Contract
HANDREIKING AAN DE LEZER VAN DIT VERSLAG: DE ONTWIKKELINGEN DIE ZICH IN DE VOORBIJE VERSLAGPERIODE IN DIT FAILLISSEMENT HEBBEN VOORGEDAAN STAAN VETGEDRUKT VERMELD.
nummer: 8 | datum: 1 november 2016 | ||
Gegevens onderneming | : | Xxxxxx Xxxxxxxx B.V. tevens handelend onder de namen: M-Travel Reisadviseurs M-Travel Reisburo Hotelplan Reisburogroep Xxxxxx Xxxxxxxx Holland Globetrotters Xxxxxxxx Xxx Xxxxxxxxxxxxxx Xxxxxxxx Xxxxxxxx Garantie Xxxxxxxx Xxxxxx Xxxxxx Xxxxxxxx Zuid-Tours Xxxxxx Xxxxxxxx GTA Reizen Xxxxxx Xxxxxxxx Xxxxxxx | |
Faillissementsnummer | : | C/08/13/831 F | |
Datum uitspraak | : | 25 september 2013 | |
Curatoren | : | Tot 15 januari 2014: mr. J.A.D.M. Xxxxxxx en mr. J.T. Stekelenburg Vanaf 15 januari 2014: xx. X. Xxxxxxxxxx en mr. J.T. Stekelenburg | |
Faillissementsmedewerkers Financieel | : | Tot 15 januari 2014: X. Xxxxxx; M.L. Wijlens; X.X. xx Xxxxx; G.J. Bramer; A.C. Vroom Vanaf 15 januari 2014: X. Xxxxxx (t/m 30 juni 2015); X. Xxxxxxxxx (t/m 31 december 2014), X. Touwen (t/m 1 augustus 2014), G.F. Xxxx (t/m 31 december 2014), mr. M.A.A. Spekhorst (vanaf 21 augustus 2014 t/m 17 februari 2015), X. Xxxxxxxxx (vanaf 21 augustus 2014), M. Dikke- schei (vanaf 2 maart 2015) Tot 15 januari 2014: drs. A.B. Terpstra Vanaf 15 januari 2014: mr. G.W. Luesink en M.M.S. Feenstra | |
Rechter-commissaris | : | mr. M.L.J. Koopmans | |
Activiteiten onderneming | : | Xxxxxxxx, reisadviseur, wederverkoop van reizen. bron: uittreksel Handelsregister Kamer van Koophandel | |
Omzetgegevens | : | Door de directie is aan de curatoren een geconsolideerde (concept) jaarrekening van Oad Groep Holding B.V. over het boekjaar van 1 november 2011 tot en met 31 oktober 2012 overgelegd. Deze jaarrekening is niet ondertekend en niet gepubliceerd. |
In de geconsolideerde jaarrekening zijn de financiële gege- vens verwerkt van de tot de Oad Groep Holding B.V. beho- rende maatschappijen, waaronder Oad Groep B.V., als- mede groepsmaatschappijen waarin Oad Groep Holding B.V. overwegende zeggenschap heeft. De netto omzet bedroeg in het boekjaar 2011/2012 € 575.901.000,00. De netto omzet bedroeg in het boekjaar 2010/2011 € 617.070.000,00 | ||
Personeel gemiddeld aantal | : | 95 |
Verslagperiode | : | 19 april 2016 tot en met 18 oktober 2016 |
Bestede uren in verslagperiode | : | 51 minuten |
Bestede uren totaal | : | 46 uren |
Saldo per 18 oktober 2016 | : | € 18.602,86 (dit betreft een voorlopig saldo; toereke- ning van opbrengsten aan de diverse boedels dient nog plaats te vinden). |
1. Inventarisatie | ||
1.1 Directie en organisatie | : | Enig aandeelhouder van Xxxxxx Xxxxxxxx B.V. is (xxxxxx xxx vermeld is in het als bijlage aan verslag nummer 2 aan- gehechte organogram) Volvere HII B.V. Volvere HII ver- keert niet in staat van faillissement. De bestuurders van Xxxxxx Xxxxxxxx B.V. zijn mevrouw X.X. xxx Xxxx, Volvere HII B.V. en Oad Groep B.V. De bestuurders zijn gezamen- lijk bevoegd (met andere bestuurders). De juridische con- cernstructuur (organogram) per 1 september 2013, afkomstig van gefailleerden, is als bijlage bij faillissements- verslag 2 gevoegd. |
1.2 Winst en verlies | : | Geconsolideerd € 3.006.000,00 verlies in het boekjaar 2011/2012 € 21.576.000,00 verlies in het boekjaar 2010/2011 |
1.3 Balanstotaal | : | Geconsolideerd € 74.293.000,00 per 31 oktober 2012 € 81.602.000,00 per 31 oktober 2011 |
1.4 Lopende procedures | : | n.v.t. |
1.5 Verzekeringen | : | Alle polissen staan op naam van de eveneens gefailleerde vennootschap Oad Groep Holding B.V. of op naam van Oad Groep B.V. Polissen waarvan de dekking ziet op het onderhavige faillissement zijn of worden opgezegd. Een eventuele premierestitutie zal in de boedel vloeien. |
1.6 Huur | : | De huur van de winkelruimten van eenentwintig Globe vestigingen. • Tien vestigingen maken onderdeel uit van de doorstart door D-Reizen. De huurovereenkomsten van deze vestigingen worden in overleg met de verhuurder en met D-Reizen opgezegd of gaan middels een inde- plaatsstelling over op D-Reizen. De huurpenningen zijn per 15 oktober 2013 voor rekening van D-Reizen. • Eén vestiging maakt onderdeel uit van de doorstart door R.T/Raiffeisen Touristic Netherlands B.V. (RTN). De huurovereenkomst van deze vestiging wordt in overleg met de verhuurder en met RTN opgezegd of gaat middels een indeplaatsstelling over op RTN. De resterende 10 huurovereenkomsten zijn door de cura- toren in verband met het faillissement opgezegd. Er vindt overleg met de verhuurders plaats over de wijze en het tijdstip van oplevering. In de verslagperiode 3 is gecontroleerd of alle vestigingen die niet zijn verkocht, zijn ontruimd. Daarvoor is veel gecorrespondeerd met de verhuurders en is regelmatig overleg gevoerd met de partij die de ontruimingen op ver- zoek van de boedel heeft uitgevoerd. Tevens is gecontro- leerd of alle lopende overeenkomsten, in het bijzonder met betrekking tot nutsvoorzieningen, zijn beëindigd. In een aantal gevallen bleek dit nog niet het geval te zijn. Voor zo- ver kan worden gecontroleerd, zijn thans alle lopende over- eenkomsten beëindigd. Hierover is intensief met de betref- fende instellingen (met name nutsbedrijven) getelefoneerd en gecorrespondeerd. Voorts is veel aandacht besteed aan het afwikkelen van de door Xxxxxx Xxxxxxxx X.X. xxxxxx- ven bankgaranties aan de verhuurders. Met de verhuurders van de locaties die zijn doorgestart, is in de meeste gevallen de afspraak gemaakt dat de verhuurder de bankgarantie aan de bank retourneert indien er geen sprake meer is van een huurachterstand. In een aantal gevallen is de bankgarantie echter wel voor het volledige bedrag geclaimd terwijl de huurachterstand maximaal twee tot vier weken bedraagt en het bedrag van de afgeven bankgarantie deze huurachterstand in de meeste gevallen overstijgt. De betreffende verhuurders zijn aangeschreven met het verzoek het teveel geclaimde bedrag aan de boedel terug te betalen. Met betrekking tot de locaties die niet zijn doorgestart, is gecontroleerd of er een terecht beroep op de bankgarantie is gedaan. Hierbij is rekening gehouden met de meest recente jurisprudentie op |
dit punt (o.a. HR 15 oktober 2013). Ook met deze groep verhuurders is intensief gecorrespondeerd. Tot slot is reeds een aanvang gemaakt met het vaststellen van de boedel- en concurrente crediteurenvorderingen van de verhuurders en overige crediteuren (zoals nutsbedrij- ven). In verslagperiode 4 zijn de hiervoor genoemde werkzaam- heden voortgezet. Voor zover thans kan worden beoor- deeld, zijn alle lopende overeenkomsten m.b.t. de nutsvoor- zieningen beëindigd en zijn door deze crediteuren vorde- ringen ingediend, welke tevens zijn beoordeeld. Verder is een vervolg gegeven aan het beoordelen van de boedel- en concurrente vorderingen die door verhuurders zijn ingediend. Tevens is ook in de 4e verslagperiode aan- dacht besteed aan het afwikkelen van de bankgaranties. Er is een bankgarantie retour ontvangen (na betaling van de openstaande huurpenningen door de boedel omdat dit per saldo een voordeel voor de boedel opleverde). Op dit moment zijn vier locaties nog niet definitief afgewik- keld. Bij twee locaties bestaat mogelijk nog een vordering op de verhuurder in verband met de door de verhuurder geclaimde bankgarantie, terwijl de vordering van de ver- huurder lager is dan het bedrag van de bankgarantie. Eén locatie heeft nog betrekking op het retourneren van een bankgarantie. Voorts dient één verhuurder nog zijn boedel- vordering ter verificatie in te dienen. In verslagperiode 5 zijn alle locaties afgewikkeld. In een deel van de gevallen is het gelukt de winkelpanden eerder op te leveren dan aan het eind van de opzegtermijn, zulks ter beperking van de boedelschulden. Alle boedelschulden en concurrente vorderingen van de verhuurders zijn in beeld gebracht. Deze moeten nog wel met de diverse huurders afgestemd worden. Dit onderdeel kan derhalve als afgehandeld worden beschouwd. | ||
1.7 Oorzaak faillissement | : | Volgens de bestuurders zijn het slechte economische klimaat en de daardoor teruglopende omzetten de belang- rijkste oorzaken van het faillissement. De directe oorzaak van het faillissement is volgens de bestuurders de opzeg- ging van de kredietovereenkomst door de bank. De bank heeft verzocht om een extra kapitaalinjectie onder een aan- tal voorwaarden. Aan dit verzoek hebben de aandeelhou- ders niet (tijdig) kunnen voldoen. De middelen voor de extra kapitaalinjectie waren volgens de bestuurders weliswaar beschikbaar doch voorzagen niet in de mogelijkheid ook tegemoet te komen aan de plotselinge eis van een credi- teur tot het stellen van een bankgarantie. |
Na de opzegging van de kredietovereenkomst restte de bestuurders niets meer dan de aanvraag van het faillisse- ment van Oad Groep B.V. en haar (klein)dochteronder- nemingen.
Andere bij het faillissement betrokken partijen noemen andere oorzaken van het faillissement. In de door de cura- toren nog uit te voeren onderzoeken, zal een analyse ge- maakt worden van de oorzaak van de faillissementen.
Door curatoren is aan een advocaat van een ander kantoor dan de kantoren van curatoren verzocht de handelwijze van de Rabobank voor en bij het beëindigen van het krediet te beoordelen en curatoren dienaangaande te adviseren.
Met het in 7.1 vermelde internationaal opererende kantoor is een eerste opzet gemaakt voor een onderzoek naar de oorzaken van de faillissementen, welk onderzoek, zoals te doen gebruikelijk, verder reikt dan (alleen) het handelen van de bank.
Ten aanzien van de ontwikkelingen in verslagperiode 5 betreffende het onderzoek naar het optreden van de Rabo- bank en ten aanzien van de andere onderzoeken, verwij- zen curatoren naar de algemene toelichting, welke door hen is opgesteld en welke toelichting als bijlage 1 bij dit verslag is gevoegd. De Stichting Administratiekantoor OAD Groep Holding heeft per dagvaarding van 17 december 2014 een procedure aangespannen tegen de Rabobank
strekkende tot betaling van € 80.000.000,-. De boedels van de OAD vennootschappen staan daar buiten. Curatoren doen zelfstandig onderzoek naar het handelen van de Rabobank (zie algemene toelichting; bijlage 1 bij dit verslag).
In verslagperiode 6 zijn diverse onderzoeken opgestart, waaronder naar het optreden van de Rabobank. Verwezen wordt naar de algemene toelichting die door curatoren is opgesteld en die als bijlage 1 bij het zesde verslag is gevoegd.
In verslagperiode 7 zijn deze onderzoeken voortgezet.
In verslagperiode 8 hebben curatoren de rechter-com- missaris op vertrouwelijke wijze geïnformeerd over hun bevindingen tot dusverre. De onderzoeken worden vervolgd.
De vorderingen van de Stichting Administratiekantoor OAD Groep Holding zijn door de rechtbank Midden Nederland afgewezen. Genoemde Stichting heeft hoger beroep aan- getekend. De procedure in hoger beroep loopt nog; er is nog geen uitspraak gedaan. | ||
2. Personeel | ||
2.1 Aantal ten tijde van faill. | : | 95 |
2.2 Aantal in jaar voor faill. | : | 95 |
2.3 datum ontslagaanzegging | : | 26 september 2013 Aan alle (voormalige) werknemers zijn in opdracht van de curatoren jaaropgaven verstrekt. Curatoren hebben geconstateerd dat een aantal (voorma- lig) werknemers, die woonachtig zijn in het buitenland, en een aantal (voormalig) stagiaires niet onder het (Nederland- se) sociaal verzekeringsstelsel/de loongarantieregeling vallen en om die reden geen aanspraken geldend kunnen maken in de richting van het UWV. Een enkeling heeft zich inmiddels tot curatoren gewend met het verzoek de aan- spraak in behandeling te nemen. Curatoren onderzoeken momenteel hoe omgegaan dient te worden met dergelijke vorderingen, onder meer wat betreft de vraag welke status aan deze vorderingen dient te worden toegekend. Een en ander is van belang, aangezien er, afhankelijk van de sta- tus, geen of een (kleine) kans op uitkering bestaat. Na onderzoek te hebben gedaan, zijn de curatoren tot de conclusie gekomen dat de vorderingen van deze crediteu- ren, die betrekking hebben op de periode na datum faillissement (grotendeels), moeten worden bestempeld als zogenaamde “bijzondere faillissementskosten”, althans als kosten die (indirect) in opdracht van de curatoren zijn ge- maakt. Gedurende dit onderzoek hebben de curatoren overleg gevoerd met de rechter-commissaris en (beslissers bij) het UWV. Beiden hebben te kennen gegeven zich (in de onderhavige situatie) te kunnen vinden in deze conclu- sie van de curatoren. De betreffende crediteuren zullen, mits er sprake is van een rechtsgeldige vordering en deze betrekking heeft op de periode na datum faillissement, bij voorrang (op onder andere het UWV) worden betaald. Aan de hand van door hen ontvangen opgaven hebben curatoren vastgesteld dat de hiervoor beschreven proble- matiek, naar het zich laat aanzien, in het faillissement van Xxxxxx Xxxxxxxx B.V. niet speelt (geen van de werknemers die een vordering bij curatoren heeft ingediend, was bij Xxxxxx Xxxxxxxx B.V. in dienst). |
Werkzaamheden verslagperiode | Geen. |
3. Activa | ||
Onroerende zaken | Er zijn geen onroerende zaken aangetroffen in deze vennootschap | |
3.1 Beschrijving | : | n.v.t. |
3.2 Verkoopopbrengst | : | n.v.t. |
3.3 Hoogte Hypotheek | : | n.v.t. |
3.4 Boedelbijdrage | : | n.v.t. |
Werkzaamheden verslagperiode | Xxxx | |
Xxxxxxxxxxxxxxxx | ||
3.5 Beschrijving | : | • kantoorinventaris van de 21 Globe/Xxxxxx vestigingen. • Volkswagen Golf • Volkswagen Golf Overige bedrijfsmiddelen Oad c.s. In verslagperiode 2 hebben curatoren onderzoek gedaan naar de verkoopmogelijkheden voor de bedrijfsmiddelen die zich in het pand van Oad c.s. te Holten bevinden. De zaken betroffen met name: kantoormeubilair, computer- apparatuur, travelcards, domeinnamen, vreemde valuta en (klassieke) voertuigen. Besloten is om toe te werken naar een online-veiling. Daartoe is inmiddels opdracht verstrekt aan Troostwijk Veilingen B.V. (hierna: Troostwijk). De veiling staat gepland voor eind april/begin mei en wordt op dit moment voorbereid. In verslagperiode 3 heeft de veiling plaatsgevonden. Op de 676 kavels in deze veiling werden in totaal 7.039 biedin- gen uitgebracht door 820 internationale bieders. Van de 271 kopers komen de meesten uit Nederland (250). Andere kopers zijn afkomstig uit België (8), Duitsland (7), Roeme- nië (3), Spanje (1), Frankrijk (1) en Luxemburg (1). De op- brengst van de veiling bedraagt, zonder rekening te houden met de veilingkosten, € 353.672,--. Dit bedrag dient nog op de boedelrekening te worden ontvangen. Daarnaast heeft nagenoeg gelijktijdig een veiling plaatsge- vonden van domeinnamen en een (na)veiling van travel- cards en vreemde valuta, voor zover deze niet tijdens de eerdere veilingen waren verkocht. Op de 336 kavels in deze veilingen werden 459 biedingen uitgebracht door 51 internationale bieders. De opbrengst van deze veilingen bedraagt, zonder rekening te houden met de veilingkosten, € 22.200,--, resp. € 22.316,--. Ook deze bedragen dienen nog op de boedelrekening te worden ontvangen. |
In verslagperiode 4 is op de boedelrekening van Oad Groep B.V. een bedrag van € 433.378,99 ontvangen.
Het gaat daarbij om de opbrengst van de diverse veilingen. De afrekening van deze veilingen luidt aldus:
• opbrengst | € | 400.613,00 |
• commissie | -/- € | 30.045,98 |
• overige kosten | -/- € | 9.560,28 |
subtotaal | € | 361.006,75 |
BTW (0% over € 16.377,00) | € | 0,00 |
BTW (21% over € 344.629,75) | € | 72.372,25 |
totaal | € | 433.378,99 |
Curatoren merken op dat de totale (bruto) opbrengst van de diverse veilingen ad € 400.613,00 iets hoger is dan het totaal van de bedragen die in het derde faillissements- verslag zijn genoemd. Het totaal van die bedragen sloot op een bedrag van € 397.988,00. Het verschil tussen beide bedragen betreft de opbrengst van een aantal roerende zaken die zijn na-geveild.
De curatoren merken verder op dat over een opbrengst van
€ 16.377,00 geen BTW berekend is, daar deze opbrengst ziet op de verkoop van vreemde valuta.
Curatoren merken op dat de opbrengst van de veilingen, waar nodig, nog toegerekend dient te worden aan de diverse boedels van Oad.
Parallel aan de voorbereiding van de veiling van de roeren- de zaken hebben curatoren zich in verslagperiode 2 beziggehouden met het veiligstellen van de digitale en fysieke administratie. Hierover wordt onder punt 7.1 van dit verslag nader bericht. Met Troostwijk is overeengekomen dat zij ervoor zorgdraagt dat alle digitale systemen, alvo- rens zij ter veiling worden aangeboden, gecertificeerd wor- den gewist. Troostwijk heeft alle digitale systemen, alvo- rens zij ter veiling zijn aangeboden, in opdracht van cura- toren gewist. Curatoren hebben daarvan een bewijs ont- vangen.
3.6 Verkoopopbrengst : • Voor de inventaris in de winkels verkocht aan
D-Reizen en aan RTN: € 21.480,00
• Voor de inventaris in de winkels die sluiten is de opbrengst nog niet bekend. Getracht wordt voor deze inventaris een koper te vinden of om hierover een deal te maken met de betreffende verhuurder.
In verslagperiode 2 hebben curatoren een partij bereid gevonden om de winkels, die niet betrokken zijn bij enige doorstart, waartoe tevens te rekenen winkels van Globe Reisburo B.V., op te ruimen/leeg te halen. Voor de aldaar nog aanwezige inventaris is, in acht geno- men het feit dat deze partij de winkels leeghaalt, een koopsom van € 1.210,00 overeengekomen, welke koopsom inmiddels is ontvangen. • Volkswagens: € 1.375,00 • Opbrengst veilingen: € 400.613,00 (zie hiervoor, punt 3.5). Curatoren merken op dat genoemde opbrengsten nog verdeeld dienen te worden over de diverse boedels van Oad. Zie hiervoor, punt 3.5. | ||
3.7 Boedelbijdrage | : | Afhankelijk van de uitkomst van de kwestie zoals bedoeld onder 5.1 zullen er wel of geen (nadere) afspraken worden gemaakt over een boedelbijdrage. |
3.8 Bodemvoorrecht fiscus | : | Onduidelijk is of dit voorrecht van toepassing is (zie de dis- cussie als vermeld in 5.1). Afhankelijk van de vraag of de vordering van de fiscus kan worden voldaan uit het vrij boedelactief, geldt het voorrecht van de fiscus ten aanzien van bodemzaken. |
Werkzaamheden verslagperiode | Geen. | |
Voorraden/onderhanden werk | Er zijn geen voorraden/onderhanden werk aangetroffen in deze vennootschap. | |
3.9 Beschrijving | : | n.v.t. |
3.10 Verkoopopbrengst | : | n.v.t. |
3.11 Boedelbijdrage | : | n.v.t. |
Werkzaamheden verslagperiode | : | Geen |
Andere activa | ||
3.12 Beschrijving | : | Kasgeld: € 19.569,45 (gestort op de Rabobankrekeningen van de Globe vestigingen; de Rabobank rekent dit nog af met de boedel). Het creditbedrag ad € 19.569,45 is door de Rabobank verrekend met haar vorderingen die zij uit hoof- de van bankgaranties heeft (zie 5.1). Xxxxxx Xxxxxxxx X.X. is hoofdelijk aansprakelijk jegens de Rabobank en heeft aldus voormeld bedrag bijgedragen in de betaling van de schuld van alle hoofdelijk verbonden vennootschappen jegens de Rabobank. Mogelijk heeft Xxxxxx een regres- vordering op concern vennootschappen. Of dit het geval is, zal pas duidelijk worden als de draagplicht van elke hoofde- lijk aansprakelijke vennootschap zal zijn bepaald. |
3.13 Verkoopopbrengst | : | n.v.t. |
Werkzaamheden verslagperiode | Geen. |
4. Debiteuren | ||
4.1 Omvang debiteuren | : | De debiteuren van Xxxxxx Xxxxxxxx B.V. zijn gefactureerd door Globe Reisburo B.V. Uit de administratie valt niet af te leiden welke debiteuren van Xxxxxx Xxxxxxxx zijn. De opbrengst van de debiteuren zal in eerste instantie in de boedel van Globe Reisburo B.V. vloeien. In verslagperiode 2 is het onderzoek ten aanzien van de mogelijkheid om debiteuren te incasseren gestart. In dat kader worden de voor een behoorlijke incasso benodigde gegevens uit de (digitale en fysieke) administratie zeker- gesteld (zie in dit verslag onder punt 7.1). Ten aanzien van voormeld onderzoek, daarmee verband houdende / daaruit voortvloeiende acties, zijn op dit moment geen ontwikkelingen te melden, buiten het feit dat curatoren in verslagperiode 4 aan hen bekende zaken- partners een brief hebben gezonden waarin curatoren, in voorkomend geval, betrokkenen te kennen hebben gege- ven aanspraak te maken op een klantvergoeding (voor zover er sprake is van agentuur) en voor het overige alle aanspraken/vorderingen hebben gestuit. Dit alles is gedaan vanuit het oogpunt van het behoud van rechten. In verslagperiode 5 zijn de werkzaamheden verband houdende met de incasso van debiteuren voortgezet. In verslagperiode 6 zijn de werkzaamheden verband houdende met de incasso van debiteuren voortgezet. In deze periode is een aantal vliegmaatschappijen gedag- vaard. Het is niet uitgesloten dat een of meer van de OAD vennootschappen een vordering heeft c.q. hebben op een of meer vliegmaatschappijen in verband met de reservering van stoelen. Deze vordering zou betrekking kunnen hebben op een bonus, commissie, marketingbijdrage, cumulatieve bezetting of segmentenvergoeding. De dagvaardingen zijn uitgebracht ter voorkoming van verval van rechten; er is op langere termijn gedagvaard. In verslagperiode 7 zijn de werkzaamheden verband houdende met de incasso van debiteuren voortgezet. In verslagperiode 7 hebben daarnaast diverse bespre- kingen met vliegmaatschappijen plaatsgevonden teneinde duidelijkheid te verkrijgen of een of meer van de boedels (per saldo) een vordering heeft op een of meer vliegmaat- schappijen. |
In verslagperiode 8 is ten aanzien van enkele vlieg- maatschappijen gebleken dat de boedels geen vorde- ring hebben op deze vliegmaatschappijen. De ver- houding met de resterende vliegmaatschappijen wordt onderzocht. Ook in verslagperiode 8 zijn de werkzaamheden die verband houden met de incasso van debiteuren voort- gezet. | ||
4.2 Opbrengst | : | N.n.b. |
4.3 Boedelbijdrage | : | Afhankelijk van de uitkomst van de kwestie zoals bedoeld onder 5.1 zullen er wel of geen (nadere) afspraken worden gemaakt over een boedelbijdrage. |
Werkzaamheden verslagperiode | Correspondentie met zakenpartners; besprekingen met zakenpartners; correspondentie met de waarnemend rechter-commissaris; opstellen dagvaardingen. Bestudering uitgebreide documentatie. Overleg met enkele vliegmaat- schappijen en overleg met de door curatoren xxxxxxxx- xxxxx accountant. | |
5. Bank/zekerheden | ||
5.1 Vorderingen van bank(en) | : | Rabobank (concernfinanciering), € 11.912.089,00 per datum faillissement. De vordering bestaat met name uit getrokken bankgaranties. Er was per datum uitspraak faillissement een positief banksaldo van ruim € 4.000.000,00. De curatoren hebben uit de opbrengst van de doorgestarte onderdelen van de gehele Oad Groep de bank gelost. De verdere opbrengsten vallen vrij. In een later stadium zal worden gekeken naar de draagplicht van afzonderlijke Oad vennootschappen en mogelijke regresrechten. De rechtsgeldigheid van de vorderingen en de zekerheden van de Rabobank worden nog onderzocht. Laatstgenoemd onderzoek loopt nog. Er zijn nog diverse punten c.q. onduidelijkheden met betrekking tot de zeker- heden. Dit brengt met zich mee dat de curatoren tot op heden de zekerheden nog niet hebben kunnen erkennen. De Rabobank en de curatoren dienen nog te overleggen over de wijze waarop en of deze punten en onduidelijk- heden kunnen worden opgelost respectievelijk wegge- nomen. In verslagperiode 3 is uitvoerig met de Rabobank gespro- ken. Gebleken is dat de door de bank ingediende vordering geheel bestaat uit door de bank ten behoeve van schuld- eisers van de OAD vennootschappen gestelde bankgaran- |
ties en een verlies op een rentederivaat. Twee bankgaran- ties met aanzienlijke bedragen zijn getrokken. Nog niet alle bankgaranties zijn door de betreffende schuldeisers getrok- ken. De vordering van de bank zou door het niet trekken van de bankgaranties uiteindelijk iets lager kunnen zijn.
Na onderzoek is gebleken dat de bank veel meer onder zich heeft dan nodig is voor de betaling van de vordering van € 11.912.089,--. Er is, mede door de ontvangst van een groot aantal debiteurenbetalingen, inmiddels een surplus gekweekt van minstens € 5.319.628,06. De Rabobank is verder verzocht om € 2.000.000,-- over te boeken naar de boedelrekening van OAD B.V. Dit is de opbrengst van de onroerende zaak te Goor, die OAD B.V. in eigendom toe- behoorde en die de bank, als hypotheekhouder betreffende genoemde onroerende zaak, in eerste instantie had opge- ëist. De bank heeft de € 2.000.000,-- in verslagperiode 3 daadwerkelijk gestort op de aangegeven boedelrekening.
De resterende € 5.319.628,06 is desgevraagd door de bank gestort op de boedelrekening van OAD Touringcar Bedrijf B.V.
De opbrengst van de OAD Touringcar Bedrijf B.V. in eigen- dom toebehorende bussen ad € 8.060.000,-- is na verkoop onder voorbehoud van alle rechten afgedragen aan de Rabobank. Door overboeking van voormelde bedragen worden eventuele regresvorderingen geringer. Uitdrukkelijk zijn vermeld dat de toedeling van opbrengsten nog plaats dient te vinden.
Vooruitlopend op de definitieve toedeling van opbrengsten aan de diverse boedels hebben curatoren in verslagperio- de 4 een bedrag van € 275.368,94 overgemaakt van de boedelrekening van OAD Touringcar Bedrijf B.V. naar de boedelrekening van Xxx Xxxxxxxxxx B.V. De reden hiertoe is gelegen in het feit dat naast OAD Touringcar Bedrijf B.V. ook Oad Busbedrijf B.V. door de Rabobank was aange- sproken tot inlossing van de schulden aan de bank. Naast het bedrag dat OAD Touringcar Bedrijf B.V. in dat kader aan de bank heeft betaald (zijnde het eerder genoemde bedrag van € 8.060.000,00), heeft Oad Busbedrijf B.V. een bedrag van € 440.000,00 aan de bank betaald, waardoor het totaalbedrag dat aan de bank is betaald uitkomt op
€ 8.500.000,00. Uiteindelijk heeft de bank, op aandringen van de curatoren, zoals eerder gemeld, een bedrag van
€ 5.319.628,06 terugbetaald. Dit bedrag is ontvangen op de boedelrekening van OAD Touringcar Bedrijf B.V. Omdat in dit bedrag ook een bedrag zit, dat geacht wordt aan Oad Busbedrijf B.V. toe te komen, hebben curatoren, naar rato
van een ieders bijdrage in hetgeen aan de bank is betaald, berekend dat van het bedrag dat is terugbetaald Oad Bus- bedrijf B.V. recht heeft op een bedrag van € 275.368,94. Aan saldi van de diverse boedelrekeningen kan door geen enkele schuldeiser enig recht worden ontleend. De door curatoren ingeschakelde externe advocaat die de handelwijze van de bank in het kader van de kredietopzeg- ging zal onderzoeken, zal curatoren ook adviseren aan- gaande de rechtsgeldigheid van de door de bank gepreten- deerde zekerheden. In verslagperiode 3 is daartoe door curatoren opdracht gegeven. Dit onderzoek is nog gaande. De Rabobank is op de hoogte van het feit dat dit onderzoek de nodige tijd in beslag neemt en dat er eventueel nog claims en/of klachten (kunnen) volgen. De reden van het feit dat dit onderzoek nog niet is afgerond, houdt (onder andere) verband met hetgeen daarover is opgemerkt in de algemene toelichting, die als bijlage 1 bij het verslag is gevoegd. | ||
5.2 Leasecontracten | : | n.v.t. |
5.3 Beschrijving zekerheden | : | Let op: de hierna genoemde zekerheden zijn alle zeker- heden die de Rabobank ten tijde van de uitspraak van het faillissement had op vennootschappen in de Oad Groep. Niet alle zekerheden hebben betrekking op het onder- havige faillissement. De zekerheden van de Rabobank bestaan uit: een pandrecht op: • alle huidige en toekomstige inventaris; • alle huidige en toekomstige voorraden; • alle huidige en toekomstige rechten van intellectueel eigendom; • alle huidige en toekomstige rechten/vorderingen op de Stichting Internet Domein Registratie Nederland (SIDN) uit hoofde van de bij SIDN geregistreerde domeinnamen; • alle ten tijde van de registratie van de pandakte bestaande rechten/vorderingen op derden en alle rechten/vorderingen die worden verkregen uit ten tijde van de registratie van de pandakte bestaande rechtsverhoudingen; een recht van hypotheekrecht op: • het opstalrecht, inhoudende de bevoegdheid tot het hebben van een overkapping ten behoeve van een overdekte opstapplaats voor passagiers en auto- bussen op het perceel, gelegen aan de Sint Xxxx- |
gildestraat te Beek (gemeente Montferland), kadastraal bekend gemeente Bergh, sectie L nummer 813;
• het woonhuis met ondergrond en verdere aanhorig-
heden, staande en gelegen te 7671 HA Neede, Xxxxxxxxxxxx 00x en 38, kadastraal bekend gemeente Neede, sectie C nummer 8474;
• het woonhuis met ondergrond en verdere aanhorig-
heden, staande en gelegen te 6881 SM Velp, Xxxxxxxxxx 0, kadastraal bekend gemeente Velp, sectie H nummer 2131;
• een perceel grond, gelegen aan de Enterseweg te
Goor, kadastraal bekend gemeente Goor, sectie A nummer 2463;
• het bedrijfspand met ondergrond en verdere
aanhorigheden, staande en gelegen te 0000 XX Xxxx, Xxxxxxxxxxx 0, kadastraal bekend gemeente Goor, sectie A nummer 3171;
• het woonhuis met ondergrond en verdere aanhorig-
heden, staande en gelegen te 0000 XX Xxxx, Xxxxxxxxxxx 00 en 72b, kadastraal bekend gemeente Goor, sectie C nummer 3431;
• het woonhuis met ondergrond en verdere aanhorig-
heden, staande en gelegen te 0000 XX Xxxxxx, Xxxx Xxxxxxxxxxx 0, kadastraal bekend gemeente Holten, sectie E nummer 3374;
• een perceel grond, gelegen aan de Burgemeester
van der Borchstraat te Holten, kadastraal bekend gemeente Holten, sectie E nummer 3575;
• het woonhuis met ondergrond en verdere aanhorig-
heden, staande en gelegen te 0000 XX Xxxxxx, Xxxx Xxxxxxxxxxx 0, kadastraal bekend gemeente Holten, sectie E nummer 3476;
• het bedrijfspand met woning, ondergrond en
verdere aanhorigheden, staande en gelegen te 0000 XX Xxxxxx, Xxxxxxxxxxxx xxx xxx Xxxxxxxxxxx 0, 4 en 6, kadastraal bekend gemeente Holten, sectie E nummer 3492;
• een perceel grond, gelegen aan de Oude
Deventerweg te Holten, kadastraal bekend gemeente Holten, sectie F nummer 5748;
• het opstalrecht, inhoudende de bevoegdheid tot
hebben en houden van gebouwen en opstallen (bedrijfspand met bedrijfswoning) op het perceel gelegen te 0000 XX Xxxxxxx, Walstraat 1, 5 en 9, kadastraal bekend gemeente Rijssen, sectie F nummer 3799;
• het bedrijfspand met ondergrond en verdere aanhorigheden, staande en gelegen te 1381 BA Weesp, Xxxxxxxxxxx 00, kadastraal bekend gemeente Weesp, sectie A nummer 5359. | ||
5.4 Separatistenpositie | : | Zie hiervoor, punt 5.1. |
5.5 Boedelbijdragen | : | Afhankelijk van de uitkomst van de kwestie zoals bedoeld onder 5.1 zullen er wel of geen (nadere) afspraken worden gemaakt over een boedelbijdrage. |
5.6 Eigendomsvoorbehoud | : | n.v.t. |
5.7 Reclamerechten | : | n.v.t. |
5.8 Retentierechten | : | n.v.t. |
Werkzaamheden verslagperiode | Er heeft in de voorbije verslagperiode meerdere malen overleg met de door curatoren ingeschakelde advocaat plaatsgevonden. | |
6. Doorstart/voortzetten | D-Reizen heeft een doorstart gemaakt met 10 reiswinkels. RTN heeft een doorstart gemaakt met 1 reiswinkel. | |
6.1 Exploitatie/zekerheden | : | n.v.t. |
6.2 Financiële vastlegging | : | n.v.t. |
Werkzaamheden verslagperiode | Geen | |
7. Rechtmatigheid | ||
7.1 Boekhoudplicht | : | Art 2:10 Burgerlijk Wetboek. Het bestuur dient een admini- stratie te voeren zodanig dat te allen tijde de rechten en verplichtingen van de rechtspersoon kunnen worden gekend. Of aan de boekhoudplicht is voldaan zal worden onderzocht door de curatoren. In verslagperiode 2 is aan een internationaal opererend kantoor met forensisch accountants opdracht gegeven om een “quick scan” uit te voeren naar de wijze waarop de administratie werd gevoerd. Voordat deze “quick scan” kan worden uitgevoerd dient de fysieke en digitale administratie te worden zeker gesteld. In verslagperiode 3 is de fysieke en digitale administratie veilig gesteld (zie hierna). Dit maakt het mogelijk om de aankomende verslagperiode de “quick scan” te starten. Gezien het feit dat er verschillende onderzoeken naast elkaar lopen, menen curatoren er verstandig aan te doen om met de verschillende onderzoekers afspraken te maken omtrent de coördinatie van diverse onderzoeken, zulks met het doel te voorkomen dat op onderdelen dubbel werk wordt gedaan. Daarnaast dient tussen de diverse onder- zoekers afstemming plaats te vinden ten aanzien van het (gelijktijdig) gebruik van diverse bronnen, waaruit geput |
moet worden (waartoe te rekenen: de (fysieke en digitale) administratie). Het onderzoek ten aanzien van de wijze waarop afstemming het best kan plaatsvinden loopt nog. Ten aanzien van de ontwikkelingen op dit punt verwijzen curatoren naar de algemene toelichting, welke als bijlage 1 bij dit verslag is gevoegd.
Fysieke administratie
Op diverse plaatsen in het pand te Holten is een behoor- lijke hoeveelheid administratie aangetroffen. Het betreft onder meer financiële administratie, managementinfor- matie, jaarverslagen, notulen maar ook gedetailleerde (project)administratie van bepaalde afdelingen van Oad c.s., zoals Groepsreizen, Sports & Incentives, Disney, etc. Daarnaast is sprake van een grote hoeveelheid archief, dat tot nu toe in het pand te Holten ligt opgeslagen (onder meer “Oad Archief” en directiearchief).
Omdat curatoren op dit moment niet goed kunnen inschat- ten welke administratie bij de afwikkeling van het faillisse- ment relevant is c.q. kan worden, is besloten om de admini- stratie grotendeels te bewaren.
Daarbij dient ook te worden zekergesteld dat de betreffen- de administratie goed, snel en gemakkelijk terug te vinden is. Geconstateerd is dat het om een grote hoeveelheid te archiveren materiaal gaat, zodat de opslag en indexering daarvan complex is en forse kosten met zich mee zal brengen.
Curatoren hebben een drietal partijen gevraagd een offerte te maken voor het zekerstellen, indexeren en opslaan van de administratie. Uiteindelijk is aan Vada Archieven B.V. te Nijverdal opdracht gegeven deze werkzaamheden uit te voeren. Ten aanzien van de indexering zullen curatoren een lijst ontvangen waarop de administratie (ordnerrug- gen/dossiernaam) en een locatieaanduiding worden ver- meld. Tevens worden foto’s genomen van de administratie en de opstelling zoals deze was, zodat aan de hand daar- van kan worden gereconstrueerd welke administratie waar stond (welke kamer / plek in de kamer / kast). Curatoren proberen op deze wijze zeker te stellen dat op zoveel mogelijk manieren relevante administratie kan worden teruggevonden.
Voorts hebben curatoren met Vada Archieven B.V. afspra- ken gemaakt over het raadplegen van de gearchiveerde informatie, bij Vada dan wel middels het toezenden (digi- taal/fysiek) van de betreffende stukken.
Op het moment van verslaglegging betreffende het der- de verslag heeft Vada Archieven B.V. twee/derde van de totale administratie geïnventariseerd en gerubriceerd, zodat die op welk gewenst moment door curatoren en onderzoe- kers, die in opdracht van curatoren werkzaamheden ver- richten, opvraagbaar is. Het gaat daarbij om meer dan
15.000 items (mappen c.q. ordners). Het streven is om de aankomende weken het geheel af te ronden. Aan het eind van de rit zullen uiteindelijk ruim 22.000 items zijn gerubri- ceerd en geïnventariseerd.
In verslagperiode 4 heeft Vada Archieven B.V. de aan haar opgedragen werkzaamheden afgerond. De totale administratie is geïnventariseerd en gerubriceerd. Aan de hand van door Vada opgestelde inventarislijsten kunnen diverse items behorende tot de administratie op eenvoudi- ge wijze worden opgevraagd.
In verslagperiode 5 zijn uit de administratie de relevante delen geselecteerd aan de hand van selectiecriteria. Onge- veer 1.600 ordners zijn aldus als zijnde relevant gesepa- reerd. De inhoud van deze ordners diende gescand te worden opdat deze aan de dataroom toegevoegd kunnen worden. Het proces van het scannen is voltooid. Op het moment van opmaken van dit verslag wordt de digitale inhoud van de 1.600 ordners in de dataroom gebracht (zie algemene toelichting als bijlage 1 bij dit verslag).
In verslagperiode 6 is het inrichten en vullen van de data- room afgerond. In de dataroom is onder andere een grote hoeveelheid scans van de relevante stukken uit de fysieke administratie opgenomen. Het is voor curatoren en door hen ingeschakelde derden mogelijk om via een beveiligde verbinding de informatie die zich in de dataroom bevindt (waartoe gerekend scans van stukken uit de fysieke administratie) op afstand te raadplegen.
Digitale administratie
Curatoren zijn tijdens verslagperiode 2 bezig geweest met het zeker stellen van de digitale administratie van Oad. Dit is onder meer van belang voor het incasseren van debiteu- ren, voor het uitfactureren van onderhanden werk (voor zover nog niet gebeurd) en voor het reguliere onderzoek naar de administratie.
Teneinde de ICT-infrastructuur in kaart te brengen, is een sessie belegd met als deelnemers (1) een vertegenwoordi- ging namens curatoren, (2) 3 oud-ICT-medewerkers van
Oad en (3) forensisch accountants, die voor curatoren van de digitale administratie een backup zullen maken. Tijdens die bespreking is gebleken dat de ICT-structuur en infra- structuur zeer omvangrijk en complex is, onder meer omdat een veeltal aan verschillende systemen (deels zelfbouw, deels op de markt beschikbare pakketten) gebruikt wer- den/worden en aan elkaar gekoppeld zijn. Daarbij is boven- dien van belang dat het serverpark (fysiek) deels in het pand te Holten en deels bij een externe partij te Enschede aanwezig is.
Omdat op het moment van het leggen van het tweede verslag niet geheel duidelijk was welke data in het kader van de afwikkeling van het faillissement relevant zal zijn, is besloten om het traject in meerdere fasen op te knippen. In fase 1 worden de data “sec” zekergesteld. In fase 2 wordt essentiële bedrijfsinformatie, zoals de financiële admini- stratie, toegankelijk en raadpleegbaar gemaakt.
In de daarop volgende fasen kunnen de betreffende data vervolgens, voor zover dit nodig mocht blijken te zijn, wor- den ontsloten en geraadpleegd. Met het zekerstellen van de data (en, in de volgende fase, ook met het raadplegen daarvan), zijn, vanwege de complexiteit en de omvang van het systeem en de daarin vervatte data, forse kosten gemoeid. Het belang van een behoorlijke afwikkeling van de faillissementen brengt met zich dat deze investering niettemin noodzakelijk is.
In verslagperiode 3 is de eerste fase (het veilig stellen van de digitale administratie) afgerond en is het bedrijf dat in opdracht van curatoren de administratie heeft veilig gesteld begonnen met de tweede fase: het ontsluiten van een deel van de veilig gestelde gegevens (met name: de administra- tie), door deze gegevens in bruikbare vorm te exporteren. Tevens wordt door dit bedrijf, in opdracht van curatoren, onderzoek gedaan naar het live brengen van de oude systemen, zodat via die weg de veilig gestelde gegevens kunnen worden benaderd (de derde fase). Ten tijde van het leggen van het derde verslag liep dat onderzoek nog.
In verslagperiode 4 zijn de belangrijkste digitale systemen live gebracht en is (mede daardoor) een groot deel van de digitale administratie ontsloten. Een en ander is van groot belang voor de verdere onderzoeken en discussie met bepaalde partijen (debiteuren én zakenpartners) over de gehoudenheid tot betaling.
In verslagperiode 5 zijn de voor de onderzoeken relevante delen uit de digitale administratie geselecteerd. Dit proces is op het moment van opmaken van dit verslag nagenoeg voltooid. Na voltooiing zullen de onderzoeken gestart kunnen worden. In verslagperiode 6 is het inrichten en vullen van de data- room afgerond. Het is voor curatoren en door hen xxxx- xxxxxxxxx derden mogelijk via een beveiligde verbinding op afstand informatie uit de dataroom te raadplegen, zulks ten behoeve van door hen te verrichten onderzoek. In verslagperiode 7 is veelvuldig gebruik gemaakt van de dataroom. Ook in verslagperiode 8 is gebruik gemaakt van de dataroom. | ||
7.2 Depot jaarrekeningen | : | Het boekjaar van Oad loopt van 1 november tot 31 oktober. Uit het online handelsregister van de Kamer van Koophan- del blijkt dat de groepsjaarrekening over het boekjaar 2010- 2011 op 6 december 2012 door OAD Groep Holding B.V. is gedeponeerd. Dat is een overschrijding van de wettelijke termijn met 6 dagen. In de rechtspraak wordt een dergelijke overschrijding niet aangemerkt als onbehoorlijk bestuur dat geacht wordt een belangrijke oorzaak van het faillissement te zijn. De jaarrekening over het boekjaar 2011-2012 was ten tijde van de uitspraak van het faillissement nog niet gepubliceerd. De curatoren onderzoeken of de wettelijke publicatietermijn voor de jaarrekening over het boekjaar 2011-2012 is over- schreden en zo ja, wat daarvan de gevolgen zijn. |
7.3 Goedk. verkl. accountant | : | Voor de jaarrekening over het boekjaar 2010-2011 is een controleverklaring afgegeven door een onafhankelijk accountant. Voor de jaarrekening over het boekjaar 2011- 2012 was ten tijde van de uitspraak van het faillissement nog geen controleverklaring afgegeven door een onaf- hankelijk accountant. |
7.4 Stortingsverpl. aandelen | : | Door de curatoren zal worden onderzocht of is voldaan aan de verplichting tot volstorting van de aandelen. |
7.5 Onbehoorlijk bestuur | : | Door de curatoren zal worden onderzocht of bestuurders hun taak kennelijk onbehoorlijk hebben vervuld en zo ja, of aannemelijk is dat dit een belangrijke oorzaak is van het faillissement (als bedoeld in art 2:248 Burgerlijk Wetboek), dan wel of bestuurders anderszins aansprakelijk zijn te achten. In het kader van het faillissement zullen de curato- ren de gebruikelijke onderzoeken doen. Gelet op de om- vang van de onderneming en de met het faillissement ge- moeide belangen, zullen de curatoren bij het doen van |
onderzoek gebruik maken van forensisch accountants en externe advocaten. De verwachting is dat het onderzoek geruime tijd in beslag zal nemen.
Zoals hiervoor onder 7.1 al gemeld is aan een extern kan-
xxxx opdracht geven om een “quick scan” uit te voeren naar de wijze waarop de administratie werd gevoerd. Tevens wordt met een extern advocatenkantoor gewerkt aan een opzet voor een onderzoek naar de oorzaken van de faillissementen.
Met het in 7.1 vermelde internationaal opererende kantoor is in de derde verslagperiode een eerste opzet voor een onderzoek naar de oorzaken van de faillissementen en het optreden van het bestuur en toezichthouders, in de periode voorafgaande aan het faillissement, gemaakt. De verwach- ting is dat in het volgende verslag meer hieromtrent te mel- den zal zijn.
Voor wat betreft de ontwikkelingen in verslagperiode 4 ten aanzien van het onderzoek naar de oorzaken van de faillissementen en het optreden van het bestuur en toe- zichthouders in de periode voorafgaande aan het faillisse- ment, wordt verwezen naar de algemene toelichting welke als bijlage 1 bij verslag nummer 4 is gevoegd.
Voor wat betreft de ontwikkelingen in verslagperiode 5 ten aanzien van het onderzoek naar de oorzaken van de faillissementen en het optreden van het bestuur en toe- zichthouders in de periode voorafgaande aan het faillisse- ment, wordt verwezen naar de algemene toelichting welke als bijlage 1 bij dit verslag is gevoegd.
Voor wat betreft de ontwikkelingen in verslagperiode 6 ten aanzien van het onderzoek naar de oorzaken van het faillissement en het optreden van het bestuur en toezicht- houders in de periode voorafgaande aan het faillissement, wordt verwezen naar de algemene toelichting welke als bijlage 1 bij dit verslag is gevoegd.
Voor wat betreft de ontwikkelingen in verslagperiode 7 ten aanzien van het onderzoek naar de oorzaken van het faillissement en het optreden van het bestuur en toezicht- houders in de periode voorafgaande aan het faillissement, wordt verwezen naar de algemene toelichting welke als bijlage 1 bij dit verslag is gevoegd.
Voor wat betreft de ontwikkelingen in verslagperiode 8 ten aanzien van het onderzoek naar de oorzaken van het faillissement en het optreden van het bestuur en toezichthouders in de periode voorafgaande aan het faillissement, wordt verwezen naar de algemene toe- lichting welke als bijlage 1 bij dit verslag is gevoegd. | ||
7.6 Paulianeus handelen | : | Door de curatoren zal onderzoek worden gedaan naar rechtshandelingen die mogelijk een of meerdere schuld- eisers benadeeld hebben, zo nodig worden deze rechts- handelingen door een buitengerechtelijke verklaring ver- nietigd. Dit onderdeel zal mede betrokken worden in het boekenonderzoek. |
Werkzaamheden verslagperiode | Correspondentie met archiveringsbedrijf en forensisch ac- countants (m.b.t. het ontsluiten van veilig gestelde gege- vens). Besprekingen met vertegenwoordigers van het inter- nationaal opererende kantoor (m.b.t. het boekenonderzoek) | |
8. Crediteuren | ||
8.1 Boedelvorderingen | : | Nog niet bekend, er wordt overleg gevoerd met diverse ver- huurders over het moment van oplevering. Waar mogelijk worden de winkelpanden eerder opgeleverd dan aan het eind van de opzegtermijn om zo de boedelvorderingen zo- veel mogelijk te beperken. Tot en met de zevende verslag- periode zijn 10 boedelvorderingen ter zake huur op de lijst van (nog niet erkende) boedelvorderingen geplaatst ter hoogte van in totaal € 69.962,01. Door het UWV zijn tot en met de 8e verslagperiode (gewij- zigde) boedelvorderingen ingediend wegens overgenomen loonverplichtingen ter hoogte van in totaal € 303.659,56. |
8.2 Pref. vordering fiscus | : | Een fiscalist die kantoor houdt in het kantoor van een van de curatoren, mr. G.W. Luesink, is doende de fiscale positie van de vennootschappen in beeld te brengen. Hij voert daartoe overleg met de belastingdienst. Onder meer is er een geschil over de vraag of een of meer van de gefailleer- de vennootschappen terecht scholingsaftrek genoten hebben. In verslagperiode 4 hebben curatoren, na verkregen toestemming van de rechter-commissaris, KPMG Meijburg & Co ingeschakeld om hen bij te staan in de discussie met de belastingdienst betreffende door Oad genoten fiscale voordelen, verband houdende met scholingsaftrek. De belastingdienst stelt zich op het standpunt dat deze aftrek ten onrechte is genomen en heeft om die reden aan diver- se vennootschappen, behorende tot het Oad concern een aanslag loonbelasting van in totaal ruim € 2.400.000,00 opgelegd. In dit kader is aan onderhavige gefailleerde een aanslag opgelegd van € 230.000,00. Aan andere concern- |
vennootschappen dan gefailleerde zijn eveneens aansla- gen opgelegd, te weten: Globe Reisburo B.V.
(€ 2.118.000,00), Xxxxxxxx Xxx Xxxxxxxxxxx B.V. (€ 91.659,00) en OAD Reizen B.V. (€ 3.104,00).
In verslagperiode 5 heeft er overleg plaatsgevonden tussen de functionaris van Meijburg & Co en de belasting- dienst. Dit overleg heeft nog niet tot een uitkomst geleid. Curatoren hebben in verslagperiode 5 tevens degenen die indertijd een (advies)rol hebben vervuld terzake van de scholingsaftrek aansprakelijk gesteld voor de schade die de diverse boedels zullen lijden, mocht blijken dat ten onrechte scholingsaftrek is genoten. Het betreffen hier partijen die zelf ook in staat van faillissement verkeren. Curatoren heb- ben niets anders gekund dan hun vordering ter verificatie aan te melden.
In verslagperiode 6 heeft KPMG Meijburg & Co diverse informatie aan de belastingdienst gezonden, die de wijze staven waarop Xxx haar opleidingen had ingericht en de manier waarop Oad is omgegaan met de fiscale regelgeving op dit punt. De documenten bevestigen naar het oordeel van KPMG Meijburg & Co dat Oad serieus is omgegaan met het onderwijs en de daaraan verbonden voorwaarden, dat de opleidingen dan ook realiteitswaarde hebben gehad en dat de belastingdienst dus ten onrechte stelt dat een en ander niet voldoet aan de daaraan te stellen eisen om in aanmerking te komen voor scholings- aftrek. Afgewacht dient te worden of en in hoeverre de belastingdienst de namens curatoren gegeven uitleg accepteert.
In verslagperiode 7 is de discussie met de belastingdienst over de scholingsaftrek voortgezet. Tot een oplossing heeft dit niet geleid. Op basis van de huidige stand van zaken verwachten curatoren dat over deze kwestie geprocedeerd gaat worden.
Ook in verslagperiode 8 is de discussie met de belas- tingdienst over de scholingsaftrek voortgezet, tot op heden zonder resultaat. De aankomende verslag- periode zal genoemde discussie worden vervolgd.
Voorts moet de verschuldigdheid van buitenlandse omzet- belasting gecontroleerd worden. Ook aspecten ter zake de vennootschapsbelasting worden bezien. Dit fiscaal onder- zoek loopt nog.
Door de fiscus zijn tot en met de 8e verslagperiode prefe- rente vorderingen ingediend ter hoogte van in totaal € 734.853,--. Dit bedrag bevat een vordering op de fiscale eenheid OAD Groep B.V. c.s. ter hoogte van € 452.706,-. | ||
8.3 Pref. vordering UWV | : | Door het UWV zijn tot en met de 8e verslagperiode pre- ferente vorderingen ingediend wegens overgenomen loonverplichtingen ter hoogte van in totaal € 144.335,76. |
8.4 Andere pref. crediteuren | : | Door andere crediteuren zijn tot en met de 8e verslag- periode 4 preferente vorderingen ingediend. Ten aanzien van de ontwikkelingen met betrekking tot aan- spraken van voormalige personeelsleden en stagiaires verwijzen curatoren naar hetgeen hiervoor, onder punt 2, staat gemeld. |
8.5 Aantal concurrente cred. | : | Uit de financiële administratie van Xxxxxx Xxxxxxxx B.V. blijkt niet van concurrente crediteuren. De inkopen werden gedaan op naam van Globe Reisburo B.V., waardoor de crediteurenvorderingen ook in dit faillissement vallen. Tot en met de 8e verslagperiode zijn door crediteuren 53 concurrente vorderingen ingediend ten bedrage van in totaal € 280.225,90. Curatoren merken op dat vlak voor het leggen van het vierde verslag door SGR een vordering is aangemeld in het faillissement van Xxxxxx Xxxxxxxx B.V. ten bedrage van € 144.996,99. Deze vordering zou, volgens opgave van SGR, mede betrekking hebben op de faillissementen van Xxxxxxxx Xxx Xxxxxxxxxxx B.V. en Globe Reisburo B.V. Curatoren dienen deze vordering van SGR nog te beoor- delen/te controleren, onder meer om vast te stellen op welk faillissement de vordering precies betrekking heeft. Reden waarom deze vordering nog niet is opgenomen op de lijst van ingediende schuldvorderingen. In verslagperiode 5 zijn curatoren doende geweest om de (grondslag van de) vorderingen van SGR te beoordelen. Ten tijde van het leggen van het verslag bestaat daarover nog geen duidelijkheid. Reden waarom deze vorderingen nog niet zijn opgenomen op de lijst van ingediende schuld- vorderingen. In de zesde verslagperiode is het onderzoek van cura- toren naar de (grondslag van de) vorderingen van SGR voortgezet. Dit heeft tot op heden nog niet geleid tot een voorlopige erkenning van genoemde vorderingen. |
In verslagperiode 7 is het onderzoek ten aanzien van de vorderingen van SGR voortgezet. In verslagperiode 8 ver- wachten curatoren een definitief oordeel te kunnen vellen over genoemde vorderingen, waarbij curatoren uitdrukkelijk opmerken dat het in alle gevallen zal gaan om een eerste, voorlopige beoordeling, omdat de vorderingen van SGR nu eenmaal eerst ter gelegenheid van de verificatievergade- ring (als die er komt) definitief zullen worden vastgesteld. In verslagperiode 8 hebben curatoren met (de advocaat van) SGR gecorrespondeerd over een aantal kwesties, verband houdende met de door SGR ingediende vorde- ringen. Daarnaast heeft er een gesprek plaatsgevonden met de directeur van SGR, waarbij deze de vorderingen van SGR aan curatoren heeft toegelicht. Vlak voor het leggen van verslag hebben curatoren een grote hoe- veelheid nieuwe informatie van SGR ontvangen. Deze informatie maakt dat curatoren, tegen de verwachting in, op het moment van het leggen van dit verslag nog geen verdere mededelingen kunnen doen over de door SGR ingediende vorderingen. | ||
8.6 Bedrag concurrente cred. | : | Er bestaat nog geen overzicht van eventueel ingediende vorderingen door schuldeisers in deze vennootschap. De ingediende vorderingen in alle OAD-vennootschappen, meer dan 10.000 in totaal, worden gesorteerd en geno- teerd. Bovendien worden de vorderingen summierlijk ge- controleerd als het vorderingen betreffen op een vennoot- schap waarin een uitkering te verwachten is. Curatoren verwachten in het volgende verslag een voorlopige opstel- ling te kunnen geven van het totaal aan ingediende vorde- ringen en de daarmee gemoeide bedragen. Curatoren achten het voor dit moment te vroeg om een tussentijdse opgave te doen, aangezien dit, gegeven het feit dat nog een grote hoeveelheid vorderingen moet wor- den beoordeeld, een onvolledig en dientengevolge onjuist beeld geeft van het aantal en de omvang van de ingedien- de vorderingen. Voor de werkzaamheden, verband hou- dende met de crediteuren, zijn twee medewerkers aan- getrokken voor de duur van 6 maanden. Tot en met de 8e verslagperiode is voor een bedrag ad € 280.225,90 aan concurrente vorderingen ingediend (zie 8.5). Voor wat betreft de vordering van SGR: zie hiervoor, punt 8.5. De lijsten van ingediende vorderingen worden als bijlagen bij dit verslag gevoegd. |
8.7 Wordt het een opheffer | : | Zeer waarschijnlijk zal onderhavig faillissement opgeheven worden omdat er niet voldoende baten beschikbaar zijn voor voldoening van de faillissementskosten en de overige boedelschulden. | |
8.8 Vereenvoudigde afwikkeling | : | Zeer waarschijnlijk zal er geen vereenvoudigde afwikkeling plaatsvinden. | |
8.9 Wordt aan conc.cred uitgedeeld | : | Het is nagenoeg zeker dat geen uitkering aan de concurrente schuldeisers zal plaatsvinden. | |
Werkzaamheden verslagperiode | Correspondentie met de belastingdienst. Er is veel gecorrespondeerd en getelefoneerd met schuldeisers. Er heeft overleg met de functionaris van KPMG Meijburg & Co plaatsgevonden. Tot slot hebben curatoren onderzoek verricht naar de (grondslag van de) vorderingen van SGR. | ||
9. Overig | |||
9.1 Termijn afwikkeling faill. | : | De verwachting is dat de afwikkeling van de OAD-faillisse- menten enkele jaren in beslag zal nemen. | |
9.2 Plan van aanpak | : | Incasso debiteuren, oplevering huurpanden en afwikkelen kwesties met betrekking tot uitstaande bankgaranties aan verhuurders, beoordeling van de vorderingen van SGR, het uitvoeren van de in faillissementen te doen gebruikelijke onderzoeken. | |
9.3 Indiening volgend verslag | : | 1 mei 2017 | |
Aan dit verslag worden de volgende bijlagen gehecht: Openbaar: 1. algemene toelichting aanpak onderzoeken 2. tussentijds financieel verslag 3. overzicht van tijdsregistratie per tijdschrijfgroep 4. crediteurenlijsten Vertrouwelijk: 5. mutatieoverzicht boedelrekening voorbije verslagperiode 6. urenlijsten Zwolle/Holten, 1 november 2016 xx. X. Xxxxxxxxxx, mr. J.T. Xxxxxxxxxxxx, curator curator |
Dit openbaar verslag is zo zorgvuldig mogelijk samengesteld, maar de curatoren staan niet in voor de volledigheid, noch voor de juistheid van het verslag. Het is mogelijk dat informatie op het moment van publiceren nog niet beschikbaar is, dan wel niet geopenbaard kan worden, of dat in het verslag weergegeven informatie achteraf bijgesteld dient te worden. Uiteraard kan dit ingrij- pende gevolgen hebben voor de in dit verslag en in de eventueel aangehechte bijlagen gemaakte vermeldingen alsmede voor de weergegeven vooruitzichten voor de crediteuren. Aan dit verslag inclusief de bijlagen kunnen geen rechten worden ontleend.