(c) de beheerder van de Swap Rate publiekelijk aankondigt dat deze is gestopt, of zal stoppen, om de Swap Rate permanent of voor onbepaalde tijd te verstrekken en er geen opvolgend beheerder is om de Swap Rate te blijven verstrekken; of
(d) de toezichthouder van de beheerder van de Swap Rate maakt publiekelijk bekend dat de Swap Rate (i) permanent of voor onbepaalde tijd is of zal worden stopgezet of (ii) niet langer gebruikt mag worden.
30.12 In het geval van een Swap Rate vervanging zullen de raad van bestuur en de houders van cumulatief preferente aandelen (besluitend met een preferente meerderheid) gezamenlijk in overleg treden over:
(a) een vervangende benchmark;
(b) wijziging van de bepalingen van de betreffende investeringsdocumenten en de statuten uitsluitend om deze aan te passen aan het gebruik van de vervangende benchmark; en
(c) het gebruik van de vervangende benchmark als Building Block voor de berekening van het Rendementspercentage (inclusief, maar niet beperkt tot, eventuele daaruit voortvloeiende wijzigingen die nodig zijn om de vervangende benchmark te gebruiken voor de doeleinden van dit Artikel 30).
30.13 Indien de raad van bestuur en een preferente meerderheid binnen twintig (20) werkdagen geen overeenstemming hebben bereikt met betrekking tot hetgeen is bepaald in artikel 30.12, dan kan de raad van bestuur dan wel een preferente meerderheid ervoor kiezen om het geschil te verwijzen naar een Onafhankelijk Expert in welk geval artikel 30.8 mutatis mutandis van toepassing is. In afwijking van artikel 30.8(c) heeft de Onafhankelijk Expert daarbij als opdracht om binnen twintig (20) werkdagen enkel de vervangende benchmark vast te stellen, en op die basis tevens het Rendementspercentage vast te stellen. De vervangende benchmark en het daarop gebaseerde Rendementspercentage aldus vastgesteld door de Onafhankelijk Expert zijn bindend.
Artikel 31. Statutenwijziging. Fusie. Splitsing.
31.1 Voor een besluit tot statutenwijziging, fusie of splitsing van de vennootschap is een meerderheid van ten minste drie vierden van de uitgebrachte stemmen vereist in de algemene vergadering; deze meerderheid dient ten minste twee derde van het geplaatste kapitaal te vertegenwoordigen.
31.2 Een besluit tot statutenwijziging dat wijziging brengt in:
(a) de Bijzondere Besluitvormingsprocedure (voor wat betreft inhoud, toepasselijkheid en/of gevolgen); en/of
(b) de rechten en/of verplichtingen die in deze statuten zijn verbonden aan het aandeel N1 en/of het aandeel N2; en/of
(c) artikel 16.4; en/of
(d) artikel 19.3; en/of
(e) artikel 31.1; en/of
(f) dit artikel 31.2; en/of
(g) artikel 32.1,
kan slechts worden genomen na goedkeuring van de N1 aandeelhouder.
31.3 Voor een besluit tot statutenwijziging waarbij, anders dan overeenkomstig deze statuten, wordt afgeweken van artikel 158, leden 2, 4 tot en met 7 en/of de laatste zin van lid 9 van Boek 2, is de voorafgaande goedkeuring van de raad van commissarissen en de toestemming van de ondernemingsraad vereist.
Een besluit tot statutenwijziging (i) waarbij een nieuwe soort aandelen wordt geïntroduceerd of (ii) waarbij het bedrag wordt gewijzigd van, of deze wijziging onevenredig afbreuk doet aan de financiële of zeggenschapsrechten verbonden aan, de cumulatief preferente aandelen, kan slechts worden genomen met inachtneming
van artikel 23.5.
Wanneer aan de algemene vergadering een voorstel tot wijziging van de statuten zal worden gedaan, moet dit steeds bij de oproeping tot de algemene vergadering worden vermeld. Degenen die de oproeping hebben gedaan, moeten tegelijkertijd een afschrift van dat voorstel, waarin de voorgedragen wijziging woordelijk is opgenomen, op het kantoor van de vennootschap ter inzage leggen van de aandeelhouders en de certificaathouders. Bij gebreke daarvan kan over het voorstel slechts wettig worden besloten indien is voldaan aan alle in artikel 21.4 gestelde vereisten.
31.4 De aandeelhouders en de certificaathouders moeten in de gelegenheid worden gesteld van de dag van de nederlegging van het voorstel tot statutenwijziging tot na afloop van de algemene vergadering waarin dat voorstel wordt behandeld, een afschrift daarvan te verkrijgen. Deze afschriften worden kosteloos verstrekt.
31.5 Indien de vennootschap bij een juridische fusie of splitsing als verkrijgende vennootschap optreedt, kan het besluit tot fusie of splitsing door de raad van bestuur genomen worden. Lid 1, tweede zin van artikel 334ff Boek 2 vindt eveneens overeenkomstige toepassing.
Artikel 32. Ontbinding en vereffening.
32.1 De algemene vergadering is bevoegd te besluiten tot ontbinding van de vennootschap, mits met inachtneming van de in artikel 31.1 gestelde vereisten, waarbij geldt dat een besluit tot ontbinding van de vennootschap slechts kan worden genomen na goedkeuring door de N1 aandeelhouder.
32.2 De vennootschap blijft na haar ontbinding voortbestaan voor zover dat voor de vereffening van haar vermogen noodzakelijk is.
32.3 In stukken en aankondigingen die van de ontbonden vennootschap uitgaan moet aan haar naam worden toegevoegd 'in liquidatie'.
32.4 Tenzij de algemene vergadering anders besluit of de wet anders bepaalt, treden de leden van de raad van bestuur als vereffenaars van het vermogen van de ontbonden vennootschap op.
32.5 De vereffenaars doen aan ieder handelsregister waarin de vennootschap moet zijn ingeschreven de met de ontbinding en de vereffening verband houdende wettelijk vereiste opgaven.
32.6 Uit hetgeen van het vermogen van de ontbonden vennootschap resteert na voldoening van al haar schulden, wordt eerst overgedragen aan de houders van cumulatief preferente aandelen, naar evenredigheid van het gezamenlijk bedrag van ieders cumulatief preferente aandelen:
(a) het bedrag dat op grond van artikel 29.3 dient te worden uitgekeerd, berekend over de periode vanaf de één januari die volgt op het laatste boekjaar waarover alsdan een jaarrekening is vastgesteld;
(b) het bedrag dat op grond van artikel 29.3 dient te worden uitgekeerd, berekend over het laatste boekjaar waarover alsdan een jaarrekening is vastgesteld, doch slechts indien en voor zover dit bedrag niet reeds was uitgekeerd of toegevoegd aan de preferente winstreserve;
(c) het bedrag van de preferente winstreserve, met dien verstande dat indien evenwel uit deze preferente winstreserve is geput ter delging van verlies, dit bedrag wordt vermeerderd met het bedrag dat aan de preferente winstreserve ter delging van verlies is onttrokken;
(d) het bedrag van de preferente agio;
(e) het nominaal op de cumulatief preferente aandelen gestorte bedrag, waarbij geldt dat indien het voor uitkering beschikbare bedrag kleiner is dan de som van hetgeen op de cumulatief preferente aandelen moet worden uitgekeerd op grond van sub (a) tot en met sub (e), de over te dragen bedragen worden verminderd naar evenredigheid van de bedragen zoals die anders zouden zijn uitgekeerd.
32.7 Uit hetgeen na toepassing van artikel 32.6 is overgebleven, wordt eerst uitgekeerd de nominale waarde van het aandeel N1 aan de houder van het aandeel N1 en de nominale waarde van het aandeel N2 aan de houder van het aandeel N2, en hetgeen daarna overblijft wordt aan de houders van de gewone aandelen overgedragen naar evenredigheid van het gezamenlijk bedrag van ieders gewone aandelen.
32.8 Na voltooiing van de vereffening blijven de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de ontbonden vennootschap gedurende zeven (7) jaren berusten bij degene die daartoe schriftelijk door de vereffenaars is aangewezen.