1
MST/403756.01
1.1 In deze statuten hebben de volgende begrippen de daarachter vermelde betekenis:
(a) Algemene Vergadering: de algemene vergadering (van de Leden) van de Coöperatie in de zin van de wet;
(b) Artikel: een artikel van de onderhavige Statuten;
Belet: belet als bedoeld in artikel 2:53a juncto 2:47 lid 5 van het Burgerlijk Wetboek, waaronder begrepen de situatie dat de desbetreffende persoon schriftelijk heeft aangegeven dat sprake is van belet gedurende een bepaalde periode;
(c) Bestuur: het bestuur van de Coöperatie in de zin van de wet;
(d) Bestuurder: elk lid van het Bestuur;
(e) Commissaris: een lid van de Raad van Commissarissen;
(f) Coöperatie: de coöperatie waarvan de interne organisatie wordt beheerst door deze Statuten;
(g) Huishoudelijk Reglement: het huishoudelijk reglement van de Coöperatie als bedoeld in Artikel 37.2;
(h) Ledenovereenkomst: de overeenkomst tussen ieder afzonderlijk Lid en de Coöperatie als bedoeld in Artikel 11;
(i) Lid: een lid van de Coöperatie in de zin van de wet;
(j) Lidmaatschap: het lidmaatschap van de Coöperatie;
(k) Lidmaatschapseis: de eis die gesteld wordt aan het Lidmaatschap als bedoeld in Artikel 5.2;
(l) Lidmaatschapsrecht: met betrekking tot een Lid, alle rechten,
verplichtingen en contractuele verhoudingen van het betreffende Lid ten opzichte van de Coöperatie en de andere Leden, voortvloeiend uit het Lidmaatschap, de Statuten, de wet en tussen de Coöperatie en het desbetreffende Lid gesloten Ledenovereenkomst(en);
(m) Personenvennootschap: een maatschap, een vennootschap onder firma, een commanditaire vennootschap of een andere rechtsvorm die hiervoor in de plaats komt of aan wordt toegevoegd door wijziging van de wet, indien en voor zover deze geen rechtspersoonlijkheid heeft;
(n) Raad van Commissarissen: de raad van commissarissen van de Coöperatie in de zin van de wet;
(o) Rechtspersoon: een coöperatie respectievelijk vereniging naar
Nederlands recht;
(p) schriftelijk: bij brief, e-mail of door een op andere wijze langs elektronische weg toegezonden leesbaar en reproduceerbaar bericht, mits
de identiteit van de verzender met afdoende zekerheid kan worden vastgesteld;
(q) Statuten: de statuten van de Coöperatie, zoals die van tijd tot tijd luiden;
(r) Supporters: heeft de betekenis daaraan toegekend in Artikel 4.6.
1.2 Overal waar in deze Statuten over een persoon in hij-vorm wordt gesproken, is de zij-vorm daaronder begrepen.
1.3 Indien aan woorden in de enkelvoudsvorm een gedefinieerde betekenis wordt toegekend, wordt daaronder mede de meervoudsvorm begrepen.
2.1 De Coöperatie draagt de naam: COÖPERATIE ENERGIE SAMEN U.A.
2.2 De Coöperatie is gevestigd in de gemeente Utrecht.
2.3 De Coöperatie is opgericht voor onbepaalde tijd.
2.4 De Leden en de voormalige Leden zijn niet verplicht bij te dragen in een eventueel tekort bestaande ten tijde van de ontbinding van de Coöperatie.
3.1 De Coöperatie stelt zich ten doel:
(a) in bepaalde stoffelijke behoeften van haar Leden te voorzien, waaronder het besparen van kosten, door met hen Xxxxxxxxxxxxxxxxxxx te sluiten in het bedrijf dat zij te dien einde ten behoeve van haar Leden uitoefent of doet uitoefenen;
(b) het uitvoeren van alle handelingen gerelateerd aan het bovenstaande welke daaruit voortkomen of welke daaraan aanvullend of bevorderlijk zijn, waaronder begrepen, maar niet daartoe beperkt:
(i) het versterken van maatschappelijk eigenaarschap in het kader van de energietransitie naar een duurzame samenleving;
(ii) het bevorderen van een wet- en regelgevend kader voor het verkrijgen van omstandigheden die gunstig zijn voor de ontwikkeling van coöperatieve duurzame energieprojecten, zoals wind-, zon- en warmteprojecten;
(iii) het actief betrekken van zowel kleine als grote energiecoöperaties, -verenigingen en -stichtingen en daarmee de Nederlandse burger bij:
(A) de exploitatie en het gebruik van de op Nederlands grondgebied beschikbare duurzame energiebronnen, zoals zon en wind;
(B) de energiebesparing in de gebouwde omgeving;
(C) de opwekking en gebruik van duurzame warmte, met lage en hoge temperatuur, ten behoeve van de gebouwde omgeving;
(D) de verduurzaming van mobiliteit;
(E) het in de toekomst worden van een gemeenschap van mensen die alle soorten energie die ze gebruikt zelf individueel en of collectief opwekt, zelf individueel of collectief opslaat en toewerkt naar gericht gebruik van
energie op momenten dat het beschikbaar is;
(iv) het versterken van de positie van energiegemeenschappen in de duurzame energievoorziening,
al het bovenstaande in de ruimste zin van het woord.
3.2 De Coöperatie tracht haar in Artikel 3.1 omschreven doel te bereiken door het uitvoeren of doen uitvoeren van de volgende ondernemingsactiviteiten in eigen naam en voor eigen rekening en risico:
(a) belangenbehartiging ten behoeve van alle Leden op nationaal en internationaal niveau bij alle relevante overheden, instituties en organisaties, en daar waar nuttig en nodig samen met Leden op regionaal of lokaal niveau;
(b) het voeren van overleg met netbeheerders over reguleringsvoorwaarden en in voorkomend geval het voeren van juridische procedures over deze reguleringsvoorwaarden;
(c) het bevorderen van het draagvlak voor energiegemeenschappen bij burgers, overheden en politiek, door het verzorgen van relevante communicatie in nieuwsbrieven, uitingen in de media, informatieverstrekking via events en webinars, en lobby;
(d) het zorgen voor toegang tot relevante kennis voor de Leden, het ontwikkelen van de kennis in samenwerking met de Leden en het delen en verspreiden ervan;
(e) het ontwikkelen en zorgen voor toegang tot financiële instrumenten ter ondersteuning van de ontwikkeling van een coöperatieve duurzame energievoorziening in handen van de Leden;
(f) het samen met de Leden innoveren en ontwikkelen van nieuwe instrumenten die de Leden in staat stellen op een professionele manier een energieketen van productie tot levering en de bijbehorende financiële stromen in eigendom te bedrijven;
(g) het beheren, bewerken en gebruiken van voor de activiteit onder (e) noodzakelijke data en het ontwikkelen en (laten) beheren van de daarbij behorende informatietechnologie(IT)-systemen;
(h) het bevorderen van de samenwerking tussen leden en het helpen tot stand komen van professionele regionale organisaties, ter ondersteuning van de lokale Leden;
(i) het ontwikkelen en uitvoeren van diensten in de breedste zin van het woord, ter ondersteuning van de ontwikkeling en bedrijfsvoering van de Leden;
(j) het oprichten van nieuwe rechtspersonen, ten behoeve van het effectief behalen van de doelen;
(k) het verrichten van alle verdere handelingen, die met het vorenstaande in de ruimste zin verband houden of daartoe bevorderlijk kunnen zijn.
3.3 De middelen van de Coöperatie bestaan uit:
(a) contributies van de Leden;
(b) bijdragen van Supporters;
(c) giften, erfstellingen, legaten, subsidies;
(d) leningen van leden, onder de voorwaarden en bedingen als geregeld in een leningsreglement;
(e) leningen van derden;
(f) andere geldmiddelen.
4.1 Het Lidmaatschap moet schriftelijk worden aangevraagd bij het Bestuur.
4.2 Leden van de Coöperatie kunnen slechts zijn Rechtspersonen die een Ledenovereenkomst hebben met de Coöperatie.
4.3 Het Bestuur is bevoegd om – al dan niet voorwaardelijk – ontheffing te verlenen van de Lidmaatschapseis. Een besluit tot ontheffing kan slechts worden genomen met unanimiteit van stemmen, uitgebracht in een vergadering waarin alle in functie zijnde Bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd zijn. Een besluit tot ontheffing behoeft de goedkeuring van de Raad van Commissarissen.
4.4 Het Bestuur beslist over toelating. Het Bestuur geeft van een besluit omtrent toelating onverwijld schriftelijk bericht aan de aanvrager. Xxxxx (een besluit tot) niet-toelating staat beroep open bij de Algemene Vergadering.
4.5 leder Lid betaalt een jaarlijkse contributie, waarvan de hoogte op voorstel van het Bestuur jaarlijks door de Algemene Vergadering wordt vastgesteld.
4.6 Supporters zijn natuurlijke personen en rechtspersonen die de Coöperatie ondersteunen en als zodanig door het Bestuur zijn aangemerkt. Supporters zijn geen Lid en hebben geen stemrecht, maar hebben wel toegang tot de Algemene Vergadering. Het Bestuur besluit of een persoon kwalificeert en wordt toegelaten als Supporter. Het bepaalde in de Artikelen 7 tot en met 10 is van overeenkomstige toepassing op het eindigen van het Supporterschap.
Artikel 5. Ledenregister
5.1 Het Bestuur houdt een register bij waarin de namen en adressen van alle Leden zijn opgenomen.
5.2 Het ledenregister kan in digitale vorm worden aangehouden.
5.3 leder Lid is verplicht om aan de Coöperatie schriftelijk opgave te doen van de gegevens als bedoeld in Artikel 5.1 alsmede wijzigingen daarin.
5.4 Het Bestuur verstrekt kosteloos op verzoek van een Lid een uittreksel uit het ledenregister ter zake van zijn Lidmaatschap en het daaraan verbonden Lidmaatschapsrecht. Het Bestuur legt het ledenregister voor de Leden ter inzage ten kantore van de Coöperatie of op een andere daartoe geschikte plaats, met dien verstande dat ieder Lid slechts inzage heeft in dat deel van het ledenregister dat betrekking heeft op haar/zijn Lidmaatschap.
6.1 Het Lidmaatschap en het daaraan verbonden Lidmaatschapsrecht is persoonlijk en is derhalve niet voor overdracht en overgang vatbaar.
6.2 Het Lidmaatschap van een Rechtspersoon die door fusie of splitsing ophoudt te bestaan, gaat, mits het Bestuur hieraan zijn goedkeuring verleent, over op de verkrijgende Rechtspersoon onderscheidenlijk overeenkomstig de aan de akte van splitsing gehechte beschrijving over op één van de verkrijgende Rechtspersonen.
6.3 Verpanding van een Lidmaatschap en het daaraan verbonden
Lidmaatschapsrecht is niet toegestaan.
7.1 Het Lidmaatschap van een Lid eindigt doordat die Rechtspersoon ophoudt te bestaan zonder rechtsopvolger onder algemene titel of vergelijkbare rechtsfiguur, onverminderd het bepaalde in Artikel 6.2.
7.2 Voorts eindigt het Lidmaatschap en daaraan verbonden Lidmaatschapsrecht van een Lid met inachtneming van het bepaalde in Artikel 8 tot en met Artikel 10 door:
(a) opzegging door het Lid;
(b) opzegging door de Coöperatie aan het Lid; respectievelijk
(c) ontzetting van het Lid.
7.3 Wanneer het Lidmaatschap in de loop van een boekjaar eindigt (op welke wijze dan ook), blijft desniettemin de jaarlijkse bijdrage voor het geheel verschuldigd en blijft het betrokken Lid – totdat de tussen de Coöperatie en het desbetreffende Lid gesloten Xxxxxxxxxxxxxxxxx met inachtneming van het daarin bepaalde is geëindigd – gebonden aan (alle diens verplichtingen jegens de Coöperatie uit hoofde van) voormelde Ledenovereenkomst.
7.4 Door beëindiging van het Lidmaatschap, op welke wijze dan ook, verliest het Lid alle daaraan verbonden Lidmaatschapsrechten en is het Lid verplicht op eerste aanmaning van het Bestuur alle bedragen die het uit welken hoofde dan ook aan de Coöperatie verschuldigd mocht zijn, in de kas van de Coöperatie te storten.
8.1 Een Lid kan het Lidmaatschap slechts opzeggen tegen het einde van het boekjaar en met inachtneming van een opzeggingstermijn van drie (3) maanden.
8.2 Een opzegging in strijd met het bepaalde in Artikel 8.1, doet het Lidmaatschap en daaraan verbonden Lidmaatschapsrecht eindigen op het vroegst toegelaten tijdstip volgende op de datum waartegen was opgezegd.
8.3 Echter, het Lidmaatschap kan onmiddellijk door opzegging door een Lid worden beëindigd, indien:
(a) van het Lid redelijkerwijs niet gevergd kan worden het Lidmaatschap te laten voortduren; of
(b) een besluit is genomen waarbij de rechten van het Lid zijn beperkt of zijn verplichtingen zijn verzwaard dan wel een besluit tot omzetting van de Coöperatie in een andere rechtsvorm of tot fusie of splitsing in de zin van Boek 2, Titel 7 van het Burgerlijk Wetboek, is genomen en het Lid binnen een maand nadat het besluit hem bekend is geworden het Bestuur in kennis heeft gesteld van zijn voornemen het Lidmaatschap met onmiddellijke ingang te willen beëindigen.
In geval van opzegging door het Lid als bedoeld onder (b) is het besluit waarbij de rechten van het Lid zijn beperkt of zijn verplichtingen zijn verzwaard, niet op dat Lid van toepassing. De bevoegdheid tot opzegging door een Lid als bedoeld onder
(b) geldt niet voor het geval van wijziging van geldelijke rechten en verplichtingen, indien de geldelijke rechten met niet meer dan vijfentwintig (25) procent worden beperkt respectievelijk de geldelijke verplichtingen met niet meer dan vijfentwintig
(25) procent worden verzwaard.
8.4 Opzegging van het Lidmaatschap kan slechts geschieden door een door het Lid
ondertekende, gedagtekende, schriftelijke verklaring. Het Lid dat de opzegging doet, ontvangt hiervan een schriftelijke bevestiging van het Bestuur.
9.1 Het Bestuur kan besluiten tot het doen van een opzegging door de Coöperatie aan een Lid:
(a) het desbetreffende Lid heeft opgehouden te voldoen aan de op hem van toepassing zijnde Lidmaatschapseis (voor zover het Lid hiervan niet – al dan niet voorwaardelijk – is vrijgesteld);
(b) wanneer een Lid zijn verplichtingen tegenover de Coöperatie niet nakomt of de belangen van de Coöperatie schaadt, in welk geval de opzegging alleen kan plaatshebben tegen het einde van het lopende boekjaar met inachtneming van een termijn van ten minste drie (3) maanden.
(c) wanneer redelijkerwijs van de Coöperatie niet gevergd kan worden het Lidmaatschap te laten voortduren, in welk geval de opzegging met onmiddellijke ingang kan plaatshebben.
9.2 De opzegging van het Lidmaatschap wordt door het Bestuur aan de betrokkene per aangetekende brief ter kennis gebracht, onder vermelding van de gronden waarop de opzegging rust. Tegen deze opzegging staat de betrokkene binnen een maand na de ontvangst van de kennisgeving van het besluit beroep open bij de Algemene Vergadering. Hij wordt daartoe ten spoedigste schriftelijk van het besluit met opgave van redenen in kennis gesteld. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het Lid geschorst met dien verstande evenwel dat het geschorste Lid toegang heeft tot de Algemene Vergadering waarin het besluit tot schorsing wordt behandeld, en bevoegd is daarover het woord te voeren.
10.1 Ontzetting uit het Lidmaatschap kan geschieden wanneer een Lid handelt in strijd met de Statuten, reglementen of besluiten van de Coöperatie of de Coöperatie op onredelijke wijze benadeelt.
10.2 De ontzetting wordt uitgesproken door het Bestuur onder vermelding van de feiten waarop het besluit is gegrond. Het Bestuur doet van het besluit per aangetekende brief mededeling aan het betrokken Lid.
10.3 Van een besluit tot ontzetting uit het Lidmaatschap staat de betrokkene binnen een maand na de ontvangst van de kennisgeving van het besluit beroep open op de Algemene Vergadering. Hij wordt daartoe ten spoedigste schriftelijk van het besluit met opgave van redenen in kennis gesteld. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het Lid geschorst met dien verstande evenwel dat het geschorste Lid toegang heeft tot de Algemene Vergadering waarin het besluit tot schorsing wordt behandeld, en bevoegd is daarover het woord te voeren.
11.1 Naast het Lidmaatschap dient tussen ieder afzonderlijk Lid en de Coöperatie een overeenkomst in de zin van artikel 2:53 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek te bestaan.
11.2 De Coöperatie kan ook andere overeenkomsten met haar Leden aangaan betreffende aanvullende rechten en verplichtingen van ieder Lid ten opzichte van de Coöperatie en eventueel de Leden onderling.
11.3 De Coöperatie kan de overeenkomsten die zij met haar Leden sluit ook met derden aangaan, maar niet in zodanige mate dat de overeenkomsten met de Leden van ondergeschikte betekenis worden.
12.1 De Coöperatie kent de volgende organen:
(a) de Algemene Vergadering;
(b) het Bestuur; en
(c) de Raad van Commissarissen.
12.2 Elk orgaan is bevoegd om een of meer commissies in te stellen die belast zijn met de uitvoering van bepaalde taken van dat orgaan (onder de verantwoordelijkheid van dat orgaan).
13.1 Behoudens de beperkingen volgens deze Statuten is het Bestuur belast met het besturen van de Coöperatie, waaronder begrepen maar niet daartoe beperkt:
(a) de algemene leiding van de Coöperatie, waaronder de strategische beleidsvorming, het opmaken van het jaarplan, de begroting, het bestuursverslag respectievelijk de jaarrekening;
(b) het op hoofdlijnen toezicht houden op de beleidsuitvoering door degenen aan wie het Bestuur de beleidsuitvoering heeft gedelegeerd;
(c) alle overige specifiek in de Statuten aan het Bestuur toegekende bevoegdheden (zoals het bijeenroepen van vergaderingen).
13.2 Bij de vervulling van hun taak richten de Bestuurders zich naar het belang van de Coöperatie en de met haar verbonden onderneming.
13.3 Het Bestuur kan – evenwel met inachtneming van het bepaalde in Artikel 38 – in een bestuursreglement nadere regels vaststellen omtrent de besluitvorming en werkwijze van het Bestuur. In dat kader kan het Bestuur onder meer bepalen met welke taak iedere Bestuurder in het bijzonder zal zijn belast.
13.4 Het Bestuur is bevoegd onder zijn verantwoordelijkheid ook onderdelen van zijn taak te doen voorbereiden of uitvoeren door één of meer commissies die door het Bestuur worden benoemd.
14.1 Het Bestuur bestaat uit ten minste drie (3) en ten hoogste vijf (5) personen. De Algemene Vergadering bepaalt, evenwel slechts op voorstel van de Raad van Commissarissen en met inachtneming van het bepaalde in de vorige volzin, het aantal Bestuurders.
14.2 Bestuurder van de Coöperatie kunnen slechts zijn natuurlijke personen die lid zijn van een Lid.
15.1 Bestuurders worden benoemd door de Algemene Vergadering op bindende voordracht van de Raad van Commissarissen.
Een voordracht van de Raad van Commissarissen wordt bij de oproeping voor de Algemene Vergadering medegedeeld.
Aan elke voordracht kan het bindend karakter worden ontnomen door een met een
gewone meerderheid van de uitgebrachte stemmen genomen besluit van de Algemene Vergadering, genomen in een Algemene Vergadering waarin ten minste twee derde (2/3) van de Leden vertegenwoordigd is.
Indien aan een bindende voordracht het bindend karakter wordt ontnomen, is de Raad van Commissarissen bevoegd een nieuwe bindende voordracht op te maken.
Indien er meer dan een bindende voordracht is, geschiedt de benoeming uit die voordrachten.
15.2 Bestuurders worden geschorst en ontslagen door de Algemene Vergadering. Voorts is de Raad van Commissarissen bevoegd iedere door de Algemene Vergadering benoemde Bestuurder te allen tijde te schorsen. Deze schorsing kan te allen tijde door de Algemene Vergadering worden opgeheven. Daarnaast kan de Raad van Commissarissen aan de Algemene Vergadering voorstellen om een Bestuurder te ontslaan.
15.3 Bestuurders worden benoemd voor vier (4) jaar. Een Bestuurder kan tweemaal voor een periode van vier (4) jaar worden herbenoemd.
15.4 Elke schorsing kan één of meerdere malen worden verlengd, maar zal in totaal niet langer dan drie (3) maanden duren. Is na verloop van die periode geen beslissing genomen tot opheffing van de schorsing of tot ontslag, dan eindigt de schorsing.
15.5 Een Bestuurder defungeert:
(a) door zijn overlijden;
(b) door het niet langer voldoen aan de kwaliteitseis van Artikel 15.2;
(c) door zijn vrijwillig aftreden;
(d) door het verstrijken van de termijn waarvoor hij was benoemd;
(e) doordat hij failliet wordt verklaard, surseance van betaling aanvraagt of ten aanzien van hem wordt verzocht om toepassing van de Wet schuldsaneringsregeling natuurlijke personen;
(f) door zijn ondercuratelestelling of door een rechterlijke beslissing waarbij als gevolg van zijn lichamelijke of geestelijke toestand een bewind over een of meer van zijn goederen wordt ingesteld;
(g) door het voorvallen van een gebeurtenis naar het recht van een andere jurisdictie die het equivalent vormt van een gebeurtenis als bedoeld onder
(d) respectievelijk (e);
(h) door zijn ontslag verleend door de Algemene Vergadering.
16.1 De voorzitter, secretaris en penningmeester worden door de Algemene Vergadering in functie gekozen.
16.2 De voorzitter wijst uit het midden van het Bestuur een plaatsvervangend voorzitter aan.
16.3 Een secretaris en een penningmeester kunnen niet in één persoon verenigd worden. Deze functies zijn voorts niet verenigbaar met het voorzitterschap van het Bestuur. De functie van plaatsvervangend voorzitter is verenigbaar met de functie van secretaris respectievelijk penningmeester.
17.1 Aan Bestuurders kan een bezoldiging worden toegekend door de Raad van Commissarissen.
17.2 Bestuurders hebben recht op vergoeding van de door hen in de uitoefening van hun functie gemaakte kosten.
18.1 Indien het aantal Bestuurders beneden vijf (5) is gedaald, blijft het Bestuur bevoegd. Het Bestuur is echter verplicht zo spoedig mogelijk een Algemene Vergadering te beleggen waarin de voorziening in de vacatures aan de orde komt.
18.2 In geval van ontstentenis of Belet van een Bestuurder zijn de overblijvende Bestuurders tijdelijk met het besturen van de Coöperatie belast.
18.3 In geval van ontstentenis of Belet van alle Bestuurders wordt de Coöperatie tijdelijk bestuurd door één of meer andere personen die daartoe worden aangewezen door de Raad van Commissarissen.
19.1 Het Bestuur van de Coöperatie vergadert zo dikwijls als een Bestuurder dit nodig acht.
19.2 De oproeping voor een bestuursvergadering geschiedt door een Bestuurder door middel van een schriftelijke uitnodiging met inachtneming van een termijn van ten minste zeven (7) dagen, de dag van de oproeping en de dag van de vergadering niet meegerekend. In urgente gevallen (ter beoordeling van de voorzitter) kan een bestuursvergadering worden gehouden met inachtneming van een oproepingstermijn van twee (2) dagen, de dag van de oproeping en de dag van de vergadering niet meegerekend.
19.3 De bestuursvergaderingen worden geleid door de voorzitter van het Bestuur of in geval van diens afwezigheid, door diens plaatsvervanger als bedoeld in Artikel 17.2.
19.4 Iedere Bestuurder heeft één (1) stem.
19.5 Tenzij in deze Statuten een andere meerderheid is voorgeschreven, kunnen alle bestuursbesluiten slechts worden genomen met een volstrekte meerderheid van de stemmen, uitgebracht in een bestuursvergadering waarin ten minste de volstrekte meerderheid van de in functie zijnde Bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd zijn.
19.6 Bij staking van stemmen binnen het Bestuur heeft de voorzitter van het Bestuur een doorslaggevende stem, met dien verstande dat de voorzitter van het Bestuur nooit meer stemmen kan uitbrengen dan de andere ter vergadering aanwezige of vertegenwoordigde Bestuurders tezamen.
19.7 Een Bestuurder kan zich ter vergadering doen vertegenwoordigen door een schriftelijk gevolmachtigde andere Bestuurder. Een Bestuurder mag ter vergadering slechts één (1) ander Bestuurder vertegenwoordigen.
19.8 Een Bestuurder neemt niet deel aan de beraadslaging en besluitvorming, indien hij daarbij een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is met het belang van de Coöperatie en de met haar verbonden onderneming. Wanneer ten aanzien van alle Bestuurders sprake is van een dergelijk persoonlijk belang, wordt het besluit genomen door de Raad van Commissarissen.
19.9 Besluiten van het Bestuur kunnen ook buiten vergadering worden genomen,
schriftelijk of op andere wijze, mits het desbetreffende voorstel aan alle in functie zijnde Bestuurders is voorgelegd en geen van hen zich tegen de desbetreffende wijze van besluitvorming verzet. Van een besluit buiten vergadering dat niet schriftelijk is genomen, wordt door de notulist van het Bestuur een verslag opgemaakt dat door de voorzitter en de notulist van het Bestuur wordt ondertekend. Schriftelijke besluitvorming geschiedt door middel van schriftelijke verklaringen van alle in functie zijnde Bestuurders.
19.10 Een Bestuurder kan aan een vergadering van het Bestuur deelnemen door middel van een elektronisch communicatiemiddel, mits:
(a) hij kan worden geïdentificeerd door middel van dat elektronisch communicatiemiddel;
(b) hij rechtstreeks kennis kan nemen van de verhandelingen ter vergadering door middel van dat elektronisch communicatiemiddel;
(c) hij kan deelnemen aan de beraadslaging door middel van dat elektronisch communicatiemiddel;
(d) hij zijn stemrecht kan uitoefenen door middel van dat elektronisch communicatiemiddel; en
(e) het betrokken elektronische communicatiemiddel is goedgekeurd door het Bestuur.
Het Bestuur kan een lijst opstellen van elektronische communicatiemiddelen die zijn goedgekeurd voor het bijwonen, toespreken en uitoefenen van het stemrecht in vergaderingen van het Bestuur.
Een Bestuurder die door middel van een elektronisch communicatiemiddel deelneemt aan de vergadering, wordt geacht bij de vergadering aanwezig te zijn.
20.1 De Raad van Commissarissen is bevoegd een of meer besluiten van het Bestuur aan zijn goedkeuring te onderwerpen. Deze besluiten dienen duidelijk te worden omschreven en schriftelijk aan het Bestuur te worden medegedeeld.
20.2 Het ontbreken van een goedkeuring tast de vertegenwoordigingsbevoegdheid van het Bestuur en de Bestuurders niet aan.
21.1 Het Bestuur vertegenwoordigt de Coöperatie, voor zover uit de wet niet anders voortvloeit.
21.2 De bevoegdheid tot vertegenwoordiging van de Coöperatie komt mede toe aan twee (2) Bestuurders, gezamenlijk handelend.
21.3 Het Bestuur kan functionarissen met algemene of beperkte vertegenwoordigingsbevoegdheid aanstellen. leder van hen vertegenwoordigt de Coöperatie met inachtneming van de begrenzing aan zijn bevoegdheid gesteld. Hun titulatuur wordt door het Bestuur bepaald.
22.1 De Raad van Commissarissen heeft tot taak toezicht te houden op het beleid van het Bestuur en op de algemene gang van zaken in de Coöperatie en de daarmee verbonden onderneming. De Raad van Commissarissen staat het Bestuur met raad ter zijde.
22.2 Bij de vervulling van hun taak richten de Commissarissen zich naar het belang van de Coöperatie en de daarmee verbonden onderneming.
22.3 Het Bestuur verschaft de Raad van Commissarissen tijdig de voor de uitoefening van diens taak noodzakelijke gegevens.
22.4 De Raad van Commissarissen kan een reglement vaststellen aangaande de wijze van vergaderen en besluitvorming.
23.1 De Raad van Commissarissen bestaat uit een door de Algemene Vergadering te vast te stellen aantal van ten minste vijf (5) en ten hoogste zeven (7) Commissarissen.
23.2 Enkel natuurlijke personen kunnen tot Commissaris worden benoemd.
23.3 De Algemene Vergadering benoemt een van de Commissarissen als voorzitter. De Raad van Commissarissen benoemt al dan niet uit zijn midden een secretaris.
24.1 Commissarissen worden benoemd door de Algemene Vergadering.
24.2 In ontstane vacatures wordt zo spoedig mogelijk voorzien.
24.3 Commissarissen worden benoemd voor een door de Algemene Vergadering bij benoeming te bepalen periode van maximaal vier (4) jaar. Een aftredend Commissaris kan maximaal twee (2) maal worden herbenoemd.
24.4 De Raad van Commissarissen stelt een rooster van aftreden op.
24.5 Het lidmaatschap van de Raad van Commissarissen eindigt:
(a) door zijn overlijden;
(b) door zijn vrijwillig terugtreden;
(c) door zijn aftreden volgens het rooster van aftreden als bedoeld in Artikel 24.4;
(d) door zijn ondercuratelestelling of door een rechterlijke beslissing waarbij als gevolg van zijn lichamelijke of geestelijke toestand een bewind over een of meer van zijn goederen wordt ingesteld;
(e) doordat hij failliet wordt verklaard, surseance van betaling aanvraagt of ten aanzien van hem wordt verzocht om toepassing van de schuldsaneringsregeling als bedoeld in de Faillissementswet;
(f) door zijn ontslag verleend door de Algemene Vergadering.
24.6 Iedere Commissaris kan te allen tijde worden geschorst door de Algemene Vergadering.
24.7 Elke schorsing kan één of meerdere malen worden verlengd, maar zal in totaal niet langer dan drie (3) maanden duren. Is na verloop van die periode geen beslissing genomen tot opheffing van de schorsing of tot ontslag, dan eindigt de schorsing.
25.1 In geval van ontstentenis of Belet van een Commissaris zijn de overblijvende Commissarissen of is de overblijvende Commissaris tijdelijk met de uitoefening van de taken en bevoegdheden van de Raad van Commissarissen belast.
25.2 In geval van ontstentenis of Belet van alle Commissarissen, is de Algemene Vergadering bevoegd de uitoefening van de taken en bevoegdheden van de Raad van Commissarissen tijdelijk op te dragen aan een of meer personen die daartoe
door de Algemene Vergadering worden aangewezen.
26.1 De bevoegdheid tot vaststelling van een bezoldiging van Commissarissen komt toe aan de Algemene Vergadering.
26.2 Commissarissen hebben recht op vergoeding van de door hen in de uitoefening van hun functie gemaakte kosten.
27.1 Vergaderingen van de Raad van Commissarissen worden ten minste tweemaal per jaar gehouden en voorts zo dikwijls een Commissaris of het Bestuur zulks wenselijk oordeelt. Vergaderingen van de Raad van Commissarissen kunnen door iedere Commissaris respectievelijk het Bestuur bijeengeroepen en opgeroepen worden.
27.2 De Raad van Commissarissen vergadert tezamen met het Bestuur zo dikwijls als de Raad van Commissarissen of het Bestuur zulks wenselijk oordeelt. Gezamenlijke vergaderingen van de Raad van Commissarissen en het Bestuur kunnen door de Raad van Commissarissen respectievelijk het Bestuur bijeengeroepen worden.
27.3 Zowel de vergaderingen van de Raad van Commissarissen als de gezamenlijke vergaderingen van de Raad van Commissarissen en het Bestuur worden geleid door de voorzitter van de Raad van Commissarissen of in geval van diens afwezigheid door diens plaatsvervanger.
27.4 Een Commissaris kan zich ter vergadering doen vertegenwoordigen door een schriftelijk daartoe gevolmachtigde mede-Commissaris.
27.5 Besluiten van de Raad van Commissarissen kunnen ook buiten vergadering worden genomen, schriftelijk of op andere wijze, mits het desbetreffende voorstel aan alle in functie zijnde Commissarissen is voorgelegd en geen van hen zich tegen de desbetreffende wijze van besluitvorming verzet. Van een besluit buiten vergadering dat niet schriftelijk is genomen, wordt door de notulist van de Raad van Commissarissen een verslag opgemaakt dat door de voorzitter en de notulist van de Raad van Commissarissen wordt ondertekend. Schriftelijke besluitvorming geschiedt door middel van schriftelijke verklaringen van alle in functie zijnde Commissarissen.
27.6 Een Commissaris kan aan een vergadering van de Raad van Commissarissen deelnemen door middel van een elektronisch communicatiemiddel, mits:
(a) hij kan worden geïdentificeerd door middel van dat elektronisch communicatiemiddel;
(b) hij rechtstreeks kennis kan nemen van de verhandelingen ter vergadering door middel van dat elektronisch communicatiemiddel;
(c) hij kan deelnemen aan de beraadslaging door middel van dat elektronisch communicatiemiddel;
(d) hij zijn stemrecht kan uitoefenen door middel van dat elektronisch communicatiemiddel; en
(e) het betrokken elektronische communicatiemiddel is goedgekeurd door het Bestuur.
De Raad van Commissarissen kan een lijst opstellen van elektronische
communicatiemiddelen die zijn goedgekeurd voor het bijwonen, toespreken en uitoefenen van het stemrecht in vergaderingen van de Raad van Commissarissen. Een Commissaris die door middel van een elektronisch communicatiemiddel deelneemt aan de vergadering, wordt geacht bij de vergadering aanwezig te zijn.
28.1 Stemrecht
In de Raad van Commissarissen heeft iedere Commissaris één (1) stem.
28.2 Het nemen van besluiten
Voor zover de wet of deze Statuten niet anders voorschrijven, wordt een besluit van de Raad van Commissarissen genomen met een volstrekte meerderheid van stemmen, uitgebracht in een vergadering waarin ten minste de helft van de in functie zijnde Commissarissen aanwezig of vertegenwoordigd zijn.
28.3 Staken van stemmen
Staken de stemmen, dan wordt het besluit genomen door de Algemene Vergadering.
28.4 Tegenstrijdig belang
Een Commissaris neemt niet deel aan de beraadslaging en de besluitvorming indien hij daarbij een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is met het belang van de Coöperatie en de daaraan verbonden onderneming.
Wanneer hierdoor geen besluit van de Raad van Commissarissen zou kunnen worden genomen, wordt het besluit desondanks toch door de Raad van Commissarissen genomen onder goedkeuring van de Algemene Vergadering.
28.5 Niet-naleving van de voorschriften omtrent het oproepen en houden van vergaderingen
Indien de in deze Statuten gegeven voorschriften voor het oproepen en houden
van vergaderingen van de Raad van Commissarissen niet in acht zijn genomen, kunnen ter vergadering alleen geldige besluiten van de Raad van Commissarissen worden genomen, indien alle in functie zijnde Commissarissen aanwezig of vertegenwoordigd zijn en geen van hen zich alsdan tegen deze wijze van besluitvorming verzet.
Aan de Algemene Vergadering komen in de Coöperatie de volgende bevoegdheden toe:
(a) wijziging van de Statuten, juridische fusie en juridische splitsing;
(b) benoeming, schorsing en ontslag van Bestuurders en/of Commissarissen;
(c) vaststelling van de jaarrekening, het jaarplan en de begroting;
(d) vaststelling van de contributie;
(e) bestemming van de winst en het doen van uitkeringen;
(f) verlening van kwijting aan Bestuurders en/of Commissarissen;
(g) vaststelling van de bezoldiging van Commissarissen;
(h) het fungeren als beroepsinstantie bij opzegging aan en ontzetting van Xxxxx;
(i) ontbinding van de Coöperatie;
(j) alle bevoegdheden die niet door de wet of de Statuten aan het Bestuur respectievelijk de Raad van Commissarissen zijn opgedragen.
30.1 Jaarlijks worden ten minste twee Algemene Vergadering gehouden en wel de eerste vergadering binnen zes maanden na afloop van het boekjaar (voorjaarsvergadering), behoudens verlenging van deze termijn door de Algemene Vergadering en de tweede vergadering minstens een maand voorafgaand aan het volgende boekjaar (najaarsvergadering).
In de voorjaarsvergadering brengt het Bestuur zijn bestuursverslag uit over de gang van zaken in de Coöperatie en over het gevoerde beleid. Het legt de balans en de staat van baten en lasten met een toelichting ter vaststelling aan de vergadering over. Deze stukken worden ondertekend door de Bestuurders en de Commissarissen; ontbreekt de ondertekening van een of meer hunner, dan wordt daarvan onder opgave van redenen melding gemaakt.
In de najaarsvergadering stelt het Bestuur het door de Raad van Commissarissen goedgekeurde jaarplan en de daaraan verbonden begroting voor het komend boekjaar voor, zulks ter vaststelling door de Algemene Vergadering.
30.2 Een Algemene Vergadering wordt bijeengeroepen door de voorzitter van het Bestuur, door het Bestuur dan wel door de Raad van Commissarissen, zo dikwijls zij dit wenselijk oordelen, of indien het daartoe volgens de wet of de Statuten verplicht is.
30.3 Onverminderd het bepaalde in de Artikelen 36.2 en 37.2, geschiedt de oproeping voor de Algemene Vergadering door een schriftelijke uitnodiging met inachtneming van een termijn van ten minste acht (8) dagen, de dag van de oproeping en de dag van de vergadering niet meegerekend. Indien een Lid respectievelijk een Supporter hiermee instemt, kan de oproeping geschieden door een langs elektronische weg toegezonden leesbaar en reproduceerbaar bericht aan het adres dat door de Lid respectievelijk de Supporter voor dit doel aan de Coöperatie is bekend gemaakt.
30.4 Bij de oproeping worden de te behandelen onderwerpen vermeld.
30.5 Algemene Vergaderingen worden gehouden op een door degene(n) die de vergadering bijeenroept te bepalen plaats.
30.6 Het Bestuur is verplicht tot het bijeenroepen van een Algemene Vergadering op een termijn van niet langer dan vier (4) weken na indiening van een daartoe strekkend schriftelijk verzoek van ten minste een zodanig aantal Leden als bevoegd is tot het uitbrengen van een/tiende gedeelte van de stemmen in de Algemene Vergadering.
Indien aan het verzoek binnen veertien (14) dagen geen gevolg wordt gegeven, kunnen de verzoekers zelf tot bijeenroeping overgaan op de wijze waarop het Bestuur de Algemene Vergadering bijeenroept.
30.7 De voorzitter van de Raad van Commissarissen xxxxxx op als voorzitter van de Algemene Vergadering. Bij afwezigheid van de voorzitter van de Raad van Commissarissen, wordt de voorzitter van de vergadering aangewezen bij besluit van de Algemene Vergadering.
30.8 De voorzitter van de Algemene Vergadering bepaalt de wijze waarop de stemmingen in de Algemene Vergadering worden gehouden.
30.9 Ieder Lid, iedere Supporter, iedere Bestuurder en iedere Commissaris is bevoegd Algemene Vergaderingen bij te wonen. Leden kunnen zich ter vergadering doen
vertegenwoordigen door een schriftelijk gevolmachtigd ander Lid. Een Lid mag ter vergadering niet meer dan twee (2) andere Leden vertegenwoordigen. Geen toegang hebben geschorste Leden, geschorste Bestuurders respectievelijk geschorste Commissarissen, met dien verstande dat het geschorste Lid, de geschorte Bestuurder respectievelijk de geschorste Commissaris toegang heeft tot de Algemene Vergadering waarin het besluit tot schorsing wordt behandeld en alsdan bevoegd is ten aanzien van zijn schorsing het woord te voeren.
30.10 ledere stemgerechtigde die ter vergadering aanwezig is, moet de presentielijst tekenen. De voorzitter van de vergadering kan bepalen dat de presentielijst ook moet worden getekend door andere personen die ter vergadering aanwezig zijn.
30.11 Omtrent de toelating van andere personen tot de vergadering beslist de voorzitter van de vergadering.
31.1 Een Lid heeft in de Algemene Vergadering één (1) stem.
31.2 Alle besluiten waaromtrent bij de wet of bij deze Statuten geen grotere meerderheid is voorgeschreven, worden genomen bij volstrekte meerderheid van de stemmen.
31.3 Bij staking van stemmen over zaken is het voorstel verworpen.
31.4 Voor de verkiezing van een persoon wordt bij de eerste stemming een volstrekte meerderheid vereist. Indien bij deze eerste stemming niemand een volstrekte meerderheid heeft verkregen, dan vindt een nieuwe stemming plaats waarbij gestemd wordt tussen de personen op wie bij de voorafgaande stemming is gestemd, uitgezonderd evenwel de persoon op wie bij die voorafgaande stemming het geringste aantal stemmen werd uitgebracht. Het bepaalde in de vorige volzin wordt herhaald, totdat:
(a) hetzij één persoon een volstrekte meerderheid heeft verkregen;
(b) hetzij tussen twee personen is gestemd en de stemmen staken.
Indien bij een stemming tussen twee personen de stemmen staken, dan beslist het lot.
31.5 Alle stemmingen geschieden mondeling, tenzij het een stemming over een of meer personen betreft. Een stemming over een of meer personen is een geheime stemming, waarbij de stemmen schriftelijk moeten worden uitgebracht. De voorzitter kan echter bepalen dat het een geheime stemming betreft en dat de stemmen schriftelijk worden uitgebracht. Besluitvorming bij acclamatie is mogelijk, tenzij een stemgerechtigde hoofdelijke stemming verlangt.
31.6 Het door de voorzitter ter vergadering uitgesproken oordeel omtrent de uitslag van een stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel. Indien onmiddellijk na het uitspreken van het oordeel van de voorzitter de juistheid daarvan wordt betwist dan vindt een nieuwe stemming plaats indien de meerderheid van de vergadering, of indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk plaatsvond en ten minste één stemgerechtigde dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
31.7 Van het ter vergadering verhandelde worden notulen gehouden door de secretaris
of door een door de voorzitter aangewezen persoon.
31.8 Deze notulen worden in dezelfde of in een volgende Algemene Vergadering vastgesteld en ten blijke daarvan door de voorzitter en de notulist van die vergadering ondertekend.
31.9 Zolang in een Algemene Vergadering alle Leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn, kunnen geldige besluiten worden genomen, mits met unanimiteit, omtrent alle aan de orde komende onderwerpen — dus ook een voorstel tot statutenwijziging, juridische fusie, juridische splitsing of ontbinding — ook al is de oproeping niet op de voorgeschreven wijze geschied of is enig ander voorschrift omtrent het oproepen en houden van vergaderingen of een daarmee verband houdende formaliteit niet in acht genomen.
31.10 Een unaniem besluit van alle Leden, ook al zijn deze niet in een vergadering bijeen, heeft, mits met voorkennis van het Bestuur genomen, dezelfde kracht als een besluit van de Algemene Vergadering.
31.11 Bestuurders en Commissarissen hebben als zodanig een raadgevende stem in de Algemene Vergadering.
32.1 Een Lid kan het stemrecht uitoefenen door middel van een elektronisch communicatiemiddel.
32.2 Voor de toepassing van Artikel 32.1 is vereist dat het Lid via het elektronisch communicatiemiddel:
(a) kan worden geïdentificeerd;
(b) rechtstreeks kan kennisnemen van de verhandelingen ter vergadering;
(c) het stemrecht kan uitoefenen; en
(d) kan deelnemen aan de beraadslaging.
32.3 Stemmen die voorafgaand aan de algemene vergadering via een elektronisch communicatiemiddel worden uitgebracht, doch niet eerder dan op de dertigste dag voor die van de vergadering, worden gelijkgesteld met stemmen die ten tijde van de vergadering worden uitgebracht. Deze stemmen worden meegerekend voor het behalen van een quorum.
32.4 In het huishoudelijk reglement kunnen voorwaarden worden gesteld aan het gebruik van het elektronisch communicatiemiddel. Indien van deze mogelijkheid gebruik wordt gemaakt, worden deze voorwaarden bij de oproeping bekend gemaakt.
33.1 Het boekjaar van de Coöperatie is gelijk aan het kalenderjaar.
33.2 Jaarlijks binnen zes (6) maanden na afloop van het boekjaar, behoudens verlenging van deze termijn volgens de wet, maakt het Bestuur een jaarrekening en een bestuursverslag op. De opgemaakte jaarrekening wordt ondertekend door de Bestuurders en de Commissarissen. Ontbreekt de handtekening van een of meer van hen, dan wordt daarvan onder opgave van reden melding gemaakt.
33.3 De Coöperatie kan, en indien daartoe wettelijk verplicht, zal, aan een accountant opdracht verlenen tot onderzoek van de jaarrekening. Tot het verlenen van de
opdracht is de Algemene Vergadering bevoegd. Gaat deze daartoe niet over, dan is de Raad van Commissarissen bevoegd of, zo deze ontbreekt of in gebreke blijft, het Bestuur. De accountant brengt omtrent zijn onderzoek verslag uit aan het Bestuur en de Raad van Commissarissen. De accountant geeft de uitslag van zijn onderzoek weer in een verklaring omtrent de getrouwheid van de jaarrekening. De accountantsverklaring wordt beschikbaar gesteld aan de Leden. De bepalingen van artikel 2:393 van het Burgerlijk Wetboek zullen voor zover mogelijk van overeenkomstige toepassing zijn.
33.4 Het Bestuur legt de opgemaakte jaarrekening, het bestuursverslag en de krachtens artikel 2:392 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek toe te voegen gegevens vanaf de oproep voor de Algemene Vergadering bestemd tot behandeling van de jaarrekening, ten kantore van de Coöperatie ter inzage voor de Leden. De stukken worden ook bij de oproeping voor bedoelde Algemene Vergadering gevoegd.
33.5 De jaarrekening wordt vastgesteld door de Algemene Vergadering.
33.6 Voor decharge van de Bestuurders respectievelijk de Commissarissen is een afzonderlijk besluit van de Algemene Vergadering vereist.
33.7 Het Bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de Coöperatie en van alles betreffende de werkzaamheden van de Coöperatie naar de eisen die voortvloeien uit deze werkzaamheden, op zodanige wijze een administratie te voeren en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat te allen tijde de rechten en verplichtingen van de Coöperatie kunnen worden gekend.
33.8 Het Bestuur is verplicht de in de Artikelen 34.2 en 33.7 bedoelde boeken, bescheiden en andere gegevensdragers gedurende zeven (7) jaren te bewaren, onverminderd het hierna in Artikel 34.9 bepaalde.
33.9 De op een gegevensdrager aangebrachte gegevens, uitgezonderd de op papier gestelde balans en staat van baten en lasten, kunnen op een andere gegevensdrager worden overgebracht en bewaard, mits de overbrenging geschiedt met juiste en volledige weergave der gegevens en deze gegevens gedurende de volledige bewaartijd beschikbaar zijn en binnen redelijke tijd leesbaar kunnen worden gemaakt.
34.1 Het Bestuur is bevoegd te besluiten om het batig saldo dat door vaststelling van de jaarrekening is bepaald (of een gedeelte daarvan) toe te voegen aan een door het Bestuur te bepalen reserve. Een besluit van het Bestuur als bedoeld in de vorige volzin behoeft de goedkeuring van de Raad van Commissarissen.
34.2 De Algemene Vergadering is bevoegd tot bestemming van het na toepassing van het bepaalde in Artikel 34.1 overblijvende deel van het batig saldo. Indien de Algemene Vergadering niet voorafgaand aan of uiterlijk direct na het besluit tot vaststelling van de jaarrekening een besluit neemt tot bestemming van het na toepassing van het bepaalde in Artikel 34.1 overblijvende deel van het batig saldo, zal dat deel van het batig saldo worden toegevoegd aan een door het Bestuur te bepalen reserve.
34.3 De Algemene Vergadering kan op voorstel van het Bestuur overgaan tot het doen van uitkeringen ten laste van een reserve van de Coöperatie.
34.4 In geval van een uitkering aan de Leden op grond van het bepaalde in Artikel 34.2 respectievelijk 34.3, ontvangt ieder Lid een gelijk deel.
34.5 Een tekort mag slechts ten laste van de door de wet voorgeschreven reserves worden gebracht voor zover de wet dat toestaat.
35.1 De Algemene Vergadering is bevoegd deze Statuten te wijzigen, mits de vergadering is opgeroepen met de mededeling dat een besluit tot wijziging van deze Statuten tijdens de vergadering zal worden voorgesteld. Een besluit tot statutenwijziging kan slechts worden genomen op voorstel van het Bestuur en met voorafgaande goedkeuring van de Raad van Commissarissen.
35.2 De oproepingstermijn voor een Algemene Vergadering waarin een besluit tot statutenwijziging geagendeerd is, bedraagt ten minste twee (2) weken, de dag van de oproeping en de dag van de vergadering niet meegerekend.
35.3 Zij die de oproeping tot de Algemene Vergadering ter behandeling van een
voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, zullen ten minste twee (2) weken voor de vergadering een afschrift van dat voorstel, waarin de voorgestelde wijziging woordelijk is opgenomen, op een daartoe geschikte plaats voor de stemgerechtigde personen ter inzage leggen, tot na het einde van de dag waarop de vergadering wordt gehouden.
35.4 Een besluit tot wijziging van de statuten van de Coöperatie kan slechts worden genomen met een meerderheid van ten minste drie/vierden van de stemmen, geldig uitgebracht in een Algemene Vergadering waarin ten minste twee/derde van de Leden ter vergadering aanwezig of vertegenwoordigd is.
35.5 Indien in een Algemene Vergadering het quorum als bedoel in Artikel 36.4 niet wordt gehaald, wordt een nieuwe vergadering bijeengeroepen waarin het besluit kan worden genomen met een meerderheid van ten minste drie/vierden van de geldig uitgebrachte stemmen, onafhankelijk van aantal Leden dat ter vergadering aanwezig of vertegenwoordigd is. Bij de oproeping tot de nieuwe vergadering moet worden vermeld dat en waarom een besluit kan worden genomen, onafhankelijk van aantal Leden dat ter vergadering aanwezig of vertegenwoordigd is.
35.6 Een statutenwijziging treedt niet in werking dan nadat hiertoe een notariële akte van statutenwijziging is verleden voor een notaris met plaats van vestiging in Nederland. Tot het doen verlijden van die akte is iedere Bestuurder bevoegd.
36.1 De Coöperatie kan worden ontbonden door een besluit van de Algemene Vergadering op voorstel van het Bestuur en met voorafgaande goedkeuring van de Raad van Commissarissen.
36.2 De oproepingstermijn voor een Algemene Vergadering waarin een besluit tot ontbinding geagendeerd is, bedraagt ten minste twee (2) weken, de dag van de oproeping en de dag van de vergadering niet meegerekend.
36.3 Een besluit tot ontbinding van de Coöperatie kan slechts worden genomen met
een meerderheid van ten minste drie/vierden van de stemmen, geldig uitgebracht in een Algemene Vergadering waarin ten minste twee/derde van de Leden ter vergadering aanwezig of vertegenwoordigd is.
36.4 Indien in een Algemene Vergadering het quorum als bedoel in Artikel 37.3 niet wordt gehaald, wordt een nieuwe vergadering bijeengeroepen waarin het besluit kan worden genomen met een meerderheid van ten minste drie/vierden van de geldig uitgebrachte stemmen, onafhankelijk van aantal Leden dat ter vergadering aanwezig of vertegenwoordigd is. Bij de oproeping tot de nieuwe vergadering moet worden vermeld dat en waarom een besluit kan worden genomen, onafhankelijk van aantal Leden dat ter vergadering aanwezig of vertegenwoordigd is.
36.5 Na de ontbinding geschiedt de vereffening door de Bestuurders. De Algemene Vergadering kan besluiten andere personen tot vereffenaar te benoemen.
36.6 Na de ontbinding blijft de Coöperatie voortbestaan voor zover dit voor vereffening van haar vermogen nodig is. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van de Statuten zoveel mogelijk van kracht.
36.7 Het batig saldo na vereffening wordt overgedragen aan degenen die ten tijde van
het besluit tot ontbinding Lid waren. Ieder van hen ontvangt een gelijk deel. Bij het besluit tot ontbinding kan echter door de Algemene Vergadering ook een andere bestemming aan het batig saldo worden gegeven, met dien verstande dat die bestemming dient te passen binnen de statutaire doelstellingen van de Coöperatie.
36.8 Na afloop van de vereffening blijven de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de ontbonden Coöperatie gedurende de bij de wet voorgeschreven termijn onder berusting van de door de vereffenaars aangewezen persoon.
36.9 Op de vereffening zijn overigens de bepalingen van Titel 1, Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek van toepassing.
37.1 Het Bestuur is bevoegd te besluiten tot vaststelling, wijziging en opheffing van een bestuursreglement. Een besluit tot vaststelling, wijziging en opheffing van een bestuursreglement behoeft de voorafgaande goedkeuring van de Raad van Commissarissen.
37.2 De Algemene Vergadering kan op voorstel van het Bestuur en met voorafgaande goedkeuring van de Raad van Commissarissen een huishoudelijk reglement en/of één of meer andere reglementen vaststellen, waarin onderwerpen worden geregeld waarin door deze Statuten niet of niet volledig wordt voorzien. De Algemene Vergadering kan op voorstel van het Bestuur en met voorafgaande goedkeuring van de Raad van Commissarissen dergelijke reglementen ook wijzigen respectievelijk opheffen.
37.3 De Algemene Vergadering kan op voorstel van het Bestuur en met voorafgaande goedkeuring van de Raad van Commissarissen een of meer charters vaststellen, die functioneren als een gedragscode voor de Leden. De Algemene Vergadering kan op voorstel van het Bestuur en met voorafgaande goedkeuring van de Raad van Commissarissen dergelijke charters ook wijzigen respectievelijk opheffen.
37.4 Een reglement respectievelijk charters mag geen bepalingen bevatten in strijd met de wet of met de Statuten.